HSElife magazine no 14 NL

40
HEALTH, SAFETY & ENVIRONMENT MAGAZINE for Oil & Gas industry 14 en meer... In dit nummer: WAT ALS... 2 OFFEX 2014 4 SodM THEMADAG 36 2014 / 2015 FOCAL POINT TRAINING 21 WINTER EDITIE 2015 en daarna! gezond pagina 12 Een veeleisende economie. Een beroepsbevolking die vergrijst. Langer doorwerken. Het belang van gezonde en betrokken werknemers die met plezier werken is groot. ZIJN ER AL PBM’S VOOR... ? 18 HARMONISATIE VAN INFORMATIE 24 Veilig en

description

Veiligheid, gezondheid en milieu magazine voor de gas & olie industrie

Transcript of HSElife magazine no 14 NL

Page 1: HSElife magazine no 14 NL

HEALTH, SAFETY & ENVIRONMENT MAGAZINE for Oil & Gas industry

14

en meer...

In dit nummer:

WAT ALS...

2OFFEX 2014

4

SodMTHEMADAG

36

2014 / 2015

FOCAL POINTTRAINING

21

WINTER EDITIE

2015 en daarna!gezond

pagina 12

Een veeleisende economie. Een beroepsbevolking die vergrijst. Langer doorwerken. Het belang van gezonde en betrokken werknemers die met plezier werken is groot.

ZIJN ER ALPBM’S VOOR... ?

18

HARMONISATIEVAN INFORMATIE

24

Veilig en

Page 2: HSElife magazine no 14 NL

2

Page 3: HSElife magazine no 14 NL

Voorwoord

WAT ALS... Iemand neigt naar onveilig handelen. Dat zou ten koste kunnen gaan van zijn veiligheid en mogelijk van die van anderen. Een brand, een explosie, een ramp dus en misschien wel doden! Als ik ingrijp voorkom ik (misschien) een incident. Als ik ingrijp dan weet niemand dat ik (misschien) een incident heb voorkomen. Dan weet niemand of die onveilige handelingen zich in de toekomst weer zouden kunnen herhalen. Dan weet niemand van de potentiële gevaren die er waren en of die er in de toekomst mogelijk weer zullen zijn.DAT WEET NIEMAND!

WAT ALS...Iemand neigt naar onveilig handelen. Dat zou ten koste kunnen gaan van zijn veiligheiden mogelijk van die van anderen. Maar wat gebeurt er als ik NIET ingrijp en er ontstaat een incident? Dan is zijn veiligheid behoorlijk in gevaar en ook die van anderen. Een brand, een explosie, een ramp dus en misschien wel doden! Dan weet iedereen dat er een incident is. Dan weet iedereen dat ik dit incident had kunnen en moeten voorkomen. Dan weet iedereen dat het te maken had met onveilig handelen wat zich in de toekomst weer zou kunnen herhalen. Dan weet iedereen van de potentiële gevaren die er waren en die er inde toekomst mogelijk weer zullen zijn.DAT WEET IEDEREEN!

Nu lijkt het erop dat je het eigenlijk nooit goed doet, maar dat is absoluut niet waar.Het heeft allemaal te maken met je intuïtie. Voorzie je gevaar, luister dan naar je gevoel. Iemand aanspreken ‘ter voorkoming van’ is altijd lastig, maar niets doen kan enorme gevolgen hebben. Zowel voor jou, voor die ander, voor je familie, voor het bedrijf, voorhet milieu, voor de gezondheid en voor de veiligheid.

WAT ALS...NIET INGRIJPEN IS GEEN OPTIE!

Namens de THE WAT GROUPPier van Spronsen

3

Page 4: HSElife magazine no 14 NL

Op 2 oktober was de Marinehaven in Den Helder

het toneel van een grootschalige incidentenoefening,

de Offshore Exercise (OFFEX 2014). Total E&P Nederland

was gastheer. De oefening geeft aan alle betrokken partijen

inzicht in hun rol en verantwoordelijkheden. Marc Kloppenburg

(Total E&P Nederland), Gert-Jan Windhorst (NOGEPA) en

Joost Michelhoff (AdviSafe) vertellen hierover.

4

Een gaslek op een productieplatform op de Noordzee. Hoe evacueer je de bemanning op een veiligeen goede manier? Wie doet wat en wanneer?

OFFEX 2014

Page 5: HSElife magazine no 14 NL

“Deze oefening is een bevestiging van de goede samenwerking tussen de

Nederlandse maatschappijen in de Olie- en Gasindustrie en overheden,”

vertelt Windhorst. “OFFEX 2014 is een gezamenlijke oefening van de

Nederlandse Olie- en Gasproducenten die zijn verenigd in NOGEPA en

de Nederlandse overheid. Maar ook andere partijen hadden een actieve

rol in de oefening: Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), de Kustwacht,

de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord, de gemeente Den Helder, de

Koninklijke Marine, de Ministeries Economische Zaken en Infrastructuur

en Milieu.”

Scenario

De oefening is opgebouwd rond een scenario waarin tijdens werkzaamheden

in een gasput op één van de productieplatforms van Total E&P Nederland in de

Noordzee iets mis gaat. Het gevolg hiervan is dat er ongecontroleerd gas uit

deze put stroomt. Vanwege dit incident vond totale evacuatie van de mensen

aan boord van de Offshore installatie plaats. Ruim 80 mensen, onder wie een

aantal gewonden, werden aan land gebracht. Het aanlanden van mensen op

het Marine terrein in Den Helder werd fysiek nagespeeld, compleet met Eerste

Hulpverlening en daadwerkelijke opvang.

Kloppenburg legt uit dat je met een ‘perforating gun’ gaten door een stalen buis

diep onder de grond schiet waar zich gas bevindt zodat die aardlaag gas kan

produceren. Dus: “Maar we kregen een indicatie dat de gun onder de grond

niet werkte. Boven de grond ging het dus fout. Toen de gun weer naar boven

was gehaald, ging hij af op het moment dat de afsluiters van de put werden

dichtgedraaid. Daardoor stroomde er veel gas uit de gaten. Het scenario is

gebaseerd op een echt incident dat in 2010 in Nederland is gebeurd bij een

andere Operator,” zegt Kloppenburg. “Toen ging de perforating gun wel af

boven de grond in de riser boven de christmas tree maar gelukkig stroomde

er geen gas uit.”

5

Page 6: HSElife magazine no 14 NL

6

Oefendoel

Het doel van de oefening is om als industrie en overheid

gezamenlijk calamiteiten en incidenten te lijf te gaan en een

goede afstemming van elkaars taken en verantwoordelijkheden

in de praktijk te brengen. “We willen weten of de industrie en de

verschillende overheidsinstanties klaar zijn om een grootschalige

evacuatie van mensen na een Offshore incident aan te pakken,”

zegt Kloppenburg. “Voor het eerst testten we de zogenaamde

‘netwerkkaart’.”

Michelhoff vertelt dat de oefening ook bedoeld is om de

samenwerking en de informatie uitwisseling tussen de industrie

en de overheid te verbeteren bij calamiteiten.

Naast het K6 Central Complex - het platform waar het incident zich voltrok - ligt het hoteleiland Seafox 2 van

Workfox. “Daar slapen veel mensen en die moesten we evacueren.” Michelhoff vult aan dat het platform helemaal is

ontruimd en stilgelegd in het scenario. “Ze hebben de bemanning niet te water gelaten en zijn niet naar Den Helder

gevaren. Dat deel hebben we geknipt in de oefening. Een praktisch punt, ook uit veiligheidsoverwegingen want

dat was niet het oefendoel. In Den Helder pakten we het scenario weer op. Daar meerde een standby schip

af bij de marinehaven op een aangewezen locatie waar alle

hulpdiensten al klaar stonden om mensen op te vangen.”

MAYDAY! MAYDAY! GASLEK!

“We willen weten of de industrie

klaar is om een grootschalig

incident aan te pakken.”

“Het testen van de netwerkkaart is belangrijk

omdat je dan precies ziet of iedereen doet wat

hij moet doen en ook weet wanneer hij dat

moet doen.”

Page 7: HSElife magazine no 14 NL

7

Netwerkkaart

“Op de netwerkkaart staan afspraken die zijn gemaakt tussen alle partijen die zijn

betrokken bij het aanlanden van grote aantallen evacuees,” vertelt Michelhoff.

“Het live testen van de netwerkkaart was het unieke van deze oefening. Eind

vorig jaar is deze kaart gepresenteerd (HSElife magazine editie 11) en was alleen

nog theorie. De afspraken die daarin staan gaan over wie nu eigenlijk wat doet

bij een dergelijke calamiteit. Waar liggen verantwoordelijkheden? Een stuk

helderheid creëren over de samenwerking en het doorgeven van informatie aan

elkaar. Daarmee zorg je dat iedereen met dezelfde informatie werkt. Door het live

testen ontdek je of de afspraken die erin staan ook duidelijk zijn.”

Kloppenburg vertelt dat de netwerkkaart een belangrijke basis is voor een

goede aanpak van de aanlanding van de evacuees want het heeft alles te

maken met onderlinge communicatie. “Alle oefenpartijen zijn onderdeel van de

netwerkkaart.”

Windhorst geeft aan dat de netwerkkaart een gezamenlijk product is van

de Operators, de Kustwacht, SodM, de SAR, de gemeente Den Helder, de

veiligheidsregio en de Marine. “Het testen van die kaart is belangrijk omdat

je dan precies ziet of iedereen doet wat hij moet doen en ook weet wanneer

hij dat moet doen. Je ziet wie welke rol heeft, wie beslissingen neemt, wie

verantwoordelijk is, wie er actie neemt, wie je moet waarschuwen. Alle partijen

zijn dus een radertje in het geheel en dat moet soepel lopen. Een aantal

maatschappijen heeft de netwerkkaart al opgenomen in hun Emergency

Response Manual of Plan.”

MAYDAY! MAYDAY! GASLEK!

“Ieder team heeft

zijn eigen taken

maar goede

onderlinge

communicatie

zijn hierbij de

sleutelwoorden.”

Page 8: HSElife magazine no 14 NL

8

Emergency teams

Total E&P Nederland heeft verschillende emergency teams die meteen actief worden als er een groot

incident is. Kloppenburg: “Denk aan een Site Emergency Team dat mensen redt en het Fire Fighting &

Rescue team Offshore, maar ook het Emergency Response Team in het hoofdkantoor in Den Haag en

een Next of Kin team dat familieleden informeert, een Media Response team voor de pers en een Crisis

Management team voor de strategische beslissingen en het goedkeuren van de persberichten. Al deze

teams kwamen tijdens de oefening in actie. Het testen hiervan is natuurlijk ook erg belangrijk want de

onderlinge communicatie moet soepel verlopen.”

Windhorst geeft aan dat communicatie uitermate belangrijk is tijdens een incident. Hoe verloopt de

communicatie tussen de mensen die allemaal hun deelverantwoordelijkheden hebben in het grote geheel?

Hoe kunnen die mensen optimaal met elkaar samenwerken? En wat vertel je de media?

Kloppenburg is HSEQ manager van Total E&P Nederland en zit in het Crisis Management Team. Hij

vertelt over zijn rol tijdens de oefening: “Ik ben verantwoordelijk voor de strategische beslissingen op het

gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. Het team kijkt naar de lange-termijn effecten. Ik informeer

eerst de Human Resource Manager en de Public Relations manager. Zij informeren en mobiliseren het

Next of Kin Team en het Media Response Team. Ieder team heeft zijn eigen taken maar goede onderlinge

communicatie is hierbij het sleutelwoord. Samen met de Operations Manager ben ik de schakel tussen

het Emergency Response Team en het Crisis Management Team. We kijken dan naar wat de situatie is,

waar de mensen zijn en hoeveel gewonden er zijn. We zorgen er dus voor dat we de actuele status van

het incident weten. Het Crisis Management Team kijkt dan naar mogelijke scenario’s die kunnen gebeuren.

Denk bijvoorbeeld aan een oil spill of veel zwaargewonden of doden. Verder communiceer ik met SodM

(Staatstoezicht op de Mijnen), onze autoriteit, over de situatie. Ieder half uur hebben we een time out en

dan kijken we naar de actuele status en naar de acties die we moeten nemen.”

Michelhoff: “Iedere partij die bij de oefening betrokken is wil natuurlijk weten om hoeveel mensen het precies

gaat, hoeveel gewonden er zijn en waar die heen gaan. Ze hebben hierin een specifieke rol. De gemeente

heeft een ondersteunende rol bij het verzamelen, opvangen en registreren van mensen. De Marine heeft

de faciliteiten om mensen op te vangen op het Marine terrein zodat ze zijn afgesloten van de buitenwereld

en niet worden lastiggevallen door bijvoorbeeld journalisten. Maar de Marine heeft ook hulpdiensten die ze

inzet. De Offshore Installation Manager (OIM) heeft een belangrijke rol in de alarmering vanaf het platform en

het verdere verloop daar.”

De Nederlandse overheid heeft een aantal taken, vertelt Windhorst. “Bijvoorbeeld het coördineren van het

luchtverkeer. Rijkswaterstaat coördineert het scheepvaartverkeer en sluit de gebieden voor de scheepvaart.”

MAYDAY! MAYDAY! GASLEK!

Page 9: HSElife magazine no 14 NL

9

Michelhoff vertelt over zijn rol tijdens de oefening: “Ik was oefenleider. Dit betekent

dat ik de regie voerde over de gehele oefening. Ik zat in een response cell met

rolspelers. We hebben van tevoren een script uitgewerkt met berichten die je

verdeelt over een aantal acteurs. Zij moesten die berichten op bepaalde momenten

tijdens de oefening op een realistische manier brengen. Bijvoorbeeld bezorgde

familieleden die bellen of een journalist die informatie wil. Maar ook Greenpeace die

wil weten of het wel veilig is bij het platform. Daarbij is het natuurlijk belangrijk dat

wij de juiste informatie vrijgeven. Vanuit de Kustwacht zat er iemand die de mayday

mayday berichten aannam die van het platform kwamen. Hij zorgde er dan voor dat

er helikopters de lucht in gingen en dat de reddingsboten gingen varen, uiteraard

allemaal fictief. Er was ook een website gebouwd speciaal voor de media en de

omgeving. Er werden tweets gestuurd naar Total, nu.nl was nagebouwd om een vrij

realistische setting te maken zodat mensen echt het gevoel kregen dat ze in een

calamiteiten- of in een crisissituatie zaten.”

Het monitoren van de alarmering was ook een oefendoel, zegt Michelhoff.

Dit betekent dat hij moest monitoren of de alarmering overal doorkomt en dat alle

deelnemers op de juiste tijd betrokken werden bij de oefening. “De hoofdingenieur-

directeur van Rijkswaterstaat belde om te informeren of de oefening al was

begonnen want hij had nog niks gehoord. Wij moesten dan ingrijpen en zorgen dat

meldingen op tijd bij de juiste partijen kwamen.”

MAYDAY! MAYDAY! GASLEK!

Page 10: HSElife magazine no 14 NL

10

Workshop well control

Windhorst: “Vertegenwoordigers van alle andere Nederlandse Olie- en Gasmaatschappijen kwamen die dag

kijken om te leren, maar hadden geen rol in de oefening. Het evacueren en aanlanden van de slachtoffers

gebeurde in de ochtend. Op verschillende locaties waren observers, dus mensen die toekeken.”

Kloppenburg: “’s Middags gaf Total E&P Nederland een

workshop ‘well control’. Tijdens die workshop legden we

aan de observers uit wat wij zouden doen op het moment

dat de ongecontroleerde gasstroom op het platform

werkelijkheid zou zijn. We vertelden aan de autoriteiten en

aan de mensen van de industrie welke stappen wij zouden

nemen om de put weer onder controle te krijgen. Wild

Well Control, een gespecialiseerd bedrijf uit Amerika, liet

aan de hand van animaties zien hoe de gasput weer onder

controle kwam. De observers konden vragen stellen over

waarom wij bepaalde dingen wel of niet doen. SodM was

ook aanwezig en legde uit waar de Oliemaatschappij goedkeuring voor moesten vragen en waarvoor niet

want ook SodM heeft een verantwoordelijkheid bij de vervolgstappen om de put weer onder controle te

krijgen.”

MAYDAY! MAYDAY! GASLEK!

Page 11: HSElife magazine no 14 NL

11MAYDAY! MAYDAY! GASLEK!

Michelhoff vult aan dat de olieramp in de Golf van

Mexico in 2010 aanleiding was van de OFFEX

oefeningen die al enkele jaren gedaan worden. Hij

vertelt dat SodM graag wil dat de industrie oefent

met een vergelijkbare situatie voor het geval zoiets in

Nederland gebeurt.

Fotografie Den Haag:Bo-Anne van Egmond, journaliste Noord-Hollandse Courant

In de volgende editie van HSElife

magazine lees je welke leerpunten

naar voren komen uit de OFFEX 2014.

Page 12: HSElife magazine no 14 NL

HSEIN 2015HOE BLIJVEN WE VITAAL?Een veeleisende economie. Een beroepsbevolking die vergrijst. Langer doorwerken. Het belang van gezonde en betrokken werknemers die met plezier werken is groot.

Veiligheid, gezondheid en milieu zijn onlosmakelijk met elkaar

verbonden. Als we praten over deze onderwerpen dan hebben we

het meestal over veiligheid. Maar er is een duidelijke wisselwerking.

Het bedrijfsleven moet uiteraard voorwaarden scheppen zodat

medewerkers vitaal blijven en tot hun recht komen. Maar medewerkers

hebben ook hun eigen verantwoordelijkheid als het gaat om

gezondheid. Als je niet goed voor jezelf zorgt en te weinig aandacht

geeft aan je gezondheid verlies je de aandacht en kunnen er onveilige

situaties ontstaan die een negatieve impact kunnen hebben op je

gezondheid en het milieu. Het is een vicieuze cirkel.

12

Page 13: HSElife magazine no 14 NL

DUURZAME INZETBAARHEIDHoe kan de industrie het welzijn van medewerkers faciliteren zodat ze goed voor zichzelf kunnen zorgen?

Duurzame inzetbaarheid speelt hierin een

essentiële rol. Dat betekent aandacht geven

aan psychosociale arbeidsbelasting, stress

en werkdruk, vitaliteit, veiligheid, scholing en

mobiliteit. Duurzame inzetbaarheid staat symbool

voor een gezonde, goed functionerende en

vitale organisatie. HSElife UNIO draagt bij aan

duurzame inzetbaarheid van medewerkers in de

Olie- en Gasindustrie en daarmee indirect aan hun

gezondheid. Denk bijvoorbeeld aan de HSE items

op de site van HSElife UNIO over Benzeen, Kwik

en Aardgascondensaat. Dit is geharmoniseerde

informatie die je helpt om veilig en gezond te

werken.

Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) geeft in zijn

veiligheids- en gezondheidsbulletin van 8 oktober

aan dat harmonisatie van HSE-regels van groot

belang is. SodM erkent dat de ontwikkeling

van HSElife UNIO een enorme stap is in de

ontwikkeling van uniforme HSE-informatie voor

de Olie- en Gasindustrie.

GEZONDHEIDSPROGRAMMA’SMaatschappijen die zich hebben aangesloten

bij HSElife UNIO werken inmiddels met diverse

gezondheidsprogramma’s.

In eerdere edities van HSElife magazine hebben

we al aandacht besteed aan een aantal van deze

gezondheidsprogramma’s.

MOBIELE GEZONDHEIDSTOOLSBen je fanatiek sporter of wil jeweten of je gezond leeft?

Er zijn verschillende mobiele gezondheidstools

die je helpen om je gezondheidsbewustzijn te

vergroten. Denk aan de smart watches met health

sensors waarmee je je hartslag in de gaten kan

houden. Of gezondheidsapps waarmee je in één

oogopslag ziet hoe het met je gezondheid is.

13

HSE guidelinesdecember 2012

THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

HKWIK

HSE LIFE

HSElife UNIO KWIK A6 NL.indd 1 25/02/14 16:25

HSE guidelinesmei 2012

THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

SAARDGASCONDENSAAT

HSE LIFE

HSELIFEUNIO Aardgascondensaat A6 NL.indd 1 25/02/14 13:34

HSE guidelinesjanuari 2012

THE INTERNATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

HBENZEEN

HSE LIFE

HSELIFEUNIO Benzeen A6 NL.indd 1 25/02/14 14:04

Page 14: HSElife magazine no 14 NL

14

‘VEILIGHEIDSUITINGEN’PILOT

OP NAM-LOCATIEDat rommel meer rommel oproept weten we al lang. Wanneer er bijvoorbeeld een grafitti verbod zichtbaar wordt genegeerd in een steeg, zijn mensen ook eerder geneigd papier op de stoep te gooien.

Page 15: HSElife magazine no 14 NL

15

Het vermoeden ontstond dat op dezelfde manier

veiligheidsuitingen op de NAM locaties (posters,

briefjes, check-listen, logo’s, handgeschreven blaadjes)

wat in sommige gevallen een rommelige indruk geven

en effect hebben op het naleven van andere regels op

de locaties. Het roept dan rommelig en dus onveilig

gedrag op. Daarnaast is de vormgeving van de uitingen

niet uniform. Het is niet direct duidelijk of het een

gebod, verbod, aandachtspunt, reminder of verzoek

betreft. En dat zou het wel moeten zijn. Al met al reden

genoeg te onderzoeken of het ook anders kan.

Page 16: HSElife magazine no 14 NL

16

Een pilot op NAM locatie in BlijaIn NAM Asset Land gaf manager Operations Herman Baars de Meeting

Designers van het bedrijf MindMeeting opdracht een pilot uit te voeren.

Een pilot om alternatieve mogelijkheden voor het communiceren van

veiligheidsboodschappen te testen. Na overleg met de HSE specialisten

van NAM en Contractors, verenigd in CASOS, én met gedrags-

specialisten van het Lectoraat cross-mediale communicatie in het

publieke domein van de Hogeschool Utrecht, startte er afgelopen oktober

een pilot op NAM locatie in Blija. Deze pilot ‘Veiligheidsuitingen’ werd

begeleid door een werkgroep bestaande uit een aantal HSE specialisten

van NAM en Contractors vanuit CASOS. De monteurs en leidinggevers

op de site werkten enthousiast en constructief mee aan deze pilot.

Page 17: HSElife magazine no 14 NL

17

Instrumenten ontwikkeld in samenspraak met leidinggevenden

Nieuwsgierig? Wilt u meer weten over deze pilot en/of bent u nieuwsgierig

naar de resultaten? Neem contact op met Agnes Voorintholt

[email protected]

Gedurende de pilot verwijderde de werkgroep alle bestaande uitingen, behalve die uitingen

die wettelijk verplicht zijn. Leidinggevenden op deze turnaround gebruikten andere middelen

om informatie rond veiligheidsissues te geven. Ze maakten gebruik van de instrumenten die

ze door de deskundigen kregen aangereikt en die in samenspraak met de leidinggevenden zijn

ontwikkeld. Als toegang tot de site werd een tourniquet geplaatst waar de werknemers met

een speciale pas doorheen konden. Hiermee werd een bewuste overgang gemaakt tussen de

‘gewone’ wereld en een ‘gevaarlijke’ zone. Daarnaast liepen elke dag drie werknemers met

verschillende technische achtergrond een rondje over de plant met de opdracht mogelijke

gevaarlijke situaties aan te geven op een plattegrond.

Tot slot ontwikkelden zij een manier, met behulp van kaartjes met voorkomende risico’s,

waarmee de leidinggevenden actief met medewerkers in gesprek gaan over die risico’s die op

hun werkzaamheden van toepassing zijn. Hendrik Jan Rotman, locatie verantwoordelijk persoon

op Blija: “Ik zie al dat mensen nu ook zonder het lopen van het rondje op de plant ingrijpen en

dat ze elkaar eerder aanspreken op onveilig gedrag.”

De pilot werd gemonitord door middel van een nulmeting tijdens de pré-turnaround en metingen

tijdens de turnaround. Zo werd onder andere gebruikt gemaakt van de Odd Ball-test, een

test waarmee alertheid (reactiesnelheid) gemeten wordt, evaluatie met leidinggevenden en

het notuleren van elke start-werkmeeting. De resultaten worden geëvalueerd en daar volgen

halverwege december aanbevelingen uit.

PILOT ‘VEILIGHEIDSUITINGEN’ OP NAM-LOCATIE

Page 18: HSElife magazine no 14 NL

18

Binnenkort treedt de algemene verordening gegevensbescherming in werking, waarmee de Europese Commissie

beoogt persoonsgegevens beter te beschermen.

Deze ‘privacy verordening’ zal in de gehele

Europese Unie de bestaande privacywetgeving

vervangen en zal voor alle bedrijven die met

persoonsgegevens werken ingrijpende gevolgen

hebben, dus ook in de Olie- en Gasindustrie.

Zijn er al

Zo nee, wees alert!

persoonsgegevens?

PBM’svoor

Page 19: HSElife magazine no 14 NL

19

Hoewel de meeste maatschappijen en Contractors

zich wellicht niet veel bezig zullen houden met de

verwerking van persoonsgegevens, is bijvoorbeeld

de personeelsadministratie wel degelijk een

zogenaamd bestand van persoonsgegevens

waarop de privacywetgeving – en dus de nieuwe

verordening – van toepassing is. In dit artikel

zullen wij daarom enkele van de belangrijkste

wijzigingen bespreken vanuit het oogpunt van de

werkgever. Ook veranderingen voor werknemers

zullen aan bod komen.

Alle bedrijven die met persoonsgegevens

werken, waaronder dus werkgevers in de On- en

Offshore, zullen te maken krijgen met een groot

aantal nieuwe verplichtingen. Allereerst wordt

het verplicht om het beleid rond de verwerking

(het verzamelwoord voor elke handeling die

met persoonsgegevens te maken heeft, zoals

het verzamelen en bewaren daarvan) van

persoonsgegevens transparant en eenvoudig

toegankelijk te maken voor de personen waarvan

de gegevens worden verwerkt (de ‘betrokkenen’).

Ook zal dit beleid controleerbaar moeten

zijn voor de privacy-autoriteit (in Nederland

het CBP, dat binnenkort zijn naam wijzigt in

Autoriteit persoonsgegevens). Uit de ‘privacy

policy’ zal onder meer moeten blijken welke

persoonsgegevens worden verwerkt en waarom,

alsmede welke maatregelen de onderneming heeft

genomen om aan de wetgeving te voldoen.

Een belangrijk onderdeel van het privacy beleid

is de beveiliging van de gegevens. De eisen

die de wet aan de beveiliging stelt veranderen

niet wezenlijk, maar gebrekkige beveiliging kan

(anders dan nu) gaan leiden tot hoge boetes.

Per overtreding kan de boete oplopen tot

maar liefst 2% van de wereldwijde jaaromzet!

Wanneer er onverhoopt een beveiligingslek

optreedt waardoor onbevoegden toegang krijgen

tot persoonsgegevens, bijvoorbeeld door hacking,

moet het bedrijf de privacy-autoriteit daarvan zo

spoedig mogelijk in kennis stellen en maatregelen

nemen, op straffe van eenzelfde hoge boete.

Indien (een deel van) de personeelsadministratie

wordt uitbesteed aan derden (bijvoorbeeld een

payrollbedrijf), moeten de werkgever en de

derde de afspraken daarover straks schriftelijk

vastleggen in een contract.

Page 20: HSElife magazine no 14 NL

Bedrijven met meer dan 250 werknemers zullen

bovendien elke vorm van verwerking uitgebreid

moeten gaan documenteren. Daarnaast zullen zij

een functionaris voor de gegevensbescherming

(FG) moeten aanstellen. De FG zal zowel voor de

werknemers als voor de privacy-autoriteit als eerste

aanspreekpunt fungeren op het gebied van privacy.

Tegenover de toename in verplichtingen voor de

werkgevers, staat een uitbreiding van de rechten

van de betrokkenen. Zo zal een werknemer op het

moment dat persoonsgegevens bij hem worden

opgevraagd onder meer begrijpelijke informatie

moeten krijgen over het hoe en waarom van de

verwerking, zijn rechten en het privacy beleid van

de onderneming. Ook mogen betrokkenen te allen

tijde gratis de gegevens die op hen betrekking

hebben inzien en, indien nodig, aan laten passen.

De werkgever is straks, op straffe van een boete,

verplicht alle gevraagde informatie te verschaffen.

De hoge boetes uit de privacy verordening zullen

naar verwachting vanaf 2017 pas worden opgelegd,

maar vooruitlopend hierop zal in de loop van 2015

de bestaande privacywetgeving in Nederland worden

aangescherpt. De Autoriteit persoonsgegevens

krijgt daarbij alvast de (nieuwe) bevoegdheid om bij

bepaalde overtredingen boetes op te leggen tot ruim

800.000 euro. Er verandert dus al op korte termijn

veel voor bedrijven die met persoonsgegevens

werken. Het voeren van privacy beleid en de

beveiliging van persoonsgegevens wordt een

nog serieuzere zaak, en bedrijven die zich daar

onvoldoende van bewust zijn gaan hoge boetes

riskeren. Het kan dan ook zeker geen kwaad om nu al

in te spelen op de nieuwe wetgeving.

Victor Bouman

www.wieringa.nl

Lex Bruinhof

20 ZIJN ER AL PBM’S VOOR PERSOONSGEGEVENS?

Page 21: HSElife magazine no 14 NL

TRAININGFOCAL POINT

Focal points zijn ambassadeurs voor de implementatie van

HSElife UNIO in de Contractor organisaties. Om ze voor te

bereiden op hun rol, organiseerde HSElife UNIO einde 2014 een

aantal Focal point trainingen. Begin 2015 zullen er nog een aantal

trainingen worden opgelijnd.

Hoe verspreidt harmonisatievan HSE-regels en -regelgeving zich als een olievlek?

21

Page 22: HSElife magazine no 14 NL

Inmiddels hebben 63 Contractor organisaties zich

aangesloten bij HSElife UNIO. De Focal point is

voor HSElife UNIO de contactpersoon en binnen

de Contractor organisatie is hij of zij is daarmee

het aanspreekpunt voor HSElife UNIO. De Focal

point zorgt voor de implementatie in de Contractor

organisatie. HSElife UNIO ondersteunt op zijn beurt

de Focal point en houdt hem of haar regelmatig op

de hoogte van ontwikkelingen.

WAT BETEKENT IMPLEMENTATIE VAN HSELIFE UNIO?

Dat betekent het integreren van HSElife UNIO in

de cultuur van de Contractor organisaties om meer

veiligheidsbewustzijn te creëren. Daarnaast moet er

een cultuur ontstaan waarbij werknemers de vrijheid

hebben om te komen met suggesties over wat er

beter kan op de werkvloer. Eenzelfde heldere taal

spreken op het gebied van Veiligheid, Gezondheid

en Milieu en harmoniseren van regelgeving door

primair te focussen op overeenkomsten tussen

Maatschappijen en Contractors. Dat is het doel dat

de bij HSElife UNIO aangesloten partijen nastreven.

Het uiteindelijke doel is het bereiken van Incident

Free Operations.

CONTRACTOR FORUM

De training is ook een goede gelegenheid om het

opzetten van een Contractor Forum te bespreken. In

dit Forum zitten straks ongeveer twaalf mensen. De

bedoeling hiervan is dat de wensen en de ideeën van

de werkvloer worden besproken en uitgewerkt. Twee

leden van het Contractor Forum zitten dan ook in de

Stuurgroep van HSElife UNIO en presenteren daar de

plannen die het Forum maakt.

22 FOCAL POINT TRAINING

Page 23: HSElife magazine no 14 NL

REACTIES

Uit reacties van deelnemers op de trainingen

bleek hoe groot de noodzaak is van

harmonisatie van HSE-regels binnen de Olie- en Gasindustrie.

Daarnaast erkenden de deelnemers het belang van de Focal points.

Algemene reacties naar aanleiding van de training waren tot nu toe:

• een goed initiatief

• helder en fris van opzet

• ruimte voor dialoog

• een gebruiksvriendelijke interactieve omgeving

• verrast over de inhoud en doelstelling van HSElife UNIO

SUPPORT

Middels HSElife magazine, nieuwsbrieven,

ABCD’tjes en OnlyOffice Platform zullen

alle Focal points regelmatig geïnformeerd

worden over de ontwikkelingen binnen

HSElife UNIO.

23FOCAL POINT TRAINING

Page 24: HSElife magazine no 14 NL

24

informatievan

Harmonisatie

Olie- en Gasmaatschappijen werken vaak met dezelfde materialen maar de productspecificaties verschillen nogal.

Page 25: HSElife magazine no 14 NL

25

Lisenka van der Wilt-Wilms is directeur van P. Smit

BV Constructiewerkplaats in Den Helder. Ze vertelt over

de verschillen die zij ziet tussen bedrijven in de Offshore

industrie als het gaat om veiligheid. “Klanten willen

graag zelf het wiel uitvinden. Ik verbaas me er altijd over

dat de doelstellingen voor veiligheid hetzelfde zijn maar

op uitvoerings- en instructieniveau zijn er nog zoveel

verschillen op dat gebied.“

De producten die het bedrijf maakt variëren van eenvoudig tot complex. De medewerkers voeren

ook werkzaamheden uit op locatie. “Negentig procent van onze opdrachten komt van Offshore

gerelateerde bedrijven. Dat zijn maatschappijen in de Olie- en Gasindustrie, windmolenparken, de

Marine en de wetenschappelijke instituten.”

Page 26: HSElife magazine no 14 NL

26 VAN PROCESS ENGINEERING NAAR OPERATIONSVAN PROCESS ENGINEERING NAAR OPERATIONS

Verschillende (veiligheids)eisen

Eenduidige informatie

“De meeste bedrijven communiceren met ons over de specialistische producten en de

ontwikkelingen ervan, want alles wat wij maken is klant specifiek ,” vertelt Van der Wilt-Wilms.

“Opdrachtgevers bespreken aan welke (veiligheids)eisen de producten moeten voldoen die wij voor

ze ontwerpen en bouwen. Juist omdat het klant specifiek is zien wij grote verschillen. Dit neemt niet

weg dat wij veilig werken. Wij stimuleren veilig werken door onze medewerkers met opleidingen en

interne instructies. De medewerkers zijn zich goed bewust van de gevaren in het werk en hoe ze

deze moeten beheersen. Een ondernemer moet zich altijd realiseren dat een incident met een van

zijn medewerkers niet alleen persoonlijk leed met zich meebrengt maar ook reputatieschade en

omzetverlies. Ik wil gewoon niet bij een partner van een medewerker thuis komen om uit te leggen

wat er fout ging en waarom.”

Van der Wilt-Wilms vertelt dat eenduidige informatie essentieel is om verwarring te voorkomen,

vooral als haar mensen op locatie werken. “Gelukkig zie ik wel dat er initiatieven worden

ondernomen om ten minste informatie op elkaar af te stemmen. Dit verkleint de kans op

verwarring, onbegrip en dus ongevallen. Wat opvalt is dat de eisenpakketten van de verschillende

opdrachtgevers niet altijd hetzelfde zijn. Bijvoorbeeld de certificering die nodig is om Offshore te

HARMONISATIE VAN INFORMATIE

Page 27: HSElife magazine no 14 NL

27VAN PROCESS ENGINEERING NAAR OPERATIONS

Slimme oplossing

kunnen gaan verschilt weleens per maatschappij. Bij de ene maatschappij moeten mensen soms

een aparte cursus doen om Offshore te kunnen, en bij een andere niet. Je zou verwachten dat alle

maatschappijen dezelfde eisen hanteren, maar dat is dus niet zo. Het lijkt alsof elke maatschappij

zijn eigen regeltjes heeft. Maar die eenduidigheid begint daar wel te komen. Een ander voorbeeld

zijn de verschillende eisen in de producten die wij maken. Als wij bijvoorbeeld pipespools maken

en er moet een lasonderzoek worden gedaan, dan wil de ene klant 10 procent en de andere 100

procent. Wat vaak opvalt is dat opdrachtgevers zelf niet weten aan welke eisen producten moeten

voldoen. En dan maakt het niet uit of het om lasprocedures gaat of om Offshore trainingen. Ze gaan

ervan uit dat wij dat weten en ze laten het dan aan ons over. Maar wij kennen ook niet alle specs van

alle maatschappijen. En dat is ook niet onze rol.”

“Het zou goed zijn als de E&P bedrijven nog meer dan nu het geval is harmoniseren en daarmee

dus hun werkwijze en instructies op elkaar afstemmen. Een slimme oplossing is om de uitvoerende

Contractors hierin veel directer te betrekken voordat de opdracht is verstrekt. Dit is niet alleen

efficiënter en effectiever maar levert bovendien een aanzienlijke bijdrage aan de veiligheidsprestaties.”

HARMONISATIE VAN INFORMATIE

Page 28: HSElife magazine no 14 NL

28

Versterkenvan de veiligheidscultuur

De man op de werkvloer wil duidelijkheid.

Die is er nu!

“HSElife UNIO is een goede aanvulling op de

veiligheidscultuur van Dana Petroleum Netherlands BV,”

vertelt Bert Abbas, Production Operations Manager.

Dana Petroleum is begonnen met het uitrollen

van HSElife UNIO Offshore.

“HSElife UNIO is bedoeld voor de man op de werkvloer,” zegt

Abbas. “Wij vinden het belangrijk dat we de crew Offshore

blijven bereiken met tastbaar en duidelijk materiaal. De

folders, interactieve onscreen presentaties en

video’s op de site van HSElife UNIO zorgen

voor meer veiligheidsbewustzijn bij de

mannen en is van meerwaarde

voor de praktijk.”

Page 29: HSElife magazine no 14 NL

29

“Wij hebben eerst de OIM’s en Supervisors op de hoogte

gebracht dat we HSElife UNIO officieel gingen uitrollen

in de organisatie. Daarna hebben we HSElife UNIO bij

hen onder de aandacht gebracht zodat ze alvast de

mogelijkheden konden ontdekken die het hen

biedt. Vervolgens hebben we HSElife UNIO

een prominente plek gegeven in de safety

meetings.”

Implementatie

HSElife UNIO

Safetymeetings

Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA)

Veiligheidscultuur

“We bepalen iedere maand een thema uit de

activiteiten die we hebben. We lopen dan met de crew

tijdens de safety meeting door het materiaal van HSElife

UNIO heen dat past bij het thema en bespreken dit. Daar zit de

hele bemanning bij, dus niet alleen de Dana bemanning maar ook

de Contractors en de mensen die tijdelijk aan boord zijn zoals schilders,

steigerbouwers en constructiewerkers. We bereiken dus iedereen op de

werkvloer. De Supervisor of de OIM kaart een onderwerp aan in de safety

meeting, maar ook anderen presenteren een onderwerp. Bijvoorbeeld

onze Medic die vertelt over wat je moet doen als iemand in aanraking is

gekomen met stroom. Daarbij gebruiken we dus ook materiaal van HSElife

UNIO. Daarnaast is de safety meeting ook een middel om de voortgang van

de implementatie van HSElife UNIO te bewaken en te kijken waar er nog

verbeteringen kunnen worden aangebracht.”

“Wij zijn bezig om de LMRA beter zichtbaar te krijgen in onze organisatie en om dit verder uit te rollen. We willen

dat het toepassen ervan een tweede natuur wordt van onze crew. Ook hier zien we een verbinding met

HSElife UNIO omdat je de LMRA tegenkomt in het materiaal, dus in de folders en onscreen presentaties.

Daarnaast zijn we voorbeelden aan het verzamelen. Denk dan aan maatschappijen die overalls

gebruiken waar de LMRA op de mouw staat. Ik onderzoek dan of mensen dit in de praktijk ook echt

gebruiken en of het ook echt werkt.”

Abbas vertelt tot slot dat Dana Petroleum een sterke veiligheidscultuur heeft.

“We hebben sterke HSE-systemen. Denk aan de Taak Risico Analyse, Permit

to Work systeem, isolatieprocedures , werkinstructies, procedures,

etc. Veel van deze instructies zijn gemaakt door Offshore personeel

zelf, waardoor er een maximale buy in ontstaat. Het materiaal

van HSElife UNIO gebruiken we om onze kennis nog verder

te vergroten. Daarnaast helpt het om hetzelfde verhaal te

vertellen binnen de industrie want het draagt bij aan veilig

werken. Die uniformiteit maakt HSElife UNIO sterk.”

Page 30: HSElife magazine no 14 NL

WEER EEN STAP NAAR

INFORMATIE!

ENEENDUIDIGE

GEHARMONISEERDE

Deze quote weerspiegelt het unieke aspect van HSElife UNIO: door

samenwerking tussen Nederlandse Olie- en Gasmaatschappijen

en de Contractors ontstaat harmonisatie van regels en regelgeving

over Veiligheid, Gezondheid en Milieu. Door die samenwerking is de

geharmoniseerde Interactieve Induction Offshore en Onshore nu een

feit. Kijk op www.hselifeunio.com (Refresher & training).

“The great end of living is to harmonize man with the order of things,”schreef de Amerikaanse schrijver

Oliver Wendell Holmes.

30

Page 31: HSElife magazine no 14 NL

31

Tijdens de stuurgroep meeting van 6 november jl. hebben de maatschappijen, die zijn aangesloten bij

HSElife UNIO, definitief hun akkoord gegeven op deze interactieve training Offshore en Onshore. Hiermee

zetten ze weer een stap voor eenduidige informatie door steeds verdergaande harmonisatie en het delen

van HSE-informatie. Ook een nieuwe stap naar veiliger werken is hiermee een feit.

Voor wie is de geharmoniseerde Offshore en/of Onshoreinteractieve training bedoeld?

Iedereen die op een Offshore of Onshore locatie werkt is verplicht om de training en de toets te maken die

hierbij hoort. Het gaat over de basisregels, procedures en voorschriften op het gebied van HSE die iedereen

moet kennen én naleven.

Waarom een geharmoniseerde training Offshore en Onshore?

Als je de toets met succes hebt afgerond krijg je een certificaat en een HSElife UNIO sticker in je Personal

Safety Logbook (PSL). De HMI of LVP tekent de sticker af. Dit is een veiligheidsbewijs voor toegang tot

een Offshore of Onshore locatie van de maatschappijen die zijn aangesloten bij HSElife UNIO. Dit betekent

dat je niet iedere keer opnieuw een ‘toelatingsexamen’ hoeft af te leggen. Wel blijft er natuurlijk de locatie

specifieke informatie.

Weer een stap die ervoor zorgt dat

Contractors en Subcontractors op dezelfde

manier kunnen werken en hetzelfde signaal

krijgen van hun opdrachtgevers. Want door

duidelijkheid en eenduidigheid in de manier

van werken voorkom je ongelukken.

Page 32: HSElife magazine no 14 NL

9

Vragen ofopmerkingen?

Heb je vragen

of opmerkingen?

Stuur ze naar

[email protected].

HSElife UNIO wordt ondersteund door

Deelnemende Contractors

Deelnemende maatschappijen

32 WEER EEN STAP NAAR EENDUIDIGE EN GEHARMONISEERDE INFORMATIE!

Page 33: HSElife magazine no 14 NL

John van Schie van NAM enJürgen Joosten van Centrica bloggenover de Masteropleiding ‘Managementof Safety Health & Environment’ (MoSHE) die ze volgen aan de TU Delft.Lees hun blog.

33

Page 34: HSElife magazine no 14 NL

34

Hoi Jürgen,

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het is mij niet gelukt om in juli een draft thesis in te leveren. Ik heb

ervoor gekozen om extra aandacht te geven aan mijn vader in het proces van zijn operatie. Hij is inmiddels aan het

herstellen en dat gaat redelijk. Ik merk dat door de ouderdom het herstel veel langer duurt. Dus ik heb in juli niet veel

kunnen werken aan de thesis en in augustus zijn we op vakantie geweest. We zijn heerlijk gaan kamperen. Wij zijn

liefhebber van Frankrijk maar voor het mooie weer moesten we wel iets verder afzakken dan dat we gewend waren.

Wij zijn uiteindelijk in Spanje terecht gekomen. Hier zijn we in de Pyreneeën geweest, aan de kust en in Barcelona.

Wat een heerlijk land is Spanje. We hebben besloten dat we vaker verder gaan afzakken. De vakantie heeft me goed

gedaan. Door het kamperen, de andere omgeving, het mooie weer en het lekkere eten was ik even helemaal niet

met mijn werk en de thesis bezig. Dat heeft me weer een heleboel energie gegeven om er in september weer stevig

tegenaan te gaan. Maar ik heb wel besloten om iets meer rustmomenten in te bouwen. Zo werk ik in het weekend

voorlopig maar één dag aan mijn thesis. De andere dag is dan volledig voor de familie, het bezoeken van vrienden en

het sporten. Ik merk dat mijn energieniveau hierdoor hoog blijft en dat ik goed in mijn vel zit. Dit heb ik straks hard

nodig als ik in China ben voor het uitvoeren van een audit. Ik heb inmiddels een aantal documenten ontvangen om

dit voor te bereiden. Dat valt niet mee, die Chinese tekens. Overigens wel prachtig om te zien. Gelukkig kom ik met

Google Translate een aardig eind en hebben we voor de belangrijkste documenten een vertaalbureau dat ons helpt.

In je vorige e-mail schreef je dat we allemaal naar de best mogelijke oplossingen zouden moeten streven voor het

voorkomen van incidenten. In dat kader vond jij het vreemd dat er binnen verschillende maatschappijen verschillende

oplossingen waren. Ik ben het met je eens dat dit vreemd is. Daarom ben ik ook zo blij om een bijdrage te kunnen

leveren aan de harmonisatie binnen HSElife UNIO, maar we hebben hier nog een lange weg te gaan. Zelfs binnen de

NAM is het vaak een hele toer om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. We werken met mondige en intelligente

mensen die we met goede argumenten en inzichten uit de buitenwereld moeten helpen de juiste keuzes te maken.

Harmonisatie is nodig om onze Contractors die vaak bij verschillende maatschappijen werken eenduidigheid te

bieden. Een mooie uitdaging. Dát maakt ons vak zo boeiend. Trouwens we hebben onze Contractor Safety Day

gehad. We gaan dan met elkaar (NAM Contractors) in overleg om invulling te geven aan ons gezamenlijk HSE

jaarplan voor 2015. Een mooi streven waarin we meteen harmonisatie terugzien. Ik faciliteer morgen een brainstorm

sessie en discussie. Ik heb hier erg veel zin in en kijk uit naar het resultaat. Het belooft een boeiende dag te worden.

Dat we beiden onze thesis nog niet ingeleverd hebben heeft ook een leuke kant. Nu kunnen we voorlopig doorgaan

met het schrijven van deze blog. Ik ben benieuwd waar jij momenteel staat met je thesis en hoe het op je werk gaat.

Groet,

John

ZWOEGEN EN ZWETEN VOOR HSE

Page 35: HSElife magazine no 14 NL

35ZWOEGEN EN ZWETEN VOOR HSE

Hé John,

Wat erg van je vader…begrijpelijk dat je daarvoor alles aan de kant zet. Ik ben het volkomen met je eens: familie gaat voor het werk, hoe moeilijk het soms is. Laat staan dat je ook nog aandacht moet geven aan de opleiding. Alles gaat gewoon door.

Veel mensen zien het niet, maar als veiligheidsmedewerker heb je elke dag opnieuw te maken met nieuwe ‘uitdagingen’. Wanneer ik onderweg ben naar kantoor heb ik al een lijstje in mijn hoofd van wat gedaan moet worden die dag. Naast de dagelijkse vergaderingen en verplichtingen zijn er bijvoorbeeld rapporten die gemaakt of gecontroleerd moeten worden. Wanneer ik na een half uur op kantoor kom zet ik deze punten, lees ‘to do list’, meteen op papier. Maar vaak aan het eind van de dag mag ik blij zijn als ik één van de punten op mijn lijst heb doorgestreept. Er is altijd wel weer wat. Kleine vragen met grote gevolgen.

Soms zijn dit vragen vanuit het werkveld, maar vaak ook vragen vanuit de moedermaatschappij. Neem bijvoorbeeld de invoering van een ‘Compressed Air Espcape Breathing System’ in het Verenigd Koninkrijk. Dit is verplicht geworden voor helikopter vluchten. Hoe gaan wij daar in Nederland mee om? Is het voor ons verplicht? Nog niet, maar het geeft wel problemen omdat wij ook vanuit Den Helder naar onze platformen op het Verenigd Koninkrijk continentaal plat vliegen. Dus wordt het voor ons ineens ook een verplichting om hieraan te voldoen. Laten we het dan maar invoeren. Maar dan moeten we ook mensen trainen en geen helikopters meer delen met andere Operators enzovoorts. Een kleine wijziging die grote gevolgen heeft. Dat houdt mij van dag tot dag bezig. Elke keer weer een nieuwe uitdaging. Maar ik probeer er wel voor te waken dat familie niet in het gedrang komt. Leuk dat je noemt dat je blij bent met je bijdrage aan HSElife UNIO. Ik sluit me er helemaal bij aan. Ik vind ook dat onze generatie de wereld kan veranderen. We moeten altijd blijven streven naar minder incidenten, gelijkwaardige normen en procedures én veilig werken. Ik hoorde laatst iemand iets vertellen over het Engelse roeiteam. Dit team won vorig jaar goud tijdens de olympische spelen. Voordat ze moesten roeien zei hun coach: “If not you, then who?”, “If not now, then when?”

Zo denk ik ook over harmonisatie van veiligheidsprocedures, systemen en cultuur. Wij kunnen onze industrie naar een hoger niveau brengen met de Contractor Safety dagen, door samen te werken, door met één boodschap naar buiten te komen. We moeten het zelf doen en ik denk dat de tijd er rijp voor is. Laten we streven naar een industrie zonder incidenten.

En wat betreft onze thesis, ook hier kan ik dezelfde quote gebruiken. Laat ik hem nu maar eens afmaken!

Groet, Jürgen

Page 36: HSElife magazine no 14 NL

aan

SodM themadag

gevaarlijkeBlootstelling

In de Olie- en Gasindustrie is de

man op de werkvloer zich niet altijd

bewust van de gezondheidsrisico’s bij

blootstelling aan gevaarlijke stoffen.

36

stoffen

Page 37: HSElife magazine no 14 NL

Aanleiding van de SodM themadag was de onbekendheid van blootstelling aan

gevaarlijke stoffen, de effecten ervan én de toenemende aandacht hiervoor in de Olie-

en Gasindustrie. Jan van Driel en Hans Weenink vertellen over de themadag.

Van Driel: “We hadden vertegenwoordigers van ondernemingsraden, vakbonden en de

brancheorganisaties NOGEPA en IRO uitgenodigd om op 4 november met ons te praten over

dit onderwerp. De bedoeling was om ze te informeren en ervaringen uit te wisselen over

gevaarlijke stoffen en de functie van de stoffen-RI&E. Op die manier krijgen we een indruk

van de veiligheidsperceptie binnen de industrie en de zorgpunten die werknemers hebben.

Uiteindelijk zoeken we samen met de industrie naar een antwoord op de vraag: ‘Hoe kun je

een betere bewustwording creëren?’”

Groepsdiscussies

Gastsprekers en groepsdiscussies wisselden elkaar af. Weenink vertelt dat de presentatie

van Nathan Kuper van het Expertisecentrum van de Inspectie SZW goed bijdroeg aan die

bewustwording. Hij sprak over de Europese regelgeving van Reach en de VIB’s. “Uit zijn

presentatie kwam duidelijk naar voren dat de VIB’s goed beschikbaar moeten zijn en dat

medewerkers moeten weten wat de risico’s zijn van de stoffen waarmee ze werken.”

Van Driel vult aan dat in de presentatie ook werd gesproken over welke informatie de

downstream user nodig heeft en wat hij precies met die informatie moet doen. “Verder

kwam de blootstellingsassessment aan de orde,” zegt Van Driel. “Dat zijn de extended

safety datasheets waarin scenario’s staan die te maken hebben met de toepassing van de

(gevaarlijke) stof of het mengsel en de daarbij te treffen beschermingsmaatregelen. Hieraan

zie je dus welke werkwijze je moet kiezen bij het toepassen van de stof of het mengsel.”

Er kwam veel respons vanuit de deelnemers dat de informatie die ze kregen erg nuttig was.

37

Page 38: HSElife magazine no 14 NL

Weenink vertelt dat dit de reden is dat werknemers zich nu vaak niet bewust zijn van de effecten

van blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Van Driel: “Een ander aandachtspunt was dat de papieren

werkelijkheid van de informatie verschilt van die op de werkvloer. Tijdens de themadag kregen

we signalen dat de medewerkers op de werkvloer van de mijn/boorondernemingen en ingehuurd

Contractor personeel niet altijd bekend zijn met de risico’s van de gevaarlijke stoffen waar zij mee

werken. Daarbij vertrouwen de verstrekker en vrijgever van de werkvergunning op het vakmanschap

van erkende bedrijven. Dat wordt door enkele deelnemers ook als een risico gezien. Het is dan

belangrijk dat bij het werkvergunningentraject voldoende doorgevraagd wordt over de risico’s en de

te nemen maatregelen. Wat verder opviel was dat de supervisie op het werk beter kan, zeker met

veel buitenlandse werknemers en ZZP’ers op de werkvloer. Er is dan vaak geen specifieke supervisor

en daardoor verschuift het toezicht naar de Operator die meer werk in minder tijd moet doen. Hier

signaleren we dus een vacuüm.”

Aandachtspunten

Uit de groepsdiscussies kwamen verschillende

aandachtspunten bovendrijven. “De onbekendheid

met de eigen vg-managementsytemen (waaronder

de VIB’s) die onder andere gebaseerd zijn op wet- en regelgeving over stoffen, was een van de

belangrijkste aandachtspunten die uit de groepsdiscussie naar voren kwam,” zegt Van Driel. “Er

werd ook aangegeven dat er minder aandacht is voor gezondheid dan voor veiligheid. Gezondheid is

meer een ver-van-mijn-bed-show omdat je de gevolgen pas op lange termijn ziet, dus pas na jaren.”

38

Page 39: HSElife magazine no 14 NL

Draagvlak

Van Driel en Weenink geven aan dat het belang van bewustwording van de gezondheidsrisico’s

voor het werken met gevaarlijke stoffen door de OR-vertegenwoordigers wel werd erkend.

“Een OR-vertegenwoordiger gaf aan dat zijn OR zich onvoldoende realiseert welke rol de OR heeft

in het beoordelen van een stoffen-RI&E. De overige OR-vertegenwoordigers erkenden ook dat ze hier

meer aandacht aan moeten geven.”

Oplossingen

Op de agenda stond ook het onderwerp

‘verbetermaatregelen’. “Doordat de planning uitliep

zijn we niet toegekomen om verbetermaatregelen te

bespreken,” zegt Van Driel. “Ik heb een e-mail gestuurd

naar alle deelnemers om nog met suggesties te

komen voor verbetermaatregelen op de werkvloer

of met suggesties voor industrie brede initiatieven

daarvoor.” Weenink vult aan dat ze pas een goed beeld

kunnen vormen in hoeverre het onderwerp leeft binnen de ondernemingsraden als ze een goede respons

ontvangen met suggesties voor verbetermaatregelen. Reacties van lezers zijn altijd welkom en kunnen

naar [email protected] gestuurd worden.

39BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STOFFEN

De man op de werkvloerWeenink vertelt tot slot dat een presentatie van HSElife UNIO ook

onderdeel was van de themadag. “HSElife UNIO, gepresenteerd door Pier

van Spronsen, speelt een belangrijke rol in de bewustwording van de man

op de werkvloer over de gezondheidsrisico’s. Denk aan de hoeveelheid

informatie die je kunt vinden op de website van HSElife UNIO over

gevaarlijke stoffen en hoe je daarmee om moet gaan. Het helpt de man op

de werkvloer om de gezondheidsrisico’s te beperken.”

Page 40: HSElife magazine no 14 NL

voor en door de industrie

HSElife wil een platform bieden voor iedereen die in de Olie- en Gasindustriewerkzaam is. Met name richt HSElife zich op diegenen die werken daar waarHSE echt leeft of zou moeten leven: op de werkvloer.

HSElife magazine is een uitgave van:The WAT Group B.V.Postbus 237380 AA Klarenbeek (Nederland)+31 6 462 95 25 6 (7, 8)

www.thewatgroup.com Aan dit nummer werkten meeThera Idema, Marjou Janse, Marcel van Spronsen, Veselin Raznatovic, Pier van Spronsen, Stéphanie van Stockum, Janine IJssel de Schepper, Bob Janssen, Marc van Baasbank, Evelien Brascamp, Joost Michelhoff, Bert Abbas, Jan van Driel, Roel van de Lint,Agnes Voorintholt, Lisenka van der Wilt, Yvonne Hoddenbach, Theo Kruithof,Cees van Oosterom, Gert Jan Windhorst, Jelto Terpstra, Victor Bouman, Lex Bruinhof, Hans Weenink, Piet van Dam en de Leden van de HSElife UNIO Stuurgroep:Ronald Pijtak, Jan Jager, Ton van Swaal, Sander Floore, John van Schie, Alexander van der Zee, Gerard Burgers, Frits van der Wilt, Ronny Ali, Jurgen Joosten, Ben Waardenburg,Emanuele Gemelli, Anne Hendrikson, Rik van der Zee en Marc Kloppenburg.

Reacties betreffende onderwerpen besproken in dit magazine kunnen worden gemaild naar [email protected] t.a.v. Janine IJssel de Schepper.

Het overnemen van artikelen als bedoeld in artikel 15 van de auteurswet is niet toegestaan;© The WAT Group B.V. 2014