Info 20M-67 september-oktober

17
Nummer 67 September-Oktober 2012 Foto: Janneke Bos INFO 20M Informatieblad grote pleziervaart

Transcript of Info 20M-67 september-oktober

Page 1: Info 20M-67 september-oktober

Nummer 67 September-Oktober 2012

Foto: Janneke Bos

INFO 20MInformatieblad grote pleziervaart

Page 2: Info 20M-67 september-oktober

INFO 20MInformatieblad grote pleziervaart

Het “Informatieblad grote pleziervaart” is bedoeld voor eigenaren, schippers en andere betrokkenen vanpleziervaartuigen langer dan 20 meter zoals:- voormalige binnenvaartschepen- voormalige zeeschepen- voormalige vissersschepen- voormalige marineschepen- voormalige sleep- en duwboten- woonschepen- als pleziervaartuig gebouwde schepenHet “Informatieblad grote pleziervaart” geeft aan deze doelgroep informatie over de nautische wetgeving envoorlichting omtrent (technische) installaties aan boord.

ISSN: 1872-7824

Initiatief: Henk BosCoverfoto: Janneke BosVormgeving: Henk Bos Correctoren: Ge Bos Thoma, Henk Bos en Janneke BosAan dit nummer werkte mee: Janneke Bos (JB), Henk Bos (HB), Fred Beelen, Jan Meppelink en George Snijder.

Productie en uitgever: Henk en Janneke Bos (Expertisebureau Bos) (c) 2006-2012Website: http://www.xs4all.nl/~bosqHasebroekstraat 7, 1962 SV Heemskerk, Tel: 0251-230 050, e-mail: [email protected]

Verspreiding:Info 20M wordt gratis via e-mail door de volgende organisaties verspreid:- de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig (LVBHB) - de Stichting tot behoud van Authentieke Stoomvaartuigen en Motorsleepboten (BASM)- de Koninklijke Nederlandse Motorboot Club (KNMC)- de Vereniging de Motorsleepboot (VDMS) en de Vereniging de Sleper (VDS) - de Vlaamse Vereniging voor Watersport (VVW) - Zeekadetkorps Nederland (ZKK)- Scouting Nederland (SN)Andere organisaties kunnen zich bij de uitgever melden. Info 20M is tevens te downloaden via de website.

Info 20M is een voortzetting van de reeks voorlichtingsbladen genaamd M3-blad die in het tijdvak 1987 tot 1995geschreven zijn voor Scouting groepen met een wachtschip (een voormalig binnenschip in gebruik als clubhuis).M3-blad nummer 1 t/m 20 zijn via de index op de website te downloaden (http://www.xs4all.nl/~bds/m3-index.htm).M3 blad nummer 21 is niet openbaar ivm auteursrechten.

De auteursrechten blijven eigendom van de schrijvers, tekenaars en fotograven.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

All rights reserved. No part of the material protected by this copyright notice may be reproduced or utilised in anyform or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, recording or by any information storageand retrieval system, without permission of the publisher.

Info 20M nummer 67 blz. 2

Page 3: Info 20M-67 september-oktober

Wijzigingen Binnenvaartregeling mbt vaarbewijzen

In juni 2012 is de volgende wijziging in de Staatscourantgepubliceerd:Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van29 mei 2012, nr. IENM/BSK-2012/56947, tot wijziging vande Binnenvaartregeling in verband met de wijziging van demedische keuringseisen voor het klein vaarbewijs, terimplementatie van CCR-resolutie 2011-II-16 en terreparatie van diverse onvolkomenheden.

Kort samengevat zijn o.a. de volgende zaken gewijzigd:* artikel 7.8 is gewijzigd. Op grond van de wijziging is hetnu mogelijk om op grond van een ongeldig gewordenvaardocument een groot pleziervaartbewijs te verkrijgen.Voorwaarde is wel dat de ongeldigheid slechts mag zijnontstaan door het verstrijken van de geldigheidsduur en nietdoor ongeldig verklaring van het document, bijvoorbeeldop medische gronden* op grond van een groot of klein patent kan een grootpleziervaartuigbewijs worden verkregen* op grond van een hoger vaarbewijs kan eenvrijstellingsbewijs worden verkregen* de handhaving van het groot en het beperkt grootvaarbewijs is overgeheveld van het strafrecht naar hetbestuursrecht. Daaraan gekoppeld zijn ook de bijbehorendeboetebedragen vastgesteld* een klein vaarbewijs kan worden afgegeven voorpersonen met een bewegingsbeperking, eventueel opvoorwaarde van aanpassing van het vaartuig of aan depersoon* in de medische keuringseisen is een splitsing aangebrachttussen beroeps- en pleziervaart omdat de feitelijke situatieaan boord en de gevaarzetting nogal verschillen* er is een onderscheid gemaakt tussenbewegingsbeperkingen aan de benen en aan de armen,waarbij de lengte van het pleziervaartuig een rol speelt* het bezit van een "verklaring praktijkexamen vaartijd"geeft vrijstelling voor het examenonderdeel Navigatie 1 tenbehoeve van het verkrijgen van het groot en het beperktgroot vaarbewijs

Voor de details zie:https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-10932.html?zoekcriteria=%3Fzkt%3DUitgebreid%26pst%3DStaatsblad%257cStaatscourant%26dpr%3DAnderePeriode%26spd%3D20120604%26epd%3D20120624%26sdt%3DDatumPublicatie%26org%3DMinisterie%2Bvan%2BInfrastructuur%2B.Bron: officiële bekendmakingen Rijksoverheid

Benaming examens Klein Vaarbewijs gaat veranderen

De naamgeving van de verschillende examens KleinVaarbewijs wordt per 1 januari 2013 vereenvoudigd.Op dit moment zijn er 3 soorten klein vaarbewijsexamens :VB1, VB2 (bestaande uit VB1 en VBA) en VBA(Aanvullend), voor twee soorten vaarbewijzen (KleinVaarbewijs I en Klein Vaarbewijs II).De kenners zijn gewend geraakt aan deze historischgegroeide terminologie, maar voor iemand die hiermee voorhet eerst in aanraking komt, is het vrij verwarrend.

Info 20M nummer 67 blz. 3

Voorwoord info20m67

De afgelopen maand is ons schip, Margeja, op de walgeweest voor een grote onderhoudsbeurt. Omdat Margejain 2001 geheel gestraald en gecoat is (zowel onder- alsbovenwater) valt de hoeveelheid roest mee en moeten wevooral ons richten op het (cosmetische) verfsysteem. Met 5 mensen werken, zorgt ervoor dat het schip binnen 3 weken weer geheel opgeknapt in het water ligt. Af en toebrengen we de techniek dus ook weer in de praktijk.De afgelopen maanden heeft u van ons geen informatiegekregen. Dat wil echter niet zeggen dat er nietsgepubliceerd is. In dit nummer vindt u dus ook voor dedoelgroep, pleziervaart langer dan 20 m, nieuweinteressante informatie.Intussen is het kabinet gevallen, zijn de verkiezingengeweest en is men druk bezig om een nieuwe regeringsamen te stellen. Helaas moet er bezuinigd worden. Allerlei plannen passeren de revue, enkele sneuvelen alvoordat ze uitgewerkt zijn. Dat geldt helaas niet voor alleplannen. Voor de grote pleziervaart zijn vooral de plannenvan de vaarbelasting (ja zeker, die is ergens uit een stoffiglaatje gehaald), de afschaffing van de rode diesel (vooralgebruikt voor verwarming van woonschepen) en deverhoging van de assurantiebelasting (van 9,7% naar 21%)van groot belang. Het is afwachten wat hiervan ookinderdaad uitgevoerd gaat worden…

Janneke Bos Hoofdredacteur

* Wijzigingen Binnenvaartregeling mbt vaarbewijzen* Benaming examens Klein Vaarbewijs gaat veranderen* Open navigatievragen Klein Vaarbewijs krijgen meergewicht* Nieuwe afspraken over updaten leermaterialen KleinVaarbewijs* Nieuwsbrief VAMEX* Meer bevoegdheden minister bij zelfstandigebestuursorganen IenM* CWO-secretariaat blijft bij het Watersportverbond* Nieuwe folder communicatie op het water* Rijkswaterstaat lanceert website www.vaarweginformatie.nl* Boekje Daarom Watersport* Verklaring namens de Minister momenteel onmogelijk voorkleine sleepboten* Foutieve info oude motoren* Beantwoording kamervragen grote zorgen kleine binnenvaart* Rondvaartboten opnieuw onder de loep* NEN-normen niet vrij van auteursrecht * Afschaffen rode diesel voor pleziervaart* Assurantiebelasting verhoogd naar 21%?* Deelakkoord Begroting 2013* Rijkswaterstaat installeert eerste base station voor Inland-AIS* Schat aan historische gegevens voor iedereen beschikbaar * Gegevens Sontvaart 18de eeuw nu online* De Wrakkenwijzer online* Presentatie maritieme publicatie Rede van Texel* Scheepswrak eerste rijksmonument van Lelystad* Waardestellend rapport over Zweeds scheepswrak SophiaAlbertina* Oude meetbrieven* Gasexplosie woonboot Amsterdam* Groeiende groep oldtimers veroorzaakt steeds meerschadelijke emissies

33

3

44

55566

677778

1011

111212121313

131416

16

Page 4: Info 20M-67 september-oktober

Zijn dit nu echt 3 verschillende examens of is er overlap?Welk examen geeft nu recht op welk vaarbewijs? Moet jeeerst het ene examen halen, voordat je het andere magdoen? Wat gebeurt er als je bij een VB2 examen zakt voorVB1 maar wel slaagt voor VBA? Om deze verwarring wegte nemen wordt de volgende veel logischere structuuringevoerd, waarbij de term VBA (Aanvullend) verdwijnt.1. Examen Klein Vaarbewijs 1 (KVB1) geeft recht op KleinVaarbewijs I (examen wordt aangeduid met gewoon cijfer,het vaarbewijs met het Romeinse cijfer).2. Examen Klein Vaarbewijs 2 (KVB2) mag alleen wordenafgelegd nadat KVB1 behaald is en geeft recht op KleinVaarbewijs II3. Examens KVB1 en KVB2 kunnen ook in één keer directna elkaar worden afgelegd (KVB1+KVB2). Daarbij geldtechter wel regel 2. Dus als men zakt voor KVB1, wordtmen niet toegelaten tot het examen KVB2.**

** In de huidige praktijk komt dit overigens nauwelijksvoor.

De nieuwe structuur wordt per 1 januari 2013 van kracht.Bron: nieuwsbericht VAMEX

Open navigatievragen Klein Vaarbewijs krijgen meergewicht

De open vragen bij het onderdeel Navigatie in het examenVBA (Aanvullend) gaan straks zwaarder meetellen.Op advies van de Domein Adviescommissie van VAMEXwordt de toetsmatrijs (http://www.vamex.nl/klein-vaarbewijs/examen/toetsmatrijs.aspx) van het KVBA(straks KVB2) zodanig veranderd dat de punten voor de'open' navigatievragen in de categorie F18/F20 tezamen van 9 naar 12 punten worden opgehoogd. Dit gaat ten koste vande punten die in andere categorieën te verdienen zijn.Hierdoor krijgen de navigatievragen meer gewicht. De nieuwe toetsmatrijs wordt per 1 januari 2013 van krachten zal uiterlijk op 1 oktober 2012 op de VAMEX websiteworden gepubliceerd.Bron: nieuwsbericht VAMEX

Nieuwe afspraken over updaten leermaterialen KleinVaarbewijs

VAMEX heeft geconstateerd dat uitgevers voor wat betreftde inhoud van hun leermaterialen KVB zich tot nu toe meerhebben laten leiden door de aangeboden examenvragen dandoor de afbakening van de exameneisen. VAMEXbenadrukt nogmaals dat het algemeen bekend moet zijn datde afbakening van de exameneisen (http://vamex.us5.list-manage1.com/track/click?u=47d6a1ad4835a8ee2e403d086&id=26a18877b0&e=d35aab2680) en niet het diverseaangeboden studiemateriaal leidend is voor hetsamenstellen van examenvragen. Er wordt (helaas ook doorexamenkandidaten) nog te vaak van uitgegaan dat deleermaterialen het uitgangspunt zijn. Dit leidt totmisverstanden en onnodige klachtenprocedures. Omdat erover de gehele breedte van de afbakening gaandewegnieuwe examenvragen kunnen verschijnen, bestaat de kansdat leermiddelen daarop niet meer voldoende aansluiten ende examenkandidaten de dupe worden.

Dit is voor alle betrokken partijen (kandidaten, uitgevers,opleiders en VAMEX) een ongewenste situatie.

De nieuwe afbakening van de exameneisen, die op 24 april 2012 in werking is getreden, is mede op verzoekvan de opleiders en uitgevers veel gedetailleerder dan deoude. Voor uitgevers is deze vernieuwing een goedeaanleiding om daar waar nodig in de leermaterialen eeninhaalslag te maken. Om de eerder genoemde ongewenstesituatie zo veel mogelijk te voorkomen wil VAMEX deuitgevers dan ook enige tijd geven om met goed op denieuwe afbakening aansluitende leermaterialen op de marktte komen. Op 22 mei 2012 heeft de examencommissie metde uitgenodigde uitgevers en vertegenwoordigers van deopleidersorgansiaties Univaer en Viok overleg hierovergevoerd. Daarbij is het volgende afgesproken:

1. De uitgevers krijgen tot uiterlijk 1 januari 2013 de tijdom hun leermaterialen volledig af te stemmen op de nieuweafbakening en beschikbaar te hebben voor de consument.Tot dat tijdstip neemt de examencommissie in de examensKVB nog geen nieuwe onderwerpen op, hoewel dezeonderwerpen wel zouden passen binnen de vernieuwdeafbakening. Vanaf 1 januari 2013 kan de examencommissienieuwe onderwerpen, mits binnen de afbakening vallend, inde examens opnemen.

2. VAMEX is vanwege de opgelegde strenge scheidingtussen opleiden en examineren niet bevoegd om de inhoudvan de vernieuwde leermaterialen te controleren, nochvooraf noch achteraf. Dit blijft de verantwoordelijkheid vande uitgevers zelf.

3. De examencommissie zal met ingang van 1 juni 2012 deintroductie van vragen met een nog niet in vragenbehandeld onderwerp eerst aankondigen via de VAMEX-website. De nieuwe onderwerpen waar vragen over gesteldzullen gaan worden, zullen daar eerst vermeld worden metde ingangsdatum dat deze gaan meedraaien in de examens.In principe staan die vragen tenminste drie maanden 'in dewacht'. (NB: feitelijk houdt dit in dat vanwege deincidentele afspraak bij punt 1, pas met ingang van 1 januari 2013 nieuwe onderwerpen in de examens zullenvoorkomen). Incidentele uitzonderingen blijven echtermogelijk als daar dringende redenen voor zijn.

4. De uitgevers hebben aangegeven dat zij hun gebruikersvan leermaterialen de mogelijkheid aanbieden om invoorkomende gevallen, tussen de drukgangen door, teinformeren over relevante wijzigingen en updates.Bron: Nieuwsbrief VAMEX

Nieuwsbrief VAMEX

In de zomer van 2012 is de eerste Nieuwsbrief van deVAMEX per mail rondgestuurd. De Nieuwsbrief van VAMEX gaat over relevanteontwikkelingen op het gebied van de examinering en deafgifte van vaarbewijzen. Naast de jaarlijkse vastebijeenkomst voor opleiders en uitgevers, leek het deVAMEX een goede zaak ook tussendoor met een bepaaldefrequentie relevante nieuwtjes met het werkveld te delen.

Info 20M nummer 67 blz. 4

Page 5: Info 20M-67 september-oktober

De Nieuwsbrief is daar een eerste concretisering van.Daarnaast zal in de komende tijd ook een Nieuwsrubriek enFAQ's op www.vamex.nl geïntroduceerd worden, die ookop een betere informatievoorziening voor kandidaten enoverige belangstellenden gericht is.

Het mailbestand voor deze Nieuwsbrief is in eerste instantiebeperkt tot de opleiders en uitgevers waar vanuit hetverleden al contact mee is. Kent u ook anderebelangstellenden die zich graag op de VAMEX Nieuwsbriefzouden willen abonneren, dan kunnen deze een verzoekhiertoe doen via de algemene mailbox [email protected]. Bron: nieuwsbrief VAMEX

Meer bevoegdheden minister bij zelfstandigebestuursorganen IenM

Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu)krijgt meer te zeggen over de zelfstandige bestuursorganen(zbo's) die onder haar ministerie vallen. Het gaat ondermeer om de bevoegdheid tot benoeming en ontslag vanbestuur en goedkeuring van begroting, tarieven enjaarrekening zodat de minister haar systeem-verantwoordelijkheid voor de taakuitvoering van zbo's beterwaar kan maken. Dit wetsvoorstel dat de zbo's onder deKaderwet zbo's brengt, maakt dit mogelijk. De ministerheeft, mede namens minister Spies (BZK), het wetsvoorsteltoegezonden aan de Tweede Kamer.

Met de Aanpassingswet worden de Dienst Wegverkeer(RDW), de Stichting Centraal BureauRijvaardigheidsbewijzen (CBR), de LuchtverkeersleidingNederland (LVNL), de Stichting Airport CoordinationNetherlands (SACN), de Dienst voor het kadaster en deopenbare registers (Kadaster), de Stichting Nationale enInternationale Wegvervoerorganisatie (NIWO), de StichtingVAM - Innovam Branche Kwalificatie Instituut (IBKI) ende Stichting Vaarbewijs- en Marifoonexamens (VAMEX),onder de Kaderwet zbo's gebracht. Verder wordt het CBRomgevormd van privaatrechtelijk zbo naar publiekrechtelijkzbo. Daarnaast wordt met wetsvoorstel een aantal zbo'sopgeheven. De beoogde inwerkingtredingdatum van hetwetsvoorstel is 1 januari 2013.

Veel uitvoeringstaken van de rijksoverheid wordenuitgevoerd door zbo's. Zbo's zijn organisaties die binneneen wettelijk kader zelfstandig overheidstaken uitvoeren engeen onderdeel uitmaken van een ministerie. Sinds 1 februari 2007 zijn de verantwoordelijkheden enbevoegdheden van ministers bij zbo's uitgebreid door deKaderwet zelfstandige bestuursorganen. In de Kaderwet iseen aantal instrumenten opgenomen waarmee de ministerinvulling kan geven aan zijn verantwoordelijkheid ensturing kan geven aan de taakuitvoering door een zbo.Nieuwe zbo's vallen automatisch onder de Kaderwet. Zbo's van voor 1 februari 2007 moeten via eenaanpassingswet onder de Kaderwet gebracht worden. Bron: nieuwsbericht Rijksoverheid

CWO-secretariaat blijft bij het Watersportverbond

Het Watersportverbond is verheugd dat het tot en met 2013het secretariaat voor de Commissie Watersport Opleidingen(CWO) zal voeren. Begin juli 2012 hebben de twee partijenhet contract hiertoe ondertekend.

De Stichting CWO is een samenwerkingsverband tussen hetWatersportverbond, de ANWB en de HISWA, en stelt zichtot doel een uniform diplomasysteem voor vrijwilligevaaropleidingen in te richten en in stand te houden. Zowelbij het Watersportverbond aangesloten verenigingen alscommerciële vaarscholen die aan de kwaliteitseisen van deCWO voldoen kunnen gebruik maken van haar naam enofficiële diploma's uitgeven.

Het CWO-secretariaat is het uitvoerende orgaan van deCWO en houdt zich onder andere bezig met de uitgifte vandiploma's, registreren van instructeurs en het coördinerenvan controles bij alle CWO-locaties. Daarnaast is het dévraagbaak voor consumenten met betrekking totvaaropleidingen. Doordat het CWO-secretariaat door hetWatersportverbond gevoerd wordt kan er gebruik wordengemaakt van de daar aanwezige kennis en expertise metbetrekking tot opleidingen.

Meer informatie over de CWO is te vinden op haarwebsite:www.cwo.nl. Bron: nieuwsbericht watersportverbond

Nieuwe folder communicatie op het water

Goed marifoongebruik draagt bij aan de veiligheid op hetwater.Varen doe je samen heeft over het goed gebruik van demarifoon een nieuwe folder uitgebracht, ziehttp://www.varendoejesamen.nl/sites/default/files/folders/VDJS%20Communicatie%20op%20het%20water%202012.pdf Erg nuttig om weer eens door te lezen, zeker als je jemarifoonbedieningscertificaat al weer enige tijd geledenbehaald hebt.Bron: Varen doe je samen

Info 20M nummer 67 blz. 5

Page 6: Info 20M-67 september-oktober

Rijkswaterstaat lanceert websitewww.vaarweginformatie.nl

Rijkswaterstaat bundelt actuele informatie over debeschikbaarheid van de vaarwegen op de nieuwe websitewww.vaarweginformatie.nl. Beroeps- en recreatievaarderskunnen bovendien via 'mijn vaarweginfo' een persoonlijkgratis abonnement aanmaken en daarmee informatie opmaat ontvangen.

Bezoekers kunnen aangeven welke specifieke informatie zewanneer en op welke manier willen ontvangen.Bijvoorbeeld elk uur de scheepvaartberichten over hetIJsselmeergebied per sms. Of één keer per dag dewaterstanden bij Lobith per e-mail.

Alle informatie op één plek gebundeld en snel toegankelijk'was een veel gehoorde wens van vaarweggebruikers. Omaan deze wens tegemoet te komen heeft Rijkswaterstaat hetinitiatief genomen om samen met anderevaarwegbeheerders (provincies, waterschappen,havenbedrijven) alle vaarweginformatie onder te brengen inéén systeem. Dit systeem FIS (Fairway InformationServices) is nu operationeel en toegankelijk viawww.vaarweginformatie.nl.

Welke informatie vindt u op de site?Via www.vaarweginformatie.nl vindt u onder meer: * scheepvaartberichten * gegevens zoals bedieningstijden en afmetingen vanbruggen en sluizen en diepgang van vaarwegen * waterstanden, afvoeren en doorvaarthoogten * seizoensinformatie zoals ijskaarten enzwemwaterberichten * elektronische vaarkaartenDe websites www.infocentrum-binnenwateren.nl enwww.risserver.nl worden vanaf nu niet meer actueelgehouden.

SamenwerkingDe website is opgezet als samenwerkingsplatform vanmeerdere vaarwegbeheerders. Dat betekent dat er op dewebsite informatie ontsloten wordt die niet alleen vanRijkswaterstaat afkomstig is. Zoals de Berichten aan descheepvaart en de VIN-database met onder meer debedientijden van bruggen en sluizen. Wel is Rijkswaterstaattrekker van het project en beheerder van de website.Rijkswaterstaat streeft ernaar om desamenwerkingsafspraken in de toekomst verder uit tebreiden.Bron: persbericht Rijkswaterstaat

Boekje “Daarom Watersport”

De watersport is voor Nederland van grote betekenis. Hoegroot deze betekenis is, is in een boekje samengevat en inbeeld gebracht. De thema's beleven, vermaken, besteden,ondernemen, wonen en ontwikkelen worden in dit boekjeverder uitgewerkt.

Bron: bericht HISWA vereniging

Verklaring namens de Minister momenteel onmogelijkvoor kleine sleepboten

Uit "Certificaat van Onderzoek voor de pleziervaart na 1 juli 2009.pdf":

"Sleep-, duw- en sleepduwbotenSleep-, duw- en sleepduwboten worden in de Europeserichtlijn en in de Binnenvaartwet genoemd als schepen dieeen certificaat van onderzoek moeten hebben ongeacht hunlengte.Sleep- en duwboten die uitsluitend voor de pleziervaartworden gebruikt, niet langer zijn dan 20 meter en tevenseen product hebben van de lengte, breedte en diepgang(zonder aanhangsels) kleiner dan 100 m3, moeten een"Verklaring namens de Minister van Verkeer en Waterstaat"bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) te Rotterdamaanvragen. Op grond van deze verklaring behoeft het schip dan nietaan de technische eisen van de Europese richtlijn tevoldoen. Tevens kan op basis van deze verklaring wordenvolstaan met een klein vaarbewijs, een beperkt grootvaarbewijs of geen vaarbewijs afhankelijk van descheepslengte (zie het verhaal over de vaarbewijzen).Schepen met een dergelijke verklaring mogen een bijbootslepen, aldus IVW. Wanneer men meer dan 1 schip korter dan 20 meter nietbedrijfsmatig wil slepen, dan adviseert IVW om eencertificaat van onderzoek voor pleziervaartuigen aan tevragen om discussies met handhavers te voorkomen.Pleziervaartuigen mogen namelijk andere kleine schepen (< 20 m) slepen.Wil men schepen langer dan 20 meter slepen, dan moetmen een certificaat van onderzoek voor sleep- en duwbotenhebben en voldoen aan hoofdstuk 16 van bijlage II van deEuropese richtlijn 2006/87/EG (bovendien moet de schipperdan een groot vaarbewijs hebben)."

Info 20M nummer 67 blz. 6

Het boekje “Daarom Watersport” is te downloaden viawww.daaromwatersport.nl

Page 7: Info 20M-67 september-oktober

De eerste jaren was het inderdaad mogelijk om eendergelijke verklaring namens de Minister bij de InspectieVerkeer en Waterstaat te verkrijgen. Helaas blijkt datmomenteel onmogelijk. Ergens in het proces rondom hetuitbesteden van de keuringen aan de marktpartijen, deomvorming van de IVW naar de ILT en enige andereontwikkelingen, is iets misgegaan... Ik krijg regelmatig vragen bij wie deze verklaringaangevraagd moet worden. Zowel de ILT als demarktpartijen geven aan deze verklaring niet (meer) af tegeven. Er is gelukkig wel aandacht voor de problematiek.Dit probleem speelt niet alleen voor sleep- en duwbootjesdie gebruikt worden bij verenigingen zoals ScoutingNederland maar ook voor particuliere schepen. Helaas zit er nog weinig schot in de zaak... (JB)

Foutieve info oude motoren

In het EFM Infoblad van mei 2012 staat een artikel overCCR 2 motoren. Dat zegt, dat bestaande motoren (groterdan 19 kW) alleen nog maar door CCR 2 motorenvervangen mogen worden. Volgens de schrijvers geldt ditvoor alle gecertificeerde vaartuigen. Dit is onjuist. Voor grote recreatievaartuigen (20 meter en langer) is ditgeen verplichting. Hierover heeft de LVBHB overleg gehadmet de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).Navraag bij EFM resulteerde in een excuus. Zij hebbenbeloofd een rectificatie te maken.

Fred BeelenBron: website LVBHB

Beantwoording kamervragen grote zorgen kleinebinnenvaart

Op 10 september 2012 zijn de kamervragen van de SP overde grote zorgen bij de kleine binnenvaart beantwoord.

De volgende kamervragen zijn gesteld:

Vraag 1 Wat is uw reactie op de grote zorgen die de AlgemeeneSchippers Vereeniging heeft over de toekomst van de kleinebinnenvaart, waarin een ijzig scenario wordt geschetst?

Vraag 2 Kunt u ook ingaan op het item bij het NOS journaal overhet failliet van de binnenvaartsector?

Vraag 3 Hoe ver bent u met uw onderzoek naar bodemtarieven,zoals u eerder had toegezegd? Kunt u aangeven op welketermijn u de Kamer hier verder over zal informeren?

Vraag 4 Is het waar dat door het verdwijnen van schepen onder de1000 ton vele bedrijven en plaatsen in Nederland niet meerbereikbaar zullen worden per binnenvaartschip? Zo ja, watvoor gevolgen heeft dit voor de transportsector en wat isuw oordeel daarover? Zo nee, wat is dan uw analyse van deontstane situatie?

Vraag 5 Tot op heden vond u het niet noodzakelijk omcrisismaatregelen te nemen voor de binnenvaart: bent ubereid dit nu alsnog te doen? Zo ja, welke maatregelen wiltu dan nemen? Zo nee, hoe moet de sector dan het hoofdboven water blijven houden in deze aanhoudende slechteeconomische omstandigheden?

Vraag 6 Deelt u de mening dat, wanneer er nu geen maatregelenworden genomen, de doelstelling, om tot een "model shift"te komen van 30% van het wegtransport naar water enspoor, voor 2030 onmogelijk gehaald kan worden? Zo nee,op welke wijze gaat u deze doelstelling dan alsnogbewerkstelligen?

Bent u benieuwd naar de antwoorden? Ziewww.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/09/10/beantwoording-kamervragen-van-het-lid-bashir-sp-over-de-grote-zorgen-bij-de-kleine-binnenvaart/lp-i-m-0000002468.pdfBron: Rijksoverheid

Rondvaartboten opnieuw onder de loep

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) gaat dekomende maanden opnieuw controles uitvoeren bijrondvaartbedrijven. Er zal gekeken worden naar denaleving van de wet- en regelgeving en naar de veiligheidaan boord van rondvaartboten. Speciale aandacht is er voorparticulieren die rondvaarten aanbieden. Ook verenigingen/stichtingen die rondvaarten als excursieaanbieden en rondvaartboten die voor specialegelegenheden worden ingezet worden extra gecontroleerd.Uit de controles die vorig jaar in heel het land zijngehouden blijkt dat de naleving van de wet- en regelgevingaan boord van open rondvaartboten onvoldoende is. Toen hadden acht van de 53 gecontroleerde schepen geenCertificaat van onderzoek (CvO). Ook met betrekking totandere wettelijke voorschriften van de Binnenvaartwet,zoals de veiligheidsmiddelen, waaronder de brandblussersen reddingsmiddelen was de naleving onvoldoende.

Het aantal bedrijven en organisaties dat met openrondvaartboten vaart is de afgelopen jaren flink gestegen.Naleving van wet- en regelgeving is van belang voor deveiligheid en om oneerlijke concurrentie tegen te gaan.Bron: nieuwsbericht Inspectie Leefomgeving en Transport

NEN-normen niet vrij van auteursrecht

Kern van de uitspraakDe door het Nederlands Normalisatieinstituut tot standgebrachte NEN-normen zijn geen door de overheiduitgevaardigde algemeen verbindende voorschriften en zijndaarom niet vrij van auteursrecht.

Achtergrond Knooble B.V. stelt via haar website informatie beschikbaardie van nut is voor het voorbereiden en uitvoeren vanbouwprojecten.

Info 20M nummer 67 blz. 7

Page 8: Info 20M-67 september-oktober

Het Nederlands Normalisatie-Instituut (NNI), eenparticuliere stichting, brengt ten behoeve van denormalisatie normen tot stand, zogenoemde NEN-normen,onder meer op het terrein van de bouw. Het Bouwbesluit,dat op de Woningwet berust en bouwvoorschriften bevat,verwijst op veel plaatsen naar die NEN-normen. De NEN-normen voor de bouw kunnen worden ingezien op hetkantoor van het NNI en zij kunnen ook tegen betaling bijhet NNI worden verkregen. Knooble vindt echter dat dieNEN-normen haar gratis of tegen een redelijke vergoedingter beschikking moeten worden gesteld. Het NNI weigertdat omdat zij vindt dat zij het auteursrecht heeft op dezeNEN-normen. Knooble meent dat geen auteursrecht rust opde NEN-normen voor de bouw omdat zij deel uitmaken vande Woningwet en het Bouwbesluit doordat de voorschriftendaarvan naar die normen verwijzen. Daarvoor doet Knoobleeen beroep op artikel 11 van de Auteurswet dat bepaalt datgeen auteursrecht bestaat op door de overheiduitgevaardigde wetten, besluiten en verordeningen (dat zijn algemeen verbindende voorschriften in de zin van artikel 89 lid 4 van de Grondwet).

De procedure bij het hof De rechtbank was van oordeel dat de NEN-normen nietalgemeen verbindend zijn omdat zij niet op de door de wetvoorgeschreven wijze zijn bekendgemaakt. Daarom rustvolgens de rechtbank auteursrecht op de normen. Het hofvond dat de NEN-normen weliswaar door de verwijzing inde Woningwet en het Bouwbesluit publiekrechtelijkalgemeen geldende normen zijn, maar geen algemeenverbindende voorschriften in de zin van de Grondwet,omdat ze niet zijn uitgevaardigd door de regelgevendeoverheid maar door een private organisatie. Verwijzing inde Woningwet en het Bouwbesluit naar deze normen maaktdat niet anders.

De procedure bij de Hoge Raad Knooble heeft tegen het arrest van het hof cassatie ingesteldbij de Hoge Raad (advocaat mr. M.E. Gelpke in Den Haag).De Staat en het NNI hebben geconcludeerd tot verwerpingvan het beroep (advocaten mrs. M.W. Scheltema en S.M.Kingma in Den Haag voor de Staat en mr. P.A. Ruig in DenHaag voor het NNI).

Op 30 maart 2012 heeft de advocaat-generaal mr. F.F. Langemeijer de Hoge Raad geadviseerd deuitspraak van het hof Den Haag in stand te laten.

De uitspraak van de Hoge Raad De Hoge Raad volgt dit advies. Hij oordeelt dat het NNIniet bevoegd is om algemeen verbindende voorschriften inde zin van de Grondwet uit te vaardigen. Die bevoegdheidkrijgt het NNI ook niet door de verwijzing in de Woningweten het Bouwbesluit naar de NEN-normen. Deze normenkunnen daarom niet worden aangemerkt als algemeenverbindende voorschriften als bedoeld in artikel 11 van deAuteurswet. De NEN-normen zijn dan ook niet op grondvan dat artikel vrij van auteursrechten. De Raad van State oordeelde op 2 februari 2011 eveneensdat NEN-normen geen algemeen verbindende voorschriftenzijn (LJN BP2750).

Gevolgen van de uitspraakDe zaak is hiermee geëindigd. De afwijzing van devorderingen van Knooble is onherroepelijk geworden.Bron: nieuwsbericht Hoge Raad der Nederlanden

Afschaffen rode diesel voor pleziervaart

Het accoord:

Afschaffen rode dieselHet huidige tariefverschil tussen rode diesel en "gewone"diesel (groot ongeveer 17 cent per liter) wordt met ingangvan 1 januari 2013 weggenomen door de accijns van rodediesel op het niveau van de "gewone" diesel te brengen.

De uitwerking:

Afschaffing rode dieselHet wetsvoorstel voorziet erin om de zogenoemde rodediesel af te schaffen voor ander gebruik dan alsmotorbrandstof voor de scheepvaart, niet zijndepleziervaart. In de wettelijke bepalingen wordt rode dieselaangeduid als halfzware olie en gasolie die zijn voorzienvan herkenningsmiddelen. De afschaffing betekent dat hethuidige verlaagde accijnstarief voor laatstgenoemdeproducten van € 258,86 per 1000 liter komt te vervallen.Voortaan is dan het reguliere tarief van halfzware olie engasolie van toepassing van € 430,80 per 1000 liter voorzwavelvrije producten of van € 441,72 per 1000 liter voorniet zwavelvrije producten. De producten hoeven dan nietmeer te worden voorzien van herkenningsmiddelen.

Overigens blijft de verplichting om herkenningsmiddelentoe te voegen bestaan voor halfzware olie en gasolie dieworden gebruikt als brandstof voor de aandrijving vanschepen, niet zijnde pleziervaartuigen. Omdat dergelijkgebruik is vrijgesteld van accijns zou anders het risico opmisbruik te groot zijn.

De mogelijkheid om veraccijnsde gasolie te leveren alsmotorbrandstof voor de scheepvaart, niet zijndepleziervaart, en voor dergelijke leveringen te verzoeken omteruggaaf van accijns, blijft bestaan. Wel zal ook dan degasolie moeten zijn voorzien van herkenningsmiddelen.Vanzelfsprekend moet dan accijns zijn voldaan naar hetreguliere tarief van gasolie dat met ingang van 1 januari2013 als enige resteert.Als gevolg van het afschaffen van de zogenoemde rodediesel voor niet-vrijgestelde doeleinden komt ook dezogenoemde grootverbruikersregeling te vervallen. Deze wordt vrijwel uitsluitend gebruikt voor rode diesel.

Een ander gevolg van het afschaffen van de rode diesel isdat ook de mogelijkheden tot gedeeltelijke teruggaaf vanaccijns vervallen voor bepaalde tuinbouwers en voorcharitatieve en culturele instellingen alsmede instellingenvan levensbeschouwelijke aard die rode diesel gebruikenvoor verwarmingsdoeleinden indien geen aansluitingaanwezig is op het aardgasnet. Wat betreft de tuinbouwersgaat het om een zeer klein aantal bedrijven. Wat betreft dediverse instellingen wordt voor zover bekend geen gebruikgemaakt van deze teruggaafmogelijkheid.

Info 20M nummer 67 blz. 8

Page 9: Info 20M-67 september-oktober

Overigens behouden beide groepen de mogelijkheid omgedeeltelijk teruggaaf van accijns te vragen bij gebruik vanvloeibaar gemaakt petroleumgas.

Door het afschaffen van het verlaagde accijnstarief voor dezogenoemde rode diesel zal in de meeste gevallen moetenworden overgeschakeld op het gebruik van normale diesel,waarvoor een hogere accijns geldt. Een hogere prijs isdoorgaans een prikkel om meer energie-efficiënt te gaanwerken, hetgeen een positief milieueffect betekent.

Nota naar aanleiding van het verslag (kamerstuk)

Afschaffing rode dieselDe leden van de fractie van D66 vragen welke stappen hetkabinet zet om ook rode diesel voor de binnenvaart af teschaffen en wat de budgettaire derving is van behoud vandeze vrijstelling. Voorts vragen zij of het kabinet kantoezeggen in overleg met buurlanden en in EU verband inte zetten op het afschaffen van vergelijkbarebelastingvoordelen en of een eerder Duits voorstel om debinnenvaart te laten betalen voor gebruik van vaarwegen isvoorgelegd aan de andere landen van het Rijnverdrag.

De accijnsvrijstelling voor rode diesel voor de binnenvaartis gebaseerd op de Akte van Mannheim en op de Richtlijnenergiebelasting. In het Gasolieprotocol uit 1952 is deaccijnsvrijstelling voor de binnenvaart op de Aktewateren(voor Nederland: het stroomgebied van de Rijn) nog eensherbevestigd. Vanwege uitvoeringstechnische redenen isdeze vrijstelling uitgebreid tot de overige Nederlandsebinnenwateren. De vrijstelling beoogt verstoring vaninternationale concurrentieverhoudingen te voorkomen.

De Duitse regering beziet momenteel voor haarvaarwegennet de mogelijkheid voor invoering van eengebruikersheffing, waarvan de opbrengsten weerterugvloeien als investeringen in het vaarwegennet. Om ditook voor de Rijn mogelijk te maken is een wijziging van deAkte van Mannheim nodig. Aanpassing van de Akte vanMannheim vergt de unanieme instemming van alle CCR-lidstaten. De Duitse regering heeft dit plan op hoofdlijnengepresenteerd, maar nog niet op de agenda van de CCR(Centrale Commissie voor de Rijnvaart) geplaatst.Vooralsnog heeft het kabinet geen standpunt over dit planingenomen.

Wat betreft het afschaffen van vergelijkbarebelastingvoordelen gaat het met name om deaccijnsvrijstelling voor kerosine ten behoeve van deluchtvaart. Deze is gebaseerd op internationale verdragen.Wijziging hiervan is een kwestie van lange adem.Eventuele voorstellen tot wijziging van deze verdragenzullen te zijner tijd worden bezien. Alsdan zal ook eenstandpunt hierover worden ingenomen.

De budgettaire derving die is gemoeid met deaccijnsvrijstelling voor de scheepvaart op communautairewateren (binnenvaart en zeescheepvaart) bedraagt in 2013 € 827 miljoen op basis van in Nederland gebunkerdebrandstof. Overigens is de budgettaire derving aanbelastinginkomsten ten gevolge van de vrijstelling

communautaire wateren niet gelijk aan de opbrengst indiendeze vrijstelling zou worden afgeschaft. Accijns drukt danniet op alle in Nederland gebunkerde brandstof, maar alleenvoor zover de brandstof wordt gebruikt voor vervoer overde binnenwateren.

Memorie van antwoord

Afschaffing rode dieselDe leden van de fractie van de VVD vragen of het kabinetgrenseffecten verwacht vanwege de afschaffing van rodediesel en zo ja, welke maatregelen er worden getroffen omdeze effecten te beperken. Ook vragen zij of het kabinetverwacht dat deze effecten leiden tot derving vanbelastingopbrengsten. Het afschaffen van de rode diesel zoutot beperkte grenseffecten kunnen leiden.

Indien bepaalde voertuigen in een andere EU-lidstaat nogrode diesel mogen tanken en een dergelijk voertuigvervolgens naar Nederland zou komen, moet dit doorNederland worden geaccepteerd voor zover het gaat ommotorbrandstof die zich bevindt in de normalebrandstoftank. Het tanken van rode diesel is bijvoorbeeld inBelgië voor sommige voertuigen nog toegestaan, maar voorzover bekend moet hiervoor per voertuig wel eenvergunning zijn verleend.

Door de Belastingdienst worden regelmatig controlesingesteld op het gebruik van rode diesel in voertuigen.Indien dit na afschaffing van de rode diesel in Nederlandwordt geconstateerd, zal de chauffeur van het voertuigmoeten aantonen dat de rode diesel recent in een andereEU-lidstaat is getankt. Vanzelfsprekend moet dit zijngebeurd in overeenstemming met de voorwaarden van dielidstaat. Het kabinet verwacht dat de grenseffecten zeerbeperkt zullen zijn en niet zullen leiden tot een derving vanbetekenis van belastingontvangsten.

De leden van de fractie van het CDA vragen het kabinet omeen reactie op de brief van NOVE van 27 juni 2012. NOVEwijst in deze brief, gericht aan de woordvoerders Financiënin de Eerste Kamer, op een aantal negatieve effecten vanhet specifieke onderdeel van het wetsvoorstel waarin derode diesel wordt afgeschaft. NOVE noemt een aantalvoorbeelden van bedrijven die zullen worden getroffen doorhet afschaffen van de rode diesel zoals akkerbouwers,loonbedrijven en grondverzetbedrijven. Ook particulieren,die voor verwarming geen gebruik maken van aardgas maarvan rode diesel, zullen door deze maatregel wordengetroffen. Verder wijst NOVE op mogelijke diefstal metingang van 1 januari 2013 van blanke diesel uitbijvoorbeeld aggregaten op bouwterreinen en op misbruikvan door bedrijven gekochte blanke diesel voorbijvoorbeeld deze aggregaten als motorbrandstof voor niet-bedrijfsvoertuigen.

Het kabinet acht de maatregel in het licht van de huidigefinanciële situatie verantwoord, maar is zich ervan bewustdat sommige bedrijven, voor zover zij de hogerebrandstofkosten niet kunnen doorberekenen in hun prijzen,inderdaad financieel nadeel kunnen ondervinden van hetafschaffen van de rode diesel.

Info 20M nummer 67 blz. 9

Page 10: Info 20M-67 september-oktober

Ook voor sommige particulieren zal dit het geval zijn. De lastenverzwaring als gevolg van het afschaffen van derode diesel wordt vanaf 2014 teruggesluisd vialastenverlichting. Dit wordt vormgegeven bij debegrotingsvoorbereiding 2014. Daarnaast wordt deagrosector nu al een compensatiemogelijkheid gebodenindien er sprake is van milieuvriendelijke investeringenvoor verduurzaming. Hiervoor is in 2013 € 20 miljoenbeschikbaar. Vanaf 2014 is dit € 30 miljoen structureel.

De leden van de fractie van D66 vragen of het kabinet kanaangeven welk bedrag is gemoeid met een eventueleafschaffing van rode diesel voor de scheepvaart en welkestappen er gezet moeten worden, en wellicht al gezet zijn,in de richting van een dergelijke afschaffing. De budgettairederving die is gemoeid met de accijnsvrijstelling voor descheepvaart op communautaire wateren bedraagt in 2013 € 827 miljoen op basis van in Nederland gebunkerdebrandstof. Overigens is de budgettaire derving aanbelastinginkomsten ten gevolge van de vrijstellingcommunautaire wateren niet gelijk aan de opbrengst indiendeze vrijstelling zou worden afgeschaft. De opbrengst hangt nauw samen met de specifiekeafspraken die na de noodzakelijke onderhandelingen met deandere lidstaten hierover in internationaal verband wordengemaakt en kan dus niet op voorhand precies wordenaangegeven. Accijns drukt niet op alle in Nederlandgebunkerde brandstof, maar alleen voor zover de brandstofwordt gebruikt voor vervoer over de binnenwateren. Zoals de leden van de fractie van D66 aangeven is deaccijnsvrijstelling voor rode diesel voor de binnenvaartonder meer gebaseerd op de Akte van Mannheim. Wijziginghiervan vergt de unanieme instemming van de daarbijbetrokken landen, vertegenwoordigd in de CentraleCommissie voor de Rijnvaart. Een voorstel tot afschaffenvan de accijnsvrijstelling voor rode diesel ten behoeve vande scheepvaart is niet aan deze Commissie voorgelegd.Bron: Forum LVBHB (Simon de Waard)

Brief Tweede Kamer gevolgen opheffen rode diesel

Aan de leden van de Tweede Kamer,Onderwerp: gevolgen opheffen rode diesel

Amsterdam, 26 mei 2012

Geachte leden,In het lenteakkoord is overeengekomen om de laagbelastezogenaamde 'rode diesel' op te heffen. Dat heeft ookgevolgen voor een relatief kleine groep gebruikers die uwaarschijnlijk over het hoofd hebt gezien.Nu mogen zogenaamde "varende monumenten" enwoonschepen deze voordeligere brandstof gebruiken. Er isdaarvoor een aparte belastingregelgeving in het levengeroepen om de gevolgen van andere wet- en regelgevingop te vangen. Woonschepen mogen rode diesel gebruikenom te verwarmen en naar de werf te varen. Varendemonumenten mogen het voor verwarming en voor varen,naar welke plek dan ook, gebruiken. Voor verwarming gaathet al gauw om enkele duizenden liters per jaar. Het verschil tussen rode en witte diesel is nu ongeveer 40 eurocent.

U begrijpt dat de woonlasten door het opheffen van decategorie rode diesel enorm stijgen. Dat komt nog bovenopandere lastenverzwarende maatregelen die u voor alleNederlanders voorbereidt.Hetzelfde geldt voor varende monumenten. De Nederlandsewet en regelgeving erkent geen roerend erfgoed inmonumentenregelingen zoals op de wal. Mogen varen metrode diesel is de enige concrete maatregel en financiëlebijdrage aan ons maritiem erfgoed. Varende monumentenleveren hun bijdrage veelal bij maritieme evenementen,denk aan Sail Amsterdam en Delfzijl maar ook mindergrote bijeenkomsten door het hele land. Presentatie van heterfgoed betekent lange afstanden varen en veel verbruikvan diesel.

We willen graag dat u bij verdere maatregelenbovenstaande betrekt en de woon- en vaarlasten niet extraverhoogt.

Met vriendelijke groet, namens

De Landelijke Vereniging tot Behoud van het HistorischBedrijfsvaartuig De Landelijke Woonboten Organisatie,Voor deze,Frank Bos voorzitter LWO

Bron: LWO (Frank Bos)

Assurantiebelasting verhoogd naar 21%?

Als een verzekeraar en een verzekeringnemer eenverzekering afsluiten, dan moet er assurantiebelastingworden betaald over de verzekeringspremie. Brengt deverzekeraar of de bemiddelaar de vergoeding voor dediensten die samenhangen met de verzekering apart inrekening? Dan moet ook daarover assurantiebelastingworden betaald.

Wat is een verzekering?Een verzekering is een overeenkomst tussen 2 partijen: eenverzekeringnemer en een verzekeraar. De verzekeringnemerbetaalt premie aan de verzekeraar. De verzekeraar isverplicht om als tegenprestatie in bepaalde situatiesuitkeringen uit te betalen aan de verzekeringnemer. De verzekeraar en de verzekeringnemer leggen in hunovereenkomst vast welke situaties dat zijn.Op het moment dat de verzekeraar en de verzekeringnemerde overeenkomst afsluiten, weten zij niet of de verzekeraarooit een uitkering zal uitbetalen en hoe groot een eventueleuitkering zal zijn. Ook weten ze niet hoe lang deverzekeringnemer premie zal betalen.

Wanneer ligt het risico in Nederland?Het risico van een verzekering ligt in Nederland als deverzekeringnemer in Nederland woont. Is deverzekeringnemer een rechtspersoon, dan ligt het risico vande verzekering in Nederland als de vestiging van derechtspersoon waarvoor de verzekering geldt zich inNederland bevindt.

Info 20M nummer 67 blz. 10

Page 11: Info 20M-67 september-oktober

Vrijstelling van assurantiebelastingVoor de volgende verzekeringen hoeft geenassurantiebelasting te worden betaald:* levensverzekeringen * ongevallen-, invaliditeits-, enarbeidsongeschiktheidsverzekeringen * ziekte- en ziektekostenverzekeringen * werkloosheidsverzekeringen * verzekeringen van zeeschepen (behalve pleziervaartuigen)en luchtvaartuigen die bedoeld zijn als openbaarvervoermiddel in het internationale verkeer (dusbijvoorbeeld geen privévliegtuig) * transportverzekeringen * herverzekeringen * exportkredietverzekeringen

Wie moet assurantiebelasting betalen?

De volgende personen of instellingen moetenassurantiebelasting betalen:* een aangewezen bemiddelaar(http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/overige_belastingen/assurantiebelasting/wie_moet_assurantiebelasting_betalen/aangewezen_bemiddelaars)* een in Nederland gevestigde verzekeraar of zijngevolmachtigde agent * een bemiddelaar, als deze een vergoeding ontvangt vaneen ander dan een verzekeraar die in Nederland is gevestigd een wettelijk vertegenwoordiger in Nederland van eenverzekeraar in het buitenland * een bemiddelaar die bemiddelt tussen een verzekeraar inhet buitenland en een verzekeringnemer * een fiscaal vertegenwoordiger in Nederland van eenverzekeraar in een EU-land(http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/overige_belastingen/assurantiebelasting/wie_moet_assurantiebelasting_betalen/fiscaal_vertegenwoordiger_voor_de_assurantiebelasting/)* een verzekeraar in een EU-land die geen fiscaalvertegenwoordiger heeft * een fiscaal vertegenwoordiger van een verzekeraar dieniet in een EU-land woont of is gevestigd * een verzekeringnemer, als er geen anderebelastingplichtige voor de assurantiebelasting is

TariefHet tarief van de assurantiebelasting is 9,7% van deverzekeringspremie en de vergoeding voor diensten diesamenhangen met de verzekering.Vanaf 1 maart 2011 is het tarief van de assurantiebelasting9,7% van de verzekeringspremie en de eventueleafzonderlijke vergoeding voor diensten die samenhangenmet de verzekering.(http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/overige_belastingen/assurantiebelasting/wat_is_een_verzekering/wat_is_een_verzekering) Van 1 maart 2008 tot 1 maart 2011 was het tarief 7,5%.Van 1 maart 1983 tot 1 maart 2008 was het tarief 7%.

Wanneer en hoe betaalt u assurantiebelasting?Assurantiebelasting betaalt u op de dag waarop deverzekeringnemer uiterlijk de premie moet betalen. Als u assurantiebelasting moet betalen, moet u dat doen opde dag waarop de verzekeringnemer uiterlijk de premievoor zijn verzekering moet betalen.

Voor de assurantiebelasting moet u aangifte doen. U moetde assurantiebelasting betalen binnen een maand na heteinde van het tijdvak waarin u aangifte doet. Het aangiftetijdvak kan een maand, een kwartaal of een jaarzijn.

Vragen?Neem voor meer informatie contact op het deBelastingTelefoon of kijk op www.overheid.nl.Bron: Belastingdienst

Deelakkoord Begroting 2013

De informateurs Kamp en Bos sturen op verzoek van defractievoorzitters van VVD en PvdA een overzicht van dewijzigingsvoorstellen van de begroting 2013 aan devoorzitter van de Tweede Kamer.

Voor de details ziehttp://www.kabinetsformatie2012.nl/actueel/documenten/deelakkoord-begroting-2013.htmlBron: kabinetsformatie 2012

NB. In dit voorstel wordt de assurantiebelasting verhoogdvan 9,7% naar 21%. Dit gaat dus ook gelden voor uw verzekering!

Dus afgezien van alle kabinetsplannen voor het afschaffenvan de rode diesel en de plannen tot het invoeren van devaarbelasting (waarvan ik verwacht dat deze voor 30-stekeer niet door zullen gaan) zal dit plan een grote aanslag opuw portemonnee geven... (JB)

Rijkswaterstaat installeert eerste base station voorInland-AIS

Op weg naar een landelijk dekkend AIS-monitoringsysteemvoor de scheepvaart

Rijkswaterstaat heeft bij sluis Engelen in de Henriëttewaardhet eerste base station voor Inland-AIS (AutomaticIdentification System) geïnstalleerd. Het base stationontvangt gegevens die door schepen met een AIS-transponder worden uitgezonden. Dit base station is deeerste mijlpaal op weg naar een landelijk dekkend netwerkvoor AIS.

Rijkswaterstaat krijgt hiermee een beter overzicht van hetverkeer op de vaarwegen en gebruikt de gegevens voor eenvlotte en veilige afwikkeling van het scheepvaartverkeer. Met de gegevens die door deze AIS-walinfrastructuurbeschikbaar komen (scheepsnaam en positiegegevens) kanRijkswaterstaat op termijn verkeersprognoses afgeven voorbijvoorbeeld sluisplanningen. Daarmee kan Rijkswaterstaatde dienstverlening aan de scheepvaart verbeteren.

Info 20M nummer 67 blz. 11

Page 12: Info 20M-67 september-oktober

Ook hoeven schepen zich op termijn nog maar een keer aante melden bij de verkeersposten van Rijkswaterstaat enandere overheden als deze automatisch over de AIS-gegevens beschikken.

Vervolg werkzaamhedenIn totaal plaatst Rijkswaterstaat circa veertig base stationsover heel Nederland, waarmee een landelijk dekkend AISmonitoringssysteem wordt gerealiseerd. De aannemersSaab-Tein V.O.F. en VolkerWessels Telecom NetwerkSolutions voeren de werkzaamheden uit.

Zij voeren het werk uit in drie fasen: als eerste wordt hettraject Rotterdam-Duitsland voorzien van base stations,vervolgens het traject Amsterdam-Rotterdam-Antwerpen entot slot het overige deel van Nederland. Eind 2013 wordthet werk afgerond.

Gegevens van andere vaarwegbeheerdersOm voor verkeersmanagementtaken tot een actueellandelijk beeld van het scheepvaartverkeer te komen, heeftRijkswaterstaat in november 2011 een overeenkomstgetekend met andere vaarwegbeheerders.

Met Havenbedrijf Rotterdam, de Schelde Radar Keten ende Kustwacht is afgesproken dat zij gegevens uit AIS overde scheepsnaam en positie van schepen in hunbeheergebied delen met Rijkswaterstaat waardoorRijkswaterstaat een landelijk beeld krijgt van alle schepenmet AIS-transponders.

Rijkswaterstaat wil hiermee de veiligheid en dedoorstroming van het verkeer op de vaarwegen verbeteren.Met een betrouwbare reistijd kan de binnenvaart beteraansluiten op de wensen in de logistieke keten.Bron: nieuwsbericht Rijkswaterstaat

Schat aan historische gegevens voor iedereenbeschikbaar

Gegevens Sontvaart 18de eeuw nu online De gegevens uit de Deense Sonttolregisters over de 18deeeuw zijn vanaf 16 mei online voor iedereen beschikbaar.

Zij staan in de database 'Sonttolregisters online' op dewebsite www.soundtoll.nl. Op 16 mei gaven onderzoekersvan de Rijksuniversiteit Groningen en Tresoar eendemonstratie van de nieuwe gebruiksmogelijkheden die desite biedt aan professionele onderzoekers en amateurs. De registers bieden een schat aan informatie overscheepvaart en economie in eerdere eeuwen.

De Sonttolregisters - meer dan 700 dikke, handgeschreven,in leer gebonden delen - worden bewaard door hetRijksarchief in Kopenhagen. Doordat zij een enormehoeveelheid gedetailleerde gegevens bevatten, vormen zijeen moeilijk systematisch te raadplegen bron. Dankzij Sonttolregisters online worden zij voor iedereengemakkelijk toegankelijk en kunnen zij eindelijk in hunvolle omvang worden gebruikt voor wetenschappelijkonderzoek.

Gegevens achttiende eeuw onlineHet project 'Sonttolregisters online' zorgt voor eenelektronische databank met de gegevens uit deSonttolregisters. Iedereen kan deze databank raadplegen opwww.soundtoll.nl. Het project is begonnen in 2009. De gegevens over de achttiende eeuw staan nu online. Ze zijn toegankelijk via een nieuwe gebruikersinterface diehet niet alleen mogelijk maakt in de database te zoeken ente selecteren, maar ook statistische analyses uit te voeren.In de komende jaren zullen de gegevens van de completeSonttolregisters online beschikbaar komen.

SonttolregistersDe Sonttolregisters behoren tot de bekendste enbelangrijkste bronnen voor de economische en maritiemegeschiedenis van Nederland en de rest van Europa. Zevormen de administratieve neerslag van de tol die dekoning van Denemarken tot 1857 hief over de scheepvaartdoor de Sont, de zeestraat tussen Zweden en Denemarkendie de Noordzee en Oostzee met elkaar verbindt. Deregisters zijn (met enige hiaten) bewaard gebleven voor deperiode 1497 - 1857 en bevatten gegevens over 1,8 miljoendoorvaarten. Van elke doorvaart noteerden de ambtenarenvan de Tolkamer in Helsingor onder meer de naam van deschipper, zijn woonplaats, de haven van vertrek, desamenstelling van de lading en vanaf de jaren 1660 ook debestemming van het schip. Onder de schippers die door deSont voeren, waren veel Nederlanders.

Projectgegevens'Sonttolregisters online' is een project van deRijksuniversiteit Groningen en Tresoar, het Fries Historischen Letterkundig Centrum te Leeuwarden, in samenwerkingmet het Rijksarchief te Kopenhagen. De leiding van hetproject is in handen van Jan Willem Veluwenkamp(Rijksuniversiteit Groningen) en Siem van der Woude(Tresoar). De gegevens worden in de databank ingevoerddoor medewerkers van Breed, de sociale werkvoorzieningvan Nijmegen en omgeving.

Voor meer informatie- Jan Willem Veluwenkamp, Afdeling Geschiedenis,Rijksuniversiteit Groningen, tel. 050 363 9345,[email protected] Siem van der Woude, Tresoar, het Fries Historisch enLetterkundig Centrum te Leeuwarden, tel. 058 78 90 755,[email protected]: persbericht Universiteit van Groningen.

De Wrakkenwijzer online

Archeologische activiteiten boven en onder water vrageneen gedegen voorbereiding. Bijvoorbeeld doorarchiefonderzoek naar scheepswrakken.

Onlangs werd de Wrakkenwijzer gepresenteerd en onlinegezet. De Wrakkenwijzer is een hulpmiddel bij het doenvan archiefonderzoek naar scheepswrakken van VOC, WICen de Admiraliteit in de collectie van het Nationaal Archief.In deze archieven zijn gegevens opgeslagen over onderandere de uitreding van schepen, over de lading en debemanning.

Info 20M nummer 67 blz. 12

Page 13: Info 20M-67 september-oktober

De onderzoeksgids komt voort uit het ProgrammaGemeenschappelijk Cultureel Erfgoed, waarin NationaalArchief en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoeddeelnemen.

Binnen het internationaal cultuurbeleid van de overheid isgemeenschappelijk cultureel erfgoed een van deprioriteiten. Dit gemeenschappelijk erfgoed bestaat uitoverblijfselen van een verleden dat Nederlanders metanderen hebben gedeeld, zoals bouwwerken, archieven,scheepswrakken, museale objecten en immaterieel erfgoed.Te downloaden viahttp://www.cultureelerfgoed.nl/actueel/nieuws/wrakkenwijzer-onlineBron: nieuwsbericht Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Presentatie maritieme publicatie Rede van Texel

Op vrijdag 5 oktober presenteert de Rijksdienst voor hetCultureel Erfgoed in Kaap Skil, museum van jutters enzeelui, op Texel de publicatie Onderwaterarcheologie op deRede van Texel.

Dit archeologisch rapport behandelt de locatie ten oostenvan het Waddeneiland Texel genaamd Burgzand waar 300 jaar lang (tussen 1500-1800) schepen voor anker zijngegaan. Auteur en senior onderzoeker scheepsarcheologieArent Vos onderzocht gedurende een periode van zeven jaartwaalf scheepswrakken in dit gebied.De Rede van Texel is een belangrijke publicatie op hetvakgebied van de scheeps- en onderwaterarcheologie. Dit rapport levert veel informatie op ten behoeve van debescherming van ons maritieme erfgoed. Vos: 'Het laat zienhoe enorm groot en interessant het onderzoekspotentieel isen tegelijkertijd hoe ernstig het bedreigd wordt'.De presentatie vindt niet zonder reden plaats in Kaap Skil.Jarenlang al is er een band tussen dit museum en de auteur,waar hij al vanaf 1985 komt. Tussen 1987 en 1989bivakkeerde hij met het toenmaligeduikteam van de Rijksdienst regelmatigop het museumterrein.

Het boek Onderwaterarcheologie op deRede van Texel is te koop in hetmuseum en via www.spa-uitgevers.nlvoor de prijs van €39,95.Bron: persbericht Rijksdienst voorCultureel Erfgoed

Scheepswrak eerste rijksmonument van Lelystad

Een scheepswrak in de buurt van Lelystad is binnenkortrijksbeschermd. Daarmee is dit het eerste rijksmonumentvan Lelystad.Het houten wrak is van grote waarde, zowel wat betreftzeldzaamheid als gaafheid, terwijl ook de conservering vanhet scheepshout goed is.Het ligt 5 km ten noorden van Lelystad, ongeveer terhoogte van de Flevocentrale. Het is gevonden bij de aanlegvan de vaargeul van Amsterdam naar Lemmer. Om hetwrak te sparen is het afgedekt en de vaargeul verlegd.Onder water blijft het scheepshout goed bewaard.

Laatmiddeleeuws vaartuig

Direct nadat het in 1999 werd gevonden, zijn delen van hetschip geborgen en onderzocht. Details enbevestigingsmiddelen maken duidelijk dat het gaat om eenlaatmiddeleeuws vaartuig. De huidplanken zijn overnaadsaan elkaar bevestigd. Ze overlappen elkaar dakpansgewijs.De naden tussen de huidplanken zijn opgevuld met mos omde scheepshuid waterdicht te maken. Onderzoek aan dehand van de jaarringen in het hout wees uit dat het schip inof rond het jaar 1460 is gebouwd. Behalve aardewerk-scherven en botmateriaal werden ook dobbelstenen bij hetwrak gevonden.

Scheepskerkhof

De voormalige Zuiderzee was een druk verkeersplein, waarin de loop van eeuwen veel schepen zijn vergaan. Dit schip is een van de honderden scheepswrakken die inde Flevopolders zijn gevonden. Flevoland is het grootstescheepskerkhof ter wereld. Als zo'n schip vergaat eneeuwen later wordt teruggevonden, vormen het wrak en deinventarisstukken die er bij worden aangetroffen, samen eentijdscapsule die veel kan vertellen over het leven aan boord.In het Nationaal Depot voor Scheepsarcheologie van deRijksdienst voor het Cultureel Erfgoed wordentienduizenden geconserveerde en gerestaureerdescheepsvondsten en zelfs complete wrakken bewaard.Bron: nieuwsbericht Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Waardestellend rapport over Zweeds scheepswrakSophia Albertina

Info 20M nummer 67 blz. 13

Page 14: Info 20M-67 september-oktober

De zeebodem bevat wereldwijd een schat aan informatieover ons verleden. De resten van oude beschavingen enscheepswrakken liggen verborgen in zee. Het verdwenenpaleis voor de kust van Alexandrië is legendarisch, net alsde eveneens door een vloedgolf bij een zeebeving in devierde eeuw verzwolgen vuurtoren Pharos, een van dezeven wereldwonderen. Volgens de UNESCO liggen ermeer dan drie miljoen scheepswrakken op de bodem van dezeeën en oceanen, waarvan vele onontdekt. Erfgoed datonder water op de zeebodem ligt, is vaak goedgeconserveerd, hoewel bijvoorbeeld erosie de erfgoedrestenverregaand kan aantasten.De meeste plaatsen zijn lange tijd moeilijk of nietbereikbaar geweest, maar nieuwe duiktechnieken hebben dezeebodem toegankelijk gemaakt.

Pas sinds kort is nationaal en internationaal het besefdoorgebroken dat dit - vaak goed bewaarde - erfgoed op dezeebodem een enorme potentie heeft , maar wel goedbeheer vergt. De wens beter om te gaan met het erfgoedonder water heeft zich internationaal onder andere vertaaldin de UNESCO Convention for the Protection ofUnderwater Cultural Heritage uit 2001. Vooral deaanwezigheid van archeologische vondsten onder waterheeft een enorme aantrekkingskracht voor veel mensendoor het mysterieuze karakter van (schat)zoeken onderwater. De aantrekkingskracht zit hem in de goed bewaardevondsten, de herkenbaarheid en vooral ook deomstandigheden onder water.

Voor velen is de onderwaterwereld nog altijd eenonbekende wereld, ook wel the last frontier genoemd. Als eens in de zoveel tijd iets uit het onbekende naar bovenkomt, is dat sensationeel. De voor Nederland zo belangrijkemaritieme geschiedenis speelt zich voor een groot deel afop internationaal terrein. Schepen voeren met lading vanland naar land, oorlogen werden op zee uitgevochten.Nederlandse scheepswrakken worden nog jaarlijks inandere landen binnen en buiten Europa aangetroff en. In 2007 en 2009 werden twee complete Nederlands schepenaangetroff en op de bodem van de Oostzee. En in Finsewateren ligt de Vrouwe Maria, een Nederlands schip datonderweg was naar Rusland om daar een kunstcollectie afte leveren die de Russische tsarina Catharina II inNederland had aangeschaft . Voor het beheer van diterfgoed zijn we dus afhankelijk van andere naties, net zoalszij afhankelijk zijn van ons voor de bescherming van hunerfgoed in Nederlands territoriaal gebied.

In de Nederlandse wateren liggen schepen uit Zweden,Engeland, Duitsland, Denemarken en Frankrijk. Die objecten zijn evenzeer onderdeel van het erfgoed vanNederland als van dat van het land van herkomst. Steeds vaker wordt dit gemeenschappelijk erfgoed inoverleg met de betrokken landen beheerd en ontsloten.

Dit rapport gaat over het Zweedse schip Sophia Albertina,dat in 1781 verging in Nederlandse wateren. De Rijksdienstvoor het Cultureel Erfgoed beschikt over duikers die opgezette tijden onder water archeologisch onderzoekuitvoeren.

Het duikteam van de Rijksdienst heeft dit wrak in 2004onderzocht. Onderzoeker en toenmalig lid van het duikteamAlice Overmeer toont met het schrijven van dit rapport aandat dit scheepswrak daadwerkelijk het Zweedse schip deSophia Albertina is. Dat maakt dit scheepswrak tot een vande weinige scheepswrakken in Nederlandse wateren die nuofficieel geïdentificeerd zijn. Dit is van groot belang en kandienen als uitgangspunt voor nader archief- en historischonderzoek in Nederland en Zweden.

A.B.M. Overmeer. Een Zweeds oorlogsschip inNederlandse wateren: een waardestellend onderzoek opscheepswrak Sophia Albertina. Rapportage ArcheologischeMonumentenzorg 201, Amersfoort, 2012. (pdf 7,8 MB)Te downloaden viahttp://www.cultureelerfgoed.nl/sites/default/files/u6/RAM201_Sophia_Albertina.pdfBron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Oude meetbrieven

Auteurs: Jan Meppelink en George SnijderDit artikel is eerder gepubliceerd in de Bokkepoot.

Het Certificaat van Onderzoek aanvragen? Een reis naarFrankrijk plannen? Waar is de meetbrief van mijn schip?Door de ontsluiting van de liggers is het makkelijkergeworden om de meetgeschiedenis van een schip teontrafelen en zijn meetbrieven in de belangstelling gekomen.

Info 20M nummer 67 blz. 14

Page 15: Info 20M-67 september-oktober

Tegelijkertijd doen er verhalen de ronde over het al of nietmoeten hebben van een meetbrief bijvoorbeeld voor eenCvO.

Onze oude binnenvaartuigen zijn natuurlijk gemeten ensoms zit er nog zo'n oude meetbrief bij de papieren. De vraag rijst dan: 'is die meetbrief nog geldig?' of als demeetbrief er niet meer is: 'hoe kom ik aan een kopie of eennieuwe meetbrief?'. Hieronder de relevante feiten.

Wat vooraf gingVoor degenen die niet op de hoogte zijn met het begrip'liggers' een korte toelichting. Sinds 1899 heeft deScheepsmetingsdienst alle binnenvaartuigen gemeten. Die gegevens staan in de meetbrief en dat heeft tot doel demaximale belading van het schip vast te leggen, de ijk. Die gegevens schreven de scheepsmeters bij deverschillende kantoren van de Scheepsmetingsdienst ook opin zogenaamde liggers. Daarin staat dus waardevolleinformatie om de geschiedenis van een oud binnenvaartuigte achterhalen. In de afgelopen 2 jaar zijn de liggers metmetingen van 1899 tot ongeveer 1943 door een groepvrijwilligers overgetikt in spreadsheets. Deze spreadsheetszijn te vinden op de website van de Landelijke Verenigingtot Behoud van het Historische Bedrijfsvaartuig(www.lvbhb.nl onder geschiedenis/Bronnenverzamelingen).Binnen afzienbare tijd staan die gegevens in een database,wat het zoeken nog makkelijker maakt.

Nodig?Even voor de helderheid: formeel hoeven pleziervaartuigen,ook langer dan twintig meter, geen meetbrief te hebben,ook niet voor het Certificaat van Onderzoek (CvO). Neemtniet weg, dat de ervaring leert dat er naar gevraagd wordt inhet buitenland, meer als eigendomsbewijs dan voor deafmeting. Om het eigendom aan te tonen zijn anderedocumenten beschikbaar bijvoorbeeld te verkrijgen bij deANWB of bij het Kadaster.Het uitvoeren van een scheepsmeting is beschreven inBokkepoot 204. Het resultaat van een meting is eenmeetbrief. Vroeger was dat een voorgedrukt, met de handingevuld boekje, tegenwoordig is dat een computeruitdraaiop A4-tjes.

Alle beroepsvaartuigen die verplicht geregistreerd zijn inhet kadaster moeten voorzien zijn van een geldigemeetbrief. Registratie in het kadaster is verplicht voorvrachtschepen met een laadvermogen groter dan 20 ton ofeen waterverplaatsing van meer dan 10 kubieke meter(Burgerlijk Wetboek artikel 785). Inschrijving bij hetKadaster is nuttig om het eigendom vast te leggen.

Oude metingenAlle metingen die vóór augustus 1979 zijn uitgevoerd zijnverlopen en kunnen niet meer worden verlengd. Dat zijn debekende zwarte of grijze meetboekjes, waar geeneinddatum in staat. Bewaar dat boekje als curiositeit enmogelijk wordt die meetbrief toch geaccepteerd in hetbuitenland. Ben je die meetbrief kwijt, dan is dat jammer.Omdat die metingen verlopen zijn geeft deScheepsmetingdienst hier geen afschrift of kopie van. (De Scheepsmetingdienst is trouwens per 1 januari 2012van naam veranderd en heet nu de Inspectie Leefomgevingen Transport ILT/Scheepvaart. In dit artikel gebruiken wede oude naam nog.)

AN, GN of RNVanaf augustus 1979 is de notatie van de meting veranderden wordt het meetnummer voorafgegaan door AN, GN ofRN (respectievelijk district Amsterdam, Groningen ofRotterdam). Deze metingen zijn vijftien jaar geldig. In dezemeetbrieven (van augustus 1979 tot 31 december 1988)staat bij rubriek 63 (meestal op pagina 9) degeldigheidsdatum vermeld. Omdat de geldigheid vijftienjaar is zijn deze meetbrieven inmiddels allemaal verlopen(1988+15=2003). Achterin, bij rubriek 80 op pagina 13 kunje zien of (en tot wanneer) de meetbrief verlengd is. (Het paginanummer is afhankelijk van de druk van demeetbrief.)Regel II meetbrieven (meetbrieven van geen goederenvervoerende schepen) worden met 15 jaar verlengd, dus deoudste zijn weer aan verlenging toe (1979+15+15=2009).

Goed berichtHeb je zo'n verlopen meetbrief (waarvan de meting tussen1979 en 1989 is uitgevoerd), dan kan deze toch nogverlengd worden! Dat gebeurt in stappen van elk 15 jaar.Voor elke verlenging moet je betalen (voor een meetbriefuit 1979 dus drie keer, want 1979+15+15+15 is weergeldig).

Info 20M nummer 67 blz. 15

Page 16: Info 20M-67 september-oktober

Gelukkig hoef je maar één keer de kosten te betalen voorde controle of er niets veranderd is aan het schip dat demeting beïnvloedt.

HNMet ingang van januari 1989 wordt het meetnummervoorafgegaan door HN en niet meer door AN, GN of RN.De Scheepsmetingdienst ging toen naar Rijswijk (de R wasal bezet door Rotterdam en Rijswijk ligt tenslotte tegen DenHaag aan, dat van oudsher een H voerde). Na HN3800 is dedienst in Rotterdam gevestigd, maar de HN bleef. De HN-meetbrieven kunnen gewoon met telkens 15 jaar verlengdworden. Inmiddels is de Scheepsmetingdienst ongeveer bijHN6200 met het verlengen.

PechVan vrijwel alle (na 1979) gemeten schepen is de meetstaatnog in het archief van de Scheepsmetingdienst aanwezig.Op basis van die meetstaat maakt de dienst een afschrift.De meetstaten van schepen die vóór augustus 1979 zijngemeten (maar niet hermeten zijn na die datum) zijn ooknog aanwezig. Daar zou dus nog een afschrift van demeetbrief van gemaakt kúnnen worden. Pech, dat doet deScheepsmetingdienst dus niet. In dat geval geldt: verlopenis verlopen en verlopen meetbrieven zijn vervallen en horenvernietigd te worden. De dienst bewaart ook geenmeetbrieven, want dat zijn eenmalige documenten, dus eenafschrift is geen kopie van de originele meetbrief, maar eennieuwe meetbrief op basis van de meetstaat.

Toch een meetbriefVoor € 145,- verzorgt de Scheepsmetingdienst een afschriftvan een geldige (!) meetbrief. Als de meetbrief ook nogverlengd moet worden kost dat € 381,- extra. Er komt daneen inspecteur aan boord om te controleren of er nietsveranderd is. Dit zijn eenheidstarieven onafhankelijk van degrootte van het schip. Ophttp://www.ilent.nl/onderwerpen/transport/binnenvaart/Aanvraag_certificaten_schepen/ is het aanvraagformulier voorafschrift of verlenging te downloaden.

Nieuwe metingWil je toch een meetbrief voor je pleziervaartuig? Dat kan,maar dan moet het schip gemeten worden en dat kost €861,- (in België is het trouwens goedkoper). Aanvragen methet aanvraagformulier van de website www.ilent.nl.Heb je een buitenlandse meetbrief? Geen nood, ook diekunnen (mits nog geldig) in Nederland verlengd worden.Vraag inlichtingen bij ILT/Scheepvaart in Rotterdam (tel.088 489 00 00).

SamenvattingIs de laatste meting van je schip vóór 1979 uitgevoerd danis die meetbrief niet meer geldig en kun je ook geenafschrift van deze meetbrief meer krijgen.Heeft de meting van je schip een AN, GN of RN nummer(gemeten tussen 1979 en 1989) of een HN nummer (vanaf1989), dan kun je een afschrift van je meetbrief aanvragenen/of de meetbrief laten verlengen (aanvraagformulier opde website www.ilent.nl).Op verzoek meet de Scheepsmetingdienst (tegenwoordigILT/Scheepvaart) je schip. Echter, een meetbrief is alleenverplicht voor beroepsvaartuigen die geregistreerd moetenzijn bij het Kadaster, dus niet voor pleziervaartuigen, ookniet voor het CvO van pleziervaartuigen.Het is nuttig om je schip bij het Kadaster te registreren omzo een eigendomsbewijs te hebben.

Gasexplosie woonboot Amsterdam

Op 28 juni 2012 werd Amsterdam opgeschrikt door eenflinke gasexplosie op een woonboot in Amsterdam. Hierbijraakte diverse mensen gewond. Van de woonboot zelf wasweinig meer over. Wilt u zelf zien wat een dergelijkeexplosie doet?

Zie voor foto's en films:http://www.rtvnh.nl/nieuws/82571/Vijf+gewonden+na+explosie+op+woonboot+in+Amsterdamhttp://www.rtvnh.nl/nieuws/82627/Bewoners+rond+ontplofte+woonboot+mogen+naar+huishttp://www.rtvnh.nl/nieuws/83621/Voorbereidingsactie+voor+berging+ontplofte+woonboot+http://www.youtube.com/watch?v=cjG_H6coBFo&feature=related (door toevallig passerende fietser)Bron: nieuwsberichten RTVNH

Groeiende groep oldtimers veroorzaakt steeds meerschadelijke emissies

Auto's ouder dan 25 jaar (oldtimers) vormen in een aantalgrote steden nu nog ongeveer 1% van het licht wegverkeer.Zij zijn echter wel verantwoordelijk voor ongeveer 10%van de uitstoot aan PM10-fijn stof en 20% van de NOx. De uitstoot van fijnstof (PM10) uit de uitlaat vandieselvoertuigen van die leeftijd, goed voor de helft van deimport van oldtimers, is 80 keer hoger dan van eenmoderne dieselauto.Hetzelfde geldt voor oldtimers op benzine en LPG. De uitstoot van NOx van deze voertuigen is 40-100 keerhoger dan van een moderne benzineauto. De import van éénoude auto van voor 1988 doet zo het effect van vele nieuweschone auto's teniet. Dat blijkt uit het onderzoek

Info 20M nummer 67 blz. 16

Page 17: Info 20M-67 september-oktober

"Milieueffecten van oldtimers" dat het Planbureau voor deLeefomgeving (PBL) en TNO in opdracht van hetministerie van Infrastructuur en Milieu hebben uitgevoerden dat vandaag is gepubliceerd.Staatssecretaris Atsma constateert dat het rapport devermoedens bevestigt. "Jonge oldtimers, net ouder dan 25jaar, zijn de afgelopen jaren in flinke aantallengeïmporteerd en worden steeds vaker ingezet voor dagelijksgebruik. Omdat deze auto's sterk vervuilend zijn, zijn ze inhoge mate verantwoordelijk voor de luchtvervuiling in metname grote steden." Atsma wil samen met zijn collega-staatssecretaris Weekers (Financiën) serieus kijken naar deaanbevelingen in het rapport. "Enerzijds stimuleren weautomobilisten succesvol om te investeren in nieuwe,schone auto's, maar tegelijkertijd houden we eenimportstroom van vieze, oude auto's in stand, waarmee dewinst van schone lucht voor een groot deel weer ongedaanwordt gemaakt."Bron: Nieuwsbericht Rijksoverheid

Milieueffecten van oldtimersHet aantal personenauto's van 25 jaar en ouder en hetgebruik van deze relatief vervuilende auto's nemen toe.Vooral de recent geïmporteerde 'oldtimers' rijden relatiefveel kilometers. Dat duidt er op dat ze steeds vaker nietalleen voor recreatief, maar ook voor dagelijks vervoerworden gebruikt. Dit blijkt uit een onderzoek dat hetPlanbureau voor de Leefomgeving (PBL) samen met TNOheeft uitgevoerd op verzoek van het ministerie vanInfrastructuur en Milieu (IenM).Het verzoek van het ministerie volgde uit een toezeggingaan de Tweede Kamer dat de staatssecretaris van IenM eenbrief zal sturen over niet-fiscale mogelijkheden om deimport van oldtimers te weren. Meer specifiek heeft hetministerie verzocht de uitstoot van oldtimers teonderzoeken, alsook de bijdrage die milieuzones vooroldtimers kunnen leveren voor het behalen van de Europeseluchtkwaliteitsnormen. Ook heeft het ministerie het PBLgevraagd een inschatting te maken van het effect op deluchtkwaliteit van de huidige vrijstelling van demotorrijtuigenbelasting voor oldtimers. Deze notitie betrefteen quickscan, waarbij geen integraal beeld wordt geschetstvan de effecten van een milieuzone voor oldtimers. Hetrapport gaat evenmin in op andere maatregelen die deuitstoot van oldtimers zouden kunnen verminderen.Uit deze studie blijkt dat een milieuzone voor oldtimers,waarbij deze auto's uit de Nederlandse steden wordengeweerd, de uitstoot van schadelijke stoffen kanverminderen en zo stikstofdioxideknelpunten kanwegnemen.

UitstootIn 2011 bedroeg de uitstoot van oldtimers bijna 3 kilotonstikstofoxiden (NOx) en 0,2 kiloton fijn stof (PM10). Dat isrespectievelijk 10 en 5 procent van de totale emissies vanpersonenauto's in datzelfde jaar, terwijl het aantalkilometers dat oldtimers aflegden slechts ongeveer 1,5procent uitmaakte van het totale aantal kilometers geredendoor personenauto's. Van de totale uitstoot vanstikstofoxiden en fijn stof van de sector verkeer en vervoerzijn oldtimers verantwoordelijk voor respectievelijk circa 2en 6 procent. In 2015 is de uitstoot van oldtimers weliswaar

nog steeds 3 kiloton stikstofoxiden en 0,2 kiloton fijn stof,maar is het aandeel van de oldtimers groter: op het totaalvan de uitstoot door personenauto's zijn de oldtimeremissiesdan 15 procent stikstofoxiden en 5 procent fijn stof. Hetaandeel in de emissie van stikstofoxiden stijgt, omdat derest van het personenautopark schoner wordt als gevolg vande Europese emissienormering.

MilieuzoneDe uitstoot kan in 2015 lager uitvallen als er landelijk eenmilieuzone wordt ingesteld waarmee alle oldtimers uit debebouwde kom worden geweerd. De stikstofoxidenuitstootkan dan met maximaal 2 tot 2,5 kiloton wordenteruggedrongen, en de fijnstofuitstoot met maximaal 0,1kiloton. Het zou dan moeten gaan om milieuzones diesubstantieel groter zijn dan de huidige milieuzones voorvrachtauto's. Landelijk zou het aantal binnenstedelijkeluchtknelpunten voor de fractie stikstofdioxide (NO2)hierdoor met circa 5 procent kunnen afnemen. Door deafname van de fijnstofuitstoot heeft een milieuzone ookpositieve effecten op de gezondheid, omdat fijn stof veelschadelijker is voor de gezondheid dan stikstofdioxide.

Lokale effectenBovengenoemde landelijke getallen en percentages kunnenin de praktijk echter niet worden bereikt, omdat eenmilieuzone niet overal kan worden ingevoerd. Eenmilieuzone kan lokaal echter wel degelijk effectief zijn omstikstofdioxideknelpunten weg te nemen en de blootstellingaan schadelijke stoffen te verminderen. Om deze lokaleeffecten van een milieuzone op de knelpunten engezondheid op een verantwoorde manier te kunnen bepalen,is aanvullend onderzoek nodig. Daarbij moeten de omvangen handhaving van de milieuzone gedetailleerd wordenuitgewerkt en moeten op lokaal niveau, bij voorkeur insamenwerking met gemeenten, de gevolgen voor deparksamenstelling en verkeersstromen worden ingeschat. Download het volledige rapporthttp://www.pbl.nl/publicaties/2012/milieueffecten-van-oldtimers.Bron: Planbureau voor de Leefomgeving

Info 20M nummer 67 blz. 17