inDruk VO winter 2009

16
Het nieuwe leren in Druk VO winter 2009 vo-content.nl: hét zoekportaal voor open leermateriaal T H E M A : De school van de toekomst

description

Het nieuwe leren De school van de toekomst vo-content.nl: hét zoekportaal voor open leermateriaal E M A : T H

Transcript of inDruk VO winter 2009

Page 1: inDruk VO winter 2009

Het nieuwe leren

inDrukVO winter 2009

vo-content.nl: hét zoekportaal

voor open leermateriaal

TH

EMA:

De school van de

toekomst

Page 2: inDruk VO winter 2009

Help, ik word als mijn vader!

Mijn vader was een notoire knipper. Niet als kapper, maar hij las de krant met een schaar, of op zijn minst met een pen in zijn hand. Bij elk artikel dat hij belangwekkend vond, en dat waren er nogal wat, schreef hij dan “uitknippen!”

In de weekends vormden zich stapeltjes voor verschillende van zijn kinderen of voor zijn eigen archieven. Mijn oudste broer kreeg alles over cricket en het voetbal van de club waarvoor hij speelde. Een andere broer studeerde Nederlands. Dat was altijd een flinke stapel. Recensies, interviews en wat er maar meer kwam. Ik kreeg alles waarin het woord onderwijs voorkwam. Op verjaardagen werden plastic tasjes met verzamelde artikelen en bewaarnummers van kranten of tijdschriften uitgedeeld. Als jongens schaamden we ons rot. Overal waar hij kwam had hij wat artikeltjes of tijdschriften bij zich. We dachten dat het minder zou worden wanneer hij met pensioen zou zijn, maar het werd alleen maar erger. Nu had hij alle tijd om op de fiets zijn ronde te maken en bij de ene broer op het werk iets te kopiëren om het bij de andere broer in de bus te gooien.

De wereld veranderde hem iets te hard. Op zijn werk deed de computer z’n intrede en hij besloot vervroegd te stoppen in plaats van zich te laten bijscholen. Maar goed ook. Hij was verslaafd geworden als hij mij aan het werk had gezien.

Ik ontbijt tegenwoordig met de digitale Volkskrant. Speurend naar nieuws dat ik diezelfde dag nog kan gebruiken in een presentatie of zo en nog steeds werkend aan mijn eigen collectie mooie foto’s. In het bovenhoekje van mijn beeldscherm schijnt subtiel een geel zonnetje: Jing.com. Als ik erop klik opent zich een kader dat mee schuift met de muis. Ik omlijst met een fel geel lijntje de foto waarop ik mijn oog heb laten vallen en druk op de bewaarknop. De foto wordt verstuurd naar www.screencast.com, de verzamelbak voor al mijn foto’s en artikelen. Ik kies er soms voor om mijn digitale knipsel meteen door te sturen naar een collega of een familielid. Steeds vaker eigenlijk. De leraar in mij voelt zich helemaal in zijn hum met zulke nuttige tools. Echt iets voor u dus! U mag deze Indruk natuurlijk weer helemaal verknippen.

Frans Schouwenburg sectormanager po

Wilt u meer informatie, samenwerken met Kennisnet of heeft u vragen? Mail de redactie: [email protected]

Leraren leren van elkaar. Upload uw video op Leraar24

Leraar24 is een online platform van, voor en door

leraren, bedoeld om u te ondersteunen bij het

uitoefenen van uw beroep. Met Leraar24 kunt u

zich op elk moment van de dag efficiënt en

kosteloos informeren en verder groeien in uw vak.

In de dagelijkse praktijk kunt u tegen vraagstukken aanlopen waarover u graag meer wilt weten. Of waarover u misschien wel met collega-leraren ervaringen wilt uitwisselen, maar uw tijd is beperkt. Dan kunt u hier terecht. Leraar24 is als het ware een online gereedschapskist vol praktische oplossingen en voorbeelden die u direct in uw dagelijkse onderwijs kunt toepassen.

Doe mee!U kunt op allerlei manieren bijdragen aan Leraar24. Heeft u bijvoorbeeld een inspirerende of instruerende video die u graag wilt delen met uw collega’s, dan kunt u deze uploaden via www.leraar24.nl/doe-mee. Ook kunt u meepraten op het forum van Leraar24 of reageren op de geplaatste video’s.

www.leraar24.nl

2 Kennisnet • inDruk VO • winter 2009

inhoud winter 2009

van de redactie 2nieuwe ontwikkelingen 3ambassadeurs 4communicatieplatform 5 inovatie 6talentontwikkeling 7vo-content.nl 8

Wikiwijs 9het nieuwe leren 10Onderwijsvernieuwing 11leeromgeving 12ELO 13onderwijsmethoden 14nieuws 16

Page 3: inDruk VO winter 2009

Wat wij van de Amerikanen kunnen leren. En andersom.

In de VS is ict volledig binnen het onderwijs geïntegreerd.

Dat is althans een gedachte die onder sommige docenten

leeft. Is dat inderdaad zo? En hoe flexibel is het onderwijs

op een meer vooruitstrevende Amerikaanse school

ingericht? Kees Streng, Rector van Scholengemeenschap

Were Di (2.300 leerlingen) uit Valkenswaard ging op

studiereis naar San Diego en bracht een bezoekje aan

‘High Tech High’.

Voordat we de oceaan oversteken, eerst de vraag hoe het onderwijs op Were Di is vormgegeven. Kees: “We zijn een brede en grote scholen- gemeenschap. Toch zullen leerlingen die omvang niet direct ervaren, omdat we over vier gebouwen – allemaal met een eigen fietsen- stalling, receptie, conciërge, directie en onderwijsteam - beschikken. Een soort campusomgeving dus, inclusief forse binnen- en buiten- sportaccommodaties. Als je praat over het nieuwe leren, dan zie je dat vooral in het vmbo terug. Daar wordt al zes jaar betekenisvol geleerd, waarbij leerlingen veel kunnen kiezen, bijvoorbeeld hoe ze een opdracht – bij ons prestatie genoemd – uitwerken.”

“We hebben docenten gevraagd welke faciliteiten zij in de toekomst nodig dachten te hebben. Daaruit bleek dat één op de drie lokalen niet meer klassikaal hoefde te worden ingericht.“

Onderdompelen in vreemde talen Die opdrachten worden meestal door een docent gegeven. Kees: “Maar de opdrachtgever kan ook een ouder, zorginstelling of bedrijf zijn. Een voorbeeld is een ontdekkingsreis, waarbij leerlingen een folder voor de VVV samenstellen en aspecten als woonomgeving, bevolking, werkgelegenheid, recreatie en culturele highlights in kaart brengen. Of neem de onderdompelingmethode. Leerlingen werken dan intensief met een moderne vreemde taal, bijvoorbeeld met native

speakers, via websites in Engels of Duits. Daar zit dus een ict-component in.” Bij het ontwerp van de gebouwen in 2002, is duidelijk rekening gehouden met het onderwijs van bijvoorbeeld 2010. “We hebben docenten gevraagd welke faciliteiten zij in de toekomst nodig dachten te hebben. Daaruit bleek dat één op de drie lokalen niet meer klassikaal hoefde te worden ingericht. Je vindt bij ons dus veel groepswerkplekken en –pleinen. Omdat ook de computerdichtheid hoog is, dwingen de gebouwen ander, meer ict-georiënteerd, onderwijs af. ”

“Omdat er geen schoolboeken worden gebruikt, halen leerlingen én docenten veel materiaal van internet.“

Leren in een voormalige kazerneOok één van de panden van High Tech High heeft een futuristische uitstraling, want het schoolgebouw bestaat uit een oude kazerne waar glazen schotten in zijn geplaatst. De leerlingen werken aan complexe opdrachten in ruimtes die zijn ingericht als volwaardige multimedia- studio’s. Toch is het onderwijs docentgestuurd. Kees: “Maar wel in projectvorm. Docenten van verschillende secties werken binnen die projecten samen, maar de leerling heeft weinig keuzevrijheid. Die ruimte is er wél bij het ‘toetsen’. Dat vindt meestal plaats via voortgangs- rapportages en presentaties. Omdat er geen schoolboeken worden gebruikt, halen leerlingen én docenten, veel materiaal van internet. Bijna al het materiaal wordt digitaal aangeboden. De Amerikaanse docenten zijn verder en vaardiger in het ondersteunen van de leerlingen. Bovendien legt de school hen wat dat betreft geen beperkingen op. Dat durven wij hier – nog - niet. Al met al denk ik dat de Amerikaanse docenten ook behoorlijk van ons onderwijs op zouden kijken, net als wij van de aanpak op High Tech High!”

www.sgweredi.nl

Kennisnet • inDruk VO • winter 2009 3

nieuwe ontwikkelingen

Page 4: inDruk VO winter 2009

Ambassadeur Boris Berlijn (Ashram College, Alphen aan den Rijn):

“De olievlekwerking gaat dit jaar op gang komen”

Boris Berlijn is alweer dertien jaar als Docent Aardrijkskunde en Economie in het vmbo en de

havo/vwo onderbouw actief. Het ambassadeurschap kwam daar ruim een jaar geleden bij.

“Op dat moment deed ik al vrij veel met digitale scholborden. Omdat het begeleiden van het

implementatietraject onderdeel was van het ambassadeurschap, heb ik meteen

gesolliciteerd.”

Inmiddels is het digibordgebruik flink toegenomen. “Ik schat dat we nu zo’n twintig smartboarden hebben. Bovendien is het sinds dit jaar verplicht om de werkwijzers en de leerstofjaarplanners binnen de elektronische leeromgeving te plaatsen. De elo is nu een beetje ‘het ding’ en de olievlekwerking gaat dit schooljaar op gang komen.” Om dat proces te stimuleren, is in 2008 een nieuw schoolplan opgesteld. Bovendien wordt nu de laatste hand aan het ict-beleidsplan gelegd. Boris: “Dat verkeert in de afrondingsfase, waarbij we secties gaan vragen wat ze precies willen en vastleggen welke doelen wanneer moeten worden bereikt.”

Meenemen, terugkoppelen en delenBij het bepalen van de schoolbrede ict-ambities, bood het Vier in Balans model houvast. “Dat geldt ook voor het ambassadeurschap,” zegt Boris. “Ik vind het heel erg goed en prettig om bijeenkomsten bij te wonen en praktijkervaringen uit te wisselen. Wij zijn misschien wat verder met digitale schoolborden, een ander weet meer van het ontwikkelen van digitale opdrachten. Hoe doe je dat? Waar moet je op letten? Al die inzichten neem ik mee naar onze school en koppel ik terug naar beleidsmakers of mededocenten, zoals bij tips over het opslaan en delen van digitaal leermateriaal of de implementatie van de elo.”

Hakken in het zandBoris brengt ook zelf expertise in. “Ik heb al diverse workshops over digitale schoolborden verzorgd. De kern? Als je het laagdrempelig maakt, kun je weerstanden – sommige mensen zullen de hakken in het zand zetten omdat ze bang zijn dat het veel tijd kost of omdat het overzicht ontbreekt – overwinnen. Je moet mensen een beetje bij de hand nemen. Innovaties kun je bijna niet afdwingen. Je moet goodwill kweken en duidelijk maken wat de voordelen zijn. Dat een tijds- investering nu, later tijd kan besparen, bijvoorbeeld omdat je materiaal kunt hergebruiken en uitwisselen.” Hoewel het ambassadeur- schap natuurlijk ook tijd kost, heeft Boris dat er graag voor over. “Ik leer er zo veel van, dat ik het zelfs jammer vind dat er in het tweede ambassadeursjaar minder bijeenkomsten worden georganiseerd!”

www.ashram.nl

“De school van de toekomst? Ik denk niet dat het onderwijs binnen nu en 20 jaar volledig elektronisch zal worden. Dat lijkt me larie, want we vinden het allemaal té leuk om voor de klas te staan! Maar ik verwacht wel dat we, als we straks terugkijken op deze periode, moeten lachen om hoe nieuw de elo toen was. Ik denk dat de elektronische leeromgeving centraal komt te staan en dat learning on demand en online lessen, zeker bij voorhoedescholen, een grote vlucht zullen nemen.”

4 Kennisnet • inDruk VO • winter 2009

ambassadeurs

Page 5: inDruk VO winter 2009

SURFnet en Kennisnet: vijf jaar samenEerste jubileum voor onderwijsproeftuin

Vijf jaar geleden startte het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma: een proeftuin waarin de twee organisaties samen zoeken

naar nieuwe, innovatieve ict-toepassingen voor het onderwijs. Bij het eerste jubileum kijken de twee programmamanagers

Madelief Keyser (Kennisnet) en Petra Boezerooy (SURFnet) terug én vooruit. “Onze kracht? Wij durven projecten op te starten met

het risico dat ze misgaan. Dat hoort bij innovatie.”

“Het videoplatform”, antwoorden Keyser en Boezerooy eensgezind op de vraag naar hét succesproject van vijf jaar SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma. Een project gedreven door complexe technologie achter de schermen, met een scherp oog voor de educatieve toepassing en de vraag vanuit de onderwijspraktijk. Kort door de bocht is dat ook de manier waarop de twee organisaties elkaar in het programma aanvullen.

KoplopersDe visie achter het programma is simpel: innovatie in het onderwijs stimuleren. In het héle onderwijs, want SURFnet is er voor het hoger onderwijs, terwijl Kennisnet het primair en voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs bedient. “We doen voort- durend technologieverkenningen. Zoektochten naar de nieuwste technologieën, zowel binnen als buiten het onderwijs”, legt Keyser uit. “Samen met docenten, de mensen uit de praktijk, bepalen we of een technologie kans- rijk is. Daarna starten we een haalbaarheids- studie of een pilot. Als die succesvol is, ontwikkelen we die tot een dienst.”

Snelle ontwikkelingOnderzoek doen aan de grenzen van de technologie betekent dat het programma af en toe voor de troepen uitloopt. Keyser: “Dat is juist onze kracht: we durven projecten op te starten met het risico dat ze misgaan. Omdat de techniek nog niet genoeg door- ontwikkeld is, of omdat er geen toegevoegde waarde voor het onderwijs blijkt te zijn.” Dat wil nog niet zeggen dat zo’n onderzoek voor niets is geweest; de techniek ontwikkelt zich razendsnel.

Onderwijs van de toekomstDe lijst veelbelovende ontwikkelingen is lang: touchscreen toepassingen, virtuele werelden, augmented reality en cloud computing zijn maar een paar technologieën die volgens de programmamanagers gemeengoed gaan worden. Over hét onderwijs van de toekomst doen Keyser en Boezerooy trouwens geen uitspraken. Keyser: “We onderzoeken welke technologieën mogelijk interessant zijn en we maken de wensen van instellingen technisch mogelijk. Maar wij bepalen niet hoe het onderwijs eruitziet; dat doen de onderwijsinstellingen zelf.”

www.surfnetkennisnet.nl

Anders lerenHeel wat toepassingen hebben inmiddels wél hun weg gevonden naar klaslokalen en collegezalen. Daardoor hebben de programmamanagers de onderwijspraktijk de afgelopen vijf jaar behoorlijk zien veranderen. Boezerooy: “Wat vooral anders is geworden, is de manier waarop leerlingen en studenten leren. Digitale schoolborden, en het gebruik van video en mobiele toepassingen zijn niet meer weg te denken.” Keyser vult aan: “Plaats en tijd zijn minder belangrijk geworden. Jonge mensen kunnen steeds vaker zelf bepalen waar en wanneer ze leren. Ze leren woordjes op hun mobiel, of bekijken een weblecture.”

Madelief Keyser Petra Boezerooy

Kennisnet • inDruk VO • winter 2009 5

SURFnet/Kennisnet

Page 6: inDruk VO winter 2009

Praktijkgericht innoveren in het vmbo:

“Actief onderwijs werkt motiverend en stimulerend”

Op het Sittardse DaCapo College, een vmbo instelling, gaan theorie en praktijk hand in hand. “Onze leerlingen zijn dan ook

typische doe leerlingen,” vertelt Ben Thomas, docent Techniek en brugklascoördinator. “We proberen het passieve onderwijs –

leerlingen die in lesbankjes zitten – steeds vaker te doorbreken met actieve werkvormen, zodat ze extra worden gemotiveerd.”

Eén van de initiatieven is het talent- ontwikkelingsprogramma voor de totale onderbouw. Ben: “We zijn lange tijd een vrij behoudende school geweest. De laatste jaren zijn we echter bezig om de zaak te vernieuwen. Maar wel in een rustig tempo.” Het talentprogramma is gebaseerd op de gedachte dat iedere leerling specifieke competenties heeft. “Als een leerling ergens goed in is, kan dat talent beroepsmatig worden ontwikkeld. Om de individuele vaardigheden in kaart te brengen, hebben we vijftien ‘talenten’ gedefinieerd, variërend van drama en filosofie tot sport, back to nature en techniek. Iedere leerling geeft vier voor- keuren op en neemt dan deel aan twee workshops per leerjaar. Zo kunnen ze proeven van meerdere talentrichtingen.”

Focus op de praktijkDe workshops bestaan uit een groot aantal sessies. “In totaal volgen ze per leerjaar twee workshops. Elke workshop duurt 15 weken. De workshops zijn sterk praktijkgericht. Bij horeca leren ze bijvoorbeeld wel iets over producten, maar zo’n 95% van de tijd is ingeruimd voor koken, serveren, het organiseren van feestjes et cetera. Of neem de richting Technostroom. Daar kunnen de leerlingen, onder begeleiding van twee docenten, puzzels uitzagen, nestkastjes timmeren of een decoratieve graffitiwand voor in de hal bouwen. Soms komen ze dan ‘als vanzelf’ in aanraking met andere leer- wegen, zoals de schildersafdeling als ze gebruik willen maken van de spuitcabine.”

Geweldig stimulerendIct speelt binnen de workshops nog een ondergeschikte rol. Ben: “Er zaten nogal wat haken en ogen aan het gebruik van ict. Zo vielen systemen soms uit en dat wekt ergernis op.” Directeur Jan van Nierop onderschrijft dit. “We beschikten tot voor kort over matige internetverbindingen en de servers konden het verkeer niet altijd aan. Maar het laatste half jaar hebben we, mede dankzij Kennisnet, flink in de infrastructuur geïnvesteerd. Zo zijn we inmiddels aangesloten op het glasvezelnetwerk. Nu is het tijd voor de voorkant: er zijn 15 activeboards aangeschaft en een leerling- volgsysteem annex elo is de volgende stap.” Ben: “Als het straks allemaal goed

functioneert, wordt het misschien vaker gebruikt.” Maar toch: onze leerlingen zijn natuurlijk doeners.” De workshops zijn in ieder geval enthousiast ontvangen. “Dat merk ik ook aan de inschrijvingen, want veel leerlingen die vorig jaar aan Technostroom deelnamen, hebben zich nu weer aangemeld. De grootste meerwaarde is dat we leerlingen kennis kunnen laten maken met meerdere vakgebieden. Zo hebben ze eerder door wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn. Bovendien motiveert deze actieve vorm van onderwijs enorm. Ik zou het andere scholen dan ook absoluut willen aanraden. Het werkt geweldig stimulerend!”

www.dacapo-college.nl

6 Kennisnet • inDruk VO • winter 2009

innovatie

Page 7: inDruk VO winter 2009

“Talentontwikkeling is geen sluitstuk”De Rotterdamse scholengemeenschap Melanchthon omarmde dik twee jaar geleden de Bredeschoolgedachte. Talentontwikkeling

staat op haar vmbo-scholen dan ook centraal. Het is niet iets naast het verplichte lesprogramma, maar maakt integraal deel uit

van het curriculum.

Algemeen rector Jan Kweekel spreekt zich duidelijk uit: talentontwikkeling is geen sluitstuk van het onderwijs en is daarom opgenomen in het lesprogramma zelf. ‘Als een kind bijvoorbeeld goed is in schaken dan bieden we niet een kwartier schaken buiten de les aan. We integreren het op allerlei manieren en in allerlei vormen in het lesprogramma. De moderne communicatiemiddelen vervullen hierbij een standaard rol.’ Ook stimuleert Melanchthon haar leerlingen zoveel mogelijk naar buiten te treden. ‘Ze vinden het over het algemeen fantastisch om mee te doen aan een festival of wedstrijd. Het is iets waar ze trots op zijn. De mensen zien bovendien dat onze leerlingen tot veel meer in staat zijn dan de media ze doen geloven.’

Verplichte talentontwikkelingDe vmbo-school Prinses Irene aan de Teldersweg loopt binnen Melanchthon voorop wat betreft talentontwikkeling. Het is een zogeheten niveau 3-school, ‘maar dan wel 3 met een plus’. Adjunct-directeur Arjan van ’t Land legt uit: ‘Normaal gesproken biedt je met niveau drie vijf dagen per week iets aan op het gebied van talentontwikkeling. Deelname is vrijwillig. Op Prinses Irene gaan we een stap verder. Hier nemen de derdeklassers verplicht vier uur per week deel aan een van de activiteiten. We noemen dat niveau 3+.’

DagarrangementDe activiteiten zijn ondergebracht in drie interessegebieden. Arjan: ‘Na een bezoek aan een school in Oslo en onderzoek onder de leerlingen hebben wij de interessegebieden ‘Media en Design’, ‘Natuur en Sport’ en ‘Theater’ opgenomen in het curriculum.’ Ook het rooster is aangepast. ‘Een dag in de week krijgen de leerlingen een dagarrangement. Ze komen om 8.30 uur binnen en stoppen om 15.30 uur. Op die dag is lesuitval niet mogelijk. Docenten vangen elkaars lessen op bij ziekte.’

InvesterenZowel Jan Kweekel als Arjan ’t Land benadrukken het belang van de ontwikkeling van ict-vaardigheden. Arjan: ‘Mede daarom hebben we geïnvesteerd in een lokaal met maar liefst 25 Mac-computers voor ‘Media en Design’. Jan vult aan: ‘Leerlingen kunnen vanuit thuis inloggen op het schoolnetwerk om huiswerk of instructies op te halen. We geloven in ict, maar persoonlijk contact met de leerlingen blijft – met name in het vmbo – heel belangrijk!’

www.melanchthon.nl

Kennisnet • inDruk VO • winter 2009 7

xxxtalentontwikkeling

Page 8: inDruk VO winter 2009

VO-content.nl: hét zoekportaal voor open leermateriaal

Op zoek naar gedigitaliseerd open leermateriaal voor vmbo, havo of vwo? Sinds 1 oktober kunt u daarvoor terecht op het

landelijk zoekportaal voor open leermateriaal: www.vo-content.nl. Door te zoeken op schoolsoort, vak, leerjaar en

trefwoorden hebt u toegang tot een ruime keuze aan vrij te gebruiken leermateriaal.

De open leermaterialenbank is een initiatief van de VO-raad. ‘Maar hij was er niet gekomen zonder de ondersteuning van Kennisnet’, erkent Sjoerd Slagter, voorzitter van de VO-raad. ‘De bank is technisch én inhoudelijk een groeibank. Voor de groei is samenwerking met Wikiwijs essentieel. Vanaf 2012 dekt de leermaterialenbank alle kerndoelen en eindtermen van praktijkonderwijs tot en met gymnasium. Dan is er leermateriaal te vinden voor circa 18.000 uur onderwijstijd.’

KwaliteitDiverse aanbieders vullen de bank: docenten, scholengroepen, vakontwikkelgroepen en gesubsidieerde initiatieven voor leermateriaalontwikkeling. Uiteraard moet het materiaal van goede kwaliteit zijn. De VO-raad heeft daarom de landelijke stichting voor leerplanontwikkeling SLO gevraagd de kwaliteit van het materiaal te bewaken. De stichting gaat zorgen voor een certificeringsysteem van aanbieders. Daarnaast reflecteren groepen gebruikers op het materiaal en kunnen bezoekers met één muisklik het materiaal waarderen.

Afgewogen mixSlagter: ‘Met het zoekportaal willen we het aanbod van open leermateriaal zo transparant en bruikbaar mogelijk maken voor alle docenten en leerlingen in het voortgezet onderwijs. Het is uiteraard niet de bedoeling dat scholen al hun leerboeken op de brandstapel gooien. Door de bank komen ze tot een afgewogen leermaterialenmix. Ze kunnen naast elkaar gebruikmaken van open en commercieel materiaal, boekmateriaal en digitaal materiaal. Docenten hebben zo iets te kiezen.’ Variëteit in leermateriaal is bovendien inspirerend voor de leerling, stimuleert talentontwikkeling en sluit aan bij de wens om ICT een plaats te geven in de klas.

www.vo-content.nl

Hoe werkt het?Bent u op zoek naar een havo-les Frans met

diverse leesvaardigheidsoefeningen op het thema La famille? Of zoekt u een vwo-startles met als thema Food and

Drink, waarbij leerlingen onder andere reflectievragen moeten beantwoorden en een starttest doen? Of wilt u op vmbo-niveau hydrauliek

uitleggen en zoekt u leermateriaal voor het overbrengen van krachten via een vloeistof of een gas?

Op VO-content.nl vindt u hiervoor gratis leermateriaal. Als u het materiaal wilt inzien of gebruiken, moet u eerst inloggen. Dat kan met een schoolaccount. Bijna alle scholen

werken met eigen inlogaccounts (schoolaccounts), bijvoorbeeld om in te loggen op een intranet of elektronische leeromgeving. Dit account kunt u gebruiken om toegang te krijgen tot de leermaterialen van VO-content. U kunt natuurlijk ook een individueel account aanmaken. Dat is gratis en gaat heel eenvoudig op account.kennisnet.nl.

8 Kennisnet • inDruk VO • winter 2009

vo-content.nl

Page 9: inDruk VO winter 2009

Frans Schouwenburg over onderwijsambities:

“We kunnen gaan doemdenken,

maar we kunnen ook onze

creativiteit inzetten”Nederland wil zich ontwikkelen tot een kenniseconomie met een goede internationale

concurrentiepositie. Maar om die stevige (Lissabon) doelstelling te behalen, moet er

veel gebeuren, ook in het onderwijs. De kloof tussen school en werk moet worden

gedicht en leerlingen moeten beter op de moderne maatschappij worden voorbereid.

Kunnen docenten daar een bijdrage aan leveren? Volgens Frans Schouwenburg,

sectormanager po en vo bij Kennisnet, is het antwoord op die vraag een volmondig

‘ja’: “De belangrijkste schakel die om moet, is die in je hoofd.”

Frans heeft persoonlijk ervaren hoe het is om een nieuwe onderwijsvorm in te vullen. “Lang voordat ik bij Kennisnet begon, was ik docent in het kort middelbaar beroeps- onderwijs. Daar werden leerlingen op assistent-niveau opgeleid. Wat het kmbo zo bijzonder maakte, was dat er geen materialen of methodes voor bestonden. We moesten alles zelf ontwikkelen. Omdat dit mijn eerste onderwijservaring was, dacht ik dat dit de kern van het leraarschap was. Achteraf bezien, was die periode voor mij heel bepalend. Bij al het materiaal dat ik maakte, wilde ik het leereffect bij mijn leerlingen zien.”

Urgentie om te vernieuwen is grootVolgens Frans “is de urgentie om te vernieuwen groot. Niet alleen vanwege onze internationale concurrentiepositie, maar ook omdat uit onderzoek blijkt dat er leerwinst te behalen is door nieuwe inzichten toe te passen. Daar wordt nog te weinig mee gedaan. We moeten nieuwsgieriger worden en wetenschappelijke inzichten benutten. Een aansprekend voorbeeld van nieuwsgierigheid vind ik het ‘human genome project’. Wetenschappers zijn decennia bezig geweest om het menselijk genoom in kaart te brengen. Monnikenwerk! Maar we hebben nu wel een blauwdruk van de mens. Waarom?

Omdat we nieuwsgierig zijn. Als je dat vergelijkt met het onderwijs; we weten nog niet eens precies wat wel en niet werkt en doen veel dingen op gevoel. Dat vind ik een gemiste kans.”

Laat je idealisme spreken!Een mogelijke verklaring is de wat afwachtende onderwijscultuur. Frans: “Mensen wachten tot aan alle randvoor- waarden is voldaan en dat kan lang duren. Ik denk dat docenten voor een belangrijke vraag staan: wil je alles op alles zetten om leer- lingen zo goed mogelijk in het leven te zetten – met alle veranderingen van dien – of vaar je een meer behoudende koers? Ik wil docenten uitdagen om de leereffecten te onderzoeken. Dus laat je idealisme spreken en zet die knop om! Er zijn genoeg initiatieven, zoals online communities, Wikiwijs en Leraar24, waar je bij kunt aanhaken. Kijk, je kunt er donder op zeggen dat we de komende jaren bezuiniging op bezuiniging over ons heen krijgen. Dan kunnen we gaan doemdenken. Maar we kunnen er ook onze creativiteit tegenover stellen!”

www.leraar24.nlvakcommunitiesvo.kennisnet.nlwww.wikiwijs.nl

“De belangrijkste schakel die om moet, is die in je hoofd.”

Kennisnet • inDruk VO • winter 2009 9

wikiwijs

Page 10: inDruk VO winter 2009

De school van de toekomstDoor alle technologische vernieuwingen kunnen we straks altijd en overal leren. Kennisnet-

innovatiemanager Stephanie Ottenheijm kijkt in de toekomst.

‘De nieuwe ontwikkelingen en toepassingen gaan razend snel. Er is inmiddels veel technologie de scholen binnengesleept, maar een vanzelfsprekende integratie tussen ICT en onderwijs ontbreekt nog. Het huidige onderwijsmodel uit de 19de eeuw is wellicht niet meer passend als we naar de toekomst kijken. Daarom schetst Kennisnet beelden van die toekomst. Wat speelt er allemaal en waar biedt ICT voor het toekomstige onderwijs oplossingen en mogelijkheden? Het is niet zo dat alles wordt vervangen, het is en-en.’

Tal van mogelijkheden‘Presentielijsten kun je bijvoorbeeld vervangen door RFID-tags (red.: radio frequency identification). Dat zijn chips waarmee je mensen kunt ‘volgen’. Denk aan de nieuwe OV-kaart. Een dergelijke tag maakt ook studeren buiten school mogelijk: je weet waar je leerlingen zijn. Een ander voorbeeld is augmented reality: hiermee voeg je iets virtueels toe aan de realiteit. Funda gebruikt dit al. Je richt de camera van je mobiel op een huis en je krijgt gelijk alle

Het nieuwe leren is geen science fictionProject ‘Leren van de toekomst’ toont de voordelen van nieuwe technologieën voor het onderwijs

Drie weken lang les krijgen en les geven met behulp van de nieuwste technologie.

Daar draait het om in het project ‘Leren in de toekomst’. In dit unieke project voor

bovenbouw PO trekt Kennisnet samen op met leerkrachten, SURFnet,

onderwijskundigen, TNO en leveranciers. Doel: in de praktijk laten zien, maar

vooral ervaren welke didactische voordelen de nieuwste technologie biedt.

Combinatie van innovatie en traditieEn die voordelen zijn legio. Programmamanager Bart Lamot licht toe: ‘Minder handmatig nakijkwerk betekent bijvoorbeeld meer tijd en aandacht voor de verschillende niveaus in de klas. Aardrijkskunde leren via een Ren je rot-achtig spel, beklijft beter dan turen in een atlas. Vaak worden van de digitale leermiddelen alleen de standaardtoepassingen gebruikt. Met dit project laten we zien hoe lesgeven er over vijf tot tien jaar uitziet.’ Dus toch science fiction? Bart: ‘Nee. We willen zoveel mogelijk scholen aanspreken. Daarom kiezen we doelbewust voor een combinatie van traditie en innovatie. Traditioneel kennis overdragen blijft naast ontdekkend leren namelijk altijd bestaan. ‘

verkoopinformatie. Dit kun je ook in onderwijssituaties op locatie toepassen. Bij het geboortehuis van bijvoorbeeld Michiel de Ruyter krijgen leerlingen via hun mobiele telefoon informatie over hem. Zo worden de lessen veel beeldender en levendiger en kun je van elke ruimte een passende leeromgeving maken.’

De komende maanden concretiseert Kennisnet samen met het onderwijsveld deze en andere beelden om helder te krijgen hoe de school van de toekomst eruit kan zien.

Begin 2010 vindt de pilot van drie weken plaats op een school in Eibergen. Bart: ‘De komende maanden proberen we voorafgaand aan de pilot verschillende apparaten op verschillende scholen uit. De ervaringen verwerken we samen met de partners in een lesplan. Ook spijkeren we de komende docenten bij in het gebruik en de mogelijkheden.’ Vanaf begin november kan iedereen het project volgen via www.hetlerenvandetoekomst.nl. ‘Juist input vanuit VO is welkom. Dus denk vooral met ons mee!’

www.hetlerenvandetoekomst.nl

10 Kennisnet • inDruk VO • winter 2009

het nieuwe leren

Page 11: inDruk VO winter 2009

Als guerrilla het onderwijs veranderen

Fons van den Berg zou graag helemaal opnieuw

willen beginnen met het Nederlandse onderwijs. Hij

zou het heel anders doen. ‘We leven al bijna tien jaar

in de 21e eeuw, maar het onderwijs is grotendeels nog

steeds hetzelfde als in 1960, 1970, 1980. De wereld

verandert, maar het onderwijs verandert nauwelijks mee.’

Natuurlijk is het lastig om te vernieuwen vanuit een bestaande situatie, dat beseft Fons zich heel goed. ‘Het is een combinatie van angst voor het nieuwe en prima uit de voeten kunnen met het bestaande. Docenten die dertig jaar voor de klas staan en hun verhaal te vertellen, vinden dat hun methode prima werkt. Dat kunnen ze heel goed nog jaren volhouden. En ze zijn niet weg te krijgen, zoals in het bedrijfsleven. Waanzin.’

ToekomstVolgens Fons zijn leerlingen de drijvende kracht van technologie, niet docenten. Leerlingen chatten, zetten filmpjes online en Hyven. Maar dat leren ze zichzelf allemaal thuis. Het zijn belangrijke vaardigheden die ze ook op school zouden moeten leren. ‘Want wat doen we in het onderwijs? We bereiden kinderen voor op de toekomst. Maar wat is die toekomst? Dingen als de klimaatproblematiek zagen we tien jaar geleden niet aankomen. Onderzoek wijst uit dat 35% van de leerlingen terechtkomt in banen die nu nog niet bestaan.’

CreativiteitLeerlingen hebben veel meer aan een set vaardigheden om te kunnen schakelen in een wereld die continu verandert. ‘Ze moeten leren omgaan met informatie, die op waarde kunnen schatten en op waarheid kunnen toetsen. Docenten (en ouders) kennen alleen het onderwijs dat ze zelf hebben gehad. Ze beheersen moderne vaardigheden vaak onvoldoende, meent Fons. ‘Daar moet je creatief voor zijn. En creatieve docenten houden het niet lang vol in het onderwijs, worden afgestompt door wet- en regelgeving. Als je in veertig weken een methode moet afwerken, blijft er weinig ruimte over voor creativiteit.’

PotentieelNa dertien jaar werken in het onderwijs, wil Fons nu als een guerrilla van buitenaf het onderwijs veranderen. Hoe precies weet hij nog niet. Maar hij zou graag met een club dapperen een nieuwe school starten. Vanuit het bedrijfsleven of de gemeenschap, niet de overheid. Waar mensen uit het bedrijfsleven en ouders in de klas staan. ‘Het potentieel van ouders wordt te weinig benut. Gebruik ze niet alleen voor organisatorische dingen, maar ook voor onderwijs. Als het over duurzame energie gaat, heeft een ouder die bij Shell werkt een boeiender verhaal dan een docent die vijftien jaar geleden Scheikunde studeerde. De tijd is rijp voor een nieuwe schoolstrijd. Er hangt iets in de lucht.’

Profiel twitter.com/helikonName Fons van den BergWeb www.helikon.nl/Bio Apple Distinguished Educator, blogging on Mac, education, technology, creativity & innovation

Zie ook linkedin.com/in/helikon

Kennisnet • inDruk VO • winter 2009 11

onderwijsvernieuwing

Page 12: inDruk VO winter 2009

Talent herkend, talent erkendWat doe je als je leerlingen het na het eerste jaar niet meer leuk vinden op school? Je gaat op zoek naar de oorzaken. Dat

deed in ieder geval het Stedelijk Gymnasium in Schiedam. Na intensief overleg met alle betrokkenen, kwam de school tot een

andere onderwijsvorm en paste ook het nieuwe schoolgebouw hierop aan. Gevolg: blije leerlingen die ook op vrije dagen in

school aan het werk zijn.

Het Stedelijk Gymnasium in Schiedam had een serieus probleem. Ondanks hoge Cito-scores en aanvankelijk enthousiasme, startten veel leerlingen het tweede jaar met een motivatiedip. Om de oorzaak hiervan te achterhalen, hield het gymnasium enquêtes onder haar leerlingen. ‘De leerlingen werden te weinig uitgedaagd en wilden meer richting geven aan hun leerproces’, licht docente lichamelijke opvoeding Corinne van Schijndel toe. ‘De meeste wilden meer keuzevakken en flexibelere lestijden. Sommige wilden in school kunnen werken.’

Andere lestijdenTijdens een aantal themadagen zocht het docententeam naar mogelijke oplossingen voor deze wensen. Ook de ouders werden betrokken bij de plannen. ‘Na de inventarisatie kwamen we uit op meer keuzewerktijd, zelfstandige werkplekken en lessen van 90 minuten. Bijkomend voordeel was dat we midden in de nieuwbouwplannen zaten. We konden dus meteen de inrichting van de school meenemen in ons denken. Hoe ziet je lokaal er straks uit? Wil je een flexibele of vaste indeling? Wat wordt een stilte- en wat een overleglokaal? Hoe groeperen we de lokalen rond de pleinen?’

OverstekenWat moeten we ons bij pleinen voorstellen? Corinne: ‘Wij zijn een profielschool. Alle vakken die bij een bepaald profiel horen, ‘Mens en maatschappij wetenschappen’ en ‘Talen’ bijvoorbeeld, zijn bij elkaar gegroepeerd rondom een soort plein. Als een leerling tijdens Frans in de 40 minuten keuzewerktijd liever aan Engels werkt, dan kan hij in theorie het Talen-plein oversteken naar Engels.’

Aan het werkIn theorie? ‘We kampen helaas met ruimtegebrek. De pleinen worden ook als lesruimte ingezet. Even oversteken is dus niet mogelijk, maar is wel iets waar we in de toekomst naar toe willen.’ En de leerlingen zijn die tevreden? Corinne: ‘Het valt echt op dat op de roostervrije dinsdagmiddag steeds meer leerlingen verspreid over het pand aan het werk zijn.’ En ook Corinne zelf is positief. ‘Alle docenten werken nu met laptops en elk lokaal heeft een beamer en internet. In twee lokalen hebben we bovendien een activerend digibord. De mogelijkheden om onze visie te optimaliseren zijn er. Een docent moet nu nog wat meer improviseren en verschillende didactische werkvormen toepassen. Maar ik sta nog voor de volle 100% achter de opzet!’

12 Kennisnet • inDruk VO • winter 2009

leeromgeving

Page 13: inDruk VO winter 2009

‘Bij ons klinkt geen schoolbel’Kunst en cultuur als vertrekpunt. Geen klaslokalen en vakken, maar domeinen en thema’s. Laptops in plaats van schoolboeken.

En dat alles in een state of the art schoolgebouw dat helemaal ingericht is op het nieuwe leren. Het Amadeus Lyceum lijkt in alles

de school van de toekomst.

Het Amadeus Lyceum in Vleuten is in meerdere opzichten bijzonder. Om te beginnen is het een cultuurschool. Wat houdt dit in? Rector Jeanine Vlastuin: ‘Bij ons zijn kunst en cultuur het vertrekpunt bij alles wat we doen. We bieden zogeheten cultuurgebaseerd onderwijs aan. We integreren bijvoorbeeld werkvormen uit de kunst- en cultuurvakken in de andere vakken en leergebieden. Verder werken we niet klassikaal en vakgericht, maar in modules van zes weken waarbij alle vakken inhaken op een inhoudelijk thema.’

Natuurlijk lerenEen leerling formuleert zelf zijn leerdoelen en bepaalt vervolgens hoe, met wie en wanneer hij een opdracht uitvoert. ‘Zo leren ze vrij natuurlijk overleggen, afspraken maken, plannen, discussiëren en presenteren.’ Ook de vorm waarin de leerlingen hun leerdoelen verwerken, is vrij. Jeanine: ‘Dat kan een krant zijn of de presentatie van een zelfgemaakte modelstoomtrein aan ouders.’

DomeinenHet gloednieuwe schoolgebouw kent geen lange gangen met klaslokalen maar zogeheten domeinen. Jeanine legt uit: ‘Een domein is een grote transparante ruimte voor maximaal 90 leerlingen. Ieder domein heeft twee glazen serres voor de centrale instructies en toetsen. In elk domein krijgen de leerlingen ondersteuning van vakdocenten en domeinassistenten.’

ELOIn de onderbouw wordt bijna alle lesstof digitaal via de ELO aangeboden. ‘Het lesmateriaal is grotendeels in eigen huis ontwikkeld. De leerlingen werken op laptops en kunnen ook thuis inloggen op het netwerk.’ Een mediatheek ontbreekt. ‘De bibliotheek zit bij ons om de hoek op de Cultuurcampus en stemt haar aanbod in overleg met ons af. Dat is natuurlijk geweldig en scheelde ons een dure investering. Daarnaast komen de leerlingen nu automatisch in aanraking met een bibliotheek.’

SchoolbelIn het Amadeus Lyceum klinkt geen schoolbel en ook het klassieke lesrooster ontbreekt. Vrijheid, blijheid? ‘Vrijheid, ja. Maar in de weekbrief staan duidelijk de opdrachten voor die week en hoe en wanneer getoetst wordt. We toetsen klassikaal, maar een optreden of een PowerPoint-presentatie is ook een goede manier om te toetsen of de student de stof beheerst.’

OnderzoekDankzij een driejarige subsidie van het innovatieproject Durven Delen Doen kon het lyceum deze specifieke vorm van onderwijs verder ontwikkelen. ‘Daarnaast wordt via Durven Delen Doen drie jaar lang ons curriculum gevolgd en onderzocht. Zo krijgen we ook nog eens belangrijke feedback. Hier volgt de theorie de praktijk in plaats van andersom. Dat is wel bijzonder.’

Zie ook:www.durvendelendoen.nlwww.amadeuslyceum.nl

Kennisnet • inDruk VO • winter 2009 13

ELO

Page 14: inDruk VO winter 2009

Iedere onderwijsvorm is uniek, maar sommige onderwijsvormen zijn unieker dan andere

Over Wings, Flightplan en uilen in het atriumHoewel de naam, minus accent grave, bij veel mensen associaties met een bekend sportmerk op zal roepen, is Nikè

oorspronkelijk de godin van de overwinning in de Griekse mythologie. Voeg twee extra e’s toe, spiegel het accent en het woord

krijgt een nieuwe betekenis, namelijk die van een innovatief en eigenwijs onderwijsconcept. Het Niekée onderwijs is het

geestkind van Jan van der Varst, de natuurkundige Bert Sterken en beeldend docent/kunstenaar Sjef Drummen. Het belangrijkste

uitgangspunt: niet de leerstof maar het leerproces hoort binnen het onderwijs centraal te staan.

Wie het officieel in 2008 in gebruik genomen pand in Roermond betreedt, valt onmiddellijk op dat de uitstraling in weinig doet denken aan een reguliere schoolomgeving. Open ruimtes domineren, kunst is royaal vertegenwoordigd en grauw behoort nadrukkelijk niet tot het kleurenpallet. “We zijn zeer trots op het gebouw,” vertelt adjunct-directeur Sjef Drummen. “Ook al omdat we in januari de Scholen- bouwprijs in de wacht sleepten, waar 146 instellingen voor waren genomineerd. We mogen ons dus twee jaar lang het mooiste school- gebouw van Nederland noemen. Maar misschien nog wel belangrijker, is dat de architectuur voorwaardenscheppend is. Het pand is, inclusief alle ict-faciliteiten, letterlijk klaar voor de 21e eeuw.”

KrankjorumHoewel oorspronkelijk bedoeld voor beroepsgericht vmbo-onderwijs, is de leerlingenpopulatie (ruim 400) gaandeweg uitgebreid met havo en vwo leerlingen. “Met de aantekening dat we dat hebben ‘ontschot’. Bij ons zitten leerlingen in gemêleerde mentorgroepen. Ze krijgen wel instructie op het eigen niveau, maar 70% van het leren vindt heterogeen plaats. Eigenlijk vinden we die hele indeling in niveaus een beetje een krankjorume constructie. Kinderen worden op hun twaalfde al gelabeld. Daar kun je ook wetenschappelijk de nodige vraagtekens bij zetten, want dit is nou net de leeftijd dat de hersenen een boost krijgen. Natuurlijk: monitoren is belangrijk, maar om kinderen dan al een label op te plakken dat ze een leven lang kan achtervolgen?”

“Onderwijs gaat om vragen”Binnen het Niekée onderwijs staat de leervraag centraal. “Onderwijs gaat niet om antwoorden, maar om vragen. Op het moment dat je kinderen kunt stimuleren om meer vragen te stellen, begint het echte

leren. Ons gebouw is dan ook één groot klaslokaal. Een soort dynamische leefwereld – een leertempel – die de groei van

leerlingen moet optimaliseren. Kijk, uiteindelijk moeten leerlingen natuurlijk slagen, maar dat papiertje is – even

gechargeerd – peanuts, als je het tegen de volledige ontwikkeling afzet. In het pand vind je allerlei

verschillende ruimtes, die niet zijn afgesloten, want het is een transparante constructie. Het gebouw is dus een klaslokaal. Maar het is ook een theater, een museum, een catwalk, een warenhuis, een beursvloer. Bovendien werken we volledig wireless en hebben alle kinderen een laptop. Ze kunnen dus leren waar ze maar willen. Het ene moment werken ze in een rustig hoekje een opdracht uit, een andere keer organiseren ze een happening in de collegezaal. Het kan allemaal.”

14 Kennisnet • inDruk VO • winter 2009

onderwijsvormen

Page 15: inDruk VO winter 2009

Iedere onderwijsvorm is uniek, maar sommige onderwijsvormen zijn unieker dan andere

Over Wings, Flightplan en uilen in het atrium

Uilen in het atriumHet leermateriaal is hoofdzakelijk ondergebracht binnen de intern ontwikkelde elektronische leeromgeving, Flightplan. “Leerlingen kunnen daar projecten volgen, die we Wings hebben gedoopt en door de docenten worden samengesteld.” Een bijzondere variant daarop zijn de zogenaamde Passion Wings. “Dat zijn projecten die de leerlingen na aan het hart liggen. Zo was er een cognitief begaafde jongen die blokkeerde nadat hij een zusje had verloren. Toen de mentor er achter kwam dat hij thuis vogelhuisjes bouwde, heeft hij voorgesteld om dat op school te doen. Na zes weken hebben we al die houten huisjes voor de school geplaatst; als een kunstproject en monument. Maar Wings kunnen ook bestaan uit bijvoorbeeld filosofie, digitale fotografie, talen of de vechtkunst Capoeira. Bovendien kunnen leerlingen zelf onderzoeksvragen voorstellen. Zo fokte een vader van één van de leerlingen uilen. Daar hebben de leerlingen een Wing omheen georganiseerd. Uiteindelijk vlogen er een tiental uilen door ons vijftien meter hoge atrium!”

Heldere structuurToch zijn boeken nog niet volledig uit beeld. “In het vierde jaar worden boeken ingezet ter ondersteuning van de examen- voorbereiding. Maar de ELO vormt de basis. Dat betekent ook dat alle docenten ‘Wings docent’ zijn en zelf materialen ontwikkelen. Om de kwaliteit te waarborgen, hebben we een format gebouwd: in Flightplan. De docent die een lesidee heeft, beantwoordt binnen de ELO een aantal vragen – gewoon door antwoordbolletjes aan te klikken – zodat een didactisch/pedagogisch verantwoorde les ontstaat. Over die structuur is heel goed nagedacht, zodat ook docenten die minder ‘contentgericht’ zijn ermee overweg kunnen.” Naast de laptops en de vaste computers (“eigenlijk is dat alweer digitale prehistorie”) wordt er veel met digitale schoolborden gewerkt. Sjef: “In alle lokalen hangen digiborden. Bovendien beschikken we over grote Macs, waar de afdeling grafimedia bijvoorbeeld webontwerpen op maakt.” Bij het doorlopen van de Wings binnen de ELO, kunnen de leerlingen kiezen voor materiaal dat specifiek op hun niveau is toegespitst óf een tandje bijschakelen. “Dat is een gaming element. Leerlingen die een volgend niveau blijken aan te kunnen, vertellen daar vaak vol trots over. En lukt het niet, dan is het heel eenvoudig om weer op het normale niveau verder te werken. Zo stimuleren we leerlingen dus, zonder dat ze het idee krijgen dat ze niet mee kunnen komen.”

www.niekee.nl

Kennisnet • inDruk VO • winter 2009 15

Page 16: inDruk VO winter 2009

Abonneer u gratis op de Kennisnet Onderzoeksreeks

De Kennisnet Onderzoeksreeks ‘Ict in het onderwijs’ is bedoeld voor management en docenten in het onderwijs en voor instellingen en organisaties die het onderwijs ondersteunen bij effectief en efficiënt ict-gebruik. Wat weten we uit wetenschappelijk onderzoek over ict in het onderwijs? Hoe kunnen scholen samen met onderzoekers voortbouwen op beschikbare resultaten uit eerder uitgevoerd onderzoek? De Kennisnet Onderzoeksreeks is de verzamelplaats voor antwoorden op deze vragen. Sluit nu een gratis abonnement af. U krijgt dan de nieuwste publicaties - gemiddeld tien per jaar - meteen toegestuurd. Zo bent u altijd op de hoogte van de nieuwste onderzoeksresultaten wat betreft ict in het onderwijs.

Kijk snel op onderzoek.kennisnet.nl

Handboek DigiBord & Didactiek

Het eerste DigiBord-handboek in de Nederlandse taal is zojuist verschenen bij uitgeverij Instruct. Dit handboek, geschreven door Allard Bijlsma en Jori Mur van de Rode Planeet, staat vol met uitgewerkte lesideeën voor verschillende schoolniveaus en vakgebieden. In vier delen beschrijven ze tientallen mogelijkheden voor het gebruik van het DigiBord, van mindmappen, interactieve lessen maken en digitaal toetsen tot het inzetten van het bord binnen docententeams en als managementinstrument. Het geheel is geïllustreerd met honderden afbeeldingen. De auteurs van het boek zijn blij verrast met de positieve reacties die ze na de presentatie op de I&I conferentie gekregen hebben. Jori Mur en Allard Bijlsma hopen dat het boek een bron van inspiratie zal vormen bij het gebruik van het DigiBord.

Het boek is te bestellen bij de Rode Planeet via www.drp.nl/digibord | Digibordboek | Algemeen

Het is duidelijk dat auteursrechtelijke aspecten hierin een nog grotere rol gaan spelen. In dit kader heeft de stuurgroep van het programma Stimuleren Gebruik Digitaal Leermateriaal met daarin onder andere de educatieve uitgeverijen en de onderwijsraden, een verkennend onderzoek laten uitvoeren door het Instituut voor Informatierecht. Hierin zijn de belangrijkste vraagstukken met betrekking tot de ontwikkeling van (open) leermiddelen beschreven.

Voor meer informatie + praktische voorbeelden kijkt u op: digitaalleermateriaal.kennisnet.nl/auteursrechten

Auteursrecht en digitaal leermateriaal

Hoofdredactie: Esther van der Zwalm > Eindredactie en coördinatie: Esther van der Zwalm > Tekstbijdragen: GOfor Productions, Einder Communicatie, Frans Schouwenburg, Point to Point Communicatie > Fotografie: GOfor Photos, > Vormgeving: GOfor Design, Den Haag > Druk: Zijlstra Drukwerk, Rijswijk > Issn: 1571-2427 Reacties en suggesties: [email protected] van teksten is toegestaan met bronvermelding. Op reportages en interviews, foto’s en illustraties berusten auteursrechten.

colofon > Kennisnet inDruk VO is een gratis blad voor docenten werkzaam in het voortgezet onderwijs. In het blad staat de praktische gebruikswaarde van Kennisnet centraal. Kennisnet inDruk is een uitgave van Stichting Kennisnet en verschijnt vier keer per jaar. Van de Kennisnet inDruk bestaat ook een aparte uitgave voor het basis onderwijs en het middelbaar beroeps-onderwijs. Het blad is ook digitaal (pdf-file) beschikbaar op indruk.kennisnet.nl

Is het werk dat ik maak als docent in loondienst van mijzelf of van mijn werkgever? Van wie is het leermateriaal dat ik maak in samenwerking met andere docenten ? Mag ik werk van anderen zonder toestemming gebruiken in mijn leermateriaal? Door de toename in het gebruik van nieuwe media worden auteursrechtelijke vraagstukken steeds relevanter.

Steeds meer docenten zijn bezig met het arrangeren en ontwikkelen van hun eigen digitaal leermateriaal. De remixcultuur, waarbij dankzij internet gebruik kan worden gemaakt van andermans creaties, had reeds zijn intrede gemaakt in onderwijsland, maar neemt door de huidige ontwikkeling nieuwe dimensies aan.