Ik Vertrek

7
Echo Ik vertrek

description

evangelisatieblad

Transcript of Ik Vertrek

Page 1: Ik Vertrek

E c h o

Ik vertrek

Page 2: Ik Vertrek

� E c h o - I k v e r t r e k

Als kijkers maken we alle stadia van het

project mee: het emotionele afscheid van

familie, vrienden en bekenden, de verhuizing

en de (vaak moeizame) start van het

droomproject. Nu eens blijkt de aannemer

corrupt, dan weer hebben de emigranten de

kleine lettertjes van een contract over het

hoofd gezien. Soms lijken ze amper op de

hoogte van het feit dat in het buitenland

weleens een andere taal wordt gesproken

of wil de integratie van de kinderen niet

vlotten. De camera registreert genadeloos

alle hobbels, voetangels en klemmen die de

avonturiers op hun pad tegenkomen.

Waarom het programma zo’n populariteit

geniet, laat zich eenvoudig raden. Het zijn

gewone Nederlanders zoals u en ik, die hun

alledaagse huisje-boompje-beestje-bestaan

verruilen voor een avontuurlijk leven in

den vreemde. Stiekem zijn we een tikkeltje

jaloers. Zij hebben het lef, wij zouden het

soms ook wel willen, maar deinzen terug,

zien teveel leeuwen en beren. De afweging

van kosten en baten pakt in onze gedachten

altijd negatief uit. En dus zien we met enig

Het thema van dit blad is ontleend aan het populaire tv-programma ‘Ik vertrek’. Voor

degenen die het niet kennen: de programmamakers volgen daarin Nederlandse gezinnen

die alle schepen achter zich verbranden om in het buitenland hun droom te gaan

verwezenlijken. Ze willen een camping beginnen in Zuid-Frankrijk of een gastenverblijf in

Spanje, een restaurant in Scandinavië of een manege in Tsjechië.

E c h o �

v a n d e r e d a c t i e

Colofon :Uitgave van IZB – voor zending in Nederland en de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland. ISSN 0012-9119Redactie en administratie:Joh. v. Oldenbarneveltlaan 10, 3818 HB Amersfoort, tel. 033-4611949, e-mail: [email protected]:Abonnementsprijs e 10,00 per

leedvermaak dat dat voor sommige emigranten

in het programma ook geldt. We zien relaties

op spanning komen staan, we zien projecten

ernstig slagzij maken en we verbazen ons over

het getoonde doorzettingsvermogen.

In dit nummer van ECHO vindt u ook een paar

verhalen onder het motto ‘Ik vertrek’. Mensen

die hun gesettelde bestaan opgeven voor een

avontuurlijk leven: de één verruilt

Nederland voor werk in een

vluchtelingenkamp in Cambodja,

een ander blijft in eigen land, maar

verlaat een riante woning in het ‘Wassenaar

van het Noorden’ voor een achterstandswijk

in Rotterdam. Een derde reist van Turkije naar

Nederland, en vice versa. Drie verhalen van

bevlogen mensen, met een drive die je het beste

kunt

t yp eren

met: de liefde

van Jezus Christus.

Daarmee zijn hun verhalen een

illustratie van ‘ik vertrek’, maar ook van ‘ik

geloof’. Want tussen die twee thema’s bestaat

een duidelijke relatie. Geloven is jezelf weg

laten roepen uit je vertrouwde omgeving, je

vooroordelen en zekerheden. Dat is te lezen in

het artikel over Abraham in dit blad. Geloven

is op weg gaan, met één zekerheid. Je bent

nooit zonder reisgenoot. God gaat met je mee.

De redactie

jaar bij vooruitbetaling.Reacties:Voor reacties op de inhoud van dit blad kunt u zich wenden tot de bezorger of de redactie.Redactie:ds. L.C. Buijs, E. de Graaf-Klok,K. van Noppen, J.J. Timmer, J.W. v.d. Vegte, mw. J. de Waard.Fotograaf: Sjaak Boot (p.8), Norbert Bosman (p.10).Echo 07-2010

Page 3: Ik Vertrek

R e p o r t a g e

� E c h o - I k v e r t r e k E c h o �

Twintig jaar geleden bestond het programma ‘Ik vertrek’ nog niet, anders zou Joke van

Opstal een goede kandidate zijn geweest. De twintigjarige vrijgezel trok in haar uppie vanuit

het veilige Nederland naar een vluchtelingenkamp op de grens van Thailand en Cambodja.

Geen stromend water, geen elektriciteit. ’s Avonds na negen uur kon je maar beter niet op

straat komen, want in een land in burgeroorlog is een mensenleven weinig waard.

God ziet die ene

Ze werkte een paar jaar in het kamp aan de grens met Cambodja. Daar gebeurden onder de vluchtelingen de meest vreselijke dingen. ‘En toch had ik tot mijn eigen verbazing nog steeds liefde voor de mensen. Ondanks alle misère voelde ik me zeer met hen verbonden. Dat moest wel door God in mijn hart gelegd zijn, want vanuit mijzelf had ik hen allang opgegeven.’Het typeert de hulpverleenster. Ze verbindt de dingen uit haar dagelijkse leven met God. ‘Eigenlijk is het al heel lang geleden begonnen’, vertelt ze. ‘Toen ik 5 jaar was zat ik eens in de kerk. Ik begreep weinig van wat er werd gezegd. Vooral de glas-in-lood ramen maakten indruk op me. Ik kan me scherp herinneren dat ik opeens dacht dat ik -als ik groot zou zijn- de mensen over God zou gaan vertellen. Pas veel later dacht ik daar weer aan.’Ze volgde een opleiding tot verpleeg-kundige, al was het niet helemaal wat ze wilde. Belust op avontuur trok ze richting Azië, altijd in the mood voor iets nieuws. ‘Tijdens een verblijf in Singapore kreeg ik steeds meer het idee dat God wilde dat ik naar Cambodja zou gaan. Alles was opeens Cambodja. Ik sloeg een tijdschrift open en het ging over Cambodja, tijdens een filmfestival waar ik met vrienden naar toe ging, zag ik een film over een gezin dat onder het regime van Pol Pot leefde.’

CultuurAls Joke een tijdje in het kamp heeft gewerkt, neemt ze een besluit dat de rest van haar leven zal beïnvloeden. Ze gaat in Cambodja wonen. Er woedt op dat moment een burgeroorlog, de VN-blauwhelmen zijn nog in het land. Aanvankelijk heeft ze onderdak bij een Zwitsers gezin. ‘Maar daar leer je de taal en cultuur niet kennen. Je leeft achter een hek en je wordt gezien als de rijke buitenlander.’ Dus besluit ze te gaan inwonen bij een Khmer-familie. Daar leert ze de taal, de gewoonten en gebruiken.

Ze leeft van de giften die Nederlandse vrienden en bekenden overmaken. Later huurt ze samen met een vriendin een huis. Joke wordt gevraagd om met moeders van de straat te gaan werken. Maar dat wil ze niet, want ze wil graag met kinderen werken. ‘Dat was een spannend moment, want mijn visum zou zonder baan niet verlengd worden. Maar nog dezelfde dag werd ik gevraagd om kinderactiviteiten op te zetten bij een kredietprogramma. Moeders kwamen daar met hordes kinderen en dat werkte gewoon niet. En daar is het allemaal mee begonnen. We zijn begonnen met twee Khmer-stafleden.’Inmiddels is het werk uitgegroeid en zijn er 180 medewerkers in ‘Hope’-projecten. Er zijn programma’s voor kinderen, voor tieners, voor mensen met aids en er wordt voorlichting gegeven over aids.

DruppelIs het geen druppel op een gloeiende plaat? Joke: ‘God kijkt niet naar de massa, maar ziet die ene. Pas liep ik op de markt en toen kwam er een vrouw naar me toe lopen. Ze zei: ‘Ken je me niet meer? Je hebt me over Jezus verteld en ik ben tot geloof gekomen.’ Dat vind ik prachtig. God ziet die ene. En ook verder zien we mooie dingen gebeuren. Om maar eens iets te noemen: het aantal gevallen van aids daalt. En we zien mensen meer hun verantwoordelijkheid nemen.’Jokes motivatie? ‘In de Bijbel, in Jeremia staat een tekst: ‘Mijn plan met jullie staat vast, spreekt de Heer. Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: ik zal je een hoopvolle toekomst geven.’ Dat is mijn diepste motivatie. Dat zie ik in mijn eigen leven, met mijn familie, maar ook voor de Cambodjanen. Ik geniet van m’n werk en van de mensen. Als ik er niet meer van geniet, dan moet er weer wat veranderen. Ik houd van nieuwe dingen.’ <

CambodjaCambodja heeft zwaar geleden onder decennia van burgeroorlog en het Rode Khmer regime (1975-1979). Tijdens de Rode Khmer tijd zijn mensen omgebracht die voorheen in de regering zaten of die maar enigszins gestudeerd hadden. De rest werd gedwongen in groepen (niet werkende) irrigatiesystemen op het platteland aan te leggen. Ouders en kinderen werden van elkaar gescheiden en door structureel te weinig eten aan te bieden werd gehoorzaamheid aan de Rode Khmer afgedwongen. Ongehoorzaamheid werd met de dood bestraft. Ongeveer twintig procent van de bevolking is gestorven in die tijd: 2 miljoen mensen zijn omgebracht, en heel veel mensen zijn omgekomen door honger en ziekte. Vanwege dit verleden wordt samenwerken ook nu nog als negatief ervaren en is er een sterke gerichtheid op individueel overleven op de korte termijn.

Joke adopteerde in haar

eentje in de loop van de

tijd maar liefst 7 kinderen.

Het ‘Hope’-projectDe organisatie World Relief Cambodja geeft voorlichting aan kinderen in dorpen. In kinderclubs horen kinderen op een speelse, interactieve manier over Gods liefde voor hen en over alles wat van belang is voor hun lichamelijke, emotionele en cognitieve ontwikkeling. Tieners leren in groepen over oorzaken van aids en hoe ze verstandige keuzes kunnen maken. Medewerkers stimuleren hen om relaties aan te gaan met kinderen met aids. Volwassenen komen bij elkaar in groepen van 10 á 20 personen. Zij leren naast zorgen voor mensen met aids in hun omgeving ook om kinderclubs te begeleiden.

Page 4: Ik Vertrek

� E c h o - I k v e r t r e k E c h o �

Op weg gaan

Waarom gaat Abraham weg? Hier geen economische motieven, geen levensbedreigende situatie en zelfs geen behoefte aan een nieuwe uitdaging. Het is de Here God die Abram roept.

Wij lezen in de Bijbel soms dat mensen letterlijk Gods stem horen. Sommigen krijgen een visioen of een droom. Heel vaak is die stem van God ook iets dat je kunt afleiden uit allerlei dingen die als ‘aanwijzingen’ worden opgevat. Uiteindelijk is er maar één methode om te ontdekken of het klopt: de weg gaan, die je gewezen wordt.

“Ik vertrek”, dat is een hele stap. Je land en je familie achterlaten is niet niks. Tegenwoordig vertrekken veel mensen pas nadat ze die nieuwe omgeving goed hebben verkend. Abram leefde bijna 4000 jaar geleden. Hij wist niets van het land waar hij heenging. Afstand nemen van je eigen familie was in die tijd een groot risico. Je moest jezelf zien te redden te midden van een wereld die loerde op je bezit. Overgeleverd aan het recht van de sterkste en de slimste.

De Here God belooft zegen en het gaat Abram goed. God waakt over hem. Dat betekent niet dat er geen moeilijke dingen gebeuren. Het betekent niet dat alles wat is beloofd ook meteen aanwezig is.

Een nakomeling voor Abram en Sara laat bijvoorbeeld absurd lang op zich wachten. Het enige stukje van het beloofde land dat Abram uiteindelijk ooit zelf in bezit zou krijgen is het familiegraf. Hij heeft er zijn vrouw Sara begraven. ‘Vrienden’ uit Kanaän lieten hem daarvoor een waanzinnig bedrag neertellen.

“Ik vertrek”. Een moeilijke beslissing. Geen gemakkelijk leventje in het beloofde land. En toch zou Abram nooit anders hebben gewild of gekund. Daarvoor was de stem van God te nadrukkelijk. Ondanks alles was hij een gezegend mens. Want zegen is natuurlijk iets anders dan dat het je allemaal meezit. Zegen heeft te maken met de dingen die écht van waarde zijn. Dat je, ook al ga je steeds weer de fout in, toch bij God mag horen. Dat je tot je bestemming mag komen. Een zinvol leven hier en nu. Op weg mogen zijn naar een ander en beter vaderland: de eeuwige toekomst bij God.

Abram hoorde letterlijk die stem van God. Wij horen hem in de meeste gevallen in het opgeschreven Woord van God. Het valt niet altijd mee om te luisteren en te geloven. Het is vaak moeilijk om die stap te maken: “Ik vertrek” uit mijn oude ‘land’ in de richting die God wijst. Toch is dat de weg om zegen te ontvangen.

V e r d i e p i n g

<

Het is iets van alle tijden: mensen die hun eigen

omgeving verlaten om ergens anders een nieuw

bestaan op te bouwen. Ook in de Bijbel kom je

het tegen.

De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit

je land, verlaat je familie, verlaat ook je

naaste verwanten, en ga naar het land dat

ik je zal wijzen.

Ik zal je tot een groot volk maken,

ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven,

een bron van zegen zul je zijn.

Ik zal zegenen wie jou zegenen,

wie jou bespot, zal ik vervloeken.

Alle volken op aarde zullen wensen

gezegend te worden als jij.’

Abram ging uit Charan weg, zoals de

HEER hem had opgedragen. Hij was toen

vijfenzeventig jaar. Hij nam zijn vrouw

Sarai mee en Lot, de zoon van zijn broer,

en ook alle bezittingen die ze hadden

verworven en de slaven en slavinnen die

ze in Charan hadden verkregen. Zo gingen

ze op weg naar Kanaän. Toen ze daar

waren aangekomen, trok Abram het land

door tot aan de eik van More, bij Sichem.

In die tijd werd het land bewoond door

de Kanaänieten. Maar de HEER verscheen

aan Abram en zei: ‘Ik zal dit land aan

jouw nakomelingen geven.’ Toen bouwde

Abram op die plaats een altaar voor

de HEER, die aan hem verschenen was.

Daarvandaan trok hij naar het bergland

dat oostelijk van Betel ligt, en ergens ten

oosten van Betel en ten westen van Ai

sloeg hij zijn tent op. Hij bouwde er een

altaar voor de HEER en riep er zijn naam

aan.

Uit: Genesis 1� vers 1-8

U i t d e B i j b e l

Page 5: Ik Vertrek

8 E c h o - I k v e r t r e k E c h o �

<

Dromen van dienen

‘Op onze trouwdag hadden we ons niet kunnen voorstellen dat we dit ooit eens zouden doen’, erkent Cor. ‘Mijn hele leven had ik al op het platteland gewoond.’ Een aantal jaren geleden zag hun leven er behoorlijk anders uit. Cor werkte als projectmanager voor een landelijk adviesbureau. Elsbeth was leerkracht van een basisschool. Met hun drie kinderen hadden ze een prettige woonomgeving in een parkachtige omgeving, aan de rand van Haren. Ooit droomden ze van een verhuizing naar een mooi woonboerderijtje in een kleine dorpje, met dieren op het erf…

IdeaalMaar gaandeweg maakte die droom plaats voor een heel ander ideaal. Elsbeth was via de kerk betrokken geraakt bij de hulp aan asielzoekers; ze had haar baan opgezegd om meer tijd te hebben voor dit vrijwilligerswerk. Ieder jaar belegden ze een vakantiekamp voor

vluchtelingen en asielzoekers. ‘Elke keer als het voorbij was, hadden we heimwee naar die periode. Zo groeide het verlangen om de hulp aan mensen die het veel minder hebben dan wij, structureel een plek te geven in ons leven.’ Kun je daarmee aan komen, in een dagelijkse businessomgeving waarin het draait om carrière maken, successen scoren, targets halen? In 2003 kwam het concrete verzoek om een diaconaal project te beginnen in Rotterdam. ‘Een kerk waar we via de vakantiekampen contact mee hadden, wilde via een nieuw project hulp bieden aan mensen aan de onderkant van de samenleving.’ Standplaats: Tarwewijk, ook bekend als ‘Vogelaarwijk’. Zeventig procent van de bewoners is van buitenlandse komaf. Vijftig procent van de kinderen leeft in gebroken gezinnen.Na veel gesprekken, bidden, wikken en wegen, maakten ze de overstap. Cor besloot een paar dagen per week minder te gaan werken. Samen zetten de schouders onder ‘House of Hope’, nu een organisatie met 6 betaalde krachten en 120 vrijwilligers. Ze runnen een inloophuis, een voedselbank en een klussendienst. Bewoners kunnen er terecht op

een spreekuur. De medewerkers assisteren bij contacten met maatschappelijk instanties. Ze geven cursussen en organiseren leuke activiteiten voor wijkbewoners. ‘Ondersteuning en ontmoeting, daar draait het om’, zegt Cor. ‘We werken relatiegericht, daardoor zijn we niet een zoveelste instantie, die zich beperkt tot het oplossen van een probleem. Vanuit de liefde van God willen we met mensen meeleven en bieden we aandacht, liefde en warmte.’

VredigVoor veel bewoners in het stadsdeel in Rotterdam-Zuid is House of Hope een begrip. ‘Bij de opening van ons nieuwe pand, onlangs, organiseerden we een groot feest op het plein voor de deur. Eén van de omwonenden zei: ‘Ik woon hier al 40 jaar, zo’n gezellig en vredig buurtfeest heb ik hier nog nooit meegemaakt.’’Cor: ‘Er zijn wel dagen dat je denkt: Wat nu weer? Of: Nee hè, nu even niet…’ ‘Het vergt soms zelfverloochening om telkens weer klaar te staan voor degenen die een beroep op je doen. En toch: het leven in gehoorzaamheid aan de opdracht van Jezus om je naaste lief te hebben geeft ook ongelooflijk veel zegen. God geeft energie om het werk vol te houden.’ Zes jaar geleden is het inmiddels, de verhuizing vanuit het sjieke Haren. Ze bleven levensgenieters, maar dan wel heel anders. ‘We hebben ontdekt dat als je anderen helpt, het niet alleen hén blij maakt. Het verrijkt ook je eigen leven. Maar ja, dat kun je alleen ontdekken door het te doen.’

Het is begonnen met een knagend gevoel. Is dit nu het leven waar je voor wilt gaan?

Toch zouden veel mensen destijds graag met Cor en Elsbeth Hubach hebben willen

ruilen. Ze woonden met drie kinderen in een prachtig huis in Haren, een welvarend dorp

ten zuiden van Groningen. Maar op een dag hakten ze de knoop door en verhuisden naar

een achterstandswijk in Rotterdam.

R e p o r t a g e

Page 6: Ik Vertrek

1 0 E c h o - I k v e r t r e k E c h o 1 1

R e p o r t a g e

Een vraag van twee wanhopige moeders bracht Mustafa (53)

in de benen. Geboren in Turkije, maar inmiddels woonachtig in

Kampen. Tijdens een familiebezoek aan zijn vaderland wordt

hij indringend geconfronteerd met de nood van gehandicapte

kinderen en hun ouders. Hoewel hij niet meer de jongste is en

al helemaal geen doorgewinterde loper, besluit hij zich aan de

marathon van New York te wagen.

‘Ik kom uit Noord-Turkije en was opgeleid tot electricien, maar ging naar de kust om te werken in de toeristenindustrie. Daar heb ik ook mijn Nederlandse vrouw ontmoet. Het was van mijn kant meteen boem-pats. We zijn in Antalya getrouwd en hebben daar een tijdje gewoond; we kregen werk bij een juwelier. Maar na diverse aanslagen stortte de toeristenindustrie in en stond ik op straat. In 1993 vertrokken we naar Nederland, ook omdat het leven in Turkije voor Tamar behoorlijk zwaar was; het is toch echt een mannenmaatschappij. We gingen wonen in Kampen en ik vond een baan in een betonfabriek in Lelystad, waar ik nog steeds werk. Met de meeste collega’s heb ik goed contact, ik ben de enige christen die ze kennen met een Turkse achtergrond.’‘We hebben twee dochters, van 12 en 15. Ook uiterlijk zijn ze half-Turks, half-Nederlands. Ze zijn heel betrokken en dat neemt met het ouder worden alleen maar toe. Al ben ik wel eens bang dat ze de neiging hebben om Turkije te idealiseren.’

Geloof‘Mijn moeder leeft nog; ze was altijd intensief bezig met het geloof. Mijn vader, die anderhalf jaar geleden overleed, was meer gericht op de maatschappij. Vooral in de Turkse steden speelt geloof een minder grote rol dan op het platteland. Men roept zo nu en dan Gods naam aan, dat is het wel. Zelf ben ik ook nooit een overtuigd moslim geweest. In Nederland ging ik naar de kerk van mijn vrouw, puur uit nieuwsgierigheid. Als je dingen niet begrijpt, moet je bidden, had een collega gezegd. Voor het eerst in mijn leven heb ik dat gedaan. Ik ben op mijn knieën gegaan en heb gezegd: God, help mij!’ ‘Ik heb mij tot het geloof in Jezus Christus bekeerd en ben in de

hervormde kerk in Kampen ouderling geweest – twee keer vier jaar, zo is dat volgens de kerkorde geregeld. Voor mijn familie in Turkije was het niet een echt probleem dat ik christen geworden was, al vonden ze het wel een grote stap. Niet iedereen begreep het, maar degenen die mij een beetje kennen, weten wel dat ik het met mijn hele hart deed. Het was een zaak tussen mijzelf en God.’

Wonder‘In 2005 was ik op familiebezoek en ging kijken op de werkplek van mijn broer, een therapiecentrum voor gehandicapte kinderen in Istanboel. De kinderen krijgen daar een uurtje therapie in de week, er is geen geld voor meer. We dronken een kop thee in de kantine en hadden het over de film ‘The Passion of the Christ’. Die was daar vertoond en had veel positieve recensies gekregen. Mijn broer zei toen tegen een collega : Hij – ik dus – is ook christen. Net toen ik dacht dat we klaar waren, kwamen er twee vrouwen naar ons toe. Nog jong, achter in de 20 of begin 30 - maar al met grijs haar. Ze keken zo droevig, zo zorgelijk. ‘Wij hebben gehoord dat je christen bent’, zeiden ze. ‘Kun je, net als Jezus, misschien ook een wonder doen? Een wonder voor onze kinderen?’ ‘Nee, dat kan ik niet’, zei ik, ‘maar ik kan er wel voor bidden.’ Ik zag hun wanhoop en hun nood en dacht: ik moet iets doen. Ik heb deze vrouwen trouwens nooit meer teruggezien, wie ze waren is nog steeds een raadsel.’‘Een wonder dus, voor deze kinderen. Maar hoe en wat? Ik vertelde het aan mijn vrouw, en die zei, gekscherend: laat je sponsoren en ga de marathon van New York lopen. Mijn werkgever was bereid financieel mee te werken. En toen ben ik gaan trainen, ik denk dat ik op elke steen van de straten van Kampen en omgeving wel heb gestaan. Ik was eigenlijk geen echte loper, ik liep

nooit meer dan 5 kilometer, en was dus ergens aan begonnen zonder te beseffen hoe zwaar het was. Ik kreeg regelmatig blessures en net op het moment dat ik dacht dat het niet meer ging, kwam er hulp uit onverwachte hoek. Een marathontrainer, ook een christen, belde mij op en zei: ik wil je wel helpen en begeleiden bij de trainingen. Ik heb dat echt ervaren als de helpende hand van God! Een jaar lang heb ik elke week keihard getraind.’‘New York was een ontzettend mooie droom, waaruit ik niet wilde ontwaken. Ik heb een bedrag van 14.000 euro opgehaald, dat is nog gegroeid tot 17.000. Van het geld is onder meer een bus gekocht voor het vervoer van de gehandicapte kinderen.’‘Ik ben officieel lid van de hervormde kerk, maar ik ga ook regelmatig naar een andere kerk en ervaar daarmee de gemeenschap der heiligen. Bij de ene kerk leggen ze een ander accent dan bij de andere, maar ik voel me overal thuis. Als ik mijn steentje maar kan bijdragen. Mijn gebed is dat ik een brief van Jezus mag zijn en ik ben blij als iemand mij ziet als een broeder.’‘Elke week ga ik naar het AZC in Dronten om mensen op te zoeken en de liefde van Jezus te laten zien. Zo probeer ik ook kerkmensen te prikkelen. Ik spreek een beetje Arabisch, een beetje Farsi en probeer bruggen te slaan tussen mensen. Mijn gezin brengt wel veel offers,want behalve deze bezoeken aan broeders en zusters moet ik ook vaak trainen.’‘Volgend jaar ga ik namelijk opnieuw de marathon lopen – ik heb de sponsoring weer rond gekregen. Zowel lokaal als regionaal zal er aandacht aan worden besteed. Mijn baas steunt me weer, ondanks de economisch zware tijd. En ik heb nog steeds dezelfde trainer die mij begeleidt. Een Nederlander en een Turk, samen voor de goede zaak. Mooi hè?’

‘Ik was ergens aan begonnen zonder te beseffen hoe zwaar het was’

Meer info is te vinden opwww.smgk.nl Via deze s ite z i jn ook tv-uitzendingen te beki jken die aan de act ie van Mustafa zi jn gewijd. Ook wie zi jn - of andere - projecten ten behoeve van gehandicapten wil steunen, kan hier terecht .

<

Page 7: Ik Vertrek

Deze Echo is u aangeboden door :

O Heer die onze Vader zijt,

vergeef ons onze schuld.

Wijs ons de weg der zaligheid,

en laat ons hart, door U geleid,

met liefde zijn vervuld.

Geef dat uw roepstem wordt gehoord,

als eenmaal bij de zee.

Geef dat ook wij uw nodend woord

vertrouwen, volgen ongestoord,

op weg gaan met U mee.

Uit gezang 463 (Liedboek voor de Kerken)