Individueel magazine

8
DAZED Street Dreams Antwerp’ s young optimists 20 years of getting away with it Antwerp Special Exclusive images by Isabelle Gheldolf Streetart, kotverhalen, Occupy Antwerp

description

Individueel magazine

Transcript of Individueel magazine

Page 1: Individueel magazine

1

DAZEDStreet Dreams

Antwerp’s young optimists

20 years of getting away with it

Antwerp Special

Exclusive images by Isabelle Gheldolf

Streetart, kotverhalen, Occupy Antwerp

Page 2: Individueel magazine

2INLEIDING IN DE STREETART

erst en vooral: er is een duidelijk verschil tussen streetart en graffiti. Graffiti is een erg nauw begrip. Het gaat om spuitbussen, tags en om de uitwerking van de letters. Streetart daarentegen is iconografisch:

de afbeelding staat centraal. Dit kan zich in enorm veel vormen uiten: stickers, stencils, installaties en perfor-mances. Vaak zit er een boodschap achter om mensen te laten nadenken. Maar de artiesten doen het ook voor elkaar. “Straatkun-stenaars vinden het leuk dat andere kunstenaars hun werk opmerken en daarom zetten ze het op allerlei plaat-sen in de stad. Op autosnelwegen let niemand op de af-beeldingen op bruggen en muren. Enkel mensen die er mee bezig zijn kijken er naar. Zo krijgen ze naambekend-heid in hun subcultuur,” vertelt een Antwerpse artiest.

treetartiesten brengen hun werk gratis naar buiten. Ze hebben geen galerij of museum nodig om hun werk te tonen. Maar de straat als tentoonstelling-

sruimte gebruiken mag in principe niet, nochtans knijpt de Antwerpse politie soms een oogje dicht. “Ze willen ge-woon nadat je je werk hebt afgewerkt, het terug laat verd-wijnen. Ze snappen dat het kunst is. Maar een duidelijk wetgeving er rond maken kan niet. Je kan onmogelijk dat toelaten, dan kan je geen grens meer trekken. Maar zol-ang je dingen maakt die moreel verantwoord en goed zijn, kan de politie ermee leven. ” Streetart geeft steden een bepaalde sfeer. De mensen die actief (of net niet-actief) zijn in een stad bepalen die sfeer. In Antwerpen is er bitter weinig streetart. Dit komt enerzijds doordat er veel gekuist en overschilderd wordt, anderzijds omdat het hier nog moet opkomen.

reemd genoeg duikt streetart ook op in musea, galerijen en magazines. Space Invader, Obey en Banksy hebben allen al tentoongesteld in galerijen, maar is

dit dan nog steeds streetart? “De eerste voor-waarde van Streetart is dat het op straat gebeurt. Als die kunst in galerijen terechtkomt, is het geen streetart meer, maar een andere kunstvorm van de artiest. Banksy bijvoorbeeld maakt werken voor in galerijen maar daarnaast doet hij zijn streetart nog.” Naast de musea en de galerijen, er-kent de industrie het ook als kunst. Ze plakken zowaar zelf stickers op de straten om bijvoor-beeld nieuwe producten te lanceren.

Graffiti heeft zijn rebelse karakter verloren. Zelfs op school- en winkelmuren mogen jongeren hun creativiteit botvieren. Maar onderaan een verval-len gebouw, op de zijkant van een elektriciteitskast en binnenin oude brievenbussen vind je stickers met een intrigerende afbeelding. Ze behoren tot een nieuwe kunstvorm waarbij de straat als doek wordt gebruikt.

Page 3: Individueel magazine

3

KO

TV

ERH

ALE

NHet woord “student” roept een heleboel associaties op: cafés, bier, sterke drank, studenten-dopen, nachtleven, gênante verhalen, om negen uur met een kater in de les zitten en op kot gaan. In het algemeen zijn we het allemaal eens: de gekste dingen maak je op kot mee… Peter is 22 jaar en bereidt zich momenteel voor om als business analyst in het bedrijfsleven te stap-pen. Na vijf jaar studies in het binnen- en buitenland kon hij mij een aantal gekke kotverhalen ver-tellen.

DAT DOET DE DEUR DICHT “Er was die ene keer, dat ik een grote boodschap aan het doen was op mijn kot in de Vekestraat in Antwerpen. Aangezien ik toch alleen was, liet ik de deur van het kleinste kamertje open-staan. In dat kot had ik een dakraam en een bovenbuur. Ik keek naar boven door het dakraam en zag plots het kopje van mijn bovenbuur verschi-jnen, dat vervolgens zeer snel terug weg was. Voortaan sloot ik mijn wc-deur maar weer.”

NACHTELIJKE BE-ZOEKJES

“Mijn eerste uitwisseling was naar de Verenigde Staten, Mil-waukee. In de Verenigde Staten is het de gewoonte om op uni-versiteit een appartement te de-len. Ik deelde een appartement met drie roommates: één waar-mee ik op dezelfde kamer sliep en twee die op hetzelfde appar-

dat zijn plafond en mijn vloer het lucht- en geluidsdempend profiel heeft van een barbequegrill.”

“Ten slotte heb je nog de kot-genoot waarvan zijn deur naast de WC is. Vreemd genoeg zit hij altijd met zijn deur open, waar-door je hem altijd moet begro-eten telkens je een boodschap gaat doen. De verleiding is al zeer groot geweest om 50 eurocent op zijn bureau te leggen.”

LES GOÛTS ET LES COULEURS, ÇA NE SE DISCUTE PAS

“Mijn tweede uitwisseling was naar El Paso, Texas. Daar deel-de ik een appartement met één roommate: een Tsjech. Hij was niet erg vlot met de Engelse taal en ook niet heel rijk. Zo at hij driemaal per dag pasta: ‘s mor-gens pasta met pudding, ‘s mid-dags pasta met verbrande kip (de kip zat gemiddeld een uurtje in de oven) en ‘s avonds pasta au naturel.”

tement woonden. Mijn kamerge-noot was een Arabier die altijd snurkte en een regelrecht var-ken was. Maar de tweede room-mate was andere koek. Fernando kwam van Los Angeles en ontv-ing regelmatig bezoek rond drie, vier uur ‘s nachts. Hij bleek een drugdealer te zijn.”

BETER EEN GOEDE BUUR DAN EEN VERRE VRIEND?

“Toen ik terugkeerde naar België huurde ik mijn tweede kot op de Sint-Jakobs markt in Antwerpen. Ik maakte al snel kennis met de overbuurvrouw die een vreemd bioritme heeft. Overdag naar de les gaan zit er niet in, maar elke nacht komen er vriendinnen over de vloer. Dan nemen ze om drie uur ‘s nachts een douche en zitten ze tot ‘s ochtends te keuve-len en hun haar te drogen.”

“Mijn Waalse onderbuurman is heel rustig aangezien hij altijd weed zit te roken. Dit weet ik om-

Page 4: Individueel magazine

4

JC Kavka presenteert

R U P E L S O L D AT E N

Humoristische, serieuze, politiek getinte teksten op reggae beats

want de mannen hadden geen vragen nodig om hun levensfilosofie te vertellen. Dat maakte mijn taak enkel makkelijker. Vanaf we neer zaten begon de spraakwa-terval van de soldaten. “Wij zijn eigenlijk een mix van kritische en relaxte mannen,” vertelt Chief, “maar op de eerste plaats zijn we flapuiten.” “We willen met onze muziek het gevecht met de maatschappij aangaan,” duidt Mill2mill. Ondertussen kwam re-flexoow de backstage binnen die al serieus beschonken was. Hij legde zich op tafel en begon met een alcoholstift een stuk chips in te kleuren. Vervolgens nam hij mijn notitieboekje en noteerde hij diepzin-nige hersenspinsels als: “Wij zijn positief ingesteld ontsporen” en “De mensheid in dezer dagen realiseert dat werken de boete verheft”. Misschien een preview van hun volgend album?

Toen de Rupelsoldaten het liedje De Queen zongen, trok Reflexoow een aan-tal meisjes op het podium. Hierachter zit een anekdote. “Wanneer Reflexoow het stukje tekst had geschreven van ‘schat-teke schatteke’, had hij liefdesproblemen. Op dat moment was het de bedoeling om zo snel mogelijk een nieuw lief te krijgen

Charmerend als de soldaten zijn, mochten er tijdens De Queen vier baby-lon princesses op het podium. Door-heen heel het optreden zong het publiek luidkeels de teksten mee. Vlaamse reggae leeft in Antwerpen. Het publiek kreeg niet genoeg van De Rupelsoldaten, en zoals goede soldaten vervulde ze hun plicht door nog eens hun lijflied “De Genezing” te zingen. “Wiet is de heal-ing of the nation/ THC geeft mij positive vibration/Sweet sensimila meditation/ wij sol-daten, wij make der een feest van!” Na hun knallend optreden, was ik geïn-trigeerd door deze Vlaamse soldaten dus sleurde ik Mill2mill en Chief naar de backstage voor een interview. Eigenlijk kon je het amper een interview noemen,

voor hem. Dus de simpelste manier was om zo veel mo-gelijk meisjes het podium op te trekken. Dit is een traditie geworden als we het num-mer brengen,” vertelt Chief. De twee mannen verklapten aan mij dat ze met de Ru-pelsoldaten gaan deelnemen aan Humo’s Rock Rally en ze bezig zijn met een videoclip op te nemen. De Rupelsol-daten gaan voor een hogere rang!

“I got some wood/ You got some bush/ Let’s make a fire!” zong Reflexoow tijdens de sound-check. De troepen van de Rupel-soldaten waren duidelijk gear-riveerd en ze gingen er een feest van maken. De Vlaamse rastafari’s zijn podiumbeesten in hart en nieren. Ze brengen een mix hu-moristische, serieuze en politieke getinte teksten op reggae beats. “Genoeg van de crisis, genoeg van de miserie/fuck politiekskes/ik maak muziekskes”

4

Page 5: Individueel magazine

5 5

Page 6: Individueel magazine

6

Page 7: Individueel magazine

7

Ook al ligt de beweging in Amerika sterk onder vuur, in Bel-gië gaat alles nog heel gemoedelijk. Occupy Brussel trok een zesduizendtal man, drieduizend meer dan men verwachtte. Toch werd er buiten het occasionele boe-geroep wanneer er voorbij een bank werd gewandeld niet zoveel bereikt. De week erna, op 22 oktober was Antwerpen aan de beurt. Vanaf 14 uur verzamelde mensen zich rond het Rubens standbeeld op de Groenplaats en begon men spandoeken op te hangen, flyers te verdelen en bordjes te maken. Ik sprak een man aan die ijverig flyers aan het uitdelen was. “Vorige week hoorde ik dat men samen ging komen op de Groenplaats, ik ben net

aangekomen en zag dat er hulp nodig was met het uitde-len van de informatieve flyers. Ik help gewoon waar het nodig is.” Het wordt duidelijk dat de Occupy beweging geen gezicht heeft, maar een open samenwerking is waar elke geëngageerde terecht kan. Tussen de andersglobalis-ten, hippies, pdva-plussers en studenten, staat een vrouw met een kind. “Ik ben een alleenstaande moeder met drie jobs, ik werk me te pletter zodat ik mijn zoontje een toekomst kan bieden. De centen moeten eerlijker en cor-recter verdeeld worden. Niet voor mij, maar voor mijn zoon.”

Page 8: Individueel magazine

8

MO

DEB

LOG

S A

AN

DE

MA

CHT

back aan het publiek. Met een klik kan de kijker een boodschap achterlaten. Lezers vertellen wat ze leuk vinden en waarom.Magazines proberen al een tijdje de kloof te dichten tussen de amateuris-tische blogs en henzelf. De meeste ti-jdschriften hebben al een rubriek voor foto’s van buitenstaanders. Ook elk ti-jdschrift heeft een blog, Facebook- of Twitteraccount. In Amerika en Enge-land beginnen redacteurs meer en meer samen te werken met bloggers. In België lijkt dit nog een stap te ver.

Gratis publiciteitDe modewereld ontvangt modebloggers met open armen en laat modeshows live streamen. Een lange tijd huppelde de mode-indus-trie achter het internet aan, maar nu hebben haute-cou-turewebshops groot succes. Kledingfabrikanten geven modebloggers gratis spul-len, hopend op een positief bericht. Andere bloggers re-cycleren dan weer persber-ichten. Juist dat commerciële aspect van blogs ontvangt in de modewereld de meeste kritiek. Voor sommigen lijkt het een hype. Of modeblogs een vaste waarde krijgen, zal de toekomst uitwijzen.

Meer mensen met een pas-sie voor mode bespreken de laatste trends op weblogs als Style For Guys en Style Rookie. Op persoonlijke stijlblogs post de blogger op dagelijkse basis outfits van eigen makelij. De ki-jker ziet gewone mensen met een natuurlijke uits-traling. In modemagazines, daarentegen, paraderen vooral schoonheidsmodel-len met extravagante kledij.

InteractieIn tegenstelling tot klassieke modemagazines commu-niceren auteurs van we-blogs met hun lezers. De auteur van de blog is altijd bereikbaar en vraagt feed-

De laatste jaren zitten ‘bekende’ modebloggers op de eerste rij naast de hoofdredacteurs van bekende modemagazines. Toegankelijkheid maakt bloggers populair. Maar hoe gaan de klassieke media hiermee om?

Bye bye Vogue, hello bloggers and streetstyle