Huidige kennis over de verschillen in spierkracht tussen...
Transcript of Huidige kennis over de verschillen in spierkracht tussen...
Page 1 of 24
Huidige kennis over de verschillen in spierkracht tussen diabetes type II patiënten en gezonde proefpersonen : een systematische review
Janssens Ruben
ABSTRACT
CONTEXT: De stijgende prevalentie van diabetes wereldwijd, interesse in de mogelijke
veranderingen in spierkracht als een complicatie hiervan, en isokinetische en isometrische
dynamometrie als een krachtige tool om deze spierkracht te objectiveren lagen aan de basis
van deze review.
OBJECTIEF: Samenvatten van de bestaande kennis over een mogelijk verschil in spierkracht
bij diabetes type II patiënten in vergelijking met gezonde controlepatiënten.
METHODE: Bij het zoeken naar relevante artikels werden Pubmed en Web Of Science
geraadpleegd, waarbij alle case control studies werden geselecteerd dewelke spierkracht
vergeleken tussen diabetes type II patiënten en controlepatiënten.
RESULTATEN: Twaalf van de 369 gevonden artikels bleven over na de screening. Van deze
artikels werden elf studies met een matige tot goede kwaliteit bevonden.
Resultaten toonden aan dat de isokinetische spierkracht in de diabetes type II populatie
algemeen verlaagd zijn in de onderzochte spieren van het onderste lidmaat. De isometrische
spierkracht, dewelke onderzocht werd met behulp van handknijpdynamometrie was
eveneens verlaagd bij de diabetes type II populatie in vergelijking met de controlepopulatie.
De duur van de diabetes werd negatief gecorreleerd bevonden aan de spierkracht.
LIMITATITIES: Omdat de onderzoekers onderling verschillende protocols gebruikten tijdens
de spierkrachtsmetingen was het moeilijk om de absolute spierkrachtswaarden te
vergelijken. Ook werden er verschillende leeftijdscategorieën onderzocht waardoor er
minder vergelijking mogelijk was.
Om een gegronde conclusie te maken over de mogelijke correlatie tussen geslacht en
spierkracht bij diabetes type II patiënten is er meer onderzoek nodig.
CONCLUSIES: Lagere spierkrachtswaarden worden gevonden bij diabetes type II patiënten in
de spieren van zowel bovenste als onderste lidmaat. Een langere duur van diabetes type II
leidt tot een sneller en groter verlies aan spierkracht in vergelijking tot een
normoglycemische controlegroep gematched op leeftijd.
Page 2 of 24
INTRODUCTION
Volgens de World Health Organization (2013) lijden wereldwijd 347 miljoen mensen aan
diabetes. 90% Hiervan betreft diabetes type II, en dit is grotendeels het resultaat van
overgewicht en fysieke inactiviteit. Diabetes gaat gepaard met een hele reeks complicaties.
Een hiervan is een verlies van mobiliteit.5,6 Deze verminderde mobiliteit heeft een enorme
impact op de algemene dagelijks activiteiten en kan de zelfstandigheid van het individu
ondermijnen. Het verlies aan mobiliteit kan op zijn beurt verdere inactiviteit veroorzaken
wat een verlies aan spiermassa met zich meebrengt wat opnieuw een verlies aan spierkracht
kan veroorzaken. Dit resulteert in een vicieuze cirkel met een hoog risico op verlies van een
qualitatieve ADL (algemene dagelijkse lichaamsactiviteiten). Er is veel discussie over de
precieze oorzaak en de hoeveelheid aan spierkrachtsverlies bij diabetes type II patiënten.
Verscheidene studie’s vonden een relatie tussen polyneuropathie en een verlies aan
spierkracht, sommige auteurs vonden evidente resultaten die blijk gaven van een verschil in
vrijgave van bepaalde neurotrofe factoren dewelke de oorzaak zouden zijn van een
verminderde spierkracht bij diabetes type II patiënten.2 Het doel van deze review was het
onderzoeken of diabetes type II een invloed heeft op de spierkracht en te kijken in welke
mate de resultaten van toepassing waren op de verschillende spiergroepen. Hierbij werd ook
gekeken naar de invloed van de duur van de diabetes op de spierkracht.
Voor het meten van spierkracht zijn er verschillende bruikbare meetinstrumenten en
protocols. In de geselecteerde artikels voor deze review werd spierkracht gemeten met
behulp van isokinetische en isometrische dynamometrie. Dynamometrie is het meten van
een bepaalde kracht of weerstand. Tijdens een isokinetische beweging beweegt het te
testen lidmaat tegen een variabele weerstand maar met een constante snelheid. Deze wordt
in stand gehouden door een electromechanische dynamometer. Elke kracht of weerstand
geproduceerd door de spier zal resulteren in een evengrote tegenkracht geproduceerd door
de dynamometer. Op deze manier kan de maximale spierkracht gemeten worden gedurende
de volledige range of motion (ROM). Spierkracht gemeten met een isokinetische
dynamometer wordt uitgedrukt in Newton meter (Nm). De gebruikte isokinetische
dynamometers in de geselecteerde studies waren Lido, Biodex, Humac, Cybex II en 125 AP.
Spierkracht kan ook isometrisch gemeten worden. Hier wordt een maximale contractie van
de spier gevraagd onder een bepaalde vooraf vastgestelde hoek. Het meten van
handknijpkracht is een veelgebruikte methode om op een isometrische manier de algemene
kracht van een individu te meten. In de geselecteerde studie’s werd hiervoor de Jamar
dynamometer gebruikt. Handknijpkracht wordt uitgedrukt in kg.
Page 3 of 24
Isokinetic dynamometer (Biodex)
Handgrip dynamometer (Jamar)
Page 4 of 24
METHODE
Deze systematische review werd geschreven op basis van de PRISMA richtlijnen (Preferred
Reporting Items for Systematic reviews and Meta-Analyses).
VERKIESBAARHEIDSCRITERIA
De geïncludeerde artikels moesten diabetes type II patiënten betreffen (population (P)) en
gezonde controlepersonen (comparison (C)), waarbij een spierkrachtsanalyse (intervention
(I)) werd gedaan. Deze spierkrachtswaarden werden dan vergeleken en onderzocht op
mogelijke verschillen (outcome (O)). Tot slot moesten alle studies die in deze review werden
besproken van het type case-control zijn (study (S)).
INFORMATIEBRONNEN EN ZOEKSTRATEGIE
De artikels werden gezocht in februari 2014, waarbij de electronische databases Pubmed en
Web Of Science werden geraadpleegd. Accurate sleutelwoorden werden opgesteld volgens
P, I, C en O. Sleutelwoorden voor populatie (diabetes mellitus type II/diabetes type II)
werden op alle mogelijke manieren (zie bijlage) gecombineerd met sleutelwoorden voor
interventie (muscle strength/muscle strength dynamometer/handgrip strength/pinch
strength/torque). Alle verschillende combinaties werden ingevoerd en de zoektermen
samengebracht. Voor Pubmed werden additionele MeSH-termen gebruikt. (zie bijlage)
STUDIE SELECTIE
Na het zoeken van de artikels werden er twee screenings uitgevoerd. De eerste screening op
titel en abstract, de tweede op full text. De verkiesbaardheidscriteria waren de volgende:
1. De studie is uitgevoerd op mensen
2. Het artikel is in het engels geschreven.
3. De patiënten zijn gediagnosticeerd met diabetes type II.
4. De uitkomstvariabele betreft spierkracht.
5. Het design van de studies is case-control.
6. Reviews werden geëxcludeerd.
KWALIFICATIE VAN DE BEOORDEELAARS
Een student eerste master revalidatiewetenschappen en kinesitherapie realiseerde deze
review, waarvoor zelfstandig artikels werden gezocht en gescreend. De student werd
onderricht in het screenen van artikels en het schrijven van een review en werd hierbij
bijgestaan door T. Gysel, doctoraatstudente werkzaam als assistent aan de faculteit
geneeskunde en gezondheidswetenschappen aan de Ugent, vakgroep
revalidatiewetenschappen en kinesitherapie.
Page 5 of 24
Alle artikels werden gescoord door twee onafhankelijke lezers : Ruben janssens, student 1e
master revalidatiewetenschappen en kinesitherapie aan de faculteit geneenskunde en
gezondheidswetenschappen van Ugent, en Jibril Mohammed, doctoraatsstudent
revalidatiewetenschappen en kinesitherapie aan dezelfde faculteit. Een derde lezer werd
ingeschakeld wanneer deze niet tot een overeenkomst konden komen.
GEGEVENS EN VERZAMELING
De informatie van de geïncludeerde artikels werd geëxtraheerd en en onderverdeeld volgens
volgende 6 items (tabel 2):
1. Aantal proefpersonen (diabetes type II tegenover gezonde proefpersonen) in de
studie.
2. Test protocol.
3. Geteste spieren/spiergroepen.
4. Leeftijd op het moment van onderzoek.
5. Duur van de diabetes.
6. Resultaten.
RISK OF BIAS BINNENIN DE INDIVIDUELE STUDIES
De methodologische kwaliteit van de artikels werd gescoord door twee onafhankelijke,
geblindeerde lezers. Deze waren niet op de hoogte van elkaars scoring. Hun resultaten
werden vergeleken en de verschillen werden geanalyseerd en bediscussieërd. In geval er
geen overeenkomst werd bereikt werd er een derde onafhankelijke lezer ingeschakeld. De
scoring werd uitgevoerd volgens de CBO-richtlijnen voor case-control studies. Zoals
weergegeven in tabel 3 bevatte de checklist zeven items waarbij elk item werd gescoord.
Een positieve scoring resulteerde in een punt, waarbij een artikel maximaal 7/7 kan behalen.
Op basis van deze scoring werd er aan elk artikel een mate van bewijs toegekend.
Page 6 of 24
RESULTATEN
STUDIE SELECTIE
Bij het schrijven van de resultaten van deze review werd rekening gehouden met twaalf
artikels. Bij de start van de screeningsprocedure waren er 369 artikels. Door het lezen van
titel en abstract vielen er 326 artikels weg volgens de verkiesbaarheidscriteria, waardoor er
nog 40 overbleven. Deze artikels werden vervolgens gescreend op full-text en hierbij vielen
er nog 28 weg (tabel 1).
Tabel 1. Flowchart.
Page 7 of 24
STUDIE KARAKTERISTIEKEN
Auteur Jaar Titel Aantal proefpersone
n
Interventie testprotocol geteste spiergroep
en
Leeftijd bij
onderzoek
diabetes gedignosticee
rd
Resultaten
Andersen, H.;Nielsen
, S.;Mogen
sen, C. E.;Jakobs
en, J.
2004 Muscle strength in type 2 diabetes
36 type 2 patienten, 36
controle
isokinetische dynamometrie (Lido active) :
maximale isokinetische spierkracht
60°/90° per sec
ROM : 48° enkel, 70°knie, 55°pols, 110° elleboog. 8
trials met 10 seconden rust
tussen elke trail,
flexoren en extensoren elleboog,
pols en knie
<70 jaar >5 jaar Bij de type 2 patienten werd een reductie in spierkracht gevonden van 17% in de enkelflexoren, 14% in de enkel extensoren. In de knie 7% reductie bij de extensoren en
14% bij de flexoren. In elleboog en pols werden geen significante reducties in spierkracht gevonden. De
reductie is gerelateerd aan het voorkomen van neuropathie.
Andreassen, C.
S.;Jakobsen,
J.;Flyvbjerg,
A.;Andersen, H.
2009 Expression of neurotrophic
factors in diabetic muscle-
-relation to neuropathy and muscle strength
42 diabetespatienten (21 type 1, 21 type 2),
20 controlepatie
nten
isokinetische dynamometrie
(Biodex) : maximale
isokinetische kracht. 60° per
seconde
ROM: 70° schouder, 48° enkel. 8 trials
schouder abductoren/adductore
n van dominate arm, enkel DF/PF van
niet-domiante
been,
54,0 (28-67)
17,0 (3,5-49,5)
Er werd geen verschil in spierkracht gevonden bij schouder abductie/adductie. De enkel PF was
gereduceerd bij diabetes patienten en er was een tendens voor gereduceerd enkel DF bij
diabetespatienten (p=0,05), neuropathie gerelateerd aan de reductie werd gezien enkel DF en een tendens bij PF. Er werd ook gekeken naar de expressie van neurotrofe
stoffen en hun relatie tot de spierkrachtsdaling.
Cetinus, E.;Buyukb
ese, M. A.;Uzel,
M.;Ekerbicer,
H.;Karaoguz, A.
2005 Hand grip strength in
patients with type 2 diabetes
mellitus
76 patienten diabetes type 2, 47 controle
patienten
handknijpkracht ( Jamar
dynamometer) en
sleutelgreepkracht (pinch
gauge)
in zit, schouder adductie en 90°
elleboogflexie, pols neutraal. 3
metingen, 15 seconden
recuperatie, hiervan gemiddelde waarde
handknijpkracht in kg
50,0 +-7,6 5,94 +-6,18 De handknijpkracht in de diabetes groep was significant lager in vergelijking met de controlegroep (p<0,05), de
sleutelgreepkracht was enkel significant lager in de diabetes groep voor de rechter hand, er werd geen
verband gevonden met HbA1C levels. zowel in diabetes als controlegroep was de spierkracht bij de mannen
hoger dan de vrouwen.
Page 8 of 24
Hatef, B.;Bahrpe
yma, F.;Tehrani
, M. R.
2014 The comparison of muscle
strength and short-term
endurance in the different
periods of type 2 diabetes
18 patienten diabetes type 2 <10 jaar, 12
patienten diabetes type 2 >10 jaar, 20 controlepatie
nten
maximale isometrische en
isokinetsche piekkracht dominante
been (HUMAC)
opwarming (2x30 sec stretching en
5min losfietsen), 5x submaximaal
isotonisch en 2x isometrisch
(proberen), dan 2min recuperatie voor start test : 1)
maximale willekeurige
isometrische kracht (85° heupflexie, 75° knieflexie), dan 3x
naar extensie (idem flexie) en 3 sec
aanhouden. tussen elke contractie
30sec recuperatie. 2) isokinetische
kracht : 40x knieflexie/extensie op 150° per sec met
ROM 0-75°
knie flexoren en extensoren
25-70 jaar 1 groep 4,8 +-2, 1groep 15,5
+-7
De controlepatienten hadden een grotere isokinetische maximale piekkracht in extensie en flexie dan zowel de
diabetes type 2 <10jaar en diabetes type 2 >10 jaar. Voor de isometrische maximale spierkracht was enkel de
extensie groter bij de contrlegroep itt de 2 diabetesgroepen. De maximale piekkracht was algemeen lager bij de groep > 10 jaar diabetes type 2, maar dit was
niet significant.
IJzerman TH;Schap
er, N. C.;Melai, T.;Meijer, K.;Willem
s, P. J.;Savelberg, H. H.
2011 Lower extremity muscle strength
is reduced in people with
type 2 diabetes, with and without
polyneuropathy, and is
associated with impaired
mobility and reduced quality
of life
39 patienten diabetes type
2 zonder polyneuropat
hy, 98 patienten
diabetes type 2 met
neuropathie, 19
controlepatienten,
isometrische en isokinetische spierkracht (
Biodex en Cybex II)
isometrische test : 90° heup/knieflexie, enkel DF/PF op 80°, 90°, 105°,120°. Hier
werd telkens 1 maximale
isometrische CTR gevraagd
gedurende 3 sec. Tussen elke CTR
2min recuperatie. Voor de
knieflexoren zelfde protocol op 30, 50
70, 90 en 100° Isokinetische test : zelfde positie, 20x
enkel DF/PF, knie
ext/flex
> 50 jaar / beide diabetesgroepen hadden een verminderde maximale willekeurige spierkracht in zowel knie als enkel
flexoren/extensoren (34-47% reductie) in vergelijking met de controlegroep. Tussen de diabetesgroep met en
zonder polyneuropathie werden geen significante verschillen in spierkracht gevonden.
Page 9 of 24
zo hard en snel mogelijk
trekken/duwen aan 120° per sec
Ijzerman, T.
Herman;Schaper, Nicolaas C.;Melai, Tom;Blijh
am, Paul;Meij
er, Kenneth;Willems,
Paul J. B.;Savelberg, Hans H. C. M.
2011 Motor nerve decline does not underlie muscle
weakness in type 2 diabetic
neuropathy
19 patienten diabetes type
2 met polyneuropat
hie, 15 diabetes type
2 zonder neuropathie,
18 controlepatie
nten
isometrische spierkracht (Cybex II)
90° heup en knieflexie. ROM : max DF, 90, 110, 130° en max PF.
Elke CTR 3sec aanhouden, 2min
recuperatie tussen elke CTR
enkel DF/PF 64 +- 15 / Er werd een reductie van de spierkracht gevonden in zowel de diabetes groep met als zonder
polyneuropathie, dewelke onafhankelijk bleek van een verstoorde zenuwfunctie. Vermoeden is dat het eerder een daling van "spierkwaliteit" is die verantwoordelijk is
voor de spierkrachtsdaling.
Leenders, Marika;V
erdijk
2013 Patients With Type 2 Diabetes Show a Greater
Decline in Muscle Mass,
Muscle Strength, and
Functional
60 patienten diabetes type 2 ( mannen),
32 controlepatie
nten
maximale kracht : 1RM op
leg press, handknijpkracht
(Jamar dynamometer),
sit-to-stand
1RM protocol, handknijpkracht 3x per hand in zit 90° flexie elleboog, sit
to stand : met gekruiste armen 5x zo snel mogelijk zit-stand ( stoel 0,42m)
handknijpkracht,
knieextensoren
71 +-1 / knie extensie was significant lager in de diabetes type 2 groep in vergelijking met de controlegroep. Dit sit-to-
stand was significant langer in de diabetes type 2 groep en de handknijpkracht was ook significant lager in deze
groep.
Page 10 of 24
Capacity With Aging
Ozdirenc, M.;Bibero
glu, S.;Ozcan,
A.
2003 Evaluation of physical fitness in patients with type 2 diabetes
mellitus
30 patienten diabetes type
2, 30 controlepatie
nten
handknijpkracht ( Jamar
dynamometer), verticale sprong
handknijpkracht : 2x elk hand,
elleboog zowel in flexie als extensie. Verticale sprong : tegen muur 20 cm
naar voor en zo hoog mogelijk
springen.
handknijpkracht en
algemene spierkracht
OL
59,3 +- 7,8 7,1 +- 6,2 Zowel de verticale sprongkracht als de handknijpkracht waren significant lager in de diabetes type 2 groep.
Park, S. W.;Goodpaster, B.
H.;Strotmeyer
2006 Decreased muscle strength
and quality in older adults with type 2
diabetes - The health, aging,
and body composition
study
485 patienten met diabetes type 2, 2133
contrlepatienten
isokinetische dynamometrie
(125 AP), isometrische
dynamometrie (Jamar)
isokinetisch : maximale
concentrische knieextensie
rechter been , 3-6 pogingen, 60° per
seconde. isometrische
handknijpkracht : 2 poging rechter
hand.
knie extensoren
en handknijpkr
acht
73,8 +- 2,9 0-45 jaar, mediaan op 6
jaar
Bij mannen werd er een significant lagere spierkracht gevonden in zowel BL als OL, waarbij de spiermassa
echter toch groter was bij de diabetes groep. Bij vrouwen werd er geen significant verschil gevonden.
Page 11 of 24
Park, Seok
Won;Goodpaster, Bret H
2007 Accelerated loss of skeletal
muscle strength in older adults
with type 2 diabetes - The Health, Aging,
and Body Composition
Study
305 patienten met diabetes type 2, 1535
controlepatienten
isokinetische dynamometrie
(125 AP), isometrische
dynamometrie (Jamar)
isokinetisch : maximale
concentrische knieextensie
rechter been , 3-6 pogingen, 60° per
seconde. isometrische
handknijpkracht : 2 poging rechter hand. Dit in het
begin en na 3 jaar (hertesting van
artikel 10)
knie extensoren
en handknijpkr
acht
73,5 +- 2,7 / Na 3 jaarwerd gezien dat er in zowel de diabetesgroep (13,0 % verlies) als in de controlegroep (9,0% verlies) een
significante reductie in spierkracht plaatsvond. Dit kan worden gewijdt aan de oudere leeftijd van de
proefpersonen. Wel zag men dat de diabetesgroep veel sneller (zo'n 50% sneller) knie extensiekracht verloor in
vergelijking met de controlegroep.
Petrofsky, J.;Prowse, M.;Remigi
o
2009 The use of an isometric
handgrip test to show
autonomic damage in
people with diabetes
15 jonge controleperso
nen, 15 oudere
controlepersonen en 15
patienten met diabetes type
2
isometrische dynamometrie
(Jamar)
grootste van 3 maximale CTR
gedurende telkens 3 seconden, 1 min recuperatie tussen
elke poging
handknijpkracht
jongeren : 30,6 +- 8,6 ouderen : 65,8 +- 8,8 diabeten :
63,4 +- 14,4
/ tussen de oudere en jongere controlegroep werd onderling geen significant verschil in spierkracht gezien.
Echter bij de diabetesgroepwas de kracht significant gedaald in vergelijking met zowel de jongere als oudere
controlegroep.
Shah, S.;Sonawa
ne, P.;Nahar
2014 Are we ignoring diabetic
disability: a cross sectional
study of diabetic myopathy
60 mannen diabetes type 2 patienten,
60 controleperso
nen
isokinetische dynamometrie: handknijpkracht
(INCO) in kg
in zit, schouder adductie en 90°
elleboogflexie, pols neutraal. 3
metingen, 120 seconden
recuperatie, hiervan maximale waarde
handknijpkracht
53,90 +- 8,45
6,56 +- 5,86 In de studie werd gevonden dat de handknijpkracht bij de diabetes type II patienten significant ( p<0,05) lager
was itt de controlepatienten. De gemiddelde handspierkracht was bij diabeten 29,13 +- 6,64 kg, bij de
controlepatienten was dit 31,16 +- 4,28kg. De krachtuithouding werd ook onderzocht en deze was ook
significant (p<0,001) lager,
Tabel 2. Evidentietabel.
Page 12 of 24
RISK OF BIAS BINNENIN DE STUDIES
Auteur 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Score % van overeenkomst Mate van bewijs Start Na
vergelijking Andersen, H.;Nielsen, S.;Mogensen, C. E.;Jakobsen, J
+ + + + - - + 5/7 71.4%
100% B
+ + + + ? + + 6/7
+ + + + ? + + 6/7
Andreassen, C.
S.;Jakobsen, J.;Flyvbjerg,
A.;Andersen, H.
+ + + + - - + 5/7 85.7%
100% B
+ + + + + - + 6/7
+ + + + ? - + 6/7
Cetinus, E.;Buyukbes
e, M. A.;Uzel,
M.;Ekerbicer,
H.;Karaoguz, A.
+ + + + - - + 5/7 71.4%
100% B
+ + + + + + + 7/7
+ + + + - + + 6/7
Hatef, B.;Bahrpeyma, F.;Tehrani,
M. R.
+ + - + + + + 6/7 85.7%
100% A2 + + + + + + + 7/7
+ + + + + + + 6/7
IJzerman TH;Schaper, N. C.;Melai, T.;Meijer,
K.;Willems, P.
J.;Savelberg, H. H.
+ + + + - - + 5/7 71.4%
100% B
+ ? + + + - + 5/7
+ + + + - - + 5/7
Ijzerman, T. Herman;Sch
aper, Nicolaas C
+ + + + - - + 5/7 71.4%
100% B + ? + + + - + 5/7
+ + + + - - + 5/7
Leenders, Marika;Verdi
jk
+ + - + - - + 4/7 71.4% 100% B + + - ? + - + 4/7
+ + - + + - + 5/7 Ozdirenc,
M.;Biberoglu, S.;Ozcan, A.
+ + + + - - + 5/7 42.8% 100% B + ? + - + - - 3/7
+ + - - + - - 3/7 Park, S.
W.;Goodpaster, B.
H.;Strotmeyer
+ + + + - - + 5/7 57.1%
100% B + ? + + ? + - 4/7
+ ? + + - - + 4/7
Park, Seok Won;Goodpaster, Bret H
+ + + + - + + 6/7 85.4% 100% B + ? + + ? - + 4/7
+ + + + - - + 5/7
Page 13 of 24
Petrofsky, J.;Prowse,
M.;Remigio
+ + + + - + + 6/7 71.4% 100% B + ? + + + + + 6/7
+ + + + - + + 6/7 Shah,
S.;Sonawane, P.;Nahar
+ + + + - - + 5/7 85.4%
100% B + + + + ? - + 5/7
+ + + + - - + 5/7
UITLEG TABEL
Eerste rij van elk artikel: score door lezer 1. Tweede rij van elk artikel: score door lezer 2. Derde rij van elk artikel: uiteindelijke score (na vergelijking).
VRAGEN VOOR SCORING
1. Is de patiëntengroep duidelijk en adequaat gedefinieerd? 2. Is de controlegroep duidelijk en adequaat gedefinieerd? 3. Kan selectiebias voldoende worden uitgesloten? 4. Is de blootstelling duidelijk gedefinieerd en is de methode voor beoordeling van blootstelling
adequaat? 5. Is de blootstelling blind voor de ziektestatus vastgesteld? 6. Zijn de belangrijkste confounders geïdentificeerd en is er adequaat rekening mee gehouden in
het ontwerp van het onderzoek of in de analyse? 7. Zijn de resultaten van het onderzoek valide en toepasbaar?
MATE VAN BEWIJS
A1 = Systematische review van tenminste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2-niveau.
A2 = Gerandomiseerd dubbelblind vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit van voldoende omvang.
B = Vergelijkend onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2 (hieronder valt ook patiënt-controle onderzoek, cohort-onderzoek).
Tabel 3. Scoringstabel.
Na scoring van de artikels, volgens de CBO-richtlijnen voor case-control studies, en overleg
tussen de onafhankelijke beoordelaars werd een zeer goede overeenkomst bereikt (tabel 3).
De gemiddelde kwaliteitsscore van de 12 geïncludeerde artikels bedraagt 5/7 en varieert
tussen 3/7 en 6/7. Deze score wordt algemeen aanvaard als voldoende kwalitatief.
Ozdirenc et al. (2003) kreeg een score van 3/7 daar de methode onduidelijk werd
gedefinieerd en er geen confounders werden besproken. Ook de selectiebias kon niet
worden uitgesloten. Mede daarom werd de validiteit van dit artikel in twijfel getrokken. Het
artikel geschreven door Park et al. (2006) kreeg een score van 4/7, wederom omdat de
confounders niet werden gedefinieerd en er onduidelijkheden waren bij de beschrijving van
de controlegroep. De overige studies kregen een score van 5/7 of 6/7.
Op de vraag of de blootstelling blind vastgesteld werd voor de ziektestatus, scoorden de
meeste artikels negatief. Er werd gekozen om diabetes type II te interpreteren als
ziektestatus. De onderzoekers waren dus op de hoogte wie diabetes type II patiënt was
tijdens de spierkrachttesting.
Page 14 of 24
De mate van bewijs werd bepaald volgens de CBO-indeling. 9% van de artikels behaalde
niveau A2 en 91% van de artikels kreeg niveau B toegekend. Hieruit kan besloten worden dat
de algemene bewijskracht voldoende kwalitatief is.
RESULTATEN VAN INDIVIDUELE STUDIES
RESULTATEN VOLGENS ONDERZOCHTE SPIERGROEPEN
1) Isokinetische dynamometrie
In de studies werd de spierkracht in verschillende spiergroepen onderzocht. Als algemene
conclusie werd een verlaagde spierkracht gevonden bij de diabetes type 2 patiënten in het
onderste lidmaat. Voor het bovenste lidmaat werden geen verlaagde waarden gevonden
voor isokinetische spierkracht.
Andersen et al. (2004) onderzocht de maximale isokinetische spierkracht in de flexoren en
extensoren van zowel bovenste (pols en elleboog) als onderste lidmaat (knie en enkel). Bij de
diabetes type II patiënten werd een significante reductie (p<0.05) van de spierkracht
gevonden van 17% en 14% voor de flexoren en extensoren van de enkel, en 14% en 7% voor
de flexoren en extensoren van de knie de spierkracht gevonden. Bij de geteste spieren van
het bovenste lidmaat werden geen significante verschillen gevonden. Deze resultaten
werden bevestigd door Andreassen et al. (2009) , waar eveneens significant lagere
spierkrachtwaarden in de flexoren en extensoren van de enkel, terwijl er in het bovenste
lidmaat (schouder abductoren/adductoren) opnieuw geen significant lagere waarden
werden gevonden.
Ijzerman et al. (2011) vond ook significant lagere waarden van 34 - 47% in de maximale
isokinetische spierkracht van de flexoren en extensoren van knie en enkel. Ook Hatef et al.
(2014) vond significant lagere waarden voor de flexoren en extensoren van de knie.
Park et al. (2006) testte de maximale isokinetische kracht van de knie extensoren en
bevestigde eveneens de resultaten van de voorgaande studie’s met significant lagere
waarden voor de diabetes type II groep.
Zowel Andersen et al., Andreassen et al., Ijzerman et al., Hatef et al., Park et al. gebruikten
isokinetische dynamometrie (Lido, Biodex, Humac, Cybex II, 125 AP) voor de testing.
Page 15 of 24
p-waarden
Enkel extensoren Andersen et al.
Andreassen et al.
Ijzerman et al.
P < 0.03*
P = 0.05
P <0.05*
Enkel flexoren Andersen et al.
Andreassen et al.
Ijzerman et al.
P < 0.02*
P < 0.05*
P< 0.05*
Knie extensoren Andersen et al.
Hatef et al.
Ijzerman et al.
Park et al.
P = 0.26
P < 0.05*
P < 0.05*
P < 0.05 (mannen)*
Knie flexoren Andersen et al.
Hatef et al.
Ijzerman et al.
P < 0.05*
P < 0.05*
P < 0.05*
Elleboog flexoren Andersen et al. P > 0.05
Elleboog extensoren Andersen et al. P > 0.05
Pols flexoren Andersen et al. P > 0.05
Pols extensoren Andersen et al. P > 0.05
Schouder abductoren Andreassen et al. P = 0.07
Schouder adductoren Andreassen et al. P = 0.2
Tabel 4. Samenvattende tabel P-waarden uit de verschillende studies, *significant verschil in spierkracht tussen
diabetes type II groep vs. Normoglycemische groep
Page 16 of 24
2) Isometrische dynamometrie
Zeven studies onderzochten de verschillen in handknijpkracht tussen diabetes type II
patiënten en een controlegroep. Cetinus et al. (2005) vonden een significant (p < 0.05)
lagere handknijpkracht in de diabetes type II groep. Dit resultaat werd bevestigd door
Leenders et al. (2013), Ozdirenc et al. (2003) , Park et al. (2006,2007) , Petrovsky et al. (2005)
en Shah et al. (2014) aangezien zij allemaal significante tot zeer significante verschillen
konden aantonen.
Aantal
proefpersonen
met diabetes
type II
Handknijpkracht
(kg)
Diabetes type II
Aantal
normoglycemische
proefpersonen
Handknijpkracht
(kg)
controle
p-waarde
Cetinus et
al.
76 31.53 ± 11.82 47 36.34 ± 11.01 P < 0.05*
Park et al. 485 32.7 ± 7.53 2133 31.7 ± 7.58 P < 0.05*
Ozdirenc et
al.
30 21.5 ± 5.4 30 25.0 ± 6.4 P < 0.05*
Petrovsky
et al.
15 44.7 ± 8.9 15 71.5 ± 29.3 P < 0.01*
Shah et al. 60 29.13 ± 6.64 60 31.16 ± 4.28 P < 0.05*
Leenders
et al.
60 39.5 ± 5.8 32 44.6 ± 6.1 P < 0.001*
Tabel 5. Vergelijking handknijpkracht diabetes type II vs. Controle, *significant verschillend van
normoglycemische groep
3) Andere spierkrachtmetingen
Leenders et al. (2013) onderzocht de verschillen in maximale spierkracht met een 1RM op de
leg press en de leg extension. Ze vonden dat de leg extension bij patiënten met diabetes
type II significant lager was, terwijl er bij de leg press geen significant verschil werd
gevonden.
Page 17 of 24
Normoglycemic
( n = 32)
Diabetes type II
(n = 60)
p-waarde
Leg press (kg) 204 ± 2 202 ± 2 0.201
Leg extension (kg) 91 ± 2 84 ± 2 0.024*
Tabel 6. Vergelijking maximale spierkracht diabetes type II vs. Normoglycemische groep
*significant verschillend van normoglycemische groep
RESULTATEN VOLGENS GESLACHT
Cetinus et al. (2005) , Hatef et al. (2014) en Park et al. (2006) onderzochten de verschillen in
resultaten volgens geslacht en of deze al dan niet gelijklopend waren in de diabetesgroep en
de controlegroep. Cetinus et al. en Hatef et al. vonden een significante daling in de diabetes
type II groep bij zowel mannen als vrouwen. Wanneer deze dalingen in spierkracht van beide
geslachten werden vergeleken werd er echter geen significant verschil gevonden. Park et al.
vonden dat er bij de mannen een significant (p < 0.05) lagere spierkracht was in de diabetes
type II groep in vergelijking met de mannelijke controlegroep. Bij de vrouwen werd er geen
significant verschil gevonden.
handknijpkracht Diabetes type II controle
Man Vrouw Man Vrouw
Cetinus et al. 45.02 ± 8.01 24.78 ± 6.34 46.56 ± 8.36 28.88 ± 5.09
Park et al. 38.7 ± 8.8 25.1 ± 5.9 40.0 ± 8.9 24.3 ± 6.4
Tabel 7. Vergelijking in handknijpkracht rechter hand (kg) volgens geslacht, gemiddelde ± SD
RESULTATEN VOLGENS LEEFTIJD EN DUUR DIABETES
Cetinus et al. (2005) , Hatef et al. (2014) en Park et al. (2006) onderzochten eveneens de
invloed van leeftijd en duur van de diabetes, en de invloed hiervan op de spierkracht.
Park et al. deden onderzoek naar de veranderingen in maximale isokinetische spierkracht
van de knie extensoren over een periode van 3 jaar, waarbij diabetes type II patiënten
werden vergeleken met een controlegroep (tabel 7). Zij vonden dat de diabetes type II groep
significant sneller (p=0.001) spierkracht verloor in vergelijking met de controlegroep.
Gemiddeld verloor de controlegroep -9% aan spierkracht over de 3 jaar, terwijl de diabetes
Page 18 of 24
type II groep -13,5% aan spierkracht verloor. Beide groepen verloren spierkracht, dewelke
toe te schrijven is aan het natuurlijk verouderingsproces, maar relatief gezien verloor de
diabetes type II groep maar liefst 50% sneller spierkracht in de knie extensoren.
Hatef et al. vergeleek de spierkracht van knie flexoren en extensoren bij patiënten met
diabetes type II <10 jaar met diabetes type II >10 jaar. Uit hun onderzoek bleek dat de
personen >10 jaar de diagnose van diabetes type II kregen een significant lagere
isokinetische spierkracht hadden. Op vlak van isometrische spierkracht werden geen
significante verschillen gevonden.
Cetinus et al. onderzocht de handknijpkracht en vond een negatieve correlatie tussen leeftijd
en handknijpkracht in zowel de diabetes type II groep als de controlegroep.
DISCUSSIE
SAMENVATTING VAN EVIDENTIE
SPIERKRACHT : ISOKINETISCHE DYNAMOMETRIE
Nagenoeg alle studies in deze review toonden aan dat spierkracht van de diabetes type II
patiënten gedaald is in vergelijking met de controlepatiënten. Verschillende spiergroepen
werden hierbij onderzocht.
Ten eerste is het aannemelijk dat de maximale isokinetische spierkracht van de enkel
flexoren gedaald is bij diabetes type II patiënten in vergelijking met een controlegroep. De
drie studies die deze spiergroep onderzochten vonden allen een significant lagere
spierkracht (tabel 4) bij de diabetes type II patiënten.1,2,5 Aangezien deze drie studies
onafhankelijk van elkaar zijn uitgevoerd en deze allen een mate van bewijs niveau B
gescoord kregen mag deze conclusie aangenomen worden met een niveau van bewijskracht
2. Voor de enkel extensoren vonden Andersen et al. (2004) en Ijzerman et al. (2011) een
significant lagere waarde in de diabetes type II groep, terwijl Andreassen et al. (2009) hier
enkel een tendens ( p = 0.05) naar lagere spierkrachtwaarde vond. Ook hier mag met niveau
van bewijskracht 2 worden aangenomen dat de maximale isokinetische spierkracht in de
enkel extensoren verlaagd is bij diabetes type II patiënten.
Voor de knieflexoren vonden Andersen et al. (2004), Ijzerman et al. (2011) en Hatef et al.
(2014) telkens significant lagere spierkrachtwaarden in de diabetes type II groep. Gezien de
goede methodologische bewijskracht (B,B,A2) van deze studies mag deze conclusie
aangenomen worden met een niveau van bewijskracht 2. Hatef et al. , Ijzerman et al. en Park
et al. toonden een significant lagere spierkracht in de knie extensoren aan in de diabetes
type II groep. Andersen et al. vonden hier geen significant verschil, maar gezien de kleine
a.
Page 19 of 24
omvang van de onderzoeksgroep in deze studie en de goede bewijskracht (A2) van hatef et
al. en Ijzerman et al. (B) mag deze conclusie ook aangenomen worden.
De studies die de Elleboog/pols flexoren en extensoren en de schouder
abductoren/adductoren onderzochten vonden geen significante verschillen in spierkracht in
de diabetes type II groep in vergelijking met de controlegroep.1,2 Deze twee studies werden
onafhankelijk van elkaar uitgevoerd en kregen beiden een waarde B bij de mate van bewijs.
Er mag dus met een niveau van bewijskracht 2 worden aangenomen dat er geen significante
isokinetische spierkrachtsverschillen zijn bij diabetes type II patiënten in zowel de flexoren
en extensoren van schouder en pols als de abductoren en adductoren van de schouder.
Uit de resultaten van deze studies kan afgeleid worden dat de isokinetische spierkracht bij
diabetes type II patiënten in het onderste lidmaat verlaagd is in vergelijking met een
normoglycemische controlegroep. Deze gedaalde spierkracht heeft gevolgen op vlak van
ADL, mobiliteit en brengt een verhoogd valrisico met zich mee.5 Er zijn verscheidene
mogelijke oorzaken die verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor deze spierzwakte bij
diabetes type II patiënten. Deze oorzaken kunnen ingedeeld worden in musculaire en
neuromusculaire aantastingen.
Sarcopenie, een verandering in spiervezelsamenstelling, een verminderde GLUT4 densiteit,
verminderde oxidatieve capaciteit van de mitochondria en een toename aan intramusculair
vet zijn allemaal musculaire factoren die spierzwakte kunnen veroorzaken.4 Verschillende
studies toonden aan dat bij diabetes type II patiënten zowel het aantal type I spiervezels als
de densiteit van GLUT4 in deze trage spiervezels gedaald is. Ook het aantal capillairen
rondom de spiervezels is afgenomen. Er wordt echter een stijging gevonden van het aantal
type IIb spiervezels en glycolitische enzymen.13,14,15,16,17,18 Deze veranderingen in
spiervezelsamenstelling en hoeveelheid oxidatieve en glycolitische enzymen kunnen gezien
worden als compensatoire mechanismen om het spierkrachtsverlies zoveel mogelijk op te
vangen. Echter is een hoog percentage van deze veranderingen niet enkel toe te schrijven
aan de diabetes, daar deze veranderingen ook gezien worden bij obese patiënten zonder
diabetes.16,19,20,21 Wanneer diabetes patiënten vergeleken worden met een gezonde
controlegroep geselecteerd op leeftijd, geslacht en BMI wordt er toch steeds een grotere
spierzwakte gevonden bij de diabetes type II patiënten.1,9,10,22
De tweede factor voor de spierzwakte is neuromusculaire aantasting. De oorzaak van de
gedaalde kracht werd door verscheidene auteurs gerelateerd aan de aanwezigheid van
neuropathie. Diabetes polyneuropathie is frequent aanwezig bij diabetes type II patiënten
en de prevalentie stijgt van 8% bij de diagnose van diabetes tot > 40% na 10 jaar diabetes.23
Page 20 of 24
Andersen et al. vonden een statistisch significante relatie tussen de graad van neuropathie
(NRSS) en de spierkracht in knie en enkel bij diabetes type II patiënten.
Andersen et al. (2004) Gemiddelde isokinetische spierkracht flexoren en extensoren van de enkel (p < 0.005) en
knie (p < 0.02) in relatie tot NRSS bij diabetes type II patiënten.
Andreassen et al. (2009) vonden eveneens een zeer significante relatie tussen de graad van
neuropathie (NRSS) en de spierkracht bij diabetes type II. In deze studie werd de hypothese
onderzocht of de veranderde expressie van neurotrofe factoren bijdrage zou leveren aan
deze spierkrachtsdaling. Hier werd door de onderzoekers aangetoond dat neuropathie een
gedaalde expressie van de factoren NGF, BDNF en NT-3 met zich meebrengt, waarbij NT-3
positief gerelateerd bleek aan de spierkracht bij diabetes type II. Een verminderde expressie
zou leiden tot een verlies aan spierkracht. Meer studies naar de expressie van deze
neurotrofe factoren en hun verband met polyneuropathie en diabetes zijn nodig om dit
verband te bevestigen. Verscheidene andere auteurs 1,6,9,23,24,25,27,28,29,30 toonden eveneens
een verband aan tussen diabetes polyneuropathie en een verlies aan spierkracht in de enkel
en de knie. Enkel in de studie van IJzerman et al. (2011) werd geen invloed gevonden van
polyneuropathie op die spierkracht bij diabetes type II patiënten. De onderzoekers vonden
een gedaalde maximale isokinetische spierkracht van de knie flexoren en extensoren in
zowel de diabetesgroep met als zonder polyneuropathie. Deze resultaten zijn echter
onvoldoende aannemelijk, daar er een significant verschil in geslachtsverdeling was tussen
beide groepen.5
Page 21 of 24
SPIERKRACHT : ISOMETRISCHE DYNAMOMETRIE
Zeven studies onderzochten de handknijpkracht bij diabetes type II patiënten in vergelijking
met een controlegroep.5,7,8,9,10,11,12 Deze vonden allemaal een significant tot zeer significant
gedaalde handknijpkracht in de diabetes tytpe II groep (tabel 5). Gezien deze studies allen
een mate van bewijs niveau B werden gescoord mag worden aangenomen met een niveau
van bewijskracht 2 dat de isometrische handknijpkracht bij diabetes type II patiënten
verlaagd is. Echter voor handknijpkracht werd, in tegenstelling tot de spierkracht in de
onderste ledematen, geen verband gevonden met polyneuropathie. 1,4,6,9,23,24,25
INVLOED VAN DIABETESDUUR
Andersen et al. (2004) toonde aan dat patiënten die reeds langdurig (> 20 jaar) lijden aan
diabetes type II een significant lagere isokinetische spierkracht tijdens knieflexie en extensie
vertoonden in vergelijking met degene die minder dan tien jaar gediagnosticeerd werden
met diabetes type II. Hatef et al. (2014) vond gelijklopende resultaten voor de isokinetische
spierkracht van de knie flexoren en extensoren. Cetinus et al. (2005) Bevestigde deze
resultaten door op een periode van 3 jaar een snellere en grotere spierkrachtsdaling te zien
bij diabetes type II patiënten in vergelijking met een controlegroep. Gezien de mate van
bewijs van deze studies (B,A2,B) mag er dus met een niveau van bewijskracht 2 worden
aangenomen worden dat de duur van de diabetes een negatieve invloed heeft op de
spierkracht bij diabetes type II patiënten.
TEKORTKOMINGEN
De methodologische kwaliteit van de geïncludeerde studies wordt algemeen als matig tot
goed beschouwd. Er was echter een studie die onvoldoende scoorde (Ozdirenc et al. (2003))
en dit voornamelijk doordat onderzoeksgroepen en mogelijke confounders (BMI,
alcoholinname, activiteitsgraad) onduidelijk waren gedefinieerd en de selectiebias niet kon
worden uitgesloten. In deze review werd aan deze studie dan ook een beperkte bewijskracht
toegekend. Daarnaast gebruikten de meeste studies eerder kleine onderzoeksgroepen,
waarbij de vraag kan worden gesteld of deze al dan niet representatief kunnen beschouwd
worden voor de studiepopulatie. Hierdoor zullen individuele verschillen zwaarder
doorwegen en kan dit een nefaste invloed hebben op de kwaliteit van de resultaten. Er is
zeker nood aan verder onderzoek waarbij grotere onderzoeksgroepen worden opgesteld,
waardoor betrouwbare en valide conclusies kunnen getrokken worden. Ook opmerkelijk in
de beoordeling van de methodologische kwaliteit is dat geen van de studies positief scoort
op blindering voor de ziektestatus. Dit kan toegeschreven worden aan het feit dat de
ziektestatus, namelijk diabetes type II, bij aanvang steeds gekend was.
Page 22 of 24
Daarnaast gebruikten de onderzoekers verschillende soorten meetapparatuur voor de
krachtmetingen waarbij ook verschillende protocols werden toegepast. Dit heeft als gevolg
dat de absolute waarden van de gemeten isokinetische spierkracht over de verschillende
studies moeilijk met elkaar te vergelijken waren. Ook het feit dat de studies vaak onderling
andere leeftijdsgroepen onderzochten maakt het moeilijk om absolute waarden te
vergelijken.
CONCLUSIE
Algemeen kan aangenomen worden dat er verminderde isokinetische spierkrachtswaarden
gevonden worden in het onderste lidmaat bij diabetes type II patiënten, terwijl er in het
bovenste lidmaat geen significante isokinetische spierkrachtsverschillen worden gevonden.
Bij het het testen van de isometrische handknijpkracht worden echter wel lagere
spierkrachtswaarden gevonden bij diabetes type II. De duur van diabetes type II speelt een
belangrijke rol, patiënten verliezen sneller en in grotere mate spierkracht. In meerdere
studies werd reeds gezocht naar oorzaken van deze spierkrachtsdaling, en hieruit blijken
zowel musculaire en neuromusculaire aantastingen aan de basis te liggen van dit
spierkrachtsverlies in het onderste lidmaat. Over de precieze oorzaak hiervan en de
fysiologische mechanismen en neurotrofe factoren die hierachter schuilen is er echter nog
maar weinig onderzoek gedaan, wat zeker stof zou kunnen zijn voor verder onderzoek in de
toekomst.
Page 23 of 24
REFERENTIES
1. Andersen, H. et al. (2004). “Muscle strength in type 2 diabetes” Diabetes 53:1543-1548
2. Andreassen, C. et al. (2009). “Expression of neurotrophic factors in diabetic muscle--relation
to neuropathy and muscle strength” Brain 132:2724-2733
3. Cetinus, E. et al. (2005). “Hand grip strength in patients with type 2 diabetes mellitus”
Diabetical Research and Clinical practice 70:278-286
4. Hatef, B. et al. (2014). “The comparison of muscle strength and short-term endurance in the
different periods of type 2 diabetes” Journal of Diabetes 13:22
5. IJzerman, T. Et al. (2011). “Lower extremity muscle strength is reduced in people with type 2
diabetes, with and without polyneuropathy, and is associated with impaired mobility and
reduced quality of life” Diabetes Research and Clinical Practice 95:345-351
6. IJzerman, T. et al. (2011). “Motor nerve decline does not underlie muscle weakness in type 2
diabetic neuropathy” Muscle Nerve 44:241-245
7. Leenders, M. et al. (2013). “Patients With Type 2 Diabetes Show a Greater Decline in Muscle
Mass, Muscle Strength, and Functional Capacity With Aging” Jamda 14:585-592
8. Ozdirenc, M. et al. (2003). “Evaluation of physical fitness in patients with type 2 diabetes
mellitus” Diabetes Research and Clinical Practice 60:171-176
9. Park, S. W. et al. (2006). “Decreased muscle strength and quality in older adults with type 2
diabetes - The health, aging, and body composition study” Diabetes 55:1813-1818
10. Park, S. W. et al. (2007). “Accelerated loss of skeletal muscle strength in older adults with
type 2 diabetes - The Health, Aging, and Body Composition Study” Diabetes Care 30:1507-
1512
11. Petrofsky, J. et al. (2009) “The use of an isometric handgrip test to show autonomic damage
in people with diabetes” Diabetes Technology & Therapeutics vol. 11
12. Shah, S. et al. (2014). “Are we ignoring diabetic disability: a cross sectional study of diabetic
myopathy.” Indian Journal of medical sciences vol. 65
13. Marin, P. et al. (1994). “Muscle fiber composition and capillary density in women and men
with NIDDM.” Diabetes care 17:382-386
14. Oberbach, A. et al. (2006). “Altered fiber distribution and fiber-specific glycolytic and
oxidative enzyme activityin skeletal muscle of patients with type 2 diabetes.” Diabetes care
29:895-900
15. Gaster, M. et al. (2001). “GLUT4 is reduced in slow muscle fibers of type 2 diabetic patients :
is insulin resistance in type 2 diabetes a slow, type 1 fiber disease?” Diabetes 50:1324-1329
16. He, J. et al. (2001). “Skeletal muscle lipid content and oxidative enzyme activity in relation to
muscle fiber type in type 2 diabetes and obesity.” Diabetes 50:817-823
17. Nyholm, B. et al. (1997). “Evidence of an increased number of type IIb muscle fibers in
insulin-resistant first-degree relatives of patients with NIDDM.” Diabetes 46:1822-1828
18. Gaster, M. et al. (2000). “Direct evidence of fiber type-dependent GLUT4 expression in
human skeletal muscle.” Am J Physiol – Endocrinol Metab 278:E910-E916
19. Roden, M. (2005). “Muscle triglycerides and mitochondrial function : possible mechanisms
for the development of type 2 diabetes.” Int J Obes (Lond) 29(suppl 2):S111-115
20. John, A. et al. (2011). “Sarcopenia, Sarcopenic obesity and insulin resistance.”
Page 24 of 24
21. Chattopadhyay, M. et al. (2011) “Mitochondrial bioenergetics is not impaired in nonobese
subjects with type 2 diabetes mellitus.” Metabolism 60:1702-1710
22. Andersen, H. et al. (1996). “Isokinetic muscle strength in long-term IDDM patients in relation
to diabetic complications.”Diabetes 45:440-445
23. Partanen, J. et al. (1995). “Natural history of peripheral neuropathy in patients with non-
insulin-dependent diabetes mellitus.” N England J Med 333(2):89-94
24. Bokan, V. (2011). “Muscle weakness and other late complications of diabetic
polyneuropathy.” Acta Clin Croat 50:351-355
25. Halvatsiotis, P. et al. (2002). “Synthesis rate of muscle proteins, muscle function and amino
acid kinetics in type 2 diabetes.” Diabetes 51:2395-2404
26. Sayer, A. et al. (2005). “ type 2 diabetes, muscle strength, and impaired physical function :
the tip of the iceberg?” Diabetes Care 28:2541-2542
27. Andreassen, C. et al. (2006). “Muscle weakness: a progressive late complication in diabetic
distal symmetric polyneuropathy.” Diabetes 55:806-812
28. Hawley, J. et al. (2008). “Physical activity and type 2 diabetes : therapeutic effects and
mechanisms of action.” In human kinetics
29. Bus, S. et al. (2002). “Intrinsic muscle atrophy and toe deformity in the diabetic foot: a
magnetic resonance imaging study.” Diabetes Care 25:1444-1450
30. Suzuki, E. et al. (2000). “1H- and 31P-magnetic resonance spectroscopy and imaging as a
new diagnostic tool to evaluate neuropathic foot ulcers in type II diabetic patients.”
Diabetologia 43:165-172