IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets...

11
IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 1 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene feedback Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal namen 118 studenten deel aan deze toets voor Wiskunde-Informatica-Fysica. Hiervan waren er 53 geslaagd. De figuur hieronder toont de verdeling van de scores van de 118 studenten. Deze figuur laat je toe om je te positioneren ten opzichte van de andere deelnemers. Verdeling van de scores over de verschillende deelnemers van de ijkingstoets van juli 2018 5.9% van de deelnemers haalde 18/20 of meer. 11.0% van de deelnemers haalde 16/20 of meer. 16.9% van de deelnemers haalde 14/20 of meer. 27.1% van de deelnemers haalde 12/20 of meer. 44.9% van de deelnemers haalde 10/20 of meer. 40.7% van de deelnemers haalde 7/20 of minder.

Transcript of IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets...

Page 1: IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3 Oplossing: A Juist beantwoord:

IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 1

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene feedback

Positionering ten opzichte van andere deelnemers

In totaal namen 118 studenten deel aan deze toets voor Wiskunde-Informatica-Fysica. Hiervan waren er 53geslaagd. De figuur hieronder toont de verdeling van de scores van de 118 studenten. Deze figuur laat jetoe om je te positioneren ten opzichte van de andere deelnemers.

Verdeling van de scores over de verschillende deelnemers van de ijkingstoets van juli 2018

5.9% van de deelnemers haalde 18/20 of meer.11.0% van de deelnemers haalde 16/20 of meer.16.9% van de deelnemers haalde 14/20 of meer.27.1% van de deelnemers haalde 12/20 of meer.44.9% van de deelnemers haalde 10/20 of meer.40.7% van de deelnemers haalde 7/20 of minder.

Page 2: IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3 Oplossing: A Juist beantwoord:

IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 2

Oefening 1Een reeel getal x moet voldoen aan de volgende voorwaarde:“De afstand van x tot 4 is strikt kleiner dan de afstand van x tot −2.” Welke ongelijkheid beschrijft dezevoorwaarde?

(A) |x+ 4| < |x− 2|

(B) |x− 4| < |x+ 2|

(C) x− 4 < x+ 2

(D) 4− x < −2− x

Oplossing: BJuist beantwoord: 76 %.Blanco: 0 %.

Oefening 2Gegeven de driedimensionale ruimte met een cartesiaans assenstelsel xyz, oorsprongO en het punt P (13, 12,−2).

Welk van de volgende vectoren staat loodrecht op de vector−−→OP?

(A)−→OA(−6, 7, 1) (B)

−−→OB(−6, 7, 2) (C)

−−→OC(−6, 7, 3) (D)

−−→OD(−6, 7, 4)

Oplossing: CJuist beantwoord: 71 %.Blanco: 15 %.

Oefening 3Definieer de integraal I =

∫ 2

1

x− 3

x2 − 9dx. Welk van volgende uitspraken is waar?

(A) I < 0 (B) 0 ≤ I < 1 (C) I = 1 (D) I > 1

Oplossing: BJuist beantwoord: 61 %.Blanco: 11 %.

Oefening 4Beschouw de functie f : R→ R waarvan de grafiek gegeven is in onderstaande figuur.

0 2 4

2

x

y

y = f(x)

Verder is de functie g gegeven door g : R→ R : t 7→ g(t) = f(3t).Waaraan is de afgeleide g′(1) gelijk?

(A) -3 (B) -1 (C) 1 (D) 3

Page 3: IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3 Oplossing: A Juist beantwoord:

IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3

Oplossing: AJuist beantwoord: 20 %.Blanco: 8 %.

Oefening 5Gegeven de functies f : R→ R en g : R→ R met als grafiek onderstaande figuur.

0 x

3

−3

1 2 3

f(x)

g(x)

Welk van onderstaande grafieken is de grafiek van het product p van deze functiesp : R→ R : x 7→ p(x) = f(x) · g(x)?

(A)

0 x

3

−3

1 2 3

(B)

0 x

3

−3

1 2 3

(C)

0 x

3

−3

1 2 3

(D)

0 x

3

−3

1 2 3

Oplossing: DJuist beantwoord: 89 %.Blanco: 0 %.

Oefening 6Gegeven de driedimensionale ruimte met een cartesiaans assenstelsel xyz met daarin het vlak v met verge-lijking x+ y + z = 1 en het vlak w met vergelijking x− y = 0. De rechte l is de doorsnede van de vlakkenv en w. De rechte m is de rechte door het punt P (1, 1, 1), evenwijdig met de rechte l.Welk van de volgende punten ligt op deze rechte m?

(A) A(0, 0, 0) (B) B(0, 0, 1) (C) C(0, 0, 2) (D) D(0, 0, 3)

Oplossing: DJuist beantwoord: 53 %.Blanco: 27 %.

Page 4: IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3 Oplossing: A Juist beantwoord:

IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 4

Oefening 7Beschouw het vlak met cartesiaans assenstelsel xy met de x-as horizontaal naar rechts en de y-as verticaalnaar boven. Hieronder worden alle hoeken gemeten vanaf de positieve x-as. We gebruiken de conventie dathoeken in tegenwijzerzin positief zijn. De vector ~a met lengte

√2 maakt een hoek van 45◦ met de positieve

x-as. De vector ~b heeft coordinaten (2, 3). De hoek α is de hoek die de vector ~a+~b maakt met de positievex-as. Bepaal tanα.

(A) tanα = 3/5 (B) tanα = 4/5 (C) tanα = 4/3 (D) tanα = 5/3

Oplossing: CJuist beantwoord: 58 %.Blanco: 25 %.

Oefening 8Op een transportband liggen balkvormige pakjes zoals aangegeven op de figuur. Alle pakjes liggen zodanigdat ze de rand van de transportband raken. Het grondvlak van elk pakje heeft afmetingen l × b, met l > b.De ribbe met lengte l maakt een hoek α met de rand van de transportband. Voor elk pakje voldoet dezehoek aan 0 ≤ α ≤ π

6 . Wat is de minimale breedte d van de transportband opdat de pakjes nooit over derand uitsteken?

α

dl

b

(A)l + b

2(B)

√3l + b

2(C)

l +√

3b

2(D)

√3(l + b)

2

Oplossing: CJuist beantwoord: 52 %.Blanco: 26 %.

Oefening 9Indien twee elektrische weerstanden R1 en R2 in parallel geschakeld worden, dan kan die schakeling vervangen

worden door een weerstand met waarde RP , die voldoet aan1

RP=

1

R1+

1

R2.

Indien deze weerstanden in serie geschakeld worden, dan kan die serieschakeling vervangen worden door eenweerstand met waarde RS = R1 +R2.Voor twee weerstanden R1 en R2 is hun serieweerstand acht keer groter dan hun parallelweerstand. Wat is

dan de beste benadering voor de verhoudingR2

R1indien R2 > R1?

(A) 5,6 (B) 5,7 (C) 5,8 (D) 5,9

Oplossing: CJuist beantwoord: 22 %.Blanco: 61 %.

Page 5: IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3 Oplossing: A Juist beantwoord:

IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 5

Oefening 10In een elektrisch circuit is een weerstand zo geschakeld dat het verband tussen de stroom I door deze

weerstand en de tijd t gegeven is door I = I0(1 − e−t/τ ). Hierbij zijn I0 en τ positieve constanten diebepaald worden door de andere componenten aanwezig in het circuit. Welke van onderstaande figuren toontde grafiek van dit verband?

(A)

0 t

II0

(B)

0 t

II0

(C)

0 t

II0

(D)

0 t

II0

Oplossing: A

Juist beantwoord: 53 %.Blanco: 6 %.

Oefening 11De rij getallen xn, met n ∈ N, wordt recursief gedefinieerd: x0 = 1, en xn = e · xn−1 voor n ≥ 1.

Bereken

10∑i=0

lnxi.

(A) 10 (B) 50 (C) 55 (D) 100

Oplossing: C

Juist beantwoord: 69 %.Blanco: 19 %.

Oefening 12Gegeven een willekeurige (4×4)-matrixA, de matrixM1 =

1 0 0 00 0 0 20 0 1 00 1 0 0

en de matrixM2 =

1 0 0 00 0 0 10 0 1 00 2 0 0

.

Welk van de onderstaande matrices heeft

• als eerste kolom de eerste kolom van matrix A,

• als tweede kolom het dubbele van de vierde kolom van matrix A,

• als derde kolom de derde kolom van matrix A,

• als vierde kolom de tweede kolom van matrix A?

(A) AM1 (B) AM2 (C) M1A (D) M2A

Oplossing: B

Juist beantwoord: 49 %.Blanco: 28 %.

Page 6: IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3 Oplossing: A Juist beantwoord:

IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 6

Oefening 13Afvoerbuizen met een diameter van 10,0 cm worden gestapeld zoals aangegeven op onderstaande figuur. Deafvoerbuizen zijn gestapeld in drie lagen tot een hoogte h. Welk van onderstaande alternatieven is de bestebenadering voor deze hoogte h?

h

(A) h = 26,4 cm (B) h = 26,7 cm (C) h = 27,0 cm (D) h = 27,3 cm

Oplossing: DJuist beantwoord: 52 %.Blanco: 29 %.

Oefening 14De functie f : R→ R : x 7→ f(x) = e|x−2| bereikt in het punt (a, f(a)) een absoluut minimum. Bepaal f(a).

(A) f(a) = 0 (B) f(a) = 1 (C) f(a) = e (D) f(a) = e2

Oplossing: B

Juist beantwoord: 64 %.Blanco: 9 %.

Oefening 15De dichtheidsfunctie die de maximumtemperatuur x (in oC) in Reykjavik voor de maand april beschrijft,wordt benaderd door

f(x) =1

π

1

1 + (x− 5)2, waarbij

∫ +∞

−∞f(x)dx =

[1

πBgtan (x− 5)

]+∞−∞

= 1,

en waarbij de grafiek volgend verloop heeft:

f

y

x

0.1

0.2

0.3

2 4 6 8

De kans dat de maximumtemperatuur tussen 4oC en 6oC ligt noemen we P . Aan welke van volgendeongelijkheden voldoet P?

(A) 50% ≤ P < 55%

(B) 55% ≤ P < 60%

(C) 60% ≤ P < 65%

Page 7: IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3 Oplossing: A Juist beantwoord:

IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 7

(D) 65% ≤ P < 70%

Oplossing: AJuist beantwoord: 57 %.Blanco: 16 %.

Oefening 16Zij b een reeel getal. Beschouw het volgende stelsel in de onbekenden x en y.{

x + by = 1− 2b2x + y = 0

Welke van de volgende beweringen is als enige waar?

(A) Er bestaat een koppel (x, y) dat een oplossing is van het stelsel voor eender welke waarde van b.

(B) Voor elke waarde van b heeft het stelsel juist een oplossing.

(C) Er bestaat een waarde van b waarvoor de enige oplossing van het stelsel x = 0 en y = 0 is.

(D) Voor elk koppel (x, y) kan je een waarde van b vinden zodat (x, y) aan het stelsel voldoet voor diekeuze van b.

Oplossing: AJuist beantwoord: 38 %.Blanco: 8 %.

Oefening 17Een vlakke glijbaan van 180 cm lang wordt ondersteund door 2 steunpunten op respectievelijk 150 cm en60 cm hoogte ten opzichte van een horizontale grond. Beide steunpunten staan op een horizontale afstandvan 120 cm uit mekaar. De glijbaan wordt zo geplaatst dat beide steunpunten even ver van het midden vande glijbaan verwijderd zijn. Bepaal de hoogte h van het laagste punt van de glijbaan ten opzichte van degrond. De figuur hieronder is een principetekening en is niet op schaal getekend.

180 cm

h

120 cm

60

cm

150

cm

(A) h = 42 cm (B) h = 45 cm (C) h = 48 cm (D) h = 51 cm

Oplossing: DJuist beantwoord: 52 %.Blanco: 26 %.

Page 8: IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3 Oplossing: A Juist beantwoord:

IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 8

Oefening 18Voor welke waarde van k heeft de veeltermfunctie met voorschrift p(x) = 8x3 − 12x2 − 2x + k twee tegen-gestelde nulpunten?

(A) −3 (B) −1 (C) 1 (D) 3

Oplossing: DJuist beantwoord: 41 %.Blanco: 42 %.

Oefening 19Zij f : R \ {1} → R de functie met voorschrift f(x) =

1

(x− 1)3.

Welke van onderstaande uitspraken is als enige waar?

(A) Als x1 6= 1, x2 6= 1 en x1 < x2, dan is f(x1) > f(x2).

(B) Als x1 6= 1, x2 6= 1 en x1 − 1 = 1− x2, dan is |f(x1)| = |f(x2)|.

(C) Voor alle x 6= 1 is f(x) = f(2− x).

(D) Voor alle x 6= 1 is f(x) = −f(−x).

Oplossing: BJuist beantwoord: 64 %.Blanco: 10 %.

Oefening 20Beschouw een complex getal a+ bi (a, b ∈ R, i2 = −1) dat voldoet aan (a+ bi)2 =

5

4 + 3i.

Welke van onderstaande uitspraken is niet geldig?

(A) |b| = 3√10

(B) a2 + b2 = 1 (of |a+ bi| = 1)

(C) a2 − b2 = 45

(D) ab < 0

Oplossing: AJuist beantwoord: 28 %.Blanco: 47 %.

Page 9: IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3 Oplossing: A Juist beantwoord:

IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 9

Oefening 21Om twee microchips op een gewenste afstand van elkaar te monteren, wordt onderstaande aanpak gevolgd.In de onderste chip wordt een driehoekige groef voorzien (breedte L = 12µm, hoogte D = 10µm) en op debovenste chip wordt een balkvormige uitstulping aangebracht (breedte b = 8µm en hoogte h). De hoogte hwordt zo gekozen dat de chipoppervlakken op een afstand ∆ = 5µm van elkaar komen te liggen. Welke vanonderstaande uitspraken is dan geldig?

b

L

∆ h

D

(A) 6µm ≤ h < 7µm

(B) 7µm ≤ h < 8µm

(C) 8µm ≤ h < 9µm

(D) 9µm ≤ h < 10µm

Oplossing: C

Juist beantwoord: 46 %.Blanco: 25 %.

Oefening 22Gegeven zijn twee willekeurige reele getallen a en b waarvoor geldt 1 < a < b. Welke van volgende getallenis het grootst?

(A) a 3√ab (B) a

3√b2 (C) b

√a (D) b

3√a2

Oplossing: D

Juist beantwoord: 61 %.Blanco: 8 %.

Oefening 23

Op bijgaande figuur is de parabool met als ver-gelijking y = x2 en het punt A(2, 4) afgebeeld.Wat is de vergelijking van de rechte door de oor-sprong die het ingekleurde gebied begrensd doorde y-as, de parabool, en de horizontale rechtey = 4 in twee even grote delen verdeelt?

(A) y = 3x

(B) y = 103 x

(C) y = 4x

(D) y = 163 x

−2 −1 1 2

1

2

3

4A

x

y

Oplossing: A

Page 10: IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3 Oplossing: A Juist beantwoord:

IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 10

Juist beantwoord: 41 %.Blanco: 25 %.

Oefening 24Twee treinen leggen eenzelfde traject af, maar in tegengestelde richting. De eerste trein rijdt van A naar Bmet een constante snelheid van 90 km/u. De tweede trein rijdt van B naar A met een constante snelheidvan 60 km/u. Als de treinen op hetzelfde moment vertrekken, dan kruisen ze elkaar op 45 km van A. Waarkruisen de treinen elkaar als de tweede trein een kwartier later dan de eerste trein vertrekt?

(A) Op 54 km van A.

(B) Op 55 km van A.

(C) Op 56 km van A.

(D) Op 57 km van A.

Oplossing: AJuist beantwoord: 59 %.Blanco: 24 %.

Oefening 25Gegeven een vlak met een cartesiaans assenstelsel xy met daarin een cirkel door de drie punten O(0, 0),P (3, 5) en Q(5, 5). Welk van onderstaande rechten raakt aan deze cirkel?

(A) de rechte met vergelijking y = −3x

(B) de rechte met vergelijking y = −4x

(C) de rechte met vergelijking y = −5x

(D) de rechte met vergelijking y = −10x

Oplossing: BJuist beantwoord: 26 %.Blanco: 47 %.

Oefening 26De getallen 3,−1, 7 zijn drie opeenvolgende getallen uit de rij

5 + (−2)n

3, n ∈ N. De opvolger van 7 is:

(A) −15 (B) −9 (C) 9 (D) 15

Oplossing: BJuist beantwoord: 91 %.Blanco: 3 %.

Page 11: IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene … · 2019. 2. 4. · IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 3 Oplossing: A Juist beantwoord:

IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 2 juli 2018 - reeks 1 - p. 11

Oefening 27Van de matrices A =

(1 b

1 + a 1

)en B =

(1 ba −1

)is gegeven dat A ·B = B ·A. Wat kan je besluiten over

de reele getallen a en b?

(A) niets

(B) a = −1 en b = 0

(C) a is willekeurig en b = 0

(D) a = −1 en b is willekeurig

Oplossing: BJuist beantwoord: 53 %.Blanco: 25 %.

Oefening 28Gegeven de functie f : R → R : x 7→ f(x) = ex − x. De raaklijn in het punt (a, f(a)) aan de grafiek van fgaat door de oorsprong. Bepaal de richtingscoefficient van deze raaklijn.(A) 1 (B) e− 1 (C) e (D) 1 + e

Oplossing: BJuist beantwoord: 52 %.Blanco: 35 %.

Oefening 29Bij een dobbelspel wordt 5 keer met een eerlijke dobbelsteen gegooid. Indien op de dobbelsteen 1 of 2 ogenzichtbaar zijn, dan ontvang je hiervoor een negatieve score van -0,25. Indien op de dobbelsteen een 5 of 6tevoorschijn komt, dan krijg je hiervoor een positieve score van +1,0. Voor een 3 of een 4 krijg je een scorevan 0,0. De score van het spel is de som van de scores behaald in de 5 worpen samen. Wat is de kans datje een score hebt die minstens 3 punten bedraagt?

(A)11

35(B)

16

35(C)

21

35(D)

26

35

Oplossing: CJuist beantwoord: 39 %.Blanco: 33 %.

Oefening 30Als z1 en z2 de complexe oplossingen zijn van de vergelijking z2 − 2z cos( π12) + 1 = 0, waaraan is z161 + z162dan gelijk?

(A) −1 (B) −12 (C) 1 (D) −i

√3

Oplossing: AJuist beantwoord: 10 %.Blanco: 76 %.