Programmaraad

samenvoordeklantml

l Onderwerp: Format plan van aanpak jeugdwerkloosheidDatum: 23 mei 2013

Impuls Aanpak jeugdwerkloosheid in de arbeidsmarktregio

Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2014Arbeidsmarktregio Midden-Holland

Naam penvoerende organisatie:

Naam JWL-coördinator:

E-maih

Telefoonnummer:

Gemeente Gouda

Ben Heinrichs

ben.heinrichs@gouda.nl

0643462910

Samenwerkingspartners in de arbeidsmarktregio (gemeenten, UWV, Sociale Werkvoorziening, onderwijsveld,private partijen, sectoren, etc.)Toelichting: vul hier de namen in van de samenwerkingspartners namens wie het plan van aanpak wordt ingediend.

Gemeenten Gouda, Zuidplas, Waddinxveen, Bodegraven-Reeuwijk, Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk,Schoonhoven en Vlist i.o.m. Uwv, RMC, SBB, ID-college, RPA en Promen (regionaal WSW-bedrijf)

Looptijd van aanpak: Aanvang: juli 2013

Afronding: december 2014

N.B. Indien uw regio reeds een plan van aanpak heeft opgesteld, verzoeken wij u in het format te verwijzen naar dedesbetreffende hoofdstukken.

«-ÿÿ- - ÿ ÿ,'.

Samen vernieuwen we de dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden

Programmaraad

samenvooYdeklant.nl

1. Aanleiding1.1 Situatieschets jeugdwerkloosheid en probleemstelling in uw arbeidsmarktregio (a,d.h.v.

arbeidsmarktanalyse)

Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2014 Pagina 2 van 11

Programmaraad

samenvoordeklantml

De gemeenten van de regio Midden-Holland hebben met behulp van het Actieplan Jeugdwerkloosheid 2009-2011 dejeugdwerkloosheid in de regio succesvol bestreden. Dit heeft eind 2011 geleid tot een daling van dejeugdwerkloosheid van 9 % binnen de regio ten opzichte van eind 2009. Hiermee had de regio de laagstejeugdwerkloosheid van Nederland. In 2012 heeft hierin echter een kentering plaatsgevonden als gevolg van deverslechterende economische ontwikkelingen.Het niveau van de werkloosheid is in de regio, ook voor jongeren, is desondanks op dit moment lager dan hetlandelijk gemiddelde. Ook op korte en middellange termijn zijn de perspectieven op de regionale arbeidsmarktvolgens de recente arbeidsmarktprognose 2013-2018 van het UVVV WERKbedrijf beter dan het landelijk gemiddelde.

Kwantitatieve gegevens jeugdwerkloosheidIn april 2013 stonden in de regio Midden-Holland 1064 jongeren in de leeftijd van 15-27 jaar als niet-werkendewerkzoekende ingeschreven (zie tabel 1 voor een specificatie per gemeente). Dit is een verdubbeling ten opzichtevan dezelfde periode in 2012 (532 jongeren) en een relatief grote stijging ten opzichte van de rest van Nederland.

Ongeveer éénderde van deze jongeren is langer dan zes maanden werkzoekendend.

Tabel 1 Aantal niet-werkende werkzoekenden Regio Midden-Holland in de leeftijd van 15-27 jaar per gemeente inapril 2013 (Bron: Uwv Basisset regionale arbeidsmarktinformatie april 2013)

Gemeentein de leeftijd van 15-27jaarBergambacht 36Nederlek 55Ouderkerk 17Schoonhoven 52Vlist 23Bodegraven-ReeuwijkGouda 497Zuidplas 188Waddinxveen 97Totaal 1064

Aantal niet-werkende werkzoekenden

99

Analyse werkzoekendenDe (langdurige en elkaar opvolgende) recessies zijn de oorzaak van de flink oplopende werkloosheid, ook bijjongeren. Uit een analyse van de cijfers blijkt op hoofdlijnen dat met betrekking tot jeugdwerkloosheid in de regioMidden-Holland, ten opzichte van een jaar geleden:• Het aantal langdurig werklozen (langer dan een half jaar) flink is toegenomen (+_ 110 %);• Het aantal hoger opgeleiden werklozen relatief flink is gestegen (meer dan een verdubbeling).• Het aantal werkloze jongeren zonder starEkwalificatie relatief gezien het minste is gestegen. Wel betreft hetruim de helft van alle werkzoekende jongeren.• Met name werkzoekenden voor de elementaire en lagere beroepen sterk vertegenwoordigd zijn (meer dan60 %).• Werkzoekenden met name ingeschreven staan voor beroepen in de techniek en industrie, verzorging endienstverlening en transport.

Analyse werkgelegenheidsperspectieven en stages/leerwerkbanen voor jongerenHet aantal leerbedrijven is de afgelopen tijd, ondanks de moeilijke omstandigheden voor veel bedrijven, stabielgebleven. Tegenover een daling van het aantal leerwerkbanen stond in 2012 een stijging van het aantalstageplaatsen. Het aantal stageplaatsen en leerwerkbanen in de regio is, op een enkele uitzondering na, toereikendvolgens de laatste inzichten van de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB 'Basiscijfers jeugd'februari 2013).

De kansen voor stages en leerwerkbanen verschillen echter flink per branche. In de regio Midden-Holland zijn dezerelatief:• Slecht in de sectoren Zorg, Welzijn, Mode, Dierverzorging, Bouw & Infra, Artiesten en Theater enEvenementen.• Goed in de sectoren Groothandel, Voedingsindustrie, Gezondheidstechniek, Reclame en presentatie,Schoonmaak en glazenwassen, Laboratoria, Horeca, Reizen, Recreatie, Facilitaire dienstverlening enVersdetailhandel en industrie.

Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2014 Pagina 3 van 11

Programmaraad

samenvoordeldant.nl

Het aantal vacatures verschilt per beroepsniveau. Per niveau zijn in de volgende sectoren de meeste vacaturesbeschikbaar:• Elementaire beroepen: Technisch en industrie.• Lagere beroepen: Agrarisch, Technisch en industrie en Transport.• Middelbare beroepen: Economisch administratief en Technisch en industrie, Verzorgende endienstverlenend.• Hogere en wetenschappelijke beroepen: Economisch administratief, Informatica en Technisch en industrie.

Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2014 Pagina 4 van 11

Programmaraad

samenvooYdeklant.nl I

1.2 Wat streeft u na met deze aanpak (doelstelling van het project SMART geformuleerd)Toelichting: neem bij de formulering van uw doelstelling mee op welke werkloze jongeren uw aanpak zich richt(wwb'ers, ww'ers, niet-uitkeringsgerechtigden)

Doelstelling(kwalitatief enkwantitatief):

De omvang van het budget ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid is voor dearbeidsmarktregio Midden-Holland dermate bescheiden dat dit geen alomvattend antwoordkan bieden op de uitdaging waar de samenwerkende partners in de regio voor staan.Het voorstel van de arbeidsmarktregio Midden-Holland is daarom om het 'actieplan' tebeschouwen als een specifieke in plaats van generieke impuls ter bestrijding van dejeugdwerkloosheid en dit nadrukkelijk als een additionele inspanning te zien ten opzichtevan de reguliere werkzaamheden ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid die in de regioverricht (blijven) worden. Tegelijkertijd hoopt Midden-Holland hiermee te voorkomen dathet beperkte budget versnipperd raakt over een te grote doelgroep of over teveelinitiatieven, waardoor de projectkosten een relatief groot beroep gaan doen op hetbeschikbare budget.

De arbeidsmarktregio heeft zich bij de selectie van een specifieke impuls door een aantaloverwegingen laten leiden.

Een eerste overweging is dat zelfs in de huidige arbeidsmarktsituatie veel jongeren slechtskorte tijd werkzoekend zijn. De in- en uitstroom van jongeren als werkzoekende bij UWVWERKbedrijf ligt twee keer zo hoog als onder andere werkzoekenden. Het merendeel vande werkzoekende jongeren is slechts enkele maanden ingeschreven.Tegelijkertijd is voorspelbaar (en uit recente arbeidsmarktcijfers af te leiden) dat bij hetaanhouden van de crisis een geleidelijke verschuiving optreedt van kortdurende naarlanger durende werkloosheid onder jongeren. Een deel van deze jongeren raakt daardoorniet alleen langdurig werkloos, maar ook nog langdurig afhankelijk van een uitkering.Dit heeft de arbeidsmarktregio Midden-Holland tot de keuze gebracht om bovenop dereguliere werkzaamheden, en met behulp van de tijdelijke subsidie vanuit de rijksoverheid,een extra ínspanning te plegen om langdurige werkloosheid (langer dan zes maanden), incombinatie met langdurige uitkeringsafhankelijkheid (langer dan zes maanden), tegen tegaan. Hiermee willen de samenwerkende partners in de regio voorkomen dat, zoals ookdreigde in het begin van de jaren tachtig, een nieuwe 'verloren generatie' ontstaat. Ookwordt zo voorkomen dat jongeren aan het begin van hun werkzame leven gewend rakenaan uitkeringsafhankelijkheid.

In de regio Midden-Holland zal de aanpak bestrijding jeugdwerkloosheid daarom bijjongeren liggen die langer dan een half jaar niet werkend werkzoekende zijn en langer danzes maanden uitkeringsafhankelijk. Een kenmerk van deze doelgroep is dat zij veelal eenafstand tot de arbeidsmarkt hebben en het niet op eigen kracht redden.De doelgroep voor de specifieke impuls die de arbeidsmarktregio Midden-Holland wilgeven is eenvoudig te definiëren maar is moeilijk te kwantificeren. Wie drie maandenbijstandsafhankelijk is, kan toch (na een eerdere WW-uitkering) al langer dan zesmaanden werkzoekend zijn. Dit gegeven blijkt niet eenvoudig te genereren. Het zou echterook een incompleet beeld van de doelgroep opleveren omdat het een standcijfer betreft engeen stroomcijfer. Ongetwijfeld zal - helaas - een deel van de doelgroep die nu nog korterdan zes maanden werkloos is de komende tijd werkloos blijven en daardoor- op een latermoment - tot de doelgroep van de impuls gaan behoren.

Op basis van de SBB-cijfers over 2012 is vast te stellen dat de grootste procentuelestijging van de jeugdwerkloosheid vorig jaar de doelgroep was die langer dan zes en korterdan 12 maanden werk zocht. Zonder de specifieke actie die Midden-Holland nu beoogt zalde langdurige werkloosheid onder jongeren (langer dan 12 maanden werkloos)ongetwijfeld fors gaan toenemen. De ambitie van de regio is om dit zoveel mogelijk tevoorkomen.

De focus zal vooralsnog liggen op het toeleiden van jongeren naar kansrijke sectoren zoalsde techniek, facilitaire dienstveriening, groothandel, transport en agrarisch.

Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2014 Pagina 5 van 11

Programmaraad

samenvooÿdeklant.nl

1.3 Verwachte resultaten of effecten

1.

2,

3.

115 jongeren die langer dan een half jaar uitkeringsafhankelijk en werkzoekend (NWW) zijn plaatsen op eenbaan (reguliere baan of leerwerkbaan), een stap op de participatieladder laten zetten en/of terug naar schoolleiden.De bestaande en voorziene stijging van het aantal langdurig werkzoekende jongeren met een uitkering zoveelmogelijk beperken.

4.

1.4 Afbakening (wat hoort niet dit project)

Alle reguliere activiteiten met betrekking tot jeugdwerkloosheid vallen niet onder dit project. Het gaat immers om eenspecifieke impuls voor een weinig kansrijke doelgroep.

De formele afbakening van de doelgroep betekent dat jongeren zonder uitkering wel onder de reguliere aanpakjeugdwerkloosheid vallen maar niet tot de doelgroep van deze specifieke impuls behoren, evenalsuitkeringsafhankelijke jongeren die korter dan zes maanden als werkzoekend staan ingeschreven.

1.5 Randvoorwaarden

Maximale inzet van het beschikbare budget voor de doelgroep en zo min mogelijk projectkosten;Maximale focus op één goed afgebakende doelgroep;Maximaal inzichtelijk maken wat additioneel is aan de inspanningen ten opzichte van het reguliere beleid;Flexibiliteit in de opzet, in overleg met de Programmaraad, indien nieuwe ontwikkelingen zoals rondom ESF

en sectorinitiatieven daarom vragen.

Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2014 Pagina 6 van 11

Programmaraad!

samenvooÿdeklant.nl I

1.6 Kunt u de relatie met andere projecten en/of initiatieven in uw arbeidsmarktregio aangeven enbeschrijven?

Toelichting: Denk hierbu" ook aan de sectorale aanpak.

Binnen de regio Midden-Holland wordt het Actieplan Jeugdwerkloosheid gezien als een impuls om het 'sluitstuk' vaneen lange keren te verbeteren. De reguliere inspanningen op dit vlak zijn in de regio tastbaar, al blijft verdereverbetering altijd het streven. Er wordt aangesloten aan reeds vastgestelde visies, beleidsuitgangspunten enprogramma's (zie bijlage 2 voor een uitgebreide toelichting). Op hoofdlijnen worden deze hieronder beschreven.Alle reguliere inspanningen zijn gericht op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, op het behalen van eenstartkwalificatie voor de arbeidsmarkt, op het kiezen van opleidingen met arbeidsmarktperspectief, op het realiserenvan voldoende plaatsen voor stages en leerwerkbanen, op snelle bemiddeling van jongeren naar de arbeidsmarkt (aldan niet in samenwerking met uitzendbureaus), op maximale benutting van de scholingsplicht voor jongeren in debijstand en op het maximaal aanspreken van uitkeringsafhankelijke jongeren op hun verplichting om alles in het werkte stellen om zelfstandig in het eigen bestaan te voorzien.

Sociaal Domein Midden-HollandRegionaal worden de nieuwe beleidsontwikkelingen in het kader van de drie decentralisaties integraal aan elkaarverbonden. Het bestrijden van jeugdwerkloosheid sluit aan bij de visie en de te ontwikkelen beleidskaders. In ditkader wordt een gemeenschappelijke koers gevolgd.

3-0Regionale samenwerking en 3-0, de 'Intentieverklaring (Samen)werking in de regio Midden- Holland' en eenwerkprogramma 3-0 2012-2013.

Werkgeversservicepunt Midden-Holland en LeerwerkloketHet Werkgeversservicepunt en het Leerwerkloket vervullen een ondersteunde rol bij de aansluiting van jongeren metonderwijs en de arbeidsmarkt. Op basis van een arbeidsmarktanalyse wordt door het WSP een marktbewerkingsplanopgesteld. De basis hiervoor zijn de knelpunten en kansen zoals die aanwezig zijn binnen het onderwijs en bij destichting SBB. Dit marktbewerkingsplan is de basis voor zowel de reguliere bestrijding van de jeugdwerkloosheid alshet voorkomen van langdurige werkloosheid en langdurige uitkeringsafhankelijkheid onder jongeren.

SectorarrangementenHet kabinet en sociale partners zijn nieuwe sectorale impulsen overeengekomen (die op dit moment nog niet bekendzijn op regionaal niveau) om de werkloosheid te bestrijden.Diverse sectoren hebben reeds brancheafspraken gemaakt met de A&O- en/of O&O-fondsen met als doel hetbevorderen van nieuwe stage- en leerwerkbanen en het ondersteunen van bestaande plekken. De kenniscentra vandeze sectoren geven hier, samen met andere brancheorganisaties, uitvoering aan. Ook hier zal binnen dearbeidsmarktregio verbinding worden gezocht en bezien worden hoe bestrijding van de jeugdwerkloosheid (en ookterugdringing van langdurige jeugdwerkloosheid) een plaats kan krijgen in de sectorale aanpak.

Gemeentelijk beleid algemeenDe maatregelen die opgenomen zijn in gemeentelijke beleidsplannen en adviezen zijn leidraad voor de acties in ditplan (scholingsplicht, aanscherping WWB met zoektermijn van 4 weken, Wet Passend Onderwijs, Wet Kwaliteit VSO,adviezen van het RMC, enz.).

Participatiewet en VSO/PROAls gevolg van het sociaal akkoord is er eveneens veel onduidelijkheid over de toekomstige positie van jongeren meteen arbeidsbeperking. Vanaf 1 januari 2015 is de verwachting dat de Participatiewet van kracht wordt (deverwachting is dat jongeren vanuit het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en Praktijkscholen (PRO) niet ofnauwelijks meer zullen uitstromen naar de WSW en/of Wajong). Hiermee neemt de noodzaak toe om jongeren vanhet VSO en PRO zoveel mogelijk naar ander werk toe te leiden. Voor deze groep jongeren die vanwege eenhandicap te kampen hebben met functiebeperkingen is het vaak niet mogelijk om zonder ondersteuning op dearbeidsmarkt actief te zijn. Afhankelijk van de vormgeving van de toekomstige Participatiewet en de parlementairebesluitvorming zal in de loop van 2014 geanticipeerd worden op de (waarschijnlijk) geleidelijke overdracht vanverantwoordelijkheid voor inkomen en werk van een deel van deze jongeren van UWV WERKbedrijf naargemeenten. Hierbij wordt (ook in relatie tot de nieuwe ESF-periode) de positie van het voortgezet speciaal onderwijsen de praktijkscholen betrokken.

Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2014 Pagina 7 van 11

Programmaraad

samenvoordeklant.nl

1.7 Is bij de regionale plannen het onderwijs nadrukkelijk aangehaakt?Toelichting: Denk hierbij bijvoorbeeld aan aanbodstages en leerpaden, aanpak tekorten/aansluiten bij leerbanenoffensief en School-ex 2. O.

Bestrijding jeugdwerkloosheid en het RMC/VSVHet aantal voortijdig schoolverlaters is in de regio Midden-Holland de laatste jaren, ieder jaar opnieuw, substantieel(en met bijna 30 procent in zes jaar tijd) teruggedrongen. In deze (RMC)regio is de samenwerkingsovereenkomst dievoor de jaren 2012 tot en met 2015 van kracht is van toepassing. In dit kader staat preventie jeugdwerkloosheid enspecifiek het terugdringen van schooluitval (VSV) centraal. Het beleid VSV richt zich op:1) Het voorkomen dat jongeren de school verlaten;2) Snel contact leggen met jongeren die alsnog zijn uitgevallen ;3) Bij onhaalbaarheid van onderwijs verwijzen naar partners op het terrein van werk en/of zorg.

School-ex 2.0-programma en inzet kenniscentraDe nieuwe impuls van het kabinet in het kader van School -ex 2.0 wordt door de arbeidsmarktregio Midden-Hollandals een waardevolle bijdrage gezien om de behaalde resultaten ook in 2013 en 2014 te continueren en waar mogelijkte verbeteren.Het ID-college ontvangt een bedrag van € 287.000 voor het School-ex 2.0 programma (zie bijlage 2 voor eentoelichting). Dit bedrag wordt ingezet om jongeren te stimuleren om langer door te leren en een opleiding te kiezenmet een arbeidsmarktperspectief. Dit bedrag wordt beheerd door het ID-college.Vanaf 1 januari 2013 hebben Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en de kenniscentra het stage- enleerbanenoffensief geïntensiveerd. Hiermee willen onderwijs en het bedrijfsleven voorkomen dat mbo'ers hunopleiding niet kunnen afmaken omdat er niet voldoende stageplekken zijn (zie bijlage 3 voor een uitgebreidetoelichting).

2. Projectorganisatie, inrichting en verantwoordelijkheden

2.1 Interne opdrachtgever

Naam: Marion Suijker

Functie: Wethouder gemeente Gouda

2.2 Interne projectleider

Naam: Saskia Jaggan-Binda

Functie: Afdelingshoofd Werkportaal gemeente Gouda

Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2014 Pagina 8 van 11

Programmaraad

samenvoordeldant.n]

2.3 Fasering plan van aanpak:Toelichting: Geef in chronologische volgorde op hoofdlijnen aan hoe u de uitvoering van het plan aanpakL

Wat:

Voorbereiden uitvoering:Uitwerken monitoringssystematiekUitwerken plannen

Wanneer:

tot 1 september 2013

Uitvoeren

Rappoÿage

Evaluatie

vanaf 1 september 2013

na 1/1/2014, 1/7/2014 en 1/1/2015

na 1/1/2015

2.4 Regionale aanpak: plan van aanpak

Toelichting: Kunt u aangeven welke acties/aanpak u gaat inzetten/uitvoeren om uw streven (1.2) te behalen?Kunt u aangeven in hoeverre de acties onderdeel zijn van de lopende aanpak in uw regio van de jeugdwerkloosheid?In hoeverre zijn de nieuw ontwikkelde acties anders, vemieuwend of aanvullend ten opzichte van uw huidigedienstverlening aan de jeugd Kunt u aangeven of bij de keuze van de acties/aanpak, gebruik maakt van eerderopgedane ervafingen en/of onderzoeken?

N.B. Heeft uw regio al een plan van aanpak of beleidskader voor de jeugdwerkloosheid, verstuur deze als bijlagesamen met dit ingevulde formaL

Ja, zie bijlage.

2.5 Communicatie: Kunt u al aangeven op welke manier u de communicatie over deze aanpak zowel internals extern gaat uitvoeren

Communicatie op grond van dit actieplan zal vanuit de reguliere middelen en met de reeds beschikbare capaciteitgerealiseerd worden. In dit stadium kan nog niet worden aangegeven op welke manier en op welk moment dit gaatgebeuren.

3. Begroting regionale aanpak: middelen in combinatie met co-financiering

Overzicht kosten van de totale aanpak

Van de totale projectkosten wordt uit eigen middelen gefinancierd: € 287 000

Van de totale projectkosten wordt uit het ondersteuningsbudget (decentralisatie- € 287 000uitkering) gefinancierd:N.B. de bijdrage van het Rijk aan de projectkosten mogen niet meer dan de helft vande totale projectkosten bedragen.

Totale kosten van het project € 574 000

Het ondersteuningsbudget wordt na goedkeuring van uw plan op de vormvereisten uitgekeerd via eendecentralisatie-uitkering waarover het ministerie communiceert in de septembercirculaire 2013.

Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2014 Pagina 9 van 11

Programmaraad

samenvoordeklant.nl

4. Rapportage, Leerpunten, meerwaarde

4.1Rappoÿage

Toefichting: Hoe gaat u rapporteren aan uw colleges van B&W in de arbeidsmarktregio? Neemt u ook de tussentÿl'dseeffecten hierin mee? Kunt u aangeven op welke effecten u meet?

Over de stand van zaken per 1 januari 2014, 1 juli 2014 en 1 januari 2015 zal een rapportage worden opgesteld.Hierin zal de feitelijke situatie op de arbeidsmarkt van dat moment gecombineerd worden met inzichten in deondernomen activiteiten en de daarmee behaalde resultaten.Resultaten als gevolg van het actieplan kunnen nooit objectief herleid worden uit algemene gegevens over het aantalwerkloze jongeren op een van de genoemde peildata. Daarom zal op individueel niveau in ieder geval gemonitordworden welke activiteiten voor jongeren uit de doelgroep zijn ondernomen (exclusief casemanagement).

4.2 Leerpunten

Toelichting: Wat verwacht u te leren van deze aanpak?

Door dit actieplan te richten op weinig kansrijke jongeren wil de regio niet alleen leren welke methoden het meesteffectief zijn om langdurige werkloosheid onder deze doelgroep terug te dringen, maar ook welke aandachtspuntenrelevant zijn bij minder langdurig werkzoekenden om langdurige werkloosheid (preventief) tegen te gaan

4.3 Mijlpaal

Toelichting: Wat is uw eerste mijlpaal in deze aanpak?Wanneer verwacht u uw eerste mÿllpaal te bereiken?Kunnen we deze mijlpaal delen met de andere arbeidsmarktregio's?

Een mijlpaal in de zin van een gedroomd succes is dat de stijging van de langdurige jeugdwerkloosheid omslaat ineen daling. We hopen dat dit in de loop van 2014 mogelijk blijkt. Indien dit lukt dan moet dit - op grond van debenadering in dit actieplan - te herleiden zijn naar concrete, succesvol gebleken methodes die uiteraard met anderengedeeld kunnen worden.

5. Gewenste ondersteuning van de Programmaraad

Toelichting: Welke ondersteuning wenst u van de Pregrammaraad in de uitvoeringsperiode 2013 en 2014 van uwplannen?

centraal punt voor vragen

informatie en uitwisseling over de aanpak van andere arbeidsmarktregio's

verantwoordingsystematiek die aansluit op integrale managementrapportage.

OndertekeningNaam: M. SuijkerFunctie: WethouderDatum: 30 juniHandtekeninc

Gouda

Actieplan Jeu! 14 Pagina 10 van 11

Programmaraad

samenvoordeldant.nl

Uiterlijk I juli 2013 moet u het ondertekende format mailen naar de Programmaraad, e-mailjwl@samenvoordeklant.nl.

Het ministerie van SZW heeft de Programmaraad (samenwerking van VNG, UWV, Divosa en Cedris), gevraagd deopzet en uitvoering van de aanpak jeugdwerkloosheid te ondersteunen en te bevorderen dat er plannen wordeningediend.

De aanjagers van de Programmaraad ondersteunen de arbeidsmarktregio's met advies, kennis en interactie om desamenwerking binnen de regio's te versterken. Wilt u ondersteuning of heeft u vragen bij het opstellen van het plan?Neem dan contact op met de aanjager voor uw regio of mail uw vraag naar iwl@samenvoordeklant.nl.. Kijk wie uwaanjager is op www.samenvoordeklant.nl/pro.qrammaraad onder tabblad Programmaraadbureau.

Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2014 Pagina 11 van 11