In 1806 de 1 ste nationale schoolwet -openbare scholen -uitgaan van algemene, christelijke waarden...

28
De 3 grote kwesties

Transcript of In 1806 de 1 ste nationale schoolwet -openbare scholen -uitgaan van algemene, christelijke waarden...

  • Dia 1
  • Dia 2
  • In 1806 de 1 ste nationale schoolwet -openbare scholen -uitgaan van algemene, christelijke waarden Katholieken en protestanten wilden hun eigen scholen. Pas in 1848 vrijheid van onderwijs In 1857 een nieuwe schoolwet -ontstaan van bijzonder onderwijs -niet gesubsidieerd door de overheid
  • Dia 3
  • Confessionelen voor subsidiring -we betalen al voor de openbare school -alleen kinderen van rijken kunnen zo naar de bijzondere scholen Liberalen tegen -er is al goed openbaar onderwijs -godsdienst is een privzaak Socialisten tegen -anti- godsdienst (opium van het volk)
  • Dia 4
  • In 1878 nieuwe schoolwet onderwijs werd duurder (hogere eisen) Begin van confessionele samenwerking (volkspetitionnement=handtekeningen actie) Strijd gewonnen in 1917 Financile gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs
  • Dia 5
  • Er was censuskiesrecht Oud liberalen tegen uitbreiding: gewone volk is dom (moet eerst opgevoed worden ) Katholieken en protestanten wel voor uitbreiding, maar niet voor algemeen kiesrecht: huismannenkiesrecht (alleen de vader als hoofd van het gezin)
  • Dia 6
  • Socialisten voor algemeen kiesrecht: hun aanhang zat onder de armen Jong liberalen ook voor: bij optimale ontplooiing hoort politieke Invloed In de loop van de 19 de eeuw neemt het aantal kiezers toe -door welvaartsstijging -verlaging census (invloed voorstanders uitbreiding) -ontwikkelingen in het buitenland
  • Dia 7
  • In 1887 grondwetswijziging Caoutchoucartikel -tekenen van kennelijke geschiktheid -maatschappelijke welstand Vage criteria Aantal kiezers van 12% naar 26% In 1896 werkt de kieswet Van Houten het Caoutchoucartikel uit -belastingkiezers -huurkiezers
  • Dia 8
  • -spaarkiezers -loonkiezers -examenkiezers aantal kiezers naar 48% In 1911 grote demonstratie voor algemeen kiesrecht (300.000 handtekeningen) In 1913 mag al 68% stemmen In 1917 grondwetswijziging de Pacificatie (onder invloed van WO I)
  • Dia 9
  • -confessionelen laten hun bezwaar tegen algemeen kiesrecht varen om financile gelijkstelling te bereiken -socialisten en jong liberalen laten hun bezwaar tegen financile gelijkstelling varen om het algemeen kiesrecht binnen te halen In de grondwet stond -algemeen kiesrecht voor mannen vanaf 23 (actief en passief)
  • Dia 10
  • -passief kiesrecht voor vrouwen Suze Groeneweg 1 ste vrouwelijke kamerlid (SDAP) -het districtenstelsel werd vervangen door het systeem van de evenredige vertegen- woordiging 3.6 In 1919 kregen de vrouwen ook actief kiesrecht
  • Dia 11
  • Verkiezingen van 1918 -winst voor SDAP (minder dan gehoopt confessionele arbeiders stemmen confessioneel) -verlies voor de liberalen politieke rol uitgespeeld -confessionelen de meerderheid
  • Dia 12
  • Houding tov armoedevraagstuk Oud liberalen geen overheidingrijpen -pech/het lot -eigen schuld -onvermijdelijk verschijnsel van de conjunctuur Confessionelen geen overheidsingrijpen -armen moeten berusten in hun lot (Gods wil straf/beproeving ) -taak van de kerkelijke armenzorg (naastenliefde)
  • Dia 13
  • -werkgever moet als vader voor zijn arbeiders zorgen Socialisten overheidsingrijpen -overheid moet voor sociale rechtvaardig- heid zorgen (arbeiders te zwak) Jong liberalen overheidsingrijpen -bij optimale ontplooiing hoort voor je zelf kunnen zorgen
  • Dia 14
  • In 1854 kwam de 1 ste landelijke Armenwet -alleen de allerergste gevallen -steun in goederen, niet in geld In 1870 ontstond het Comit ter bespreking van de Sociale Kwestie Kinderwetje van Van Houten (1873) -geen kinderarbeid onder 11 jaar -gold alleen voor fabrieken Enerzijds -geen controle slecht nageleefd
  • Dia 15
  • Anderzijds -1 ste keer dat de overheid ingrijpt In 1886 politieke enqute naar werking kinderwetje In 1889 1 ste Arbeidswet -kinderen tussen 11 en 16 mogen maximaal 11 uur werken -geen nachtarbeid voor vrouwen en kinderen (ook niet in het weekend) -Arbeidsinspectie controleert
  • Dia 16
  • Dit zijn geen sociale wetten (geen uitkering) In 1901 Ongevallenwet (1 ste sociale verze- keringswet) -uitkering bij ongeval -premie door werkgever en werknemer Reeks voorstellen van Talma (ARP) -ziekteverzekering -ouderdomsverzekering -invaliditeitsverzekering Door WO I niet uitgevoerd
  • Dia 17
  • In 1918 mislukte revolutiepoging van Troelstra (onder invloed van revoluties in Rusland en Duitsland) Gevolgen -Troelstra afgezet als leider SDAP -socialisten in isolement (staatsgevaarlijk) -tegenvallende verkiezingsuitslagen Pas in 1937 lieten de socialisten hun radicale ideen varen 1939 2 socialisten in de regering
  • Dia 18
  • In 1919 -nieuwe Arbeidswet (8 urige werdag/40 urige werkweek) -Invaliditeitsverzekering -Ouderdomsverzekering Deze wetten moesten de socialisten de wind uit de zeilen nemen.
  • Dia 19
  • Dia 20
  • Dia 21
  • Dia 22
  • Dia 23
  • Uitslag Tweede Kamerverkiezingen 1918 Partij % 1918 19171918 verschil zetels RK30,02530+5 SDAP22,01522+7 ARP13,41113+2 CHU6,5107-3 * Liberale Unie 6,2216-15 VDB5,385-3 Vrije Liberalen 3,8104-6 EB3,1-3+3 SDP-2+2 Plattelan dersbon d -1+1 Neutrale Partij -1+1 Middenst andsparti j -1+1 CDP-1+1 CSP-1+1 BCS-1+1 SP-1+1 VDW-1+1 Totaal100
  • Dia 24
  • Dia 25
  • Dia 26
  • Talma's uitkering van de zogenaamde 'ouderdomsrente' aan pensioengerechtigde 70-jarige arbeiders begon in 1913 en was een minimale, maar vaste staatsbijdrage die de eerste collectieve oudedagsvoorziening in Nederland realiseerde. Het was bedoeld als een tijdelijke overgangsregeling naar een individuele verzekeringswet. De 'trekkers van Talma' vanaf 1913, in 1919 door de katholieke minister Aalberse uitgebreid tot minvermogende niet-arbeiders, werden voorlopers van de naoorlogse AOW-trekkers van de sociaaldemocratische ministers Drees en Suurhoff. Ondanks het parlementair akkoord met de Talma-verzekeringswetten in 1913, gebeurde de daadwerkelijke invoering van de sociale verzekeringen pas jaren later. De Invaliditeits- en Ouderdomswet werd in 1919 ingevoerd door de katholieke minister Aalberse en werd in 1957 opgevolgd door de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de Arbeidsongeschiktheidswet in 1967. Talma's Ziektewet met een verplichte verzekering van werkgevers en werknemers voor het ziekengeld van werknemers kwam pas in 1930. Nationale wetgeving voor verplichte verzekering tegen geneeskundige kosten bij ziekte voor lagere inkomensgroepen, door Talma in 1913 gescheiden van de arbeidersziekteverzekering, werd pas in 1941 een feit door het Ziekenfondsbesluit van de Duitse bezetter.
  • Dia 27
  • Dia 28