“In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

103

Transcript of “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Page 1: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”
Page 2: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”
Page 3: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Stil gebed

Welkom en groet

Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Page 4: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”
Page 5: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Welkom

Voorganger ds Huitema organist dhr Johannes de Vries

Thema: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Page 6: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

VDD G 351Zie on heden

Page 7: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Zie ons heden voor U treden (LvdK 351) v. A.C. den Besten; m. W.R. Talsma

Page 8: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Zie ons heden voor U treden (LvdK 351) v. A.C. den Besten; m. W.R. Talsma

Page 9: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Zie ons heden voor U treden (LvdK 351) v. A.C. den Besten; m. W.R. Talsma

Page 10: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Zie ons heden voor U treden (LvdK 351) v. A.C. den Besten; m. W.R. Talsma

Page 11: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Welkom

Voorganger ds Huitema organist dhr Johannes de Vries

Thema: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Mededelingen

Page 12: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

P 118 – 5, 6De Heer is mij tot hulp en sterkte

Page 13: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Page 14: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Page 15: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Page 16: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Page 17: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Stil gebed

Welkom en groet

Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Page 18: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Opw 220 – 1, 2, 3Volle verzeek’ring

Page 19: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Volle verzeek’ring (Opw 220)

t. & m. J.F. Knapp

Page 20: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Volle verzeek’ring (Opw 220)

t. & m. J.F. Knapp

Page 21: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Volle verzeek’ring (Opw 220)

t. & m. J.F. Knapp

Page 22: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Voll' onderwerping, zijn eigendom,in Hem te rusten, heerlijk genot.'t Eigen ik doden, zijn wil alleen,

rijk in mijn Heiland, leven voor God.

Page 23: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Volle verzeek’ring (Opw 220)

t. & m. J.F. Knapp

Page 24: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Volle verlossing, gans vrij te zijn.'k Mag alles leggen in zijn hand.

't Harte naar boven, 't oog hemelwaarts;

zo Jezus volgen naar 't vaderland.

Page 25: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Volle verzeek’ring (Opw 220)

t. & m. J.F. Knapp

Page 26: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Gebed

Page 27: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Lezen Gen. 3 : 9 – 19 enMatteüs 14 : 13 – 21 NBG

Page 28: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

9 En de HERE God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: Waar zijt gij? 10 En hij

zeide: Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij. 11 En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van de boom gegeten, waarvan Ik u verboden had te

eten?

Page 29: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

12 Toen zeide de mens: De vrouw, die Gij aan mijn zijde gesteld hebt, die heeft

mij van de boom gegeven en toen heb ik gegeten. 13 Daarop zeide de HERE God

tot de vrouw: Wat hebt gij daar gedaan? En de vrouw zeide: De slang

heeft mij verleid en toen heb ik gegeten. 14 Daarop zeide de HERE God

tot de slang:

Page 30: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte des velds; op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten, zolang gij

leeft. 15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel

vermorzelen. 16 Tot de vrouw zeide Hij:

Page 31: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen baren en naar uw man zal uw

begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen. 17 En tot de mens zeide Hij:

Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten,

waarvan Ik u geboden had:

Page 32: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, 18 en doornen en distelen zal hij

u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten; 19 in het zweet uws

aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt

gij en tot stof zult gij wederkeren.

Page 33: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

De eerste wonderbare spijziging13 Toen Jezus dit hoorde, trok Hij Zich vandaar in een schip terug naar een eenzame plaats, alleen. En toen de

scharen dit hoorden, volgden zij Hem te voet uit de steden.

14 En toen Hij uit het schip ging, zag Hij een grote schare, en Hij werd met

ontferming over hen bewogen en genas hun zieken.

Page 34: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

15 Bij het vallen van de avond kwamen de discipelen tot Hem en zeiden: De plaats (hier) is eenzaam en de tijd is

reeds verstreken; zend dan de scharen weg, dan kunnen zij naar de dorpen

gaan om spijzen voor zich te kopen. 16 Maar Jezus zeide tot hen: Zij behoeven niet weg te gaan, geeft gij

hun te eten.

Page 35: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

17 Zij zeiden tot Hem: Wij hebben hier niets dan vijf broden en twee

vissen. 18 Hij zeide: Brengt Mij die hier.19 En Hij beval de scharen, dat zij in het gras zouden gaan zitten, nam de vijf broden en de twee vissen, en Hij zag op

naar de hemel, sprak de zegen uit,

Page 36: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

brak de broden en gaf ze aan zijn discipelen en de discipelen gaven ze aan de scharen.20 En zij aten allen en werden verzadigd en zij raapten het

overschot der brokken op, twaalf manden vol. 21 Zij, die gegeten hadden, waren ongeveer vijfduizend mannen,

vrouwen en kinderen niet mede gerekend.

Page 37: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

G 187 – 1, 2Daar gaat een lam

Page 38: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525

Page 39: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525

Page 40: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525

Page 41: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525

Page 42: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525

Page 43: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Daar gaat een lam (LvdK 187) t. P. Gerhardt; v. A.C. den Besten; m. Straatsburg 1525

Page 44: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

“In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Tekst Gen 3 : 1919 in het zweet uws aanschijns zult gij

brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij

wederkeren.

Page 45: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

P 67 – 1, 2, 3God zij ons gunstig en genadig

Page 46: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Page 47: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Page 48: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Page 49: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Page 50: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Page 51: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Page 52: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Page 53: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Page 54: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Page 55: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Gelezen geloofsbelijdenis,G 303 – 1, 2

Page 56: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

De ware kerk des Heren (LvdK 303) t. S.J. Stone; v. W. Barnard; m. S.S. Wesley

Page 57: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

De ware kerk des Heren (LvdK 303) t. S.J. Stone; v. W. Barnard; m. S.S. Wesley

Page 58: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

De ware kerk des Heren (LvdK 303) t. S.J. Stone; v. W. Barnard; m. S.S. Wesley

Page 59: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

De ware kerk ders Heren (LvdK 303) t. S.J. Stone; v. W. Barnard; m. S.S. Wesley

Page 60: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Dankgebed en voorbede

Page 61: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Collecte 1ste Diaconie2de eigen gemeente

Page 62: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

G 393 – 1, 2, 3, 4De dag, door uwe gunst

Page 63: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield

Page 64: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield

Page 65: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield

Page 66: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield

Page 67: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Zegening, 3 x amen

Page 68: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”
Page 69: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Welkom bij deze GGG-avond

Page 70: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Zingen G 255 – 1, 2, 3 Ere zij aan …..

Page 71: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart

Page 72: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart

Page 73: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart

Page 74: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart

Page 75: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart

Page 76: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart

Page 77: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Lopen over waterSamen met God onderweg gaan...

Petrus heeft op het water gelopen en moest daarvoor uit zijn comfortzone

komen. Van meer personen in de Bijbel is dat bekend. Wat heeft dit ons in onze

situatie te zeggen?

Page 78: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Het verhaal dat bekend is als ‘de storm op het meer’ (Matteüs 14: 22-33) laat

een aantal gebeurtenissen, ontwikkelingen en wendingen zien. In

deze geschiedenis waarin vaak op Petrus ingezoomd wordt, worden

stappen gezet.

Page 79: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Petrus doet dat heel letterlijk op het water. Alle aanwezige leerlingen

hebben in figuurlijke zin ook een stap gezet doordat zij in opdracht van Jezus

per boot het meer overstaken en ondanks de barre omstandigheden stug

bleven doorgaan.

Page 80: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Toen Jezus bij de boot aangekomen was en Petrus over het water naar Jezus

toeliep, viel Petrus terug op menselijke overwegingen en ging hij kopje onder.

Jezus liet de situatie niet op zijn beloop, maar haalde Petrus uit zijn benarde positie. Hij wist zich weer gedragen.

Page 81: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Ook de discipelen hebben zich gedragen geweten toen Jezus liet zien waartoe hij in staat was. Hoewel het

niet nieuw voor hen was dat Jezus wonderlijke dingen deed, was deze situatie toch wel weer verrassend:

Page 82: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

eerst waren zij er nog vanuit gegaan dat er een boosaardig wezen op hen

afkwam. Zij waren daar doodsbang van geworden. Toen Jezus langszij kwam en zijn Goddelijkheid bleek, bogen zij zich

voor hem neer.

Page 83: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Op meer plaatsen in de Bijbel worden omstandigheden beschreven waarin mensen stappen zetten, een terugval kenden en zich daarna opnieuw door

God gedragen wisten.

Page 84: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Stappen zettenAbram woonde op 75-jarige leeftijd in

Charan toen God hem liet weten dat hij op reis moest gaan. Hij moest zijn

familie en het land dat hem vertrouwd was achter zich laten om naar een bestemming te gaan die God hem

duidelijk zou maken.

Page 85: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Hij zette de stap en ging de door God beloofde toekomst tegemoet.

Elia is een van de bekende profeten van Israël die plotseling in de geschiedenis opduikt. Van zijn achtergrond, leeftijd

en roeping is weinig bekend. Bij de eerste kennismaking die de Bijbel ons

met Elia geeft, treedt hij meteen al op.

Page 86: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

In opdracht van God ging hij naar Achab, koning van het tien

stammenrijk, om hem aan te zeggen dat er een periode van

absolute droogte aan zou komen. De koning van Israël had het er naar

gemaakt: hij hield op geen enkele manier rekening met God. In plaats daarvan had hij ruimte

gegeven aan afgoderij.

Page 87: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Elia stelde de waarde van deze nepgoden met een test aan de kaak.

Meer dan vierhonderd priesters moesten samen één stier offeren. Het

brandhout mocht niet door hen aangestoken worden, dat zou hun god zelf moeten doen. De oproepen van de

priesters om dat te laten gebeuren vonden geen weerklank.

Page 88: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Toen Elia God bad om vuur, kwam er vuur. De stap die Elia gezet had,

bevestigde zijn vertrouwen in God.

Page 89: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Om over na te denken:* Heeft God jou weleens duidelijk

gemaakt dat je stappen moest zetten? Welke waren dat?

* Wat heb je met die opdracht(en) gedaan?

* Op welke manier werd jou het doel van die opdracht duidelijk?

Page 90: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

TerugvallenHoewel Abram veel gezien had van hoe God zijn stempel op omstandigheden

drukte, kende hij ook momenten waarop hij daaraan voorbij ging en

zichzelf met halve waarheden in veiligheid probeerde te brengen.

Page 91: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Omdat hij vreesde dat hij om zijn vrouw vermoord zou worden, liet hij Sarai vertellen dat zij zijn zus was. Via zijn

officieren kreeg de Egyptische farao te horen dat er een heel mooie vrouw het

land was binnengekomen. De farao wilde zich wel over haar ontfermen. Hij zag daar geen kwaad in. God greep in om te voorkomen dat hij zijn vrouw

Sarai voorgoed kwijt zou raken.

Page 92: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Toen Abram later in Gerar woonde, vertelde hij opnieuw dat Sara zijn zuster

was. Van het eerste voorval had hij weinig geleerd. De koning van Gerar zag wel wat in Sarai en nam de gelegenheid om haar in te lijven. Zij werd naar zijn

paleis overgebracht.

Page 93: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Opnieuw greep God inom te voorkomen dat deze tactische en

tegelijkertijd zwakke overweging van Abram blijvende gevolgen zou hebben.

Nadat Elia de Baäl profeten had uitgedaagd, in naam van God bewezen had dat de Heer in tegenstelling tot de

afgoden wel machtig is,

Page 94: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

had hij de Israëlieten opdracht gegeven de afgodische priesters te doden.

Thuisgekomen vertelde koning Achab de hele geschiedenis aan zijn vrouw.

De invloedrijke Izebel, die de huisvesting en voeding van de gedode

priesters voor haar rekening had genomen, zon op wraak: deze actie zou Elia zijn leven kosten. Dit dreigement

beangstigde Elia.

Page 95: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Izebel had immers al eerder profeten van de Heer om het leven gebracht. Hij vluchtte de woestijn in en verlangde in

een depressieve bui te sterven. Wat hem betrof was het mooi geweest.

Page 96: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Om over na te denken:* Met welke tegenslagen of

tegenwerkingen heb jij na een hoogtepunt in jouw geloof te maken

gehad?* Heeft dit voor een terugval in jouw

relatie met God gezorgd?* Welke lessen kun je hier voor jezelf

uit trekken?

Page 97: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Gedragen wordenToen Abraham tweemaal het risico nam

zijn vrouw kwijt te raken door te ontkennen dat zij zijn vrouw was, greep

God in. Hij had Abram immers een toezegging gedaan. Sarai en hij zouden naar een nieuw land gaan. Uit hen zou

een groot volk voortkomen.

Page 98: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Waar het ingrijpen van Abram ertoe zou leiden dat de geschiedenis anders

zou aflopen, zette God alles weer recht. De belofte die God gedaan had, kon

niet door menselijk handelen –zelfs niet onbedoeld- ongedaan gemaakt

worden. De ingreep die God tweemaal deed, zal ook twee keer tot grote

opluchting hebben gezorgd.

Page 99: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Abraham was rijker uit deze situaties voortgekomen: God liet hem niet los,

maar ging verder met hem mee. Elia was gaan slapen in de hoop dat hij

nooit meer wakker zou worden. In gedachten had hij een punt achter zijn

leven gezet. God dacht hier anders over.

Page 100: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Tot twee keer toe kreeg hij eten en drinken, zodat hij op kracht zou komen om een lange reis te maken naar

een berg, waar God zich eerder getoond had. Elia was nog steeds

terneergeslagen. Hij vreesde nog altijd voor zijn leven,

Page 101: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

ook toen God met hem het gesprek aanging. God gaf hem een

volgende opdracht: zijn taak was nog niet afgelopen. Hij mocht zich door God

gedragen weten.

Page 102: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”

Om over na te denken:* Hoe heb jij ontdekt dat God met jou

wil blijven doorgaan?* Welk effect heeft dit op keuzes die jij

in het vervolg gaat maken?

Page 103: “In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten….”