IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

34
IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november 2007 Mij is gevraagd om iets te schrijven ter nagedachte- nis aan ds. Dirk Berghuis. Graag voldoe ik aan dat verzoek. De jaren die ik in Schildwolde stond, hebben we heel wat fijne gesprekken gevoerd. Maar naarmate de jaren verstreken, werden zijn krachten gaande- weg minder. In het voorjaar van 2007 verhuisde hij naar het Zonnehuis in Zuidhorn. De bedoeling was aanvankelijk dat dit tijdelijk zou zijn. Het liep an- ders. Maandenlang is hij liefdevol verpleegd op de afdeling ‘Borgkant’. Gesprekken voeren, echt con- tact hebben, dat alles ging moeizaam. Zijn lichaam en zijn geest waren als het ware op. De regelmatige kleine hersenbloedingen waren daar debet aan. En toen, in de vroege morgen van zaterdag de 24 e no- vember, was het zover. De HERE zelf maakte een einde aan het leven van broeder Berghuis op deze aarde. Dirk Berghuis, overleden in het volste vertrouwen op de HERE. Deze tekst stond op de rouwkaart. Want zo was en is het wel: broeder dominee Dirk Berghuis..., Góds kind! Lang geleden door zijn doop op naam gezet van de drie-enige God. En deze God heeft hem gedragen, ruim 82 jaren lang. Samen met zuster Berghuis, ruim 50 jaar in het huwelijk zij aan zij staan! Samen hebben zij veel lief en leed gedeeld. In tal van pastorieën. Wat konden bei- den, smakelijk en met liefdevolle betrokkenheid, over gemeenteleden vertellen. Het begon in de jaren ’50, op het Groningerland: Grootegast, Gerkesklooster (zomer 1957). Voor een Groninger van origine natuurlijk een schitterende plek om te be- ginnen! Via Leens, Almkerk/Breda, Delfzijl en De Bilt-Bilthoven volgde in juli 1981 zijn (vervroegde) emeritaat. De laatste 22 jaar hadden beiden een heel eigen, goede plaats in het liefelijke Slochteren. Broeder Dirk Berghuis was iemand die dicht bij de HERE leefde, zonder fratsen. Hij was wars van elke persoonsverheerlijking. En wat hij zei, wat hij getuigde…, daar stond hij achter. Of het nou vanaf de kansel was, of in het catechisatielokaal, of thuis bij de mensen. Dirk was iemand die sterk onder de indruk was van Gods grootheid en trouw. ‘Op God kun je bouwen, want Hij is de God van het verbond.’ Dat was voor hem geen holle frase, maar werkelijkheid. In zijn pastoraat, catechese en preken was dat dan ook de rode draad. Ja, de prediking! Als je zijn - netjes uitge- schreven preken - leest, merk je dat preken, het maken ervan, de liefde van zijn hart had. En reken erop dat de exegese zorgvuldig tot stand kwam. Elk woord moest tot zijn recht komen. Zo mocht hij jarenlang aan de gemeente het Woord van God ver- kondigen. Dominee Berghuis is ook heel wat keren afgevaardigd geweest naar kerkelijke ver- 531 IN MEMORIAM 531

Transcript of IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

Page 1: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

IN MEMORIAMDS. DIRK BERGHUIS

30 maart 1925 - 24 november 2007

Mij is gevraagd om iets te schrijven ter nagedachte-nis aan ds. Dirk Berghuis. Graag voldoe ik aan datverzoek.

De jaren die ik in Schildwolde stond, hebben weheel wat fijne gesprekken gevoerd. Maar naarmatede jaren verstreken, werden zijn krachten gaande-weg minder. In het voorjaar van 2007 verhuisde hijnaar het Zonnehuis in Zuidhorn. De bedoeling wasaanvankelijk dat dit tijdelijk zou zijn. Het liep an-ders. Maandenlang is hij liefdevol verpleegd op deafdeling ‘Borgkant’. Gesprekken voeren, echt con-tact hebben, dat alles ging moeizaam. Zijn lichaamen zijn geest waren als het ware op. De regelmatigekleine hersenbloedingen waren daar debet aan. Entoen, in de vroege morgen van zaterdag de 24e no-

vember, was het zover. De HERE zelf maakte een einde aan het leven van broederBerghuis op deze aarde.

Dirk Berghuis, overleden in het volste vertrouwen op de HERE. Deze tekst stond opde rouwkaart. Want zo was en is het wel: broeder dominee Dirk Berghuis..., Gódskind! Lang geleden door zijn doop op naam gezet van de drie-enige God. En dezeGod heeft hem gedragen, ruim 82 jaren lang. Samen met zuster Berghuis, ruim 50jaar in het huwelijk zij aan zij staan! Samen hebben zij veel lief en leed gedeeld. In tal van pastorieën. Wat konden bei-den, smakelijk en met liefdevolle betrokkenheid, over gemeenteleden vertellen. Hetbegon in de jaren ’50, op het Groningerland: Grootegast, Gerkesklooster (zomer1957). Voor een Groninger van origine natuurlijk een schitterende plek om te be-ginnen! Via Leens, Almkerk/Breda, Delfzijl en De Bilt-Bilthoven volgde in juli1981 zijn (vervroegde) emeritaat. De laatste 22 jaar hadden beiden een heel eigen,goede plaats in het liefelijke Slochteren.

Broeder Dirk Berghuis was iemand die dicht bij de HERE leefde, zonder fratsen.Hij was wars van elke persoonsverheerlijking. En wat hij zei, wat hij getuigde…,daar stond hij achter. Of het nou vanaf de kansel was, of in het catechisatielokaal, ofthuis bij de mensen. Dirk was iemand die sterk onder de indruk was van Godsgrootheid en trouw. ‘Op God kun je bouwen, want Hij is de God van het verbond.’Dat was voor hem geen holle frase, maar werkelijkheid. In zijn pastoraat, catecheseen preken was dat dan ook de rode draad. Ja, de prediking! Als je zijn - netjes uitge-schreven preken - leest, merk je dat preken, het maken ervan, de liefde van zijn harthad. En reken erop dat de exegese zorgvuldig tot stand kwam. Elk woord moest totzijn recht komen. Zo mocht hij jarenlang aan de gemeente het Woord van God ver-kondigen.

Dominee Berghuis is ook heel wat keren afgevaardigd geweest naar kerkelijke ver-

531IN MEMORIAM 531

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 531

Page 2: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

gaderingen. Uit de ‘overlevering’ weet ik dat hij ook op dat platform werd gewaar-deerd. Niet gauw was hem iets te veel. En wat door hem werd gedaan, werd zorg-vuldig gedaan. Met alle gegeven talenten heeft hij de kerken gediend. Dat willen wedankbaar in gedachten houden!

Zijn leven was niet altijd gemakkelijk. Ik denk aan de gezondheidsbeperkingen,spanningen in zijn lichaam, regelmatige hoofdpijnen. Het vervroegde emeritaat.Voor hem en het gezin heeft dat heel wat impact gehad. Maar als je daar met hemover praatte, was hij daarin nooit opstandig. Hij kon het aanvaarden dat dit de wegwas die hij en zijn vrouw moesten gaan. Geloof en twijfel..., voor Dirk Berghuiskon dat niet samengaan. Ik denk aan het boek ‘Komende in heerlijkheid’. Daarinstaat ook een bijdrage van zijn hand, met de titel ‘De Geest van het leven in Chris-tus Jezus’. Wat bij het lezen van zijn artikel opvalt (in zijn preken is dat niet anders),dat is dat uitdrukkingen als ‘ontwijfelbare zekerheid’ de toon zetten. Zo was hij enliet dat ook zien: kind van God, dienaar van de allerhoogste HEER. Maar bovenal:het eigendom van de Here Jezus Christus, in leven én in sterven.

In dit geloof hebben we hem ook begraven. In de wetenschap dat hij THUIS is (vanpreker tot zanger), en dat zijn - ook moeizame - werken hem zullen vergezellen.Want wat Johannes lang geleden schreef is en blijft waar: “Schrijf op: ‘Gelukkig zijnzij die vanaf nu in verbondenheid met de Heer sterven’. En de Geest beaamt: ‘Zijmogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen.’”Soli Deo Gloria!

Enschede, Gerrit Overweg

532532 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 532

Page 3: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

IN MEMORIAMDS. HERMANNUS DIRK VAN HERKSEN

10 april 1921 - 22 januari 2009

Op 22 januari 2009 kwam er een einde aan hetaardse leven van Herman van Herksen. Het hartvan deze dienaar van God werd stilgezet door zijnhemelse Opdrachtgever. Hij mocht ingaan in devreugde van zijn Heer. De laatste weken van zijnleven werd hij liefdevol verzorgd in het zorgcen-trum Clara Feyoena Heem te Heemse. Genoemdnaar Clara Feyoena van Raesfelt-Van Sytzama, diebekend geworden is door het gezang ‘Wij knielenvoor uw zetel neer’.Herman van Herksen is gestorven in Heemse, deplaats waar hij het grootste deel van zijn leven ge-woond heeft. En waar hij 20 jaar vruchtbaar mochtwerken als dienaar van Gods Woord. Met dank-baarheid zien we op zijn leven terug.

Herman van Herksen werd geboren in de gereformeerde pastorie van Twijzel. Zijnvader was daar predikant. Herman was de oudste zoon. Vanuit Twijzel verhuisde hetgezin naar Hillegom. En daar vandaan werd een beroep aangenomen naar Ermelo.Herman bezocht het Christelijk lyceum te Harderwijk. En in september 1940 werdhij ingeschreven als student aan de Theologische Hogeschool te Kampen. In de be-gintijd van de oorlogsjaren was er nog wel sprake van een studentenleven in Kam-pen, maar vanaf januari 1943 viel de studentengemeenschap uiteen onder druk vande bezetter. Herman van Herksen en zijn Ermelose medestudent Nico Bruin hebbentoen het voorstel gedaan om als studentencorps een huisorgaan uit te geven, omlangs die weg elkaar goed te informeren over kerkelijke zaken. Ook zijn er in dietijd colleges gegeven door Kamper docenten in een lokaal van een paviljoen van hetpsychiatrische ziekenhuis Veldwijk te Ermelo. Hoogleraar en studenten genotendaarna van een warme maaltijd in huize van Herksen.

Herman had van huis uit de liefde voor Gods Woord meegekregen. En van zijn va-der leerde hij liefde voor het ambt. Hoewel in de dagen van Vrijmaking de kerke-lijke wegen uiteen gingen, bleven de familiebanden goed. Met liefde en respectsprak Herman over zijn ouders. Hij heeft in zijn afscheidspreek daarover gezegd:‘Ik ben dienaar geworden - en ik mag zeggen door Christus: van vader op zoon.’

In de jaren na de oorlog zette Herman vaart achter zijn studie. Het was een hevigeteleurstelling voor hem dat zijn verkering die 6 jaar geduurd had, werd verbroken.Om die schok te verwerken, is Herman toen een poosje in Lutten geweest bij zijnoom, die daar hoofdonderwijzer was. Toen hij tot rust gekomen was, heeft hij dedraad van de studie weer opgepakt. In die tijd ontmoette hij het meisje dat zijnvrouw zou worden, Corrie de Haan. Zij werkte op de administratie van het zieken-huis Sonnevanck te Harderwijk. Zij heeft heel veel voor Herman mogen betekenen.Zij was een bescheiden, lieve vrouw, die een warme plaats had in de harten van de

533IN MEMORIAM 533

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 533

Page 4: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

leden van de kerken die zij hebben gediend.Ze trouwden op 28 oktober 1949 en gingen wonen in de pastorie van Onnen. Daarwerd Herman op 6 november 1949 bevestigd in het ambt van dienaar van hetWoord. Bevestiger was ds. C. Stam, die het Woord bediende uit Ezechiël 33:7: “Gijnu, mensenkind, u heb ik tot wachter over het huis Israëls aangesteld.. Wanneer gijeen woord uit mijn mond hoort, zult gij hen uit mijn naam waarschuwen.” Op de-zelfde zondag ving Herman zijn ambtsdienst aan met een preek over Hebreeën12:25: “Ziet dan toe, dat gij Hem, die spreekt, niet afwijst.” Vier jaar heeft Hermanin Onnen zijn krachten gegeven in prediking, pastoraat en catechese. Er was eenfijne band tussen gemeente en predikantsechtpaar. In 1953 kwam het beroep van de kerk te Hilversum, dat werd aangenomen. In diegemeente was een vacature ontstaan door de benoeming van ds. L. Doekes tot hoog-leraar aan de Theologische Hogeschool te Kampen. In Hilversum heeft Herman 13jaar vruchtbaar mogen werken. In die periode is de gemeente verdubbeld in aantal.Hilversum was garnizoenskerk voor het Marine-Opleidingskamp. Pastorale zorgwerd besteed aan militairen. Sinds die tijd heeft het werk voor de militairen zijn hartgehad. Hij heeft zich jarenlang ingezet als voorzitter van de Commissie Gerefor-meerde Garnizoenskerken. Vele keren heeft hij militairen en hun gezinnen die in hetbuitenland waren gelegerd, opgezocht.In die periode kwam het verzoek van de kerk te Curaçao aan de kerk van Hilversumom zijn predikant voor een half jaar af te staan. De kerk te Curaçao was langdurigvacant. En zij maakte graag gebruik van de dienst van predikanten uit Nederland,die dan voor een half jaar overkwamen. Herman heeft op dat verzoek positief gere-ageerd. Wel op de voorwaarde dat hij samen met zijn vrouw kon afreizen. Datmocht alleen als zij een werkvergunning had. Een broeder in Willemstad heeft toeneen kantoorbaan voor haar geregeld. Beiden hebben van het verblijf aldaar genoten.Ook werd nog een maand doorgebracht op verstrooidenreis in Suriname. In 1966 kwam een beroep van de kerk te Heemse. Die gemeente was zo gegroeiddat men een tweede predikantsplaats had ingesteld. Herman nam het beroep aan enwerd op 10 juli 1966 aan de kerk te Heemse verbonden. Daar kwam hij te werken inwijk Noord, naast ds. J.G. Meijer, die wijk Zuid als werkterrein had. Het was eendrukke tijd.

Herman was nauwelijks ingewerkt in de nieuwe gemeente, toen er op hem een be-roep gedaan vanuit het kerkverband. Hij werd afgevaardigd naar de Generale Sy-node die in april 1967 te Amersfoort-West bijeenkwam. In oktober van datzelfdejaar nam ds. Meijer een beroep aan naar de kerk te Zwijndrecht. Toen het synode-werk in november was afgelopen, wachtte in Heemse veel werk. Maar de HERE gafdaarvoor de kracht. In die jaren gaf Herman schriftuurlijke leiding aan de gemeente.In duidelijke prediking, in heldere catechese, in trouw pastoraat. Dat was nodig.Want het waren toen kerkelijk moeilijke tijden. In oktober 1966 was de ‘OpenBrief’ verschenen. De binding aan de belijdenis werd discutabel gesteld en dewaarde van het kerkverband betwijfeld. Herman heeft toen in onverzwakte trouwleiding gegeven aan kerkenraad en gemeente. Inmiddels groeide de kerk te Heemsedoor. In 1974 werd een derde predikantsplaats ingesteld. In diezelfde tijd werd erook gesproken over kerkbouwplannen. Die hebben geresulteerd in de bouw van deKandelaarkerk in 1980.

534534 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 534

Page 5: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

Herman van Herksen was een dienaar die zijn gaven heeft ingezet voor de bouw vanChristus’ kerk. Twintig jaar heeft hij in Heemse mogen werken in actieve dienst.Het waren vruchtbare jaren. Naast het directe kerkelijk werk was er ook tijd voorandere taken. Zo was hij een aantal jaren bestuurslid van de stichting Huize Scher-penzeel, een voorziening voor huisvesting, verzorging en verpleging van ouderen.En binnen het kerkverband heeft hij zich jarenlang ingezet voor de TheologischeUniversiteit. Vanaf 1972 tot 1991 was hij deputaat-curator, vanaf 1978 als secreta-ris. Zijn zorgvuldige arbeid werd zeer gewaardeerd. Bijzonder is dat zijn vader, ds.J. van Herksen, indertijd ook deputaat-curator van de Theologische Hogeschool isgeweest.

Na 20 jaar trouwe arbeid in Heemse naderde de datum van het emeritaat, dat ingingop 1 september 1986. Maar doordat Herman in juli 1986 onverwachts in het zieken-huis moest worden opgenomen, kon de afscheidsdienst toen niet gehouden worden.Later, op zondag 15 maart 1987 heeft hij alsnog zijn afscheidspreek gehouden. Herman en Corrie hebben er bewust voor gekozen in Heemse te blijven wonen nahet emeritaat. En zij hebben daarvan nooit spijt gehad. Zij voelden zich thuis inHeemse. Zij wisten zich omringd door de liefdevolle belangstelling van veel broe-ders en zusters. Dat is wel gebleken in de jaren dat Corrie ernstig ziek was. Steedswaren er liefdevolle handen aan het bed. En ook Herman wist zich in deze moeilijketijd gedragen door hulp vanuit de gemeente. Op 26 februari 1992 nam de HERECorrie tot Zich en beëindigde Hij haar aardse dienst. Zij heeft veel betekend voorHerman en voor de gemeenten die zij samen mochten dienen. Door haar stervenkwam er een schaduw over zijn leven. Toch heeft de HERE kracht gegeven om zijnweg in eenzaamheid te gaan.

De eerste jaren kon hij ’s zondags blijven voorgaan in de erediensten. Wat gaf dathem voldoening! Het maken en houden van preken, het contact met de broeders inde consistorie.Na een ernstige hartoperatie in de zomer van 1997 moest hij stoppen met preken.Dat was moeilijk voor hem. Maar hij heeft toen veel gastvrijheid ondervonden bijbroeders en zusters. Bij diverse gezinnen in Heemse en omgeving was hij een graaggeziene huisvriend en gast aan tafel. Hij was jong van hart en scherp van geest.Hoewel hij zelf nooit kinderen - en dus ook geen kleinkinderen - gehad heeft, hadhij een warm hart voor de jeugd. In de gezinnen waar hij regelmatig kwam, werd‘oom Herman’ door de jongeren gewaardeerd om zijn betrokkenheid en humor.Herman merkte aan zijn lichaam dat hij in de herfst van zijn leven was. Het lopenging steeds moeilijker. Met die lichamelijk achteruitgang had hij het moeilijk. Maarhij kon lange tijd in zijn eigen huis blijven wonen dankzij de hulp van thuiszorg ende goede zorgen van br. en zr. Jan en Riek Overweg-Marsman. In oktober 2008moest Herman in het ziekenhuis worden opgenomen wegens een herseninfarct.Daarna volgde opname in het zorgcentrum ‘Clara Feyoena Heem’. Daar is hij driemaanden geweest. Hij werd goed verzorgd. Maar de glans was van zijn leven af.Zijn ogen - de spiegels van zijn ziel - straalden verdriet uit.Toch wilde hij niet beklaagd worden. Wel verlangde hij naar een eigen kamer in hetzorgcentrum. Daarvoor stond hij ingeschreven. Maar op 22 januari greep de HEREin. Een eigen kamer hier was niet meer nodig. God riep zijn dienaar Thuis op hetfeest van zijn Heer.

535IN MEMORIAM 535

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 535

Page 6: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

Terugziende op het leven van Herman van Herksen mogen we de HERE dankbaarzijn voor wat Hij in deze dienstknecht aan zijn kerken heeft gegeven. De tekst voor de afscheidspreek was Col.1:23: “…indien gij slechts welgegrond enstandvastig blijft in het geloof en u niet laat afbrengen van de hoop van het evange-lie, dat gij gehoord hebt en dat verkondigd is in de ganse schepping onder de hemel,en waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden ben.” In die preek riep hij de ge-meente op, net als in zijn intredepreek van het begin, om Christus niet te verwerpen.Het was een indringende oproep om te blijven bij het gepredikte woord als de enigegrondslag. In een afscheidspreek komen vaak de lijnen van veel jaren ambtsdienstsamen. Net zoals in een finale van een muziekstuk nog eenmaal alle tonen in eenprachtige samenklank terugkomen.

Uit die afscheidspreek noem ik tenslotte een paar accenten die typerend zijn voor deambtsdienst van Herman van Herksen.Allereerst de dankbaarheid. Wat voelde hij zich bevoorrecht dat hij zoveel jaar hetWoord van zijn Zender had mogen verkondigen.Verder het besef van eigen kleinheid. Wat wist hij zich als dienaar klein en zwak on-der zijn grote Opdrachtgever, Christus! Hij was een bescheiden pastor die van zich-zelf afwees naar de God van alle genade. Bij zijn 50-jarig ambtsjubileum zei hij te-gen zijn wijkpredikant: ‘Gelukkig glanst Gods genade meer dan mijn gebreken!’Opvallend is ook zijn blijdschap met de heilige, algemene, christelijke kerk.Hij wist dat hij daarvan een levend lid was en eeuwig zou blijven. Hij heeft zich ernooit voor geschaamd om te wijzen op Christus Die in de hemel is als het Hoofdvan zijn christelijke kerk.En in heel de ambtsdienst van Herman van Herksen klonk als krachtige grondtoonde liefde voor het Woord. Die liefde kwam tot uiting in het ex libris stempel dat hijvoorin zijn boeken afdrukte. Een open bijbel waaruit het licht schijnt. Uw woord iseen lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.

Herman van Herksen was een dienaar die leefde in diepe eerbied voor God diespreekt.Zo gedenken we hem. Naar de opdracht van Hebreeën 13:7: “Houdt uw voorgan-gers in gedachtenis, die het woord Gods tot u hebben gesproken; let op het eindevan hun wandel en volgt hun geloof na.”

We sluiten af met de laatste woorden uit de afscheidspreek van Herman:‘Laat Gods Woord uw richtsnoer zijn bij het onderwijs van uw kinderen. Thuis enop school. Laat Gods Woord klinken met de Kerk van alle eeuwen in de belijde-nis van het geloof: Christus LEEFT.Ik geloof de vergeving van de zonden, de opstanding van het vlees en het eeuwigleven. De God nu des Vredes, Die onze Here Jezus, de grote Herder der schapendoor het bloed van een eeuwig verbond heeft teruggebracht uit de doden, beves-tige u in alle goed om Zijn wil te doen, terwijl Hij aan ons doe, wat in Zijn ogenwelbehagelijk is door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwig-heid.’

Heemse, E. Woudt

536536 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 536

Page 7: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

IN MEMORIAMDS. HARM JAN VENHUIZEN9 november 1933 - 21 juli 2009

Een vogel met Gods boodschap op zijn veren

In zijn studententijd schreef Harry Venhuizen ge-dichten. Hij is daar later niet verder in gegaan,maar enkele zijn gepubliceerd in het literaire tijd-schrift Ontmoeting (okt. 1955).

Eén ervan:

Ik moet terug naar de natuur,om een plaats te zoekenwaar het stil is en blauwwaar vogels zijndie van de hemel komenmet Gods boodschapgeschreven op hun veren.

Typisch Harry: de vogels, de natuur, hijzelf daarin een vogel met Gods boodschapop zijn veren. Een tweede motto dat Harry’s werk als dominee onder de mensen ge-stempeld heeft: ‘Je moet alles meeslepen in je net wat je mee kunt slepen.’ Dat hadhij geleerd van professor C. Veenhof en dat citeerde hij als het nodig was, in Noord-bergum, in Zutphen, in Ede, in Harderwijk.

JeugdHarry (Harm Jan) Venhuizen werd geboren in Hoogeveen, waar zijn vader, GeertVenhuizen, onderwijzer was. Hij was de oudste en kreeg nog een broer en drie zus-sen. Toen hij twee was, ging zijn vader in Middelburg aan de ULO werken. Tweegrote gebeurtenissen maakten daar indruk op hem: de oorlog en de vrijmaking.Toen de Engelse vliegtuigen in 1944 Walcheren bombardeerden, stond hij met zijnvader op het dak van het huis te kijken, terwijl moeder en zijn broertje Joute onderde tafel waren gekropen. Het huis kwam onder water te staan, maar hij beleefde hetals een spannende tijd. Ook de vrijmaking in de kerk van Middelburg in 1945 wasvoor hem een spannend verhaal. Hij plakte met vader postzegels op brieven die ietsvoor de vrijmaking te betekenen hadden. Zijn vader was een man van geschiedenis(hij schreef vele jaren later in het Nederlands Dagblad zijn jeugdherinneringen:‘Opa vertelt van vroeger’). Harry had dat ook: de waarde van de geschiedenis, in dekerk de waarde van de vrijmaking. Niet dat hij in het verleden leefde, integendeel,hij was een man van zijn eigen tijd.

StudentHarry deed het openbaar gymnasium in Middelburg, tussen vogels van diversepluimage. Hij had daar heel goede herinneringen aan en bezocht enthousiast de reü-nies. Hij koos voor theologie in Kampen. Dat hield toen nog in dat je ook voor hetdomineeschap koos. De eerste jaren had hij samen met Jan Slotman een kamer aande IJsselkade 71 bij de familie Sollie. Na een paar jaar vertrok Jan, niet om Harry,

537IN MEMORIAM 537

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 537

Page 8: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

de vriendschap bleef, maar ter wille van de studie. Er was aan de IJsselkade heelveel aanloop van vrienden van allebei (Jan Goedhart, Johan Janse, Koos Veefkind,Jaap van Bruggen, Klaas Holwerda, Tonnis Dekker), zogenaamd om het prachtigeuitzicht over de rivier, maar het werkte wel vertragend op de studie. Jan Slotman enHarry Venhuizen zaten samen in de senaat-Van Bruggen van FQI (1957-1958),Harry als assessor primus. Hij zocht graag gezelligheid, en buiten de deur vond hijdie vooral bij Jan Goedhart thuis, de enige student die getrouwd was, en bij de fa-milie Holwerda. Hobby’s had hij vele: muziek, natuur, film, literatuur, fotografie.Dat vroeg tijd, en bovendien was er de verkering/verloving. De studie beviel hem,maar het moest niet te theoretisch worden. Examen doen vond hij moeilijk, hij wasal 30 toen hij afstudeerde. Harry was een levensgenieter. Hij praatte daarover met anderen, op zijn ‘kast’ of opwandelingen. Koos Veefkind zei later: ‘Ik ben daar nog altijd dankbaar voor - hetheeft mij opengevouwen, om zo te zeggen.’ Jan Slotman leerde van hem naar klas-sieke muziek te luisteren. Ze hadden geen radio op hun kamer, maar Harry kroop inde kleerkast om door de muur heen naar de radio van de buurvrouw te luisteren. Hijriep Jan er een keer bij en toen lagen ze samen op hun knieën in de kleerkast te lui-steren naar de Bolero van Ravel.

Harry Venhuizen was van harte gereformeerd-vrijgemaakt, maar tegelijk wilde hijde oecumene beleven, dat wil zeggen binnen de orthodox-protestantse kerken. Hijging met zijn vriendin Els naar de conferenties van de ICCC (tegenhanger van deWereldraad van Kerken) waar McIntire sprak, en hij zat in het bestuur van de ICCC-jongeren. Dat brak hem nog op. Hij preekte op beroep in Zeeland en een ouderlingvroeg: ‘Bent u niet die man van de ICCC?’ Het beroep ging niet door. Harry woonde inmiddels weer bij zijn ouders in Amersfoort, maar Els en hij gingengraag af en toe in Baarn naar de vrijgemaakte kerk, bij Borgdorff, omdat ze vondendat die zo geweldig preekte. Shoppen was toen in de vrijgemaakte kerk nog hele-maal tegen de regels. Maar Harry heeft later zijn catechisanten een beetje anders op-gevoed. Als ze vroegen: ‘Mogen we naar de hervormde kerk, de christelijke gere-formeerde kerk?’ dan zei hij: ‘Je mag overal gaan kerken, als je maar terugkomt.’

HuwelijkEls Los en Harry Venhuizen hadden zes jaar verkering met elkaar. Ze gingen in dietijd samen op wandelvakantie. Ze wilden bijvoorbeeld naar Duitsland, Harry namde kaart, prikte blindelings een plaats en daar gingen ze dan heen. Hij zorgde ervoordat hij daar eerst een dominee vond waar ze konden logeren. Later sliepen ze in stu-dentenhotels. Die waren nog veiliger dan die dominees, want daar stond de direc-teur bij de ingang: meisjes naar rechts, jongens naar links. Opa Pon, van Els, heefthen over die vakanties nog eens op het matje geroepen. Hoe zit dat met jullie, altijdsamen aan de wandel? Ze legden het uit en opa zei: ‘Akkoord, als je dan ook maarblijft lopen.’Dominee J. Kok trouwde hen in Amersfoort met de tekst ‘Weest elkander onderda-nig.’ Opa Pon gaf ook toen zijn commentaar: ‘Als je maar weet dat de man hethoofd van het gezin is.’

DomineePreken maken kostte Harry veel energie, omdat de preek helemaal door hem heen

538538 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 538

Page 9: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

gegaan moest zijn. Hij vond het geladen werk. Hij had gevoel voor stijl en gebruiktegraag een gedicht. Tot onder het ontbijt en in de consistorie wijzigde hij nog in depreek. Daardoor was hij altijd nerveus. Zijn dochter Carolien vertelde in zijn uit-vaartdienst: ‘Vooral als er iets aparts was in de dienst, een doop, een belijdenis, eentrouwerij, een nieuw idee voor de liturgie, wat was hij dan stikzenuwachtig.’ Totdathij op de kansel stond en begonnen was. Hij stond daar dan als een smaakvol geklede man. Hij hield van een mooi pak enzocht er een kleurige stropdas bij en een pochet. ‘Sprekende kleuren en een heelklein beetje iets geks of aparts. Modieus maar niet tè’ zei Carolien. In Ede noemdemen hem wel eens ‘mooie Harry’.In zijn pastoraat toonde hij veel aandacht en liefde. Hij hield van mensen en konnaar hen luisteren. Aan hun verdriet en dood tilde hij zwaar mee. Een dominee moetzich vaak met conflicten bemoeien, of is er zelf onderwerp van. Het is ook aan hemniet voorbijgegaan, maar hij had daar een gruwelijke hekel aan, hij wilde zich nietvoor een karretje laten spannen. Hij probeerde altijd optimist te zijn, en daarin washij ook een irrealist. Maar dat was tegelijk iets aantrekkelijks in hem, dat hij zijndromen had, zijn fantasieën, ‘het kinderlijke in hem’, noemde Carolien het. Zo’ngelovige was hij ook. Een gemeentelid in Ede zei: ‘Hij had in de goede zin van hetwoord echt een kinderlijk geloof. Hij kon enorm genieten, van muziek, van de zon,van wijn, van een nieuwe stropdas, van vakantie, van gezelschap.’

NoordbergumVan 1964 tot 1969 was Harry Venhuizen dominee in Noordbergum. Dat betekendetoen ’s zondags twee keer in de eigen gemeente preken en vaak ook nog twee keerelders. Noordbergum was een rustige streekgemeente. Hardegaryp hoorde er ookbij. De pastorie stond in Quatrebras, tussen de dorpen in. Toen in Hardegaryp eenkindje uit zijn gemeente verdronk, vond hij het heel zwaar om dat te begeleiden,maar hij deed het, hij had een groot pastoraal hart. Het was wel wennen in Noardburgum. De voertaal, ook in de kerkenraadsvergade-ring, was Fries, maar daar had Harry weinig moeite mee, het was zijn moeders taal.Hij was ‘wat van de moderne kant’, zei men. De kerstversiering die hij voorstelde,ging niet door. Er werd hier en daar gemopperd dat hij niet statig de kanseltrap op-liep, maar steeds een tree oversloeg. Op een zaterdag op zijn verjaardag ontstond, insamenspraak met enkele gemeenteleden, het plan om ’s zondags bloemen op dekansel te zetten. Harry zorgde ervoor. In de morgendienst werden ze door de helegemeente bewonderd, maar ’s middags waren ze weg. Toen zei Harry na de preekmet een glimlach: ‘De bloemen die hier vanmorgen stonden zijn in de kerkenraads-kamer te bezichtigen.’

Noordbergum werd niet getroffen door de scheuring van 1967 in de vrijgemaaktekerken. Harry Venhuizen nam in die landelijke kwesties zoiets als een tussenpositiein. Wim van der Linde, de dominee die in 2009 zijn uitvaartdienst leidde, kwam in1967 als beginnend predikant in Driesum/Wouterswoude. Van der Linde: ‘Toen hetbegon te rommelen in de vrijgemaakte kerken, werd ik in de classis Dokkum ook algauw verdacht, omdat ik het niet eens was met de gang van zaken op de synode.Geen van de collega’s wilde nog met me ruilen voor een preekbeurt, behalve Harry!Ik heb dat altijd in hem gewaardeerd.’In Harry moet het gewrongen hebben: hij vond dat de winst van de vrijmaking het

539IN MEMORIAM 539

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 539

Page 10: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

best bewaard bleef in de vrijgemaakte kerken en daarom conformeerde hij zich aande vrijgemaakte synodes. Tegelijkertijd ging hij soepel met de verschillen om.Vrienden van hem kwamen bij de buitenverbanders terecht: Klaas Holwerda, Wimvan der Linde, Johan Janse. Ook tijdelijk Jan Slotman, en toen is hij in 1969 wel sa-men met Jan Goedhart naar Urk gereisd om Slotman terug te praten. Maar vreemd,toen Slotman hem daar later goedmoedig aan herinnerde, wist Harry niet meer dathij dat gesprek gevoerd had. Verdringing? Harry heeft deze scheuring altijd iets vreselijks gevonden. Koos Veefkind: ‘Bij zijnafscheid van Ede noemde Harry en plein public de aanwezigheid van ‘Johan Janseen Koos Veefkind, die mijn vrienden waren en nog altijd zijn’ - en dit was een pleis-ter op de door de geschiedenis geslagen wonde.’

ZutphenHet beroep naar Zutphen was in 1969 welkom. Ook hier had de kerkscheuring van1967 niet toegeslagen. Els en Harry waren er met hun groeiend gezin op hun plek.Totdat opeens alles op scherp kwam te staan. Een ‘buitenverbands’ gezin dat naarZutphen verhuisd was, meldde zich als lid. De kerkenraad wilde het gezin alleentoelaten op voorwaarde dat de ouders schuldbelijdenis zouden doen over hun eer-dere kerkkeuze, en hun vorige gemeente bij een eventueel bezoek op zondag zou-den mijden. Zij vonden dit te veel gevraagd. Harry Venhuizen ging trouw bij hen opbezoek en was overtuigd van de eenheid in Christus. Van Veenhof herinnerde hijzich: ‘Je moet alles meeslepen in je net wat je mee kunt slepen’ en daarvan pro-beerde hij de kerkenraad te overtuigen. Het mislukte. Hij ging in beroep bij de clas-sis en later bij de provinciale synode. Intussen raakte hij overspannen en moest zijnwerk laten rusten. De PS sprak tot zijn vreugde uit dat het gezin toch moest wordentoegelaten. De kerkenraad, inmiddels van samenstelling veranderd, ging daarin meeen het gezin werd lid. Maar enkele kerkleden gingen daartegen in beroep bij de Ge-nerale Synode en deze sprak uit dat het gezin niet had mogen worden toegelaten. Dekerkenraad, de zaak beu, conformeerde zich eraan. Het gezin bleef lid. Harry Venhuizen heeft in Zutphen geleden aan de kerk. Hij kon niet tegen wanver-houdingen. Er waren meer moeilijke dingen: het sterven van een kindje, de zelf-moord van een oudere zuster. Hij heeft de nabestaanden intensief begeleid. Zutphenwas een harde leerschool. Het beroep naar Ede in 1973 was welkom. Als hij laternog wel eens in Zutphen preekte, had hij moeite de brug over te komen, hij kreegdan even een gevoel van misselijkheid.

EdeMeer dan 26 jaar in Ede, dat was een lange tijd, van 1973 tot aan zijn emeritaat in1999. Maar Harry zei altijd: ‘Hier heb ik wel drie verschillende gemeenten gehad.’Het was een gemeente met veel jonge gezinnen die vaak weer verder trokken. Ookdoor een nieuwe gereformeerde basisschool en door de komst van de ChristelijkeHogeschool Ede veranderde de samenstelling van de gemeente snel. Er werd eennieuwe kerk gebouwd. In het begin moest hij in Ede nog twee keer preken op één zondag, maar toen de ge-meente groeide ging het terug naar één keer. Hij had nu ook het goede gevoel dat hijer meer tijd aan kon besteden. Zijn preken werden over het algemeen echt gewaar-deerd. Hij was nooit ingewikkeld, nooit dogmatisch. Hij bracht de verlossing in Je-zus dicht bij de mensen, ernstig en opgewekt. Hij kon de mensen confronteren met

540540 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 540

Page 11: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

hun eigen hart. Henk Knol, die enkele jaren ouderling was in Ede, vertelde:

‘Harry Venhuizen heeft me als eerste vrijgemaakte dominee laten zien dat detweedeling farizeeër/tollenaar ook in de ‘ware kerk’ zat ingebakken en dat je datook gewoon hardop mocht zeggen. Ik denk dat hij ten diepste in het ambt dat hijbekleedde vooral ook geleden heeft aan die tweedeling. Als gemeentepredikantwas hij voor mij een verademing, omdat hij minder zwaar op de hand was danveel van zijn vrijgemaakte collega’s. Hij wist een aantal dingen minder stellig(was wellicht ten diepste ook een weifelend mens) en had in ieder geval een he-kel aan verschillende specifiek vrijgemaakte mores en gewoonten die feitelijk totde 'middelmatige dingen' behoorden, maar door sommigen in de gemeente wer-den gesacraliseerd met een beroep op de Schrift.’

Het gezin telde, toen Els en Harry in Ede kwamen, vier kinderen. In Ede werd hetvijfde kindje geboren, Arne, in 1976. Het stierf toen het vijf maanden oud was. Daarleed het gezin zeer aan. In 1978 werd het laatste kind, de eerste dochter, geboren. Zijvertelde hoe het kind (Carolien) met pappa meeging als hij ergens anders preekte.

‘De preek ging over buiten, de schepping en de natuur. Haar favoriete onderwerp.In de trein had pappa haar gevraagd om de mooiste vogels op te noemen die zekende. Dat waren er nog al wat. Maar de ijsvogel met dat mooie blauw en oranjevond ze wel de allerallermooiste én het vuurgoudhaantje omdat die zo klein was.In de preek hoorde ze dat haar vader de vogels bejubelde. Daar kwam de opsom-ming. Zou het? Zouden haar vogels ook in het rijtje zitten? Hij keek haar aan englimlachte; natuurlijk! Hij sloot de rij af met de ijsvogel en het vuurgoudhaantje!Ze voelde haar borstkas gloeien van trots! Zij had een beetje meegeholpen aan depreek en niemand wist ervan. Het was hun geheimpje samen.’

Het pastoraat eiste veel. Hij was in Ede ook pastor van ‘De Driehoek’, een huiswaar toen zo’n twintig kinderen en jongeren met psychosociale problemen woon-den. Soms belden ze midden in de nacht met zelfmoordplannen. Dan stapte hij uitbed en ging erheen. Evenals in vele andere vrijgemaakte gemeentes waren er voor- en tegenstanders van‘liturgische vernieuwing’. Op de duur wist hij via een paar medestanders wel hetfiat van de kerkenraad te krijgen voor mooie ideeën: het uitdelen van een witte roosaan jongeren in een belijdenisdienst, het inschakelen van een koperensemble oppaasmorgen. Aan vergaderen had hij een hekel. Toen men in een winterse classisvergadering eenhalf uur gesteggeld had over de notulen, zei Harry: ‘Broeders, als ik ooit onverhoopteen hartaanval krijg, dan is het tijdens het sneeuw ruimen óf tijdens een classisver-gadering.’

Hij had ook contacten in Hongarije en voormalig Joegoslavië. Eens per twee jaarging hij erheen, vaak samen met collega Arie Reitsema, voor de toerusting van dekerken daar. Hij genoot van het land. Arie Reitsema: ‘Hij herkende het vogeltje dathij hoorde fluiten. Hij genoot van Boedapest met z’n Matthiaskerk, z’n bruggenover de Donau en z’n winkels waar we onze souvenirs voor thuis kochten. Hij ge-noot van een glas wijn en wist er meestal wel een verhaal bij te vertellen.’ Maar toenhij eens net in Hongarije zat en een jongen van twaalf in zijn gemeente aan kanker

541IN MEMORIAM 541

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 541

Page 12: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

stierf, nam hij meteen de trein terug om de begrafenis te leiden.

In Ede zocht hij direct zijn collega’s van de Nederlands Gereformeerde kerk op.Maar dat ging stroef. Hij had de indruk dat Roukema en Johan Janse en Klaas Hol-werda in Arnhem dat in de jaren zeventig nog niet zagen zitten. Er was te veel ge-beurd. Pas toen Wim van der Linde in de NGK van Ede kwam, zijn de gesprekkentussen de kerken echt gestart. Daarna liep het weer een tijd niet, totdat het begin 21e

eeuw in een stroomversnelling kwam. Harry’s opvolger Melle Oosterhuis is hemnog op zijn sterfbed komen vertellen dat de GKv en de NGK van Ede elkaar haddenerkend als kerken van Christus, er was schuld beleden, de schorsing van Roukemawas door de vrijgemaakten opgeheven. Diepe blijdschap was dat voor Harry. De no-deloze scheur was gedicht.

Intern waren er aan het einde van de 20e eeuw toch ook moeilijkheden in vrijge-maakt Ede. Walter Venhuizen, zoon van Harry en Els, trouwde in Brazilië en Harryzegende het huwelijk in, in een evangelische gemeente. Toen dat in Ede bekendwerd, werd Harry daarover aangeklaagd bij de kerkenraad. Hij had geen toestem-ming gehad om in een kerk van een ander kerkgenootschap te preken. Harry vondzo’n kwestie vreselijk, hij kon er niet tegen, maar hij dacht weer aan het woord vanVeenhof over het sleepnet, dat toch ook voor Brazilië gold. De zaak escaleerde, erwerd gediscussieerd over de vraag of hij nog in Ede kon preken en catechiseren.Een gemeentelid vertelde daarover:

‘Ik heb Harry al die tijd nooit een onvertogen woord over z’n critici horen zeg-gen. Hij bleef altijd vergevingsgezind en had geen wrok. Hij bleef altijd positief,deed niet aan zelfbeklag, hij wist waarvoor hij stond. Hij was geen strateeg, deedniet aan tactiek, hij kon geen beleidsvoorstellen schrijven. Daarom overviel hijmensen wel eens met dingen die hij in de kerkdienst deed. Bij Harry kreeg ik al-tijd het gevoel dat hij echt een kind van zijn Vader was, en hij had denk ik moeitemet regels waarin hij z’n Vader niet herkende, maar meer de angst en regelzuchtvan mensen.’

Het is, door veel ellende heen, weer goed gekomen, het overgrote deel van de ge-meente stond achter haar dominee. Toen hij bij zijn emeritaat wegging uit Ede,kreeg hij een warm afscheid. De goede relatie had ook te maken met Harry’s opstel-ling. Zijn broer Joute karakteriseerde hem zo: ‘Een bescheiden, irenisch man met,wat mij betreft, de prachtige eigenschap, dat hij nooit jaloers was - waarschijnlijkniet eens wist hoe dat moest!’

HarderwijkHarry en Els gingen in 1999 in Harderwijk wonen. Ze hadden samen nog tien jaar.Hij preekte elke zondag. Ze shopten ook wel eens. Wim van der Linde preekte in dietijd veel in de NGK van Ermelo en dan zag hij hen soms zitten, en later in Zwolle,in gemeenschappelijke diensten van de NGK en de CGK. Dat vonden ze heerlijk,vertelden ze. In Harderwijk sleepte het sleepnet op weer een andere plek. Er begon een intensiefcontact met asielzoekers. Harry en Els bezochten hen in het AZC en op locatiesvoor noodopvang. Els gaf daar lessen Nederlands en Harry deed, vooral met Ar-meniërs, wekelijks Bijbelstudie en hij sprak op hun maandelijkse ontmoetingsda-

542542 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 542

Page 13: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

gen. Michiel Bakker, met wie hij samenwerkte, noemt hem trouw, betrokken, be-wogen. Tijdens de uitvaartdienst werd een brief voorgelezen van de Armeense do-minee Tcheklian, die de Venhuizens zo karakteriseerde: ‘Harry Venhuizen was withhis spouse Els among those who were pioneers of a very important ministry brin-ging hope and the message of the God News to Armenian people.’Toen kwamen er nog eens drie maanden Brazilië. Ze werkten in Belo Horizonte ineen kindertehuis zonder de taal te kennen. Ze schilderden het huis, verzorgden deaids-kinderen, speelden met hen, kookten. Later werkten ze in een misdadige krot-tenwijk in Luzero onder favela-kinderen. In een groep trokken ze met een doodkistdoor de wijk, om symbolisch de zonde ten grave te dragen en knielden op destraathoeken om te bidden.

ZiekteIn mei 2009 hoorde Harry dat hij ernstig ziek was, longkanker. Op de zondag vlakvoor de uitslag zaten ze bij Wim van der Linde in de kerk. De preek trof hem. Wimzei iets over kinderen die de kerk de rug hadden toegekeerd: ‘We moesten bij henmaar niet altijd opnieuw aan boord komen met geloof en zo. Net zoals je niet te diken te royaal zaad moet zaaien. Dat werkt verstikkend. Maar ter bemoediging zei ik,dat heidezaad na 20 jaar nog de kiemkracht behoudt en opkomt.’ Na de dienst zeiHarry: ‘Wim moet mij begraven.’Toen Wim hem in het ziekenhuis opzocht, was Harry heel boos, niet op God, maarop de duivel, die zulke dingen als kanker en pijn had uitgevonden. Ze huilden sa-men, ze baden, ze lazen: ‘Ik vermag alle dingen door Hem die mij kracht geeft.’ Bijhet volgende bezoek was hij heel rustig. Het was een groot lijden, dat tweeënhalvemaand duurde. Els kon hem thuis tot het laatst zelf verplegen. Carolien zei bij de be-grafenis:

‘Hoop, wanhoop, verdriet en nieuwsgierigheid naar hierna wisselden elkaar af.Hij putte enorme troost uit de woorden van een goede vriend: “Els houdt je handhier vast en Jezus pakt hem strakjes gewoon over.” Zo werd het sterven geenleeg, angstig vacuüm maar gewoon een transitie, een overgang van hier naardaar.’

Amersfoort, Hans Werkman

543IN MEMORIAM 543

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 543

Page 14: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

IN MEMORIAM DS. ARIS GEERTRUDIS VERSTEEG

3 januari 1925 - 8 augustus 2009

Op 8 augustus 2009 kwam er een einde aan hetaardse leven van ds. A.G. Versteeg. Met krachtzong hij de laatste regel mee van Psalm 118:5(oude berijming): “Gods rechterhand heeft grotekracht.” Daarna droeg hij zijn leven over aan dezezelfde God.Dit einde karakteriseerde hem. Zo was hij als jongeman, als predikant in actieve dienst, en als emeri-tus. Hij dacht klein van zichzelf en groot van zijnHeer. Men moest hém niet dankbaar zijn omdat híjzoveel werk deed. Hij was God dankbaar dat hij hetmocht doen. Die dankbaarheid gaf hem de krachtom, ook in moeilijke omstandigheden, al zijn werk-zaamheden nauwgezet te verrichten. Tegelijk ge-noot hij ervan, zoals Hij ook genoot van zijn vrouwen kinderen, en niet te vergeten van Israël.

Op 14 februari 1954 deed Aris Versteeg zijn intrede in het Friese Arum. Vlakdaarvóór waren Bep en hij getrouwd. Zo ging dat toen. Aris was 29 jaar oud. Dieleeftijd laat zien dat zijn studiegang niet gewoon was geweest. Waarom werd hijtoen pas predikant? Waarom is hij het überhaupt geworden?Hierover bestaat een verhaal, dat ds. Versteeg zelf verteld heeft, ook in het interviewbij zijn 40-jarig jubileum.1 ‘…Als loketbeambte op het station in Utrecht kreeg ikop een zondagmiddag een grote groep voetbalsupporters voor het loket. Daaroverben ik gaan nadenken. Dat kon toch niet de bedoeling zijn dat je daarvoor zondags-arbeid verrichtte. Na de zondagmiddagdienst in Utrecht sprak ik hierover met ds. C.Veenhof. Die zette me aan om naar Kampen te gaan…’Voor Versteeg gaf dit de doorslag. ‘Dat heeft de wending gebracht.’ Maar wie kandit vatten? Het was de tijd van vlak na de oorlog, de tijd van de wederopbouw. Iederdie een goede opleiding en gezonde werkkracht had, was welkom in de maatschap-pij. Bovendien had Aris Versteeg een vaste vriendin. Waarom zocht hij niet een an-dere werkgever? Waarom besloot hij toen om nog zolang te studeren, minimaal 7jaar. Volgens mij komen in dit belangrijke moment veel lijnen samen. Versteeg ver-telt dat hij aanvankelijk niet het voornemen had om predikant te worden. ‘Daar wasook geen geld voor. Mijn ouders hadden het niet ruim. Dus moest je zo gauw datkon aan het werk.’ Er was dus een reden, waarom hij niet een plan maakte om do-minee te worden. Die reden was niet, dat hij zichzelf daar niet geschikt voor vond,maar dat er geen geld was voor de studie. In de kring van wie hem van jongs af ken-nen bestaat de overtuiging, dat de wens om dominee te worden al vroeg bij hemleefde.2 Het één komt goed overeen met het ander. Het vervolg sluit ook goed aan.De hoofdonderwijzer vindt het jammer, dat Aris al na de lagere school aan het werkmoet. Dus leert hij verder. Maar het wordt een vakopleiding, de Gemeentelijke Han-delsschool in Amersfoort. Een opleiding om daarna aan het werk te gaan, nog steedsin overeenstemming met het gebrek aan geld. Maar als Aris in 1941 zijn diploma

544544 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 544

Page 15: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

heeft, is het al meer dan een jaar oorlog. Geen of nauwelijks werk dus voor iemandals hij. Gevolg is dat Aris weer verder leert, nu voor het diploma HBS-A, dat hij in8 maanden haalt. Na een intermezzo op een Rijnaak en bij boeren in Frieslandwordt Nederland bevrijd. Eindelijk krijgt Aris Versteeg echt werk, bij de NS. Maarhij moet van onderaf aan beginnen. Zo staat daar op die zondagmiddag een grotegroep voetbalsupporters achter zijn loket. Op dat moment gaat de wissel om.Waarom dán? Het doel om zo snel mogelijk geld te verdienen, is langzaam maar ze-ker verlegd naar het doel om werk te verrichten dat bij hem past.Bij de NS ambieert hij een leidinggevende functie. Een leidinggevende functie zalhij ontvangen, maar niet bij de NS. En de wissel wordt overgehaald bij de zondag.Er is niets mis met de NS. Treinen vervoeren niet alleen voetbalsupporters, maarook kerkleden en predikanten, zelfs op zondagen. Maar de NS spoort niet met A.G.Versteeg. Versteeg wil met en op de zondag iets anders doen dan de NS doet.

Waarom is Aris Versteeg predikant geworden? Vooral omdat die wens bij hem alvan jongs af aan leefde, ook al was hij zich dat zelf misschien nauwelijks bewust.Vanuit mijn eigen omgang met hem onderstreep ik dat. Cruciale ervaringen in zijnjonge jeugd vonden plaats op zondag in de kerk. Als 11-jarige jongen heb je natuurlijk niet de mogelijkheden om ruimte te creërenvoor een studie als je ouders dat niet zien zitten. Maar als twintiger mét een middel-bare schoolopleiding, met oorlogservaring, met wilskracht en discipline, én eenvriendin die jou door dik en dun steunt, heb je dat wel. Die vriendin wás er voorAris, Bep Smink. Zij zou er altijd voor hem zijn. Een stille sterke steun.Versteeg gaat aan de studie. Hij werkt hard. Eerst haalt hij het diploma GymnasiumA (met heel veel Grieks en heel veel Latijn). In 1948 begint hij in Kampen en in1953 is hij daar klaar. Dan volgen twee kerkelijke examens, die de deur naar de eer-ste gemeente open zetten. Waarom duurde de aanloop zolang? Het antwoord is duidelijk. Maar ook, dat hetgoed beschouwd niet eens zó lang was.

De tijd in Arum was kort, 3 jaar. Een tijd van grote inspanning om zich de vaardig-heden die men van een predikant verwacht goed eigen te maken. Onder primitieveomstandigheden. Een eigen kerk was er nog niet. Men kerkte in een school. Cate-chisatie gaf Aris in de studeerkamer, wat de catechisanten best waardeerden. Even-als de manier waarop ds. Versteeg les gaf. Heel apart. Zijn preken waren zelfs voorde twaalfjarigen goed te volgen. Hij was betrokken op jong en oud. Als iemand zichooit niet gezien voelde, zorgde hij ervoor dat hij hem of haar de volgende keer welzag.

Veel tijd om te wennen aan het predikambt werd hem niet gegund. In 1957 vertrokhij naar de Noordoostpolder. Die hele polder werd zijn werkterrein, terwijl hij geenauto had. Eerst huurde hij er één. Daarna deelde hij één met de collega, met wie hijook de polder deelde. Vanaf 1 juni 1959 was hij dominee van Creil en Emmeloord.Op 1 april 1959 was het alleen nog Emmeloord. Alleen? Als het ene niet meer hoeft,komt het andere ervoor in de plaats. Er deden zich kerkelijke problemen voor. Hijhad het er moeilijk mee.Toch was Versteeg ook een levensgenieter. Hij hield van de natuur, kende vogels enplanten, zette ze op de gevoelige plaat, en op zaterdagmiddag ging hij met de jeugd

545IN MEMORIAM 545

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 545

Page 16: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

van de kerk het bos in.De mensen van de kerk moesten aan hem wennen. Wennen aan zijn tekstkeus. Watmoet dominee in vredesnaam met de belletjes onderaan het kleed van de hogepries-ter? Maar na vele jaren kan men het mij nog vertellen: ‘Je hoorde de priester weeraankomen. Hij kwam bij God vandaan. Van die plek vlak vóór de ark.’ Maar niet al-leen de tekstkeus, ook de manier van preken viel op. Wat dan? Het gewone, denk ik.Aris Versteeg was mens onder de mensen.

Na Emmeloord kwam Stadskanaal in zicht. Van 24 januari 1965 tot 20 september1975 was dit het terrein van A.G. Versteeg. Een gemeente die dankzij Philips in diejaren sterk is gegroeid. Wat dit voor een predikant met zich meebrengt, kan iederzich voorstellen. Ook hier is Versteeg zichzelf, bescheiden en betrokken. Met regel-maat maakt hij de lange reis naar Groningen. Voor die kleine jongen bijvoorbeeld,die daar in het Academisch Ziekenhuis ligt. Zoals hij zo velen in datzelfde zieken-huis heeft opgebeurd, opgewekt als hij bijna altijd was. Wel was Stadskanaal een eenzaam oord voor een dienaar van het Woord. Vaak wasVersteeg de enige dominee in de classis. Dat betekende: vaak vier keer per zondagvoorgaan, in de classis een verantwoordelijke rol dragen, veel (visitatie)bezoekenbrengen aan kerkenraden die advies nodig hadden. In Stadskanaal is men nuchter. ‘In mijn tijd zijn er’, zo schrijft een ouderling vantoen, ‘nooit strubbelingen geweest. De onderlinge verhouding was altijd goed.’ Eengroot compliment.

In die tijd al bracht de familie Versteeg vaak de vakanties op Ameland door. Als do-minee kwam je daar, zeker toen, er niet onderuit om één of meerdere keren voor tegaan in de 'Vermaning' van Hollum of Nes, uiteraard voor vrijgemaakt publiek.Daar zag en hoorde ik hem voor het eerst. ‘Dat is een goeie dominee’, zo hoorde ikfluisteren. Niet lang daarna kreeg de predikant van Stadskanaal een beroep naarGroningen-Zuid, die later gesplitst werd in Zuid en West .

In Groningen heeft Aris nog meer dan daarvóór genoten. Nu kwam hij eindelijk toeaan dat waarvoor hij dominee geworden was: preken voor de eigen gemeente, cate-chisaties en pastorale bezoeken. Zijn wijk Vinkhuizen telde op haar hoogtepuntruim 900 zielen. Het was een typische stadswijk in de groei, met de problemen diedat met zich meebrengt. Het was niet extreem als ds. Versteeg ’s nachts uit bed werdgebeld. Maar behalve een goede pastor was hij ook een goede prediker. Consciënti-eus als hij was, kon hij niet anders. Zijn preken bereidde hij goed voor. Ik heb eenaantal van die preken beluisterd op een cassetteband. Zo’n cassette geeft een repre-sentatief beeld van de prediker. Elke zondag wordt er een preek opgenomen. De do-minee kan niet selecteren, zoals wanneer hij een preek opstuurt voor ‘Waarheid enRecht.’ De preken van Versteeg getuigen van een heldere stijl, een boeiende vertelt-rant, maar ook een goede exegese. Hij heeft zijn voorstudie goed gedaan én nage-dacht over zijn formuleringen. Zijn exegeses zijn herkenbaar, passen in de vrijge-maakt-gereformeerde wijze van uitleg en toepassing in die tijd. Wat opvalt, is zijnliefde voor archeologie. Zo beschrijft hij hoe men bij Gilgal aan de Westoever vande Jordaan ten behoeve van de massale besnijdenis stenen zocht die men als messenkon gebruiken.Liefde voor archeologie, liefde met name voor Israël, waarheen hij vele reizen

546546 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 546

Page 17: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

maakte. Vooral als reisleider, maar in de laatste jaren van zijn leven nog twee keerals reisgenoot. Het land van de Bijbel, de natuur ook van dat land. Wie kan het glan-zende morgenlicht in het dal van de Kedron tussen Jeruzalem en de Olijfberg zomooi beschrijven, als Versteeg dat kon? Het tekent hem dat een collega Oosterbaan& Le Cointre heeft moeten tippen om Versteeg ertoe te brengen zijn vele kerkblad-artikelen over Israël bijeen te brengen in drie mooie boekjes met foto’s van de reis-leider zelf.3

Eerder dan hij wenste ging de dominee van Vinkhuizen met emeritaat, op 1 maart1987. Een officieel afscheid was op dat moment vanwege gezondheidsredenen nietmogelijk. Wel werden bij wijze van afscheid de drie laatste preken van ds. Versteeggebundeld en onder de gemeenteleden en anderen verspreid.4 In 1994 hebben ds. enmevr. Versteeg met kinderen en kleinkinderen in het midden van de gemeente vanGroningen-West het 40-jarig ambts- en huwelijksjubileum kunnen vieren, met dankaan God, ook voor mevrouw Versteeg.

De tijd van het emeritaat werd een tijd van ontspannen genieten als gemeentelid. Opveel bijeenkomsten vertoonde hij diaseries over Israël, maar ook over de natuur inde omgeving van Groningen. Het werd ook de tijd van ouder worden. Bep, de vrouw van Aris, die zoveel voorhem betekend had, stierf op 1 juli 1998. Wat miste hij haar. Twee jaar later kreeg hijnog een nieuw huwelijk, met Pia Kadijk. Beiden hebben dit als een verrassing vanGod ervaren, 9 jaren lang.

Het was een goed en vruchtbaar leven, het leven van ds. Aris Versteeg. Er zit lijn in,de lijn van de liefde voor God en voor ´het wondere ambt´. Niet alles wordt zicht-baar. Dat hoeft en dat kan niet. Uiteindelijk blijft roeping een mysterie. Onvoorstel-baar is Gods kracht.

Groningen, T.S. Huttenga

Noten:1. Kemps-Stam, Nelleke. 1994. ‘De preek moet zo aanschouwelijk mogelijk ge-

bracht worden. Predikant en Israëlkenner Versteeg viert 40-jarig ambts- en hu-welijksjubileum.’ Interview met ds. A.G. Versteeg in de Gereformeerde Kerkbodevoor Groningen, Fryslân en Drenthe, 18 februari 1994. Aan dit interview heb ikmeerdere gegevens ontleend.

2. Ik dank voor wat betreft dit en andere gegevens familie, vrienden en oud-ge-meenteleden hartelijk voor hun informatie.

3. Versteeg, A.G. 1989. Met het oog op het Woord: met een open bijbel naar het bij-belse land. 1991. In geuren en kleuren: beeld en symbool in de bijbel. 1993. Ont-dekt in Israël: verrassende ontmoetingen op bijbelse grond. Goes, Oosterbaan &Le Cointre.

4. Versteeg, A.G. 1987. Ere zij aan God de Vader. Drie preken, uitgegeven bij het af-scheid van de Gereformeerde Kerk te Groningen-West 28 februari 1987.

547IN MEMORIAM 547

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 547

Page 18: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

IN MEMORIAM PROF. DRS. DETMER DEDDENS 18 januari 1923 - 29 oktober 2009

Detmer Deddens groeide op in een gereformeerdpredikantsgezin. Hij was de oudste van de drie zo-nen, die alle drie het spoor van de vader, ds. P. Ded-dens volgden, alle drie ook predikant werden in deGereformeerde Kerken. Er was en bleef tussen dedrie broers eenheid in confessionele overtuiging.Maar er was ook duidelijk variëteit. Detmer‘erfde’, om zo te zeggen, van de vader een diepebelangstelling voor geschiedenis. Voor de geschie-denis van de gereformeerde kerken en voor het ge-reformeerde kerkrecht, ook in z’n historische ont-wikkeling - het kerkrecht met nadruk op dezelfstandigheid van de plaatselijke kerk, waarin decollegiale ‘regering’ door (predikant en) ouderlin-gen, het presbyterie, centraal staat. Deze plaatse-lijke kerk is evenwel hecht verbonden met de zus-

terkerken, die eenzelfde gereformeerde belijdenis hebben ontvangen. Wanneer doorafvaardiging deze kerken samenkomen, landelijk in Generale Synode’, vormt dezevergadering geen ‘opperkerkenraad’, maar in die samenkomst klopt het hart van degeloofsverbondenheid. Dat is het eigen merk van het presbyteraal-synodale kerk-recht.

Detmer groeide in de jaren dertig van de vorige eeuw op in de stad Groningen, indeze tijd een centrum van de herleving van de presbyteraal-synodale kerkregeringin de eenheid van de belijdenis. Een onbedreigd bezit was deze kostbare erfenis uit de eeuw van de Reformatie, dezestiende eeuw, echter niet bepaald! In de jaren twintig, vooral 1926 en volgende ja-ren, had zich onder de regenteske leiding van professor H.H. Kuyper van de Am-sterdamse Vrije Universiteit een scherpe koerswijziging in kerkrechtelijk opzichtgemeld: de Generale Synode kreeg de bevoegdheid van een ‘opperkerkenraad’, dieover de mindere vergaderingen (classis en particuliere/provinciale synode) bevoegdzou zijn om met ‘soevereine’ zeggenschap desnoods met tuchtmaatregelen in tegrijpen. Hiertegen rees wel verzet, maar aanvankelijk toch niet meer dan spora-disch. Eén van de weinigen die aanhoudend tegen het nieuwe, synodalistische kerk-recht protest deed horen, was de Kamper exegeet Nieuwe Testament, prof. dr. S.Greydanus. Bij hem sloot zich in de loop van de jaren dertig de dogmaticus vanKampen, K. Schilder aan. Hier profileerde een reformatorische beweging in terug-keer naar de grondlijnen van het gereformeerde kerkrecht èn de gereformeerde be-lijdenis. In deze ‘beweging’ had ds. P. Deddens zijn eigen plaats in groeiende verbondenheidmet professor Schilder.

Detmer groeide in dit krachtenveld op. In 1942 meldde hij zich aan bij de KamperTheologische Hogeschool. Dat was midden in de tijd van de Tweede Wereldoorlog.

548548 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 548

Page 19: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

Uit kracht van het Woord dat het universele koningschap van de Heer Jezus Chris-tus sinds eeuwen had uitgeroepen en dat in de prediking was verkondigd, keerdeook ds. P. Deddens zich tegen het Nationaal-Socialisme. Het kwam hem op tijde-lijke vrijheidsberoving te staan. Detmer, de oudste zoon, wist zijn plaats in het dra-gen van zijn verantwoordelijkheid in het gezin, dat gedurende korte tijd vaderlooswas, maar wel de zorg voor de vader meedroeg.

Een nieuwe fase in deze bewogen tijd brak aan toen prof. Schilder door de GeneraleSynode geschorst en afgezet werd als hoogleraar en tegelijk als predikant (emeritus)van de gereformeerde kerk die hij had gediend tot aan zijn intrede als hoogleraar inKampen, 1934. De Vrijmaking van de kerken brak door in 1944 en volgende jaren. Prof. Schildergaf in nieuw verworven vrijheid voorlichting over de kerkelijke situatie, door heelhet land heen. Maar de gang van de oorlogssituatie deed hem stranden in de stadGroningen. Ook hier brak in zware omstandigheden de Vrijmaking zich baan.Student Detmer maakte het alles van heel nabij mee, in het gezin van ds. P. Ded-dens, in de tot vrijmaking gekomen kerk van Groningen. Prof. Schilder hield daarmidden in die barre oorlogstijd lezingen over exegetisch-dogmatische onderwer-pen, waar student Detmer zo nauwkeurig mogelijk aantekening van hield. Vele ja-ren later heeft hij daarvan verslag gepubliceerd in twee boekjes onder de karakteris-tieke titel ‘Cursus bij kaarslicht, lezingen van K. Schilder in de laatsteOorlogswinter’ (1997/1998)’.De bevrijding van Nederland kwam in 1945 en de Vrijmaking van de kerken zettezich door. Zo vatte Detmer Deddens de regelmatige studie op in een vrij land én eenvrije kerk. Zijn vader was in 1945 tot hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht be-noemd. Het gezin verhuisde naar Kampen. In 1949 werd de kandidaatsstudie na re-gelmatige en nauwgezette studie afgesloten met een examen, dat de kwalificatie‘cum laude’ kreeg. Zo was het ook met het doctoraal examen dat later volgde.

Nu eerst een enkel woord over de gang van de jonge Deddens in de kerken. Hij gingde pastorie van Wetsinge-Sauwerd in, samen met zijn bruid Arien Koppe. De vol-gende standplaats was het Overijsselse Mariënberg. Ten slotte voerde de weg naarLeeuwarden. Steeds was Arien ‘de hulp die bij hem paste'. Het huwelijk bleef kin-derloos. Maar zij stond met christelijke aandacht voor héél de gemeente, jong enoud, naast de dominee. De gemeentes hebben het ook zó ervaren. En ds. Deddensevenzeer! De studie van de kerkgeschiedenis en het kerkrecht boeide hem. Hij zouzich tot een studeerkamergeleerde hebben kunnen ontwikkelen in de afgeslotenheidvan de steeds groeiende boekenburcht! Want in deze tijd al verwierf hij zich - te-recht - een goede naam als antiquaar, liefhebber als hij was van vooral het oudetheologische boek, zoals ook zijn vader. Maar altijd wist mevr. Deddens ook voorhem de brug weer te slaan naar de gemeente. Hoe rijk waren beiden in het dienstbe-toon!

In het jaar 1958 stierf professor P. Deddens. De kerken in Generale Synode bijeen teBunschoten-Spakenburg, kozen na moeilijk beraad uit het tweetal D. Deddens - J.Kamphuis mij tot opvolger. Elders heb ik enige informatie gegeven over mijn con-tact met mijn vriend in Mariënberg. (Nader Bekeken, dec. 2009.) Altijd zal ik dank-baar blijven voor de steun die Detmer mij gegeven heeft. Er kwam verandering in

549IN MEMORIAM 549

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 549

Page 20: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

de situatie toen in 1979 door de emeritering van professor Doekes voorziening werdgezocht voor het onderwijs in de dogmatiek en verwante vakken. Mij werd ge-vraagd deze nieuwe taak op mij te nemen, terwijl de synode drs. D. Deddens be-noemde voor kerkgeschiedenis en kerkrecht. Nu moet nadrukkelijk worden gesteld, dat Deddens reeds geruime tijd zich in hetkerkelijk leven in brede zin had doen kennen als uitstekend thuis in de vakken diedoor zijn vader werden gedoceerd en tevens als hoeder van de gereformeerde sa-menleving der kerken. Hij wist te staan in de traditie van het zogenoemde Dolean-tie-kerkrecht, zoals in de 19e eeuw bondig en welsprekend vertolkt door prof. F.L.Rutgers, en zoals die in de 20e eeuw door prof. S. Greijdanus welsprekend en gede-gen was gehandhaafd tegenover de nieuwe lijn van H. H. Kuyper. (Zie hiervoor.)Deddens wist zich verantwoordelijk voor het blijven in dit reformatorische spoorvan vrije kerken, één in confessionele verbondenheid. Hij wist aan deze lijn vast te houden tijdens de Generale Synode van Rotterdam-Delfshaven 1964, waar hij zich onverwachts tot het voorzitterschap geroepen zag,en eveneens ten tijde van de synode van Amersfoort-West 1967, waar hij vanaf hetbegin de voorzittershamer hanteerde. Het waren toen wel heel erg bewogen tijden:zouden de kerken ‘in het oude spoor’ blijven, terwijl zich een heftige oppositie lietgelden. Ik heb op beide synodes Deddens van nabij meegemaakt, omdat ik de ver-gaderingen mocht dienen als kerkrechtelijk adviseur. Hoe intens was onze samen-werking, terwijl wij voortdurend eigen verantwoordelijkheid in het oog hielden! Degrote kennis van Deddens en zijn objectiviteit als voorzitter waren in één woord: be-wonderenswaardig.

Tegen deze achtergrond zal de lezer kunnen verstaan, hoe goed het ons beiden wasdat er in 1979 collegiale samenwerking kwam. Bij alle onderscheid hadden wij het,ook in de brede kring van alle docenten, goed in deze jaren.Deddens was allerminst een veelschrijver. Maar wat hij publiceerde, getuigde vanuitgebreide kennis, ook van allerlei verscholen details. Hier is ondermeer te denkenaan het opstel dat hij in 1986 wijdde aan het thema ‘Het Doleantie-kerkrecht en deAfgescheidenen’ in de bundel Doleantie en Wederkeer, onder redactie van ons bei-den verschenen in het herdenkingsjaar van de Doleantie van 1886 (blz. 57-151).Een zakelijk vervolg hiervan geeft Deddens in Vereniging en Wederkeer, over deVereniging van 1892, Barneveld 1992, blz. 45-60, onder de titel ‘De GereformeerdeKerken in Nederland, een bond van kerken, geen kerk’. Hier beschrijft Deddens hoein het jaar 1926 ‘de kerkrechtelijke wissel’ werd omgezet in de procedure-Geelker-ken, onder regie van professor H.H. Kuyper, die daar onder anderen hulp kreeg vanprofessor H. Bouwman van Kampen, die in de pragmatische koers van Kuyperwerd meegetrokken: de synode kan als de nood aan de man komt ingrijpen in het le-ven van de plaatselijke kerk, zo nodig in schorsing en afzetting. In het weekblad DeReformatie van dec. 1990 ging Deddens nog breder en zeer gedetailleerd in op ‘hetkerkrechtelijk keerpunt, de kerkrechtelijke beslissing van 1926’.Het zou goed zijn als deze drie bijdragen tevens afzonderlijk zouden verschijnen!Hier hebben we niet maar met de overtuiging van een enkele theoloog te maken,maar wordt met klemmende bewijsvoering de eigen aard van het gereformeerdekerkrecht van de meerdere vergaderingen aangetoond. Ook wordt tegelijk in de te-kening van de gang van zaken duidelijk hoe kwetsbaar dit kerkrecht is, wanneer ge-

550550 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 550

Page 21: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

dienstigheid van de praktijk het te zeggen krijgt over de Schriftuurlijke beginselen.De plaatselijke kerkenraad, het ouderlingen-college, in Christus’gemeente zijnplaats verliest, omdat regenten de dienst gaan uitmaken. De bijdrage die Deddensheeft geleverd is voor de Gereformeerde Kerken van levensbelang.

Deddens had een grote kennis. Hij kon ook haast met genegenheid spreken over zijn‘vrienden’ als hij je ontving en rondleidde in zijn bibliotheek, waarin trouwens ookonderdelen van de bibliotheek van zijn vader een plaats hadden ontvangen. In detijd van zijn emeritaat was in de ruime woning in Hoogeveen plaats voor het om-vangrijke boekenbezit. Maar juist op dit punt werd hij in zijn ouderdom beproefd:het zien werd minder en minder, tot hij als een blinde wel een grote rijkdom aanboekbezit het zijne kon noemen, maar er geen toegang toe had. Dat was voor dezeboekliefhebber van uitzonderlijk formaat zeer bitter: ‘mijn vrienden zijn er wel,maar voor mij ver weg!’

Is dan het laatste wat een persoonlijke vriend, die geroepen wordt een ‘In Memo-riam’ te schrijven, ten slotte overblijft, te stamelen met de woorden van GeertenGossaert:

’t laatste van dit bittere liedzal God alléén verstaan?

Neen, het is beter naar de apostel te luisteren, wanneer we ons verlegen weten en inraadselen gaan. Het is beter naar de Geest te luisteren - de Geest die ons helpt inonze zwakheid. Wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeg-gen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordeloze zuchten. God die ons door-grondt, weet wat de Geest wil zeggen. Hij weet dat de Geest volgens zijn wil pleitvoor allen die hem toebehoren (Rom. 8:26, 27).

Dan is het ook goed te weten dat de kern van Deddens’ boekbezit, over de geschie-denis van het gereformeerde kerkrecht een plaats heeft gevonden in de bibliotheekvan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken. Het is te hopen,dat komende studentengeneraties niet achteloos aan deze kostbare verzamelingvoorbijgaan. Het kerkrecht is waard goed gekend te worden in zijn historische ont-wikkeling: het is een zo kostbaar en zo kwetsbaar bezit! Hier zien we de kerken ont-trokken aan alle slimme spitsvondigheden van de gedienstigheid van de praktijk.Het is op zeer korte formule gebracht door de oude professor P. Deddens en nadergeadstrueerd door de zoon, D. Deddens, ook in de dienstbaarheid van vele, vele ad-viezen aan de kerken. Het is: Het recht van Christus in de kerk van Christus.

Ommen, J. Kamphuis

551IN MEMORIAM 551

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 551

Page 22: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

IN MEMORIAMDS. RIENK HOOGSTEEN

18 juni 1925 - 25 januari 2010

De weg van ds. Rienk Hoogsteen naar het ambt vanpredikant was een bijzondere. Na de lagere school,in die tijd waren er 8 klassen, wilden zijn oudershem graag naar de MULO in Buitenpost latengaan. Maar daar voelde Rienk niet voor. Geborenen getogen in Drogeham, een dorp in de FrieseWouden, was hij een echte plattelander met liefdevoor vee. En daarom wilde hij graag ‘bij de boer'werken. En dat gebeurde. Hij werd ‘lytsfeint‘,jongste boerenknecht, bij een veehouder in Lollum,een klein dorpje in Wonseradeel. Voor die tijd wasdat ver van huis. Toch werd Rienk niet wat wij te-genwoordig agrarisch medewerker noemen. DeHERE leidde hem op een andere weg. Toen hij watouder was geworden kwam bij hem het plan op omthuis een schriftelijke cursus te gaan volgen. Hij

wilde proberen langs die weg het Staatsexamen Gymnasium A te doen. Wanneer datmocht gelukken, wilde hij naar de Theologische Hogeschool te Kampen. En dat be-tekende in die tijd zondermeer: hij wilde graag predikant worden.Uit mijn eigen herinnering weet ik nog dat Rienk met grote waardering sprak overds. H.J. Meijerink, die in de oorlogstijd 1940-1945 - ook in de tijd van de Vrijma-king! - predikant in Drogeham was. Ongetwijfeld heeft hij met zijn dominee ge-sproken over zijn voornemen.

Langs die weg is hij predikant geworden. Wat een volhouder! Thuis dag in, dag uitstuderen; in die tijd is hij ook nog een jaar knecht bij een veehouder in Burum ge-weest. En zijn vrije tijd gebruikte hij ook dat jaar voor zijn studie. Sterker nog, on-getwijfeld heeft hij onder het melken, de koeien werden toen nog met de hand ge-molken, de grammatica van de klassieke talen zitten repeteren. En dat alles voor eengroot deel in de tijd van de Duitse bezetting! Een zware tijd. Een spannende tijd.Niet in het minst vanwege het feit dat de familie Hoogsteen in die tijd jaren langJoodse onderduikers had. Aan het eind van dit ‘In Memoriam’ kom ik daar nog evenop terug.

Op zondag 26 oktober 1958 werd hij predikant in de Gereformeerde Kerk te Gar-relsweer. Een paar dagen daarvoor trouwde hij met Ida Hunse. Zo ging dat in dietijd. Eerst klaar zijn voor predikant en dan trouwen. De HERE heeft hen gegevendat ze ruim 51 jaar, ‘in trouw en liefde verbonden’, lief en leed met elkaar mochtendelen. Verschillende keren vertelden leden van gemeenten waar ds. Hoogsteen pre-dikant was, dat zij met hun dochters een (zeer) bescheiden plaats innamen in de ge-meente.

In de 32 jaar dat ds. Hoogsteen in actieve dienst was, is hij na Garrelsweer nog in 6gemeenten Dienaar van het Woord geweest. Dat waren Gees, Den Ham, Enumatil,

552552 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 552

Page 23: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

Apeldoorn, Roodeschool en Oldehove. Het waren, behalve Apeldoorn, allemaalplattelandsgemeenten. En ook met uitzondering van Apeldoorn gemeenten in hetnoorden van het land. Jaren geleden, hij was toen nog in actieve dienst, zei hij tegenmij: ‘ik houd van het platteland, ik houd van een grote gemeente en ik houd van eenmooi kerkgebouw’. Nu is het beslist niet zo dat hij zich bij het overwegen van eenberoep door deze voorkeur liet leiden. Hij probeerde bij het overwegen van een be-roep naar de wil van de HERE te handelen. In elk geval is het door Gods leiding zogeweest dat hij voor verreweg het grootste deel van zijn dienst op het plattelandheeft gediend.

Persoonlijk heb ik ds. Hoogsteen goed gekend. Hij was vriendelijk, oprecht, trouwen bescheiden. Ik moet het natuurlijk niet te mooi maken, hij was ook een mens metgebreken.En hij was zich daar, bescheiden als hij was, heel goed van bewust. Wat ikhier schrijf over hem schrijf, is mij verschillende keren bevestigd door gemeentele-den uit de gemeenten, die hij mocht dienen.

Daar komt bij dat hij voluit gereformeerd was. Welbewust koos hij voor de Vrijma-king. In Drogeham vond de Vrijmaking plaats in het begin van 1947. Hij was toen21 jaar. En zoals het met zovelen is gegaan die voor de Vrijmaking kozen, bete-kende dat vanwege de bezinning op en de beleving van verbond en doop, een ver-dieping van het leven met de HERE. Met name was er ook het groeien van de over-tuiging dat het voor de kerk uitermate belangrijk is vast te houden aan het gezag vanhet Woord en aan wat de kerk naar de Schrift belijdt. Zeer belangrijk achtte hij ookhet zich houden aan de gemaakte afspraken. Heel duidelijk sprak hij zich hieroveruit in een artikel over het Ondertekeningsformulier voor dienaren des Woords. Hijschreef dit artikel in 1969 in het Kerkblad van de Gereformeerde Kerk te Enumatil.Met andere woorden kort na de kerkstrijd als gevolg waarvan de Nederlands Gere-formeerde Kerken zijn ontstaan. Ik geef iets door uit dit artikel. Hij schreef: ‘Veelvan de kerkelijke moeiten, die we thans moeten doormaken, houden hiermee ver-band, dat verschillende ondertekenaars van dit formulier hun handtekening niet se-rieus nemen.’ Dat kan en mag niet, zo betoogde hij. Immers wanneer je verklaartmet het ondertekenen van dit formulier dat je van harte overtuigd bent dat de leervan de drie formulieren van enigheid in alle delen geheel met Gods Woord overeen-stemt - en dat in oprechtheid voor het aangezicht van de Here - dan moet je je daar-aan houden. En wanneer je in dat zelfde formulier belooft dat je deze leer trouw zultonderwijzen en verdedigen en elke dwaling die in strijd is met deze leer zult afwij-zen, weerleggen, bestrijden en helpen weren, dan moet je je daar aan houden. In ditverband merkt ds. Hoogsteen op: ‘De bedoeling is uiteraard om de eenheid der leerte handhaven. Om de kerkleden tegen dwaalleer te beveiligen. Een dominee kanvan alles leren van de preekstoel, of in geschriften, om maar een paar mogelijkhe-den te noemen. De gemeente moet tegen afwijkende leer worden beschermd. Hetondertekeningsformulier moet ook worden gehandhaafd in de kerken. Niets is fu-nester voor een kerk, dan dat ze zelf haar eigen papieren laat devalueren.’

In trouw aan en gedreven door de liefde voor zijn Zender droeg hij dat uit in zijnambtelijke arbeid. Mooi vond ik dat omschreven in een ‘In Memoriam’ dat gepubli-ceerd werd in het kerkblad van de gemeente te Apeldoorn. Apeldoorn was beslistgeen platteland. De broeders die op verzoek van de kerkenraad het ‘In Memoriam’

553IN MEMORIAM 553

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 553

Page 24: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

schreven, merken op: ‘Mocht hij soms moeite hebben op zijn pastorale tochten inApeldoorn met zijn vele straten en wijken de weg te vinden (‘De Naald’ was voorhem een geliefd en vast oriëntatiepunt), zo helder oriënteerde hij de gemeente op deSchrift en de belijdenis van de kerk.’ Zo werkte hij niet alleen in de gemeente teApeldoorn. Zo werkte hij in alle gemeenten waar hij mocht dienen. Hij was een vu-rig prediker. Hij maakte veel werk van zijn preken en bracht het Woord op indrin-gende wijze. Hij was niet moeilijk te volgen, zeker niet. Vooral de boodschap die hijbracht, was duidelijk. Recht uit, recht aan! Concreet. Bemoedigend, troostend enwaarschuwend. Vanwege zijn principiële stellingname was er ook wel eens kritiek.Hij kon fel uit de hoek komen. Maar in wezen was hij een man van de vrede. Hijzocht ‘het goede’ voor de gemeente. Het voortgaan in het rechte spoor. Dat bleekook zo duidelijk uit de teksten die hij koos voor zijn intrede en afscheid van de ge-meente te Den Ham. Het was in 1965 en 1968!! Zijn tekst bij de intrede was Psalm122, en bij zijn vertrek preekte hij over 3 Johannes:15 b. “Vrede zij met u. De vrien-den groeten u.”

In zijn pastorale arbeid was hij trouw. Hij ging op een gemoedelijke en ontspannenwijze met de gemeenteleden om. Hij had oog voor hun moeiten en zorgen en leefdemet hen mee. Als kenner van de veehouderij had hij met name ook belangstellingvoor ‘het boerenleven’. Hij kon daarover met kennis van zaken meespreken. Datwas voor hem vanzelfsprekend een pluspunt op het platteland. Met name had hij be-langstelling voor de dingen waar de jeugd mee bezig was. Ze konden bij hem te-recht. En hij was duidelijk in zijn leiding geven aan de jeugd. Hij wees hen desmalle weg achter Jezus Christus aan.

Het zal wel duidelijk zijn dat hij veel bezoeken in de gemeente deed. Dat achtte hijzijn plicht als herder en leraar van de gemeente. Dat werd zeker gewaardeerd. Hetwas (en blijft) opbouwend en samenbindend voor de gemeente. Onder zijn leiding waren de vergaderingen van de kerkenraad nooit onnodig lang.Natuurlijk was er voor belangrijke zaken altijd tijd. Op de andere kerkelijke verga-deringen deed hij trouw mee. Hij genoot ook zeker van deze vergaderingen. Er wasook een andere kant. In de kerkelijke strijd was hij, naar zijn aard opgewekt, ookwel neerslachtig. En daarin stond hij zeker niet alleen.

Op 18 juni 1990 ging hij met emeritaat. Hij mocht zo graag preken. En dat heeft hijna zijn emeritaat nog jaren mogen doen. Maar hij kreeg al meer last van een lon-gaandoening. Zodanig dat het preken niet meer ging. Hij klaagde niet, maar het waseen groot gemis voor hem.

Erger achtte hij de ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken. Hij was zeer ver-ontrust. Wat hebben we daar vaak met elkaar over gesproken! Meestal telefonisch.Kort gezegd: hij was verontrust over het steeds meer verliezen van het gerefor-meerd karakter van de kerken. Hij leed daar onder. Wie hem kende, kon niet andersverwachten. Hij was voluit gereformeerd. Onze goede vriend en broeder behoordetot de generatie die de Vrijmaking en strijd in de zestiger jaren zeer bewust heeftmeegemaakt. Voor hem stond vast dat die strijd gestreden moest worden om Gere-formeerd te blijven. Hij was oecumenisch in de rechte zin van het woord. Hoe graagwilde hij dat allen die willen vasthouden aan het Woord van God en aan het belijdenvan de kerk, ook werkelijk één zouden zijn.

554554 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 554

Page 25: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

Ik wil dit ‘In Memoriam’ besluiten met een gedeelte van het dankwoord dat BettieHoogsteen uitsprak bij de begrafenis van haar vader.

“Preken was de grote passie van mijn vader. Ook op andere plaatsen als op depreekstoel was hij een onbevangen spreker. Hij vond altijd de juiste woorden ensprak zonder enige schroom… De laatste keer dat wij hem publiekelijk hoordenspreken - hoe moeizaam ook vanwege zijn longproblemen - was bij het in ont-vangst nemen van de eretitel RECHTVAARDIGE ONDER DE VOLKEN. Dezehoogste Israëlische onderscheiding werd aan mijn vader en zijn zus uitgereiktvoor de moed van de familie Hoogsteen in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens hunleven hebben onze vader en zijn zus, volgens Joodse onderduikers, een belang-rijke bijdrage geleverd aan het welzijn van 2 Joodse families. Over hun moedigehandelwijze spraken zij niet. Op dit punt waren ze zeer bescheiden.”*

Ten slotte geeft Bettie nog een ‘passage uit één van de vele preken van haar vader’.Ik neem het voor een deel over.

“De dood, het graf, de hel. Daar is het lijden van Christus op uitgelopen. Wantdaar loopt het mensenleven buiten het Paradijs op uit; op een totale ondergangnaar lichaam en geest. …Nu is er één ding dat het sterven en al wat met stervenverband houdt een totaal ander aanzien heeft gegeven. Dat is de plaatsbekleding,dat is het sterven van de Zoon van God. Zijn sterven, dat verschrikkelijke ster-ven, dat is evangelie, het is voor ons een blijde boodschap. Er is voor ons eenweg gebaand, dwars door het dodenrijk heen. De dood heeft de Zoon van Godniet overvallen, zoals de dood ons overvalt. We mogen bij elk graf belijden, jauitbazuinen: ik geloof de wederopstanding van het lichaam en een eeuwige le-ven. Onze levende HEER zal eenmaal de graven weer ontsluiten. Wat een troost,gemeente als wij een geliefde grafwaarts moeten dragen. Het is niet het eindsta-tion maar een tussenstation op weg naar de stad die het Nieuwe Jeruzalem heet.Daar zullen we veilig aankomen. Dank zij Christus, die het graf inging om voorons het graf te kunnen openen.”

Dat evangelie predikte ds. Hoogsteen. Dat mocht hij door Gods genade geloven. Indat geloof is hij heengegaan om in te gaan in het feest van zijn Heer.

Ureterp, S. Cnossen

* Als bijzonderheid wil ik hier nog het volgende aan toevoegen. De zuster van ds.Hoogsteen vertelde me dat ‘heel Drogeham’ wel wist dat er Joden bij de familieHoogsteen verborgen waren. ‘Het is een wonder dat het nooit verraden is!’

555IN MEMORIAM 555

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 555

Page 26: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

IN MEMORIAMDS. JAN MAARTEN GOEDHART

9 november 1924 - 4 juli 2010

Op zondag 4 juli 2010 is ds. Jan Maarten Goedhartnaar zijn Heer gegaan. Op de rouwkaart staat Efeziërs3 :7: “Van het evangelie ben ik een dienaar gewordendoor de gave van Gods genade, die ik ontvangen hebdoor Zijn kracht die in mij werkt.” In dit woordspreekt de apostel Paulus over zichzelf maar het is ookeen tekst die prachtig past bij het leven van Jan Goed-hart. Hij wàs dienaar van het evangelie.

Maar dat hij dat zou worden werd jarenlang niet ver-wacht. Jan heeft geen gemakkelijke jeugd gehad. Hijwas nog een kind toen zijn ouders overleden en hij

kwam in huis is bij familie. Bij Jan leefde op jonge leeftijd al de begeerte predikantte mogen worden. Maar door bepaalde omstandigheden kreeg hij na de lagereschool een opleiding in de bouwkunde. Eerst op de lagere technische school,meestal ambachtsschool genoemd, en vervolgens naar de M.T.S., de MiddelbareTechnische School. Dat was in die tijd een pittige opleiding. Vanwege oorlogstoe-standen werd de school op een gegeven moment gesloten. Jan was al zover gevor-derd met zijn studie dat hij later zonder afronding daarvan zijn diploma als bouw-kundig- ing in ontvangst kon nemen. Wel heeft hij na de sluiting van de school nogeen soort stage gelopen in de Noordoostpolder. Hij kwam terecht in kamp Blokzijl.Daar leerde hij de familie Cnossen kennen. Ds. S.S. Cnossen was in die tijd predi-kant in Blokzijl. Het werd een hechte vriendschap. En dat is zo gebleven. Jan zattoen in de zogenaamde ‘gevaarlijke jaren’. En hoe gevaarlijk het voor hem wasbleek tijdens zijn stage. Iemand die goed op de hoogte was van het gevaar waarinhij verkeerde, raadde hem sterk aan zo spoedig mogelijk onder te duiken. En datdeed hij. Hij was van harte welkom bij de familie Cnossen. Met ds. Cnossen heefthij gesproken over zijn verlangen om alsnog predikant te worden. Ook plannen ge-maakt om dat doel te mogen bereiken. En dat mocht gebeuren.

Na de oorlog keerde Jan terug naar Scheveningen, waar hij een groot deel van zijnjeugd had gewoond. Daar kreeg hij een baan op een kantoor waar men zich vooralbezig hield met plannen voor de wederopbouw van Nederland. Naast zijn werk ophet kantoor volgde hij een opleiding die we in onze tijd V.W.O. zouden noemen bijhet instituut Schoevers. Dat was een erkend instituut voor thuisstudie. Daarnaastvolgde hij nog lessen in Latijn en Grieks bij Delhaas in Zwolle. En zo mocht hij ko-men tot het behalen van het diploma Gymnasius A via het Staatsexame. Het zijnzware jaren geweest. Een fulltime betrekking; en dan dag in dag uit studeren.

Maar hij mocht zijn doel bereiken. Op 24 oktober 1951 werd hij als student inge-schreven aan de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken te Kam-pen. Ook daar heeft hij met ijver en doorzettingsvermogen gestudeerd. Niet meernaast een baan. Na ruim vijf jaar deed hij zijn kandidaatsexamen!

Al die jaren heeft hij veel steun gehad van zijn verloofde Dicky van Duin. Ze waren

556556 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 556

Page 27: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

nog heel jong toen ze verkering kregen. Samen hebben ze voor de Vrijmaking ge-kozen. Zeer bewust. Vrijwel alleen uit de kring van de familie. Ze hebben daar nooitspijt van gehad. In 1954 zijn ze getrouwd. In hechte liefde en trouw met elkaar ver-bonden mochten ze bijna 56 jaar getrouwd zijn. Wanneer ik schrijf ‘in hechte liefdeen trouw’ zijn dat geen woorden, die soms vrij gemakkelijk gezegd worden. Hetmocht een werkelijkheid in hun leven zijn. Op de rouwkaart staat: ‘God heeft onssamen rijk gezegend.’ Zo is het! Ze mochten een groot gezin uit de hand van deHERE ontvangen.

Op 9 juni 1957 - het was Pinksterzondag - werd ds. Goedhart bevestigd als predi-kant te Niezijl-Kommerzijl door ds. W.G. Visser, die in die tijd predikant in Utrechtwas. Ds. Visser preekte over 2 Korintiërs 3 :17 en 18. Zijn thema was: “De Geestvan Jezus Christus in de heerlijkheid van zijn werken onder de nieuwe bedeling vanhet verbond.”De gemeenten van Niezijl en Kommerzijl vormden een combinatie. ’s Middags om2 uur deed ds. Goedhart intrede te Niezijl en 5 uur in Kommerzijl. Zijn tekst wasHebreeën 12 : 25 t/m 29. Het thema was: ‘De herhaalde vermaning aan de He-breeuwse christenen om de sprekende God niet te verwerpen.’

Wie de moeite neemt om de intreetekst te lezen zal het wel met me eens zijn dat hetgeen gemakkelijke tekst was. Maar op zijn preken kom ik nog wel terug. Wel wil ikop deze plaats iets opmerken over de wijze waarop hij vooral in de begintijdpreekte. Zelf- hij sprak weinig over zichzelf - was hij daar niet zo best over te spre-ken. ‘Ik sprak veel te snel. De mensen konden me niet volgen!’ Maar hij heeft er ietsop gevonden. Op verschillende bladzijden van zijn preken schreef hij langs de kant:‘Langzaam spreken!’ En dat heeft wel geholpen, hoewel, echt langzaam is zijnspreken niet geworden. Maar wel goed te volgen.

Bijna vijf jaar heeft hij in deze gemeenten mogen werken. Met grote trouw. Mededaardoor is de band met Niezijl en Kommerzijl sterk gebleven. Dat blijkt ondermeer hier uit dat ds. Goedhart elk jaar op of rond 9 juni in Niezijl preekte. En datdeed hij ook bij zijn 40-jarig èn zijn 50- jarig ambtsjubileum. Vanzelfsprekend werdop die zondagen ook goede aandacht gegeven aan het jubileum.

Na Niezijl-Kommerzijl heeft ds. Goedhart nog drie gemeenten gediend. En welDrachten, Zwolle en Leek-Roden. In Drachten stond hij negen en in de beide anderegemeenten tien jaar. Drachten was een gemeente met twee predikantsplaatsen. Toends. Goedhart daar kwam, was ds. J.F. Heij daar predikant. Ze konden bijzonder goedmet elkaar. En die vriendschap was vanzelfsprekend ook goed voor het werk dat zemochten doen. In Drachten was veel werk te doen. Naast het werk dat elke predi-kant heeft te doen, was daar ook het werk voor de zending. Drachten was zendendekerk. Veel van dat werk werd door een commissie gedaan. Maar de predikanten wa-ren er sterk bij betrokken. In Drachten heeft de familie Goedhart een goede tijd ge-had. Vandaar ging hij naar Zwolle. Een heel andere gemeente. Drachten is geenstad. Zwolle toch wel. Hoewel, ook weer geen grote stad. Drachten had en heeft omzo te zeggen nog een ‘dorpse sfeer’. Zwolle was en is meer ‘stads’. Daar heeft hijzich ook goed thuis gevoeld. Leek is zijn laatste standplaats geweest. En Leek wasweer een tamelijk groot dorp. Ook in deze gemeente nam hij een goede plaats in. Ikheb over Drachten wat meer gezegd dan over de andere gemeenten. Dat houdt niet

557IN MEMORIAM 557

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 557

Page 28: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

in dat de onderlinge verhoudingen daar niet goed waren. De reden is heel gewoondat ik de Drachtster tijd van ds. Goedhart uit eigen ervaring het beste ken.

Het valt op dat ds. Goedhart vrij lang in de gemeenten gestaan heeft. Ik denk dat hijzich bij beroepen moeilijk kon losmaken van de gemeente waar hij stond. Hij hadeen sterke band met de gemeenten. Daar kwam vaak nog bij de vraag – een heel be-langrijke – kàn ik hier wel weggaan? Er is hier nog zoveel te doen en de tijd is ker-kelijk gezien zo onrustig. Om niet zeggen verontrustend. En dat laatste met name inde zestiger jaren van de vorige eeuw en vanaf zo ongeveer 1980.

Zoals zoveel predikanten van zijn leeftijd en wat jonger preekte hij veel. Zeker drieà vier keer per zondag. Zijn preken waren christocentrisch. Dat wil zeggen: Godsgenade in Christus stond centraal in zijn preken. De genade van de HERE, de Godvan het verbond. Jaren geleden werd vaak gesproken over verbondsmatig preken.Nu dat aspect was zeker aan de orde in de preken van ds. Goedhart. En exegetischwaren ze zeer verantwoord.Wanneer hij waarschuwend sprak deed hij dat concreet. En daarbij kwamen kerke-lijke strijd en ontwikkelingen duidelijk aan de orde. Dat hij de zaken waarover hetging duidelijk noemde, werd hem niet steeds in dank afgenomen. Maar hij preekteniet kwetsend .Hij deed het gedreven door de liefde van Christus en uit liefde voorde kerk van de Here. Met bewogenheid.

Graag preekte hij uit de Heidelbergse Catechismus. Hij vond het zeer belangrijk datnaar de afspraak in artikel 66 van de Kerorde ‘de leer van Gods Woord verklaardwordt zoals die samengevat is in de Heidelbergse Catechismus’. Hij was ervanovertuigd dat juist door die prediking de gemeente vertrouwd wordt met de leer vande kerk, de ‘gezonde leer’. En wanneer die leer hoe langer hoe minder gekendwordt, hoe zal men dan allerlei dwalingen kunnen herkennen en daarvoor waar-schuwen? De laatste preek die ik van hem hoorde – het is al weer enkele jaren gele-den – was een preek over Zondag 19. Ik vond het zeer bemoedigend. Hij preekte graag. Het Woord van God verkondigen was zijn lust en leven. De laat-ste jaren van zijn leven ging het niet meer. Wat heeft hij dàt gemist!Veel van zijn preken heeft hij bewaard. Ze zijn keurig uitgetypt op de ‘oude’ type-machine en later op de computer. Ze zouden zo uitgegeven kunnen worden. Maardat gebeurt, helaas, in onze tijd heel weinig. Als het nog plaats vindt. Het is allemaaldigitaal wat de klok slaat!

In zijn pastorale arbeid was hij trouw. Dat hoorde ik niet alleen vanuit Niezijl, maarook van de andere gemeenten die hij mocht dienen. Ik merkte al op dat hij de ge-meente kende. En als er iets was wist hij ervan en hij kwam. Hij maakte lange da-gen. Met name voor zijn inzet in het pastoraat ontving hij in Leek, voor hem geheelonverwacht, een koninklijke onderscheiding. Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.Wel een heel mooi blijk van waardering.

Hij leefde van harte mee met de jeugd en gaf graag catechisatie. Daarbij was hètleerboek de Heidelbergse Catechismus. Nog niet zolang geleden schreef hij over al-lerlei boekjes die in deze tijd gebruikt worden. En in dit verband spoorde hij ernstigaan om de leer van de kerk, zoals gegeven in de Catechismus, te onderwijzen. Ikheb iets dergelijks bij de prediking ook al opgemerkt.

558558 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 558

Page 29: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

Op veel kerkelijke vergaderingen mocht hij meewerken. Mijn indruk is dat hij hetgraag deed. Persoonlijk heb ik tweemaal met ds. Goedhart in een commissie geze-ten. Een commissie in verband met moeiten in een classis en een van de GeneraleSynode te Spakenburg-Noord 1987. Het rapport voor de classis van de eerstge-noemde commissie schreef ds. Goedhart. Ik vond dat bijzonder goed. In die tijd wasik nog maar pas predikant en ik dacht: daar kun je een voorbeeld aan nemen! En inSpakenburg hadden we in hem een wijze voorzitter die goede leiding gaf en veelwerk verzette. Hij kende de gang van zaken. Hij was namelijk al lid van verschil-lende generale synodes geweest, waaronder die van Rotterdam-Delfshaven1964/65. Wie iets weet van de kerkelijke situatie in de tijd, weet ook hoeveel moei-ten er juist op deze synode waren. Hij had dus veel ervaring.

Heel opvallend is dat ds. Goedhart veel geschreven heeft. Vele jaren schreef hij ge-degen artikelen in de Gereformeerde Kerkbode Groningen – Friesland – Drente.Elke week weer. En vrijwel steeds ging het over de actualiteit van het kerkelijk le-ven. Hij nam openlijk en geargumenteerd stelling tegenover elke afwijking van debelijdenis van de kerk en naar zijn oordeel verkeerde ontwikkelingen. Apart wil iknog noemen een reeks artikelen in genoemde kerkbode over ‘Besluiten van Gene-rale Synodes’. Geen wonder dat hij met kennis van zaken kon spreken en schrijven.Ook had hij alle besluiten van het Curatorium van de Theologische Hogeschool , nual weer jaren de Theologische Universiteit aan de Broederweg, in ordners verza-meld. Hij leefde sterk mee met de ‘School van de kerken’. Zo kwam hij er toe omeen boek te schrijven over de universiteit. Toen hij hoorde dat iemand uit de kringvan de universiteit daar ook mee bezig was, nam hij het besluit het niet uit te geven.Maar, wie weet kan het nog.

Als ik denk aan al het werk dat hij gedaan heeft, dan kun je denken: hoe heeft hij hetallemaal kunnen volhouden. Jan zou gezegd hebben: dat is genàde geweest. Ik voeger aan toe: het is ook genade geweest, dat hij een sterk ‘thuisfront’ had. Zijn vrouwstond altijd achter hem. Het gezin vroeg veel zorg en tijd. Maar tegelijk vond ze tijdom bezoeken te ontvangen en te brengen.

In 1991 ging ds. Goedhart met emeritaat. De familie verhuisde naar Berkum. In dietijd zijn ze nog een half jaar in Pretoria geweest om daar kerkelijk werk te doen. Eenmooie tijd voor hen. Ik mag wel zeggen in het bijzonder voor ds. Goedhart. Wanthoewel hij dankbaar was dat hij in gezondheid emeritus mocht worden, het geëme-riteerd zijn viel hem niet mee. Hij miste zoveel. Van Berkum gingen ze weer naarDrachten. Daar hadden ze een pastorie over. Dat klinkt wat vreemd, maar de ge-meente te Drachten-Noord had een kerkgebouw gekocht. Een prachtige kerk. Endaar hoorde ook een pastorie bij. Beide dienstdoende predikanten van de gemeentewoonden in een huis, dat hen wel beviel . In Drachten kwam men op het idee ds. enmevr. Goedhart te vragen of ze in deze pastorie wilden gaan wonen. En dat gingdoor. Ds. Goedhart heeft daar geholpen in met name in het pastorale werk en het ge-ven van catechisaties. Hij deed het graag. Een bijzonder blijk van meeleven met degemeenten waar hij gestaan had was dat hij tijdens zijn emeritaat, indien mogelijkmet zijn vrouw, de begrafenissen van gemeenteleden bijwoonde. Enkele jaren gele-den verhuisden ze naar Zwolle-West. Zo woonden ze wat dichter bij hun kinderen.

In de loop van de jaren kreeg hij steeds meer moeite met de kerkelijke ontwikkelin-

559IN MEMORIAM 559

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 559

Page 30: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

gen . Hij sprak daarvan in zijn preken. Hij schreef daarover. In 2009 verscheen zijnlaatste boek. ‘Negen maal: terug naar het begin’. We kunnen, denk ik, dit geschriftwel beschouwen als een beperkte samenvatting van zijn bezwaren tegen ontwikke-lingen in de Gereformeerde Kerken. Ik kan in dit kader hierover niet uitvoerigschrijven. Maar ik mag niet nalaten er iets over te zeggen. Zijn uitgangspunt wassteeds: als kerken moeten we ons houden aan wat het Woord zegt en aan de belijde-nis, die het Woord van God na spreekt; in de erediensten moet de verkondiging vanhet Woord centraal staan.

Een enkel concreet punt. Wanneer hij spreekt over het zoeken van eenheid met an-dere kerken, merkt hij op: "Wij zoeken gemeenschap met die Kerken en die broe-ders en zusters die mèt ons staan op dat ène fundament: Jezus Christus en Die ge-kruisigd. Niets er bij en niets er af. Niets wat de HERE zelf niet wil. Getuige zijneigen Woord." ( a.w. p. 58.) Hij verwerpt de mening dat de zondag als rustdag eenmenselijke instelling is. Hij spreekt zijn verontrusting uit over de veranderingen inde liturgie van de kerkdiensten. In dat verband merkt hij op: het gaat toch om de be-diening van het Woord!? Er moet gepredikt worden! Het is mooi dat ik hierbij magopmerken dat hij dankbaar was, dat hij in de gemeente te Zwolle-West goede prekenmocht horen. Hij genoot daarvan! Hij werd er door bemoedigd.

Trouw heeft hij zijn bezwaren in de kerkelijke weg aan de orde gesteld. In de ker-kelijke pers heb ik, helaas, weinig reacties op het waarschuwend schrijven van ds.Goedhart gelezen. Duidelijk kan zijn dat hij de polemiek niet zocht, maar ook nietschuwde. En op deze wijze trachtte hij de vrede en de eenheid in de kerk te dienen.Hij was in de goede zin van het woord irenisc . En zeker ook oecumenisch zoals ikaangaf in een citaat. Hij verlangde naar de eenheid van allen die de Here wilden die-nen in gebondenheid aan het Woord en de belijdenis van de kerk.

Voorafgaande aan zijn begrafenis te Zwolle werd een dankdienst voor zijn leven ge-houden. Bij het binnendragen werd door klein- en achterkleinkinderen de verzen 1en 8 van Ps 91 gezongen. Ontroerend!

“Geslachten gaan, geslachten zullen komen:wij zijn in uw ontferming opgenomen.Wij mogen bouwen op de vaste grondvan uw beloften en van uw verbond.”

Op die beloften mocht hij vertrouwen. Op Gods genade in Christus. Hij mocht ge-loven in de vergeving van de zonden en een eeuwig leven. Die beloften heeft ds. JanMaarten Goedhart gepredikt. Als dienaar van het evangelie. En dat woord draagtnaar Gods belofte vrucht.

Ureterp, S. Cnossen

560560 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 560

Page 31: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

IN MEMORIAMSIETZE DE WAARD

22 januari 1916 - 11 september 2010

Van Oost naar West - en terug.Als dienaar van het goddelijk Woord gedenken wijds. De Waard. Het grootste gedeelte van zijn amb-telijke arbeid vond plaats in het Oosten: Harden-berg. Na een korte periode in het Westen, Haarlem,terug in Vroomshoop. Na het emeritaat nog weer inhet hem geliefde en vertrouwde Hardenberg endaarna in Deventer waar hij tot aan zijn stervenzelfstandig een ‘aanleunwoning’ bewoonde. Hijbeschouwde dit als een groot voorrecht. In de laat-ste fase van zijn leven werd hij diep getroffen doorhet overlijden van zijn vrouw en in juni 2010 vaneen dochter. Reeds eerder had hij een kind verlo-ren. Van de zes zijn er nog vier in leven. Hij was dankbaar voor zijn 15 kleinkinderen en 13achterkleinkinderen.

Dinsdag 7 september bekeek hij - ondanks zijn afgenomen gezichtsvermogen - dewedstrijd Nederland-Finland. Donderdag daarna werd hij met longontsteking opge-nomen en na een korte herkenning van zijn kinderen overleed hij op 11 september.God riep Hem tot Zich, zijn taak was af.

Een 'In Memoriam' is geen biografie. Het komt aan op enkele bijzondere feiten engebeurtenissen. Opdat we niet vergeten. (Hebr. 13:7, “Gedenk uw voorgangers diehet Woord van God tot u gesproken hebben, let op de uitkomst van hun levenswan-del en volg hun geloof na.”).Hij was volop dominee, herder en leraar. De uitleg van de bijbel boeide hem en hijliet dat in zijn preken merken. Liefde voor het zendingswerk betoonde hij als depu-taat en als hoofdbestuurslid van ‘De Verre Naasten’. Grote belangstelling had hijvoor de jeugd aan wie hij de waarden van ‘er staat geschreven’ en ‘er is geschied’wel wilde inprenten.

Het leven in een domineesgezin was hem van jongsaf bekend. Zijn vader, ds. J. deWaard, studiegenoot en levenslange vriend van prof.dr. K. Schilder, was predikantin Donkerbroek, getrouwd met Aaltje Schuilinga, uit een niet onvermaarde handels-familie, en niet onbemiddeld. Hun huwelijk werd naast Sietze gezegend met driemeisjes en twee jongens. Na als kleuter te Ferwerd te hebben gewoond (1917-1921)bracht hij zijn lagere schooltijd door in Spakenburg (1921-1926) en Rijnsburg, tot-dat het gezin in 1933 verhuisde naar Kampen waar zijn vader dominee was en hijstudeerde aan het Gereformeerd Gymnasium en de Theologische Hogeschool. Zijnvorming ontving hij van de hoogleraren J. Ridderbos, S. Greijdanus, K. Schilder,G.M. den Hartogh, T. Hoekstra, K. Dijk en lector R.J. Dam.Op 4 mei 1944 trouwde hij met zijn jeugdvriendin Geurtje de Jager, zuster van devrouw van de later naar Canada verhuisde ds. G. van Doorn en van de later naar

IN MEMORIAM 561

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 561

Page 32: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

Amerika vertrokken ds. A. de Jager, een bekende Kamper familie.

Op weg naar de ambtelijke dienst.Met overtuiging had hij zich vrijgemaakt. Aan zijn wijkpredikant in Deventer, ds. E.Everts, die ook voorging in de samenkomst voorafgaande aan zijn begrafenis, ver-telde hij eens hoe het beroep naar Maassluis tot stand gekomen was. Vanuit Gouda waar hij met zijn vrouw woonde, fietste hij op een zaterdagmiddag,vijf uur lang, naar Maassluis waar hij zou voorgaan om als kandidaat een stichtelijkwoord te spreken. Het was de tijd van de Duitse bezetting. Na de spoorwegstakingin 1944 was er geen andere vervoersmogelijkheid. Hij logeerde bij de familie Kou-wenhove - een toen bekende naam uit de tijd die kort aan de Vrijmaking voorafging. ’s Morgens moest hij bekend maken dat er na de middagdienst een vergadering metde manslidmaten zou worden gehouden. Er werd niet bekend gemaakt waarom. Hijdacht dat het te maken had met zaken van de Vrijmaking of de bezetting. Na de middagdienst was hij bij mevrouw Kouwenhove thuis. Toen kwam de helekerkenraad binnen en vertelde hem dat unaniem een beroep op hem was uitge-bracht. Even spontaan, na vijftien seconden, nam hij dat beroep aan. Dat typeerde hem. Hij zag de roeping en erkende daarin de leiding van de Here enhad dan geen lange bedenktijd nodig. Met blijdschap fietste hij maandag terug. Die blijdschap nam toe toen zijn vrouw zich verwonderde over zijn aankomst.Gouda was namelijk afgesloten door de bezetters die alle jonge mannen naar Duits-land transporteerde. Hij bleek er net van tevoren langs gekomen te zijn: een won-derlijke bewaring door de Here.

Op 14 januari 1945 verbond hij zich aan de gemeente. Hij kon niet door zijn vaderworden bevestigd vanwege diens verblijf in het concentratiekamp. Het vaderland was nog niet bevrijd, dus: gevaar en gebrek aan levensmiddelen. Bo-vendien moest zo kort na de Vrijmaking van 3 november 1944 het kerkelijk levenworden opgebouwd.

(Toen ik op 6 februari 1949 een stichtelijk woord sprak in Maassluis werd mij verteld,hoe bescheiden dominee De Waard was. Geen ‘eisen’, gezien het getal van de gemeentenam hij genoegen met een eenvoudig honorarium, als hij maar, vervuld van zijn hoge roe-ping zijn ambtswerk kon verrichten.)

Na Maassluis kwam Hardenberg, waar hij op 19 februari 1950 intrede deed. Vanzijn kinderen weet ik dat zijn ambtswerk altijd de absolute prioriteit had. Dat gingwel eens ten koste van het gezinsleven. Zo was het in de meeste predikantsgezinnenin die generatie en ook nu nog wel. Het werk in de gemeente, het voorgaan, catechi-seren en de huisbezoeken nam de tijd in beslag. De gemeente was niet kapitaalkrachtig, het gezin werd groter, zodat het werk aan deJan van Arkelschool een welkome aanvulling was van het gezinsbudget. Het kerk-verband legde ook beslag op hem: consulentschappen en het werk in het deputaat-schap voor de zending. In het jaar 1952 werd het gemeentewerk onderbroken om tedienen als legerpredikant. Tegen het eind van de tijd in Hardenberg werd het leven getroffen door verschijnse-len van kerkontbindende aard. Verschil van inzicht in de betekenis van de belijde-nis, de doorgaande reformatie en independentistische gedragingen. Vooral in NoordHolland, waar besluiten van een Generale Synode niet werden aanvaard.

562 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 562

Page 33: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

Grote beroering bracht de ‘Open Brief’ (31 oktober 1966) aan de zgn. ‘Tehuisge-meente’ in Groningen, waar de door zijn kerkenraad geschorste ds. A. van der Zielpredikant was. Toen de Particuliere Synode van Noord-Holland ds. B.J.F. Schoep,die de open brief ondertekend had, afvaardigde naar de Generale Synode vanAmersfoort-West (1967) kon de Synode hem ‘uit kracht van de belijdenis der waar-heid’ niet als lid van een Gereformeerde Synode ontvangen. De Synode was name-lijk van oordeel dat de inhoud en het katholiek karakter van de Gereformeerde be-lijdenis in de open brief disputabel gesteld werd zodat er een ‘onaanvaardbaretegenstrijdigheid’ bestond tussen de instemming met de belijdenis - zoals die aanhet begin van elke synode plaatsvindt - en de inhoud van de Open Brief.1

Ten gevolge hiervan kwamen in alle kerken in Noord-Holland (behalve in IJmui-den) breuken.

(In Haarlem ben ik op 14 april 1968 in de eerste dienst na de doleantie voorgegaan. Deleiding berustte bij ouderling J. Hogendoorn van de kerk van Beverwijk. Zo ook in deeerste dienst in Heemstede (19 mei 1968).)

Uiteindelijk was er een dubbele afvaardiging naar de synode van Hoogeveen(1969/1970). De Synode kon de ene credentiebrief niet aanvaarden, omdat de bandaan de belijdenis zodanig was losgemaakt dat de oefening van de kerkelijke ge-meenschap, die een onverzwakte handhaving van de belijdenis ondersteld niet lan-ger mogelijk was. De andere credentiebrief wel vanwege trouw geweest te zijn in debinding aan de belijdenis en op deze grondslag het verband met de GereformeerdeKerken in Nederland te hebben bewaard overeenkomstig de aangenomen orde.2

Toen was ook voor de kerk van Haarlem de weg open te zoeken naar een predikant.Hij werd beroepen, zag de nood en nam het beroep aan als eerste predikant na debreuk. Tot zijn komst was ds. J. Meilof van Beverwijk consulent. Hij werd op 23 au-gustus 1970 bevestigd door ds. M. Janssens, emeritus van Lutten-Gramsbergen. Hetwerd een zware tijd. Daar kwam de ziekte van zijn vrouw nog bij.Maar nu nog hoorde ik van de preses van de kerkenraad dat oudere gemeenteledenzich in dankbaarheid herinneren dat door zijn werk rust en stabiliteit is gebracht. Ook heeft hij de eerste aanzetten gegeven voor het samengaan met de gemeente vanHeemstede.

Niet alleen het kerkelijk leven was getroffen door de ontwikkelingen. Ook de enigegereformeerde school voor voortgezet onderwijs in Noord-Holland ondervondschade. Anders dan in Hardenberg had de school in Bloemendaal nu hem nodigvoor de bijbelse vakken en de kerkgeschiedenis. Onder andere van de toenmaligedirecteur, A. Buisman, kreeg ik waardevolle informatie. Hij vertelde mij dat ds. DeWaard als leraar aimabel, joviaal en vol begrip voor de jeugd was. Deze jeugd heeftdan ook nog altijd mooie herinneringen aan hem.

Wie hem tegenkwam, ontmoette hem met zijn onafscheidelijke pijp, kopje koffie entas. ’s Morgens stonden leerlingen hem op te wachten als hij in zijn stoere auto - eenRenault - kwam aanracen. Niet voor niets was zijn bijnaam ‘vliegend evangelie’.Zondags paste hij ‘eigen verkeersregels’ toe. Het is toch mooi als van hem na zoveeljaren getuigd wordt: hij was een bijzonder mens van wie wij heel vaak hebben ge-noten, zowel in het kerkelijke als in het schoolleven.

IN MEMORIAM 563

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 563

Page 34: IN MEMORIAM DS. DIRK BERGHUIS 30 maart 1925 - 24 november ...

Trots was hij in zijn bibliotheek de eerste druk van de Nederlandse Geloofsbelijde-nis (1561) te bezitten. Na zijn afscheidspreek op 1 september 1974 heb ik hem namens zendingsdeputatenhartelijk mogen bedanken voor zijn inzet en wijsheid. Na de kerkelijke ontwikke-lingen moest de structuur van het deputaatschap worden geconstrueerd. Waren aan-vankelijk de Noord-Hollandse classes afzonderlijk in contact met de beroependekerk van Drachten voor de arbeid in Mamelodi (SA) en Kalimantan Barat (Indone-sië), een nieuw akkoord moest toen worden vastgesteld voor de samenwerking vande particuliere ressorten van Noord-Holland, Friesland en de classis Grootegast.Hierbij mochten wij dankbaar gebruik maken van zijn ervaring. Zo eindigde zijnwerk in Haarlem.

Het werd voortgezet in Vroomshoop, terug in het Oosten. Op 8 september 1974werd hij bevestigd door ds. H.D. van Herksen van Heemse. Ter kerkenraadsverga-dering nam hij van de consulent, ds. A.R. Bosman van Den Ham de voorzittersha-mer over. Zegenrijk heeft hij de laatste jaren van zijn actieve dienst daar doorge-bracht. Hij voelde zich thuis en na zijn emeritaat zijn er sterke banden gebleven. In het ‘In Memoriam’ in het kerkblad ‘Het Akkernieuws’ typeerde de huidige predi-kant, ds. P.L. Storm, hem als markant met name om zijn jovialiteit. Ik citeer: “hijheeft hier goede jaren gehad waarop hij altijd met dankbaarheid terugkeek. Wiehem als predikant hebben meegemaakt, zullen hem niet gauw vergeten”.

De ambtsdienst eindigde op 3 oktober 1982. De tekst van de prediking was Nehe-mia 13:22b. Begin 2010 vierde hij in Vroomshoop zijn 65-jarig ambtsjubileum. Zijnstem was nog luid, zijn optreden enthousiast.

In Deventer heeft hij beleefd dat de samensprekingen tussen de GKv, de NGK en deCGK op gang kwamen met als resultaat dat op 1 januari 2009 een samenwerkings-gemeente gevormd werd uit deze drie kerken. Hij stond erachter en zag daarin hetwerk van de Heilige Geest.

Ik kan me het bewogen appel van de synode van Hoogeveen op de buiten het ver-band gekomen kerken in Noord Holland herinneren: ‘toen onze hand uw credentie-brief weigerde, ging ons hart naar u uit’.3 Mooi dat in Deventer harten elkaar vondenin de eenheid van het ware geloof. Stond hij in Haarlem aan het begin van de breuk,aan het eind van zijn lange leven mocht hij zich verheugen in herstel.

“Ja, dan is de moeite niet ijdel in de Here” (1 Kor. 15:58)

Wie anders kan de waarde peilen van gaven, gebruik van de gaven en de resultatenvan het werk van de Verbi Divini Minister dan de Gever van die gaven en de Be-werker van de resultaten?

Drachten, C.J. Breen.

Noten:1. Acta blz. 342. Acta blz. 23-253. Acta blz. 38-39

564 IN MEMORIAM

handboek2011i 09-02-2011 10:47 Pagina 564