In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

download In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

of 12

Transcript of In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    1/12

    OPENER Concurrentierecht

    28 JANUARI 2011

    De greep van het mededingingsrecht wordt forser

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    2/12

    Enkele jaren geleden was het concurrentierecht nog een exo-

    tische tak van het recht. Burgers noch bedrijven besteedden

    er veel aandacht aan, laat staan dat ze er wakker van lagen.

    Dat is tegenwoordig wel anders. Niet alleen groeide het concur-rentierecht uit tot een strategische discipline die

    bedrijven niet langer kunnen verwaarlozen, het raakt

    ook een bijzonder belangrijke bekommernis van

    de Europese consument, met name zijn

    koopkracht. Deze evolutie vertaalde zich

    in twee grote trends: enerzijds een

    ruimere impact van het concurren-

    tierecht, en anderzijds een toe-

    nemende mediatisering.

    "Bedrijven zondigen vaak

    door een gebrekkige

    kennis van de r egels",beklemtoont advo-

    caat Jacques Deren-

    ne, partner bij het ad-

    vocatenkantoor Hogan Lo-

    vells in Brussel en lector aan

    de Ulg voor het vak overheids-

    steun en het Europese concurren-

    tierecht. Een recent onderzoek naar

    de impact van het concurrentierecht op de

    private sector in Belgi bevestigt dit: de spe-

    cialisatiegraad van de ongeveer 200 bedrijfsjuristen die

    aan het onderzoek deelnamen, is relatief klein, ter-

    wijl 50% van de respondenten vermeldde dat hunbedrijf al werd beschuldigd van een inbreuk tegen

    het concurrentierecht (wat in 20% van de gevallen tot

    een veroordeling leidde). Het concurrentierecht is dan ook intrin-

    siek gelinkt aan het bedrijfsleven. Ten eerste hebben de bepalingen

    uit de concurrentieregels die op Europees niveau werden inge-

    voerd betrekking op bijna elk bedrijf, ongeacht de omvang, het

    marktaandeel en de activiteit. Daarnaast ontsnapt ook bijna niets

    aan de regels, ze zijn van toepassing op commercile gedragingen,

    zakenrelaties, contracten, maar evengoed uitwisselingen van infor-

    matie of toenaderingen tussen bedrijven. Denk bij dat laatste aan

    distributienetwerken, joint ventures, fusies en overnames, kandida-

    turen voor een overheidssubsidie, een specifieke fiscale vrijstelling,

    deelname aan een certificatieprocedure, enz.

    De Europese Commissie speelde een belangrijke rol bij het toene-

    mende belang van het concurrentierecht. Haar onderzoeksbe-

    voegdheden werden aanzienlijk versterkt. Zo kan ze onverwachte

    huiszoekingen verrichten, zowel op de zetel van de verdachte on-

    dernemingen als in de privwoningen van hun bestuurders (sinds

    2004). De Commissie zorgde daarnaast voor een uitbreiding vanhaar capaciteit voor het opsporen van inbreuken. Ook kleine en

    middelgrote bedrijven ontsnappen niet aan de aandacht, en kun-

    nen bijvoorbeeld worden verdacht van deelname aan een kartel of

    ongeoorloofde concurrentiebeperking in het kader van een distri-

    butieovereenkomst.

    Ten tijde van Neelie Kroes Europees Commissaris voor Mededin-

    ging van 2006 tot 2009 regende het kritiek op de mediatisering

    van het mededingingsbeleid. Volgens critici koos de Commissie

    voor een puur negatieve doorvoering van de concurrentieregels.

    De meeste middelen gingen naar sancties en men verwaarloosde

    om bedrijven richtingen aan te geven voor een zelfevaluatie van

    hun praktijken. Daarbij kwam nog dat de woede van de Commissiezich vooral richtte op bedrijven die een grote media-aandacht

    genieten en goed bekend zijn bij het grote publiek, zoals Intel,

    Microsoft of Google. Boze tongen beweren dat de Commissie

    bezig is om van het concurrentierecht een PR-instrument te maken,

    via een aaneenschakeling van bekendmakingscampagnes en wets-

    voorstellen waarmee consumenten die het slachtoffer zijn van

    concurrentieverstorend gedrag hun schade kunnen verhalen. Met

    alle respect voor bepaalde politici, maar het concurrentierecht is

    intrinsiek gelinkt aan de wording van Europa, en de systeemcrisis

    die de financile planeet aan het wankelen bracht, toont het enor-

    me nut van controles, in het bijzonder van overheidssteun. Zo heeft

    de Commissie de lidstaten (na een onderzoek van het Ierse depo-

    sito-garantiestelsel in oktober 2008) kunnen overtuigen dat deoplossing lag in een, weliswaar bijgestelde, toepassing van deze

    controles, veeleer dan in de deactivatie die in 2008 door bepaal-

    de ministers van Financin werd bepleit, repliceert advocaat

    Jacques Derenne.

    CHG en CHS

    30 Zwaard of schild?Helpt het concurrentierecht bedrijven de crisis te boven te komen?

    37 Hardcore kartels zijn absolute topprioriteitActief mededingingsbeleid krijgt ook in Belgi vorm

    IN DIT DOSSIER

    29JANUARI 2011

    OPENERConcurrentierecht

    The ShowbizzPolitics

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    3/12

    Dit zou de mediastart kunnen worden in de Europese

    carrire van de Spanjaard Joaquin Almunia, sinds iets

    minder dan een jaar Commissaris voor Mededinging.

    Midden december 2010 opende de Commissie

    een onderzoek naar kartelvorming door acht ce-

    mentproducenten, waaronder ook de mondiale

    tenoren uit de sector. Eens een dergelijke pro-

    cedure wordt gestart, steken de bedrijven in

    kwestie de nek meestal niet meer te ver uit, en

    beperken ze zich tot reacties via korte persberichten... De inzet

    is immers enorm.

    Juridische zekerheid op het spelHet meest zichtbare deel van de ijsberg zijn de boetes, waar-

    van de exponentile toename het bedrijfsleven verontrust (zie

    kader). Ze zijn in theorie geplafonneerd tot 10% van de totale

    omzet van het bedrijf dat zich zou hebben schuldig gemaakt

    aan concurrentieverstorend gedrag. Maar let op, indien bij-

    voorbeeld een dochterbedrijf, dat bijna voor 100% in handen

    is van een holdingmaatschappij, wordt veroordeeld voor con-

    currentiebeperkingen, kan de limiet van 10% worden toegepast

    op de omzet van het moederbedrijf, aangezien wordt aange-

    nomen dat deze n enkele onderneming vormt met het doch-

    terbedrijf. Voor illegale praktijken die al verschillen-

    de jaren aanhouden, kan de boete hoger liggen dan

    de omzet van het betreffende dochterbedrijf!

    De procedures en berekeningsmethodes van de

    Commissie worden vaak met de vinger gewezen om-

    wille van een zekere ondoorzichtigheid. Het gebeurt

    bijvoorbeeld dat de sancties uiteindelijk worden bij-geschaafd op basis van een beoordeling van de bij-

    zondere situatie en de financile positie van het

    beboete bedrijf. Met het argument dat het dit bedrag

    onmogelijk kon betalen, zag Almamet, een Duitse

    fabrikant van reagentia voor de staal- en gasindustrie,

    in 2009 zijn boete met 20% verlagen. Wat stoort is niet zozeer

    het bedrag van de boetes, die absoluut een ontradend effect

    moeten hebben, maar wel het ontbreken van een scheiding tus-

    sen de onderzoeks- en beslissingsbevoegdheden, en in bepaal-

    de gevallen het niet naleven van fundamentele rechten , be-

    klemtoont Philippe Lambrecht, bestuurder-secretaris-generaal

    van het VBO en voorzitter van de nieuwe Brussels School of

    Competition.

    Een Frans rapport van de hand van verschillende prominenten

    ter zake roept op tot meer juridische zekerheid voor onderne-

    Zwaard of schild?

    Helpt het concurrentierecht bedrijven de crisis te boven te komen?

    Wilt u graag overtroefd worden door een dominante concurrent op de markt? Of vindt u vee-leer dat uw groeikansen beknot worden door de regels van het concurrentierecht? In onzewesterse visie op ondernemen zijn enkele spelregels noodzakelijk. De vraag is echter welk

    doel ze dienen. Is ons concurrentierecht een zwaard,dat bedrijven toelaat te groeien en mee te spelen ineerste divisie in de wereldliga, of is het een schild

    dat hen beschermt tegen concurrente,n maar dat hentegelijk weinig bewegingsruimte biedt? Maakt ons

    concurrentierecht de juiste keuzes om bedrijven tehelpen de crisis te overwinnen? Een onderzoek.

    30 JANUARI 2011

    OPENER Concurrentierecht

    D.Rys

    De scheiding tussen de onder-zoeks- en beslissingsbevoegdheden

    ontbreekt Philippe Lambrecht

    1. Welke zijn de risicos voor bedrijven?

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    4/12

    mingen. Dat is niet zo vreemd wanneer we weten dat het Hof

    van Beroep van Parijs de nationale concurrentiewaakhond zwaar

    terugfloot door een recordboete (575 miljoen euro) voor elf

    bedrijven uit de metaalindustrie door acht te delen. In Belgi

    hebben dergelijke situaties zich nog niet voorgedaan en op

    Europees niveau geeft het Hof van Justitie in geval van een

    beroep meestal gelijk aan de Commissie,

    als ze het bedrag van de sanctie al niet

    verhoogt, stelt Philippe Lambrecht. Om

    ondanks alles komaf te maken met de kri-

    tiek en uiteenlopende rechtspraak te ver-

    mijden, startte het Directoraat-generaal

    Concurrentie in januari 2010 met een

    grote openbare raadpleging om de antitrustprocedures

    transparanter en voorspelbaarder te maken. Ondertussen

    werkt iedereen aan zijn eigen argumenten

    Een herziening van het businessmodelEen bedrijf dat wordt verdacht van concurrentieverstorend ge-

    drag loopt niet alleen het risico op boetes. Charles Gheur, ad-

    viseur bij het VBO, wijst op nog drie andere risico's. Ten eerste

    vergt de inmenging van de mededingingsautoriteiten in de

    handel en wandel van een bedrijf veel tijd en energie van het

    management, dat zich dan niet kan focussen op de strategi-

    sche doelstellingen. Dit heeft in bepaalde gevallen rampzalige

    gevolgen op financieel vlak. Daarnaast is er het imagorisico:

    de negatieve publiciteit door de niet-aflatende media-aandacht

    zal het koopgedrag van de consument wellicht maar weinig

    benvloeden, maar financile analisten en investeerders zullen

    minder in hun nopjes zijn, met mogelijk een negatieve impact

    op de beurswaarde. Ten slotte, en dat risico is verre van het

    meest onschuldige, kan de Commissie een bedrijf verplichten

    om zijn businessmodel te wijzigen. Dat ondervonden enkele

    Belgische banken na de toekenning van de massale overheids-

    steun tijdens de financile crisis (zie pagina 36). Bij fusies en

    overnames kunnen de betrokken partijen verplicht worden om

    een merk, een dochterbedrijf

    of zelfs een volledige bedrijfs-

    tak van de hand te doen.

    De dreiging opcollectief verhaalEr verschijnen nog andere

    wolken aan de horizon. Sommigen willen bovenop de adminis-

    tratieve boetes ook strafrechtelijke sancties, een bevoegdheid

    die is voorbehouden aan de lidstaten. Dat is nu al het geval in

    de Verenigde Staten of in Groot-Brittanni. In 2009 werd er opvraag van minister Van Quickenborne in die zin een vooront-

    werp van wet uitgewerkt. Men heeft het idee echter laten varen

    door de moeilijkheid om de administratieve en strafrechtelijke

    procedure goed op elkaar af te stemmen. In andere landen,

    zoals Ierland, is de dreiging veel tastbaarder, stelt Charles

    Gheur (zie ook kaderstuk pagina 37). Op middellange termijn

    vreest de economische wereld nog het meest voor de invoering

    van de mogelijkheid van collectief verhaal door consumenten

    die hinder ondervonden door concurrentieverstorend gedrag

    en een procedure starten voor een schadeloosstelling en intres-

    ten (een soort class action naar Amerikaans model). Hoewel

    het collectieve verhaal binnen het geheel van het Europese

    mededingingsrecht wat op de achtergrond verdween, is dit

    31

    OPENERConcurrentierecht

    Recordboetes

    In 2010 legde de Commissie voor 3,1 miljardeuro aan sancties op voor inbreuken tegenhet mededingingsbeleid. Dat is zes keer

    meer dan het totaal aan boetes door Leon

    Brittan ofKarel Van Miert tijdens hun volle-

    dige mandaat! Wie op wat matiging rekende

    na het vertrek van Neelie Kroes de Com-

    missaris die door zakenkringen het meest kri-

    tiek kreeg wegens haar spektakelbeleid,

    kwam dus bedrogen uit. In november legde

    de Commissie na een lang onderzoek een

    van de grootste collectieve boetes op (799

    miljoen euro) aan elf luchtvrachtbedrijven

    die gedurende de periode 1999-2006 een

    kartel vormden. En enkele weken later vaar-

    digde ze een boete uit van 649 miljoen euro

    voor vijf fabrikanten van lcd-televisies (vier

    Taiwanese en n Zuid-Koreaanse). Ze wer-

    den ervan beschuldigd tussen 2001 en

    2006 een zestigtal keer vergaderd te hebben

    voor het maken van prijsafspraken en het

    uitwisselen van informatie over productie-planningen en het gebruik van hun produc-

    tiecapaciteit.

    Voor het bedrag van de

    opgelegde boetes ba-

    seert de Commissie zich

    op twee grote criteria: het

    handelsvolume waarop de

    concurrentiebeperkingen

    betrekking hadden en de

    duur van de inbreuk. Twee

    bedrijven die informatie

    uitwisselen over toekoms-

    tige prijzen en dus in de

    ogen van de Commissie

    een kartel vormen op een

    markt met een om zet van

    5 miljoen euro, riskeren in

    theorie dus een boete die

    kan oplopen tot 30% van

    dit bedrag per inbreukjaar. Indien er drie jaar

    lang informatie werd uitgewisseld, kan dit be-

    drag dus worden verdrievoudigd! In de praktijk

    zien we doorgaans boetes van 15 20% van de

    betreffende bedragen, maar er is wel een lich-te toename merkbaar, stelt Luis Ortiz Blanco.

    Er is echter n magere troost: bedrijven

    kunnen de boetes, in elk geval in Belgi, fis-

    caal in mindering brengen. Ondanks een

    rondzendbrief van 13 augustus 2008 van de

    minister van Financin die inging tegen het

    principe van de fiscale aftrekbaarheid, blijftde rechtspraak in het voordeel van de belas-

    tingplichtigen.

    Boetes swingen de pan uitTotaal aan boetes opgelegd door de EU-Commissarissenvoor de Mededinging aan ondernemingen schuldigbevonden aan karteldeelname sinds 1990 (in miljard EUR)

    1990-94

    Leon Brittan

    0,57

    1995-99

    Karel Van Miert

    0,57

    1990-94

    Mario Monti

    3,70

    2005-09

    Neelie Kroes

    8,27

    De mandaten van de commissarissen vallen niet samen met kalenderjaren.Het betreft hier dus niet noodzakelijk volledige jaren.Bron : Europese Commissie

    De Commissie blijft voorzichtigom zeker niet het Amerikaansesysteem te kopiren Luis Ortiz Blanco

    JANUARI 2011

    EuropeseUnie

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    5/12

    idee van de voormalige Eurocommissaris Neelie Kroes

    een idee dat het VBO overigens tot op de laatste minuut

    van haar mandaat heeft bestreden niet helemaal

    begraven, verre van. Sommigen verwijten de Commissie

    dat ze maar weinig vooruitgang boekt op het gebied

    van de bescherming van de consument en de Com-

    missie zou dit idee, na een ruime publieke raadpleging,

    kunnen gebruiken om haar blazoen op te poetsen. De

    Commissie wil in die richting gaan, maar blijft voorzich-

    tig om zeker niet het Amerikaanse systeem te kopiren.

    Daar hebben we zelfs bedrijven gezien die gespeciali-

    seerd zijn in het opkopen van de rechten van gedu-

    peerde klanten om vermeende overtreders van de con-

    currentieregels aan te vallen, vernemen we van Luis

    Ortiz Blanco, partner bij het Madrileense advocaten-

    kantoor Garrigues en gespecialiseerd in concurrentie-recht. In dit stadium is het Europese bedrijfsleven erin

    geslaagd om de Commissie ervan te overtuigen dat een

    systeem op z'n Amerikaans zowel voor de bedrijven als

    de consument nefast zou zijn.

    Dit is uiteraard een bijzonder heikele vraag en het zou

    gevaarlijk zijn om ons aan een algemeen antwoord te

    wagen. Er wordt echt niet gespot met inbreuken tegen

    het mededingingsbeleid. Terwijl de Europese Commissie tradi-

    tioneel trachtte concrete feiten vast te stellen alvorens zich uit te

    spreken over het concurrentieverstorende karakter van een uit-

    wisseling van informatie, werd het beleid recent verstrengd. Het

    voorwerp van de informatie-uitwisseling kan bij

    sommige situaties volstaan om ze als concurren-

    tieverstorend te beschouwen. De Commissie

    volgt zo het Hof van Justitie dat in het arrest rond

    T-Mobile Netherlands oordeelde dat een gewo-

    ne vergadering voor het uitwisselen van informatie tussen con-

    currenten de Commissie ontheft van de verplichting om de

    eventuele concurrentieverstorende gevolgen ervan na te gaan.

    Er bestond tot dan een zekere tolerantie van de Commissie ten

    aanzien van ontmoetingen waarvan ze niet had kunnen aanto-

    nen dat deze concurrentiebeperkingen tot gevolg hadden ge-

    32 JANUARI 2011

    Wie speelt politie en hoe demo-

    cratisch is ze georganiseerd?O p Europees vlak werken zon900 ambtenaren in de dienstmededingingsrecht. Dat lijkt veel,

    maar naar het terrein vertaald bete-

    kent dat bv. 15 man beschikbaar voor

    de hele Europese transportsector.

    Het DG Mededinging bestrijkt

    fusie-controle, antitrust waaronder

    misbruik van machtspositie en kartel-

    zaken, en de controle op staatssubsi-

    dies die de mededinging kunnen ver-

    valsen. Verdeeld over de verschillen-

    de instrumenten, en gegeven het feitdat de hele Europese markt wordt

    bestreken, is het aantal mensen verre

    van luxueus, laat een insider ons

    weten. Daarnaast zijn er de nationale

    autoriteiten. Hun slagkracht hangt af

    van land tot land, al lopen de natio-

    nale wetgevingen en de toegekende

    onderzoeksmogelijkheden doorgaans

    vrij parallel met de Europese. De

    taakverdeling en cordinatie tussen

    de autoriteiten gebeurt via het Eu-

    ropean Competition Network. Zo

    houdt een nationale autoriteit zich

    uiteraard bezig met een louter lokale

    aangelegenheid, pakweg een kartel

    tussen de bakkers in een bepaaldestad, en wordt de lokale wetgeving

    toegepast. Betreft het een lokaal

    dossier, maar is er een effect op de

    had, verklaart advocaat Luis Ortiz Blanco. Op 14 december

    werden de regels voor de beoordeling van samenwerkings-

    overeenkomsten tussen bedrijven verstrengd. De Commissie

    onderzoekt nu van naderbij de concurrentieverstoring die

    voortvloeit uit de uitwisseling van informatie.

    Betekent dit dat bedrijven uit eenzelfde sector dus zelfs niet

    meer met elkaar mogen praten? Nogmaals, alles hangt af van

    de marktomgeving in kwestie en van het relatieve ge-

    wicht van de betreffende bedrijven op deze markt. Erzijn echter twee gulden regels bij de uitwisseling van

    informatie: spreek nooit over prijzen en nog minder

    over toekomstige prijzen (in dat geval is er sprake van

    kartelvorming) en geef geen informatie over klanten

    vrij. Om buiten het vizier van de Commissie te blijven,

    kan men het inwinnen van informatie ook uitbesteden. Een der-

    de krijgt dan de taak om de gegevens voor een volledige sec-

    tor te consolideren en zorgt op die manier voor een zekere

    neutraliteit van de uitwisselingen. Die regel geldt trouwens

    ook voor de bijeenkomsten van beroepsverenigingen en sec-

    torfederaties. Beroepsverenigingen houden zich best aan

    zeer strikte regels, vervolgt Luis Ortiz Blanco. Wanneer ze

    hun leden informatie of statistieken bezorgen, moeten ze er

    enerzijds op toezien dat het gegevens betreft die geaggre-

    geerd zijn voor de volledige sector, zodat bepaalde gegevens

    niet terug te brengen zijn tot een bepaald bedrijf. Anderzijds

    OPENER Concurrentierecht

    2. Kunnen twee bedrijven uit eenzelfde sector noginformatie uitwisselen over het domein waarbinnen

    ze actief zijn, of elkaar gewoon ontmoeten?

    Te recente gegevens kunnendoor de autoriteiten als verdachtworden beschouwd Luis Ortiz Blanco

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    6/12

    publiceert men cijfers best niet te snel. Te recente gegevens kun-

    nen door de autoriteiten als verdacht worden beschouwd. Een

    bijkomende voorzorgsmaatregel zou erin kunnen bestaan dat

    men bij de vergaderingen een expert op het vlak van mededin-

    gingsrecht uitnodigt. Hij zal erop toezien dat bij de gesprekken

    niet buiten het toegestane wetgevende kader wordt gegaan.

    De Commissie houdt vooral grote ondernemingen in het vizier,

    maar dat wil niet zeggen dat kmos zomaar hun gang kunnen

    gaan. Voor bedrijven met minder dan 250 werknemers houden

    de nationale mededingingsautoriteiten een oogje in het zeil, met

    vaak nog een engere opvatting van een markt en dus een ho -

    ger risico dat er concurrentieverstorende praktijken worden

    opgemerkt. In mei 2010 veroordeelde de Raad voor de Mede-

    dinging vier radiatorfabrikanten de belangrijkste spelers op de

    Belgische markt die niet alleen een overeenkomst hadden ge-

    sloten voor de uitwisseling van gevoelige informatie inzake con-

    currentie, maar ook voor een gecordineerde verhoging van hun

    groothandelsprijzen. Een van de bedrijven werd vrijgesteld we-gens het aanbrengen van de eerste bewijzen waarmee de in-

    breuk kon worden vastgesteld. Dus, melden of niet? Het blijft

    een strategische vraag voor bedrijven omdat elk clementiever-

    zoek zal inhouden dat men ten volle moet meewerken met de

    mededingingswaakhond, de nationale of de Europese. Zoniet

    zal dit een boemerangeffect teweegbrengen.

    Chantal Samson en Christian Dominici

    Er wordt wel eens beweerd dat het actuele

    concurrentierecht het Europese bedrijven onmogelijk

    maakt om wereldspelers te worden. Dat is onzin,

    zo reageert advocaat Peter LEcluse van Van Bael en Bellis.

    Als we kijken naar de bedrijven die in het vizier lopen van

    de Europese Commissie, heeft dat niets te maken met hun

    omvang, en nog minder met hun al dan niet Europese

    karakter. Kartels voor prijsafspraken vind je in allerlei sectoren,

    met bedrijven van allerlei grootteordes en van allerlei afkomst.

    De grootste kartels die de Commissie on langs aanpakte - in LCD-

    panelen en in luchttransport- , betroffen inderdaad veel Aziatische

    bedrijven, en in de dossiers over misbruiken van machtspositie

    werden de zwaarste boetes uitgedeeld aan Amerikaanse bedrijven

    als Microsoft en Intel. Maar dat bewijst nog niet dat Europesebedrijven geen hinder ondervinden eens ze een machtspositie

    opbouwen. LEcluse: Bij concentratiecontrole gaat men kijken

    naar marktaandeel, en dat is nog iets hele-

    maal anders dan omvang. Al lopen grotere

    bedrijven wel meer kans daar in moeilijkhe-

    den te komen. Maar het aantal transacties dat verboden is ge-

    weest in de 20 jaar dat concentratiecontrole bestaat, is uiterst

    beperkt. Ook daar zit volgens mij geen probleem.

    interstatelijke handel, blijft de nationale autori-

    teit de lead houden in het dossier, maar moet

    het wel EU-recht toepassen. Strekt de zaak

    zich werkelijk uit over verschillende landen,dan is de kans groot dat de Commissie de

    zaak naar zich toe trekt en past ze uiteraard de

    Europese wetgeving toe. Op inhoudelijk vlak

    is er dus al grote eenvormigheid, op proces-

    matig vlak niet. Elke autoriteit is op zn eigen

    manier georganiseerd. Op dat vlak bestaat er

    behoorlijk wat kritiek op het DG Mededinging.

    Die is rechter en partij tegelijk, aldus Peter

    LEcluse, partner van advocatenkantoor Van

    Bael & Bellis. En ja, er werd gewerkt aan inter-

    ne check and balances, en bijna alle zaken

    (momenteel zijn er zon 200 aanhangig) trek-

    ken voor een beroepsprocedure naar het

    Europees Hof in Luxemburg, maar die demo-cratische controle duurt lang, veel te lang,

    geven ook de EU-autoriteiten grif toe. Om aan

    dat probleem tegemoet te komen werden

    vorig jaar twee zaken afgehandeld met een

    schikking. Als partijen zich kunnen vinden in

    het verdict van de Commissie

    en het boetekader accepte-ren, kunnen ze 10% reductie

    verkrijgen. Een goede deal, in

    ruil voor rechtszekerheid op

    korte termijn. Bedrijven die

    bovendien gebruik maken

    van de clementieregeling en

    het kartel waarvan ze deel uit-

    maakten aangaven, n goed

    meewerken in een zaak, kun-

    nen op Europees niveau in

    het totaal een boetereductie

    tot 60% opbouwen. Indien

    een onderneming als eerste

    met belangrijke informatienaar de Commissie stapt, kan zij zelfs een vol-

    ledige kwijtschelding van de boete verkrijgen.

    Die clementieregelingen en schikkingen

    zullen ook in de toekomst succes hebben,

    voorspelt ons contact bij de DG Mededinging.

    Bij onze Belgische autoriteiten wer-

    den onderzoek (het Auditoraat ende Dienst Mededinging van de FOD

    Economie) en beslissingsmacht

    (Raad voor de Mededinging) wel

    duidelijk van elkaar gescheiden.

    En uiteraard is er is Belgi ook altijd

    beroep mogelijk tegen elke beslis-

    sing.

    Meer weten over uw rechten als be-drijf bij een onderzoek naar inbreu-ken op de mededingingswetge-ving door de Commissie: http://ec.europa.eu/competition/antitrust/

    legislation/explanatory_note.pdf

    SBR

    33JANUARI 2011

    OPENERConcurrentierecht

    3. Is big bad?

    Het aantal transacties dat ver-boden is geweest in de 20 jaardat concentratiecontrole bestaat,is uiterst beperkt Peter LEcluse

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    7/12

    en het is zeer moeilijk om exact dezelfde regels toe te passen op

    heel verschillende bedrijven in totaal verschillende markten. Dat is

    bij uitstek het geval als het gaat over een zogenaamd misbruik van

    machtspositie. Al klinkt dit uiterst negatief voor grote bedrijven, er

    wordt ons door vriend en vijand verzekerd dat een machtspositie

    op zich geen probleem is, integendeel, het is een teken van suc-

    ces. Maar daarvan misbruik maken om op een niet normale ma-

    nier te concurreren, mag dan weer niet. De vraag is onmiddellijk:

    wat is niet normaal?, zegt LEcluse. Dat is een echt controver-

    sieel punt. Microsoft werd onlangs tot een monsterboete veroor-

    deeld, maar ik stel mij grote vragen bij dat dossier. Ook de farma-

    sector wordt zwaar aangepakt, maar moet toch zijn octrooien kun-

    nen verzilveren. Anders leg je de hele cyclus van investering en in-

    novatie stil! Er wordt enorm veel internationaal overleg gepleegd

    tussen concurrentieautoriteiten, maar op dit vlak blijven de groot-

    ste interpretatieverschillen bestaan tussen landen. Europa is mis-schien wel te streng, vindt LEcluse. Dat er desondanks de strikte

    regels op papier, toch ruimte is voor interpretatie, zien we ook als

    we navraag doen over het begrip nationale kampioen. Niemand

    blijkt heel duidelijk te weten welke definitie daarachter schuilt. Ik

    denk dat dat bedrijven zijn die belangrijk zijn voor de nationale

    economie en daarom moeten worden gekoesterd, antwoordt

    LEcluse voorzichtig. Misschien moet u eens aan de Commissie

    vragen wat dat is Daar spreekt men vrijuit over bedrijven die,

    volgens sommige nationale regeringen, moeten kunnen genieten

    van een voorkeursbehandeling, bv. op het gebied van staatssteun

    of belastingvoordelen (recent nog de auto-industrie in Frankrijk

    met speciale steun voor Franse producenten), of op het vlak van

    fusiecontrole. Zo werd in het verleden de fusie tussen Volvo enScania verboden wegens een te sterke dominantie op de Scandi-

    navische markt. De nationale politiek voerde nochtans druk uit op

    Brussel om de fusie toch te laten plaatsvinden met als argument

    dat hun kampioenen beter behandeld moesten worden. Big is

    dus niet bad in Europa, en al zeker niet als je de juiste men sen

    aan je zijde krijgt. We mogen zeker niet de ogen sluiten voor lob-

    bywerk bij de concurrentieautoriteiten, bevestigt LEcluse.

    Relevante marktMisschien ligt het aan de afbakening van de markt? Wordt die te

    klein gezien, heeft dat immers consequenties voor de groeikan-sen van bedrijven. Die oefening blijkt gebaseerd op economische

    analyses, geval per geval. Toch geven onze gesprekspartners toe

    dat dit aspect voor onzekerheid kan zorgen. LEcluse: Er zijn sec-

    toren waarvoor die afbakening heel duidelijk is, voor andere is er

    discussie mogelijk. Voor kabeltelevisie kan Vlaanderen of Wallo-

    ni de relevante markt zijn, als je diamanten verkoopt, is dat wel-licht de wereldmarkt. Energiebedrijven zijn een punt van discus-

    sie. Electrabel zou de Europese, of minstens de West-Europese

    markt als referentie willen, terwijl de autoriteiten vasthouden aan

    de nationale markt. Idealiter zou het concurrentierecht een neu-

    traal instrument moeten zijn, een beetje in de zin van verkeersre-

    gels. Die doen niemand kwaad of goed, je moet ze wel volgen om

    ongelukken te vermijden. Het gaat hier echter om mensenwerk,

    OPENER Concurrentierecht

    34 JANUARI 2011

    strijden omdat meer mensen finan-

    cile moeilijkheden hebben. Er zijn

    andere beleidsinstrumenten om uit

    de crisis te raken (fiscale mechanis-

    men, sociale transfers, enz.). Is het

    dan totaal onmogelijk om de economische effecten van het

    concurrentiebeleid te kwantificeren? Belleflamme: Het ant-

    woord uit de theorie van de micro-economie is eenvoudig: de

    Hoe stevig de theorie van een doortastend concur-

    rentiebeleid ook in elkaar steekt, in de praktijk

    blijft het een bijzonder grote uitdaging om der-

    gelijk beleid ook eerlijk en consequent toe te passen. Maar

    de cruciale vraag of een dergelijke markt-

    waakhond onze bedrijven nu ook econo-

    misch helpen om de crisis te overwinnen,

    is nog niet beantwoord. Paul Belleflam-

    me, professor aan de UCL: We mogen

    niet alles door elkaar halen. Er is geen re-

    den om het mededingingsbeleid anders toe te passen in tij-

    den van crisis. Het is alsof we ons de vraag zouden stellen of

    de politie in crisistijd de criminaliteit minder hard moet be-

    4. Zwaard of schild?

    We mogen zeker niet de ogen sluitenvoor lobbywerk bij de concurrentie-autoriteiten Peter LEcluse

    Er is geen reden om het mededin-gingsbeleid anders toe te passenin tijden van crisis Paul Belleflamme

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    8/1235JANUARI 2011

    OPENERConcurrentierecht

    Brussels School of Competition

    Een opleidingsinstituut voor mededingingsrecht

    M et de zetel van de Europese Commis-sie, van de Belgische mededingingsau-toriteiten en van heel wat be-

    drijven en grote adviesbureaus,

    is Brussel de mondiale hoofd-

    stad voor mededingingsbeleid.

    Toch kon men nergens in Brus-

    sel een gespecialiseerde oplei-

    ding rond dit onderwerp vol-

    gen. Het VBO heeft nu deze

    leemte ingevuld met de Brus-sels School of Competition

    (BSC). Sinds oktober 2010

    biedt deze nieuwe school een

    volledige cyclus van opleidin-

    gen rond mededingingsrecht en -economie.

    De directeurs van de Brussels School of

    Competition, Charles Gheur en Nicolas Petit,

    zijn tevreden: het studieprogramma kon voor

    het eerste werkingsjaar al meteen rekenen

    op bijna 80 inschrijvingen, waaronder heel

    wat bedrijfsjuristen, advocaten en buiten-

    landse studenten.

    Een grondige kennis van het

    concurrentierecht is momenteel een

    echte troef, zelfs een noodzaak,

    beklemtoont Charles Gheur, advi-

    seur bij het VBO. Het programma

    wil bedrijven en hun adviseurs extra

    kennis laten verwerven voor dezematerie die men niet langer kan ver-

    waarlozen.

    Voor de ontwikkeling van het pro-

    gramma kon het VBO rekenen op de

    expertise van Nicolas Petit, hoogleraar aan

    de Universiteit van Luik, waar hij een aanvul-

    lende master Concurrentierecht leidt. De

    concepten die bij deze tak van het recht aan

    bod komen, vereisen een grondige kennis

    van gespecialiseerde en complexe economi-

    sche theorien. Elke cursus wordt daarom

    gecordineerd door een docentenduo, mees-

    tal een jurist en een economist.

    Er werd voor gezorgd dat de opleidingscy-

    clus, waarvoor men een diploma ontvangt,

    combineerbaar is met professionele verplich-

    tingen. De cursus vindt alle vrijdagnamidda-

    gen plaats, verklaart Pierre Sabbadini, assis-

    tant bij de Brussels School of Competition,

    maar wie niet het volle-

    dige programma kanvolgen, kan wel bepaal-

    de cursussen la carte

    kiezen. Het programma

    bestaat uit 12 modules

    rond de grote themas:

    kartels, misbruik van een

    dominante marktpositie,

    distributieovereenkoms-

    ten, fusies en overna-

    mes, Staatssteun, enz.

    JJDeNayer/Tryptique

    Charles Gheur, Directeurvan de Brussels School of

    Competition

    JJDeNayer/Tryptique

    Nicolas Petit, Professoraan de ULg

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    9/12

    totale welvaart van de samenleving (gemeten als de som van de

    producentenwelvaart met name de winsten en de consumen-

    tenwelvaart met name het verschil tussen de waarde die ze toe-

    kennen aan goederen die ze verbruiken en de prijs die ze voor de-

    ze goederen betalen) neemt

    toe naarmate er op de mark-

    ten meer concurrentie is.

    Het klopt dat een concurren-

    tiebeperking normaal leidt

    tot meer winst bij de bedrij-

    ven, maar deze toename van

    de winst is altijd lager dan de welvaartsvermindering die op die

    manier aan de consument wordt opgelegd. Daar zien we dus de

    positieve macro-economische gevolgen van het mededingingsbe-

    leid. Wat de impact op de groei betreft, moeten we aldus de pro-

    fessor refereren aan de innovatie. De link tussen concurrentie en

    innovatie is moeilijk vast te stellen, zowel op het theoretische als

    het praktische vlak. Toch houdt het concurrentierecht vandaag

    rekening met de specifieke eisen van innoverende bedrijven. Zo

    kunnen marktmonopolies tijdelijk en wor-

    den ook fusies toegestaan die de gewone

    regels geweld aandoen. Of om de vraag of

    dit beleid onze bedrijven vooruit helpt of

    tegenwerkt, te beantwoorden met de woor-

    den van Peter LEcluse: Het is steeds goed

    de marktwerking te bewaken, zeker in cri-

    sissituaties, want dan gaan de rotte appels eruit en worden de

    andere bedrijven verplicht om scherp te blijven.

    SBR

    OPENER Concurrentierecht

    36 JANUARI 2011

    S taatssteun vormt een belangrijk luikvan het concurrentierecht. Omdatde Staten zelf soms de voornaamste

    schenders van het recht zijn!, zo be-

    gint Jacques Derenne, vennoot bij het

    advocatenkantoor Hogan Lovells en do-

    cent aan de ULg (aanvullen-

    de master concurrentierecht).

    Sommigen benadrukken

    vooral de logheid ervan,

    maar zonder de interne

    controles van Europa zou de

    Europese ruimte zijn uiteen-

    gevallen door het patholo-

    gische nationalisme van de

    Staten. De gespecialiseerde

    advocaat beklemtoont dat

    de financile crisis het grote nut van het

    concurrentierecht heeft aangetoond.

    Laten we niet te snel vergeten dat

    rond 29 september 2008 in Belgi openkele uren tijd 51 miljard euro werd

    opgeslokt in de vorm van een uitzon-

    derlijk noodkrediet (van de ECB en van

    de andere centrale banken) aan Fortis.

    Dat bedrag stemt overeen met de helft

    van de fiscale inkomsten op een jaar!

    Een uitzonderlijke situatie vergt uitzon-

    derlijke maatregelen: tussen oktober

    2008 en oktober 2010 keurde de Euro-

    pese Commissie voor 4,6 triljoen euro

    aan Staatssteun voor de financile sec-

    tor goed. Het grootste deel van dit

    manna bestond uit garantiewaarborgen,

    waarvan slechts 32% ook werkelijk werd

    betaald. Van deze 4.600 miljard werd

    329 miljard aan Belgi toegekend, aldus

    het meest recente scorebord van de

    Europese Commissie dat in december

    werd gepubliceerd. Dat is het resultaat

    van een uitzonderlijke praktijk van de

    Commissie, waar de medewerkers ze-

    ven dagen op zeven werkten en waar

    bepaalde beslissingen in n nacht tijdwerden genomen. Uit alle diensten van

    de Commissie werden tientallen men-

    sen met ervaring inzake Staatssteun

    teruggeroepen om een

    taskforce te vormen.

    Gedurende twee of drie

    maanden stond Neelie

    Kroes toe om beslissingen

    te nemen zonder de zware

    procedure van het college

    van commissarissen te doorlopen.

    Zoniet zou het een jungle zijn ge-

    weest, vervolgt Jacques Derenne.

    Zodra de dreiging van een implosie van

    het systeem geluwd was, begonnen be-

    paalde waarnemers zich vragen te stel-

    len. Moeten we drastische vermage-

    ringskuren eisen, op gevaar af dat be-

    paalde opgelegde verkoopoperaties

    uiteindelijk leiden tot het ontstaan van

    andere, almaar grotere, machtigere

    groepen die ook meer risicos inhou-

    den, vraagt bankier Axel Miller in een

    in 2010 verschenen boek (*). Deze

    vraag gaat over het evenwichtspunt tus-

    sen de vereiste leefbaarheid van een

    bank en het offer dat deze moet bren-

    gen ter compensatie van de steun die

    ze heeft ontvangen, en dat om concur-

    rentieverstoring te vermijden. Bepaalde

    banken hebben flinke afschrijvingen

    moeten doen op hun balansen, andere

    hebben maatregelen moeten nemen

    om de markt te openen voor nieuwe

    concurrenten, een Duitse bank (WestLB)

    zal zelfs worden geprivatiseerd Het

    scenario is verschillend voor elke bank,al naargelang haar risicoprofiel en haar

    eigen moeilijkheden, en het lijkt me

    niet gerechtvaardigd om het ene geval

    met het andere te vergelijken, temeer

    omdat de niet-vertrouwelijke tekst met

    alle beslissingen van de Commissie nog

    niet werd gepubliceerd, argumenteert

    Jacques Derenne. De belangrijkste

    vaststelling is volgens mij dat vr de

    crisis bepaalde banken te groot waren

    om een bankroet denkbaar te achten,

    terwijl het vandaag voor elke lidstaat

    mogelijk zou moeten zijn om te onder-

    zoeken of een bank in moeilijkhedenhet waard is om gered te worden met

    andere woorden het nut ervan op de

    markt te beoordelen zonder daarom

    een systeemcrisis te veroorzaken.

    CHS

    (*) Bruno Colmant en Axel Miller, Le

    Capitalisme daprs, Ed. De Boeck &

    Larcier, 2010.

    Neelie Kroes stond toe om beslis-singen te nemen zonder de zwareprocedure van het college van com-missarissen te doorlopen Jacques Derenne

    Staatssteun aan de financile sector: de wals der triljoenen

    Het is steeds goed demarktwerking te bewaken, zekerin crisissituaties Peter LEcluse

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    10/1237JANUARI 2011

    OPENERConcurrentierecht

    nen de fusie verbieden of goedkeuren. Of een voorwaarde

    stellen. Zo werd Belgacom in 2008 toen het Scarlet wou over-

    nemen, verplicht om het Scarlet-netwerk te verkopen. Sinds

    de wijziging in 2005 moeten concentraties worden aange-

    meld waarbij minstens 2 bedrijven zijn betrokken, elk met

    een omzet van 40 miljoen euro en samen minstens 100 mil-

    joen euro. Die concentratiecontrole is interessant, vindt

    Hardcore kartels zijn absolutetopprioriteitSinds een jaar of vijf laten ook de Belgische autoriteiten steeds meer van zich horen. Het stoffi-ge dossiervretersimago van zich afgooiend, gaan de autoriteiten steeds vaker op pad om actiefonderzoek te doen. Zo viel het Auditoraat onlangs alweer (!) binnen bij Belgacom en ook defreight handling bedrijven op de luchthaven kregen bezoek. Klachten en verzoeken tot clemen-

    tie liggen voorlopig bijna altijd aan de basis. Aan ambitie om zelf proactief marktscreenings tedoen ontbreekt het niet, aan mankracht nog steeds.

    Actief mededingingsbeleid krijgt ook in Belgi vorm

    In 2008 stelde de Raad voor de Mededinging niet minder

    dan 5 kartelinbreuken vast. In 2009 was er slechts n veroor-

    deling, namelijk de spraakmakende Belgacomzaak waar het

    ging over een misbruik van machtspositie en er liefst 66,3 mil-

    joen euro boete werd opgelegd, en in 2010 staat de teller

    begin december op 3 veroordelingen. Je zou er zowaar een

    cyclus in durven herkennen. Bert Stulens, auditeur-generaal

    en daarmee hoofd van de onderzoeksequipe van de Belgische

    mededingingsautoriteit, bevestigt: Dat komt omdat zononderzoek vaak enkele jaren in beslag neemt, en dat heeft

    dan weer tot gevolg dat de raad in n jaar substantieel veel

    veroordelingsbeslissingen neemt, en het jaar daarna bijna

    geen. Een technische zaak dus, of zou er ook een conjunctu-

    rele grondslag zijn? Er bestaat alvast een theorie. Er werd

    wetenschappelijk aangetoond dat periodes van crisis een

    goede voedingsbodem bieden voor ondernemingen om

    prijsafspraken te maken. Stulens acht het in de concrete

    Belgische gevallen echter niet bewezen dat er een duide-

    lijke link is tussen crisis en aantal cases.

    Voor alle duidelijkheid hebben we het hier over veroorde-

    lingsbeslissingen. In veel meer dossiers wordt er na onder-zoek besloten dat er geen inbreuken zijn gebeurd, of dat er

    niet genoeg bewijzen zijn. In sommige gevallen beslissen

    de autoriteiten tot voorlopige maatregelen, tot de zaak

    helemaal wordt afgerond. Zo werd diamantgroep De Beers

    recent veroordeeld om diamanten te leveren aan de

    Antwerpse diamantair Spira. Spira viel uit de boot toen De

    Beers zijn distributiesysteem wijzigde. Misbruik van machtspo-

    sitie, aldus Spira, die prompt klacht neerlegde en aldus zijn

    leveringen veilig stelde tot de definitieve uitspraak valt.

    Maar waar zijn de concentratiesgebleven?

    Bedrijven die willen fuseren of een aqui-

    sitie doen, moeten dat als ze bepaalde

    drempels overschrijden ook melden

    aan de Belgische autoriteiten. Die kun-

    In sommige landen worden kartelinbreuken ook straf -rechtelijk gesanctioneerd. In Belgi is dat voorlopigniet het geval. Stefaan Raes, voorzitter van de Raad

    voor de Mededinging: Het is goed dat dat voorlo-

    pig niet zo is. Het is best dat er eerst een sterk

    publiek handhavingsbeleid komt door de mededin-

    gingsautoriteit vooraleer men naar strafsancties en

    dan vooral naar gevangenisstraffen grijpt. In Belgilijkt het waarschijnlijker dat men zou denken aan het

    opleggen van administratieve geldboetes aan natuur-

    lijke personen, met name de bestuurders en direc-

    teurs van de ondernemingen die een inbreuk hebben begaan. En

    dat is nog niet alles. Ook ideen over collectieve vorderingen zou-

    den in deze context een extra bedreiging voor bedrijven kunnen

    betekenen. Ik denk wel dat die er komen, zegt Raes. Op EU-vlak

    is men vast van plan daar uniforme regels voor alle lidstaten over

    uit te werken, en ik voel ook op Belgisch niveau een wil om die col-

    lectieve vordering in te voeren voor alle inbreuken waar er zoge-

    naamde splinterschade is. Inbreuken op het mededingingsrecht zijn

    daar niet het enige, maar wel een typisch voorbeeld van. En dan is

    het wel oppassen geblazen voor bedrijven, want als ze naast de

    hoge boetes ook geconfronteerd worden met fikse schadevergoe-

    dingen aan de slachtoffers, dan kunnen de bedragen nog fors

    oplopen tegenover wat we vandaag zien.

    SBR

    Morgen ook gevangenis-straffen?

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    11/12

    OPENER Concurrentierecht

    38 JANUARI 2011

    effect op de welvaart en op de consument. Je mag boven-

    dien niet vergeten dat ook bedrijven vaak slachtoffer zijn

    van kartelafspraken in de B-to-B-sfeer. Prijsafspraken ontne-men voorts de motivatie om te innoveren, en zijn dus op

    lange termijn ook nefast voor de kartelbedrijven zelf. Hard-

    core kartels zijn voor ons een absolute topprioriteit, al moet

    ik eerlijkheidshalve toevoegen dat in tegenstelling tot de

    Europese Commissie de meeste nationale mededingings-

    Stefaan Raes, voorzitter van de Raad voor de Mededin-

    ging, zelfs al keuren we de meeste voorstellen goed. Zo

    worden we immers ingelicht over bewegingen op de

    markt. Al verdwijnt er sinds de verhoging van de drempels

    in 2005 nogal wat onder de radar. Een marktspeler die ach-

    tereenvolgens kleine acquisities verricht, maar telkens

    onder de aanmeldingsdrempel blijft, kunnen de autoritei-

    ten bv. moeilijk traceren, ook al bouwt dat bedrijf een

    machtspositie op. Toch is Raes niet ontevreden. Door te

    lage aanmeldingsdrempels vroeger wa-

    ren we de hele tijd met con centratiecon-

    trole bezig. Sinds de wijziging hebben

    we tenminste tijd om restrictieve mede-

    dingingspraktijken aan te pakken, met

    name kartels en misbruiken van machts-positie. En dat is een hele positieve evo-

    lutie.

    Het is een kwestie van optimaliseren van

    de beschikbare middelen, met andere

    woorden. Want het antikartelbeleid be-

    hoort vandaag tot de topprioriteiten van

    praktisch alle mededingingsautoriteiten, ook van de Bel-

    gische. Stulens: Wanneer de efficinte marktwerking bui-

    tenspel wordt gezet, heeft dat een onmiddellijk negatief

    2010 in een oogopslagWat onthouden we uiteindelijk van een jaar antitrusttoezicht in Belgi? Enkele huiszoekingen, de veroordeling zonder financile sanc-

    tie van een beroepsorganisatie, boetes voor meerdere radiatorfabrikanten, voorlopige sancties voor de nummer n uit de diamant-

    wereld ... en een groot aantal klasseringen zonder gevolg door het Auditoraat bij de Raad voor de Mededinging, omdat de termijnen

    voor verjaring zijn bereikt.

    Januari: Het Auditoraat stelt gecordineerde prijsverhogingen vast

    in de sector van de voedingswaren die via de grootdistributie wor-

    den verkocht.

    Maart: De Raad voor de Mededinging keurt de overname van KPN

    Belgium Business NV door Mobistar NV voorwaardelijk goed.

    April: Het Auditoraat vermoedt overeenkomsten en/of onderling

    afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van cement en stort-

    klaar beton, in het bijzonder gemalen hoogovenslakken.

    Mei: De Raad legt boetes (3,5 miljoen euro) op voor een kartel in

    de sector van de radiatoren.

    Juni: Huiszoekingen bij verschillende ondernemingen in de sector

    van de luchtvrachtafhandeling bij de luchthaven Brussel Nationaal.

    Overeenkomsten en/of onderling afgestemde feitelijke gedragin-

    gen in de sector van de BSE-testen, aldus het Auditoraat.

    Augustus: De Raad veroordeelt het Beroepsinstituut van

    Vastgoedmakelaars voor het opstellen en verspreiden van aanbe-

    Je mag bovendien niet vergeten datook bedrijven vaak slachtoffer zijn vankartelafspraken in de B-to-B-sfeer

    Bert Stulens

  • 8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010

    12/12

    OPENERConcurrentierecht

    Zo droomt Stulens van proactieve sectoronderzoeken, maar

    hij mist mankracht. Als het Auditoraat de komende jaren 5

    6 inbreuken per jaar aan de Raad voor de Mededinging

    kan overmaken, spreekt het van een goed resultaat. Vijf of

    zes, dat is wellicht slechts het topje van de ijsberg, al is de

    situatie op het terrein moeilijk exact in te schatten.

    Maar of dat Belgische bedrijven nu mag doen besluiten dat

    vervolging weinig waarschijnlijk is, lijkt toch voorbarig. Het

    Auditoraat slaagde er in 2010 toch in een 8-tal dossiers neer

    te leggen en laat naar eigen zeggen geen serieus signaal

    uit de markt ongemoeid. Net zoals op Europees niveau,

    wordt de Belgische autoriteiten vaak de weg getoond door

    een klacht. Maar in 80% van de dossiers over kartels deed

    een deelnemer aan het kartel een beroep op het clemen-

    tieprogramma waarbij het in ruil voor de biecht, vrijstelling

    van boete krijgt. Die boetes staan trouwens altijd in ver-

    houding met de omzet. Het is dus niet omdat de Belgische

    boetes lager uitvallen dan de Europese, dat ze minderzwaar vallen. Het gaat gewoonweg om bedrijven met lage-

    re omzetcijfers.

    Sofie Brutsaert

    autoriteiten nog vaak wor-

    den geconfronteerd met

    misbruik van dominante

    machtspositie. De liberali-

    satie van bepaalde secto-

    ren die uit een monopolie-

    positie komen, verloopt

    niet altijd even vlot. Diezaken hebben relatief vaak

    betrekking op energie en

    telecommunicatie. En zijn

    bovendien een pak moei-

    lijker te bewijzen. Want

    precieze regels over wat

    misbruik van machtsposi-

    tie nu precies inhoudt, zijn

    er immers niet.

    Op kruissnelheid?Zijn onze Belgische autoriteiten daarmee op kruissnelheid

    gekomen? Wellicht nog niet. Stulens: Er is substantilevooruitgang geboekt tegenover het verleden, maar niet in

    die mate dat we vandaag kunnen spreken van een efficint

    werkende machine. Men klaagt er vooral over dat de mid-

    delen die de autoriteiten toegekend krijgen niet in verhou-

    ding staan met de bevoegdheden waarover ze beschikken.

    volen minimumbaremas.

    September: De Raad verwerpt twee beroepen tegen sepotbeslis-

    singen van het Auditoraat in de sector van de distributie van Franse

    boeken in Belgi.

    Oktober: Huiszoekingen op de zetel bij Belgacom, dat door andere

    operatoren wordt verdacht van obstructiepraktijken in de groot-

    handelsdiensten voor DSL.

    November: De Raad spreekt zich uit over het voortbestaan van de

    voorwaarden voor Telenet inzake de live uitzending van de

    Belgische voetbalcompetitie.

    December: De Raad beslist dat De Beers, de grootste diamantpro-

    ducent ter wereld, moet blijven leveren aan de Antwerpse firmaSpira. De zaak moet nog ten gronde worden bekeken.

    Johan Ysewyn, advocaat bij het kantoor Linklaters en docent bij de

    Brussels School of Competition, wijst op de duidelijke wil van de

    Raad voor de Mededinging om zijn toezicht toe te spitsen op de

    sectoren die de eindconsument in het bijzonder raken. Deze trend

    werd duidelijk gellustreerd door verschillende zaken waar interieur-

    architecten, autorijscholen en bakkers bij betrokken waren en werd

    in mei van dit jaar bevestigd in de zaak van de radiatorfabrikanten.

    Deze trend zal vermoedelijk de volgende maanden worden voort-

    gezet via beslissingen in zaken met onder meer spelers uit de

    grootdistributie, de chocoladesector en drogisterijartikelen.

    We zien duidelijk een evolutie in de beslissingspraktijk van de

    Belgische mededingingsautoriteiten. We kunnen enkel verheugd

    zijn met de toenemende kwaliteit van de beslissingen omdat deze

    bijdraagt tot een grotere juridische zekerheid. We hopen dat op

    termijn de zaken ook sneller zullen worden behandeld, iets watvoor onze bedrijven cruciaal is, besluit Johan Ysewyn.

    CHS en PS

    Als het Auditoraat de komendejaren 5 6 inbreuken per jaar aande Raad voor de Mededingingkan overmaken, spreekt het vaneen goed resultaat. Vijf of zes isechter wellicht slechts het topjevan de ijsberg.

    In tegenstelling tot de Commissieworden de meeste nationale mededingings-autoriteiten nog vaak geconfronteerd metmisbruik van dominante machtspositie