ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne...

24
> Nieuwe medische techniek brengt licht in de duisternis > Nieuwe technieken op de dienst medische beeldvorming > Overlijden dr. Raymond Van Noyen > 5 de Week van de Valpreventie ImeldaNieuwsbrief april 2016 halfjaarlijks informatieblad van Imelda vzw (jaargang 20)

Transcript of ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne...

Page 1: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

> Nieuwe medische techniek brengt lichtin de duisternis

> Nieuwe techniekenop de dienst medische beeldvorming

> Overlijden dr. Raymond Van Noyen

> 5de Week van de Valpreventie

ImeldaNieuwsbriefapril 2016

halfjaarlijks informatieblad van Imelda vzw (jaargang 20)

Page 2: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

Inhoud

2

4Nieuwe medische techniek brengt licht in de duisternisCharles Smets

3IntroIlke Montag

7Nieuwe technieken op de dienst medische beeldvormingAnnick Demeyere

105de Week van de ValpreventiePeter Lybeert

13NIEUW: Incident meldformulier voor huisartsenPatrick van Daele

14Nieuwe stafleden

17Overlijden dr. Raymond Van NoyenLuc Haenen

18Publicaties van 1/1/2015 tot 30/6/2015

Page 3: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

3

ImeldaNieuwsbrief april 2016

IntroIlke Montag, hoofdarts - medisch directeur

• samenbrengen van wachtposten(te herorganiseren als 24/7 huis-artspermanentie) en spoeddien-sten in centra voor ongeplandeacute zorg, met één gemeen-schappelijke toegangspoort en eentriage die de patiënt verwijst naarde 24/7 huisartspermanentie ofde spoeddienst

• een gemengde financiering meteen grote vaste component voorde beschikbaarheidsfunctie van despoed en een variabele componentop basis van het aantal spoedcon-tacten. Artsen krijgen voor elkcontact een honorarium dat lagerligt dan het huidige bedrag.Daarnaast ontvangt de arts derest van zijn inkomen uit het vastebudget van de spoeddienst, alseen permanentiehonorarium peraanwezig dagdeel of wacht.Dezelfde regeling wordt toegepastvoor de huisartspermanentie

• gelijkschakelen van het remgeld enhet betalingssysteem voor huis-artspermanentie en spoeddienst.Het remgeld wordt slechts éénkeer betaald, op voorwaarde datde patiënt de zorgsetting kiest diede triage hem voorstelt. Een zeerambitieus plan waarbij de eersteen tweede lijn gaan samenhuizen,waarbij de patiënt die zorg krijgtdie hij nodig heeft en waarbij depatiënt ook financieel gestimu-leerd wordt om de gepaste zorg tekiezen.

Reeds geruime tijd waren de huis-artsen vragende partij voor onder-steuning bij medisch technische enverpleegtechnische interventies.Vanaf 9 april mogen verpleegkundi-gen nu ook effectief vaccinatiestoedienen zonder aanwezigheid vaneen arts. Dankzij de nieuwe regelzullen vaccinaties vlotter kunnenworden geregeld in preventieve

2016: het is alvast gestart als eenzeer bewogen jaar. De aanslagen inZaventem en Maalbeek liggen nogvers in het geheugen. De opvang vande talrijke slachtoffers, familie ennabestaanden was een uitdagingvoor de hulpdiensten. Ook hetImeldaziekenhuis ving slachtoffersop. Solidariteit werd een zichtbaarbegrip.

Stilaan herneemt het leven zijngewone gang, met de talrijke uitda-gingen binnen de gezondheidszorgdie voor ons liggen, als ziekenhuismaar ook als zorgverlener buiten deziekenhuismuren.

Voor het Imeldaziekenhuis zelf ligtde grootste uitdaging in het behalenvan de NIAZ-accreditatie.

Kernwoorden binnen de gezond-heidszorg zijn netwerken en samen-werken. Het recente KCE-rapport‘organisatie en financiering vanspoeddiensten in België: huidigesituatie en opties voor hervorming’is daar een duidelijk voorbeeld van.Het schuift vier hervormingsvoor-stellen naar voor, voor een meerefficiënte middeleninzet met behoudvan toegankelijkheid en kwaliteit:met name • verminderen van het aantal

spoeddiensten

overheidsdiensten en thuisverpleeg-kundigen zullen de griepvaccinatiesnu mogen toedienen.

De verpleegkundigen en paramediciworden, nog meer dan vroeger, derechterhand van de behandelendearts. De arts krijgt hierdoor meer tijdvoor het zuivere medisch handelen.Gezondheidszorg wordt een team-sport tussen arts, verpleegkundigen,paramedici en de patiënt, al dan nietondersteund door mantelzorgeren/of vertrouwenspersonen. En erkan maar gescoord worden als alleteamleden gaan voor hetzelfdehoger doel: zo gezond mogelijk zijnen blijven.

Zorgen voor anderen, begint met dezorg voor jezelf. Soms moeten wegrenzen durven stellen. Burn-outkan ons als zorgverleners ook over-komen. Ook wij mogen af en toeeens niets doen, tijd maken vooronszelf en erop letten dat we vol-doende licht vangen. Gezien dedagen langer worden, hebben wealvast meer kans en/of tijd om éénvan de drie bovenstaande tips waarte maken.

In onze nieuwsbrief geven we ugraag informatie mee over een aan-tal nieuwe technieken: de tomosyn-these en de onderzoeken met denieuwe MRI op medische beeldvor-ming en het gebruik van fluorescen-tie door de neurochirurgen. Naaraanleiding van de Week van deValpreventie geeft dokter PeterLybeert toelichting bij de invloed vanmedicatie op valrisico. We stellen uook graag een aantal nieuwe colle-ga’s voor.

Veel leesgenot �

Page 4: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

4

ImeldaNieuwsbrief april 2016

groep van kwaadaardige tumoren.Het maligne glioblastoma is veruitde meest frequente kwaadaardigehersentumor.

Diagnose en prognose

Omdat de hersenen en het hersen-vocht als een spons fungeren, kaneen hersengezwel relatief veelgroeien alvorens het symptomenveroorzaakt. Hoofdpijn, epilepsie enverlamming zijn de meest frequentesymptomen, maar in een aantalgevallen wordt de diagnose toevalliggesteld.

In Vlaanderen wordt jaarlijks bij 850volwassenen een goedaardig ofkwaadaardig hersengezwel vastge-steld. Mannen worden vaker getrof-fen dan vrouwen. De afgelopendecennia is er een onmiskenbaretoename van het aantal gevallen. Ditheeft zeker te maken met de toena-me van het aantal hersenscans datom diverse redenen verricht wordt.Omgevingsfactoren zouden een rolspelen, maar sluitende bewijzen zijner hiervoor nog niet. Genetischoverdraagbare – erfelijke - hersen-tumoren zijn extreem zeldzaam.Kwaadaardige hersentumoren vor-men slechts 1,6% van de totale

De overleving of prognose wordtdoor verschillende factoren bepaald.Het type hersencel van waaruit detumor ontspringt (histologie), demate waarin hij groeit (gradiëring)en eventuele genetische subtypeszijn tumorgerelateerde factoren. Deleeftijd van de patiënt en zijn zelf -redzaamheid dragen eveneens bij totde prognose. Tot slot is de volledig-heid waarin de tumor kan verwijderdworden een belangrijke factor.

Fluorescentie als hulpmiddel

Bij het glioblastoma multiforme, dieveruit de meest frequente kwaad-

Nieuwe medische techniek brengt licht in de duisternisCharles Smets, neurochirurg

Fluorescentie

Hoewel het aantal hersentumoren lijkt toe te nemen, blijft het een zeldzame aandoening. In de meestegevallen is een ingreep aangewezen. Een operatie laat toe een definitieve diagnose te stellen en hetgezwel al dan niet volledig te verwijderen. Voor goedaardige hersentumoren betekent volledige verwij-dering meestal genezing. Ook de overlevingskansen van patiënten met een kwaadaardig hersengezwelworden grotendeels bepaald door de mate waarin het gezwel kan verwijderd worden. Kwaadaardige her-sentumoren zijn echter innig verweven met het weefsel en daardoor moeilijk te onderscheiden van nor-male hersencellen. Fluorescentie, een nieuwe medische techniek, laat toe dit onderscheid wel te maken.

v.l.n.r. dr. Patrick Van Schaeybroeck, dr. Charles Smets en dr. Benedikt Hermans

Page 5: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

drinkt de patiënt drie uur voor hijdoor de anesthesist in slaap gedaanwordt een aminozuur onder vormvan een op te lossen poeder. Dehoeveelheid poeder is afhankelijk vanhet lichaamsgewicht en wordt met50 ml water vermengd tot een lichtzoute oplossing. Het aminozuurwordt na één uur volledig door demaag opgenomen en verdeelt zichvervolgens via de bloedbaan in hetlichaam. Door 48 uur op voorhandcortisone te geven, wordt de maag-absorptie verbeterd. In kwaadaardigehersencellen wordt de stof veelmeer geabsorbeerd dan in gezondehersencellen. Hetzelfde geldt voorepitheelcellen, zoals die van de huid.In de cellen wordt het aminozuuromgezet in een porphyrine datonder het uv-licht van de operatie-

microscoop oplicht of fluoresceert.Deze fluorescentie is maximaal zesuur na inname zichtbaar en wordtzoals absorptie bevorderd door cor-tisone-inname. Naarmate de randvan de tumor bereikt wordt, daalt deintensiteit van de fluorescentie, omte verdwijnen eenmaal er geenkwaadaardige hersencellen meeraanwezig zijn.

Nadelen van fluorescentie

De patiënt dient gedurende 24 uurvan direct licht afgeschermd te wor-den. Concreet betekent dit dat vanafhet ogenblik dat hij de stof drinkt,de gordijnen gesloten worden en ergeen licht meer aangestoken wordt,tenzij het naar het plafond gerichtwordt. Hetzelfde geldt in de opera-tiezaal tot de patiënt volledig metsteriele doeken is afgedekt en dehuid na de insnede is omgeklapt. Optransport naar de operatiezaal ofIntensieve Zorgen, dient de patiëntmet een laken verstopt te worden.

aardige hersentumor is, is het zekeraan de rand van het letsel of bij eenheringreep niet eenvoudig om hetonderscheid te maken tussen tumo-raal en normaal hersenweefsel. Deoperatiemicroscoop vergroot hetbeeld en laat een betere belichtingtoe. Dit verhoogt de veiligheid waar-mee geopereerd wordt maar niet devolledigheid waarmee de tumor ver-wijderd kan worden. Hetzelfde geldtvoor navigatie. Dit is een GPS waar-mee met een nauwkeurigheid vanenkele millimeters, de plaats kanbepaald worden waar geopereerdwordt. Fluorescentie is wel een mid-del om het onderscheid te maken eneen tumor nauwkeuriger te verwij-deren.

Bij het gebruik van fluorescentie

5

ImeldaNieuwsbrief april 2016

M ITOCHON D RIUM

Enzyme x �

+ Fe

C YTOPLASMA

Z

Q

PP III

Y

X

ALA

Glycine + Succinyl- CoA

Hb

HEEM

PP IX

NHOCOTIM

X

ALA

AoC-lyniccuS+ e nicylG

MUIRDN Q

IIIPP

eF+

MEEH

XIPP

LPOTYC�xe myznE

Y

X

AMSAL

Z

bH

Dit is een schematische voorstelling van de normale heemsynthese. Hetaminolevulaanzuur (ALA) wordt via verschillende tussenstappen omgezet ineen protoporphyrine IX. Dit is een bestanddeel van het heem dat uiteinde-lijk het hemoglobine vormt. In bepaalde hersentumoren is deze cyclus meeruitgesproken, zodat meer protoporphyrine gevormd wordt dan in het nor-male hersenweefsel. Omdat het protoporphyrine oplicht onder uv-licht kandaardoor een onderscheid gemaakt worden tussen tumoraal en normaalhersenweefsel. � � �

Hersenoperatie onder wit licht waar-bij het onmogelijk is om normaalvan tumoraal hersenweefsel te onder-scheiden.

Hersenoperatie onder blauw licht waar-bij het tumorale weefsel fel roze oplichten daardoor van het normale hersen-weefsel kan onderscheiden worden.

Page 6: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

ImeldaNieuwsbrief april 2016

6is niet omdat het weefsel oplicht dathet ook veilig kan verwijderd worden.Het driedimensioneel, anatomischinzicht van de chirurg blijft essenti-eel om een veilige afstand te houdenvan kritische zones en geen belang-rijke bloedvaten te beschadigen.Navigatie kan de chirurg hierbij hel-pen.

Na 24 uur is de stof volledig uit hetlichaam verwijderd, tenzij bij patiën-ten met een verminderde nier-en/of leverfunctie. Indien dezeregels niet gerespecteerd worden,kunnen forse jeuk of zelfs brand-wonden ontstaan.Een tweede aandachtspunt is uiter-aard de veiligheid van resectie. Het

Conclusie

De overleving van patiënten met eenkwaadaardige hersentumor wordtmede bepaald door de volledigheidvan resectie. Fluorescentie is eenveilige techniek die dit doel helpt nate streven. Maar de anatomischekennis van de chirurg blijft essenti-eel om tot een veilige resectie tekomen. �

Dienst Neurochirurgie

Dr. Benedikt HermansDr. Charles SmetsDr. Patrick Van Schaeybroeck

Secretariaat:015 50 61 93

Meer info?015 50 51 [email protected]

� � �

Page 7: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

ImeldaNieuwsbrief april 2016

7

• Opsporing van tumoruitbreiding en(implant) metastasen of uitzaaiin-gen bij eierstokkanker en bij darm-kankers. Dit onderzoek duurtmaximum 40 minuten. Het vormteen aanvulling op de PET-CT inhet geval van buikvliesuitzaaiingen(kleiner dan 10 mm). Op basis van

Wie voor een MR-onderzoek komt,merkt onmiddellijk het verschil. DeMR-zaal is zo ingericht om het depatiënt tijdens het onderzoek zoaangenaam mogelijk te maken. Zo isde zaal voorzien van sfeerverlich-ting, waarbij de kleur kan aangepastworden aan de wensen van depatiënt. De buisopening van descanner is ook breder geworden.Samen zorgt dit voor meer gerust-stelling bij de patiënt met minderclaustrofobie tot gevolg.

Het type onderzoeken dat met hetnieuwe toestel wordt uitgevoerd zijndezelfde als bij het oude toestel: erworden beelden gevormd doorgebruik te maken van sterke mag-neetvelden en radiogolven. Met hetnieuwe toestel kunnen daarnaastook drie uitgebreidere onderzoe-ken uitgevoerd worden die over eengroter deel van het lichaam kunnentoegepast worden:

dit onderzoek kan de arts de aan-sluitende therapie nauwkeurigerbepalen: chirurgie, chemotherapie,HIPEC,… Omwille van de complexi-teit wordt dit onderzoek enkel uit-gevoerd bij strikte indicaties en namultidisciplinair overleg.

Nieuwe technieken op de dienst medische beeldvorming

Annick Demeyere, radioloog

Oktober 2015 was voor de dienst medische beeldvorming een memorabel moment. Op 2 oktober werdde nieuwe MR opgestart na een periode van intensieve verbouwings- en aanpassingswerken. In dezelf-de periode werd met de digitale tomosynthese bij de mammografie en de elastografie op echografiegestart. Twee onderzoeken die helpen bij het vroegtijdig opsporen en evalueren van kankers met grotevoordelen voor de patiënt. Hoe vroeger de opsporing, hoe beter de prognose voor patiënten met kanker.

Tumorale localisaties op de darmwanden niet zichtbaar op deroutinematig gebruikte T1 en T2 sequenties, doch wel zichtbaarop de diffusiegewogen opnamen.

Nieuw

� � �

v.l.n.r. Margit Van Camp, hoofdverpleegkundigeen Annick Demeyere, radioloog

Page 8: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

8

ImeldaNieuwsbrief april 2016

onderzoek en duurt ongeveer 55minuten. Voor de karakterisatievan botletsels in de wervelzuil envoor differentiatie van een indeu-kingsfractuur van een wervelli-chaam wordt er een bijkomendescan gemaakt van ongeveer 25minuten.

• Elastografie van de lever. Dezetechniek meet de stijfheid van delever (vb bij hepatitis B en C). Destijfheid van de lever geeft eenindicatie van de graad van fibrosevan de lever, gaande van lichtegraad van fibrose tot levercirrose.Deze techniek doet ook stilaanzijn intrede bij de borstletsels enbij de schildklierletsels om zo eenonderscheid te kunnen makentussen goedaardige en kwaadaar-dige letsels.

Digitale tomosynthese

Digitale tomosynthese van de borstis een nieuwe bijkomende mammo-grafische techniek om borstkankerbeter en in een nog vroeger stadiumte kunnen detecteren.

De digitale tomosynthese of ‘3D’mammografie wordt nu aansluitendop de gewone of ‘2D’ mammografieuitgevoerd. De borst wordt hiervoorop dezelfde manier samengedruktzoals bij een gewone mammografi-sche opname. Deze opnamen durenin totaal ongeveer 10 minuten.

Voor deze opname beweegt de buisover een hoek van 50°. Vanuit debekomen gegevens berekent decomputer daarna 3D-beelden. Elkbeeld geeft 1 millimeter van de borstweer. Zo ontstaat er een beeldensetper borst. De radioloog bekijkt dezebeelden beeld per beeld.

Deze opnametechniek biedt hetvoordeel dat borstkankers die andersverborgen blijven door weefselover-lap gemakkelijker en in een vroegerstadium kunnen opgespoord worden.Daarnaast is de uitgebreidheid vande letsels beter te beoordelen enkunnen meervoudige letsels gemak-kelijker gedetecteerd worden.

• Opsporing van botmetastasen ofbotuitzaaiingen (vb borst, lym-foom, prostaat,…), infectieuze eninflammatoire aandoeningen(ankyloserende spondylitis,SAPHO,..). Hierbij wordt een scangemaakt van de wervelzuil en hetbekken. Dit is een vrij uitgebreid

Differentiatie tussen maligne of kwaadaardige en benigneof goedaardige wervelfractuur (letsel in wervellichaam L1 (bovenste cirkel)is een ‘gewone’ indeukingsfractuur, letsel in wervellichaam S1 (onderstecirkel) is een metastase).

Elastografie van de lever

Stellair tumoraal proces bijna niet zichtbaar op degewone of 2D mammografie, maar veel duidelijkerzichtbaar op de tomosyntheseopname

� � �

Page 9: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

9

ImeldaNieuwsbrief april 2016

Stralingshygiëne

Bij dit onderzoek wordt ook aan-dacht gegeven aan stralingshygiëne.Om de bestralingsbelasting te redu-ceren heeft ons centrum voor dePRIME technologie gekozen waar-door de stralingsdosis met ongeveer30% vermindert.

De bedoeling is dat op termijn nogenkel de tomosynthesebeelden wor-den genomen om van daaruit de‘gewone’ mammografie te kunnenberekenen. Dit betekent een bijko-mende vermindering van de stra-lingsdosis met de helft.

Grotere ondersteuningborstkliniek

Met deze nieuwe techniek wordt deborstkliniek van ons ziekenhuis nogmeer ondersteund. Het is belangrijkdat een patiënt steeds op korte ter-mijn op onderzoek kan komen ingeval van een borstprobleem. Hetteam van de borstkliniek werkt zeernauw samen met de dienst medi-sche beeldvorming, wekelijks wordteen patiëntenbespreking georgani-seerd. Dit maakt dat het centrumsterk staat in de borstkankerdetec-tie. �

DienstMedische Beeldvorming:

Dr. Yves De Bruecker Dr. Filip De Somer Dr. Sofie De Vuysere Dr. Annick Demeyere Dr. Lode Janssen Dr. Isabelle Lambrechts Dr. Mathieu Lefere Dr. Lutgarde Lemmens Dr. Dirk PerdieusDr. Yoeri Vankan

Secretariaat en afspraken:015 50 50 80

Meer info?015 50 49 [email protected]

Voordelen van digitaletomosynthese van de borst:

1. Minder weefseloverlap,waardoor betere detectie

2. Minder vals positieven 3. Nuttig bij borsten die veel

klierweefsel en steunweefselbevatten

4. Spotcompressie vermijden

Enkele cijfers:

1. Jaarlijks worden ongeveer13.000 MR-onderzoekengedaan

2. Jaarlijks worden ongeveer4.500 mammografie onder-zoeken gedaan

2D digitale mammografie Digitale borst tomosynthese

Het team van radiologen in ons ziekenhuis

Page 10: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

10

ImeldaNieuwsbrief april 2016

In het Imeldaziekenhuis trachten wedeze campagne over Valpreventieruimer te zien dan ‘slaappillen’ enbrengen we ook de psychofarmacaonder de aandacht.

Psychofarmaca zoals de benzodia-zepines/Z-producten, antidepressivaen antipsychotica worden recht-streeks geassocieerd met een ver-hoogd valrisico zoals weergegeven inonderstaande tabel:

Het gebruik van psychofarmacaligt in België erg hoog: 35% van de

5de Week van de ValpreventiePeter Lybeert, geriater

Valpreventie

Vallen komt frequent voor in de oudere populatie. Eén derde van de thuiswonende 65-plussers en tot42% van de 75-plussers valt minimum 1x/jaar. In woonzorgcentra (WZC) hebben vrijwel alle bewonerseen verhoogd valrisico.Tijdens de jubileumeditie van de Week van de Valpreventie van 18 t.e.m. 24 april zal in 2016, net zoalsin 2015, alle aandacht gevestigd worden op slaapmedicatie: ‘Van slaappillen kan je vallen. Praat erovermet je arts‘. Het is aangewezen om het gebruik van medicatie – in het bijzonder van psychofarmaca – in de ouderepopulatie kritisch te beoordelen tegen de achtergrond van valproblematiek. Zowel de patiënt zelf als zijnomgeving en het behandelende zorgteam dragen hierin een verantwoordelijkheid.

Geneesmiddel Bijwerkingen die van invloed Significante associaties met valrisicozijn op valrisico volgens meta-analyse Woolcott

Benzodiazepines • Sedatie • Benzodiazepines verhogen de kans op een valen Z-producten • Gestoorde motorische coördinatie met factor 1,6

• Vermindering mobiliteit • Z-producten’ gaan met dezelfde ongewenste effec-• Vermindering ADL-activiteiten ten gepaard, o.a. risico op vallen met heupfracturen

Antidepressiva • Orthostatische hypotensie • Antidepressiva verhogen de kans op een val met• Duizeligheid factor 1,7• Sedatie • Hogere dosissen zijn geassocieerd met hoger• Vertroebeld zicht aantal valincidenten• Verminderde alertheid (vooral • Geen verschil in aantal valincidenten tussen de

tricyclische antidepressiva) oudere en de nieuwere antidepressiva

Antipsychotica • Sedatie • Antipsychotica verhogen de kans op een val met • Duizeligheid factor 1,6• Verminderde centrale alertheid • Het valrisico neemt toe indien meer dan één• Verwardheid antipsychoticum wordt gebruikt• Vermindering cognitie • Atypische antipsychotica werden niet• Orthostatische hypotensie geassocieerd met minder valincidenten ondanks• Grotere gevoeligheid aan minder extrapiramidale neveneffecten

geneesmiddelen-interacties• Extrapiramidale symptomen

Page 11: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

11

ImeldaNieuwsbrief april 2016

� � �

• Aanpassing van voorschrijfgedragvan artsen kan het valrisico opsignificante wijze reduceren.

• Het afbouwen/stoppen van psy-chofarmaca bij ouderen is mogelijkzowel voor benzodiazepines anti -psychotica en antidepressiva.

• Het aanbieden van een gestructu-reerde educatiefolder over benzo-diazepines motiveert ouderen omhierover een gesprek aan te gaanwat resulteert in een significanteafbouw van medicatie. Deze edu-catiebrochure is verkrijgbaar viawww.valpreventie.be.

75-plussers gebruikt een slaap- ofkalmeringsmiddel, waarvan 40%vrouwen en 26% mannen. In Woon-en Zorgcentra neemt 79% van debewoners psychofarmaca; meer indetail neemt 54% een benzodiaze-pine, 40% een antidepressivum en33% een antipsychoticum.Bijkomende farmacotherapeutischeen leeftijd gerelateerde factoren opvalrisico:

• Ouderen zijn gevoeliger voor bij-werkingen van medicatie.Mogelijke oorzaken hiervoor zijn:

• Wijzigingen in farmacokinetiek:door verminderde nier- enleverfunctie, wijzigingen inlichaamssamenstelling,…

• Wijzigingen in farmacodynamiek:verandering in gevoeligheid voorgeneesmiddelen

• Therapie(on)trouw (met gevaarvoor over- of onderdosering)

• Vaardigheden (vergetelheid, cog -ni tie)

• Multimorbiditeit

• Al vanaf de inname van 4 of meerverschillende geneesmiddelen(polyfarmacie) of inname van eenrisicovol geneesmiddel (o.a. psy-chofarmaca) verhoogt het risicoop een val met letsels, onafhanke-lijk van mogelijke beïnvloedendefactoren als gezondheidstoestanden demografische variabelen.

Het rationaliseren van het genees-middelenbeleid is een effectievemanier om het aantal valincidentente verminderen:

• Graduele, stapsgewijze afbouwvan psychofarmaca reduceert sig-nificant het aantal valincidenten.

Enkele belangrijke kanttekeningen:

• Er wordt uitdrukkelijk opgemerktdat afbouw van medicatie die val-risico verhoogt geen doel op zichmag zijn. In bepaalde situatiesmoet de therapie voortgezet wor-den, ondanks de risico’s. Het isaan de behandelende arts om, insamenspraak met de patiënt enandere betrokken zorgverstrek-kers, hierover individueel te oorde-len.

• Farmacotherapeutische beslissin-gen worden genomen o.b.v. hetvalrisico, functionele status, mul-timorbiditeit en levensverwachting

Page 12: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

12

ImeldaNieuwsbrief april 2016

eerder dan door een rigide toe-passing van het algoritme.

• Er is een evidente correlatie tus-sen val- en fractuurpreventie.Voor de medicamenteuze preven-tie van fracturen wordt verwezennaar de praktijktool van DomusMedica (weldra online).

• Ook andere geneesmiddelen danpsychofarmaca houden een ver-hoogd valrisico in, zoals bv. opio-ïden, orale antidiabetica,...Specifiek voor antihypertensivamoet bij de aanvang van therapiegewaarschuwd worden voororthostatische bloeddrukdaling endient de dosis langzaam opgedre-ven te worden. Indien nodig isdoorverwijzing naar een cardioloogof geriater noodzakelijk.

Aanvullende informatie:

Het Lokaal Gezondheidsoverleg, hetVlaams Instituut voor Gezondheids -promotie en Ziektepreventie, hetExpertisecentrum Val- en fractuur-preventie Vlaanderen. �

Kernboodschappen:

• Stel de indicatie scherp bij het opstarten van psychofarmaca

• Weeg de voordelen van farmacotherapeutische therapie aftegen de nadelen in overleg met de zorgverstrekkersrondom de persoon/patiënt

• Put eerst de niet-farmacologische alternatieven uit vooraleerfarmacologische therapie te starten

• Wees rationeel bij het opstarten van nieuwe medicatiebij ouderen, en houd rekening met alle risicofactorenvoor bijwerkingen

• Voorzie van meet af aan een stop- en/of een evaluatiedatum

• Overweeg afbouw van farmaca, zelfs na langdurig gebruik

• Wijs de oudere op het verhoogde valrisico

Centrum Valpreventie:

Geriater:Dr. Peter LybeertNeuroloog:Dr. Patrick VermylenFysiotherapeut:Dr. Stijn GysenbergsParamedicus:Eric Van GenechtenVerpleegkundige:Lieve Boogmans

Meer info?Elke werkdag van8u00 tot 16u30op het nummer015 50 64 05 of via [email protected]

� � �

Page 13: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

ImeldaNieuwsbrief april 2016

13

ken. Deze adviezen worden naar deverantwoordelijke directieledengestuurd, die deze op zijn / haarbeurt kan toekennen aan iemandbinnen de organisatie. Die persoon,verantwoordelijke en / of commissiewordt dan gevraagd om een verbe-teractie op te starten. Op die manierwordt elk incident mogelijk eenbeginpunt van verbetering.

10 jaar MIPV (MeldingscommissieIncidenten Patient Veiligheid)

Al 10 jaar worden intern in ons zie-kenhuis incidenten gemeld engeanalyseerd. Een kleine 5000 mel-dingen gaven aanleiding tot 1300analyses. Hiermee werden bijna 700verbeteracties opgestart.Ter gelegenheid van ons 10 jarigbestaan werd een nieuw incident-meldkanaal geopend. Deze keer nietintern maar naar onze belangrijkepartners in de eerste lijn: de huis-arts. Wanneer een huisarts vaststeltdat er iets is misgelopen bij eenpatiënt die van het ziekenhuis naarde huisarts wordt (terug)gestuurd,dan kan deze dit met een beknoptmeldformulier doorgeven aan hetziekenhuis.

Het melden van huisartsen is eenechte paradigmashift. In het verle-den werden fouten nog te vaakgelinkt aan schuld. Terwijl het nutti-

Ziekenhuizen zijn complexe organi-saties waar heel veel mensen verblij-ven en werken. Patiënten komendikwijls in contact met verschillendeafdelingen en meerdere specialis-men. De behandeling van elkepatiënt kan bovendien elke dag aan-gepast worden in functie van deonderzoeksresultaten en de ziekte-evolutie.

Het Imeldaziekenhuis investeertcontinu in de veiligheid van de zorg:door opleiding van personeel, ver-nieuwing van software en appara-tuur, verbetering van de infrastruc-tuur en het verbeteren van de pro-cedures. Een aantal van deze initia-tieven binnen het ziekenhuis zijngebundeld onder het [email protected] (of patiënt -veiligheid in Imeldazie kenhuis). Maarook in de eerste lijn wordt volopnagedacht hoe de patiëntveiligheidkan verbeterd worden.

Wanneer zich een incident voordoetkunnen we daar dikwijls iets vanleren. Het is hierbij uitermatebelangrijk om op een constructieveen vertrouwelijke manier, samen metalle betrokkenen, de feiten onder hetlicht te houden. Op basis van eendergelijke incidentanalyse worden erverbeteradviezen geformuleerd doorde MIPV-commissie om eventueleonderliggende oorzaken aan te pak-

ger is om deze te analyseren zodatze in de toekomst vermeden kanworden.

We zien 5 grote domeinen waarovergemeld kan worden:

• Transmurale communicatie• Medicatievoorschrift• Educatie en coördinatie van zorg• Klachten/getuigenissen van

patiënten• Vertrouwenscultuur

De huisarts klikt gewoon op het meld -formulier (staat op www.imelda.beonder ‘Professionals’). De MIPV kandan nagaan wat er precies is foutgelopen en wat daar eventuelebasisoorzaken van kunnen zijn. DeMIPV stelt vervolgens een verbeter-advies op. De melder wordt op dehoogte gebracht van het opgesteldeadvies. Zo kan de melder zien watzijn melding teweeg heeft gebracht.Enkel de leden van de MIPV-com-missie zijn op de hoogte van naamvan de arts, patiënt en betrokkenen.Hiervoor werd een duidelijke proce-dure en een huishoudelijk internreglement opgesteld. Het advieswordt zo opgesteld dat alle verwij-zingen naar het originele incident(zo veel als mogelijk) worden door-geknipt, zodat alleen ‘the lessonslearnt’ overblijven. Op die manierproberen we een motor van verbe-tering op gang te brengen.

Het is de bedoeling om in de toe-komst ook huisartsen uit te nodigenom deel uit te maken van dezeMIPV- commissie. Op die manier kanook de specifieke kennis van dehuisartsen meegenomen worden inde analyse.

Patiëntveiligheid is iets wat ons alle-maal aanbelangt, dus we rekenen opuw constructieve medewerking! �

NIEUW: Incident meldformulier voor huisartsenPatrick van Daele, kwaliteitscoördinator

Patiëntveiligheid

Page 14: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

14

ImeldaNieuwsbrief april 2016

In de kijkerNieuwe stafleden

Herbert De Praetere

Nele De Brucker

Katrien Ghys

� Herbert De Praeterestudeerde geneeskunde aan de KUL en behaalde zijn diploma in 2004.De volgende 6 jaar vervolgde hij zijn opleiding algemene heelkunde teGenk, Bonheiden en UZ Gasthuisberg waar hij zijn interesse in de car-diovasculaire heelkunde verder kon ontwikkelen. Vanaf 2010bekwaamde hij zich verder in de volwassen hartchirurgie aan de KUL.Sinds 2014 was hij actief als adjunct-kliniekhoofd in het UZGasthuisberg waar hij zich voornamelijk toespitste op de behandelingvan kleplijden (aorta en mitralis) met behulp van minimaal invasievetechnieken zowel via kathetertechniek als chirurgisch. Tevens starttehij het programma voor robotchirurgie, toegepast in de cardiale patho-logie, mee op.

Sinds 1 augustus 2015 is hij werkzaam als staflid cardiochirurgie in onsziekenhuis ontwikkelt hij als consulent één dag per week mee hetrobotprogramma in UZ Gasthuisberg Leuven. Dit programma looptparallel met de opstart van het roboticaprogramma in hetImeldaziekenhuis.

� Nele De Brucker studeerde in 2008 af als arts aan de KUL. Als assistentinterne geneeskunde werkte zij onder andere in Imelda, AZ Groeninge,OLV Aalst en UZ Leuven. Vervolgens specialiseerde zij zich in depneumologie. In 2014-2015 behaalde zij de bijkomende erkenning vanrespiratoir oncoloog. Sinds september 2015 maakt zij deel uit van deassociatie pneumologie binnen het Imeldaziekenhuis.

� Katrien Ghys startte in november 2015 en versterkt Dr. Kerre op de dienst derma-tologie in het Imeldaziekenhuis.

Ze studeerde geneeskunde aan de KUL en behaalde haardiploma met grote onderscheiding in 2011. Ze specialiseerde zichin de dermatologie aan het UZ Leuven (dienst Dermatologie,Prof. Dr. M. Garmyn), bij Dr. Kerre en in het Atrium MC ziekenhuis inHeerlen (Nederland).

Ze volgde meerdere bijscholingen in binnen- en buitenland, behaaldemeerdere publicaties in nationale en internationale tijdschriften ensprak reeds op meerdere congressen. Ze is eveneens lid van de‘Belgische Beroepsvereniging voor Dermatologie en Venereologie’.

Ze zal zich toeleggen op algemene dermatologie, met bijzondere inte-resse voor huidtumoren, kleine dermatologische ingrepen, esthetischedermatologie en pediatrische dermatologie.

Vanaf begin november doet ze op maandag, woensdag en vrijdag con-sultatie in de privé praktijk te Muizen (Dr. Hellinckx K). Op dinsdag isze werkzaam in het Imeldaziekenhuis.

Page 15: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

15

ImeldaNieuwsbrief april 2016

� Lise Van Gestel promoveerde als arts aan de Universiteit Gent, waarna zij haar oplei-ding tot orthopedisch chirurg startte in Antwerpen. Gedurende haaropleiding ontwikkelde zij een bijzondere interesse in de voet- enenkelpathologie. Na haar erkenning als orthopedisch chirurg in 2014volgde zij meerdere fellowships in zowel binnen- als buitenland,waaronder Nederland en het Verenigd Koninkrijk, om zich verder tespecialiseren in de voet- en enkelpathologie.

Sinds 1 oktober is zij werkzaam in het Imeldaziekenhuis te Bonheidenwaar zij zich hoofdzakelijk op de voet- en enkel pathologie richt,naast de algemene traumatologie.

� Edith Vermeulen behaalde haar diploma Apotheker aan de KUL in 2008 en startte aandezelfde universiteit met de specialisatie klinische biologie. De eerstetwee jaar van de opleiding doorliep ze stages in AZ Groeninge Kortrijk(microbiologie en klinische chemie) en in UZ Antwerpen (hematologie).Hierna combineerde ze de opleiding klinische biologie gedurende 4jaar met doctoraatsonderzoek naar de epidemiologie en resistentievan aspergillose.

In oktober 2014 keerde ze terug naar het klinisch laboratorium voorde vervolmaking tot klinisch bioloog, met stages in het laboratoriummicrobiologie in UZ Leuven en het klinisch laboratorium van hetImeldaziekenhuis (februari - augustus 2015).

Zij is verheugd vanaf 1 december 2015 deel uit te maken van de ploegklinisch biologen in het Imeldaziekenhuis, waar ze zich zal toeleggenop de klinische chemie, met inbegrip van auto-immuniteit en kwali-teit.

Edith Vermeulen is getrouwd met dr. Koen Vanlede, pediater teAZ Nikolaas, en mama van Casper en Mira.

� Mathieu Lefere is op 11 januari 2016 gestart in ons ziekenhuis als algemeen radio-loog, met bijzondere aandacht voor musculoskeletale radiologie.

Hij genoot zijn opleiding geneeskunde van 2003 tot 2010 aan deKULAK (Kortrijk) en de KUL. Daarna vervolledigde hij zijn opleidingradiologie van 2010 tot 2015 in het UZ Leuven.

Tijdens zijn opleiding deed hij nog een bijkomende stage musculo -skeletale radiologie aan de UCL (Brussel), onder leiding van professorB. Vande Berg. Na de opleiding ging hij een residentschap aan in hetZOL te Genk voor 6 maanden.

Dr. Lefere is ook houder van een European Diploma in Radiology,behaald te Wenen in 2015. Hierbij werd de praktische en theoretischeradiologische kennis getoetst aan de Europese standaarden, zoalsvastgelegd door de European Society of Radiology.

Lise Van Gestel

Edith Vermeulen

Mathieu Lefere

� � �

Page 16: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

16

ImeldaNieuwsbrief april 2016

Ilke Montag

� Ilke Montagsinds begin dit jaar is dr. Ilke Montag actief als hoofdarts in hetImeldaziekenhuis.

Het mogen opnemen van deze functie in het Imeldaziekenhuis, gekendals zeer dynamisch en vooruitstrevend, is een bijzondere eer. Het waseen kinderwens die in vervulling kon gaan. Van bij de aanvang van mijnstudies geneeskunde wist ik dat ik de functie van hoofdarts ooit wouopnemen. Nu is het aan mij om het gestelde vertrouwen niet tebeschamen en de ingeslagen, voorwaartse koers, verder te zetten.

Even mezelf voorstellen: ik ben 38 jaar, afkomstig uit Willebroek. Ikgenoot mijn opleiding tot arts nucleaire geneeskunde aan het toenma-lig Limburgs Universitair Centrum en de Universitaire InstellingAntwerpen. Gedurende 6 jaar was ik klinisch actief in AZ Oudenaarde.Net zoals tijdens mijn assistentschap, was ik daar onder meer ook lidvan de medische raad. Tussen de scans en vergaderingen door vond iknog de tijd om een aantal bijkomende opleidingen te volgen, zo werder binnen de ‘master in het management en het beleid van de gezond-heidszorg’ de focus gelegd op de kennis en het gebruik van kwaliteits-tools binnen de ziekenhuizen.

Ik ging de horizon ook verruimen buiten België en trok naar INSEADvoor het European Health Leadership Programme.

Als arts functioneer je ook binnen een maatschappelijke context,dus wat extra kennis vergaard in de opleidingen bedrijfseconomie ensociaal recht.

In oktober 2012 was de tijd dan rijp om de klinische praktijk achtermij te laten en de stap richting het management te zetten. Ik nam defunctie op van adjunct medisch directeur in AZ Sint Lucas Gent.Aanvankelijk bezig met MKG-MZG, maar al snel ging ik ziekenhuis-breed, over de ziekenhuisdepartementen en ziekenhuismuren heen aande slag met de patiënt centraal in elk van de trajecten.

Sinds begin 2015 zetel ik ook in de Raad van Bestuur van AZ SintLucas Brugge.

Het postgraduaat gezondheidsrecht en gezondheidsethiek bracht meterug naar de Universiteit Antwerpen (en dus ook terug dichter bij mijnroots) en ergens begin 2015 kruiste de vacature van hoofdarts inImelda mijn pad.

Mijn interessegebieden zijn onder meer kwaliteit en patiëntveiligheid,second victims en het electronische patiëntendossier.

Buiten de uren ben ik terug te vinden in de keuken, achter de kook-potten, zoekend naar een nieuw recept of een cake bakkende voor hetwekelijkse directiecomité.

Voor de gezonde geest in het gezonde lichaam, ga ik regelmatigstevig wandelen. Zie ik 1 van jullie ook in de Dodentocht in Bornem?

� � �

Page 17: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

17

ImeldaNieuwsbrief april 2016

Overlijden dr. Raymond Van NoyenLuc Haenen

Afscheid

Het is zeldzaam geworden om indeze tijd van vluchtigheid, jobflexibi-liteit met de klik van een muis, men-sen te vinden die hun beroepslevenvolledig wijden aan één project, en inhet belang van heel de organisatie,in dit geval het Imeldaziekenhuismet zijn artsen.

Sta me toe om het fenomenalebelang van Raymond als lid, envoorzitter van de medische raad,even in het licht te stellen. In 1970startte Raymond als klinisch bioloogin het Imeldaziekenhuis, en werd in1973 als jongste staflid, voorzittervan de medische raad. Hij oefendedeze functie uit tot 31 juli 2001,toen hij het oudste staflid in Imeldawas, m.a.w. 28 jaar ononderbroken.

Het was ook de tijd dat Raymond enGeorges (de pediater) samen resp.voorzitter en secretaris waren.

Dat was een unicum in België en ookeen voorzitterschap van een medi-sche raad gedurende 28 jaar is totop heden eveneens een unicum indit land.

Voor die inzet en voor zijn inzet opmicrobiologisch gebied kreegRaymond trouwens het ereteken vanRidder in de Orde van Leopold II. Ik ben overtuigd dat velen onderons, die niet aan de frontliniebetrokken zijn met het reilen en zei-len van een complexe organisatie alseen ziekenhuis, beseffen wat datmet een mens doet. Dit is meer daneen sisiphus oefening. Ondanks dezeformidabele inzet voor hetImeldaziekenhuis resulteert deze 28jaar voorzitter medische raad totslechts een bescheiden 4 lijntjes inzijn omvangrijk cv.

Immers, om iedere keer weer, eenvisie uit te stippelen, een visie die

voor de artsen belangrijk was, dekunst om te luisteren naar de ontel-bare problemen die op de medischeraad, toen ook al, werden gesigna-leerd en er ook een oplossing aan tebieden.

Wel beste Raymond, tot op vandaagplukken wij vruchten van uw leider-schap, tot vandaag is het duidelijkdat het Imeldaziekenhuis niet zouzijn wat het vandaag is, zonder u, enere wie ere toekomt uw collega’s“compagnons de route”, waaronderLouis Beckers, die om gezondheids-redenen vandaag niet aanwezig kanzijn.

Ik kende Raymond niet alleen in zijnfunctie als voorzitter van de medi-sche raad, ook als klinisch bioloog,als lid van de orde van geneesheren,en als patiënt. En in die hoedanig-heid van patiënt, als meest kwetsba-re, toonde hij zijn sterkte, samenmet Jeanine. Zijn hartoperatie diebehoorlijk zwaar was, kon hij men-taal perfect plaatsen, zonder over-drijving, geen vip-status, integen-deel, gewoon als mens die ook hijwas.

Raymond, ik zal u steeds herinnerenals één van de steunpilaren waarophet Imeldaziekenhuis zijn grondves-ten heeft gebouwd, en steeds denkik dan aan de woorden die aan deingang van het ziekenhuis op eengedenkplaat staan ter gelegenheidvan de eerste steenlegging van hetnieuwe ziekenhuis in 1982:

“Niemand kan in vrede sterven, alshij niet alles heeft gedaan opdat deanderen zouden leven”.

Beste Raymond, we nemen vandaagafscheid van u, zonder te vergeten,en in naam van de medische raad ende stafleden die hij vertegenwoor-digd, wensen we Jeanine en de fami-lie heel veel sterkte toe. �

Afscheidswoord namens de medische raad

Page 18: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

18

ImeldaNieuwsbrief april 2016

Publicaties van 1/1/2015 tot 30/6/2015Literatuur

Algemene en AbdominaleHeelkunde

Long-term Outcome on the use ofthe Ventralight™ ST Hernia Patch inLaparoscopic Ventral Hernia Repair.

Tollens T, Topal H, Lucardie A,Vermeiren K, Aelvoet C.SurgTechnol Int.2015 May;26:157-61

AbstractBackground: Laparoscopic ventralhernia repair (LVHR) is a commonprocedure in abdominal surgery. Useof mesh has become the gold stan-dard in the last decade because ofsignificantly fewer recurrences.Subsequently, the attention shiftedto reduce mesh related complica-tions in the short- and long-term aswell as to facilitate its handling andpositioning. In continuation of ourprevious study, we conducted a finalanalysis about the use of theVentralight™ ST hernia patch (DavolInc, Subsidary of C. R. Bard, Inc.Warwick, RI).Methods: Prospectively collecteddata of 61 consecutive patients(men/women: 44/17) from July2011 to October 2013 wereanalysed in this final study. Patientswere evaluated clinically at four timepoints in total. At the final clinicalcheck- up, 97% of the total studypopulation was reassessed. The pri-mary outcome parameter wasrecurrence. Secondary outcomeparameters were described in termsof mesh related complications, painscores, and quality of life.Results: Mean follow-up time was23 months (range 16-44). Meanlength of hospital stay was four days(range 2-17). There were no opera-tive complications. Two patients(both>80 years old) died more thanone year after the procedurebecause of a cardiovascular event.One morbidly obese patient (2%)treated for a recurrent incisionalhernia showed a second recurrenceat the last follow-up visit. A clinical

significant seroma was observed intwo patients (3%) one month post-operatively. At last follow-up, twopatients (3%) reported persistentmild discomfort at one specific spot.There was a significant reduction inthe visual analogue scale (VAS)scores at the last follow-up visitcompared to preoperative scores(3.01 vs. 0.27; P<0.01). Quality oflife measurements using the SF-36questionnaire showed good results.Conclusion: This final analysis oflong-term follow-up results on theuse of the Ventralight™ ST herniapatch in laparoscopic ventral herniarepair confirms our preliminary find-ings of the previous two reports. Useof the Ventralight™ ST hernia patchis associated with good short- andlong-term outcomes and can beconsidered as safe and feasible inLVHR.

Cardiologie

Long-term effect of molsidomine, adirect nitric oxide donor, as an add-on treatment, on endothelial dys-function in patients with stableangina pectoris undergoing percu-taneous coronary intervention:results of the MEDCOR trial.

Barbato E, Herman A, Benit E,Janssens L, Lalmand J, Hoffer E,Chenu P, Guédès A, Missault L,Pirenne B, Cardinal F, Vercauteren S,Wijns W.Atherosclerosis. 2015Jun;240(2):351-4.

AbstractObjective: The MEDCOR trial is adouble-blind, randomized studyaiming at demonstrating the superi-ority of molsidomine (direct NOdonor) over placebo, used as add-on treatments, on improvingendothelial function (EF) after 12months, in stable angina patientsundergoing percutaneous coronaryintervention.Methods: EF was assessed by

peripheral vasodilator response (i.e.Endoscore) using arterial tonometryand by several biomarkers, in termsof changes versus baseline after aone-year treatment.Results: The change in Endoscorewas +75 ± 130% in placebo groupand +39 ± 145% in molsidominegroup (p = 0.143). There was adecrease in sICAM-1 with mol-sidomine (-6%) and an increasewith placebo (+6%). The MPOactivity/antigen ratio slightlyincreased with placebo (+9%) andstrongly decreased with molsidomine(-42%) (p = 0.020).Conclusion: The MEDCOR trial wasnot able to demonstrate significantdifferences between molsidomineand placebo for all parameters,except the MPO activity/antigenratio which significantly decreasedwith molsidomine (p = 0.020 ver-sus placebo).

Gastro-enterologie

Endoscopic removal of a transgas-tric eroded laparoscopic adjustablesilicone gastric band

Christiaens P, Bossuyt P, Cuyle PJ,Moons V, Van Olmen A.Gastrointest Endosc. 2015 Feb;81(2):457-8.

AbstractA known adverse event of gastricbanding for morbid obesity is thetrans- or intragastric migration ofthe laparoscopic adjustable siliconegastric band (LASGB); the estimat-ed risk is as high as 1%. A patient,with suspected band migrationcaused by unexpected weight gain,underwent an upper endoscopyshowing a partial transgastric migra-tion of the LASGB. With the patientunder local anesthesia, the injectionport and the silicone connectingtube were resected. The band wasthen retrieved endoscopically byusing a polypectomy snare placedover the notch on the band. A stan-

Page 19: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

19

ImeldaNieuwsbrief april 2016

dard ERCP guidewire was insertedbetween the partially migratedLASGB and the stomach wall andagain picked up at the other side ofthe LASGB, creating a noose aroundthe band. Both ends of the guidewirewere externalized through themouth. The metal spiral sheath of amechanical ERCP lithotriptor waspassed over both ends, which werewound up until the LASGB was cut.Both parts of the band wereretrieved endoscopically by using apolypectomy snare (Fig. 1; Video 1,available online atwwwgiejournal.org). A minimallyinvasive technique for band removalafter adjustable gastric band migra-tion is described, offering thepatient a low-risk procedure. Withthis minimally invasive procedure, alaparoscopic operation can be avoid-ed.

Withdrawal of immunomodulatorsafter co-treatment does not reducetrough level of infliximab in patientswith Crohn's disease.

Drobne D, Bossuyt P, Breynaert C,Cattaert T, Vande Casteele N,Compernolle G, Jürgens M, FerranteM, Ballet V, Wollants WJ, Cleynen I,Van Steen K, Gils A, Rutgeerts P,Vermeire S, Van Assche G.Clin Gastroenterol Hepatol. 2015Mar;13(3):514-521

AbstractBackground and aims: The additionof immunomodulators increases theefficacy of maintenance therapywith infliximab for up to 1 year inpatients with Crohn's disease whohave not been previously treatedwith immunomodulators. However,there are questions about the effectof withdrawing immunomodulatortherapy from these patients. Westudied the effects of treatmentwith infliximab and immunomodula-tors (co-treatment) and thenimmunomodulator withdrawal onlong-term outcomes of patients, aswell as trough levels of infliximaband formation of anti-infliximabantibodies (ATI).Methods: In a retrospective studywith the median follow-up period of

34 months (interquartile range, 19-58 months), we analyzed data from223 patients treated for Crohn'sdisease between May 1999 andDecember 2010 at the UniversityHospitals, Leuven, Belgium (65received infliximab monotherapy,158 received infliximab and animmunomodulator). Trough levels ofinfliximab and levels of ATI weremeasured in blood samples collect-ed from 117 patients throughout co-treatment, as well as the time ofimmunomodulator withdrawal andafter withdrawal.Results: Patients receiving co-treat-ment had higher trough levels ofinfliximab (adjusted mean increase,1.44-fold) than those receivinginfliximab monotherapy (95% confi-dence interval [CI], 1.07-1.92; P =.02). A smaller percentage ofpatients receiving co-treatmentdeveloped ATI (35 of 158, 22%)than those receiving infliximabmonotherapy (25 of 65, 38%; P =.01). Among co-treated patients,levels of infliximab remained stableafter immunomodulators were with-drawn (before: 3.2 μg/mL; 95% CI,1.6-5.8 μg/mL and after: 3.7μg/mL; 95% CI, 1.3-6.3 μg/mL; P =.70). After withdrawal ofimmunomodulators, 45 of 117patients (38%) required increasingdoses of infliximab, and 21 of 117(18%) discontinued infliximab. Atthe time of immunomodulator with-drawal, trough levels of infliximaband C-reactive protein were moststrongly associated with response toinfliximab thereafter.Conclusions: In a retrospectiveanalysis, we confirmed that with-drawal of immunomodulators afterat least 6 months (median, 13months) of co-treatment with inflix-imab does not reduce the troughlevels of infliximab in patients withCrohn's disease. Detectable troughlevels of infliximab at the time ofimmunomodulator withdrawal areassociated with long-term response.

Cerebrovascular events in inflam-matory bowel disease patientstreated with anti-tumour necrosisfactor alpha agents.NCT02036619

Karmiris 1, Bossuyt P, Sorrentino D,Moreels T, Scarcelli A, Legido J,Dotan I, Naismith GD, Jussila A,Preiss JC, Kruis W, Li AC, Bouguen G,Yanai H, Steinwurz F, Katsanos KH,Subramaniam K, Tarabar D, ZaganasIV, Ben-Horin S; ECCO CONFERinvestigators. J Crohns Colitis. 2015May;9(5):382-9.

AbstractBackground and aims: Cere bro vas -cular accidents [CVA] have rarelybeen reported in inflammatory boweldisease [IBD] patients treated withanti-tumour necrosis alpha [anti-TNF alpha] agents. Our aim here wasto describe the clinical course ofCVA in these patients.Methods: This was a EuropeanCrohn's and Colitis Organisation[ECCO] retrospective observationalstudy, performed as part of theCONFER [COllaborative Network ForExceptionally Rare case reports]project. A call to all ECCO memberswas made to report on IBD patientsafflicted with CVA during treatmentwith anti-TNF alpha agents. Clinicaldata were recorded in a standardisedcase report form and analysed forevent association with anti-TNFalpha treatment.Results: A total of 19 patients wereidentified from 16 centres: 14 hadCrohn's disease, four ulcerative coli-tis and one IBD colitis unclassified[median age at diagnosis: 38.0years, range: 18.6-62.5]. Patientsreceived anti-TNF alpha for a medi-an duration of 11.8 months [range:0-62] at CVA onset; seven had pre-viously been treated with at leastone other anti-TNF alpha agent.Complete neurological recovery wasobserved in 16 patients. Anti-TNFalpha was discontinued in 16/19patients. However, recurrent CVA orneurological deterioration was notobserved in any of the 11 patientswho received anti-TNF alpha afterCVA [eight resumed after temporarycessation, three continued withoutinterruption] for a median follow-upof 39.8 months [range: 5.6-98.2].Conclusion: These preliminary find-ings do not unequivocally indicate acausal role of anti-TNF alpha in CVA � � �

Page 20: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

20

ImeldaNieuwsbrief april 2016

complicating IBD. Resuming or con-tinuing anti-TNF alpha in IBDpatients with CVA may be feasibleand safe in selected cases, but care-ful weighing of IBD activity versusneurological status is prudent.

The course of anaemia in childrenand adolescents with Crohn's dis-ease included in a prospective reg-istry.

Van Biervliet S, Smets F, Hofmann I,Degreef E, Hauser B, Bontems P,Vande Velde S, Arts W, Paquot I,Alliet P, Bossuyt P, Louis E, Baert F,Bauraind O, Rahier JF, Veereman G.Int J Colorectal Dis. 2015Jan;30(1):51-6.

AbstractAim: The aim of this study is todetermine the prevalence and evo-lution of anaemia in prospectivelyfollowed children and adolescentsdiagnosed with Crohn's disease(CD).Methods: The BELCRO registry(inclusion May 2008-April 2010),describing current clinical treatmentpractice of children diagnosed withCD, provided data on age, height,body mass index (BMI), paediatricCrohn's disease activity index(PCDAI), therapy and haemoglobin(Hb) at diagnosis 12 and 24 monthsfollow-up. Anaemia was defined asHb < -2 sd, while severe anaemiawas defined as Hb < -4 sd. Patientswere classified as child ≤13 andadolescent >13 years of age.Result: Ninety-six were included, 13dropped out due to insufficient Hbdata (37 females/46 males; medianage 13.3 years, range 2.2-17.8years). At diagnosis, the median Hbsd was -2.66 (-8.4; 1.07) and wascorrelated with the PCDAI (p =0.013). At diagnosis, 51/83 (61%)were anaemic and all had active dis-ease. Hb z-score significantlyimproved (p < 0.0001) but 26/68(38%) remained anaemic at 12months and 29/76 (38%) at 24months of follow-up. The correlationto the PCDAI disappeared. At 24months, children were more likely tobe anaemic. There was no differencein iron dose nor duration of ironsupplements between children andadolescents. Iron treatment was

more readily given to patients pre-senting with anaemia. Hb did notdiffer between patients with (n =28) or without iron supplements.Half of the patients with persistinganaemia were given iron supple-ments, of which, only three weregiven intravenously.Conclusion: Anaemia remains animportant extra-intestinal manifes-tation of CD in children. Physicians,lacking optimal treatment strategies,undertreat their patients.

Gynaecologie-Verloskunde

Poor man’s NOTES: can it be a goodapproach for adhesiolysis? A firstcase report with video demonstra-tion.

Baekelandt J.J Minim Invasive Gynecol. 2015Mar-Apr;22(3):319.

AbstractStudy objective: To show that inselected cases transvaginal NOTEScan be a frugally innovativeapproach for adhesiolysis and that itcan be performed in a low-cost set-ting.Design: Step-by-step explanation ofthe technique using videos and pic-tures (educative video).Patients and measurements: A 51-year old (para 2, gravida 2) present-ed with meso- and hypogastric pain.Two years before, an umbilical her-nia had been repaired using aProceed Ventral Patch mesh. Thediagnosis of pain caused by adhe-sions was made, and laparoscopicadhesiolysis was planned. On ultra-sound, a small left ovarian fibromawas visualized. Because of the sus-pected umbilical location of theadhesions, we decided to use atransvaginal NOTES approach toperform adhesiolysis and left adnex-ectomy. Pathological examinationconfirmed a small benign papillaryserous adenofibroma of the ovary.Interventions: A transvaginal NOTESapproach to perform adhesiolysiscombined with left adnexectomyusing only standard reusable laparo-scopic instruments and a low-costself-constructed NOTES port.Main results: The procedure andpostoperative recovery were

uneventful. No minor or major com-plications occurred. The patient hasbeen cured of her pain.Conclusion: Transvaginal NOTES is anovel approach that requires furthervalidation. This case report showsthat transvaginal NOTES can be usedto perform adhesiolysis for abdomi-nal pain and that it can be per-formed in a low-cost setting withoutthe need for expensive ports or dis-posable instruments.

Laparoscopic hysterotomy for afailed termination of pregnancy: afirst case report with demonstra-tion of a new surgical technique.

Baekelandt J, Bosteels J. J Minim Invasive Gynecol. 2015May-Jun;22(4):544.

AbstractStudy objective: To show a newtechnique of hysterotomy vialaparoscopy for a failed terminationof pregnancy as an alternative for ahysterotomy via laparotomy.Design: Step-by-step explanation ofthe technique using parts of theoriginal video of the procedure(Canadian Task Force classificationIII).Setting: A 39-year-old woman, para1 gravida 2, was diagnosed with atrisomy 21 pregnancy at 18 weeks'gestation. After 7 days of failedmedical and mechanical induction,including misoprostol per vaginam,intravenous sulprostone , intra-venous oxytocin, a transcervicalFoley catheter, and a transcervicalBakri balloon (Cooke Medical,Bloomington, IN), the decision wasmade to perform a laparoscopichysterotomy.Interventions: A laparoscopic hys-terotomy was performed withextraction of the fetus and placentain an endobag. The uterus wassutured using a double layer of 2continuous Vicryl 1 sutures (Ethicon,Cincinnati, OH). The umbilical inci-sion was enlarged to 2.5 cm toextract the endobags. The procedurewas performed using only standardreusable laparoscopic equipment.Follow-up: The patient's postopera-tive recovery was uneventful. On thepostoperative ultrasound, we sus-pected that a small piece of placen-

Page 21: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

21

ImeldaNieuwsbrief april 2016

tal tissue had been left in the uter-ine cavity. A hysteroscopy confirmedthis and showed a normal uterinecavity. The small placental fragmentregressed spontaneously on the fol-low-up ultrasounds. A 2-year fol-low-up of the patient has shown nominor or major complications. Thepatient has used contraception sincethe procedure because she has nofurther desire for childbearing.Conclusion: This new technique canhelp surgeons avoid a laparotomywhen a hysterotomy for a failedmidtrimester termination of preg-nancy is required. The risk of uterinerupture in a next pregnancy needs tobe taken into account. This frugallyinnovative technique may potentiallybe performed in a low-resource set-ting because only standard reusablelaparoscopic equipment was used.

Klinisch Labo

Establishing quality control rangesfor temocillin following CLSI-M23-A3 guideline

Maurissen W, Sutter GD,Beenhouwer HD, Frans J, Abeele AM,Cartuyvels R, Laffut W,Vandecandelaere P, Coppens G.Acta Clin Belg. 2015 Feb;70

AbstractObjectives: This study aimed toestablish acceptable quality controlranges for temocillin disk diffusiontests and Etest(®) minimal inhibito-ry concentrations.Methods: According to Clinical andLaboratory Standards Institute(CLSI) guideline, a Tier 2 qualitycontrol study was performed andinvolves seven laboratories. Each ofthem tested 10 replicates of twoquality control strains (Escherichiacoli ATCC 25922 and E. coli ATCC35218) on three different medialots and, for disk diffusion, two disklots.Results: Proposed zone diameterquality control ranges were 12-25mm for E. coli ATCC 25922 and 19-28 mm for E. coli ATCC 35218.Proposed Etest quality controlranges were 3-24 mg/l for E. coliATCC 25922 and 2-6 mg/l E. coliATCC 35218.Conslusion: Based on our results, we

would advise the use of E. coli ATCC35218 as QC strain for temocillinsusceptibility testing and Etestbecause ranges obtained are nar-rower than with E. coli ATCC 25922and do not overlap temocillin break-point.

Vaatheelkunde

24-Month Data from the BRAVIS-SIMO: A Large-Scale ProspectiveRegistry on Iliac Stenting for TASCA & B and TASC C & D Lesions.

de Donato G, Bosiers M, Setacci F3,Deloose K, Galzerano G, Verbist J,Peeters P, Setacci C.Ann Vasc Surg. 2015;29(4):738-50.

AbstractBackground: To evaluate the 24-month outcome of stenting inTrans-Atlantic Inter-SocietyConsensus (TASC) A & B and TASCC & D iliac lesions in a controlledsetting.Methods: The BRAVISSIMO study isa prospective, nonrandomized, mul-ticenter, multinational, monitoredregistry including 325 patients withaortoiliac lesions. The end point isthe primary patency at 24 months,defined as a target lesion without ahemodynamically significant stenosison duplex ultrasound (>50%, sys-tolic velocity ratio >2.0). A separateanalysis for TASC A & B versus TASCC & D population is performed.Results: Between July 2009 andSeptember 2010, 190 patients withTASC A or B and 135 patients withTASC C or D aortoiliac lesions wereincluded. The demographic datawere comparable for TASC A & Bcohort and TASC C & D cohort.Technical success was 100%.Significantly more balloon-expand-able stents were deployed in TASC A& B lesions, and considerably moreself-expanding stents were placed inTASC C & D (P = 0.01). The 24-month primary patency rate after24 months for the total populationwas 87.9% (88.0% for TASC A,88.5% for TASC B, 91.9% for TASCC, and 84.8% for TASC D). No sta-tistically significant difference wasshown when comparing thesegroups. The 24-month primary

patency rates were 92.1% forpatients treated with the self-expanding stent, 85.2% for patientstreated with the balloon-expandablestent, and 75.3% for patients treat-ed with a combination of bothstents (P = 0.06). Univariate andmultivariable regression analysesusing Cox proportional hazardsmodel identified only kissing stentconfiguration (P = 0.0012) andobesity (P = 0.0109) as independ-ent predictors of restenosis (prima-ry patency failure). Interestingly, asall TASC groups enjoyed high levelsof patency, neither TASC categorynor lesion length was predictive ofrestenosis.Conclusion: The 24-month datafrom this large, prospective, multi-center study confirm that endovas-cular therapy may be considered thepreferred first-line treatment optionof iliac lesions, irrespectively ofTASC lesion category.

IVUS is not worth the cost forperipheral arterial disease interven-tions,

D Struyve, W Van den Eynde,J Verbist and P Peeters; Cx14 Vascular and endovascularChallenges Update, Apr. 2015

AbstractIntroduction: Accurate imaging isessential for good evaluation andtreatment of peripheral arterial dis-ease. While angiography hasremained the gold standard fordecades, IVUS (intravascular ultra-sound) has now been proposed asan alternative or to reduce the dis-advantages. This technique can beused as an addition to conventionalangiographic imaging and shouldprovide us with extra information.One of the major drawbacks forIVUS is the cost. Not only is thepurchase of the device a majorinvestment, but the recurrent costof disposable material increases itstotal price. Because reimbursementvaries between different countries,this can be an important issue. If afixed fee is provided for the wholeprocedure, this fee is probably notcovering the extra cost. In the fol-lowing article we will discusswhether IVUS is worth that extrainvestment. � � �

Page 22: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

22

ImeldaNieuwsbrief april 2016

Description: Besides the cost ofIVUS, the most important disadvan-tages are the additional operationtime and invasive character causedby the installation of the system andthe manipulations needed for theIVUS catheter. As there is an impor-tant learning curve, the procedure iseven more time consuming at thebeginning. Considering the addedcost and time, clear advantages areneeded to justify the use of IVUS ina daily practice. It must be ascer-tained whether IVUS has an influ-ence on the decision-makingprocess when treating a patient withperipheral arterial disease. A firstpossible use of IVUS is to determinethe appropriate diameter of a bal-loon or stent used for treating alesion. Arthurs et al 1 compared theresults of angiography vs angiogra-phy combined with IVUS. As angiog-raphy shows only a two-dimensionalimage of the vessel lumen and theimage changes with the angle ofprojection, it is possible to get anincorrect measurement. However,they found a similar result for theluminal diameter between the twogroups. Only in certain patients, tor-tuous vessels, asymmetrical lesionsand patient movements seem tointerfere with the measurements.Also, the maximal luminal stenosisrate is comparable. External vesseldiameter and vessel area stenosiscan only be assessed using IVUSimaging. Vessel area stenosis seemsto be 10% greater than luminalstenosis. In concentric lesions, thedifference is bigger. As IVUS pro-vides more accuracy about thedegree of stenosis and the actualdiameter of the vessel, does thisinformation have an influence on ourdecisions during endovascular pro-cedures? Large trials regarding theuse of IVUS in a daily clinical envi-ronment are rare. Buckley et al 2report an improvement in the long-term patency of iliac lesions treatedwith balloon angioplasty and stent-ing. They conclude that the betterresults in the IVUS group are basedon a more appropriate angioplastydiameter endpoint which enables thechoice of best fitting balloon andstent diameter. Arko et al 3 reportthat angiography underestimates thediameter of the vessel 50% of thetime. Furthermore, Buckley reports

that IVUS is superior to angiographyin evaluating the adequacy of stentdeployment. This enabled theauthors to identify more underde-ployed stents, a known cause ofrestenosis or occlusion, and providefurther expansion with a larger bal-loon till complete wall appositionwas reached. They report a 40%underdeployment of iliac stents. Indaily practice however, we are awareof this problem and therefore alwaysoversize our stents. We can con-clude that in this case IVUS con-firms only what was already knownand solved. Furthermore, as mostcases are planned, good preparationis necessary and includes in mostcases an computed tomography(CT) angiogram or magnetic reso-nance imaging (MRI) angiogramWhen in doubt about the real exter-nal diameter of the vessel, the infor-mation needed is seen on the CT orMRI images. The same study alsolearns that the estimation of thedegree of calcification has poorinter-rater agreement for angiogra-phy and is overestimated comparedto the results by IVUS. Additionally,Virtual Histology IVUS can furnishinformation about the histology ofthe stenosis and distinguish athrombus from a fibrotic or a calci-fied lesion. This may help in thediagnosis of the “vulnerable plaque”prone to dissection and embolisa-tion. These data is supplied by asoftware analysis of the raw ultra-sound data. This technique isdescribed for carotid artery disease4but is not yet widespread in iliacorinfrainguinal disease. Furthermore,we may also argue that part of thisinformation can be derived frompreoperative angioCT or angioMRIimaging. Another possible advantageof IVUS would be a better definitionof the borders of the target lesion.Arthurs et al found a poor inter-rater agreement for the length ofthe target lesion when only angiog-raphy was available. Average lesionlength was estimated to be longerwhen IVUS was added. We may con-clude that angiography is not suitedto identifying a disease-free refer-ence segment, since a diffuselystenotic artery can look like a nor-mal healthy vessel. But the moreimportant question regarding thismatter is whether those low-grade

lesions, not visible on angiography,are clinically relevant. In our opinionlow-grade, not flow limiting, lesionshave no effect on the outcome andare not subject to treatment.ChromaFlo IVUS is also mentionedas an addition, providing a bettervisualization of the bloodflow insidethe vessel. Possible advantages arerecognition of an echolucent lesionfrom luminal bloodflow, which is alsovisible on angiography or preopera-tive surface duplex. Another possibleuse is the detection of small intimalflaps. The question here remainswhether these dissections are clini-cally relevant. Another advantage ofIVUS would be the reduction in useof contrast, as contrast nephropathyis a major limit in the use of angiog-raphy. IVUS could help to give thesame amount of information withless contrast used. Theoretically, amapping of an entire iliac orfemoropopliteal axe is possible byIVUS alone. However, not only is thisvery time consuming, it is also moredifficult to keep an overview on theentire anatomy. In case of a singleclear lesion, this approach is morerealistic. A second opportunity toreduce contrast is during the controlangiogram after dilatation or stent-ing. At this moment the angiographycan be replaced by passing the IVUScatheter through the lesion in orderto confirm wall apposition and lumi-nal area. Conclusion: IVUS provides us withadditional information regarding truevessel diameter and vessel areastenosis in order to better adjust theballoon and stent diameter.Although better outcome for iliacdisease is described, the value ofIVUS remains unclear due to thelack of well-designed trials.Furthermore, the widespread avail-ability of angioCT and angioMRImakes them an easier and cheapermethod to provide the same infor-mation. The reduction in contrastcan be a benefit in certain cases,but this also lacks evidence. Weconclude that IVUS delivers insuffi-cient additional information to justi-fy its cost in a daily practice.Nonetheless the data obtained byIVUS can be useful in a scientificsetting. �

Page 23: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

Colofon

23

ImeldaNieuwsbrief verschijnt zesmaandelijksen wordt door Imelda vzw verspreid.

Redactie:P. Bossuyt, C. Bourgain, M. Christiaens, F. Charlier, P.J. Cuyle, Ph. Delattin,

P. De Mulder, S. De Vuysere, M. Dewil, I. Geerts, S. Geukens, M. Gevels, M. Gillis,I. D’Hoore, A. Koeck, P. Lybeert, I. Machiels, B. Mattelaer, I. Montag, A. Missotten, H. Plancke,

J. Roelandts, G. Schols, C. Smets, S. Van Eldere, E. Van Essche, L. Van Steendam, J. Verbist,K. Vermeiren, R. Verschooten, B. Vets, D. Withofs, M. Wittebols, W. Wynendaele

Freelance journalisten: P. van Daele, A. Demeyere, L. Haenen, P. Lybeert, C. Smets

Hoofdredactie:Dienst communicatie

Taalcorrector: T. Blux

Fotografie:S. Van Gysegem, M. Eggermont, G. Vloeberghs, Crossmark

Lay-out en druk:KAN design en Drukkerij Dirk Wuyts

Suggesties en bijdragen zijn zeer welkom.U kan ons contacteren op het nummer 015/50.50.08 of

via mail: [email protected]

© vzw ImeldaNiets uit deze productie mag worden gereproduceerd

buiten Imelda, zonder voorafgaandelijke toelating

v.u. I. Montag

Page 24: ImeldaNieuwsbrief · ImeldaNieuwsbrief april 2016 groep van kwaadaardige tumoren. Het maligne glioblastoma is veruit de meest frequente kwaadaardige hersentumor. Diagnose en prognose

ImeldaziekenhuisImeldalaan 92820 Bonheidenwww.imelda.be

WZC Den OlmSchoolstraat 552820 Bonheidenwww.denolm.be

ImeldaNieuwsbrief

april 2016- jaargang 20

Maandag 18 tot en met zondag 24 april 2016:Week van de Valpreventie

Donderdag 5 mei 2016:Internationale Dag van de Handhygiëne

Dinsdag 31 mei 2016: Wereld–anti-tabakdag

Woensdag 1 juni tot en met 5 juni 2016:Week van het Hartritme

Zaterdag 4 juni 2016: Ipodium 32

Dinsdag 14 juni 2016: Werelddag van de Bloedgever

Zaterdag 8 oktober 2016: Ipodium 33

Dinsdag 11 oktober 2016: Infoavond “Fit in je hoofd”

Agenda