iets voor uw onderwijs? - BEREN VAN JOUW WEG · 6 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets...

32
SURFnet Kennisnet Innovatieprogramma virtuele omgevingen iets voor uw onderwijs? www.surfnetkennisnetproject.nl

Transcript of iets voor uw onderwijs? - BEREN VAN JOUW WEG · 6 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets...

SURFnet bvPostbus 190353501 DA UtrechtTelefoon 030 2 305 305Fax 030 2 305 [email protected]

Stichting KennisnetPostbus 7782700 AT ZoetermeerTelefoon 0800 KENNISNETFax 079 3 212 [email protected]

SURFnet Kennisnet Innovatieprogramma

virtuele omgevingen iets voor uwonderwijs?www.surfnetkennisnetproject.nl

1

inhoudsopgave

voorwoord 3 1 watzijnvirtueleomgevingen? 42 hoehebbenvirtueleomgevingenzichontwikkeld? 53 welkemogelijkhedenbiedenvirtueleomgevingen

voorhetonderwijs? 6 4 watzijndedidactischemogelijkheden? 8 •Hetdidactischraamwerk 5 deleersituaties 9 •VariantA: instructiegericht leren, docentgestuurd •VariantB:inhoudgericht, docent-leerlinggestuurd •VariantC: taakgericht, leerling-docentgestuurd •VariantD:competentiegericht, leerlinggestuurd 6 watisdemeerwaardevandezeleersituaties? 10 •Waaropwerdendeleersituatiesbeoordeeld? 7 welkeleersituatieszijnvooruinteressant? 11 •A1 Science showroom 12 •A2Geschiedenisles op afstand 13 •B3 Virtuele lichaam 14 •B4 Leren etaleren 15 •C5 Language space 16 • C6 Mini-onderneming 17 • D7 Ontwerp een stadswijk 18 • D8 Virtueel Cultuurplein 208 watzijndealgemeneconclusiesvanhetonderzoek? 229 hoekuntubeginnenmetvirtueleomgevingen? 24

2 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

3

HetonderwijstoontbelangstellingvoorvirtueleomgevingenzoalsSecondLifeofActiveWorlds.Tochishetlastigomdezedriedimensionaleomgeving­eneffectiefintezetteninleersituaties.Vooraldevraagwaardedidactischemeerwaardezit,ismoeilijktebeantwoorden.

HetSURFnet/KennisnetInnovatieprogrammaheeftdeafgelopentijdhardgewerktaandidactischonderbouwdeleersituatieswaarbijvirtueleomge­vingeneenrolspelen.Indezeleersituatiesstaandekwaliteiténdemaniervanlesgevencentraal.Daarnaastisereenhelderendidactischraamwerkontwikkeldwaarmeeukuntbepalenwelkeleersituatiehetbestepastbijuwmaniervanlesgeven.Ditraamwerkwordtondersteunddoorkorte,boeiendevideofragmentenwaarindeleersituatieszijnverfilmd.Dezevideofragmentenvindtuopwww.virtueleomgevingen.nlenzijnhandigomtebekijkentijdenshetlezenvanditboekje.

Omdeeducatievewaardevandeleersituatiestebepalenisereengroot­schaligonderzoekverricht.Inditonderzoekhebben971onderwijsprofessio­nalsuithetvo,mboendelerarenopleidingdeleersituatiesbeoordeeldophuneducatievekansrijkheid.Debeoordelingenconclusiesvindtuterugbijdebeschrijvingvandeleersituaties.

Erzijndusgenoegmogelijkhedenomvirtueleomgevingendidactischverantwoordintezetteninuwonderwijs.Laatditboekjeeeninspiratiebronvooruzijn!

Metvirtuelegroet,

Phil van DulmProjectmanagervirtueleomgevingen,Kennisnet

SURFnet/Kennisnet Innovatieprogrammawww.virtueleomgevingen.nl

voorwoord

4 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

Moderne virtuele omgevingen zoalsSecondLifeenActiveWorldszijndrie­dimensionale omgevingen. Gebrui­kers creëren in deze omgeving naareigen wens een avatar, ofwel eendigitale representatie van zichzelf.Avatars kunnen de omgeving ver­kennen, met elkaar communiceren,samenwerken, virtuele objectenbouwen of materiaal plaatsen zoalsvideo.Veelvirtueleomgevingenzijnrealistisch, zoals bijvoorbeeld eenvirtuele weergave van Parijs. Tege­lijkertijd kunnen virtuele omgevingenook een omgeving simuleren diein werkelijkheid niet te benaderenis zoals de simulatie van een hart.Virtuelewereldenkunnenduszowelde werkelijkheid nabootsen als dewerkelijkheidvoorbijgaan.

De virtuele omgeving is voor ieder­een precies hetzelfde. Handelingendie een andere gebruiker uitvoertmet zijn of haar avatar zijn vooriedereendirectzichtbaar.Communi­catietussenavatarsgebeurtviachatofspraak,maarzijkunnenookgeba­renmakenomzichzelf teuiten.Vir­tuele omgevingen kunnen hierdoorgedeeltelijktegemoetkomenaanhetgemisvannon­verbalecommunicatiebijchat.

Zelf doel formulerenGebruikers van een virtuele wereldmoeten zelf een doel bepalen, re­gels formuleren en de wereld medeinrichten.Alles indevirtuelewereld(bijvoorbeelddeomgeving,gebouw­en etc.) is dus door gebruikers zelfgemaakt.Omdezeredenenverschilteen virtuele wereld van een gamewaarin er wél van tevoren een om­geving en doel zijn bepaald. Doelenin een virtuele wereld zijn bijvoor­beeld: het maken van kleding dieandere avatars kunnen kopen, hetbouwenvaneenfuturistischestadofhetcreërenvaneenomgevingwaarineenrollenspelcentraalstaat.

watzijnvirtueleomgevingen?

1

Avatars ontmoeten elkaar in Second Life

“Virtuele omgevingen zijn in veel opzichten niet nieuw”

5

Virtueleomgevingenzijninveelop­zichten niet nieuw en bestaan alsindsdejarenzeventigvandevorigeeeuw. De eerste ‘virtuele’ omgevingwerdin1978ontwikkeldenbestondalleenuittekstentekstcommando’s(MUD,MultiUserDungeon).Gebrui­kersspeeldenhierbijsamenomeenzogenaamdequest(opdracht)tevol­tooien.Beginjarennegentigverschij­nen de zogenaamde MOO’s (MudObject Oriented) die de aandachtmeer richten op sociale interactie.InMOO’skunnengebruikersdeom­geving zelf uitbreiden met nieuwekamers en commando’s. Habitat uit1986 is de eerste grafische, virtueleomgeving waarin gebruikers eenavatar kunnen creëren, met elkaarkunnen communiceren en objectenkunnenoppakkenenmeenemen.

EvolutieIndeloopvandejarennegentigzijnde sociale, grafische omgevingensterk inopkomst.Het internetwordtsteeds toegankelijker en de compu­ters steeds krachtiger. In 1995 komtAlpha Worlds uit, een omgeving dielater uitgroeit tot Active Worlds.ActiveWorldsbestaatuitverschillen­dewereldendieviaeensoortbrowserbezocht kunnen worden. Gebruikerskunnenindevirtueleomgevingeen­voudigebouwwerkenmaken.

Met externe programma’s bestaatde mogelijkheid om geavanceerdebouwwerken samen te stellen en teimporteren.Viaeenscriptingtaalkun­nenobjecteninteractiefgemaakt.

Second LifeIn 2003 wordt voor het eerst getestmet Second Life. Second Life bouwtverder op het bouwprincipe vanActive Worlds. Echter, Second Lifeis één grote wereld waarin een ge­bruikertheoretischgezienvannoordnaarzuidkanvliegen.InSecondLifekunnen gebruikers via een geavan­ceerde bouwtool alle gewenste ob­jecten maken. Het gebruik van ex­terneprogramma’sisdusoverbodiggeworden.Erzijnoneindigveelmo­gelijkheden om de avatar aan tepassen, natuurlijke effecten zoalszwaartekrachtwordenprobleemloosgesimuleerd en er kan geld gekochtenverdiendworden(Lindendollars,demunteenheidvanSecondlife).

hoehebbenvirtueleomgevingenzichontwikkeld?

2

Een wereld in Active Worlds

Habitat (1986)

MUD - Multi User Dungeon (1978)

6 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

3

Virtueleomgevingenzijnindebasisgeendidactischeleeromgevingen.Omtebepalenwatdemogelijkhedenvoorhetonderwijszijn,ishetgoedomdekernkwaliteitenvandetechnologievasttestellen.Naveeldiscussiemetonderwijs­envirtueleomgevingenexpertszijndevijfbelangrijkstekern­kwaliteitengeformuleerd.

Virtuele omgevingen:• zijnmultimediaal;• zijnplaats­entijdonafhankelijk;• makensynchroneenasynchroneinteractiemogelijk;• zijneenexperimenteerruimtevooridentiteit;• zijnflexibel.

Hieronderwordtelkekernkwaliteitkorttoegelichtenwordtduidelijkwatdemogelijkemeerwaardeisvoorhetonderwijs.

welkemogelijkhedenbiedenvirtueleomgevingenvoorhetonderwijs?

Multimediaal

In virtuele omgevingen kunnen ver­schillende soorten media wordengebruikt. Voorbeelden hiervan zijnaudio,videoentekst.Daarnaastkun­nen zij worden geïntegreerd metwebapplicatiesofkantoegangword­enverkregenviamobieletelefonie.

Mogelijke waarde voor het onderwijs:• Eencombinatievanverschillende

mediakanleidentoteenaan­trekkelijkeenenthousiasmerendeomgevingvoorleerlingen;

• kenniskanzowelovergebracht(kennisoverdracht)alsgeprodu­ceerdworden(kennisconstructie);

• dewerkelijkheidkangesimuleerdworden.

Plaats- en tijdonafhankelijk

Devirtueleomgevingiseengedeeldeomgeving die, onafhankelijk van defysiekelocatie,vooriederegebruikerdezelfde is. Daarnaast is de virtueleomgevingpersistent;detijdtiktdooren de virtuele omgeving blijft altijdbestaan.Ookwanneereengebruikernietisingelogd.

Mogelijke waarde voor het onderwijs: • afstandsleren;• deleercontentisaltijd

benaderbaar;• internationalisering.

Synchrone- en asynchrone interactieGebruikerskunnensynchroon(tegelij­kertijd)ofasynchroon(losvanelkaar)communiceren, de virtuele wereldverkennen en samen aan een objectwerken zoals het bouwen van eenhuis. Alles wat gebouwd wordt blijftstaanalsdegebruikeruitlogtenisdi­rectzichtbaarvooranderegebruikers.

Mogelijk waarde voor het onderwijs:• synchroneenasynchronesamen­

werking;• mogelijkheidomsamenwerkings­

verbandenaantegaanbuitendeschool.

Een avatar bekijkt een video

“Virtuele omgevingen zijn in de basis geen didactische

leeromgevingen”

7

Experimenteerruimte voor identiteitAvatarskunnenaangepastwordenopaspectenzoalsleeftijd,geslacht,uiter­lijke kenmerken en gedrag. Hierdoorkunnengebruikersviahunavatareeneigen identiteit kiezen die kan afwij­kenvandieuithetdagelijksleven.

Mogelijke waarde voor het onderwijs:• aannemenvanverschillende

rollen;• onderdompelenineenandere

identiteit;• inlevenenhandelennaarandere

indentiteit.

Flexibel

De virtuele wereld kan aangepastworden aan de wensen en het doelvan de gebruiker. Dit geldt voor hetlandschapéndeobjecteninditland­schap. Objecten die andere gebrui­kershebbengemaaktkunnenherge­bruiktenaangepastworden.

Mogelijk waarde voor het onderwijs:• omgevingkaningerichtworden

naarbehoefteenleerdoel;• mogelijkheidomverschillende

leerstijlentefaciliteren;• mogelijkheidombestaandeleer­

objectenopnieuwtegebruiken;• bruikbaarvoorverschillendeon­

derwijssituaties.

Avatars bouwen samen in virtuele wereld

In een virtuele wereld kan uw avatar er uit zien zoals u zelf wilt

8 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

Zoalsuithetvorigehoofdstukblijktiserontzettendveelmogelijkmetvirtueleomgevingen.Datmaakthetdestemoeilijkeromtezienhoeeenvirtueleom­gevinginhetonderwijsgebruiktkanworden.Zoalsaleerderduidelijkwerd,moetelkegebruikerzichzelfeendoelstellenomdevirtueleomgevingbeteke­nisvoltemaken.Hetzelfdegeldtookvoorhetcreërenvaneenleersituatie.Deinrichtingengebruikvandeomgevingveranderdenbijverschillendeleer­doelen.Daarnaastmoeteenleersituatieaansluitenbijuwmaniervanles­geven/ofdeleerdoelendieumetdeleerlingenwiltbereiken.

Het didactisch raamwerkOmmeerzichttekrijgenopmogelijkeleersituatiesisereendidactischraam­werkontwikkeld.Binnenditraamwerkzijnsamenmetvirtueleomgeving­specialisten,ontwikkelaars,gamedesigners,onderwijskundigenenervarendocentenachtverschillendeleersituatiesontwikkeldenuitgewerkt.Dezeleersituatiesvariërenindemaniervanlesgevenendematewaarindevir­tueleleeromgevingwordtingezet.Ditleidttotdevolgendevarianten:

­ variant A:instructiegericht,docentgestuurd;­ variant B:inhoudgericht,docent­leerlinggestuurd;­ variant C:taakgericht,leerling­docentgestuurd;­ variant D:competentiegericht,leerlinggestuurd.

VariantenAenBzijninstructie­eninhoudsgericht;variantenCenDzijntaak­encompetentiegericht.Kortsamengevatzijndezevariantengebaseerdopdrievariabelen:typeleerdoel,sturing(onderwijsmodel)enmatevanbeheersing.Hettypeleerdoelkanpervariantverschillendzijnenlooptuiteenvaneenvou­dig(kennisgericht)totcomplex(competentiegericht).Ookdesturingwisseltpervariant.Bijdesturinggaathetvooralomdevraagofdeleersituatiesterkdocent­ofleerlinggestuurdis.

Hoehogerdematevanbeheersingvandevirtueleomgeving,hoecomplexerdeleerdoelenkunnenwordengeformuleerd.Ditbetekentdateenleerlingmeervaardighedenmoetbeheersenomhetuiteindelijkeleerdoeltebereiken.

Hiernaastwordendediversevariantenverdertoegelicht.Elkevariantbevattweeleersituatiesdieverderopinhethandboekwordenbehandeld.

watzijndedidactischemogelijkheden?

4

Het didactisch raamwerk

9

Variant A: instructiegericht leren, docentgestuurdBijdezevariantligtdenadrukopinformatieoverdracht.Deleersituatieszijngerichtopreproductievanvakgerichtekennis.Doelishetverwervenvandenodigeparatekennis.Voorbeeldenzijn:benoemenvanprincipes,uitleggenvaneenregelofbeschrijvenvaneenwerkwijze.

A1 ScienceshowroomA2 Geschiedenislesopafstand

Variant B: inhoudgericht leren, docent-leerlinggestuurdBijdezevariantligtdenadrukopontdekkendleren.Hierbijzijndeleersitua­tiesgerichtopoefeningvanvakgerichtekennisencognitievevaardigheden.Doelishetverwervenvaninzichtovereenbepaaldonderwerp.Voorbeeldenzijn:• verbandenleggen/samenvatten;• toepassenvanprincipes;• toepassenvanregels;• beslissingennemen;• ontwerpen;• betekenistoekennen.

B3 VirtuelelichaamB4 Lerenetaleren

Variant C: taakgericht, leerling-docentgestuurdBijdezevariantligtdenadrukophetvertrouwdrakenmet(ontdekte)oplos­regelsofmodellen.Ditwordtbereiktdoorbekende(deel)takenuittevoeren.Hierbijzijndeleersituatiesgerichtophetoefenenmetvakgerichtekennisenvaardigheden.Doeliscommunicerenoverdetoegepastekennisenvaardig­heden.Voorbeeldenzijn:• publicerenoverproducten;• ontwerpenvooranderen;• adviezenformuleren.

C5 LanguagespaceC6 Mini-onderneming

Variant D: Competentiegericht leren, leerlinggestuurdIndezevariantzijndeleerdoelengerichtophettoepassenvanvakoverstij­gendekennisenvaardighedenineenrijkecontext,metalsdoelhetverwer­venvancompetenties.Voorbeeldenvanleeractiviteitenbijdezevariantzijn:• Samenwerkendleren.• Problemenoplossen.• Onderzoekdoen.

D7 OntwerpeenstadswijkD8 VirtueelCultuurplein

deleersituaties5

Het didactisch raamwerk

10 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

Omdezevraagtebeantwoordenisereengrootschaligkwantitatiefonder­zoekverricht.Inditonderzoekhebben971onderwijsprofessionalsuithetvo,mboendelerarenopleidingdeachtleersituatiesbeoordeeldophuneduca­tievekansrijkheid.Deleersituatieszijnvoorhetonderzoekinscenegezetenverfilmd.Derespondentenkondendeleersituatiesonlinebeoordelen.

Waarop werden de leersituaties beoordeeld?DocentenbeoordeeldendeleersituatiesdoordezogenaamdepoweridicatorvanBernieDodgetegebruiken.VolgensBernieDodgekandekracht(Power)vaneenleersituatiewordenbepaalddoordematewaarindeleersituatie:

(A) deaandachtvanleerlingenkanvasthouden;(D) diepganggeeftaanhetleren;(E) efficiëntisomhetbeoogdeleerdoeltebereiken.

Aandehandvandezeaspectenisdepowerindicatorberekend,ofweldeonderwijskundigepowervandeleersituatie.Dezeberekeninggaatalsvolgt:aandachtxdieptexefficiency.Hoehogerhetgetalvandeindicator,hoepositieverdeleersituatieisbeoordeeld.Descoresenconclusiesvindtuterugbijdebeschrijvingvanelkeleersituatie.Dealgemeneconclusieszijnachterintevinden.

Opbouw onderzoekDevragenlijstwerdopgedeeldindrieonderdelen.Inheteersteonderdeelkregendocenten23didactischestellingenvoorgelegdominzichttekrijgeninhundidactischevoorkeur.Ditzorgdevooreentweedeling:Deeerstegroepdocentenheefteenvoorkeurvoorkennisconstructieendetweedegroepheefthiergeenvoorkeurvoor.Inhettweedeonderdeelwerdgeïnventariseerdhoebekenddocentenzijnmetvirtueleomgevingen.

Inhetderdeonderdeelwerdenaaniederedocentvierfragmentenvoorge­legdomtebeoordelen.HeteerstefragmentwasaltijdleersituatieA1ofA2.Ditomderespondentennietdirectdemeestcomplexeleersituatietelatenbeoordelen.Daarnawerdendeoverigeleersituatiesinwillekeurigevolgordegetoondaanderespondent.Hierbijwerderzorgvoorgedragendaterpervariantéénleersituatiewerdgetoond.

watisdemeerwaardevandezeleersituaties?

6

11

Bepaalteneersteuwdidactischevoorkeur.Uitheteersteonderdeelvanhetonderzoekzijntweegroepenontstaan:Docentendieeenvoorkeurhebbenvoorkennisconstructieendocentendiegeenvoorkeurhebbenvoorkennis­constructie.Perleersituatieisdebeoordelingvandezetweegroepengetoond.

Voorkeur voor kennisconstructieDezegroepdocentenbeoordeeldedestellingengerichtopkennisconstructiehogerdanhetgemiddelde(KC Hoog).Didactischekenmerkenvandezegroep;• ustimuleertdatleerlingenzichzelfdoelenstellen;• leerlingenkrijgenvrijheidomleerinhoudtekiezen;• leerlingenwordenookbeoordeeldopprocesenaanpak.

Geen voorkeur voor kennisconstructieDezegroepdocentenbeoordeeldedestellingengerichtopkennisconstructielagerdanhetgemiddelde.(KC Laag).• Bepaalvooruzelfofkennisconstructieuwvoorkeurheeft.Hiermeekuntu

verderopinhethandboeksnelzienwelkeleersituatiesvooruinteressantzijn.

VakgebiedBepaaltentweededevakgebiedenwaarmeeuaffiniteitheeft.Indeonder­staandetabelzijndePowerIndicatorscoresweergegevenperleersituatieenpervakgebied.Wanneereenvakgebiedbovengemiddeldscoortisditscoreveldgroenge­markeerd.Wanneereenvakgebiedondergemiddeldscoortisditveldroodgemarkeerd.

Deconclusiesenbevindingenzijntoegespitstopdevoorkeurvoorkenniscon­structieofpervakgiebied.Perleersituatiewordendemeestrelevantebevin­dingenindezevakgebiedenbeschreven.Wiltuuitgebreidlezenoverderesul­tatenvanhetonderzoek?Downloaddanhetvolledigeonderzoeksrapportop:www.virtueleomgevingen.nl.

welkeleersituatieszijnvooruinteressant?

7

variant scienceshowroom 372 322 362 364 387 360 275 366

A geschiedenislesopafstand 332 314 279 331 330 306 331 355

variant virtuelelichaam 478 465 467 460 498 460 411 573

B lerenetaleren 463 443 456 453 483 455 414 429

variant languagespace 415 389 365 392 469 422 367 397

C mini-onderneming 479 424 450 437 462 425 409 442

variant ontwerpeenstadswijk 450 416 437 457 441 389 365 462

D virtueelcultuurplein 392 386 322 373 456 444 369 388

ANW - NAT - SK - TEC

AK - GS - GDS - MIJENG - FRS - DUI

NED

WIS

BIO - VERZ

KC HOOGKC LAAG

in de tabel zijn hoge scores aangegeven met groen en lage scores met rood•vooreenhogePowerindicatorscoreis456ofhogergehanteerd.(7,7ofhogeropalledriedeaspecten)•vooreenlagePowerindicatorscoreis343gehanteerd.(7,0oflageropalledriedeaspecten)

ANW-NAT-SK-TECAlgemeneNatuurwetenschappen­Natuurkunde­Scheikunde­Techniek

AK-GS-GDS-MIJAardrijkskunde­Geschiedenis­Godsdienst­Maatschappijleer

ENG-FRS-DUIEngels,Frans,Duits

NEDNederlands

WISWiskunde

BIO-VERZBiologieenVerzorging

12 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

A1SCIENCEShOWROOMbekijk video op http://casusA1.virtueleomgevingen.nl

Vakgebied DoelgroepNatuurkunde Tweedejaarhavo/vwo

Aantal leerlingen en niveauNietvantoepassing

SamenvattingDeze leersituatie heeft een oriënte­rend karakter en is sterk docentge­stuurd. Leerlingen doorlopen samenmet de docent een showroom metnatuurkundige principes. De docentzoekteenobjectindevirtuelescienceshowroomentoontdezeophetdigi­taleschoolbord.Vervolgensgeeftdedocent uitleg over een natuurkun­dig principe, waarbij er sprake kanzijnvaninteractiviteit.Eenvoorbeeldis zwaartekracht dat via objectenwordtuitgebeeld.Andervoorbeeldiseenmodelvaneenprismawaarmeelichtbreking gesimuleerd kan wor­den.Eventueelkunnenleerlingenhetobjectnadelesnogmaalsopzoeken.

LeerdoelenVakgerichtekennisenvaardigheden:• benoemt een aantal natuurkun­

digeprincipes;• onderscheidtdeverschillendena­

tuurkundigeprincipesvanelkaar;• relateertnatuurkundigeprincipes

aansituatiesuitdeeigenleefom­geving.

Overkoepelende vaardigheden• digitalevaardigheden,hetkunnen

navigeren en interacteren metobjecten.

ToetsingAan de hand van een nabesprekingcontroleert de docent of de leerlingdeleerdoelenheeftbehaald.

Mate van beheersingLaag.Minimaleeisenzijnbenaderingvan en navigatie binnen de virtueleomgeving.Ditgeldtzowelvoorleer­lingenalsvoordocenten.

Gebruik van kernkwaliteitenVooral multimediaal: het gaat omhet bekijken van interactieve leer­objecten. Deze leerobjecten kunnenondersteund worden door anderemedia zoals plaatjes en video. Hetobject kan door de docent in de lesopgehaaldwordenenhijheeftdaarzelf controle over. Door de plaats­onafhankelijkheid van de virtueleomgeving kan de leerling thuis hetobjectnogmaalsbekijken.

ConclusieDezeleersituatieisinvergelijkingmetdeandereleersituatieslaagbeoor­deeld.Invergelijkingmetdesituatiesscoortdezevoorallaagopdefacto­rendiepteenefficiency.Hierbijbeoordelendocentendiedevoorkeurheb­ben voor kennisconstructie de leersituatie hoger dan docenten die geenvoorkeurhebbenvoorkennisconstructie.

Deverschillendevakgebiedenhebbende leersituatieongeveergelijkbe­oordeeld.Deleersituatiewordtdusonafhankelijkvandevakinhoudlaagbeoordeelt.Docentenwiskundebeoordelende leersituatie lagerdando­centen vreemde talen en docenten natuurwetenschappen. Docenten inhetalgemeenziendezeleersituatiedusnietalskansrijkeinhettoekom­stigonderwijs.

beoordeling kchoog kclaag

aandacht 7,4 7,3

diepte 6,8 6,4

eff iciency 6,6 6,8

power indicator 372 332

13

SamenvattingLeerlingen krijgen van een experteen geschiedenisles over de Romei­nen. Deze expert is fysiek niet in deklas aanwezig, maar bevindt zichmeteenavatar indevirtueleomge­ving.Deexpertkanzowelviachatofvoice(spraak)communicatiedepre­sentatie geven, waarbij de presen­tatie wordt ondersteund door po­werpointslides, video’s, plaatjes en3d­objecten. Zo kan de expert ietsvertellenoverdeRomeinsearchitec­tuur en bijvoorbeeld een 3d­modellaten zien van een Romeinse pilaar.Leerlingen krijgen na de presentatiedemogelijkheidomvragentestellen.Dit gebeurt in de virtuele omgevingwaarbij de docent fungeert als mo­derator.

LeerdoelenVakgerichtekennisenvaardigheden:• verkrijgenvankennisovereenge­

schiedenisonderwerp.

Overkoepelende vaardigheden• communicatievevaardigheden.

ToetsingDedocentreflecteertsamenmetdeleerlingen op de presentatie. Hier­mee toetst hij of de informatie hel­derisovergekomen.

Mate van beheersingLaag, maar vergeleken met A1 ietshoger. Naast toetreden tot en na­vigatie binnen de virtuele omge­ving, moeten leerlingen ook kunnencommuniceren via tekst en spraak.

Dezelfde vaardigheden gelden voordedocent.

Gebruik van kernkwaliteitenDe presentatie kan onafhankelijkvandefysiekeplaatsvaneenexpertplaatsvinden.Doordatleerlingeneenavatarzien,geeftditeengevoelvanaanwezigheid.Eventueelkandepre­sentatie door verschillende klassen,faculteiten of instellingen bezochtworden.Doorgebruik temakenvanmultimedia kan de expert zijn ofhaar presentatie op verschillendemanieren ondersteunen. De presen­tatiewordtdaardoorafwisselendenlevendig.

Vakgebied DoelgroepGeschiedenis mbo­tl/havo/vwo

Aantal leerlingen en niveau10tot20leerlingen

A2GESChIEDENISLESOpAFSTANDbekijk video op http://casusA2.virtueleomgevingen.nl

ConclusieVanalle leersituaties isditdelaagstbeoordeelde,dooralledocentenenonafhankelijk van voorkeur voor kennisconstructie. Ook het vakgebiedgeschiedenis,waaroverdeleersituatieinhoudelijkgaat,beoordeeltdezeleersituatielaag.Deleersituatiewordtdanookalsminstewenselijkgezienvoorgebruikindetoekomst.Deleersituatieheeftdeminstdiepgangvanallemaal,enwordtnietalseenefficiëntemaniergezienomkennisovertebrengen.Deze leersituatie is eigenlijk een klassieke vertaling van gebruikelijk on­derwijs.Vaakzijnditsoortleersituatiestochdeeerstestappendieonder­wijsinstellingenondernemenwanneerzemetvirtueleomgevingenaandeslaggaan.Uithetonderzoekblijktdatditsoortleersituatiesincombinatiemetvirtueleomgevingenhetminstwenselijkzijn.

beoordeling kchoog kclaag

aandacht 7,1 7,1

diepte 6,6 6,3

eff iciency 6,4 6,6

power indicator 332 314

variantainstructiegericht leren, docentgestuurd

14 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

SamenvattingLeerlingenontdekkenenervarenhoefuncties en processen van het men­selijklichaamwerken.Binnendepro­cessen zijn verschillende scenario’smogelijk, waarbij de docent bepaaltwelkproces leerlingendoorlopen. Indetochtdoorhetvirtuelehart lerenleerlingenindividueeloverdeinvloedvanprocessenopdewerkingvanhethart.Zijkunnenbijvoorbeeldzienhoehethartreageertopeenopenwondof aandoening. De leersituatie is in­teractief.Ditbetekentdatleerlingenacties kunnen uitvoeren en directzienwathetgevolgisvandezeactie(eenbepaaldeactieleidtbijvoorbeeldtothetsnellerkloppenvanhethart).

LeerdoelenVakgerichtekennisenvaardigheden:• legtbiologischeprocesseninhet

lichaamuit;• beschrijfthetverbandtussenhet

menselijklichaamendeinterac­tiemetbepaaldestoffen;

• beslistwelkestoffenbijwelk‘pro­bleem’nodigzijn.

Overkoepelendevaardigheden:• reflectievevaardigheden;• digitalevaardigheden,kunnen

rondlopeneninteracteren.

ToetsingDe docent controleert aan de handvaneennabesprekingofdeleerdoe­lenzijngehaald.Leerlingenreflecte­

renhierbijoverhunervaringbinnende virtuele omgeving. Daarnaaststaanzestilbijhunkeuzesendere­denwaaromzedezekeuzeshebbengemaakt.

Mate van beheersingLeerlingenmoetendevirtueleomge­vingbenaderenenergoedinkunnennavigeren.Daarnaastmoetenleerlin­genzelfstandiginteractiesaangaan.Dedocentmoetdoordevirtueleom­gevingkunnennavigereneneensce­nariokunnenactiveren.

Gebruik van kernkwaliteitenHetonmogelijkeisindezelesmoge­lijk. Het interactieve, geanimeerde3d­model van bijvoorbeeld het hartis een simulatie die buiten de virtu­ele omgeving niet te realiseren is.Daarnaastkandezesimulatieonder­steund worden door verschillendemultimedialebronnen.Doorgebruikvan verschillende scenario’s kunnenverschillende processen uitgelegdworden. Het leerobject is daardoorflexibel, herbruikbaar en uit te brei­den. Leerlingen maken hun eigenkeuzesenziendirectdegevolgenvanhunkeuzes.

B3VIRTUELELIChAAMbekijk video op http://casusB3.virtueleomgevingen.nl

Vakgebied DoelgroepBiologie Leerjaar1vmbo­tl,havo,vwo

Aantal leerlingen en niveauNietvantoepassing

ConclusieVanalleachtleersituatieswordtdezeleersituatiedooralleverschillendedocentenalsmeestkansrijkgezienvoorhetonderwijs.Aandacht,diepteen efficiency worden allemaal hoog beoordeeld bij docenten met zoweleenvoorkeuralsgeenvoorkeurvoorkennisconstructie.Docentendiehebbenaangegevenbiologieofverzorgingteonderwijzenbeoordelen de leersituatie hoger dan leraren wiskunde. De leersituatiegaatdanookheelspecifiekovervakinhouddievoordezedocentenher­kenbaaris.Ditbetekentechternietdatdeleersituatiedoordeanderevak­gebiedennietalskansrijkwordtgezien;ookzijzienditalsdemeestkans­rijke leersituatie. Dit geldt ook voor docenten uit het mbo en leraren inopleiding.Docentengevenoverhetalgemeenaandatzijdezeleersituatieindenabijetoekomst zouden willen gebruiken. Docenten met een voorkeur voorkennisconstructie hebben daarbij een hogere voorkeur voor toekomstiggebruik.Ongeveer60%geefthiervanaanbinnendriejaarinsterkeofzeersterkematedezemaniervanlesgeventewillentoepassen,tegenover43%bijdocentenmeteenlagevoorkeurvoorkennisconstructie.

beoordeling kchoog kclaag

aandacht 7,7 7,8

diepte 7,6 7,5

eff iciency 7,6 7,6

power indicator 478 465

15

SamenvattingIneendriedimensionalewinkelstraatrichten leerlingenwinkeletalages in.De docent legt de opdracht uit, be­kijkt samen met de leerlingen eenaantal bestaande, driedimensionaleetalages en geeft toelichting. Leer­lingenbepalendaarnawatvooreenetalagezewillenmaken.Nahetver­zamelenvaninformatieoverdewin­kelketen,experimenterenzemetver­schillendemanierenvaninrichten.Hiervoorgebruikenzeeenbestaandebibliotheek van virtuele etalageob­jecten die ze naar eigen inzicht mo­genplaatsenenarrangeren.Erwordtgeëxperimenteerd met aspecten alskleur, doelgroep, licht en verkoop­technieken. Uiteindelijk worden deingerichte etalages door medeleer­lingenendedocentbeoordeeld.

LeerdoelenVakgerichtekennisenvaardigheden:• beschrijftdenieuwstemodeen

trends;• richtetalageinrekeninghoudend

metaspectendiedaarbijbelang­rijkzijn;

• legtverbandtussenproductendemarktvoordatproduct(doel­groep).

ToetsingIedereleerlingpresenteertzijnofhaaretalageaandemedeleerlingen.Dezewordtvervolgensbeoordeelddoordemedeleerlingen met de vraag: welkproduct zou jij willen kopen? Leer­lingen moeten aan de docent kun­nenuitleggenhoezetothunoordeel

zijngekomen.Dedocentbeoordeeltde etalage aan de hand van voorafopgestelde vakgerelateerde criteria.Deze criteria gaan over het productendegebruikteetaleerkennis.

Mate van beheersingLeerlingenmoetendevirtueleomge­vingbenaderenenergoedinkunnennavigeren. Daarnaast moeten zij in­teractie aangaan met de omgevingen bestaande objecten naar eigeninzichtkunnenplaatsenenordenen.Leerlingenmoetenduswetenhoezeobjecten oproepen, hoe ze objectenindeetalageplaatsenenhoedeeta­lage aangepast kan worden. De do­centbekijktdevorderingenenbege­leidtdeleerlingen.

Gebruik van kernkwaliteitenEtalageobjectenkunnenineenvirtu­ele omgeving op een hele efficiënteenflexibelemaniergebruiktworden.Leerlingen hebben toegang tot eenoneindige bibliotheek aan etalage­objecten, iets wat in werkelijkheidveelruimtekaninnemen.Zekunnennaareigeninzichtobjectenarrange­ren. Omdat leerlingen elkaars etala­gekunnenbekijken,lerenzeookvanelkaar.

beoordeling kchoog kclaag

aandacht 7,8 7,7

diepte 7,5 7,3

eff iciency 7,4 7,5

power indicator 463 443

Vakgebied Doelgroepmboetaleren vmbo/mbo(vmbohandelenverkoop) Aantal leerlingen en niveauHeleklas

B4LERENETALERENbekijk video op http://casusB4.virtueleomgevingen.nl

variantbinhoudgericht leren, docent-leerlinggestuurd

ConclusieDezeleersituatieisheelergsterkgerichtophetmboenopeenheelspeci­fiekvakgebied.Docentenuithetmbobeoordelendeleersituatiedanookhethoogst,maarookdocentenuithetvoortgezetonderwijszienditalseenkansrijkeleersituatie.Beide groepen docenten beoordelen de leersituatie met hoge scores.Docentenmeteenvoorkeurvoorkennisconstructiewillendeze leersitu­atieeerderinzetteninhuntoekomstigeonderwijsdandocentenmeteenlagevoorkeurvoorkennisconstructie.

16 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

SamenvattingDeopdrachtwordtintweetallenuit­gevoerd, waarbij elke leerling de op­drachtkrijgtomeenprofielsamentestellenvantwee‘nativespeakers’.Ditkunnen willekeurige gebruikers zijnvan de virtuele omgeving, leerlingenvan een andere school of leerlingenuiteenhogerleerjaar.Eerstwordeninoverlegvragenbedachtwaarnaindevirtuele omgeving een eerste nativespeaker wordt opgezocht en aange­sproken. Eén leerling communiceertmet de native speaker via spraak, deandereleerlingviatekst.Bijdetwee­de native speaker worden de rollenomgedraaid,zodatelkeleerlingzowelmondeling als tekstueel communi­ceert in de vreemde taal. Vervolgenswordendeprofielengemaakt.Vandespraakcommunicatie wordt een op­name gemaakt, de tekstcommunica­

tie wordt automatisch vastgelegd ineen logbestand. De docent ontvangtdeopnamesenlogbestanden.

LeerdoelenVakgerichtekennisenvaardigheden:• spreektFransopniveau2

(mondelingecommunicatie);• schrijftFransopvoldoendeniveau.

Overkoepelende vaardigheden:• communicatievevaardigheden;• digitalevaardigheden;• reflectievevaardigheden.

ToetsingDe docent beoordeelt de logs en op­namesvandegesprekken.Daarnaastbekijkt hij de profielschets. Door delogs,deopnamesendeprofielschetste vergelijken beoordeelt de do­centofhetgesprekgoedisverlopen.

Ookkanhijdetaal/spreekvaardigheidbeoordelen.

Mate van beheersingNaast navigeren en gedeeltelijk sa­menwerken moeten leerlingen com­municatiemiddelen inzetten. Dit ver­eisteenhoogniveauvanmondelingeen/ofschriftelijkecommunicatie.

Gebruik van kernkwaliteitenLeerlingen gebruiken zowel tekst alsspraak om hun communicatievaar­digheden te oefenen. In de virtueleomgevingwordtcontactgezochtmeteennativespeaker.Deaanwezigheidvan een avatar geeft een gevoel vandirecte aanwezigheid. De communi­catie kan eventueel plaatsvinden ineenauthentiekeomgevingzoalseenvirtueelmodelvanParijs.

C5LANGUAGESpACEbekijk video op http://casusC5.virtueleomgevingen.nl

Vakgebied DoelgroepFrans vo/mbo(ofwillekeurigeenanderevreemdetaal) Aantal leerlingen en niveauHeleklas,groepjesvan2

ConclusiesDeleersituatiewordtgemiddeldbeoordeeldinvergelijkingmetdeandereleersituaties.Opvallendisdathetvakgebiedwaaropdezeleersituatieisge­richt(modernevreemdetalen)dezeleersituatieinvergelijkingmetdean­derevakgebiedenhogerbeoordeelt.Demodernevreemdetalenbeoorde­lendeleersituatiemeteenscorevan469.Hetvakgebiedzelfzietditdusalseenkansrijkeleersituatie.Docentenmeteenvoorkeurvoorkennisconstruc­tiegeveneenhogerebeoordelingdandeanderedocenten.

Qua voorkeur voor toekomstig gebruik zijn de verschillen klein tussenkennisconstructiehoogeenlaag.Ongeveer40%vande“kennisconstructiehoogdocenten”heefthierinsterkeofzeersterkematebehoefteaan,te­genover36%bijde“kennisconstructielaagdocenten”.Degepresenteerdeleersituatielijktdanookvooralvoorhettaalonderwijsinteressant,ennietineenandere(opvakinhoudaangepaste)vormvooranderevakgebieden.

beoordeling kchoog kclaag

aandacht 7,5 7,4

diepte 7,2 6,9

eff iciency 7,0 7,1

power indicator 415 389

variantctaakgericht, leerling-docentgestuurd

17

Vakgebied DoelgroepEconomie vo

Aantal leerlingen en niveauHeleklas,5peronderneming

C6MINI-ONDERNEMINGbekijk video op http://casusC6.virtueleomgevingen.nl

SamenvattingLeerlingen ontwikkelen in vijftalleneennieuwproductbinneneennieuwbedrijf.Elke leerlingkrijgthierbijeeneigen verantwoordelijkheid zoalsmarketing, financiën, communicatieetc.Eerststellen leerlingeneenbusi­nessplanopenontwerpenzesameneenproduct,bijvoorbeeldeenthema­gerichtt­shirt.Viaproducttemplates,templates waarvoor weinig techni­schekennis isvereist,wordthetpro­duct gebouwd en aangeboden in devirtuele omgeving. Ook maken deleerlingenzelfmarketingmateriaalenrichten zij de verkooplocatie in. Leer­lingenpresenterenhetbedrijfaanderest van de klas en krijgen feedbackvandeandereleerlingen.

LeerdoelenVakgerichtekennisenvaardigheden:• benoemtmarketingprincipes(pro­

duct,prijs,plaats,proces);• kentdeverschillenderollendiebij

productiontwikkelingvanbelangzijn;

• pastmarketingprincipestoebijhetontwikkelenvanhetproduct;

• ontwikkeltpromotiemateriaaldatbijhetproducthoort;

• schrijfteenbusinessplan.

Overkoepelende vaardigheden:• informatievaardigheden;• communicatievevaardigheden;• digitalevaardigheden;• samenwerken(voorhetontwerp

vanhetproduct);• reflectievevaardigheden.

ToetsingDe docent beoordeelt de groepspro­ducten mede op basis van feedbackvan de leerlingen. Daarnaast beoor­deelt de docent het businessplan eneenevaluerendverslag.

Mate van beheersingVrijhoog.Leerlingenontwikkelenzelfeen virtueel product waarvoor enigebouwkennisisvereist.Daarnaastma­ken ze hun eigen promotiemateriaalen richten ze hun verkooplocatie in.Ook moeten ze samenwerken in deomgevingendemultimedialemoge­lijkhedengoedinkunnenzetten.

Gebruik van kernkwaliteitenLeerlingen maken op een snelle ma­nier prototypes van een product eneenonderneming.Devirtueleomge­ving levert een simulatieomgevingwaarin een virtueel product wordtverkocht. Leerlingen met verschillen­de leerstijlen kunnen in de virtueleomgeving vanuit hun eigen verant­woordelijkheidwerken.

ConclusieDezecasusissterkopkennisconstructiegericht,waarbijdeleerlingentij­denshetproceszelfkennisopbouwen.Erisbijdebeoordelingeenduide­lijkevoorkeurvoordezeleersituatiebijdedocentenmeteenhogevoorkeurvoorkennisconstructie.Dezedocentenbeoordelendeleersituatiemetdehoogstescorevanalleachtleersituaties.Alhoewelergeencijfersbekendzijnvoordocentenuithetvakgebiedwaardezeleersituatievakinhoudelijkovergaat,wordtdezedoorallevakgebie­denvrijgelijkmatigbeoordeeld.Decasusisvoorzowelhetvoalsmboin­zetbaarendezegroepenbeoordelendeleersituatiedanookgelijkwaardig.Ook leraren in opleiding beoordelen de leersituatie vergelijkbaar met deanderegroepen.Vergelijkbaar met de power indicator beoordeling, willen docenten meteenvoorkeurvoorkennisconstructie indenabijetoekomstmeergebruikmakenvandezeleersituatie.Vandezegroepgeeft56%aangebruiktewil­lenmakenvandezeleersituatie,waarvan11%inzeersterkemate.Bijdo­centenmeteenlagevoorkeurvoorkennisconstructieisdat33%.

beoordeling kchoog kclaag

aandacht 7,9 7,8

diepte 7,6 7,2

eff iciency 7,2 7,4

power indicator 479 424

18 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

SamenvattingLeerlingenvantweeopleidingenont­werpenenbouwensameneenvirtu­eelmodelvaneenstadswijk.Hierbijmoeten zij rekeningh houden metfactoren als oppervlakte, geografi­sche ligging, en verkeersstromen .Het ontwerp wordt op papier ge­maaktdoorleerlingenverkeerenste­denbouw,vervolgensrealiserenleer­lingen ontwerp/gamedesign dit ineen virtuele wereld waarbij overlegtussendetweegroepenindevirtue­leomgevingzelfplaatsvindt.Leerlin­gen verkeer en stedenbouw kunnenhierdoorervarenhoehunontwerpindepraktijkuitpakt.Isdestadswijkaf,dan wordt deze gepresenteerd aande docent en aan mede­leerlingen.Dit gebeurt via een (virtuele) rond­wandeling.

Leerdoelen Vakgerichtekennisenvaardighedentoegespitst op twee verschillendegroepenleerlingen:

leerlingen verkeer en stedenbouw• Beschrijfthoeenwaaromde

structuurvaneenwijkinelkaarzit.• Verplaatstzichindewensenen

behoeftenvanbewoners.• Beschrijftdeinvloedvanverschil­

lendefactorenopdestructuurvaneenstad.

• Beschrijfthoehetwerken,wonenentransportineenstadgeopti­maliseerdkunnenworden.

leerlingen grafisch ontwerper/ gamedesigner• Creërenvan3d­modellen.• Vertalenvaneenontwerpnaar

eenfunctioneelmodel.• Rekeninghoudenmetde

mogelijkheden/beperkingenvaneenspecifieketool.

Vakoverstijgendekennisenvaardig­hedenvoorbeidegroepenleerlingen:• Alsopdrachtgeverzoheldermo­

gelijkkunnencommunicerenwaternodigisenalsopdrachtnemerhetdoelvandeopdrachtgeverzogoedmogelijkverwerkennaareenontwerp.

• Kunnenverplaatsenenrekening­houdenmetdeinformatiebe­hoeftevandeanderepartijbijsamenwerking.

Overkoepelendevaardighedenvoorbeidegroepenleerlingen:• communicatievevaardigheden;• digitalevaardigheden;• samenwerken;• reflectievevaardigheden.

ToetsingLeerlingen grafisch ontwerp/game­designerenverkeer/stedenbouwge­ven aan de betrokken docenten eenrondleidingindevirtueleomgeving.Hierbijgaanzeinopdeaspectendieper opleiding belangrijk zijn. De do­centtoetsthiermeeofdeleerdoelenzijnbereikt.

Mate van beheersingHoog. Leerlingen van twee verschil­lendeopleidingenontmoetenelkaarniet fysiek, maar bevinden zich opverschillende locaties. Om die redenmoet er effectief gecommuniceerdensamengewerktworden.Daarnaastwordtdeomgevingzelfgecreëerd.Erzijndusveelvaardighedennodigomdeleerdoelentebereiken.

D7ONTWERpEENSTADSWIJKbekijk video op http://casusD7.virtueleomgevingen.nl

Vakgebied DoelgroepBouw/infrastructuur,middenkaderfunctionaris:VerkeerenStedenbouwer,Grafischontwerper/gamedesigner

Aantal leerlingen en niveauGroepjesvan5/6leerlingensamenmet2ict­leerlingen,niveau4

mbo

19

Gebruik van kernkwaliteitenDe virtuele omgeving faciliteertplaatsonafhankelijke, synchrone enasynchrone samenwerking. Leerlin­gentoetsenhunplandooreensimu­latietemakenvaneenstadswijk,eenwijkdienaareigeninzichtwordtin­gevuld. Via de 3d­weergave ervarenleerlingenhoedewijker indereali­teit uitziet. Daarnaast hebben leer­lingen de mogelijkheid om directfeedbacktegevenaandebouwendeleerlingen.

variantdCompetentiegericht leren, leerlinggestuurd

ConclusieBijdezeleersituatiegevendedocentenmeteenvoorkeurvoorkennis­constructie de hoogste beoordelingen. Docenten met een lage voor­keur voor kennisconstructie geven een significant lagere beoordeling.Deleersituatieissterkopkennisconstructiegerichtenspreektdanookdocentendiehierfeelingmeehebbenmeeraan.Zijgevendanookmeervoorkeuraantoekomstiggebruikvanditsoortleersituatiesdandocen­tenmeteenlagevoorkeurvoorkennisconstructie.Docentenuithetmbogeveneenhogerebeoordelingaande leersitu­atiedandocentenuithetvoenlerareninopleiding.Dezeleersituatieisvakinhoudelijksterkgerichtophetmboenhetverkrijgenvanoverkoe­pelendecompetentiesenvaardigheden.

beoordeling kchoog kclaag

aandacht 7,7 7,6

diepte 7,4 7,2

eff iciency 7,1 7,3

power indicator 450 416

20 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

SamenvattingLeerlingen maken een virtueel cul­tuurplein waarbij ze gebouwen ma­ken die bij een bepaalde cultuurhoren.Daarnaastlatenzeviaeenrol­lenspeleenbepaaldecultuurzien.Allereerst voeren de leerlingen eendiscussieoverwelkeculturenNeder­landkent.Daarnakiezenzeeencul­tuurwaarinzezichwillenverdiepen.Dit leidt tot verschillende culture­le groepen. Elke groep onderzoekthet land van herkomst en de daar­bij horende rituelen. Docenten heb­ben hierbij een ondersteunendefunctie en geven eventueel sugges­ties. Elk groepje bedenkt hoe huncultuur in de vorm van een rollen­speluitgebeeldkanwordenenkiesteengebouwdateenprominenterolspeelt in hun cultuur. Ook bedenkthetgroepjehoeeenavatarvanhuncultuur zich kleedt. Het gebouw ende kleding worden gemaakt samenmetleerlingenict.Allegebouwenenavatars worden bij elkaar geplaatstzodatereeneilandisvanverschillen­de culturen. Vervolgens verplaatsenleerlingenzich indeavatarsenvoe­renzerollenspellenuitomhungeko­zencultuuruittebeelden.Deoverigeleerlingen en de docent kijken meenaarditrollenspel.

Leerdoelen Vakgerichtekennisenvaardigheden:• Benoemtbestaandeculturenin

deNederlandsesamenleving.• Benoemtkernwaardenvande

verschillendeculturenindeNederlandsesamenleving.

• Benoemtenbegrijptverschillen­deculturelerituelenengebou­wendieeenprominenterolinne­menineencultuur.

Vakoverstijgendekennisenvaardig­heden:• Heroverwegenvanvooroordelen.• Verplaatsenindeachtergrond

vanverschillendeculturenindeNederlandsesamenleving.

• VerbandenkunnenleggentusseninvloedendieculturenhebbenopdeNederlandsesamenleving.

• Kunnenidentificerenvanbelang­rijkekenmerkendiedeidentiteitvaneencultuurvormen.

Overkoepelendevaardigheden:­ informatievaardigheden;­ communicatievevaardigheden;­ digitalevaardigheden;­ samenwerken;­ reflectievevaardigheden.

ToetsingDe betrokken docenten bekijken enbeoordelenhetrollenspel.Daarnaastbeoordeelt de docent het evalua­tieverslag van de leerlingen. Hierbijwordtzowelhetgroepsprocesalshetindividueleprocesmeegenomen.

Mate van beheersingHoog.Leerlingenmoetensamenwer­kenenmetelkaarcommuniceren.Zemoeten avatars, kleding en gebou­wen/objecten ontwerpen die horenbij een bepaalde cultuur. Daarnaastmoeten ze het rollenspel goed kun­nen uitvoeren en moeten er duide­lijkeafsprakenkomenwiewaargaatbouwen.Dedocentmoetinstaatzijnomdevorderingenvanhetprocesindevirtueleomgevingtevolgen.

D8VIRTUEELCULTUURpLEINbekijk video op http://casusD8.virtueleomgevingen.nl

Vakgebied DoelgroepMaatschappijleer, vo,klas4t/m6ictengeschiedenis

Aantal leerlingen en niveauHeleklas,5percultuur,inclusiefbouwendeleerlingen

21

Gebruik van kernkwaliteitenDe virtuele omgeving faciliteertplaatsonafhankelijke, synchrone enasynchrone samenwerking. Leerlin­gen verplaatsen zich in een andereidentiteit en uiten zich hiermee. Dekans is hierdoor groot dat vooroor­delen naar voren komen. Daarnaastkrijgen leerlingen een goed beeldvan een andere cultuur en kunnenzedezecultuurzelfervaren.Doordecreatievandeomgevingenderollen­spellenkunnenleerlingenhunopge­dane kennis tot een duidelijk resul­taat vormgeven. Hierbij bepalen zezelf welke multimediale bronnen zegebruiken.

variantdCompetentiegericht leren, leerlinggestuurd

ConclusieDezeleersituatieisdoorbeidegroepenlaagbeoordeeldenwordtinver­gelijkingmetdeandereleersituatiesnietgezienalsdemeestkansrijke.Voornamelijkopde factorefficiency isdescore laagtenoemen.Menzietditdusnietalsdemeestefficiëntemanieromdebetrokken leer­doelentebereiken.Opmerkelijk is dat de vakgebieden zoals moderne vreemde talen eensignificanthogerescoregevendanwiskundedocenten.Debeoordelingvandocentenmetenzondervoorkeurvoorkennisconstructieisonge­veergelijk.Ditterwijldeleersituatiejuiststerkopkennisconstructieisgericht.Bijdeandereleersituatiesdieooksterkzijngerichtopkennis­constructieisdescoreonderdocentendiehiereenvoorkeurvoorheb­benaltijdhoger.Hetvermoedenisdatdezeleersituatiegoedwordtbeoordeelddoordetaaldocenten vanwege de specifieke onderdelen die deze leersituatieomvatzoalshetrollenspelenhet inleven ineenanderecultuur.Dezeaspectenlijkenjuistdezedocentensterkaantespreken.

beoordeling kchoog kclaag

aandacht 7,3 7,3

diepte 7,0 7,0

eff iciency 6,8 6,9

power indicator 392 386

22 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

De beoordelingenZoalsaleerderbeschrevengeeftdepowerindicatordeonderwijskundigepowervandebetreffendeleersituatieaan.Ditresultaatwerdberekenddoordecijfersopaandacht,diepteeneffiëncymetelkaartevermenigvuldigen.Hierbijmoetopgemerktwordendatfragment1offragment2altijdalseersteaandedocentenwerdengetoond.Hierdooriserwellichtsprakevaneenvolgordeeffect,watbetekentdatdocentendeeerstetweeleersituatieskritischerbeoordelendandeoverigesituaties.

Fragmenten3,4en6hebbeninhetalgemeendehoogstepowerindicatorscore.Docentendiebijhetlesgeveneenvoorkeurhebbenvoorkenniscon­structie(KCHoog)scorenhierbijhogerdandocentenmeteenlagevoorkeurvoorkennisconstructie(KCLaag).Fragmenten1en2scorenhetlaagstopdepowerindicator;ditgeldtzowelvoordocentenmeteenvoorkeurvooreenhogekennisconstructie(KCHoog)alsdocentenmeteenvoorkeurvooreenlagekennisconstructie(KCLaag).

KennisconstructieDocentendieeenvoorkeurhebbenvoorkennisconstructiebeoordelenalleleersituatieshoger.Zelfsdeleersituatiesdiegerichtzijnopken­nisoverdracht–variantA–wordenbeterbeoordeelddoordedocentendiedevoorkeurhebbenvoorkennis­constructie

VakgebiedenWiskundedocentenzijnhetmeestkritisch.Zijbeoordelenoverhetalge­meendeleersituatiesmindergoeddandedocentenuitdeoverigevak­gebieden.

DelerareninopleidingbeoordelendeleersituatiesoverhetalgemeenhetlaagsttenopzichtevanVOenMBOdocenten.

DocentenModerneenVreemdetalenbeoordelenalleleersituatieshogerdangemiddeld.Overhetalgemeenbeoordelendedocentendieeenvoorkeurhebbenvoorkennisconstructiedeleersituatieshogerdandedocentendiehiergeenvoorkeurvoorhebben.Ditisooktezienbijgebruikintoekomstigonderwijs.

watzijndealgemenecon-clusiesvanhetonderzoek?

8

23

ToekomstvisieInhetalgemeenspreektdemaniervanlesgevenuitfragmenten3,4en6docentenKCHooghetmeesteaanomdezeoverdriejaartoetepassen.VoordocentenKCLaaggeldtditalleenvoorfragment3.Overdriejaarwillenbeidegroepenhetminstelesgevenvolgensfragmenten1en2.Fragment3isfavorietalshetgaatomlesgevenoverdriejaar;ditgeldtvoorbeidegroepen.

Ietsmeerdaneenkwartvandedocenten(26%)verwachtindekomendedriejaarvaakof(bijna)altijdgebruiktemakenvaneenvirtueleomgeving.DocentenKCHoogverwachtenditvakertedoen(38%)dandocentenKCLaag(15%).

Ruim90%vandedocentengeeftaanalsrandvoorwaardehetbelangrijktevindenominstaattezijnommetvirtueleomgevingentewerken,49%geeftaanditzeerbelangrijktevinden.

74%vandedocentengeeftaanhetbelangrijktevindendatlesgevendoormiddelvanvirtueleomgevingenpastbijdevisievandeschoolwaarvan21%ditzeerbelangrijkvindt.

Dithandboekheeftuinzichtgegevenindevelemogelijkhedendievirtueleomgevingentebie­denhebben.HetonderzoekgeeftaandatvirtueleomgevingenvolgensdocentenuithetNeder­landsonderwijsweldegelijkeentoegevoegdewaardekunnenhebben.Ookalsdeleerinhoudvandeleersituatiesnietéénopéénovereen­komtmetuweigenvakgebied,kuntudegepre­senteerdewerkvormenenmogelijkhedenineenanderevormmogelijkookeffectiefinzetten.

Indeconclusiesperleersituatieheeftukunnenlezenvoorwelksoortonderwijsenvakgebiedenaanknopingspuntenzijn.Bepaalwatvooruzelfrelevantis,enbezoekookvooraldewebsitevandithandboek.Hierkuntudeverfilmdeleersituatiesbekijkenenvindtuookuitgebreidecasusbeschrijvingen.Indezecasubeschrij­vingenstaatinmeerdetailbeschrevenhoedeleersituatiesinelkaarstekenenwaarurekeningmeemoethouden.

Alsuaandeslagwiltgaanmetvirtueleomgevingen,dankuntuinhetvolgendehoofdstukwatalgemenetipsvinden.Dezetipskunnenuhelpenbijhethelderencompleetformulerenvaneenleersituatie.Ookisereenaantalpraktischetipstevindendiebruikbaarkunnenzijnbijdevoorbereidingenuitvoering.

24 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

Eriseenaantalbelangrijkerandvoorwaardenvantoepassingwanneeruaandeslaggaatmetvirtueleomgevingen.Naastdebenodigdevaardighedendieuvindtbijdebeschrevenleersituaties,zijnditonderanderedetechni­scherandvoorwaarden.Dezevindtuopdewebsitevandithandboek,www.virtueleomgevingen.nl.Daarnaastmoetuwetenhoeueenles/projectmetvirtueleomgevingendidactischgezienhetbestekuntaanpakken.Opdewebsitevindtueenlegecasusbeschrijvingwaarinualleaspectenbeschrijftdiebelangrijkzijn.

Zozorgtuervoordatdekwaliteitvanuwleersituatiegewaarborgdblijft.

Indecasusbeschrijving:• geeftueenkortebeschrijvingvandeleersituatie;• maaktueensamenvattingvandeleersituatieenbeschrijftuwaarhet

leermomentzit;• beschrijftuwelkevirtueleomgevingugebruikt;• beschrijftuvakinhoudelijkeenoverkoepelendeleerdoelen;• geeftueenuitgebreidebeschrijvingvandewerkvorm.Ditdoetuperfase,

waarbijudeactiviteitenvandeleerlingenénvandedocentenbeschrijft.Ubeschrijftdevoorbereidingsfase,deuitvoeringsfaseendeevaluatiefase;

• beschrijftuderandvoorwaarden.Usteltvastwelkefunctionaliteitdevir­tueleomgevingmoethebben,watdebenodigde(voor)kennisvandocen­tenenleerlingenisengeeftuaanhoeveeltijdernodigisomhetleerdoeltebereiken;

• beschrijftudekernkwaliteiten.Ubenoemtwelkebijdragendekernkwali­teitenvanvirtueleomgevingenleverenaandeleersituatie.Hiermeegeeftuaanwatdeleersituatieuniekmaakt.Daarnaastmaaktuduidelijkwelkevaardighedennodigzijnomdeleerdoelentebereiken.

Didactische randvoorwaardenAfsluitendeenaantalrandvoorwaardendieuzullenhelpenbijhetgebruikvaneenvirtueleomgevingtijdensdeleszelf.Sommigezijnalgemeenvanaard,anderezijnsterkgerichtopdeorganisatieenhetpraktischwerkenmetdevirtueleomgeving.Doeeruwvoordeelmeewanneerumetvirtueleomgevingenaandeslaggaat!

Voorkennis in beeldZorgdatdevoorkennisvanleerlingengoedinbeeldis,voordathetprojectwordtgestartenhoudhierrekeningmeebijhetinzettenvandevirtueleomgeving.Somsishethandigomeerstlosvandevakinhoudeentraining/oefensessievoordestartvanhetprojecttedoen.

Afweging tijdsinvesteringBedenkvoorafgoedwelketijdsinvesteringdeinzetvandevirtueleomgevingindelessenvraagtenhoeditpastbinnendeleerdoelenvanhetonderwijs.Vraaguafofditweldemeestefficiënteeneffectievemanierisomdeleer­doelentebehalen.

hoekuntubeginnenmetvirtueleomgevingen?

9

25

Formuleer concrete doelenVerteldeleerlingenvoordatzegaanwerkenindevirtueleomgevingwatdeleerdoelenzijnende‘projectdoelen’enindienvantoepassingookhoegetoetstwordt.Hiermeekanvoorkomenwordendatleerlingenzondereenduidelijkdoelvoorogenaanhetprojectbeginnen.Leerlingenvindenhetleukomvanallestedoenentebouwenineenvirtueleomgeving,maarzonderduidelijkheidwatervanhenverwachtwordtzullenzevakinhoudelijknietverderkomen.

Creëer een duidelijk planMaakvantevorenalvasteenduidelijkplanvoorhetproject,zodatleerlingenwetenwaarmeezemoetenbeginnen.Maakbijvoorbeeldsamenmetdeleer­lingeneenplattegrondvandevirtueleomgeving.Hierinkomttestaanwelkeobjectenergemaaktmoetenwordenenwaardezemoetenstaan.Indeloopvanhetprojectkanaltijdnogbijgestuurdwordenmochtdatnodigzijn.

Maak evenwichtige groepenInsommigeleersituatiesmoetergewerktwordeningroepjes.Somsishetverstandigomdezezelfsamentestellen.Baseerdekeuzeopdealgemenevaardighedendieleerlingennodighebbenomtekunnenwerkenindevir­tueleomgeving,zoalsdigitalevaardigheden,communicatievevaardighe­denenreflectievevaardigheden.Sommigeleerlingenzullensterkerzijninbepaaldevaardighedendananderen.Eengoedemixvanvaardighedenenexpertisedieleerlingenookvanelkaarkunnenlerenkantoteenbeterleer­resultaatleiden.

Ontmoet elkaar ook face-to-faceAlhoewelleerlingenookindevirtueleomgevingelkaarontmoeten,ishetwanneerdatkanookhandigomopeenvasttijdstipleerlingenface­to­facemetelkaartelatenoverleggenendaaralsdocentookbijaanwezigtezijn.Ditmaakthetmakkelijkeromleerlingentestimulerenproblemenenerva­ringenuittewisselenenelkaarsexpertisetegebruiken.

Stel duidelijke randvoorwaarden en kadersZorgdatleerlingenhetdoelgoedvoorogenblijvenhouden,doorrandvoor­waardenenkaderstestellen.Daarbinnenhebbenleerlingendemogelijkheidomhuneigencreativiteitkwijttekunnen(bijvoorbeelddoornatedenkenoverdestijlenvormvaneentebouwenobjectenwatditbijdraagtaanhetuiteindelijkeleerdoel).

Begeleiding en voortgangsbewakingBedenkvantevorengoedhoejealsdocenthetprocesbegeleidtendevoort­gangbewaakt.Afhankelijkvandezelfstandigheidenhetniveauvandeleer­lingenmoetualsdocentdekadersruimerofscherperdefiniëren.

26 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

Probeer het zelf ookAlsdocenthoeftunietallestewetenvandewerkingvandevirtueleomge­ving.Hetiswelnoodzakelijktewetenwatdemogelijkhedenvandeleerlin­genzijnindevirtueleomgevingomhunactiviteitentekunnenmonitorenenbeoordelen.Probeerduszelfookeenbepaaldevaardigheidtekrijgeninhetgebruikvaneenvirtueleomgeving.

Creëer een projectomgevingCreëereenplekindeELOwaarumetdedeelnemendeleerlingenkuntcom­municeren.PlaatsafsprakenenprojectdocumentenindeELO.Leerlingendiscussiërenineenforumoverhetproject.

Creëer een oefenomgevingCreëerergenseenafgebakendeoefenomgevingindevirtueleomgevingdienietstemakenheeftmetdeleersituatie,waarleerlingenkunnenexperimen­terenmetbouwenenscripten.Leerlingenkunnendoorexperimenterenveellerenoverhetbouwproces.

Ondersteuning door leerlingenLeerlingendiealprojectenhebbengedaanineenvirtueleomgevingkunnenvoortoekomstigeprojectenmogelijkdienenalsondersteuningvoornieuweleerlingen.

Niet te grote opdrachtMaakdeopdrachtniettegroot.Probeerbijvoorbeeldnietgelijkeenhelehis­torischestadnatebouwen,maarneemeenpaargebouwendiekenmerkendzijnvoordiestad.

Stimuleer samenwerkingZorgbijsamenwerkendlerenvoordejuisterandvoorwaarden:Positievewederzijdseafhankelijkheidenindividueleverantwoordelijkheid.Ookdirecteinteractieiseenbelangrijkuitgangspunt.Dezevoorwaardenstimulerensamenwerkingeninformatie­uitwisselingtussenleerlingen.

tot slotHetprojectteamwilinhetbijzonderdevolgendemensenuitdeexpertgroepbedankenvoorhetbedenkenenuitwerkenvanhetdidactischraamwerkendeleersituaties.

Inge Reubzaet (Cinop), Robert Shepherd (Eduverse), Sergio van Pul (Eduverse), Marco Uijen (De Grundel), Wea Leeflang-Kuipers (HBuitgevers), David van Gent ( IBM), Arno Coenders (Kennisnet), Lode Claassen (L3D), Dennis Wassink (Ontwikkelcentrum), Roy van Bussel (Robus systems)

27

28 SURFnet | Kennisnet Virtuele omgevingen: iets voor uw onderwijs?

colofon

Teksten en redactieWietsevanBruggenenPhilvanDulm,KennisnetLouiseHildebrand,Louise Hildebrand

Grafisch ontwerp en opmaakVrijeStijlgrafischontwerp&conceptwww.vrijestijl.nlEricvanRhijn,Kennisnet

OnderzoekNadineVestering,KennisnetIntomartGfK

DrukDrukkerijKoninklijkeDeSwart

SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma, januari 2009

VoordezepublicatiegeldtdeCreativeCommonsLicentie“Attribution­Noncommercial­ShareAlike3.0Netherlands”.Meerinformatieoverdezelicentieistevindenophttp://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/3.0/nl/

Opmerkingen of [email protected]

SURFnet bvPostbus 190353501 DA UtrechtTelefoon 030 2 305 305Fax 030 2 305 [email protected]

Stichting KennisnetPostbus 7782700 AT ZoetermeerTelefoon 0800 KENNISNETFax 079 3 212 [email protected]

SURFnet Kennisnet Innovatieprogramma

virtuele omgevingen iets voor uwonderwijs?www.surfnetkennisnetproject.nl