Indruk vo zomer 2011
-
Upload
stichting-kennisnet -
Category
Documents
-
view
227 -
download
3
description
Transcript of Indruk vo zomer 2011
Cloud computing in het onderwijs
Kostenloos ondersteuning bij
leermiddelenbeleid
Onderwijs van de 21e eeuw voor het vso
VO zomer 2011
4 6 8 13
2 Column Frans Schouwenburg
3 Cloud computing: wat is het?
4 Cloud computing: voordelen en nadelen
6 Meewerken aan het onderwijs van de 21e eeuw
8 Cloud computing: goede voorbeelden
10 Cloud computing: een nieuwe manier van werken
12 Bring your own device!
13 Welke clouddiensten zijn er voor het onderwijs?
14 Leermiddelenbeleid voor iedere school
16 Nieuws
Inhoud
ColumnIn de Nederlandse ict-wereld zoemt het woord
Cloud. Ook in het onderwijs hoor je het steeds
meer. Bent u al in de cloud? U heeft het vast horen
noemen om u heen, maar wat is het nu eigenlijk?
En waarom hebben we het er NU allemaal over?
De kortste uitleg: Uw digitale spullen zijn altijd en
overal te benaderen en
staan niet op uw eigen com-
puter. Een bekende en al
vele jaren gebruikte cloud-
dienst is gmail, of hotmail.
U maakt een account aan en
al uw mails worden ‘ergens’
bewaard. Waar? Op een ser-
ver van Google of Microsoft.
Natuurlijk gaat het om veel
meer dan die gratis email-
diensten die we al jaren
hebben. In deze Indruk
leest u artikelen van bedrij-
ven en scholen die, dankzij
het inrichten van diensten
in ‘the cloud’, nu een begin hebben gemaakt met
altijd en overal werken en leren waar te maken.
Waarom is dit nu voor scholen zo’n aansprekend
begrip geworden? Ik denk omdat de term ‘Cloud’
de belofte van vrijheid en flexibiliteit in zich
bewaart. Wolken spreken tot de verbeelding.
Veel scholen willen mogelijk maken dat leerlingen
en docenten overal vandaan en op wat voor
apparaat dan ook, bij hun schoolspullen kunnen. Op
die manier kan een begin worden gemaakt met
maatwerk. Maar zoals het Vier in Balansmodel ons
al jaren probeert te leren: The Cloud schept alleen
maar voorwaarden om uw onderwijsdroom te
verwezenlijken, maar vergt
goed nadenken en plannen.
Zonder digitaal lesmate-
riaal heeft uw leerling
niets aan mooie clouddien-
sten, zonder kennis van de
docent over het gebruik
van digitaal materiaal en
het werken met een elo,
kan er niets worden toege-
past. Zo hangt alles weer
samen en kunnen we
concluderen dat de reden
dat we het NU over de
cloud hebben, is dat er nu
zoveel laagdrempelige en
goede diensten beschikbaar zijn. Een belangrijk
puzzelstuk, maar maar niet meer dan dat. Dit
nummer helpt u zich te oriënteren op wat u moet
weten en op wat andere scholen al voor ervaringen
opdoen.
Frans Schouwenburg
Sectormanager vo
Bent u al in de cloud?
Om gebruik te kunnen maken van water, hoeft u geen
waterpomp in uw tuin te hebben staan. Uw huis is aange-
sloten op het waternetwerk, waardoor er water uit de kraan
komt en u alleen betaalt wat u gebruikt. Zo is het ook met
cloud computing: u maakt gebruik van ict-voorzieningen via
het internet en betaalt daarvoor. U heeft geen servers meer
nodig en hoeft geen software meer aan te schaffen. En u
heeft geen zorgen om de techniek die de leverancier
nodig heeft om zijn diensten via het internet beschikbaar te
stellen.
SURFnet en Kennisnet gebruiken in de publicatie
‘Cloud computing in het onderwijs’ de volgende definitie:
“Cloud computing is het leveren/gebruiken van schaal-
bare en ‘elastische’ diensten die via internet worden
aangeboden. Het gaat om standaard diensten, die door de
gebruiker zelf in te richten zijn en waarvoor wordt betaald
naar gebruik.”
Zoals gezegd gaat het om standaard diensten. Iedereen
maakt gebruik van dezelfde functionaliteit. Juist die
standaardisatie maakt het mogelijk om de dienst tegen heel
aantrekkelijke kosten aan te bieden. Daarnaast zijn
clouddiensten schaalbaar en elastisch. Dat betekent dat de
dienstverlening meebeweegt met het feitelijke gebruik.
Omdat de diensten via internet beschikbaar zijn, kunnen
gebruikers er via een vaste PC op school of thuis, via een
laptop of een smartphone gebruik van maken.
De ontwikkelingen van de afgelopen jaren brachten nieuwe
mogelijkheden voor het gebruiken en aanbieden van ict.
Cloud computing is daarmee niet zomaar een nieuwe hype,
maar een snel ontwikkelend en breed aanbod van diensten
via internet.
docentvo.kennisnet.nl/wat
Cloud computing: wat is het?
vo zomer 2011 - 3
4 - vo zomer 2011 vo zomer 2011 - 5
Een school die gebruik maakt van cloud computing, hoeft
minder tijd en geld te besteden aan de techniek. Daarmee
komt er ruimte beschikbaar voor de toegevoegde waarde van
ict in het onderwijs. Zonder dat de kosten hoger worden. Het
grote voordeel van cloud computing is dat de school zelf
geen servers meer nodig heeft en niet meer zelf software
hoeft aan te schaffen en te onderhouden. In plaats daarvan
zijn er aanbieders die diensten leveren. Omdat het om stan-
daard diensten gaat, met veel gebruikers, kunnen de kosten
laag zijn. Bovendien bewegen de kosten meestal mee met het
werkelijke gebruik; er zijn geen investeringen vooraf meer
nodig. Dat klinkt als een walhalla, maar natuurlijk zijn er ook
nadelen verbonden aan cloud computing. Ook is er een aantal
aandachtspunten waar een school rekening mee moet houden.
Over die voordelen, nadelen en aandachtspunten gaat dit
artikel.
Flexibiliteit versus veiligheid
Cloud computing houdt in dat de gebruiker (docent, leerling,
administratief medewerker) kan leren en werken op het
moment dat het hem uitkomt. Via zijn vaste PC op school of
thuis, via een laptop of een smartphone. Daarmee wordt het
onderwijs flexibeler. Een nadeel van cloud computing is dat
de gebruiker alleen via het internet kan beschikken over zijn
informatie. Gegevens die in de cloud worden opgeslagen,
zijn niet meer onder volledige controle van de school. Wat
betekent dat voor de veiligheid van die gegevens? De risico’s
van clouddiensten (bijvoorbeeld op het gebied van toegang
tot de gegevens, privacy en stabiliteit van de leverancier)
zijn vergelijkbaar met andere extern geleverde ict-diensten.
Maar clouddiensten brengen specifieke risico’s met zich mee;
zo kan een cloudleverancier gebruikmaken van diensten van
derden, waarmee de school geen afspraken heeft gemaakt op
het gebied van beveiliging. Cloud computing kent natuurlijk
niet alleen beveiligingsrisico’s, maar ook -voordelen. Zo be-
schikken cloudleveranciers over veel inhoudelijke beveiliging-
kennis. Belangrijk is dat een school goede afspraken maakt
met de leverancier op het gebied van privacy:
• De leverancier deelt de gegevens niet met anderen
• De leverancier bewaart de gegevens zolang de school dat wil
• De leverancier verwijdert uw gegevens zodra de school
dat wil
• De leverancier stelt de school in staat de gegevens terug te
nemen en ergens anders onder te brengen
Natuurlijk gaat het er niet alleen om dat de cloudleverancier
voorzichtig omgaat met de gegevens, maar ook dat de
gebruikers dat zelf doen. Daarom is het belangrijk dat de
school aandacht besteedt aan het ‘opvoeden’ en informeren
van de gebruikers: medewerkers, leerlingen en soms ook
ouders.
Vertrouwen
Als je voor de klas staat en gebruik maakt van digitaal leer-
materiaal, wil je dat het internet beschikbaar is. Daarom is
het belangrijk dat een school goede afspraken maakt met de
leverancier van clouddiensten. Die afspraken worden
meestal vastgelegd in een service level agreement (SLA).
Daarin staat welk serviceniveau de leverancier biedt.
Met name bij gratis vormen van cloud computing is het
gebruikelijk dat de leverancier geen of weinig garanties
biedt. Daar staat tegenover dat leveranciers van cloud-
diensten grote ondernemingen zijn, die het zich niet
kunnen permitteren om slecht te presteren; denk daarbij
aan Microsoft en Google.
Absorptievermogen
Een school maakt gebruik van verschillende ict-diensten,
bijvoorbeeld voor de leerlingenadministratie en voor de
elektronische leeromgeving. Sommige diensten worden via
de cloud geleverd, andere niet. Welke diensten ook gebruikt
worden, leerlingen en medewerkers moeten ermee leren
werken. Belangrijk is dat er rekening wordt gehouden met
het ‘absorptievermogen’ van die leerlingen en medewerkers.
Ze moeten de tijd krijgen om het vertrouwen in (nieuwe)
diensten op te bouwen. Het nut ervan moet duidelijk zijn.
Ook moeten ze kunnen terugvallen op een helpdesk, of op
collega’s die wat meer ervaring hebben met de diensten. Pas
dan komt er tijd beschikbaar voor de toegevoegde waarde
van ict in het onderwijs!
Cloud computing: voordelen en nadelen
docentvo.kennisnet.nl/voordelen
6 - vo zomer 2011 vo zomer 2011 - 7
Hoe bepaal je als school welke ict-diensten (al dan niet in de cloud) je gaat gebruiken? Belangrijk
daarbij is om te redeneren vanuit de onderwijsvisie van de school. Hoe heeft Mytylschool De Brug
dat gedaan?
Mytylschool de Brug in Rotterdam is een openbare school
voor lichamelijk en meervoudig gehandicapte leerlingen van
vier tot twintig jaar. De school heeft een afdeling voor
speciaal onderwijs en een afdeling voor voortgezet speciaal
onderwijs. De vso-afdeling bestaat uit een praktijkafdeling
(arbeidstoeleiding) en een afdeling voor vmbo en havo
(diplomagericht onderwijs). De school heeft ruim 300 leer-
lingen en ongeveer 200 medewerkers. Beleidsmedewerker
ict Jack Vlassak: “In de 21e eeuw is de wereld door de
technologie van computers en internet radicaal anders
geworden. Kennis komt niet meer van de leraar en boeken,
maar veelal via internet. Hoog tijd dat het onderwijs zich
daaraan aanpast. In de visie van de Mytylschool willen we
goed onderwijs geven naar behoefte van de leerling.
Leerlingen hebben nu behoefte aan onderwijs van de
21e eeuw.”
Tijdwinst
Een paar jaar geleden was Jack Vlassak op zoek naar een
manier om de onderlinge communicatie en samenwerking op
De Brug te verbeteren. Toen hij bij een ambassadeursbijeen-
komst van Kennisnet was, hoorde hij over g-company, een
bedrijf dat zich volledig richt op cloud computing. Met dat
bedrijf is De Brug in zee gegaan. Nu wordt er een systeem
ontwikkeld waarin docenten het lesmateriaal voor leerlingen
kunnen klaarzetten. De leerling heeft een eigen plek in dat
systeem, waar hij het materiaal kan vinden en opdrachten
digitaal kan inleveren. Als hij vragen heeft, kan hij die
online aan de docent stellen. Zijn ouders kunnen meekijken
en zijn vorderingen volgen. Jack Vlassak: “En niet alleen de
ouders, maar bijvoorbeeld ook de vervolgschool of het
bedrijf waar de leerling stage loopt. Zij kunnen de gegevens
zien die voor hen relevant zijn, bijvoorbeeld welke sterke en
zwakke punten de leerling heeft. Veel gehandicapte leer-
lingen halen hun diploma, maar doen er langer over dan
andere leerlingen. Door gebruik te maken van clouddiensten,
hopen we tijdwinst te behalen. Doordat alles via de cloud
beschikbaar is, kan de leerling ook vanuit huis of vanuit het
ziekenhuis verder gaan met zijn opleiding.”
Samenwerking
Jack Vlassak is een groot voorstander van samenwerking
door scholen: “Alle scholen moeten allemaal keuzes en af-
spraken maken op het gebied van cloud computing. Als we dat
samen doen, kunnen we van elkaar leren. Ook kunnen ze meer
gedaan krijgen van bijvoorbeeld uitgeverijen. Als één school
vraagt om het lesmateriaal te digitaliseren, is dat niet
interessant voor een uitgever; als vijfhonderd scholen dat
doen wel.” Om kennis uit te wisselen op het gebied van cloud
computing, heeft de Brug de website www.cloudschool.info
in het leven geroepen. Ook doet de school mee aan de
Innovatieregeling van het SURFnet/Kennisnet Innovatie-
programma. Verder bekijkt Jack Vlassak in Kennisnetverband
hoe het zit met de beveiliging van gegevens in de cloud. “We
hebben bijvoorbeeld onze financiële gegevens nog niet
online staan, omdat we eerst willen uitzoeken of cloud
computing veilig genoeg is. Ook daarvoor geldt dat het
belangrijk is om kennis te delen; het is zonde als iedereen
zelf het wiel uitvindt.”
Businesscase
SURFnet en Kennisnet noemen in hun publicatie ‘Cloud
computing in het onderwijs’ acht aandachtspunten bij de
keuze voor cloud computing. Zo is het belangrijk om te kijken
naar de kosten en baten. Een businesscase helpt daarbij (Jack
Vlassak: “Dat is een vies woord in het onderwijs, maar het is
wel nodig!”). Daarin worden alle kosten en alle baten meege-
nomen. Dus niet alleen bijvoorbeeld de kosten voor een
goede internetverbinding, maar ook voor het opleiden van
medewerkers in het gebruik van clouddiensten. Ook wordt
gekeken naar de risico’s. Jack Vlassak: “We willen een aantal
leerlingen een tablet geven. Dat is een flinke investering,
maar aan de andere kant zijn we door het gebruik van cloud
computing goedkoper uit; we hebben geen exchange server
meer nodig en de papieren boeken zijn vervangen door digi-
taal materiaal.”
Ondersteuning
Ook wordt in ‘Cloud computing in het onderwijs’ aandacht
besteed aan het ondersteunen van gebruikers van cloud-
diensten. De tip is: ‘Doe niet alles tegelijk en doe niet
iedereen tegelijk’. Zo is De Brug stap voor stap overgegaan
naar nieuwe applicaties om te voorkomen dat medewerkers
voor teveel dingen in één keer een nieuwe applicatie moeten
leren gebruiken. Ook hebben oude en nieuwe applicaties
tijdelijk parallel naast elkaar gedraaid. Verder is er tijd
besteed aan het tonen van de leuke en nuttige dingen
van cloud computing aan de medewerkers, zodat zij er
enthousiast over werden. Overigens zijn veel mensen al
gewend aan clouddiensten, omdat ze er buiten het onderwijs
al gebruik van maken, bijvoorbeeld door het plaatsen van
video’s en filmpjes op het internet. Jack Vlassak: “Docenten
kunnen dat ook doen voor hun leerlingen. We maken een
soort ‘kaartenbak’, waarin we leerdoelen koppelen aan het
materiaal dat online beschikbaar is. De docent kan dan op
een leerdoel klikken en het materiaal erbij kiezen. Dat kan
een tekst zijn, maar ook beeldmateriaal. Ook die kaartenbak
delen we natuurlijk met andere scholen. Zo werken we mee
aan het onderwijs van de 21e eeuw!”
docentvo.kennisnet.nl/meewerken
Meewerken aan het onderwijs van de 21e eeuw
8 - vo zomer 2011 vo zomer 2011 - 9
Cloud computing: goede voorbeelden
”Wie kent goede voorbeelden van cloud computing in het
onderwijs?” Dit oproepje op social media als Twitter en
LinkedIn leverde direct een reactie op van Henk Orsel. Docent
Nederlands aan het Zuyderzee College in Emmeloord én
fervent gebruiker van ict, ook in zijn onderwijs. Zo plaatst
hij op zijn Twitteraccount filmpjes die te maken hebben met
de lessen. “En als ik een vraag tegenkom van een leerling,
beantwoord ik die. Zo was er pas een leerling van het
Zuyderzee College die aangaf moeite te hebben met natuur-
wetenschappen. Een andere leerling vroeg zich af wanneer
er een SO was. Het handige van Twitter is dat je meteen kunt
reageren en dat anderen je reactie ook zien.” Henk Orsel
heeft niet alleen zijn eigen account, maar twittert ook via
het account van de school, www.twitter.com/zzcollege. Dat
wordt gevolgd door leerlingen en hun ouders. Henk Orsel:
“Niet alle docenten hebben iets met Twitter en andere social
media, maar dat hoeft ook niet, het is een soort rivier die
stroomt en af en toe kijk je erin. Wel is het belangrijk om
te laten zien hoe ict kan werken in het onderwijs. Ik
heb bijvoorbeeld mijn schoolmailadres gekoppeld aan mijn
Gmail-account. Eén van de voordelen daarvan is dat ik nu één
adresboek heb met al mijn contacten. Een ander voordeel is
dat Google veel diensten heeft die aan elkaar gekoppeld zijn.
Zo maak ik ook gebruik van GoogleDocs. Documenten die
daarin staan, kun je als link doorsturen naar anderen; je
hoeft de bestanden dan niet als bijlage mee te sturen. Verder
maak ik enquêtes via Google Forms, bijvoorbeeld met een
quiz over de lesstof. Andere docenten krijgen wat mee van
mijn activiteiten, met als gevolg dat al zo’n twintig docenten
hun schoolmailadres hebben geïmporteerd in Gmail en dat
de school onderzoekt of de mailadressen van alle medewerkers
worden verhuisd naar Gmail, zodat we nog makkelijker en
sneller gebruik kunnen maken van alle online diensten!”
Op de vraag welke nadelen er kleven aan cloud computing,
geeft Henk Orsel aan dat dat er maar weinig zijn: “Het enige
wat ik kan bedenken, is het probleem dat ontstaat als je je
wachtwoord vergeten bent, of als het gehackt wordt!” Verder
noemt hij een aandachtspunt: “Wat je op social media zet, is
meestal openbaar. Daar moeten leerlingen zich bewust van
zijn. We hebben afgesproken met onze leerlingen dat ze niet
schadelijk twitteren over de school. Daarbij gaat het niet
om vloeken of schelden, maar wel om doodsbedreigingen, of
bijvoorbeeld opmerkingen over iemands geaardheid. Eigenlijk
is er geen verschil tussen wat je wel en niet kunt zeggen en
wat je wel en niet kunt twitteren!”
Migratie in zomervakantie
Aad van der Drift is docent ICT bij het Zernike College én
verantwoordelijk voor de implementatie van ict in het
onderwijs. Hij blikt terug op een beurs voor onderwijs en ict
in het voorjaar van 2009: “We worstelden toen net met onze
servers; de systeembeheerders moesten bijvoorbeeld bij
toerbeurt in het weekend een server herstarten! De servers
konden niet op afstand bediend worden, dus daar werden ze
niet vrolijk van. Tijdens de beurs had ik het daarover met
een accountmanager van een ict-bedrijf en hij gaf aan dat
we beter gebruik konden maken van Live@edu, een samen-
werkings- en communicatieplatform van Microsoft. Op dat
moment was er nog maar één instelling in Nederland die
hiermee werkte. Ik ben gewoon begonnen met installeren en
dat was heel eenvoudig. Een dag later vroegen een paar leer-
lingen of ze het ook mochten gebruiken en aan het eind van
die dag was de hele klas om. En later ook hun vriendjes en
vriendinnetjes van andere lokaties van het Zernike College.
We hadden dus geen implementatieplan, maar binnen de
kortste tijd gebruikte 20% van de schoolpopulatie Live@edu!
Vorig jaar in de zomer hebben we in één keer alle mailadressen
overgezet. Dat is wel een tip voor andere scholen: als je een
migratie in de zomervakantie plant, is de kans op problemen
het kleinst. Een andere tip is om ict bij docenten terecht te
laten komen. Dat hebben we gedaan door een cursus te ver-
zorgen; die was heel succesvol. De truc is om mensen iets
mee te geven (in dit geval een boek over Outlook); dat moti-
veert extra! Leerlingen over de streep trekken om te werken
met ict is niet zo nodig; zij vinden hun weg wel.”
Plant
“Scholen zoeken vaak zelf een oplossing voor ict-problemen.
Daarmee wordt die oplossing een soort plant, die maar groeit
en groeit. En uiteindelijk weet niemand meer hoe die plant
verzorgd moet worden! Cloud computing vergt echt wel wat
uitzoekwerk; heb wat geduld daarbij. Om bijvoorbeeld een
dienst als Sharepoint in de cloud te gebruiken moet je echt
wel weten wat je gaat doen. En zorg bijvoorbeeld voor een
goed toegangsbeheer; als één van onze leerlingen zijn
wachtwoord kwijt is, weet hij bij wie hij moet zijn om de
procedure voor een nieuw wachtwoord in gang te zetten.
Verder is het belangrijk om goed te kijken naar de kwaliteit
van de clouddiensten; de leverancier van de schooladmini-
stratie moet echt steengoed zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor
Microsoft en Google; de felle concurrentie houdt hen scherp
én goedkoop.”
Het is belangrijk om te laten zien hoe ict kan werken in het onderwijs.”
10 - vo zomer 2011 vo zomer 2011 - 11
Cloud computing: een nieuwe manier van werkenCloud Computing is de nieuwe ict-revolutie. Informatie wordt niet langer op de eigen computer of
server opgeslagen, maar via online services (cloud). Internet is meer dan een wereldwijde
informatiebron. Het is steeds vaker een bron van software en zelfs van ict-platforms voor bedrijven.
Drie voorbeelden.
Bedrijven zijn nog huiverig om hun gegevens via cloud compu-
ting te verzenden en te beheren. Bang dat alle informatie op
straat komt te liggen en dat iedereen over alle gegevens kan
beschikken. Een misvatting, volgens Lyanne Lamar. Ze is eige-
naar van communicatiebureau Lamar Communicatie en deed
vorig jaar mee aan een pilot digitale mobiliteit: “We werken
met SharePoint van Microsoft. Ik maak me geen zorgen over de
beveiliging, omdat SharePoint goed beveiligd is met login en
wachtwoorden. Bovendien ga ik ervanuit dat Microsoft zich
geen problemen met beveiliging kan permitteren. De voorde-
len zijn groot. Voordat we de pilot deden, kregen we het niet
voor elkaar om thuis in te loggen op het kantoor netwerk.
Tegenwoordig is het geen enkel pro-
bleem om waar dan ook te werken.” Niet
alleen documentenbeheer gaat via ‘the
cloud’. De boekhouding gaat via Asperi-
on, projecten en uren schrijven gebeurt
met Harvest en ook Outlook gaat via ‘the
cloud’. “Dankzij onze nieuwe manier van
werken beschikt iedereen overal over
alle actuele gegevens. Dat maakt ons als
bureau enorm flexibel. Op dit moment is
het bijvoorbeeld vrij druk en werken onze twee tekstschrij-
vers extra dagen. Een van onze tekstschrijvers doet dat thuis,
omdat ze een klein kind heeft. Dankzij ‘cloudworking’ kan dat
ook. Als we elkaar nodig hebben, chatten we”. De investerin-
gen zijn, volgens Lyanne, te overzien: “We betalen maandelijks
nog geen negen euro per medewerker. Wel werken we hier
nog voornamelijk met Windows XP, terwijl de volgende
generatie Windows alweer op de markt is. Onze XP-versie is
niet geschikt voor alle nieuwe toepassingen, we zullen dus
moeten blijven investeren.”
Kantoor opgezegd
Marjan Hoffman runt samen met haar vennoot HBNK, een
reclame- en communicatiebureau. Sinds HBNK ‘in the cloud’
werkt, is het kantoor opgezegd. “Voor heen zaten we met vijf
mensen op kantoor. Tegenwoordig werken we vanuit huis en
hebben we geen vaste mensen meer in dienst. Alleen al het
afstoten van het pand en werken met freelancers, scheelt
enorm in de kosten. Onze urenverdeling is ook veel efficiën-
ter geworden. Als het even kan vergaderen we online. We
kunnen plaats-, tijd- en apparatuuronafhankelijk werken.
Via de smartphone en de laptop kunnen we altijd en overal
bij alle documenten.” Ook HBNK werkt via Microsoft. Een
nadeel hiervan is dat de software niet
altijd compatible is voor de Apple.
Volgens Marjan zijn de technische beper-
kingen niet onoverkomelijk, maar ze
zorgen wel voor extra handelingen. Een
gewone laptop is volgens haar dan ook
praktischer. Over de beveiliging maakt
Marjan zich geen enkele zorgen: “Via
inlogcodes kom je bij de juiste docu-
mentmap. Gevoelige informatie kan
extra beveiligd worden. Voor ons is dat voldoende. Ik kan me
voorstellen dat een juristenkantoor daar anders over denkt.”
Waarborgen veiligheid
Die veiligheid en betrouwbaarheid zijn voor Achmea, een
van de grootste zorgverzekeraars in Nederland, inderdaad
een belangrijke issue. “We willen de meest vertrouwde
verzekeraar zijn en dat betekent dat we absolute veiligheid
moeten waarborgen”, vertelt Coos de Groot, manager online
media en werkzaam bij de Group Communications & Brand
Management van Achmea. De 22.000 medewerkers van
Achmea maken gebruik van het speciale Achmeanet, een uit-
gebreid intranet met een online werkomgeving. “Ons Achmeanet
is er voor en door iedereen, van nieuwsvoorziening tot het
vastleggen van vergaderruimten en van het declareren van
kosten tot het beheren van projecten. Iedere medewerker
heeft een eigen profielpagina, vergelijkbaar met LinkedIn en
een eigen werkblad, vergelijkbaar met Netvibes of iGoogle.
Een flink aantal medewerkers kan nu al vanuit huis werken,
maar dan wel met een beveiligde laptop en een vpn-verbin-
ding.” Toch verwacht Coos dat het vrij snel voor alle mede-
werkers mogelijk wordt om Achmeanet via internet te berei-
ken: “Het is onze wens om in de toekomst tijd-, plaats- en
apparaat onafhankelijk te werken. En dat ook partners en con-
sul tants toegang kunnen krijgen tot bepaalde onderdelen van
Achmeanet. Dat past ook helemaal in de filosofie van het
nieuwe werken binnen Achmea. Veel van onze locaties kennen
allang geen vaste werkplekken meer. Kantoren worden steeds
meer ontmoetingscentra.”
Leidinggeven
De digitale mobiliteit van de werkvloer vraagt een andere
manier van leidinggeven. Coos, Lyanne en Marjan zijn het
erover eens dat het sturen op resultaat steeds belangrijker
wordt. Lyanne: “Het is niet belangrijk of iemand aanwezig is,
als hij of zij de afspraken maar nakomt. Managers zullen,
samen met de medewerkers, naar geschikte meetpunten moeten
zoeken waarop beoordeling plaats kan vinden. Daarbij is het
heel belangrijk dat iedereen zich prettig voelt bij deze manier
van werken. Of dat nu op kantoor, thuis of waar dan ook is.”
Via de smartphone en de laptop kunnen we altijd en overal bij alle documenten.”
12 - vo zomer 2011 vo zomer 2011 - 13
Amerika, 1922. De politie van Chicago experi-
menteert met een mobiel communicatiesysteem
voor in de politieauto’s. Nederland, 2022. Alle
vo-leerlingen hebben een smartphone, waarmee
ze toegang hebben tot les- en toetsmateriaal
dat op hun situatie is toegespitst. Toekomst-
muziek? Misschien, maar wel is duidelijk dat er
meer en meer gebruik wordt gemaakt van mobiele
devices, zoals laptops, smartphones en tablets.
Verschillende scholen experimenteren met het gebruik van
mobiele devices in het onderwijs. Zo vertelde Rein Bijlsma
in de voorjaarseditie van InDruk MBO over de iPad. Hij gaf
aan: “Ik zie de iPad vooral als een trendsetapparaat; in de
nabije toekomst verwacht ik nog veel meer tablets. Steeds
meer leerlingen hebben een iPad of notebook. Dat ze er
games mee doen op school of MSN’en, vind ik geen probleem.
Dat houd je toch niet tegen!” En dat is precies waar het
om gaat: de opkomst van mobiele devices is niet te stuiten.
Leerlingen verwachten min of meer dat ze hun smartphone,
laptop of tablet mee naar school kunnen nemen. Dat wordt
‘bring your own device’ (afgekort tot BYOD) genoemd.
Geen vervanging, maar een aanvulling
Scholen moeten zich de vraag stellen hoe ze om willen gaan
met dat ‘bring your own device’. Mogen leerlingen hun
mobiele telefoon aanhouden tijdens de les? En moeten ze
hun laptop dichtdoen als een docent iets klassikaal wil
uitleggen? Het belang van leren op afstand zal alleen maar
verder toenemen. Mensen maken steeds meer gebruik van
mobiele apparaten, die ook nog eens steeds meer mogelijk-
heden krijgen. Clouddiensten spelen hierop in; zij zijn
immers overal en altijd te benaderen, als de gebruiker
maar toegang heeft tot het internet. In de publicatie ‘Uit de
voeten met mobile learning’ van het SURFnet/Kennisnet In-
novatieprogramma staat: “De vormen van mobile learning
hebben één ding gemeen. Met de juiste combinatie van mo-
biele toestellen, functionaliteiten en content is mobile lear-
ning geen vervanging van traditionele onderwijssituaties,
maar juist een aanvulling die leerprocessen kan verrijken,
veraangenamen en activeren.” Hoe dat in de praktijk werkt,
laten de voorbeelden in de publicatie zien. Zo ontwikkelde
de Digitale School uit Den Haag een mobiele versie van het
overhoorprogramma Wrts.nl. Hierdoor kunnen leerlingen via
hun mobiele telefoon woordjes leren. Eén van de vele stappen
richting het onderwijs van 2022!
Er zijn allerlei clouddiensten waar scholen gebruik van kunnen
maken. Veel van die diensten zijn niet speciaal voor het onder-
wijs ontwikkeld. Zo maakt het Zuyderzee College gebruik van
Twitter als communicatiemiddel naar leerlingen en hun ouders
(in het artikel op pagina 8 en 9 leest u daar meer over). En zo
heeft de Culemborgse middelbare school Lek en Linge een eigen
kanaal op YouTube. Scholengemeenschap Lelydorp heeft een
pagina op www.facebook.com en Mytylschool De Brug uit
Rotterdam gebruikt Google Docs (zie ook pagina 6 en 7).
Sommige grote spelers op het gebied van cloud computing
hebben een speciaal aanbod voor het onderwijs. Dat geldt
bijvoorbeeld voor Google en Microsoft. Zij bieden scholen
gratis respectievelijk Google Apps for Education en Live@edu.
Google Apps for Education is een set aanpasbare tools, waar
bijvoorbeeld leerlingen en docenten mee kunnen samen-
werken. Live@edu is een samenwerkings- en communicatie-
platform. In de publicatie ‘Cloud computing in het onderwijs’
van het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma worden
Microsoft en Google met elkaar vergeleken. Uit die vergelij-
king blijkt dat er meer overeenkomsten dan verschillen zijn
tussen de twee software giganten. Eén van de verschillen is
dat Microsoft actiever dan Google het onderwijs benadert,
met accountmanagers als aanspreekpunt. Google blijft meer
op de achtergrond, richt zich op het aanbod van universeel
toepasbare diensten en zorgt dat deze eenvoudig zijn voor
eindgebruikers. Zowel Google als Microsoft biedt integraties
met onder andere Moodle, Blackboard en it’s Learning.
Die integratie tussen systemen is belangrijk. Er is niet één
clouddienst die de leerlingenadministratie, een rooster-
applicatie, een webmailfunctionaliteit en een online samen-
werkingsomgeving in zich verenigt. Wel zijn er steeds meer
aanbieders die hun ict-diensten voor het onderwijs via de
cloud gaan aanbieden. Zo zijn TeleTOP, Fronter, it’s Learning,
BasisOnline.nl en N@Tschool! elektronische leeromgevingen
die als clouddienst worden aangeboden. Voor de leerlingen-
administratie kunnen scholen onder andere gebruikmaken van
SchoolTool en Magister. Magister is niet alleen bedoeld als
systeem voor de leerlingenadministratie, maar ook als rooster-
applicatie. Ook Zermelo biedt een online roosterapplicatie.
Ook platforms waarop docenten digitaal leermateriaal zoeken,
maken en delen kunnen gezien worden als clouddiensten
voor het onderwijs. Dat geldt bijvoorbeeld voor Wikiwijs,
VO-content en de CONTENTcorner.
Kortom, er zijn al veel clouddiensten (al dan niet specifiek
ontwikkeld voor het onderwijs) waar scholen gebruik van
kunnen maken. En de markt groeit snel!
Welke clouddiensten zijn er voor het onderwijs?
docentvo.kennisnet.nl/device
docentvo.kennisnet.nl/diensten
Bring your own device!
vo zomer 2011 - 1514 - vo zomer 2011
Leermiddelenbeleid voor iedere schoolSteeds meer scholen denken na over hun leermiddelenbeleid. Zij krijgen de kans om leermiddelen
anders te positioneren en daardoor te werken aan kwaliteitsverbetering van leren en onderwijzen.
Er is behoefte aan digitale leermiddelen die op maat kunnen worden ingezet en gebruikt kunnen
worden bij het ontwerpen van een schooleigen curriculum. Het Innovatieplatform van de VO-raad
ondersteunt scholen bij het ontwikkelen van een leermiddelenbeleidsplan. In 2009 hebben 33 scholen
een project leermiddelenbeleid uitgevoerd. In 2010 werkten ruim 200 scholen aan een eigen leer-
middelenbeleidsplan. Naar verwachting zullen alle Nederlandse scholen voor voortgezet onderwijs
in 2013 over leermiddelenbeleid beschikken.
Trends en ontwikkelingen
Scholen hebben een aantal argumenten om nieuwe afwegingen
in het leermiddelenbeleid te maken:
• nieuwe soorten leerresultaten, nieuwe leerprocessen en
nieuwe onderwijsvormen vragen een ander soort leer-
materiaal;
• ontwikkeling en toename van digitaal leermateriaal en de
integratie van ict-beleid eisen een plaats op in het school-
beleid;
• docenten worden steeds vaker uitgedaagd uit al het be-
schikbare (digitale) leermateriaal de juiste keuze te maken;
• een andere financiëringstructuur voor leermateriaal biedt
nieuwe kansen en dwingt tot heroverweging.
Grotere keuzeruimte
Een belangrijk aspect van de hiervoor genoemde ontwikke-
lingen is dat boeken steeds meer worden vervangen door
digitaal materiaal dat bij voorkeur multimediaal is en
interactieve eigenschappen heeft. Dit ‘nieuwe’ leermateriaal
spreekt leerlingen aan. Daarnaast kunnen digitale leermate-
rialen leiden tot activerende didactiek en meer variatie in
werkvormen. Het maakt maatwerk mogelijk voor talentont-
wikkeling van leerlingen en sluit aan bij interesses en ict-
vaardigheden die zij al bezitten of nog verder moeten ont-
wikkelen. Op scholen is er behoefte aan meer keuze
uit verschillende soorten (digitaal) leermateriaal die, waar
mogelijk, op maat door de docent ingezet en aangepast
kunnen worden. Volgens scholen moeten leermiddelen in
voldoende hoeveelheid en in een grote variatie beschikbaar
zijn om maatwerk in leermiddelengebruik te realiseren.
Naast digitaal leermateriaal van de uitgeverijen is er dankzij
initiatieven zoals VO-content en Wikiwijs open digitaal
leermateriaal beschikbaar. Door grote keuzeruimte uit
leermateriaal en diversiteit in de leermaterialenmix van
scholen ontstaat binnen de school de noodzaak een flexibelere
organisatie in te richten die diversiteit ook mogelijk maakt.
Hierbij kan gedacht worden aan meer taakdifferentiatie bin-
nen het personeel en variabele financiering van afdelingen,
teams, secties of leergebieden. De scholen die deel hebben
genomen aan het project geven aan dat de gesprekken
over leermiddelenbeleid bijdragen aan draagvlak voor
de toekomstige inrichting van het leren en onderwijzen.
Leermiddelenbeleid vormt daarmee een knooppunt tussen
schoolvisie en het primaire proces.
Ervaringen van scholen
Een groot deel van de scholen die in 2010 een leermiddelen-
beleidsplan hebben ontwikkeld geven aan dat zij de komende
jaren de ict-infrastructuur flink zullen aanpassen om de
ict-ontwikkelingen te kunnen bijhouden. Driekwart van
de scholen wil nieuwe gebruiksapparatuur aanschaffen
(bijvoorbeeld een laptop per leerling) en ongeveer de helft
geeft aan systeemtechnische aanpassingen te zullen doen.
Het aanschaffen en verder in gebruik nemen van een ELO
wordt vaak genoemd (51% van de scholen). Dit zijn aanwij-
zingen dat ontwikkelingen zoals cloud computing de te maken
keuzes in het leermiddelenbeleid van scholen beïnvloeden.
Een ELO is immers een toepassing die via internet toeganke-
lijk is en steeds intensiever gebruikt wordt op scholen. Stel
dat straks alle docenten en alle leerlingen een eigen laptop
hebben, dan hebben ze continu toegang tot het internet. Dat
leidt tot nieuwe mogelijkheden om toepassingen te gebruiken
tijdens het leren en onderwijzen. Hierbij kan gedacht worden
aan Google Docs voor het opslaan en delen van bestanden.
Cloud computing wordt meestal niet als zodanig benoemd in
het ict- en leermiddelenbeleid. Het is wel belangrijk dat
scholen de mogelijkheden die cloud computing biedt, meene-
men bij de ontwikkeling van een leermiddelenbeleidsplan.
Het biedt mogelijkheden om meer variatie aan te brengen in
werkvormen en het samenwerken tussen leerlingen makkelijker
te maken. Daarnaast kan het ook tot kostenbesparing leiden.
In 2011 kan het Innovatieplatform-VO 250 scholen voor
voortgezet onderwijs voor de laatste maal kosteloos onder-
steunen bij het ontwerpen van een integraal leermiddelen-
beleidsplan dat het fundament biedt voor een eigentijdse
keuze van leermateriaal. Het ministerie geeft de VO-raad
hiervoor extra middelen.
Aanmelden
Wilt u uw school aanmelden voor ondersteuning bij het
ontwikkelen van een leermiddelenbeleidsplan? Ga naar
www.leermiddelenvo.nl en vul het formulier in.
Er was al langer behoefte om op een meer integrale manier na te denken over leermiddelen. Deelname aan het project Leermiddelenbeleid heeft ervoor gezorgd dat de ‘sense of urgency’ is gegroeid en leermiddelenbeleid een belangrijk onderdeel van ons schoolbeleid gaat worden.”
In Teleblik is zoveel informatie te vinden,
gebruik Teleblik als informatie bron voor
je werkstuk of in een presentatie!
LevensfasenLevensfasen
Van baby tot bejaarde: elke levensfase is anders. In welke levensfase bevind jij je?Kijk op www.teleblik.nl/levensfasen
PuberPubermeisjesmeisjesEen meisje verandert in de puberteit tot een vrouw. Weet jij wat er verandert? Kijk op www.teleblik.nl/pubermeisjes
Hormonen zorgen tijdens
de puberteit voor veranderingen.
Benieuwd welke veranderingen dat zijn?
Kijk op www.teleblik.nl/hormonen
PuberteitPuberteithormonenhormonenenen
VoorbehoedsVoorbehoedsmiddelenmiddelen
Het condoom en de pil bieden bescherming tijdens seks. Waarom is dat zo belangrijk? Kijk op www.teleblik.nl/voorbehoedsmiddelen
RelatiesRelatiesEr zijn hetero- en homo -seksuele relaties. Kijk op www.teleblik.nl/relaties
De ontwikkeling van bevruchte eicel tot baby. Weet jij hoe
deze ontwikkeling verloopt? Kijk op www.teleblik.nl/zwangerschap
ZwangerschapZwangerschap
Zijn er typische mannen- en/of vrouwendingen? Kijk op www.teleblik.nl/rolpatronen
RolpatronenRolpatronen
Veilig vrijen voorkomt geslachtsziekten. Kijk op
www.teleblik.nl/geslachtsziekten
GeslachtsziektenGeslachtsziekten
Wat is vrijen en wat gebeurt er dan in het lichaam? Kijk op www.teleblik.nl/vrijen
VrijenVrijen LoverboysLoverboysVoor loverboys moet je heel erg oppassen. Weet jij waarom? Kijk op www.teleblik.nl/loverboys
PuberPuberjongensjongensEen jongen wordt in de puberteit een man. Kijk op www.teleblik.nl/puberjongens
Wanneer ben je toe aan de eerste keer? Kijk op
www.teleblik.nl/eerstekeer
?!?!
DeDe
keerkeereersteeerste
VerliefdVerliefd??!!
Bekijk de uitzendingen van Teleblik op school, in de les, op het digibord of gewoon thuis.
KijkenKijken
Teleblik is gratis voor docenten én leer-lingen! Vraag aan je ict-coördinator hoe je toegang kan krijgen tot Teleblik, of kijk op www.teleblik.nl/start
ToegangToegangNatuurlijk biedt Teleblik veel meer dan de
onder werpen op deze poster, voor bijna elk vak
is er veel geschikt materiaal te vinden. Teleblik
biedt je namelijk een schat aan infor matie met
toegang tot duizenden uren gratis actuele
en historische televisie- en radiouitzendingen,
voor namelijk van de publieke omroepen.
Bovendien biedt Teleblik handige tools, met
de snijmachine van Teleblik knip je heel een-
voudig precies het fragment dat je nodig
hebt. Al je favoriete uitzendingen en fragmen-
ten sla je op in MijnMedia, zodat je ze later
gemakkelijk terug kan vinden.
WatWatjeje
kunkunmetmet
MakenMaken
Nieuws
Doe eens een online workshop!
Meer weten over cloud computing?
Gratis Teleblik-poster voor in de klas!
Inspiratie opdoen in de zomervakantieWilt u uw zomervakantie een extra dimensie geven? Meld
u dan aan om deel te nemen aan de Summerschool 2011. De
thema’s zijn ‘21st century skills; leren en opleiden voor de
wereld van straks’ en ‘Ruimte voor ict; architectuur van het
(nieuwe) leren’. U krijgt de kans om een kijkje te nemen bij
verschillende toonaangevende en innovatieve bedrijven. Het
programma wordt afgesloten bij Kennisnet, op de Verdieping;
(innovatie.kennisnet.nl/de-verdieping).
Heeft u interesse? Aanmelden kan via het aanmeldings-
formulier op summerschool.kennisnet.nl. Daar vindt u ook meer
informatie over de thema’s. Deelname is gratis. Met eventuele
vragen kunt u contact opnemen via [email protected]
of bel 0800-3212233.
Op onderwijstools.kennisnet.nl staan sinds korte tijd online
workshops. Deze workshops zijn bedoeld voor docenten. De
workshop neemt eerst een vragenlijst met u door om uw
beginniveau te bepalen over het onderwerp. Tevens wordt
de workshop geïllustreerd met handige tips en nuttige voor-
beelden.
De volgende workshops zijn beschikbaar:
• Mediawijsheid
onlineworkshops.kennisnet.nl/mediawijsheidpo
• Video in de les onlineworkshops.kennisnet.nl/videoindeles
• Digitaal leermateriaal
onlineworkshops.kennisnet.nl/digi taalleermateriaal
• Standaarden onlineworkshops.kennisnet.nl/standaarden
Dat kan! Kom naar het seminar Cloud Computing dat georga-
niseerd wordt door SURFnet en Kennisnet. Tijdens dit seminar
kunt u presentaties verwachten over de ontwikkelingen,
Voor het voortgezet onderwijs is de poster ‘Verliefd?!’ ont-
wikkeld voor in de klas en is bestemd voor de vakken Biologie
en Verzorging. Het bijbehorende thema is voortplanting en
seksualiteit. Verliefdheid, seksualiteit en voortplanting hebben
allemaal met elkaar te maken. Tijdens de puberteit worden
jongens en meisjes volwassen. Het lichaam gaat er anders uit
zien, maar ook de gevoelens veranderen. Op de poster en in
de bijbehorende handleiding staan allerlei video’s die aan-
sluiten bij het onderwerp voortplanting en seksualiteit. Tevens
is er een lesbrief beschikbaar met een kant en klare les.
Ga snel naar teleblik.nl/verliefd en bestel de poster!
Colofon
Kennisnet inDruk VO is een gratis blad voor docenten werkzaam
in het voortgezet onderwijs. Van de Kennisnet inDruk bestaat ook
een aparte uitgave voor het basisonderwijs en het middelbaar
beroepsonderwijs. Het blad is ook digitaal (pdf-file) beschikbaar op
indruk.kennisnet.nl.
Uit deze uitgave mag niks worden verveelvoudigd (waaronder
begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of
openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, behoudens in geval de
verveelvoudiging van de inhoud van deze uitgave plaatsvindt onder
de licentie “naamsvermelding, niet-commercieel, geen afgeleide
werken” als gehanteerd door Creative Commons.
Hoofdredactie: Petra Balk
Eindredactie: Jiska Verschoor
Tekstbijdragen: Trea Scholten, Truus Groenewegen,
Edith van Gameren, Marie-Louise Schonewille, Bram Litjens,
Frans Schouwenburg, Mariëtte Siemons, Jiska Verschoor
Fotografie: Bastiaan van Musscher
Vormgeving: The Public Group, Rotterdam
Druk: OBT de Bink, Leiden
Issn: 1571-2427
Reacties en suggesties: [email protected]
Op reportages en interviews, foto’s en illustraties berusten
auteursrechten.
mogelijkheden en toepassingen van cloud computing in het
onderwijs. Verder is er aandacht voor privacy-, security- en
dataportabiliteitaspecten van cloud computing. Meer weten
of aanmelden: www.surf-academy.nl/programma/event/?id=392