Horen, zien en zwijgen · 2016. 6. 6. · legd vlak na de moord op Theo van Gogh in 2004. Vanaf...

2
Opstraatin Amsterdam Nieuw-West Horen, zien en zwijgen Radicalisering Aanslagen zoals in Brussel zullen hier minder snel plaatsvinden dankzij de preventieve aanpak van de overheid, zeggen politici. De personen die moslimjongeren goed kennen, betwijfelen dat. Potentiële terroristen? „Veel mensen kiezen ervoor om hun mond te houden.” Tekst Andreas Kouwenhoven Foto’s David van Dam E en half uur na de aanslagen in Brussel drinkt Ahmed Aboutaleb thee in een moskee. De burge- meester spreekt een groep Marok- kaanse vrouwen uit het Rotter- damse gebedshuis Essalam. Ver- wijzend naar ‘Brussel’ vraagt hij wat de vrou- wen zouden doen als zij wisten dat hun zoon, neefje of buurjongen een aanslag aan het voor- bereiden is. Zouden ze de politie bellen? Nee, zegt de vrouw die naast de burgemeester zit, ze zou haar zoon niet aangeven. Ze is toch geen verrader? Na ‘Brussel’ en ‘Parijs’ rijst de vraag waarom er nog geen aanslag is geweest in Nederland. Is het toeval dat Nederland niet is getroffen door terreur? Nee, antwoorden politici en terroris- medeskundigen steevast, dat is geen toeval, dat is te danken aan ons succesvolle antiradica- liseringsbeleid. Een preventieve aanpak die wordt gekenmerkt door een overheid die in de ‘haarvaten’ van de samenleving zit. Nauwe banden tussen wijkagenten, sociaal werkers, gemeenten en de moslimgemeenschap zouden ervoor zorgen dat de overheid weet wat er speelt en eerder signalen van radicalisering krijgt dan in bijvoorbeeld de banlieues van Pa- rijs en Brussel. De kiem van de ‘Nederlandse aanpak’ is ge- legd vlak na de moord op Theo van Gogh in 2004. Vanaf 2005 wordt in regeringsnota’s ge- sproken over de noodzaak van het signaleren van radicalisering en het weerbaar maken van moslims. Enkele jaren later werden ‘sleutelper- sonen’ geïntroduceerd: mensen met gezag in de moslimgemeenschap, die contacten onder- houden met de lokale overheid. De vier grote steden Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag maken er gebruik van. Wie sleutelper- soon is, is geheim – de Amsterdammer die het op zijn LinkedIn-profiel vermeldde, kon zich- zelf meteen van de lijst schrappen. Het kunnen imams, moskeebestuurders of buurtvaders zijn, en professionals zoals jongerenwerkers, docenten en wijkagenten. Ze zijn getraind in het herkennen van radicalisering en informe- ren de gemeente en elkaar hierover. Het idee achter deze sleutelpersonen is dat zij ervoor zorgen dat informatie uit de ‘haarva- ten’ bij de autoriteiten belandt. Een sleutelper- soon hoort bijvoorbeeld dat een moeder zich zorgen maakt over haar zoon die sympathie toont voor IS. Hij neemt contact op met de moeder, beoordeelt de situatie en kan haar, in het ergste geval, aanmoedigen de politie te bel- len. „Sleutelfiguren kunnen aan hun achterban uitleggen dat die overheid echt wel te vertrou- wen is”, legt een veiligheidsambtenaar van de gemeente Utrecht uit. „Het is geloofwaardiger als zij dit zeggen, dan wanneer wij dat over onszelf zeggen.” Wantrouwen jegens autoriteiten Ondanks de inspanningen van sleutelfiguren heerst er nog altijd een groot wantrouwen in de moslimgemeenschap jegens de autoriteiten. Imam Yassin Elforkani waarschuwde afgelopen weekend voor een groep potentiële terroristen in Amsterdam. „Als mensen iets verdachts zien, weten ze eigenlijk niet goed wat ze ermee aan moeten en zwijgen ze.” Jihadgangers zouden door complete netwer- ken worden ondersteund, licht de imam zijn uitspraken toe. „Alles wordt voor je geregeld, je paspoort, je reis.” In Amsterdam werd donderdag in de ge- meenteraad met burgemeester Van der Laan gedebatteerd over de uitspraken van Elforkani. Van der Laan – „Ik zou ook over een hoge drem- pel moeten heenstappen voor ik mijn kind aan- gaf ” – had in het interview niets nieuws ge- lezen. Ja, het is lastig om verbinding te leg- »

Transcript of Horen, zien en zwijgen · 2016. 6. 6. · legd vlak na de moord op Theo van Gogh in 2004. Vanaf...

Page 1: Horen, zien en zwijgen · 2016. 6. 6. · legd vlak na de moord op Theo van Gogh in 2004. Vanaf 2005 wordt in regeringsnota 3s ge - sproken over de noodzaak van het signaleren van

Op straat inAmsterdamN i e u w -We s t

Horen, zienen zwijgenRadicalisering Aanslagen zoals in Brussel zullen hier mindersnel plaatsvinden dankzij de preventieve aanpak van deoverheid, zeggen politici. De personen die moslimjongerengoed kennen, betwijfelen dat. Potentiële terroristen? „Ve e lmensen kiezen ervoor om hun mond te houden.”

Te k s t Andreas Kouwenhoven Fo t o’sDavid van Dam

Een half uur na de aanslagen inBrussel drinkt Ahmed Aboutalebthee in een moskee. De burge-meester spreekt een groep Marok-kaanse vrouwen uit het Rotter-damse gebedshuis Essalam. Ver-

wijzend naar ‘Br ussel’ vraagt hij wat de vrou-wen zouden doen als zij wisten dat hun zoon,neefje of buurjongen een aanslag aan het voor-bereiden is. Zouden ze de politie bellen? Nee,zegt de vrouw die naast de burgemeester zit, zezou haar zoon niet aangeven. Ze is toch geenve r r a d e r ?

Na ‘Br ussel’ en ‘Parijs’ rijst de vraag waaromer nog geen aanslag is geweest in Nederland. Ishet toeval dat Nederland niet is getroffen doorterreur? Nee, antwoorden politici en terroris-medeskundigen steevast, dat is geen toeval,dat is te danken aan ons succesvolle antiradica-liseringsbeleid. Een preventieve aanpak diewordt gekenmerkt door een overheid die in de‘haar vaten’ van de samenleving zit. Nauwebanden tussen wijkagenten, sociaal werkers,gemeenten en de moslimgemeenschap zoudenervoor zorgen dat de overheid weet wat erspeelt en eerder signalen van radicaliseringkrijgt dan in bijvoorbeeld de banlieues van Pa-rijs en Brussel.

De kiem van de ‘Nederlandse aanpak’ is ge-legd vlak na de moord op Theo van Gogh in2004. Vanaf 2005 wordt in regeringsnota’s ge-sproken over de noodzaak van het signalerenvan radicalisering en het weerbaar maken vanmoslims. Enkele jaren later werden ‘s l e u te l p e r -s o n e n’ geïntroduceerd: mensen met gezag inde moslimgemeenschap, die contacten onder-houden met de lokale overheid. De vier grotesteden Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en DenHaag maken er gebruik van. Wie sleutelper-soon is, is geheim – de Amsterdammer die hetop zijn LinkedIn-profiel vermeldde, kon zich-zelf meteen van de lijst schrappen. Het kunnenimams, moskeebestuurders of buurtvaderszijn, en professionals zoals jongerenwerkers,docenten en wijkagenten. Ze zijn getraind inhet herkennen van radicalisering en informe-ren de gemeente en elkaar hierover.

Het idee achter deze sleutelpersonen is datzij ervoor zorgen dat informatie uit de ‘haar va-te n’ bij de autoriteiten belandt. Een sleutelper-soon hoort bijvoorbeeld dat een moeder zichzorgen maakt over haar zoon die sympathietoont voor IS. Hij neemt contact op met demoeder, beoordeelt de situatie en kan haar, inhet ergste geval, aanmoedigen de politie te bel-len.

„Sleutelfiguren kunnen aan hun achterbanuitleggen dat die overheid echt wel te vertrou-wen is”, legt een veiligheidsambtenaar van degemeente Utrecht uit. „Het is geloofwaardigerals zij dit zeggen, dan wanneer wij dat overonszelf zeggen.”

Wantrouwen jegens autoriteitenOndanks de inspanningen van sleutelfigurenheerst er nog altijd een groot wantrouwen in demoslimgemeenschap jegens de autoriteiten.Imam Yassin Elforkani waarschuwde afgelopenweekend voor een groep potentiële terroristenin Amsterdam. „Als mensen iets verdachtszien, weten ze eigenlijk niet goed wat ze ermeeaan moeten en zwijgen ze.”

Jihadgangers zouden door complete netwer-ken worden ondersteund, licht de imam zijnuitspraken toe. „Alles wordt voor je geregeld, jepaspoort, je reis.”

In Amsterdam werd donderdag in de ge-meenteraad met burgemeester Van der Laangedebatteerd over de uitspraken van Elforkani.Van der Laan – „Ik zou ook over een hoge drem-pel moeten heenstappen voor ik mijn kind aan-gaf ” – had in het interview niets nieuws ge-lezen. Ja, het is lastig om verbinding te leg- »

Page 2: Horen, zien en zwijgen · 2016. 6. 6. · legd vlak na de moord op Theo van Gogh in 2004. Vanaf 2005 wordt in regeringsnota 3s ge - sproken over de noodzaak van het signaleren van

gen met jonge mensen. En ondanks aldie regisseurs, sleutelfiguren en netwer-ken valt niet uit te sluiten dat in Amster-dam een aanslag plaatsvindt. Maar hij on-derstreept dat de aanpak van de overheidniet beperkt blijft tot sleutelfiguren. Hijhamert op het verschil met Brussel: „On-ze politie heeft fantastische verbindingenin de wijk. En ik heb bij mijn aantredenals burgemeester prachtige netwerkengeërfd van mijn voorganger.”

Zijn die netwerken nog vitaal genoeg?De vraag komt van een partijgenoot vande burgemeester, raadslid Sofyan Mbarki.Zit de gemeente wel met de juiste perso-nen aan tafel? Zijn de moskeeorganisatiesen Marokkanenraden niet ouderwets? Ta lvan moskeeën zijn de laatste jaren over-genomen door salafisten, daar gaan„honderden, duizenden” mensen heen.En die laten zich niet vertegenwoordigendoor de traditionele organisaties. „Ik benniet voor actieve samenwerking”, zegtMbarki. „Maar die moskeeën zijn er, zezijn onderdeel van de samenleving endienen dus betrokken te worden bij de sa-menleving of zij nou willen of niet.”

Ook in Rotterdam klinkt kritiek op dekeuze van de sleutelpersonen. „Tot nutoe zit de gemeente wel heel erg aan tafelmet ‘b e ro e p s m o s l i m s ’: bestuurders zoalsikzelf ”, zegt Jacob van der Blom, adjunct-directeur van de Essalammoskee. „Ik zouwillen dat de gemeente vaker gaat pratenmet de vaders, de moeders, de jongeren,zoals Aboutaleb laatst deed in onze mos-kee. Dat doen ze te weinig, er is geen we-derzijds vertrouwen.”

„Van sleutelpersonen moet je niks ver-w a c hte n”, zegt een onderwijzer die zelfsleutelpersoon is in Rotterdam. „Ik benop bijeenkomsten geweest van sleutel-personen. Allemaal moskeevertegen-woordigers die zeggen: in mijn moskee isniks aan de hand. Zij zien niks van radica-

lisering. Dan vraag ik mij af: waarom zijndeze mensen s l e u te l p e r s o n e n? ” Hij ziethet ook op de school waar hij lesgeeft.Leerlingen radicaliseren voor zijn ogen,zegt hij, ze kijken op hun telefoons naarjihadv ideo’s. „Ik zeg tegen mijn collega’s:we moeten aan de bel trekken. Maar zedurven niks te zeggen, vinden het te ge-vaarlijk. Wie een melding doet bij de poli-tie, wordt gezien als een verrader.”

Uit de Rotterdamse poule van zo’n hon-derd vrijwillige sleutelpersonen kwamenvorig jaar slechts rond de zes meldingenbinnen van radicalisering – te ge n ove rz o’n dertig van professionals en ouders.

Bezuinigingen bij sociaal werkersEen andere pijler van de ‘haar vatenaan-pak’ zijn de sociaal werkers. Daar is de af-gelopen jaren in veel gemeenten op be-zuinigd. „De druk op de sociaal werkersen de wijkteams die moeten signaleren isg ro o t ”, zegt Marijke Vos, voorzitter vande MOgroep, brancheorganisatie voor hetsociaal werk. „Politici roepen wel makke-lijk: we zitten overal in de haarvaten.Maar sociaal werkers hebben hun handenvol aan de transitie van de zorg. Dat gaatten koste van hun signaleringscapaciteiten de contacten in de wijk.”

Toch hebben de gemeenten naar eigenzeggen dankzij de samenwerking met allesleutelpersonen een goed beeld van water speelt in de wijken. Waar de Utrechtsepolitie rond 2009 nooit een meldingkreeg vanuit de moslimgemeenschap, ko-men er nu vele signalen binnen. En dank-zij die signalen konden diverse jongerendie naar Syrië wilden reizen, worden te-gengehouden, zegt de gemeente.

Den Haag claimt hetzelfde: meerdereuitreizigers zijn tegengehouden dankzijsignalen uit haar omvangrijke netwerk. InAmsterdam worden de vijftig mensen

waar de overheid zich zorgen over maakt,intensief begeleid door 26 ‘re g i s s e u r s ’.Burgemeester Van der Laan wijst erop datde gemeente het SamenwerkingsverbandMarokkanen in Nederland steunt, waarde drempel voor het delen van informatieweer lager ligt.

Een minder zichtbaar effect van dit be-leid is dat sleutelfiguren door hun samen-werking met de overheid zelf betrokkenkunnen raken bij de opsporing. In Rotter-dam zet een actieve vrijwilliger uit demoslimgemeenschap zich in als sleutelfi-guur. Vanuit die rol wordt hij regelmatiggeraadpleegd door de veiligheidsambte-naren van de gemeente. Ze vragen hembijvoorbeeld naar een jongen uit de wijkdie laatst een radicale uitspraak deed.Hoe heet die jongen? Hoe oud is hij? Watweet je nog meer van hem?

Bij dat soort vragen krijgt deze sleutel-persoon een ongemakkelijk gevoel. Wanthij weet: alles wat hij tegen de gemeentezegt, kan bij de politie belanden. „En daarwil ik niet aan meewerken.” Het is de re-den waarom hij liever geen antwoordgeeft op dat soort vragen. En het is ook dereden waarom hij jihadsympathisanten,met wie hij diverse malen in aanrakingkwam, niet heeft aangegeven. „Dat zie ikgewoon niet als mijn werk. Als iemand tehoren krijgt dat ik een melding heb ge-daan, vertrouwt niemand je meer.” E enandere Rotterdamse sleutelfiguur wordtook door de gemeente bevraagd over risi-cojongeren uit zijn buurt. Ook de ge-meente Den Haag benadert sleutelperso-nen soms voor informatie over mogelijkeradicalen. Deze informatie kan besprokenworden met de politie, zegt de gemeente.In Utrecht worden sleutelpersonen somsingeschakeld bij „individuele casuïstiek”.

Kritiek op ‘haar vatenaanpak’Terrorismeonderzoeker Francesco Ragaz-zi doet voor de Universiteit Leiden onder-zoek naar de effecten van antiradicalise-ringsbeleid. Hij heeft kritiek op de Neder-landse ‘haar vatenaanpak’. Ragazzi: „Vo l -gens politici en terreurbestrijders moetde hele maatschappij meehelpen tegenradicalisering. Dat lijkt een goed idee,want niemand wil toch een aanslag? Maarsommige beroepen draaien om vertrou-wen. De relatie tussen dokter en patiënt isstrikt vertrouwelijk, maar waarin ver-schilt die van de relatie tussen leraar enleerling of tussen een jongerenwerker eneen jongen uit de Schilderswijk? Ze kun-nen alleen een luisterend oor bieden alsde persoon die ze begeleiden weet dat zijniet praten tegen een politieagent. Eenpuber hoort op school of tegen een jonge-renwerker vrijuit zijn mening te kunnenge ve n . Het is onverstandig om ideeën on-middellijk te criminaliseren.”

De Rotterdamse moskeeorganisatieSPIOR, die vorig jaar 15 sleutelfigurentrainde, erkent dat er zorgen zijn. „Wi jzijn niet de ‘m o s l i m o p s p o r i ng s d i e n s t ’”,zegt directeur Marianne Vorthoren. Desleutelpersonen van haar organisatieconcentreren zich daarom op het organi-seren van debatten over radicalisering, enhet adviseren van jongeren en ouders.

Toch blijft de overheid de moslimge-meenschap oproepen radicalisering temelden. Aboutaleb zei het nog na Pasen,toen er terreurverdachten in Rotterdamwerden opgepakt: „Als er iets verandertin het patroon van de mensen om je heen,en je maakt je daar zorgen over, neem dancontact op met de politie.”

Is het reëel om dat van de moslimge-meenschap te vragen? Vorthoren: „Abou-taleb doet een moreel appel en dat is be-grijpelijk. Maar wat zijn verdachte signa-len? Je kunt niet zeggen: Die man draagteen djellaba, ik ga naar de politie.” Als Vor-thoren een jongen spreekt die de gewa-pende jihad in Syrië rechtvaardigt, is datvoor haar reden voor een melding? Vor-thoren: „Ik zou eerst het gesprek aangaan.Wat bedoelt die jongen daarmee? Ik ga erniet meteen mee naar de politie. Als je eenaanslag kunt voorkomen is melden goed,maar ik wil niet dat Nederland een landwordt waarin iedereen elkaar bespiedt.”

Met medewerking van Bas Blokker en FreekS c h rave s a n d e

»

Moskeever te genwoordigerszeggen: in mijn moskee is nietsaan de handRotterdamse onderwijzer

B ove n : Imam van de Blauwe Moskee met zijn zoon en rechts leraar Sofyan Mbarki. Links:Wijkagent Dwight van van de Vijver in Kanaleneiland aan het werk. Re c h t s o n d e r : de Blauwe Moskee Amsterdam.

FOTO

’S DAVID VAN DAM