HORIZON (nr 111, juli 2011) 111 juli 2011.pdf · HORIZON – 2011 18 Het overlijden van de Founding...

6
HORIZON 2011 17 REDACTIE Ignaas Vandemeulebroucke – Overhout 13, B-2170 Merksem; tel.: 03/645.46.77; e-mail: [email protected] Luc Palmans – Sieberg 55, B-3370 Riemst; tel.: 012/45.31.06; e-mail: [email protected] Fernand Joseph – Onderlinge Hulplaan 16, B-1082 St. Agatha-Berchem; tel.: 02/465.10.94; e-mail: [email protected] JAARABONNEMENT (4 nummers): 5,00 euro te storten op rekeningnummer 220-0594066-74 Kurt Smulders ° 15 juli 1921, Rotterdam, Nederland † 1 juni 2011, Brasschaat, België HORIZON (nr 111, juli 2011)

Transcript of HORIZON (nr 111, juli 2011) 111 juli 2011.pdf · HORIZON – 2011 18 Het overlijden van de Founding...

  • HORIZON – 201117

    REDACTIEIgnaas Vandemeulebroucke – Overhout 13, B-2170 Merksem; tel.: 03/645.46.77; e-mail: [email protected] Palmans – Sieberg 55, B-3370 Riemst; tel.: 012/45.31.06; e-mail: [email protected] Joseph – Onderlinge Hulplaan 16, B-1082 St. Agatha-Berchem; tel.: 02/465.10.94; e-mail: [email protected] (4 nummers): 5,00 euro te storten op rekeningnummer 220-0594066-74

    Kurt Smulders° 15 juli 1921, Rotterdam, Nederland

    † 1 juni 2011, Brasschaat, België

    HORIZON (nr 111, juli 2011)

  • HORIZON – 201118

    Het overlijden van de Founding Father van Horizon Kurt Smulders kunnen we uiteraard niet onvermeld laten. De laatste jaren was hijweliswaar niet meer actief in de schaakprobleemwereld, maar we zullen zijn inbreng zeker niet vergeten. Ignaas Vandemeulebrouckeschreef een ontroerend afscheid van zijn mentor; Luc Palmans verdiepte zich in het oeuvre van de Meester.

    Bij een heengaan…Kurt Smulders (1921-2011)

    Op de eerste dag van juni 2011 overleedin het verzorgingstehuis Vesalius in Bras-schaat onze Nederlands-Belgische pro-bleemvriend Kurt Smulders, enkele wekenvoor hij de 90 jaar zou hebben bereikt. Hijwerd namelijk in Rotterdam geboren op15 juli 1921.

    Mr. Kurt Smulders was verzekeringsju-rist, Meester in de rechten in Nijmegen enlater licentiaat in verzekeringsrecht inBrussel. Na de oorlog verhuisde hij im-mers naar België, huwde er en werd vadervan twee zonen, later grootvader van vierkleinkinderen. Zijn gehele lange carrièremaakte hij in België, zijn tweede vader-land. Hij droeg met recht de arbeidsere-titel Ridder in de Orde van Leopold II.

    De belangstelling voor schaken en voor-al dan compositieschaak begon bij KurtSmulders toen hij zestien jaar was, kortvoor het uitbreken van Wereldoorlog II.Zijn eerste probleem dateert van 28 mei1939, een vijfzet in De Maasbode. In totaalcreëerde hij 389 werkjes, en omdat hijzeer kritisch ingesteld was, vooral voorzichzelf, verscheen van hem niet zo heelveel. Hij werkte vooral met de onlangsoverleden eindspelspecialist Julien Van-diest, die in de jaren 1950-1970 een schit-terende rubriek verzorgde in de krantVolksgazet. Ook in Het Belgisch Schaakbordwas hij een graag geziene medewerker. Ineen voorelektronisch tijdvak zorgde hijvoor analyse en de speurtocht naar neven-oplossingen van honderden problemen,die ons toen bereikten. Voor vele produc-ten was hij terecht niet erg “mals”.

    Eigenlijk is het Kurt Smulders, die inBelgië het compositieschaak mee uit eendiep dal heeft gehaald en in ieder geval er-voor zorgde dat de asse gloeiend bleef. Hij

    zorgde ervoor dat België deelnam aanwedstrijden zoals de WCCT, hij verzamel-de problemen van Belgische landgenoten,die hij waardig vond voor publicatie in hetFIDE-Album, gaf her en der voordrachtenover probleemschaak, enz. Smulders waseen bijzonder scherp theoreticus inzakeschaakproblematiek en behalve een ge-ducht tester een erg gevraagd scherprech-ter bij bepaalde betwistingen. Het hadwellicht ook iets te maken met het steedsvermijden en zoeken naar gewettigde (enandere) “achterpoortjes” in zijn beroep.Hij was een zeer bedreven problemist inhet heterodoxe genre. Geen wonder dathij zijn vele ervaringen kon bundelen inSprookjesschaak, een systematische benade-ring van fantasieschaak, die hij in 1987 –en iets later een tweede aangevulde editie– in eigen beheer uitgaf.

    Een ander manuscript betreft zijn verza-meling PAS-opgaven (PAS = Partij Aan-vangs Stelling), een werk dat nog niet uit-gegeven is, omdat de belangstell inghiervoor – meende hij zelf – niet dende-

    rend kan genoemd worden. Toen zijnechtgenote overleed – dat moet een jaar oftien geleden zijn – bleef dat plan in hetdak steken en trok hij zich helemaal uithet schaak- en compositiewereldje terug.Enkele jaren voordien (congres van Bel-fort 1994) werden zijn grote verdienstenin de compositiewereld erkend met de ti-tel “Honorary Master of Chess Composi-tion”. Hij ging terecht trots op die titel.

    Zijn andere titel, afgekort tot “Mr.”(meester) zorgde ooit in het Belgischeprobleemwereldje voor enige hilariteit.Een oplosser vroeg zich ooit gemeend afwat de afkorting wilde zeggen en dachtdaarbij hardop “Missionaris, misschien?”Er werd even gelachen, maar in feite en inde gegeven omstandigheden van toenleunde die omschrijving nog het dichtstaan bij Smulders’ Nederlands-Belgische“zending”…

    Het was Kurt, die in 1977 en nog velejaartjes nadien mijn hand vasthield om deeerste pasjes in het lastige “vak” van deschaakcompositie te ondersteunen en meeerst leerde overeind te blijven, nadien watte “lopen”. Hij stond me gedurig bij enduwde me ook in de r ichting van hetmaandelijkse “Probleemhoekje” van HetBelgisch Schaakbord, nu al 35 jaar geleden.Een jaar of drie terug stond hij me ookzijn volledige verzameling werkjes toe, ge-publiceerde en andere dingen die hij nietwaardig vond om ergens te worden opge-nomen. Hij was in de eerste plaats strengop zichzelf en was van mening dat hij pasdan streng mocht zijn voor anderen, of zenu schaakproblemen maakten of ijs-crème…

    ivan

  • HORIZON – 201119

    Het oeuvre van Kurt Smulders

    We beginnen uiteraard met de eerste-ling waar Ignaas reeds melding van maak-te.

    Deze vijfzet-miniatuur kan je ook welin grote probleemcollecties tegenkomen

    1.Kc1! met de varianten 1...a5 2.b3+Ka3 3.Kb1 a4 4.c3 axb3 5.Ta8 en 1…Ka52.b4+ Ka4 3.Kb2 a5 4.c4 axb4 5.Ta8.

    En hoewel hij zijn naam vooral in hetfairy-schaak zou maken, oogstte Kurt ooksucces in de orthodoxe genres. Een anderevijfzet van Kurt haalde zelfs het FIDE-Album (nr 390 in 1965-1967).

    De positie zoals ze gepubliceerd werd inhet FIDE-Album, is niet correct. Er stondeen witte pion op c4 en die maakt de ba-nale nevenoplossing 1.c5 Le2 2.c6 Ld13.c7 Le2 4.c8D (of zelfs 4.c8L) en 5.Db7/Dc6 mogelijk. Het scherpe oog van AndréChéron had dit uiteraard gezien, en hijverving eenvoudig de witte pion op c4door een zwarte. Het lijkt me sterk datSmulders en de oplossers in Probleembladdit indertijd gemist hadden. Ik heb danook de indruk dat dit gewoon een druk-fout was. Misschien kunnen de lezers diede bewuste jaargang van Probleemblad noghebben dit eens opzoeken?

    De oplossing is allerminst banaal: eensterk staaltje van lijnopeningen dat je zel-

    den zult tegenkomen: 1.Ta1! Le2 2.Tgb1Lf1 3.Tb8 Le2 4.Db1 en 5.Db7

    In totaal geraakten vier problemen vanKurt in de FIDE-Albums. De bovenge-noemde vijfzet was de eerste. In de daar-opvolgende editie 1968-1970 kwam hij afmet een aantrekkelijke helpmat en een se-riehelpmat, misschien wel één van zijn be-kendste werkstukken.

    Alles draait (letterlijk en figuurlijk) rondde witte torens.

    Het schijnspel gaat als volgt 1…Td12.d2 Tdxd2 3.Kf1 Td1+ 4.Le1 Tdxe1.

    De oplossing is 1.d2+ Txd2 2.d3 Tee23.Kf1 Td1+ 4.Le1 5.Tdxe1.

    Deze niet zo moeilijke maar door zijnsoberheid aantrekkelijke seriehelpmat vindje ook terug in Solving in Style van JohnNunn (diagram 176). Na de eenvoudigeverplaatsing van de zwarte koning van a7naar a5 is er het matbeeld met Tb5. Datgaat als volgt:

    1.Pc5 2.Pb7 3.Kb8 4.Kc7 5.Pa5 6.Pc67.Kd6 8.Kc5 9.Pa7 10.Pb5 11.Kb4 12.Ka513.Pc7 14.Pa6 Tb5.

    Een laatste keer maakte Kurt zijn op-wachting in Fide-Album 1980-1982 (num-mer 945).

    Vooreerst een drukfout: in het albumstaat “S#25 Degradierung”, maar dit moet“S=25” zijn. Wit speelt 25 achtereenvol-gende zetten waarna zwart pat staat. De-

    gradatie kende ik nog niet (althans niet inde probleemwereld; in de interclub bord-schaken is dat een andere kwestie), en ge-lukkig geeft het album de nodige uitleg:“W pieces entering 2nd row (except KK)are changed into wP, black pieces entering7th row into sP!”. Of kortweg: als eenstuk tijdens het spel op zijn tweede rijkomt, degradeert het tot een pion.

    In zijn boek Sprookjesschaak omschrijftSmulders de definitie als volgt: “De anti-vorm van Pionpromotie: een officier dieop de beginrij van zijn Pionnen speelt,wordt tot Pion gedegradeerd. De Koningis hiervan uitgesloten.” Het idee is blijk-baar afkomstig van J.B. Verdonk (Probleem-blad 1974/1, p. 15).

    In de oplossing ontmoeten we onzeoude vrienden Allumwandlung en Exel-sior: 1.g8P 2.Ph6 3.Pxg4 4.Pxh2 (=p)5.h4 6.h5 7.h6 8.h7 9.h8L 10.Lxb2 (=p)11.b4 12.b5 13.b6 14.bxa7 15.a8T16.Txa4 17.Txa2 (=p) 18.a4 19.a5 20.a621.a7 22.a8D 23.Dxf3 24.Dxg3 25.Dg7pat.

    Is dit goed of is dit banaal? De juryledenvan het betreffende Album wisten hetblijkbaar ook niet zo goed. Van PeterKniest ontving het de maximale vier pun-ten. Roland Baier vond het maar niets(één punt). Maar de drie punten van JohnRice trokken het probleem net boven demagische grens van acht punten en eeuwi-ge roem in het album.

    Persoonlijk ben ik niet zo wild van depublicatie van de jurypunten in het album,maar hier kwam het duiveltje even in melos en ben ik de zaak wat verder gaan uit-pluizen. Bijna alle 141 problemen in dezesectie kregen van Peter Kniest vier punten!Een tiental ongelukkigen moesten het metslechts drie punten doen. Baier en Ricehielden het wat meer bescheiden.

    Zonder de milde hand van Kniest zou-den er heel wat problemen nooit het al-bum gehaald hebben.

    Blijkbaar was Kurt meer theoreticus danpracticus en daarom is zijn oeuvre mis-

    Kurt SmuldersDe Maasbode, 1939

    #5XIIIIIIIIY9-tR-+-+-+09+-+-+-+-09p+-+-+-+09+-+-+-+-09k+-+-+-+09+-+-+-+-09-zPPmK-+-+09+-+-+-+-0xiiiiiiiiy

    Kurt Smulders1ste Bijz. Verm. Probleemblad, 1965

    Versie André Chéron#5XIIIIIIIIY

    9-+-+-+-+09+-+-+-+-09-+-+-+-+09+-+-+p+-09-+p+-zPp+09+-zPpvLktrp09-+-mK-sNrzP09+-+-tRltRQ0xiiiiiiiiy

    Kurt Smulders1ste Prijs feenschach, 1970

    H#4*XIIIIIIIIY9-+-+-+-+09+-+-+-+-09-+-+-+-+09+-+-+-+-09-+-zp-+p+09+p+p+pzpl09-+p+Rvlkzp09+-mK-tR-snr0xiiiiiiiiy

    Kurt Smulders2de Prijs feenschach 24TT, 1969

    SH#14XIIIIIIIIY9-+-+-+-+09mk-+-+K+-09ntR-+-zP-+09+-+-+-+-09-+-sN-+-+09+P+-+-+-09-+-+-+-+09+-+-+-+-0xiiiiiiiiy

    Kurt Smulders3de Prijs The Problemist, 1982

    S=25 DegradatieXIIIIIIIIY9-+K+k+-+09zp-+-+-zP-09-+-+-+-+09z+-+-+-+-09p+-+-+p+09+-+-+pzp-09pzp-+-+-zp09+-+-+-+-0xiiiiiiiiy

  • HORIZON – 201120

    schien niet zo groot. Een extra reden isbovendien dat hij veel samenwerkte metandere Belgische componisten, en je vindtdaarom nog al veel co-producties. Waar-schijnlijk was hij dikwijls de redder innood.

    Een typisch voorbeeldje:

    Hubert Bonjé (1930-2001) was een ad-vocaat die enkele problemen componeer-de, meestal in samenwerking met Smul-ders.

    a) 1...f6 2.Pb8 K~ 3.Pxc6.1.Tg8! f6 2.Pf8 Ke8 3.Pfg6.b) 1...f6 2.Pf8 K~ 3.Pfg5.1.Ta8! f6 2.Pb8 Kd8 3.Pxc6.Uiteraard was Kurt bij de Belgische

    WCCT-inzendingen een sleutelfiguur.Twee voorbeelden

    Helaas worden in het toernooiboek dethema’s van de diverse afdelingen niet uit-gelegd.

    1.Txc4! (dreigt 2.Txb4+) met 1...Lxe22.Txc2+ Db3 3.Lxb3, 2...Dc4 3.b4,2.. .Td5 3.b3; 1.. .Pa3 2.Txb4+ Kb13.bxa3, 2...Pc4 3.Pc3; 1...Pc3 2.Txb4+Kb1 3.bxc3 en verder nog 1...Da3 2.Ta4+

    In het bovenstaande diagram had hijsucces met Louis Tryssesoone, nog zo’nsleutelfiguur uit de Belgische schaakpro-bleemgeschiedenis.

    1.fxg7 ! Lxg7 2.hxg7 met 2. . .Pf83.gxf8D ~ 4.Dh6 of 2...Ph8 3.gxh8D ~4.Dxe5

    Een klassieke tweezet met offers, pen-ningen en batterijen.

    1.Pe6! (dreigt 2.Pc3) 1...Kb5 2.Txb7,1...Tc5 2.Dxb4, 1...Txe4 2.Tf7, 1...Dxe42.Td5

    In de driezet uit de vorige kolom moetde witte koning op de vlucht voor de ver-velende schaakjes.

    1.fxe3! (dreigt 2.Lxg2) 1...Pe6+ 2.Kc4,1 . . .Pb5+ 2.Kc5, 1 . . .Pc6+ 2.Kxe4,1...Pf5+ 2.Ke5

    Deze seriehelpmat in vijf zetten was heteerste werkje dat Kurt publiceerde in feen-schach.

    a) 1.Kc4 2.Kb3 3.Ka2 4.Ka1 5.a2 Pc2b) 1.Ke4 2.Kf3 3.Kg2 4.Kh1 5.Lg2 Pg3c) 1.Kc6 2.Kb6 3.Ka7 4.Ka8 5.La7 Pc7d) 1.Ke6 2.Kf7 3.Kg8 4.Kh8 5.Tg8 Pg6

    En we eindigen met een samenwerkingtussen Kurt en Ignaas: een aantrekkelijkesleutel met enkele aardige varianten.

    1.Dd3! (dreigt 2.Dxe4) met 1…Kxe62.Dd5, 1…Txe6 2.Tf2, 1…Kg4 2.Tf2,1…Tg4 2.Dd5 en 1…exd3 2.Te5

    lp

    Kurt Smulders& Hubert Bonjé

    2de Eerv. Verm. De Waarheid, 1972#3

    a) diagram; b) na de sleutelzetXIIIIIIIIY9R+-+-+-sN09+-zpNmkp+p09-+p+-+-zP09+-zP-+Lzp-09-+-+-+K+09+-+-+-+-09-+-+-+-+09+-+-+-+-0xiiiiiiiiy

    Kurt Smulders& Jean Helbig

    28ste Plaats 2de Landenwedstrijd, 1967#3XIIIIIIIIY

    9-+-+-wQ-+09+-+-+L+-09-+-tr-+-+09+-tR-+-+p09-wqpsN-+-+09+-+-zp-+-09kzPpzpN+-mK09trnvLl+-+-0xiiiiiiiiy

    Kurt Smulders& Louis Tryssesoone

    18de Plaats WCCT II, 1983#4XIIIIIIIIY

    9-+-mK-vl-+09+-+-zp-zpL09-+-+pzPnzP09+-+-zp-+k09-+-+P+N+09+-+-sN-zP-09-+-+-+-+09+-+-+-+-0xiiiiiiiiy

    Kurt Smulders2de Prijs Probleemblad 125TT, 1969

    #2XIIIIIIIIY9R+-+Lvl-+09+n+R+-+-09-+-+-+q+09zp-+-tr-+-09kzp-sNQsn-+09+-+p+-+-09NmK-+l+-+09+-+-+-+-0xiiiiiiiiy

    Kurt Smulders& Louis Tryssesoone

    Drese MT 1982#3XIIIIIIIIY

    9-+-+-+-+09+-sn-sn-+-09-+-+-+-+09+-+-+-zpr09-+-mKp+pwq09+-+-zp-zp-09-+-+RzPpzp09tR-+-+L+k0xiiiiiiiiy

    Kurt Smulders1ste Prijs Klüver TT feenschach, 1969

    SH#5a) diagram;b) wP > e2;c) wP > e6;d) wP > h4XIIIIIIIIY

    9-tr-+-+-+09+l+-+-zpn09-+-+-+-+09+-+k+-+-09-+-+-+-+09zp-+-+-+-09-zp-+-+-zp09+n+KsN-vl-0xiiiiiiiiy

    Kurt Smulders& Ignaas Vandemeulebroucke

    2de Plaats Kwik Ty Probleemblad, 1978#2XIIIIIIIIY

    9-+-vL-+-+09+-+N+-+-09-+-+N+r+09+-zp-+k+P09-+K+p+-+09+Q+-+-+-09-+-+R+-+09+-+L+-+-0xiiiiiiiiy

  • HORIZON – 201121

    Boemerang op een keerpunt

    In Techniek en Tactiek der Stukken, eenboek uit 1994, heeft de Nederlandseschaakschrijver Jules Welling het over decurieuze capriolen, die schaakstukken aleens moeten uithalen om te bereikenwaarvoor ze op het bord staan: het mataan de koning, soms een andere, soms eeneigen koning… Op bladzijde 142, hoofd-stuk 4.13 illustreert Welling dat met eenhelpmat in vijf zetten, die hij toeschrijftaan de Australiër William Whyatt, eenzonderling van het zuiverste water, maareen begenadigde componist.

    Bill Whyatt leefde een hard bestaan ineen eenzame streek in een enorm grootland, waar hij in Brisbane (Queensland) in1914 geboren werd. Dat bestaan werd watopgefleurd met de compositie van schaak-problemen en de correspondentie wat datbetreft met een aantal bevriende Australi-sche en Britse componisten. Daarin konBill Whyatt zijn werkelijke kunnen tonen.Hij sleepte een hele rits prijzen en vermel-dingen in de wacht en verzamelde 10,5punten in de FIDE-Albums.

    Op het einde van zijn bestaan kon BillWhyatt de spanningen – of precies het ge-brek daaraan? – niet meer de baas en staptehij gewild uit het leven. Op 18 mei 1976sprong hij onder het oog van toegeschotenpolitiemensen van de Harbour Bridge inSydney en overleefde de val slechts tot deaankomst in het ziekenhuis.

    Zijn biograaf Bob Meadley zette zijn le-ven, zijn problemen en zijn prijzen teboek in W.A. Whyatt’s Chess Problems(1979). Whyatt was één van de groten ophet vlak van schaakcompositie in dat enor-me Australië. Jules Welling bracht hemeen verdiende hulde, maar had toch betereen andere opgave moeten kiezen dan hetvolgende werkje:

    De auteursoplossing: 1.La2 Pb3 2.Lc1Pd2 3.Lg8 Pb1 4.cxb1L Lxc1 5.Lbh7 Lb2.

    Eerst dit: het ding telt 260 oplossingen.Als de zwarte loper zich in plaats van opc1 op de lange diagonaal tot f6 begeeft,

    kan de witte loper hem daar gemakkelijk“oppikken”. Dat wordt dan een korteboemerang-worp in plaats van een specta-culaire lange. Bovendien kan de pion ookop c1 promoveren tot toren en zonderveel moeite een netje spannen rond dezwarte koning. Dit kan worden verhin-derd door het overbrengen van de wittekoning naar h1, maar nog blijven eengroot aantal NOL-len. Het verplaatsenvan de zwarte loper b2 naar c1 beperkt hetaantal nevenoplossingen onmiddellijk totslechts 32 en het kan zelfs tot 22 als je er(behalve de zwarte loper naar b2) een wit-te pion op b2 en een zwarte pion b3 aantoevoegt.

    We komen er straks nog op terug, maareerst het andere merkwaardige nieuws: ditding is helemaal niet door Bill Whyatt ge-maakt! Dat wordt duidelijk voor wie detekst leest in Whyatt’s biografie op dezelfdebladzijde 46 als die waarop de vijfzet-help-mat wordt vertoond. Meadley schrijft dathet eerste diagram een versie is van eenprobleem van ene Mr. Henderson, eenAustralische problemist, die dit helpmat indrie “ergens” liet publiceren, maar het isons niet bekend waar en wanneer. Hetprobleem was echter beter bekend in eenversie van Frank Ravenscroft Smith en zostond het ook te lezen in een bijdrage, diedoor Henry Tate (Melbourne) geschrevenwerd en in december 1913 in British ChessMagazine opgenomen werd onder de titel“Some Australian Novelties”.

    De oplossing is: 1.c2 Pb1 2.cxb1L Le13.Lh7 Lc3.

    Natuurlijk is de gelijkenis treffend, maarwaarschijnlijk is de stam-idee (zwarte ko-ning in hoek, omringd door twee zwartelopers) ook niet origineel. Nu lijkt het al-lemaal niet veel soeps, maar een eeuw ge-leden was dit vrij opzienbarend. In Austra-lië vond men deze lopercuriositeit “anabsolute stunner” (stunner = iets waar je

    van achterover valt). Vooral toen FrankRavenscroft Smith zijn versie van de Hen-derson-constructie liet publiceren. Het wilniet zeggen dat Bill Whyatt zich niet metdeze helpmat zou hebben ingelaten.Whyatt en de veel oudere Ravenscroftvoerden een niet zo uitgebreide corres-pondentie, maar ze ontmoetten mekaarnooit. Typerend is bijvoorbeeld datWhyatt niet eens wist dat Ravenscroft ei-genlijk Smith heette en Ravenscroft eeneerste naam naar moeders- of mogelijkook vaders-naam!

    Maar terug naar het eerste diagram, datuiteraard nog enig correctiewerk van doenhad! De lezer vindt het wellicht onge-woon dat de componisten de zovele ne-venoplossingen niet hebben bemerkt,maar wij – die een volle eeuw later leven –hebben goed praten! De componist vanvandaag heeft naast zich een machine staanen daarin zitten enkele controleprogram-ma’s, die oplossingen in seconden over hetscherm spuwen. Honderd jaar geleden washet nog allemaal hand- en hersenwerk ener was altijd wel een correctiekarwei op teknappen!

    Wat nu het eerste diagram zelf betreft,gingen Fernand Joseph, Peter Jansen enondergetekende los van mekaar aan de slagom het ding van enig onkruid te zuiveren.Fernand vroeg zich daarbij af waarom erper se vijf zetten moesten gespeeld wordeneer mat kon worden bereikt. Iets was je invier zetten kan doen, moet er geen vijfduren. Bovendien kon het in vier, want alsde zwarte loper op zwart zich reeds op dediagonaal a1-h8 bevond en geen zet moestdoen, was het al correct. De vijfde zet leekde zaken nodeloos te bemoeilijken.

    Oploss ing: 1.La2 Pd2 2.Lg8 Pb13.cxb3L Lc1 4.L1h7 Lxb2.

    Keurig, eenvoudig, sober, correct. Hoe zouden de Australiërs gedacht heb-

    ben ten tijde van de constructie? Het leekwel alsof ze aan het thuisland en zijn ge-bruiken zaten te denken, toen ze op deze

    Techniek en Tactiek der Stukken“Curiosa met de Loper - Stelling 48

    H#5 (Niet correct!)XIIIIIIIIY9K+-+-+-mk09+-+-+-+-09-+-+-+-vL09+-+-+-+-09-+-+-+-+09+-+-+-+-09-vlp+-+-+09sNl+-+-+-0xiiiiiiiiy

    HendersonBron? – ca 1910?

    Versie Frank Ravenscroft SmithMelbourne Leader, 1912

    H#3XIIIIIIIIY9-+-+-+-mk09+-+-zpK+-09-+-zpP+-+09+-zp-+-+-09-+P+-zP-+09+-zp-zP-vL-09-+-sN-+-+09+-+-+-+-0xiiiiiiiiy

    Henderson & F. Ravenscroft SmithVersie Fernand Joseph

    H#4XIIIIIIIIY9K+-+-+-mk09+-+-+-+-09-+-+-+-vL09+-+-+-+-09-+-+-+-+09+-+-+-+-09-vlp+-+-+09+l+-+N+-0xiiiiiiiiy

  • HORIZON – 201122

    vijfzet zaten te broeden. Ze zagen er mis-schien een stuk nationale symboliek in,tenminste voor hen, die het willen zien,die het zo eens willen bekijken: van op h6vertrekt een boemerang, die op c1 zijn be-roemde bocht neemt en over de anderediagonaal terug dreigt te keren naar waarhij vertrok, recht naar de opgejaagde kan-goeroe.

    Ver gezocht wellicht, maar de kangoe-roe-symboliek boeide steller dezes derma-te dat hij zich niet van de vijfzet kon los-weken. Hij bracht het echter niet verderdan de gemelde 22 oplossingen van heteerste diagram, verhuisde daarbij de wittekoning naar h1 en vond wel dat het wittepaard uit het hoekje naar c1 kon wordengebracht. Telkens belandde hij daarbij ineen flink bos van nevenoplossingen.

    Peter Jansen, dit keer wat langer dankortstondig op bezoek uit de VerenigdeStaten, had één (zwart) pionnetje meernodig en plakte de zwarte loper op de

    dreiglijn naar de zwarte koning toe. Dezwarte pluspion kreeg één zet meer dananders en het simpele manoeuvre bleekcorrect.

    Oplossing: 1.bxc2 Pb3 2.La2 Pd2 3.Lg8Pb1 4.cxb1L Lc1 5.Lh7 Lxb2

    Misschien was het allemaal much adoabout nothing, maar al was het enkel als eer-betoon aan een aantal tegenvoetige com-ponisten van down under, dan is dit eencorrecte versie van een compositie, die in-middels een ouderdom bereikte van eeneeuw of net daaromtrent. Maar vooral: hetwas leuk om het eens te proberen en bo-vendien blijft het helpen van een oudje, bijhet oversteken van een drukke straat, nogaltijd een dagelijkse goede daad bij uitstek.Of je nu scout bent geweest of niet…

    ivan

    Onze selectie

    De moeilijkste tweezetaller tijden?

    Neem misschien even de tijd om dezetweezet op te lossen. Om de spanning erin te houden, volgt het verhaal later.

    OBOK 2011

    Een volledig verslag (opgaven, oplossin-gen, eindstanden en enkele foto’s) van deOpen Belgische Oploskampioenschappenkan je downloaden op de websites vanProbleemblad of Het Belgisch Schaakbord. Ed-dy Van Beers won het toernooi en zijn zo-veelste Belgische titel. Dolf Wissmann enHans Uitenbroek vervolledigden het ere-podium. Andy Ooms begon slecht, maareen superscore in de tweede ronde leverdehem een vierde plaats in het algemeneklassement en een zilver medaille in hetBelgische kampioenschap op. Gilles Reg-niers eindigde hier derde. De B-reekswerd gewonnen door zijn broer Yves.

    Hiermee komt een einde van twintigjaar OBOK in de vertrouwde handen vanIgnaas Vandemeulebroucke en de Schaak-kring Boris Spassky Schilde. En we verge-ten uiteraard niet de diverse scheidsrech-ters en medewerkers in de loop der jaren:Pierre Van Craenenbroeck, Kurt Smul-ders, Albert Koldijk, Ward Stoffelen enIgnace Vandecasteele.

    Hartelijk dank voor de steeds voorbeel-dige organisatie, en zeker ook niet te ver-geten: de altijd goed gevulde prijzentafelwaar elke oplosser na afloop gretig mochtuit graaien.

    Hoe het verder moet met dit kam-pioenschap is nu nog niet geweten; datzijn zorgen voor later. Het zal in elk gevalmoeilijk worden om de erfenis van Ignaasen Co. te evenaren, laat staan te verbete-ren.

    Onze tweezet

    Keren we terug naar onze tweezet inhet begin van dit artikel. Als we de blotecijfers moeten geloven, is dit één van deallermoeilijkste tweezetten die ooit tij-dens een internationale oploswedstrijdwerd gebruikt. Het was de eerste opgavevan het Open Toernooi tijdens het recenteEK in het Poolse Lowicz, en liefst 70%van de oplossers zat er naast! Ook veletoppers geraakten er niet uit. En wie deoplossing (1.Taxa2!) van deze kraker in 10à 15 minuten gevonden heeft, mag zich-zelf de spreekwoordelijke pluim op zijnhoed steken.

    Of overdrijf ik? Ten eerste is het geenecht mooi probleem: de varianten zijnvoorspelbaar en de sleutel is ook maar eentriestig geval. Maar deze tweezet is ook

    helemaal niet moeilijk. De meesten von-den de sleutelzet, maar velen vergaten datook de toren op g2 het paard kan slaan, enschreven slechts “1.Txa2” of nog korter“1.Ta2”. Indien er twijfel is, heeft de toer-nooidirecteur uiteraard geen keuze, en hijkon alleen punten geven aan de mensendie 1.Taxa2 of 1.T4xa2 opschreven.1.Tgxa2 is uiteraard een volstrekt zinlozezet, maar dat heeft hier geen enkel belang.

    Tenslotte

    En om af te sluiten, selecteren we nogeen helpmat in drie zetten die een mooiplaatsje kreeg in het pas verschenen FIDE-Album 2001-2003, waarover we het in hetvolgende nummer van Horizon uitgebrei-der zullen hebben.

    1.Dd5 Kf4 2.Kc4 Pxf5 3.Tb3 Pd61.Tc4 Kh5 2.Kb3 Pxe4 3.Dc2 Pxc5Het commentaar in het boek: “White

    self-unpin with dual avoidance, black self-unpin and self-pin, exchange of functionsof Rc3/Qd2”.

    Henderson & F. Ravenscroft SmithVersie Peter Jansen

    H#5XIIIIIIIIY9-+-+-+-mk09+-+-+-+-09-+-+-+-vL09+-+-+-+-09-+-+-+-+09+p+-+-+-09-vlP+-+-+09sNl+-+-+K0xiiiiiiiiy

    Halvar HermansonMagyar Sakkélet, 1954

    #2XIIIIIIIIY9LvL-+-+-+09+-+-zp-+-09-trNvl-+-+09+-+N+-+-09Rtr-+-zP-+09+-+l+k+-09n+-+-+R+09+-+-wQn+K0xiiiiiiiiy

    Peter Bakker & Ruud BeugelsdijkPrijs Messigny, 2003H#3 2 oplossingenXIIIIIIIIY

    9-+-+-+L+09+-+-sn-+-09-+-+-+-+09+-zp-+nmK-09-mk-+p+-+09zp-tr-zP-sN-09pvl-wqPzprzp09+-+-vL-+-0xiiiiiiiiy