Impressie 2014 - Versa Welzijn | welkom bij Versa Welzijn · activiteit of zelf een activiteit...

12
www.versawelzijn.nl Impressie 2014

Transcript of Impressie 2014 - Versa Welzijn | welkom bij Versa Welzijn · activiteit of zelf een activiteit...

www.versawelzijn.nl

Impressie 2014

inleiding

‘Doen jullie dat ook allemaal?!’In 12 gemeenten zijn ruim 250 medewerkers en ongeveer 2.000 vrijwilligers voor Versa Welzijn actief. Vanuit tientallen locaties, op straat, in de wijk en bij mensen thuis. Zij bieden hulp aan mensen die een steun in de rug nodig hebben en stimuleren mensen die iets willen betekenen voor hun buurt of hun naasten. Hiermee bevorderen zij de zelfredzaamheid van inwoners en de leefbaarheid van buurten en wijken.

In 2014 werden ruim 10.000 mensen met een individuele hulpvraag door Versa Welzijn geholpen, persoonlijk of in groepsverband. En dan zijn er jaarlijks ook nog duizenden bezoekers in onze wijkcentra, die meedoen aan een bestaande activiteit of zelf een activiteit opzetten. En niet te vergeten zo’n 500 peuters die onze peuterspeelzalen bezoeken.

Een totaaloverzicht van de dienstverlening en activiteiten van Versa Welzijn in 2014 zou dus te groot worden. Wij willen u echter wél graag een beeld schetsen van wat ons werk voor cliënten, deelnemers, wijkbewoners en vrijwilligers heeft betekend. Daarom hebben wij deze Jaarimpressie samengesteld, die in woord en beeld een sfeer schetst van het afgelopen jaar, zonder de suggestie van volledigheid te wekken.

Drie medewerkers van Versa Welzijn zijn op stap gegaan om boeiende verhalen op te tekenen. Uiteenlopende verhalen, met één bindend element: samen kunnen mensen veel bereiken, al dan niet met een beetje hulp van buitenaf.

Ik wens u veel leesplezier!

Een hartelijke groet,

Claire SchröderDirecteur-bestuurder

tijd voor meedoen

‘Ik ben weer toe aan solliciteren.’

koffie om de hoek

‘Wel onder de mensen blijven!’

buurtgesprek

‘Wat zou u voor uw buurt kunnen doen?’

buurtpanel aetsveld weesp

‘Ik wil er iets aan doen om het mooier te maken.’

eropaf

‘Je weet dat het naar een climax gaat en je kan het niet stoppen.’

jongerenwerk hilversum

‘Soms trek ik jongeren zelfs persoonlijk hun bed uit.’

assertiviteitstraining

‘Wat zou ik doen als ik de cursus had?’

jongerenwerk amersfoort ‘Een klein stapje kan heel veel waard zijn.’

thuisadministratie

‘Ik vond het heel bijzonder dat ik zomaar hulp kreeg van een vrijwilliger.’

je hier wat mee kunnen?’. En zo werd Veronika stylist van de Draaikom. ‘Deze taak is me op het lijf geschreven. Er is geen budget, maar ik ben gek op tweedehands spullen en ga graag naar de kringloop.’

‘Het heeft me zekerder gemaakt over wat ik kan.’

Veronika leidt ook het “createam” dat bestaat uit vier dames die momenteel zonder werk zijn en hun energie kwijt kunnen in het verfraaien van de Draaikom. Daarnaast is zij medecoördinator van het klusteam, dat zorgt voor een groot deel van het noodzakelijke onderhoud en het “grotere werk” zoals het schilderen van het kantoor. ‘Het heeft me zekerder gemaakt over wat ik kan. Ik heb een baan, maar zou heel graag hier mijn werk van maken.’

‘Vrijwilligerswerk is niet vrijblijvend, je moet wel verantwoordelijkheidsgevoel hebben.’

Veronika vertelt dat zij de neiging heeft zich te verantwoordelijk te voelen. ‘Alles laten draaien op vrijwilligers, daar moet niet te gemakkelijk over gedacht worden. Voor sommige klussen zoals de bar, kantoorwerk, de geef en neemtafel, is het best lastig als er veel verloop is. Je hebt iets voor elkaar, en dan komt er weer een ander die er heel andere ideeën over heeft. Ik moet oppassen dat ik niet alles naar me toetrek. Maar daarvoor is er Astrid, bij wie we altijd terecht kunnen, ook met privéproblemen. Als we dat stukje niet meer kwijt kunnen, niet op zijn tijd een compliment of pluimen krijgen, houden we het niet vol.’

Meer informatie: www.tijdvoormeedoen.nl

tijd voor meedoen

‘Ik ben weer toe aan solliciteren.’Tijd voor Meedoen van Versa Welzijn in Huizen reikt mensen de hand om mee te doen in de samenleving. Mensen met sociale overwaarde, mensen met ideeën en mensen die iets vragen of zoeken worden bij elkaar gebracht. Zo krijgen burgerintiatieven vorm in en vanuit wijkcentrum De Draaikom. De Shopkom, de Geef- en Neemdienst, de Buurtboekenkast, het BeautyTeam en het CreaTeam zijn voorbeelden van projecten die uit Tijd voor Meedoen voortgevloeid zijn. En steeds gaat het om geven en nemen.

Werkloos geworden en voorzichtig herstellende van een langdurige ziekte, wilde Alexandra “weer wat gaan doen”. Zij vond bij de Vrijwilligerscentrale een oproep voor een administratief ondersteuner bij Tijd voor Meedoen. Zo kwam zij in contact met Astrid Veerman, sociaal werker en coördinator van Tijd voor Meedoen. Toen Astrid zei: “Je wilt wat doen, maar wil je niet ook wat halen?” was ze zeer verrast. ‘Daar had ik nog nooit over nagedacht! Maar natuurlijk is dat wel zo. Ik vond dat heel inspirerend.’ Alexandra kreeg een voucher voor een behandeling bij het beautyteam van Tijd voor Meedoen en een stuk of wat ideeën. ‘Ik zocht iets praktisch om te doen, iets dat structuur zou geven.’ Zodoende begon zij met notuleren van het ”activeringsoverleg” en een poos later werd zij voorzitter. Inmiddels is zij zelf ook activeringsmedewerker.

‘Mensen die zich om wat voor reden dan ook hebben teruggetrokken uit het sociale leven probeer ik er weer bij te betrekken.’

Alexandra schetst hoe buurtbewoners bijvoorbeeld langskomen voor de geef- en neemshop of gewoon om wat te drinken in de Koffiekom. Ze worden daar

altijd hartelijk ontvangen en dan raak je met elkaar aan de praat. ‘Het begint vaak met een eenvoudige vraag en soms blijft het daar ook bij, dat kan. Maar ik heb geleerd dat er achter een praktische vraag een wereld van andere problematiek, vragen en behoeftes kan schuilen. Ook de sociale dienst verwijst mensen naar ons, die zeggen soms: “Van de sociale dienst moet ik wat gaan doen, maar ik weet niet wat”.‘ Coördinator Astrid voert de intakegesprekken met deze mensen en brengt ze dan onder bij een van de activeringsmedewerkers. Deze kijkt vervolgens samen met de persoon wat hij of zij zou kunnen oppakken.

Alexandra gaat als activeringsmedewerker met mensen in gesprek en op zoek naar iemands passie, iets waar zijn/haar hart ligt. ‘Je ziet opeens hun ogen gaan twinkelen als zij iets vertellen.’ Bijvoorbeeld de 70-jarige wiens hart ligt bij tuinieren en filosofie en die nu actief is in het tuinteam. Of de mevrouw die vroeger op hoog niveau gedanst heeft en nu een groep “Werelddansen” leidt.

‘Dankzij Tijd voor Meedoen ben ik heel ver gekomen. Ik kan nu veel meer aan, voel me minder moe en ben toe aan solliciteren.’

Naast haar werk als activeringsmedewerker beschrijft Alexandra sinds kort ook de basale werkprocessen van Tijd voor Meedoen, zodat er meer kennis gedeeld kan worden en de vrijwilligers nog zelfstandiger kunnen werken.Veronika kwam op verwijzing van een maat-schappelijk werker van Versa Welzijn bij Tijd voor Meedoen. Ze verwachtte helemaal niets. ‘Ik zei tegen Astrid: ik weet niet zo goed waarom ze me hier naartoe gestuurd hebben. Maar na één gesprek wist ik het wel. Zij liet mij de toen nog vrij kale en ongezellige ontvangstruimte zien en vroeg: zou Veronika en Alexandra

met een psychische achtergrond.’ Ilja vertelt dat als het weer straks beter wordt, hij zijn bezoekjes aan ‘Koffie om de Hoek’ zal afwisselen met een dagje Zandvoort. ‘Ik ga dan met de trein naar zee en zit dan heerlijk op een bankje van het zonnetje en de mensen te genieten.’ Ingrid vertelt dat vooral haar familie vindt dat zij onder de mensen moet blijven. Ze wil dat helemaal niet horen. ‘Ik hoef helemaal niet onder de mensen te zijn maar ergens vind ik het ook wel leuk om met andere mensen te zijn. Ik heb alleen met weinig mensen een klik bij ‘Koffie om de Hoek’. Dat is soms jammer.’ Ingrid en Ilja geven aan dat ze het fijn zouden vinden als er ook bijeenkomsten op de avond worden georganiseerd. ‘De avonden zijn niet gemakkelijk om door te komen als je bijna geen sociale contacten hebt.’

‘Het is belangrijk dat er begeleiding is.’

‘Koffie om de Hoek’ wordt begeleid door onder andere Rani Manoharan en Anne Elberse. Zij zijn als professionals vanuit GGZ Centraal en Versa Welzijn betrokken bij ‘Koffie om de Hoek’. Ingrid vertelt dat Rani af en toe tijd vrijmaakt om met haar achter de computer te zitten, zodat Ingrid op woningnet kan kijken. ‘Bijna niemand doet dat voor mij.’ Ilja geeft aan dat ‘Koffie om de Hoek’ niet zonder begeleiding kan. Als hem iets dwars zit, bespreekt hij dit met Anne. Die gesprekken helpen hem en zorgen ervoor dat hij weer aansluiting kan zoeken met de andere bezoekers van ‘Koffie om de Hoek’.

Meer informatie: www.versawelzijn.nl/kodh

koffie om de hoek

‘Wel onder de mensen blijven!’ Iedere dinsdagmiddag vindt in wijkcentrum Lopes Dias in Hilversum ‘Koffie om de Hoek’ plaats, een laagdrempelige inloop voor iedereen die te maken heeft (gehad) met psychische problemen. Ook mensen zonder psychische problemen zijn welkom voor een praatje, kop koffie, het doen van een spelletje of een van de andere activiteiten. Op die manier wordt de kloof tussen mensen met een beperking en mensen zonder een beperking verkleind. Om de week is er een spreekuur, georganiseerd door het Infocentrum GGZ, voor vragen op het gebied van de geestelijke gezondheid en voor hulp en advies bij het invullen van formulieren. Het aantal deelnemers wisselt, maar het lijkt erop dat steeds meer mensen de weg naar ‘Koffie om de Hoek’ vinden. Ilja, Ingrid en Frits zijn vaste en regelmatige bezoekers.

‘Open en prettige sfeer’

‘Frits vertelt dat hij bij toeval ‘Koffie om de Hoek’ heeft ontdekt. ‘Ik zat op dat moment mezelf behoorlijk in de weg. Ik had een aantal activiteiten moeten opzeggen, omdat het fysiek te zwaar voor me werd. Hierdoor waren de dagen leeg en had ik behoefte aan invulling van de dag.’ Hij ervaart vooral de openheid als heel positief, en dat er geen vast programma is waar je aan mee moet doen of een doel waaraan je moet werken. Hij is blij te zien dat hij bij ‘Koffie om de Hoek’ mensen ontmoet die veel in te brengen hebben en met elkaar een prettige sfeer neerzetten. ‘Je moet met elkaar de sfeer maken, dat is een lang proces.’ Het valt hem op dat de tolerantie naar elkaar zeer groot is; het is halen en brengen. Ook Ingrid en Ilja herkennen de open en prettige sfeer. ‘ Je hoeft niet steeds je verhaal te vertellen, maar kijkt waar je zelf behoefte aan hebt. Dat kan de ene keer een spelletje zijn, maar ook gewoon koffiedrinken en slap ouwehoeren’. Ingrid merkt daarbij op dat als ze soms net binnen is, ze weer weg wil. ‘Maar dat doe ik dan niet, omdat ik denk dat dat niet kan.’ Ilja reageert hier gelijk op: ‘Maar dat kan hier juist wel. Als je toch liever weer weg wilt, dan kan je rustig gaan.’

‘De avonden zijn niet gemakkelijk om door te komen als je bijna geen sociale contacten hebt.’

Ilja geeft aan dat hij graag bij ‘Koffie om de Hoek’ komt, omdat hij onder de mensen wil blijven. Ilja woont alleen en vindt het fijn om op stap te kunnen en mensen te ontmoeten. Hij komt niet alleen bij ‘Koffie om de Hoek’ in Hilversum, maar ook in Weesp. ‘Ook in Bussum zit een soort van ‘Koffie om de Hoek’, maar dat is niet zozeer voor mensen

Ingrid

De vrijwilligers worden niet zomaar op pad gestuurd. Voordat ze aan de slag gaan krijgen ze een training waarin alles goed uitgelegd wordt, informatie wordt gegeven over de sociale kaart en allerlei casussen worden besproken en geoefend. Bij de tweetallen die op pad gaan zit altijd een ervaren vrijwilliger en iemand die dat nog niet zo vaak heeft gedaan. ‘Zo leer je van elkaar’. In de nabespreking wordt elk bezoek ook besproken. Nieuwe vrijwilligers zijn vaak verbaasd over de openhartigheid van veel mensen. ‘Er komen veel trieste verhalen naar boven. Mensen die de deur open doen, willen graag stoom afblazen. We proberen dan niet te lang te blijven hangen in het klagen, maar de omslag te maken naar iets positiefs, door mensen te vragen waar ze goed in zijn of waar ze blij van worden. Dat is niet altijd makkelijk, maar meestal lukt dat wel’, vertelt Inge.

‘Er is natuurlijk niet altijd direct een match tussen mensen te maken. Dan is het soms even zoeken, maar eigenlijk vinden we altijd wel iets. ’

Een jonge vrouw die nog niet lang in Nederland woont, bleek niet zo goed alleen naar het wijkcentrum te durven gaan. Er is een buutbewoonster gevonden die een paar keer met haar mee wil gaan. Een timmerman die door een hersenbloeding zijn vak niet meer kan uitoefenen, timmert nog wel graag, maar in zijn eigen tempo. Hij gaat een paar kastjes maken voor de zwerfboeken in het wijkcentrum.

‘Je wilt toch ook niet dat iemand in zijn eentje blijft zitten met alle gordijnen dicht.’

‘Soms moet je er afblijven’, vertelt Inge. ‘Sommige mensen zitten zo diep in de problemen, dat er

professionele hulp moet komen. Niet iedereen wil dat echter. Dan vraag ik nog wel eens of ik nog een keer aan mag bellen, gewoon om wat contact te houden. Je wilt toch ook niet dat iemand in zijn eentje blijft zitten met alle gordijnen dicht.’

Voor meer informatie klik hier.

buurtgesprek

‘Wat zou u voor uw buurt kunnen doen?’

In Hilversum gaat Versa Welzijn via huisbezoeken, vooral uitgevoerd door vrijwilligers, met buurtbewoners in gesprek over hun talenten, interesses en behoeftes. Dit kan nieuwe buurtinitiatieven opleveren, maar ook kunnen zo kleine hulpvragen naar boven komen.

Inge is een van de ongeveer acht buurtbewoners die op zaterdagochtend bij andere buurtbewoners in Hilversum Oost aanbellen voor een buurtgesprek. ‘We vragen niet alleen of mensen het in deze buurt naar hun zin hebben, maar vragen vooral aan mensen wat ze voor de buurt willen betekenen. Dat levert regelmatig bijzondere verrassingen op.’

‘Sommige mensen doen niet open, of zijn niet thuis, maar bij meer dan de helft worden we gastvrij ontvangen.’

Sinds 2012 wordt in elke wijk in Hilversum jaarlijks bij een aantal woningen aangebeld. Elk jaar wordt een aantal straten uitgekozen, waarna de bewoners

een brief krijgen dat ze binnenkort bezoek kunnen verwachten. Als het zover is, bellen vrijwilligers in tweetallen aan. Aan de hand van een vragenlijst beginnen ze een gesprek met de buurtbewoners. Inge: ‘We kiezen meestal een paar straten uit waar veel nieuwe mensen zijn komen wonen, of waarvan we gehoord hebben dat er veel mensen wonen die problemen hebben. Sommige mensen doen niet open, of zijn niet thuis, maar bij meer dan de helft worden we gastvrij ontvangen. We beginnen dan eerst over de buurt, of mensen hier prettig wonen en zich veilig voelen, daarna vragen we of ze iets zouden willen doen voor de buurt en of ze misschien zelf een vraag hebben waar ze mee geholpen zouden willen worden. Zo kwamen we bijvoorbeeld bij iemand die heel graag de kamer wilde behangen, maar dat zelf niet meer kon door ziekte. Een uurtje later waren we bij iemand die als hobby behangen had. Dan is een match natuurlijk snel gemaakt!’

‘Er zijn genoeg mensen die wat willen doen, iedereen heeft wel een talent of wil een ander helpen. Durven vragen is veel moeilijker voor mensen.’

‘Als mensen met elkaar gematched worden, dan maken ze zelf afspraken. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat iemand betaald wordt voor de hulp die hij geeft, maar vaak vinden mensen het wel fijn om iets te geven’, vertelt Tukkie Tuk, de sociaal werker van Versa Welzijn die de vrijwilligers begeleidt. ‘Er zijn genoeg mensen die wat willen doen, iedereen heeft wel een talent of wil een ander helpen. Durven vragen is veel moeilijker voor mensen’, vertelt ze. ‘En dan is het extra fijn als je ontdekt dat je iets kunt vragen en zelf ook iets te bieden hebt.’

Inge

‘Als ik zie wat we bereikt hebben – meer en beter onderhouden groen, een plek voor de jongeren, mijn breiclub – dan ben ik toch wel blij en trots.’

‘Versa Welzijn is een ruggesteun voor de bewoners.’ Dit ervaart Marjos vooral als het gaat om het contact met de gemeente. Versa helpt klachten en wensen van bewoners omzetten naar vragen aan de gemeente. ‘We vinden het prettig dat Versa bij het containerproject betrokken is. We zijn nog in de opbouwfase. Om de start, nadat de container geplaatst is, goed te laten verlopen, rekenen we ook op de steun van Versa als meedenker in het panel.’

Marjos heeft nog wel een paar wensen en ideeën voor de toekomst. ‘Maar ik wacht eerst af wat er uit de buurt naar voren komt. Ik wil niet voorop lopen, het moet niet “mijn wijkje” worden.’ Zij hoopt dat meer bewoners zich aansluiten en zich willen gaan inzetten voor hun buurt, want er is nog meer te doen. Ook wil zij graag weten wat er zoal leeft in de andere buurten. Zij bezocht daarom onlangs ook, als toehoorder, het buurtpanel Hogeweij / Noord-West.

Voor meer informatie klik hier.

buurtpanel aetsveld weesp

‘Ik wil er iets aan doen om het mooier te maken.’

In Weesp nam de gemeente het initiatief om de vijf bestaande wijkoverleggen nieuw leven in te blazen. Inwoner Marjos, eerder ook al lid van het wijkoverleg Aetsveld, is vanaf het begin betrokken bij de pilot in Aetsveld. Marjos: ‘…want ik vond dat er te weinig aandacht was voor Aetsveld.’ In het buurtpanel werken de gemeente, de politie, de woningbouwvereniging, Versa Welzijn en bewoners met elkaar samen.

Deze nieuwe opzet werkt beter dan de vroegere wijkoverleggen, vindt Marjos en weet zij uit ervaring. ‘We worden serieuzer genomen door de gemeente, ze luisteren beter en ze zijn veel beter bereikbaar. We voelen ons een gelijkwaardige partner en dat is erg prettig. Het is ook niet meer alleen aandragen van problemen en ideeën, maar ook mee helpen uitvoeren. En als iets niet haalbaar is, horen we dat ook.’

Zij schetst hoe op het eerste buurtpanel van alles kwam bovendrijven: ‘een lawine aan onderwerpen kwam er naar voren.’ Alle opmerkingen en commentaren werden genoteerd en vervolgens werd er gevraagd wie van de aanwezigen, waaraan zou willen werken. Er werden toen direct groepjes gevormd rond groenvoorziening, uitstraling en voorzieningen/jeugd. Uiteindelijk ging zij in een groep van vijf bewoners en in samenwerking met Marianne Verstijnen, sociaal werker van Versa Welzijn, actief aan de slag.

‘Een stekkie waar we droog kunnen zitten is er niet.’

Voor de groenvoorziening zijn inmiddels goede resultaten behaald. ‘De gemeente maakt zichtbaar meer werk van het onderhoud van het groen in de wijk en dat gaat nog beter worden.’ Marjos is nu vooral nog actief in het groepje voor de jeugd. Buurtbewoners ondervonden overlast van de jeugd. ‘Op een gegeven moment pakten we de fiets en zijn

Marianne en ik de wijk door gegaan. We zagen en hoorden dat er niets was voor de oudere jeugd. Toen zijn we met de jongeren gaan praten en hebben we gevraagd: “wat missen jullie?”. Het antwoord was dat er wel veldjes waren om te voetballen, maar “een stekkie waar we droog kunnen zitten is er niet”.‘

Het resultaat van gesprekken met de gemeente en de buurtbewoners is dat er binnenkort op het speeleiland Aetsveld een zeecontainer wordt geplaatst. ‘Met een lantaarnpaal en een stukje bestrating.’ De direct omwonenden waren in eerste instantie niet zo enthousiast dat die container nu juist daar moest komen. Sommigen hebben officieel bezwaar aangetekend. Marjos: ‘Die bezwaren zijn inmiddels afgehandeld door de gemeente en wij hebben ervoor gezorgd dat er in samenspraak met de jongeren en de buurtbewoners spelregels zijn opgesteld waar iedereen zich aan moet houden. Als er klachten zijn kunnen ze die melden bij de wijkagent die daarop bemiddelend zal optreden.’

’Soms wil ik wel stoppen, maar dan voel ik me toch weer teveel betrokken en wil ik me er toch graag mee bemoeien.’

Al jaren mist Marjos een wijkgebouw in Aetsveld. Ze kreeg de gelegenheid om in het gebouw van buurtvereniging Achtergracht een breicafé te beginnen. Hier komen inmiddels zo’n 20 tot 25 mensen per week. ‘Het is jammer dat er niet meer mensen betrokken willen zijn bij het buurtpanel. Maar hier hoor ik ook wat er zoal leeft bij de mensen. En dat is goed, want niet iedereen durft zich uit te spreken en het woord te voeren op een bewonersbijeenkomst.’ Dankzij deze contacten en de dingen die ze hoort van andere sleutelfiguren, zoals de beheerder van de supermarkt, voelt zij zich gesteund in haar mening en de dingen die ze voor de buurt doet.

Met de komst van Versa Welzijn werd het leven van Karin op een ander spoor gezet. Karin heeft bewindvoering toegewezen gekregen die voor haar de financiën regelde. Zij is enorm opgelucht te weten dat haar rekeningen worden betaald. De rust die dit oplevert, zorgt ervoor dat ze inmiddels samen met de sociaal werker gaat kijken wat ervoor nodig is om zelf haar administratie weer te kunnen doen. Karin vertelt dat het heel belangrijk voor haar is dat ze het nu nog niet alleen hoeft te doen. ‘Ik kom er wel, maar val bij moeilijke situaties ook nog gemakkelijk terug in mijn valkuil.’ Naar de mensen in haar omgeving is Karin open geworden. Ze vertelt wat er aan de hand is en hoe het met haar gaat. Ze merkt dat niet gebeurt waar ze zo bang voor was; er is niemand die haar veroordeelt. Karin ervaart zelfs dat steeds meer deuren open gaan. Deze ervaring maakt dat ze haar verhaal ook aan anderen wil vertellen. ‘Ik hoop dat anderen door het lezen van mijn verhaal en het zien van mijn foto, weten dat ook een normaal mens dit mee kan maken. Al is er maar één die door het lezen van mijn verhaal geholpen wordt!’

‘Ik weet dat ik het kan en dat ik er wel kom.’

Sinds kort is Karin zelf actief als vrijwilliger bij het maatjesproject van Versa Welzijn en gekoppeld aan iemand die zich eenzaam voelt. Een keer per week gaat Karin bij haar langs om wat te kletsen en klusjes met elkaar te doen. Karin geeft aan dat het haar een goed gevoel geeft om iets te kunnen bijdragen. ‘Ik weet dat ik het kan en dat ik er wel kom’, waarna zij gekscherend eindigt met ‘en ze leefde nog lang en gelukkig’.

Meer informatie: www.versawelzijn.nl/amw

eropaf

‘Je weet dat het naar een climax gaat en je kan het niet stoppen.’

De sociaal werkers van Versa Welzijn zien niet alleen hulpvragers op afspraak. Zij gaan ook letterlijk op mensen af, als zij signalen krijgen dat er ergens iets niet pluis is. Bijvoorbeeld in het geval van Karin.

Terwijl de stapel ongeopende enveloppen groeit en het aantal betalingsherinneringen toeneemt, blijft Karin naar haar familie en kennissen doen alsof het heel goed met haar gaat. ‘Ik dacht dat ik heel gezellig over koetjes en kalfjes kon praten en dat niemand het wist’. Dat dit achteraf niet zo blijkt te zijn, heeft voor de ommekeer gezorgd. Het is uiteindelijk de woningbouwvereniging die doorpakt en Versa Welzijn inschakelt om Karin actief op te zoeken. Hoewel Karin de deur al lang niet meer opendoet, loopt het deze keer toch anders.

‘Die hand wordt me nu aangereikt, ik moet wel.’

Die bewuste middag heeft Karin namelijk visite, zodat ze de deurbel niet kan negeren. De sociaal werker die voor de deur staat, Herjan Gerlings van Versa Welzijn, stelt zichzelf voor en vraagt op de man af aan Karin of het wel goed met haar gaat. Karin weet zich nog goed te herinneren dat ze twee dingen dacht: ‘Nu ben ik de lul’ en ‘die

hand wordt me nu aangereikt, ik moet wel’. Karin laat de hulpverlener binnen en na anderhalf uur zijn de eerste enveloppen opgemaakt en liggen stapeltjes papieren op tafel. Karin merkt dat ze heel blij is dat er iemand is die met haar administratie aan de slag gaat. ‘Die opluchting, dat je het niet meer alleen hoeft te dragen.’

‘Mijn huis was door alles wat er gebeurde mijn thuis niet meer.’

Karin vertelt dat ze al eerder hulpverlening heeft gehad, maar dat dit stopte nadat zij een paar keer wegbleef. ‘Je wil zo graag dat het niet stopt, maar het lukte me niet dat duidelijk te maken.’ Terugkijkend geeft Karin aan dat het nog niet ver genoeg was gegaan. Een verhuizing zorgde tijdelijk voor wat rust, want gas en licht zijn aangesloten en de leverancier kent je nog niet. Na een half jaar nam deze echter contact op en moesten de openstaande rekeningen alsnog betaald worden. Karin vertelt wat het betekent als je niet zeker weet of bij thuiskomst je lampen nog branden, of je huis nog wel warm wordt. ‘Mijn huis was door alles wat er gebeurde mijn thuis niet meer.’ Met de (geld)zorgen nam de onrust in haar hoofd toe. Karin vertelt dat die onrust vreselijk was. Ze wist dat als ze niets zou doen, de dag zou komen dat ze haar huis uit zou moeten. ‘Ik wist het, maar kon het niet stoppen.’

‘Al is er maar één die door het lezen van mijn verhaal geholpen wordt.’

Karin

Herjan

de deur. ‘Als iemand op tijd zijn bed uit moet om bijvoorbeeld naar het arbeidsbureau te gaan, is de App een prima communicatiemiddel. Al kom ik soms ook zelf vroeg mijn bed uit om ze persoonlijk uit bed te trekken’, lacht Malin.

‘Het begint met serieus nemen en af en toe liefdevol prikkelen.’

Het individueel begeleiden van jongeren kost veel tijd maar levert een boel op, legt Malin uit. ‘Wij gaan met de jongeren aan de slag in hun eigen omgeving met de dingen die zij belangrijk vinden. Dat wil niet zeggen dat de motivatie dan meteen omhoog schiet. Het begint met serieus nemen en af en toe liefdevol prikkelen. Je ziet dat jongeren groeien, beter in staat zijn te formuleren wat ze willen en ook realistischer gaan denken over hun mogelijkheden. Niet iedereen heeft thuis een omgeving waarin je gestimuleerd en gesteund wordt. Dan kan wat extra ondersteuning van ons veel opleveren. Stappen zetten om weer naar school te gaan, werk te zoeken of te kiezen voor jezelf en niet te zwichten voor groepsdruk.’ De participatieladder wordt als hulpmiddel gebruikt om aan te geven waar een jongere staat en waar hij naar toe wil op verschillende gebieden. ‘Dat is niet alleen belangrijk voor de registratie, maar het maakt voor de jongere heel duidelijk waar hij naar toe wil. Je bepaalt samen met de jongere op welke trede hij nu staat op de participatieladder en op welke trede hij wil komen. Vervolgens bepaal je samen welke stappen genomen moeten worden om daar te komen.’

‘Dan is het fijn dat Malin er bij zit. Die legt dan uit dat als je brutaal bent, je na moet blijven, dus dat je beter niet zo brutaal kunt zijn en niet in discussie moet gaan. Dat win je toch nooit.’

De taart is inmiddels klaar en smaakt eigenlijk best lekker. Dat had niet iedereen verwacht. De meiden bespreken van alles met elkaar als ze zo bezig zijn. Ruzies op school bijvoorbeeld met een leraar. Imane: ‘Dan is het fijn dat Malin er bij zit. Die legt dan uit dat als je brutaal bent, je na moet blijven, dus dat je beter niet zo brutaal kunt zijn en niet in discussie moet gaan. Dat win je toch nooit.’ Een ander vult aan dat het belangrijk is dat de meiden van elkaar weten dat er niets doorverteld wordt. ‘Je kent elkaar en dus mag je elkaar.’

Het is tijd om op te ruimen. Alles moet aan kant want morgen is er een schoolfeest in de Keet. Ouders van de kinderen organiseren en begeleiden het schoolfeest. ‘Zonde toch om de beschikbare ruimte niet optimaal te gebruiken!’

Meer informatie: www.facebook.com/dekeet

jongerenwerk hilversum

‘Soms trek ik jongeren zelfs persoonlijk hun bed uit.’ In Hilversum Kerkelanden staat de Keet. Samen met een aantal jongeren beheert Versa Welzijn dit jongerencentrum. ‘Van buiten ziet het er misschien saai en grijs uit’, vertelt sociaal werker/jongerenwerk Malin Kolbrink. ‘Maar binnen heerst er een bruisende, gezellige en warme sfeer.’

Malin en Imane, een bezoekster van de Keet, poseren graag voor de foto. Het liefst natuurlijk binnen, want ze willen laten zien hoe mooi de Keet eruit ziet. Dus er mag geen rotzooi op de foto. De make-up spullen, hairstylers en dergelijke worden snel opgeruimd. Jammer dat de taart, die net gemaakt is en nog in de oven staat, niet op de foto kan.

‘En toen mijn moeder was geweest, was het helemaal goed.’

Imane komt al een jaar of vijf regelmatig bij de Keet. De eerste keer kan ze zich nog goed herinneren. Ze was met een paar vriendinnen en een beetje spannend was het wel. Een van hen was vaker geweest en kende een aantal van de oudere jongens. Het bleek allemaal nogal mee te vallen. ‘En toen mijn moeder was geweest, was het helemaal goed. Nu mag ik net zo vaak komen als ik wil van mijn ouders. Ik ken iedereen die hier komt. Het is hartstikke gezellig en alle groepen gaan goed met elkaar om.’ Malin beaamt dat. ‘De sfeer is eigenlijk altijd goed. Alle groepen lopen door elkaar heen. We hebben wel speciale openingstijden voor bepaalde leeftijden, maar op een zonnige dag staat de deur lekker open en loopt alles door elkaar.’

‘WhatsApp is onmisbaar.’

Malin kan inmiddels niet meer werken zonder de smartphone. De meeste communicatie met jongeren gaat via de WhatsApp. ’Wat we gaan doen, wordt via de App besproken, bijvoorbeeld wie iets voorbereidt of mee de boodschappen gaat doen.’ Ze heeft zo’n 13 verschillende WhatsApp groepen van jongeren die naar de Keet komen.

Naast het groepswerk begeleidt het jongerenwerk ook een aantal individuele jongeren. Ook hierbij is de WhatsApp inmiddels onmisbaar vertelt Malin. De jongeren kunnen zich zelf aangemeld hebben, of komen via school of het maatschappelijk werk van Versa Welzijn. Deze jongeren hebben een poosje wat extra aandacht nodig, of soms een extra stok achter

Malin en Imane

Als Coby merkt dat ze dreigt af te glijden naar oud gedrag, vraagt zij zich af welke keuze zij op de cursus zou hebben gemaakt. Ze vertelt dat ze eerst opschrijft wat ze wil zeggen. ‘Vroeger zou ik me schuldig hebben gevoeld, maar nu denk ik ‘ligt het aan mij?’ en ‘is dit een abnormale reactie?’. Dit stilstaan bij de vraag wat je wil en daar gehoor aan durven geven heeft ze geleerd tijdens de assertiviteitstrainining.

‘Ook al vinden ze me veranderd, ik raad het iedereen aan.’

Coby vertelt dat niet iedereen in haar omgeving blij is met haar nieuwe manier van reageren. ‘Er zijn zelfs mensen die zijn afgehaakt.’ Coby weet dat ze dat in het begin moeilijk vond, maar heeft ook ervaren dat dit geen echte vriendschappen waren. Ze raadt iedereen aan de assertiviteitstraining te volgen. Het heeft haar heel veel opgeleverd. ‘Ik ben rustiger, slaap beter, gebruik geen medicijnen meer en heb ruimte om verwaterde vriendschappen weer op te pakken.’ Pien geeft aan dat ze door de training de regie weer in handen heeft. Dat geeft haar een goed gevoel. Zij is zelfverzekerder geworden. ‘Het is goed jezelf uit te dagen en de dingen die je zou willen ontwijken gewoon te doen. Je hebt niets te verliezen, je kunt alleen maar heel veel winnen door deze training te doen.’

Meer informatie: www.versawelzijn.nl/amw

assertiviteitstraining

‘Wat zou ik doen als ik de cursus had?’ In een tijd waarin van inwoners meer eigen verantwoordelijkheid en inzet wordt verwacht, wordt de vraag hoe dat te moeten doen, vaker gesteld aan de sociaal werkers van Versa Welzijn. Niet iedereen is van nature voldoende toegerust goed voor zichzelf op te komen. Of heeft genoeg zelfvertrouwen om zijn leven naar eigen idee in te richten. Voor wie dat wil leren en op een betere manier voor zichzelf wil opkomen, vindt vanuit Versa Welzijn op meerdere momenten per jaar een assertiviteitstraining plaats. Coby en Pien hebben allebei deelgenomen aan een assertiviteitstraining die in groepsvorm wordt gegeven.

‘Dat je er niet alleen voor staat’

Pien vertelt dat de sfeer al snel heel veilig en open was en dat er onderling veel herkenning en begrip voor elkaars vraagstukken was. ‘Je hebt met elkaar gemeen dat je tegen jezelf aan loopt en iets wil inzien en veranderen. Het helpt om je gedachten te delen met anderen. Je leert ook van elkaars reacties en veranderingen.’ Coby vult aan dat ze veel heeft gehad aan de overeenkomsten met de andere deelnemers. ‘Ik dacht altijd dat ik alleen hierin was.’

‘Omdenken’

Als Coby een woord zou mogen geven aan haar succesvolle deelname aan de assertiviteitstraining dan is dat ‘omdenken’. Zij heeft geleerd te kijken naar wat je wél kan en niet naar wat is geweest. Door de training is zij zich ervan bewust geworden, dat ze niet kan blijven wegkruipen bij moeilijke situaties. ‘Ik heb geleerd hoe ik een situatie kan overzien en dat ik zelf wat zal moeten doen.’ Pien vertelt dat ze van de trainer heeft geleerd meer de regie over haar leven in handen te nemen, door dingen die ze wil gewoon te doen. ‘Niet iets proberen maar het gaan doen!’ Ook heeft ze geleerd dat mensen vaak met dezelfde dingen worstelen en ook vaak onzeker zijn. ‘Ik heb gezien dat, als we echt gemotiveerd zijn, we allemaal kunnen knokken voor iets en boven onszelf uit kunnen stijgen.’

‘Ik ben er ook en ik ben net zo belangrijk als de ander!’

‘Ik word misschien nooit zo adrem als ik zou willen zijn,’ vertelt Pien, ‘maar ik weet nu dat ik altijd later ergens op terug kan komen.’ Ze vertelt dat ze tijdens de training geleerd heeft uit haar comfortzone te stappen door nieuw gedrag uit te proberen. Ze durft nu ‘nee’ te zeggen op verzoeken waar ze vroeger, om aardig gevonden te worden, ‘ja’ zei. Ook heeft zij geleerd om simpelweg hardop te reageren op wat er gezegd wordt in een groep, want ‘ik ben er ook en ik ben net zo belangrijk als de ander’.

Foto’s in scène gezet. Coby en Pien staan niet op de foto.

hebben vaak het idee dat ze thuis en op school alleen maar negatief benaderd worden. Jongerenwerkers kunnen luisteren zonder direct een oordeel te vellen. We denken met de jongeren mee.’

Op straat is één van de favoriete items in de bakfiets de “blow check”, een drugspaspoort. Jongeren vullen dat zelf in: wanneer ze iets gebruiken, hoe vaak, met wie en waar. Het geeft ze inzicht in hun eigen gebruik. Het levert boeiende gesprekken op over waarom ze drugs gebruiken en wat voor invloed dat op hen heeft. Froukje: ‘We kunnen niet voorkomen dat ze iets gebruiken, we kunnen het ook niet verbieden, maar we kunnen wel vragen waarom ze gebruiken en de consequenties van hun eigen keuzes bespreken. We zoeken de jongeren op, op de plaatsen waar zij komen. We gaan naar hen toe. Zo kom je met jongeren in contact die niet naar een jongerencentrum, vereniging of activiteit gaan.’

‘Dan zegt Froukje, dat als wij willen dat buurtbewoners met ons rekening houden, we dat zelf ook moeten doen.’

Meryem (gefingeerde naam) is één van de meiden die de jongerenwerkers op straat zijn tegengekomen. Ze doet inmiddels mee met het kickboksen dat een aantal oudere jongeren wekelijks organiseert. Ook eet ze regelmatig mee, anders zit ze maar alleen thuis, vertelt ze. ‘Daar weet mijn moeder van hoor’, zegt ze. ‘Mijn moeder werkt veel, maar is ook vaak verdrietig.’

Alex (gefingeerde naam) komt langs op zijn scooter en wil ook nog wel even wat zeggen. In de zomer is hij veel op straat te vinden met vrienden. ‘Dat is

rustiger dan thuis en ook gezelliger. Soms wordt het iets te gezellig en gaan mensen mopperen. Dan zegt Froukje, dat als wij willen dat buurtbewoners met ons rekening houden, we dat zelf ook moeten doen. Zit wat in natuurlijk. Vorig jaar hebben we een barbecue voor ze georganiseerd. Dat vonden ze leuk.’

Inmiddels is iedereen aardig verkleumd en begint het donker te worden. Tijd om op te stappen. Meryem gaat mee koken en eten, Ronald gaat nog even kijken of hij een paar jongeren kan vinden die hij graag wil spreken. Nog een grap en een groet en wat gestoei …

Meer informatie: www.versawelzijn.nl/jongerenamersfoort

jongerenwerk amersfoort

‘Een klein stapje kan heel veel waard zijn.’ In Amersfoort verzorgt Versa Welzijn tiener- en jongerenwerk in de wijken Vathorst en Hooglanderveen, vanuit jongerencentra, op het skatepark en op straat, in de wijk.

Deze woensdagmiddag is het een drukte van belang bij jongerencentrum de Bron. Tieners rennen heen en weer, enkele zijn aan het sporten, een paar meiden praat een ruzie uit en drie anderen staan op het punt om boodschappen te gaan doen voor het feestje dat ze vrijdag gaan geven. Even later komt Ronald Attema, sociaal werker/jongerenwerk bij Versa Welzijn, aanfietsen. Hij is de wijk in geweest, langs een aantal vaste plekken waar vaak tieners komen. Het was nu niet druk op straat. Veel te koud.

‘Sommige jongeren hebben veel bravoure, anderen vallen niet zo snel op. Maar ze hebben allemaal hun eigen verhaal.’

Even later neemt Ronald een paar tieners mee naar buiten voor een foto. Dat willen ze wel, maar alleen anoniem. Muts op en alleen de achterkant in beeld. ‘Dit is één van de groepen die we op straat zijn tegengekomen’, vertelt Ronald. ‘Als je ze een paar keer opzoekt, leer je ze vanzelf beter kennen. Sommige jongeren hebben veel bravoure, anderen vallen niet zo snel op. Maar ze hebben allemaal hun eigen verhaal. Je bouwt een band met ze op en dan komen de verhalen en vragen meestal vanzelf.’

‘Veel tieners worstelen met vragen en problemen, dat hoort natuurlijk bij opgroeien’, vult collega Froukje Visser aan. ‘Maar er zijn ook genoeg jongeren die een extra steuntje in de rug verdienen, of, als het nodig is een duwtje in de goede richting. Een klein stapje kan voor een jongere heel veel waard zijn.’ Ronald: ‘Met de meeste jongeren gaat het goed, maar we komen ook heel wat jongeren tegen die een boel tegenslag hebben. Daar probeer je wat extra mee te doen.’

‘Luisteren zonder direct een oordeel te vellen.’

Froukje en Ronald nemen regelmatig de bakfiets mee de wijk in en gaan langs middelbare scholen. De bakfiets zit vol met folders, een laptop en allerlei testjes en grappige dingen over onderwerpen waar jongeren vragen over hebben. Een prima manier om met jongeren in gesprek te komen. ‘We houden alle onderwerpen open’, vertelt Froukje ‘en zorgen ervoor dat we jongeren positief benaderen. Jongeren

Froukje

uitzoeken welke regelingen er zijn, wat kan je verwachten van het maatschappelijk werk enzovoort. Claudia en Wilma vinden beiden dat Claudia sterker is geworden.

Wilma vindt het vrijwilligerswerk een verrijking. ‘Ik ontmoet heel verschillende mensen, uit allerlei milieus, landen en culturen. Ik ben er door gegroeid.’ Wat zij bereikt met mensen geeft haar voldoening: ‘de chaos is weg en men weet wat men te besteden heeft. Hopelijk heb ik daarmee financiële problemen helpen voorkomen.’

‘Er zijn grenzen aan wat een vrijwilliger kan/mag doen.’

Wilma voelt zich als vrijwilliger gesteund door Versa Welzijn. ‘Ik heb me nooit gerealiseerd dat er wel grenzen zijn aan de hulp die je als vrijwilliger kunt bieden. Je kunt zo betrokken raken dat je te ver dreigt te gaan. Dankzij trainingen en het tweemaandelijks overleg met de coördinator heb ik geleerd die grenzen te stellen en te bewaken.’ Dit wordt steeds belangrijker, vindt Wilma. ‘De samenleving is complexer geworden, er is meer bureaucratie en we komen in aanraking met zwaardere problematiek. We bieden nu ook hulp aan mensen die het traject voor schuldhulp- verlening ingaan en blijven, als dat nodig is, ondersteuning geven tijdens het hele traject. Bij de intake kan blijken dat de problematiek té zwaar is. Dan is het een voordeel om onderdeel te zijn van een groter geheel als Versa Welzijn, je kunt iemand snel en gemakkelijk in contact brengen met een professioneel sociaal werker.’

‘Ongelooflijk hoeveel mensen er daar geholpen kunnen worden in twee uur tijd!’

De spreekuren ‘Administratie voor elkaar’ in Uit-Wijk en SCAN noemt zij een dynamische aangelegenheid met een lage drempel. ‘Ongelooflijk hoeveel mensen er daar geholpen kunnen worden in twee uur tijd!’. Ze beschrijft hoe ze met stapels papieren komen en hoe die ter plekke worden uitgezocht en geordend. Soms moeten ze nog een keer terugkomen, soms komt er een vervolg bij de mensen thuis. Als het nodig is wordt direct contact gelegd met een sociaal werker.

Meer informatie: www.versawelzijn.nl/vrijwilligethuishulp

thuisadministratie

‘Ik vond het heel bijzonder dat ik zomaar hulp kreeg van een vrijwilliger.’

De vrijwilligers van Thuisadministratie van Versa Welzijn helpen mensen bij het op orde brengen en houden van hun financiële administratie. Zij komen bij de mensen thuis zolang het nodig is en totdat men weer zelfstandig verder kan.

Claudia is alleenstaande moeder van drie kinderen (17, 20 en 22). Ze komt oorspronkelijk uit Argentinië. Door persoonlijke omstandigheden kon zij geen carrière opbouwen. In 2009 kreeg zij kanker. Wilma is sinds 2008 vrijwilliger bij Thuisadministratie. Naast het begeleiden van mensen in de thuissituatie, doet Wilma ook mee met de spreekuren ‘Administratie voor elkaar’ in Uit-Wijk in Bussum.

‘De papieren stapelden zich op.’

Toen Claudia haar laatste chemokuur onderging vroeg de maatschappelijk werker van het ziekenhuis ‘Hoe zit het met je administratie?’. Volgens

Claudia liep alles wel. Voor het huishouden had ze verschillende “potjes” en door automatische betalingen zorgde ze ervoor dat ze geen betalingsachterstand opliep. ‘Ik raakte het overzicht niet kwijt, maar de papieren stapelden zich op en het ontbrak me gewoon aan energie. Het was een van de vele dingen die moesten gebeuren.’ Ze werd in contact gebracht met Versa Welzijn. ‘En.. (lachend) ‘toen kwam Wilma in mijn leven!’. Om te benadrukken hoe belangrijk dat voor haar is geweest en nu nog steeds is knijpt ze Wilma in de arm.

‘Ik vond het heel bijzonder dat ik zomaar hulp kreeg van een vrijwilliger’, zegt Claudia. ‘Ik had geen idee dat zoiets mogelijk was. Echt fantastisch.’ Ze wist niet dat je zoiets kunt vragen, kon het in elk geval niet, maar raadt nu anderen aan om het vooral wel te doen. ‘Je moet het niet gênant vinden, want tenslotte blijf je alles zelf doen en zelf verantwoordelijk. De vrijwilliger neemt het niet van je over.’

‘Het leek me wel wat om mensen te helpen in de thuissituatie.’

Wilma vertelt dat het meteen klikte met Claudia en hoe ze gelijk aan de slag gingen. ‘We begonnen met een prioriteitenlijstje en hebben de stapels papieren doorgenomen en weggedaan wat weg kon. Wat overbleef ging in mappen. Ook de kinderen kregen eigen mappen en Claudia kreeg opdrachtjes. Claudia: ‘Dat werkte, het gaf structuur, maar soms hield ik me er niet aan.’ In het begin ging Wilma één keer per week bij Claudia langs, soms eens in de twee weken, soms vaker als dat nodig was. Het ging niet alleen over de administratie. Maar ook om de weg wijzen,

Wilma (coördinator Thuisadministratie)en Wilma (vrijwilliger)

www.versawelzijn.nl

Twitter: @VersaWelzijn

Facebook: /versawelzijn

Auteurs: Rietje Flink, Diana van Vessem, Ronnie van Wijk, Versa WelzijnEindredactie: Ludwina van Zomeren, afdeling communicatie, Versa WelzijnFotografie: Mira Makkinje, Tea IdzengaVormgeving: Sabine van Winsen, De Grafische Keuken

Versa WelzijnLarenseweg 30Postbus 1463, 1200 BL Hilversum035 - 623 11 [email protected]