HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

29
17 Technische specificaties NIROND-TR 2011-17 N Versie 2 – september 2012 Hoofdstuk 17 uit het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval in Dessel

description

 

Transcript of HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Page 1: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

17

Technische specificaties

NIROND-TR 2011-17 N Versie 2 – september 2012

Hoofdstuk 17 uit het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A-afval in Dessel

tabbladen.indd 43 11/01/13 10:56

Page 2: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

NIRAS

NIROND 2011–17N Versie 2 Categorie A

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlakte- bergingsinrichting voor categorie A-afval te Dessel

Page 3: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2
Page 4: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2
Page 5: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

17-iv NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012

Hoofdstuk 17 Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting voor categorie A-afval in Dessel

Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen

NIRAS

Kunstlaan 14

1210 Brussel

Serie Categorie A Documenttype NIROND-TR

Statuut Vertrouwelijk tot aan de vergunningaanvraag

Publicatiedatum 30 september 2012

NIRASrapportnummer

NIROND 2011–17N Herzieningsnummer Versie 2

Trefwoorden Categorie A, vergunningsaanvraag

De gegevens, resultaten, besluiten en aanbevelingen in dit rapport zijn eigendom van NIRAS. Dit rapport mag worden

aangehaald mits de bron wordt vermeld. Het wordt beschikbaar gesteld op voorwaarde dat het niet gebruikt wordt

voor commerciële doeleinden. Elk commercieel gebruik, inclusief het kopiëren en heruitgeven ervan, vereist de

voorafgaande schriftelijke toestemming van NIRAS.

Page 6: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012 17-v

Versie Opmerkingen en wijzigingen

Nummer Datum

1.0 30/11/2011 "Peer Review”-versie, overgemaakt aan het FANC

2.0 30/09/2012 Initiële versie ingediend bij het FANC samen met de vergunningsaanvraag tot oprichtings- en exploitatie (A1) van de oppervlaktebergingsinrichting voor categorie A afval in Dessel.

De aanpassingen betreffen voornamelijk de veranderde structuur, in lijn met de inhoudsopgave opgesteld door FANC.

Page 7: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

17-vi NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012

Page 8: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012 17-vii

17.1 Inleiding en doelstellingen 17-1

17.1.1 Inleiding 17-1

17.1.2 Doelstellingen 17-1

17.1.3 Definities 17-2

17.2 Uitbatingslimieten en voorwaarden 17-4

17.2.1 Overladen van een monoliet in een transportcontainer 17-4

17.2.2 Vervoeren van een monoliet 17-5

17.2.3 Laden van een monoliet in de modules 17-6

17.2.4 Maximale radiologische capaciteit van de modules en totale radiologische bergingscapaciteit 17-7

17.2.5 Heftoestellen – 50 kN 17-8

17.2.6 Uitwendige straling – dosisdebietmeting 17-9

17.2.7 Toegang tot de inspectiegalerij 17-10

17.2.8 Vloeibare radioactieve effluenten - Waterdrainage 17-11

17.2.9 Grondwater - observatieputten 17-12

17.2.10 Meteorologische instrumenten 17-13

17.2.11 Programma’s 17-13

17.2.11.1 Branddetectie en -preventie 17-13

17.2.11.2 Inspectie van de systemen voor afvoer en opvang van regenwater

17-14

17.2.11.3 Toezicht en monitoring en verouderingsbeheerprogramma 17-14

17.2.11.4 Inspectie van de installaties na een seïsme 17-14

17.2.11.5 Structurele inspectie voor opvulling 17-14

17.2.11.6 RD&D 17-14

17.2.12 Administratieve specificaties 17-14

17.2.12.1 Verantwoordelijkheden 17-14

17.2.12.2 Organisatie 17-14

17.2.12.3 Kwalificaties 17-14

17.2.12.4 Procedures 17-14

17.2.12.5 Vereisten op het vlak van notificatie en rapportering 17-15

17.2.12.6 Herziening van de technische specificaties 17-16

17.2.12.7 Afwijking van de technische specificaties 17-16

Page 9: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

17-viii NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012

17.3  Referenties 17-17 

17.3.1  Lijst van hoofdstukken 17-17 

17.3.2  Lijst van ondersteunende documenten 17-17 

Page 10: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012 17-1

17.1.1 Inleiding

Dit hoofdstuk beschrijft de technische specificaties die moeten nageleefd worden bij normale exploitatie van de bergingsinstallatie. Het is gebaseerd op de volgende hoofdstukken:

■ Hoofdstuk 3 en in het bijzonder § 3.8, dat omschrijft welke organisatie er moet worden opgezet tijdens de exploitatie.

■ Hoofdstuk 8 en ondersteunende documenten die de ontwikkeling van de uitrusting, vereist voor de exploitatie, uiteenzetten. Het gaat in het bijzonder om de behandelingsuitrusting (§ 8.6.6), zoals rolbruggen en bijhorende grijphaak, of transportwagens en bijhorende container. Het ondersteunende document [OD-168] bespreekt meer in detail de nodige handelingen bij normale exploitatie van de bergingsinstallatie.

■ Hoofdstuk 9, dat de exploitatiebeginselen van de bergingsinstallatie uiteenzet. In het bijzonder de invoering van de laadsequentie van monolieten in de modules, conform de methode voor het vullen van de modules.

■ Hoofdstuk 12, in het bijzonder § 12.6.4, dat het zoneringsplan van de bergingsinstallatie ontvouwt.

■ Hoofdstuk 13, dat de mogelijke interne en externe gebeurtenissen beschrijft.

■ Hoofdstuk 16, dat een gedetailleerde omschrijving geeft van het programma voor monitoring en toezicht van de bergingsinstallatie.

17.1.2 Doelstellingen

Dit hoofdstuk heeft als doel de technische specificaties voor de exploitatie uiteen te zetten. Deze specificaties bepalen de technische regels die van toepassing zijn bij normale exploitatie, om de veiligheid van de bergingsinstallatie te verzekeren.

Onder normale exploitatie van de bergingsinstallatie verstaan we het bergen, in de modules, van monolieten die door NIRAS zijn geaccepteerd.

Deze technische specificaties zijn dus niet van toepassing:

■ op de productie van monolieten, noch op de karakterisering en de selectie van primaire colli en de productie van caissons, waarvoor het NIRAS-acceptatiesysteem toelaat om te waarborgen dat de monolieten voldoen aan de conformiteitscriteria. Het NIRAS-acceptatiesysteem staat beschreven onder paragraaf 6.3 van Hoofdstuk 6 [HS-6], de conformiteitscriteria voor monolieten worden uiteengezet in hoofdstuk 15 [HS-15].

Page 11: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

17-2 NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012

■ op de constructie van de bergingsinstallatie, noch op de constructie van de modules, de constructie van de metalen dakbedekking en het aanbrengen van de eindafdekking, waarvoor constructieprocedures worden vastgelegd.

■ op de transfertoperaties van de rolbruggen naar een nieuwe set van 4 te vullen modules of naar de tweede tumulus, waarvoor specifieke procedures worden vastgelegd.

■ in het geval van incidenten of ongevallen, waarvoor andere procedures bestaan.

Deze technische specificaties hebben als doel om:

de limietvoorwaarden voor werking en de systemen die beschikbaar moeten zijn voor normale exploitatie van de bergingsinstallatie, te bepalen;

de houding te bepalen als de limietvoorwaarden voor werking onverwachts worden overschreden of in geval van onbeschikbaarheid van de systemen.

In dit stadium van de aanvraag tot een vergunning voor oprichting en exploitatie van een bergingsinstallatie, is dit hoofdstuk een voorbereidende versie van de technische specificaties. Die zullen worden aangevuld en verduidelijkt voor de exploitatie van de bergingsinstallatie wordt aangevat, rekening gehouden met de resultaten van de HAZOP studie en van de testen voor inbedrijfstelling (laatste fase voor de exploitatie van de bergingsinstallatie) van de verschillende onderdelen van de installatie.

17.1.3 Definities

Om de technische specificaties te beschrijven, worden volgende begrippen gehanteerd:

■ Het toepassingsgebied, dat de toepassingsvoorwaarden van de technische specificaties beschrijft.

■ De limietvoorwaarden voor werking (LVW), die de minimale vereisten vormen om te waarborgen dat de bergingsinstallatie in alle veiligheid geëxploiteerd kan worden. Voor het monitoringprogramma worden twee specifieke limieten gebruikt:

► Het onderzoeksniveau, dat aanleiding zal geven tot verder onderzoek, opdat:

● een verklaring kan worden gegeven aan een onverwachte gedraging;

● een bevestiging kan worden gegeven van een verwachte gedraging.

► Het actieniveau, dat een prompte rapportering aan de bevoegde overheid en het uitvoeren van correctieve acties impliceert. Bij overschrijding van het actieniveau wordt de installatie in een veilige configuratie gebracht.

■ De correctieve acties. Dit zijn de maatregelen die genomen moeten worden als de limietvoorwaarden voor werking die de technische specificaties opleggen, niet kunnen nageleefd worden, bijvoorbeeld wanneer een uitrusting onbeschikbaar is of een parameter buiten de limieten ligt.

Page 12: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012 17-3

■ De uitvoeringstermijn bepaalt de maximale tijdsspanne voor het nemen van correctieve acties, weliswaar op een beheerste manier. Hij begint te lopen op het moment dat de niet-conformiteit wordt vastgesteld.

■ De verplichte toezichtmaatregelen. Dit zijn de maatregelen die volgens een vooraf bepaald programma op de uitrustingen moeten worden uitgevoerd om hun beschikbaarheid aan te tonen. Ze worden opgelegd door de exploitant of door de wetgeving. Aan elke verplichte toezichtmaatregel van een technische specificatie moet voldaan zijn. De voorschriften in geval van een niet uitgevoerde verplichte toezichtmaatregel staan beschreven in specificatie 17.2.12. Noteer dat de verplichte toezichtmaatregelen niet mogen uitgevoerd worden op onbeschikbare uitrusting of op parameters die buiten hun opgelegde limieten liggen.

■ De beschikbaarheid. Een systeem of een onderdeel is beschikbaar als het in staat is om zijn functie te vervullen. Er wordt impliciet verondersteld dat de ondersteunende systemen of onderdelen van een systeem ook beschikbaar zijn. De onbeschikbaarheid van een systeem of een onderdeel kan:

► Ongewild zijn. De onbeschikbaarheid is het directe gevolg van een onverwachtse werkingsanomalie.

► Gewild zijn. De onbeschikbaarheid is het gevolg van een inspectie/toezicht of preventief onderhoud van het systeem of het onderdeel. De onbeschikbaarheid is toegelaten voor het uitvoeren van testen en/of toezichtmaatregelen gevraagd door de hieronder beschreven technische specificaties.

■ Een veilige configuratie. Een veilige configuratie is een configuratie van de installatie die veilig is als onbeschikbaarheden van uitrustingen worden vastgesteld. De configuraties waarbij de monolieten zich ofwel op hun voorziene plaats in de module bevinden, ofwel in de zone voor opslag van de IPM zijn voorbeelden van veilige configuratie. Een monoliet die zich bevindt in een transportcontainer is ook een veilige configuratie.

Page 13: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

17-4 NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012

17.2.1 Overladen van een monoliet in een transportcontainer

Toepassingsgebied

Deze technische specificatie betreft de handelingen waarbij de monoliet in de transportcontainer wordt geladen, alvorens de monoliet van de IPM (Installatie voor Productie van Monolieten) naar de modules wordt vervoerd.

Limietvoorwaarden voor werking

LVW 1: Alvorens een monoliet op te laden, moet de transportcontainer (en de vergrendeling van de container) beschikbaar zijn, met:

■ een systeem voor automatische vergrendeling van de container (met inbegrip van regenbescherming).

■ de transportcontainer moet bediend kunnen worden vanuit de controlekamer.

■ de transportcontainer moet beschikken over waarschuwingssystemen en over een noodstop.

LVW 2: Alvorens de monoliet in de transportcontainer te laden (in de IPM):

■ moet de monoliet aanvaard zijn door het NIRAS.

■ moet de monoliet overeenstemmen met de monoliet van de laadsequentie in een van de vier modules.

Correctieve acties

Als een van de limietvoorwaarden voor werking niet is vervuld, dan zal de monoliet niet in de transportcontainer worden geladen.

Verplichte toezichtmaatregelen

De transportcontainer wordt gecontroleerd en nagekeken volgens geschikte programma’s om de limietvoorwaarden voor werking te garanderen.

De laadstatus van de accu van de transportcontainer wordt regelmatig gecontroleerd.

De onderhouds- en inspectieprocedures worden opgesteld voor de inbedrijfstelling van de uitrusting.

Page 14: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012 17-5

17.2.2 Vervoeren van een monoliet

Toepassingsgebied

Deze technische specificatie betreft het vervoer van een monoliet met een transportcontainer:

■ Vervoer van een monoliet van de IPM (Installatie voor Productie van Monolieten) naar de module, en terugkeer van de lege transportcontainer (normale exploitatiesituatie).

■ Vervoer van een monoliet van de module naar de IPM (bij een incident of in geval van omkeerbaarheid).

Limietvoorwaarden voor werking

LVW 1: Alvorens een monoliet van de IPM naar de module te vervoeren:

■ moet de dosis buiten de transportcontainer lager zijn dan 0,1 mSv/h op 2 m [HS-8].

LVW 2: Voor het vervoer van een monoliet:

■ moet de container van de transportwagen die een monoliet bevat, afgesloten zijn (i.e. radiologisch afgeschermd) en afgedekt met regenbescherming.

■ de batterij moet voldoende geladen zijn om het beoogde traject af te leggen.

■ een tweede vervoersysteem moet beschikbaar zijn om in geval van defect de transportwagen te kunnen recupereren.

■ het kruisingsysteem moet beschikbaar zijn en geplaatst worden op de positie die overeenstemt met de rij modules van de laadsequentie.

■ de draaitafel die overeenstemt met de rij modules van de laadsequentie, moet beschikbaar zijn, correct geplaatst en vergrendeld.

LVW 3: Tijdens het vervoer:

■ bedraagt de maximumsnelheid 5 km/h [HS-8].

■ bij het naderen van de IPM, de draaitafel, het kruisingsysteem of de lospositie tussen de modules, wordt de snelheid beperkt.

Correctieve acties

Als LVW 1 niet is vervuld, dan zal de monoliet worden ontladen en moeten zo snel mogelijk de nodige correctieve acties worden genomen.

Als LVW 2 niet is vervuld, dan moeten de volgende acties worden genomen:

■ ofwel zal de monoliet in de transportcontainer blijven en worden zo snel mogelijk de nodige correctieve acties uitgevoerd, om opnieuw aan de limietvoorwaarden voor werking te voldoen,

■ ofwel zal de monoliet worden ontladen (in de IPM of de module) totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking.

Page 15: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

17-6 NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012

Als LVW 3 niet is vervuld, dan moeten zo snel mogelijk de nodige correctieve acties worden genomen totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking.

Verplichte toezichtmaatregelen

Cfr § 17.2.1

17.2.3 Laden van een monoliet in de modules

Toepassingsgebied

Deze specificatie betreft de behandelingsoperaties van de monolieten, via de 2 SFP-rolbruggen – 230 kN vanaf het ontladen van de transportcontainer (gepaatst in zijn ontladingspositie) tot het plaatsen in de module. Ze betreft ook de behandeling door de rolbruggen van de afschermingsplaten en omkeerbaarheidsoperaties (monoliet in de transportcontainer laden).

Limietvoorwaarden voor werking

LVW 1: Voor de behandeling van een lading (monoliet, afschermingsplaat) moet de betreffende rolbrug beschikbaar zijn en beschikken over:

■ een lastbegrenzer (maximaal toegelaten belasting 230 kN) [HS-8].

■ een snelheidsbegrenzer (maximumsnelheid van 15 m/min [HS-8]) en een snelheidsregelaar voor horizontale verplaatsing x, y (beperkte snelheid (te preciseren) als de afstand tussen de behandelde monoliet EN een andere monoliet OF een modulewand OF de ondersteunde plaat minder dan 10 cm bedraagt). Gelijktijdige verplaatsingen volgens x en y zijn niet toegelaten.

■ een snelheidsbegrenzer (maximumsnelheid van 4 m/min) en een snelheidsregelaar voor verticale verplaatsing z (beperkte snelheid (te preciseren) als de afstand tussen de behandelde monoliet EN een andere monoliet OF een modulewand OF de ondersteunde plaat minder dan 10 cm bedraagt).

■ een beschikbare grijper.

De brug moet vanuit de controlekamer bediend kunnen worden en aan een lokale controlepost (afstandsbediening).

Er moet een instrument voor visuele locatiecontrole beschikbaar zijn, om het vulproces van de modules te kunnen opvolgen (de bewegingen door de grijpkraan van de rolbrug inbegrepen).

Er moet een “emergency box” beschikbaar zijn die de nodige elektrische onderdelen bevat om een lading in alle veiligheid te kunnen bergen. De brug moet ook uitgerust zijn met een manueel bedieningssysteem om een lading te kunnen neerzetten.

LVW 2: In een module mogen maximum X (te preciseren) monolieten zonder afschermingsplaat zich bevinden.

LVW 3: Bij het verplaatsen van de rolbrug met een lading, moet deze laatste in de bovenste positie staan bij transferts tussen de laad/ontlaadpositie van de transportcontainer en de module.

Page 16: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012 17-7

LVW 4: Op de ondersteunde plaat mogen maximum X (te preciseren) afschermingsplaten op elkaar worden gestapeld, op een monoliet mogen maximum X (te preciseren) afschermingsplaten op elkaar worden gestapeld.

Correctieve acties

Als een van de limietvoorwaarden voor werking niet is vervuld, dan:

■ worden ofwel, zo snel mogelijk, de nodige correctieve acties getroffen totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking.

■ ofwel wordt de installatie in een veilige configuratie gezet. Vervolgens worden zo snel mogelijk de nodige correctieve acties getroffen totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking.

Verplichte toezichtmaatregelen

De rolbruggen en rails worden gecontroleerd en nagekeken volgens een geschikt programma voor preventief onderhoud.

De bruggen worden onderworpen aan de controles die geregeld zijn door de wettelijke inspecties (ARAB) en de specifieke controles voor SFP-bruggen.

De bediening van de rolbruggen wordt regelmatig nagekeken (objectief van de testen, testen en periodiciteit te preciseren).

De onderhouds- en inspectieprocedures voor de bruggen worden opgesteld voor ze in bedrijf worden gesteld.

17.2.4 Maximale radiologische capaciteit van de modules en totale radiologische bergingscapaciteit

Toepassingsgebied

Deze specificatie betreft de maximum radiologische capaciteit van de verschillende modules en de totale radiologische bergingscapaciteit van de site en wordt gebaseerd op de berekening van Y’-parameters voor de geborgen bronterm. De uitdrukkingen van de Y’-parameters en van Ai,max worden in Hoofdstuk 14, § 14.14 beschreven.

Limietvoorwaarden voor werking

De radiologische bergingscapaciteit wordt beperkt tot:

Y’1 ≤ 1 EN Y’2 ≤ 1/3 EN Y’3 ≤ 1/3 EN Y’4 ≤ 1/3

De radiologische capaciteitvan elke module van de eerste tumulus wordt beperkt tot:

Y’1 ≤ 1/17 EN Y’2 ≤ 1/51 EN Y’3 ≤ 1/51 EN Y’4 ≤ 1/51.

De radiologische capaciteit van elke module van de tweede tumulus wordt beperkt tot:

Y’1 ≤ 3/68 EN Y’2 ≤ 1/68 EN Y’3 ≤ 1/68 EN Y’4 ≤ 1/68.

Page 17: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

17-8 NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012

Correctieve acties

Als een van de limietvoorwaarden voor werking niet is vervuld, dan worden, zo snel mogelijk, de nodige correctieve acties getroffen totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking.

Verplichte toezichtmaatregelen

Zie § 17.2.12.5

17.2.5 Heftoestellen – 50 kN

Toepassingsgebied

Deze specificatie betreft de 2 hulpheftoestellen van de 2 rolbruggen (4 hulpheftoestellen met andere woorden) tijdens het verplaatsen en behandelen van ladingen boven of in de nabijheid van de modules.

Limietvoorwaarden voor werking

Alvorens een lading te verplaatsen, moet een van de twee hulpheftoestellen beschikbaar zijn om die lading te kunnen verplaatsen.

Het heftoestel moet beschikken over:

■ een lastbegrenzer (maximaal toegelaten belasting 50 kN) [HS-8],

■ een snelheidsbegrenzer en –regelaar voor verticale verplaatsingen (z), ingesteld op de opgelegde maximumwaarden (te preciseren).

Tijdens het behandelen van monoliet door de rolbrug van 230 kN, is het niet toegelaten om de hulpheftoestellen van 50 kN van dezelfde modulerij te gebruiken.

Correctieve acties

Als de limietvoorwaarden voor werking niet zijn vervuld, is het gebruik van het hulpsysteem niet toegestaan.

Vervolgens worden de nodige correctieve acties getroffen totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking.

Verplichte toezichtmaatregelen

De heftoestellen worden gecontroleerd en nagekeken volgens een geschikt programma voor preventief onderhoud.

De controlebediening van het heftoestel wordt regelmatig nagekeken (objectief van de testen, testen en periodiciteit te preciseren).

De heftoestellen worden onderworpen aan de controles geregeld door de wettelijke inspecties (ARAB).

De gebruikte lengen moeten visueel geïnspecteerd worden, om na te gaan of ze nog in goede staat zijn én geschikt voor de lading die ze moeten heffen.

Page 18: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012 17-9

De onderhouds- en inspectieprocedures worden opgesteld voor de inbedrijfstelling van de uitrusting.

17.2.6 Uitwendige straling – dosisdebietmeting

Toepassingsgebied

Deze technische specificatie betreft het continue toezicht tijdens de exploitatie van de modules.

Limietvoorwaarden voor werking

Het dosisdebiet moet continu gemeten worden aan de bovenkant van beide rolbruggen. De limietwaarde van het gemeten dosisdebiet moet op alle moment < 250 µSv/h zijn (actieniveau) [HS-12]. De ON-waarde is nog te preciseren.

Op de locatie van een representatief persoon (i.e. ten noorden op de buitenste omheining), moet het dosisdebiet continu gemeten worden (Actieve dosisdebietmeter). De limietwaarde van het gemeten dosisdebiet moet op alle moment < 5µSv/h zijn (actieniveau) [HS-12]. De ON-waarde is nog te preciseren.

Correctieve acties

Als een van de limietvoorwaarden voor werking niet is vervuld, dan:

■ worden ofwel, zo snel mogelijk, de nodige correctieve acties getroffen totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking.

■ ofwel wordt de installatie in een veilige configuratie gezet. Vervolgens worden zo snel mogelijk de nodige correctieve acties getroffen totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking.

Verplichte toezichtmaatregelen

Het systeem voor radiologische monitoring wordt regelmatig nagekeken en geijkt (te preciseren, a priori gaat het om de volgende testen: brontesten, functionele testen en ijkingstesten).

Page 19: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

17-10 NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012

17.2.7 Toegang tot de inspectiegalerij

Toepassingsgebied

Deze specificatie betreft de actieve radonmonitoring in de inspectiegalerij.

Limietvoorwaarden voor werking

LVW 1: De radonconcentratie moet continu gemeten worden in de inspectiegalerij. De ON-waarde bedraagt 200 Bq/m³, de AN-waarde 400 Bq/m³.

Correctieve acties

Als de limietvoorwaarden voor werking niet is vervuld, dan worden, zo snel mogelijk, de nodige correctieve acties getroffen totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking (bij voorbeeld in geval van overschrijding van de ON limiet, wordt de inspectiegalerij geventileerd).

Verplichte toezichtmaatregelen

Het monitoringsysteem wordt regelmatig nagekeken en geijkt (te preciseren, a priori gaat het om de volgende testen: brontesten, functionele testen en ijkingstesten).

Page 20: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012 17-11

17.2.8 Vloeibare radioactieve effluenten - Waterdrainage

Toepassingsgebied

Deze technische specificatie betreft het drainagesysteem geïnstalleerd in de centrale galerij, tot aan de WCB-installatie (Water Collecting Building). Ze is op elk moment van toepassing.

Limietvoorwaarden voor werking

Het is niet toegelaten om potentieel radioactieve effluenten in het milieu te lozen. Al het water dat via het drainagesysteem wordt opgevangen uit modules waarin zich monolieten bevinden, is potentieel besmet en gaat naar Belgoprocess voor controle, behandeling en conditionering.

De volgende controlepunten moeten beschikbaar zijn:

■ Aan een individuele module zijn er 3 recipiënten die het water van de ondersteunde plaat opvangen. (ON-waarde (VOm) en AN-waarde (VAm) van het opgevangen watervolume te preciseren rekening houden met onder andere de werkelijke condensatie).

■ Aan een rij modules is er 1 recipiënt die het water afkomstig van de funderingsplaten en het eventuele wateroverschot van de ondersteunde platen opvangt. Het waterpeilalarm moet beschikbaar zijn. De ON-waarde en AN-waarde van het opgevangen watervolume bedragen respectivelijk 10×VOm en 10×VAm.

■ Aan de WCB zijn er 2 opvangtanks die het water uit de modules vergaren. Het waterpeilalarm moet beschikbaar zijn. De ON-waarde en AN-waarde van het opgevangen watervolume bedragen respectivelijk 20×VOm en 20×VAm.

■ Er is ook 1 opvangkuip voor het water uit de inspectiegalerij. Het waterpeilalarm moet beschikbaar zijn. De ON-waarde en AN-waarde van het opgevangen watervolume bedragen respectivelijk 50×VOm en 50×VAm.

Correctieve acties

Als er water wordt opgemerkt of bij een alarm, dan wordt het volume geregistreerd en worden er monsters genomen van het opgevangen water, om het te controleren op de potentiële aanwezigheid van radionucliden.

Als een van de controlepunten niet beschikbaar is, worden ofwel, zo snel mogelijk, de nodige correctieve acties getroffen totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking. De normale exploitatie kan weliswaar worden voortgezet, op voorwaarde dat de frequentie van de visuele controles van het drainagesysteem wordt verhoogd (te preciseren).

Verplichte toezichtmaatregelen

Het drainagesysteem wordt onderworpen aan een inspectie- en controleprogramma (het inspectieprogramma wordt opgesteld alvorens de exploitatie van de bergingsinstallatie wordt aangevat).

Page 21: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

17-12 NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012

17.2.9 Grondwater - observatieputten

Toepassingsgebied

Deze specificatie betreft de grondwatermeting in de eerste en tweede tijdsgordel van observatieputten.

Limietvoorwaarden voor werking

De obervatiepunten/controlepunten zoals beschreven in Hoofdstuk 16 moeten beschikbaar zijn. Hoofdstuk 16 verduidelijkt ook de ON- en AN-waarden voor de concentraties van de verschillende radionucliden.

Correctieve acties

Als de limietvoorwaarden voor werking niet is vervuld, dan:

■ worden ofwel, zo snel mogelijk, de nodige correctieve acties getroffen totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking.

■ ofwel wordt de installatie in een veilige configuratie gezet. Vervolgens worden zo snel mogelijk de nodige correctieve acties getroffen totdat de installatie terug voldoet aan de limietvoorwaarden voor werking.

Verplichte toezichtmaatregelen

(te preciseren)

Page 22: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012 17-13

17.2.10 Meteorologische instrumenten

Toepassingsgebied

Deze specificatie betreft de meteorologische instrumenten, zoals beschreven in Hoofdstuk 16 [HS-16].

Limietvoorwaarden voor werking

LVW 1: De meteorologische gegevens moeten beschikbaar zijn (in het bijzonder de temperatuur van de betonnen van de modules en van de stalen structuur).

LVW 2: Het KMI mag geen storm voorspellen met kans op hevige wind of tornado’s (groter dan de designwaarden, zie hoofdstuk 8 [HS-8]) in de buurt van de bergingsinstallatie.

LVW 3: Op grondniveau mag de sneeuwbelasting niet meer dan 0,5 kN/m² bedragen (actieniveau). Er mag geen accumulatie van sneeuw/ijs gebeuren op de spoorwegen.

Correctieve acties

Als LVW 1 niet is vervuld, worden onmiddellijk de nodige correctieve ingrepen uitgevoerd, zodat de limietvoorwaarden voor werking weer worden vervuld (zoals de gegevens verzameld via de weerstations in de buurt van de site). Als die correctieve ingrepen uitblijven, dan wordt de installatie zo snel mogelijk in een veilige configuratie gezet.

Als LVW 2 niet is vervuld, dan wordt de installatie in een veilige configuratie gezet en de 2 SFP-rolbruggen worden stopgezet tussen de modules aan de bovenkant van de laad/ontlaad positie van de transport container.

Als LVW 3 niet is vervuld, dan wordt de installatie in een veilige configuratie gezet en worden de nodige correctieve ingrepen zo snel mogelijk uitgevoerd, zodat de limietvoorwaarden voor werking weer worden vervuld (bijvoorbeeld door het verminderen van de sneeuwhoogte op de metalen dakbedekking, en/of van de spoorwegen).

Verplichte toezichtmaatregelen

(te preciseren)

17.2.11 Programma’s

17.2.11.1 Branddetectie en -preventie

Er moet een programma voor branddetectie en -preventie opgesteld worden voor de werkplaatsen (workshop), het administratieve gebouw (i.e. de controlekamer) en de bergingsinstallaties (modules en WCB’s). Voor die laatste moet het programma voorzien in de beschikbaarheid van water in de buurt van de modules (via een watercircuit).

Dit programma is van toepassing op elk moment van de exploitatie van de bergingsinstallatie.

Page 23: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

17-14 NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012

17.2.11.2 Inspectie van de systemen voor afvoer en opvang van regenwater

Er moet een inspectieprogramma worden opgesteld voor de verschillende waterdrainagesystemen.

Het heeft betrekking op het drainagesysteem van de modules (met inbegrip van de inspectie van de goot in het midden van de inspectiegalerij en het gebruik van de robot voor inspectie van de inspectiekamers) en het systeem voor de opvang van regenwater.

17.2.11.3 Toezicht en monitoring en verouderingsbeheerprogramma

Er moet een programma voor toezicht en monitoring worden opgesteld dat voldoet aan de beginselen uiteengezet in Hoofdstuk 16 [HS-16]. Het behandelt de volgende onderwerpen: radiologische monitoring, fysiek toezicht en structurele monitoring (opvolging van de SSCs, zoals monoliet en modules, door middel van getuigestructuren).

Er moeten onderhouds-en vervangingsschema’s worden opgesteld waardoor de veroudering van de verschillende uitrustingen opgevolgd zal worden door preventief en curatief onderhoud.

17.2.11.4 Inspectie van de installaties na een seïsme

Na een seïsme dat de drempel (onderzoeksniveau nog te bepalen) overschrijdt, moet een inspectie van de installaties gebeuren om te verifiëren dat de limietvoorwaarden voor werking gerespecteerd blijven. Dit inspectieprogramma moet opgesteld worden.

17.2.11.5 Structurele inspectie voor opvulling

Voor alleer de opvulling van vier modules start, moet een inspectie van de installaties gebeuren om te verifiëren dat de limietvoorwaarden voor werking gerespecteerd blijven. Dit inspectieprogramma moet opgesteld worden.

17.2.11.6 RD&D

Er moet een programma voor RD&D worden opgesteld, dat betrekking heeft op resterende onzekerheden en op de herevaluatie van de performantie van de kunstmatige barrières.

17.2.12 Administratieve specificaties

17.2.12.1 Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden van de verschillende actoren (sitemanager, dienst fysieke controle…) staan beschreven in Hoofdstuk 3 [HS-3].

17.2.12.2 Organisatie

De organisatie van de site staat beschreven in Hoofdstuk 3 [HS-3].

17.2.12.3 Kwalificaties

De kwalificaties van het exploitatiepersoneel staan beschreven in Hoofdstuk 3 [HS-3].

17.2.12.4 Procedures

Er moet een noodplan aanwezig zijn.

Page 24: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012 17-15

De exploitatie- en onderhoudsprocedures (uitbatingshandboek) moeten beschikbaar zijn voor de inbedrijfstelling en installatie van de berging [HS-9]. De principes van de procedures worden in Hoofdstuk 3 [HS-3] vermeld. Dit uitbatingshandboek zal onder andere de minimale bezetting beschrijven voor de verschillende exploitatie handelingen.

Het NIRAS-acceptatiesysteem, met inbegrip van de bijhorende specifieke procedures, moet operationeel zijn voor de bergingsinstallatie. Het staat beschreven in Hoofdstuk 6 [HS-6]. Dit acceptatiesysteem waarborgt onder meer dat de monoliet die van de IPM moet worden overgebracht naar de bergingsinstallatie, voldoet aan de conformiteitscriteria die beschreven en gerechtvaardigd worden in hoofdstuk 15 van het veiligheidsrapport [HS-15].

17.2.12.5 Vereisten op het vlak van notificatie en rapportering

Notificatie

Over de invoering van het noodplan of een van de onderdelen ervan moet geïnformeerd worden conform de maatregelen van het noodplan.

Van de volgende gebeurtenissen moet het FANC zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht:

Elke gebeurtenis die de stopzetting van de exploitatie vereist.

Elk incident dat de integriteit van de modules of monolieten aantast (dat wil zeggen de schade worden visueel vastgesteld).

Elke radioactieve besmetting van een persoon.

Elke overschrijding van de dosislimiet.

Elk arbeidsongeval:

■ Elk dodelijk ongeval;

■ Elk ernstig ongeval dat volgens de eerste medische diagnose, de dood, permanente volledige of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid of tijdelijke volledige arbeidsongeschiktheid van meer dan een maand tot gevolg kan hebben;

■ Elk arbeidsongeval dat volgens de eerste medische diagnose, tijdelijke volledige arbeidsongeschiktheid van meer dan een dag tot gevolg kan hebben.

Elke daad (e.g. sabotage) die de veiligheid van het personeel of de installaties in gevaar brengt.

Elke staking van agenten van het exploitatiepersoneel of toezichthoudend personeel.

Elke inbreuk op een technische specificatie (meer bepaald wanneer de correctieve acties van de technische specificatie niet binnen de opgelegde termijnen werden uitgevoerd).

Rapportering

Er wordt een jaarlijks inventarisrapport, betreffende de radioactieve afval bestemd voor de berging, overgemaakt aan het FANC. Dat omvat de volgende werkingsparameters:

■ postgeconditioneerd (monolieten) en geborgen afval en

■ afval in postconditioneringsfase (voor de monolietproductie).

Page 25: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

17-16 NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012

Er wordt een jaarverslag met alle exploitatie-activiteiten (e.g. incidenten bij de exploitatie) tijdens het afgelopen jaar aan het FANC overgemaakt.

Jaarlijks wordt ook van de afgelopen 12 maanden een rapport opgesteld met daarin een samenvatting van de resultaten, de waargenomen trends, anomalieën (e.g. foutieve resultaten t.g.v. een defect meettoestel, …), alle overschrijdingen en de potentiële impact op de omgeving.

17.2.12.6 Herziening van de technische specificaties

Elke voorgestelde wijziging van de technische specificaties moet geëvalueerd worden, goedgekeurd door de DFC en bekrachtigd door het FANC.

17.2.12.7 Afwijking van de technische specificaties

In uitzonderlijke gevallen kan het FANC instemmen met de afwijking van de technische specificaties of de uitvoering van de correctieve acties, op basis van een gemotiveerd verslag, ingediend door de exploitant.

Page 26: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2

Hoofdstuk 17:Technische specificaties

Technische basis van het veiligheidsrapport voor de oppervlaktebergingsinrichting van categorie A afval te

Dessel

NIROND-TR 2011-17 N, versie 2, 30 september 2012 17-17

17.3 Referenties

17.3.1 Lijst van hoofdstukken

[HS-3] NIRAS/ONDRAF, Hoofdstuk 3 – Beheersysteem, NIROND-TR 2011-03 N V1, 30 september

2012

[HS-6] NIRAS/ONDRAF, Hoofdstuk 6 – Afval, NIROND-TR 2011-06 N V2, 30 september 2012

[HS-7] NIRAS/ONDRAF, Hoofdstuk 7 – Bergingscolli, NIROND-TR 2011-07 N V2, 30 september 2012

[HS-8] NIRAS/ONDRAF, Hoofdstuk 8 – Ontwerp en constructie van de bergingscolli, NIROND-TR 2011-

08 E V2, 30 september 2012

[HS-9] NIRAS/ONDRAF, Hoofdstuk 9 – Exploitatie, NIROND-TR 2011-09 E V1, 30 september 2012

[HS-10] NIRAS/ONDRAF, Hoofdstuk 10 – Sluiting van de berging, NIROND-TR 2011-10 N V2, 30

september 2012

[HS-12] NIRAS/ONDRAF, Hoofdstuk 12 – Stralingsbescherming, NIROND-TR 2011-12 E V2, 30

september 2012

[HS-13] NIRAS/ONDRAF, Hoofdstuk 13 – Veiligheidsevalutatie – Langetermijnveiligheid, NIROND-TR

2011-13 E V1, 30 september 2012

[HS-15] NIRAS/ONDRAF, Hoofdstuk 15 - Conformiteitscriteria, NIROND-TR 2011-15 N V1, 30 september

2012

[HS-16] NIRAS/ONDRAF, Hoofdstuk 16 – Monitoring, NIROND-TR 2011-16 N V2, 30 september 2012

17.3.2 Lijst van ondersteunende documenten

[OD-168] NIRAS/ONDRAF, Detailed design description – handling equipments, NIROND-TR 2011-62 E V1

(23/05/2012)

Page 27: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2
Page 28: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2
Page 29: HS 17 Tech Spec NIROND-TR 2011-17 N V2