Hoor jij wat ik geloof

92

description

EEN PERSOONLIJK EVALUATIEVERSLAG VANTWEE JAAR WERKEN MET KOREN VANUITVERSCHILLENDE RELIGIEUZE TRADITIES

Transcript of Hoor jij wat ik geloof

Page 1: Hoor jij wat ik geloof
Page 2: Hoor jij wat ik geloof
Page 3: Hoor jij wat ik geloof

CONNY GROOT CATHARSIS PRODUCTIES

EEN PERSOONLIJK EVALUATIEVERSLAG VAN TWEE JAAR WERKEN MET KOREN VANUIT VERSCHILLENDE RELIGIEUZE TRADITIES

Page 4: Hoor jij wat ik geloof

Meisjes vaN kiNdeRkOOR NelsON MaNdela uiT de kaapveRdiaaNse paROChie 2009

Page 5: Hoor jij wat ik geloof

vOORWOORd

Kosmopolis Rotterdam zet zich in 2009 en 2010 in om

zangers en musici uit de gebedshuizen van de havenstad

met elkaar in contact te brengen op basis van hun gedeelde

liefde voor de muziek: met eigen repertoire, het repertoire

van andere levensovertuigingen en — samen — nieuw

repertoire. In deze uitwisseling verschilt het programma

fundamenteel van de meeste programma’s met religieuze

muziek, die — hoe welklinkend ook — een opeenvolging

zijn van afzonderlijke repertoires uit afzonderlijke

levensovertuigingen. Een interreligieus programma

houdt een intensief proces van scouten, overtuigen en

enthousiasmeren in, om uiteindelijk met meer dan 400

mensen in 2009 en 2010 concerten te maken, verspreid

over de wereldlijke en religieuze plekken in wijken en

het culturele hart van Rotterdam.

Page 6: Hoor jij wat ik geloof

Uitgangspunt is dat veel [amateur]kunst in de stad verborgen blijft achter de mu-

ren van kerken, moskeeën en tempels. Mijn zoektocht voor Kosmopolis Rotterdam

spitst zich toe op muziek. Idee is dat cultuur in de religieuze ruimte cultuur blijft

en het startpunt kan zijn voor presentaties elders in de stad. Het kan een eerste

stap zijn naar verbinding en cultuurdeelname. Spannend is het verschil in beteke-

nis tussen de devotie van religieuze muziek binnen de godshuizen en de culturele

muziek in de Kosmopolis programma’s.

Voorbeeld uit [S]preekkoren 2009 Eén van de gospelgroepen All for Jesus

studeert een nummer in met Marokkaanse moslimkinderen. Het bevat de tekst

Christ has risen from the dead. De Marokkaanse kinderen van het koor Al Wahda

maken er niet zo’n punt van. De ouders van de kinderen echter wel. Tijdens de

repetitie wordt kort overlegd en besloten de kerstversie te zingen: Christ was born in

Bethlehem, een feit dat ook door moslims wordt erkend en gewaardeerd.

Artistieke schatten zijn er te vinden, in de moskeeën, tempels en [migranten]

kerken van Rotterdam. De erkenning voor de culturele waarde van hun muziek

motiveert de mensen die er intensief mee bezig zijn. Het vergroot het cultuur-

bereik want mensen worden nu aangesproken op hun eigen bijdrage aan de

[amateur]kunst, terwijl vaak hun afwezigheid bij reguliere [gesubsidieerde] acti-

viteiten de nadruk krijgt. Als een voren ben ik door het rijke religieuze landschap

van de havenstad getrokken. Lang niet alles komt aan het licht. Voor sommige

gemeenschappen is de stap naar deelname aan een interreligieus, intercultureel

programma een ‘Erasmusbrug’ te ver. Daar gaan soms investeringen van maanden

verloren. Voor de langere termijn zijn er eerste contacten gelegd. Kinderen van

het koor Al Wahda maken er niet zo’n punt van. De ouders van de kinderen echter

wel. Tijdens de repetitie wordt kort overlegd en besloten de kerstversie te zingen:

Page 7: Hoor jij wat ik geloof

Christ was born in Bethlehem, een feit dat ook door moslims wordt erkend en

gewaardeerd.

Na scouten en werving begint het echte werk: mensen samenbrengen en

kijken of ze iets met elkaar en de muziek van de ander kunnen. Want de keuze voor

een interreligieus programma is een keuze voor het werken met groepen binnen

hun eigen gemeenschappen. Daar blijkt dat muziek de universele taal is die een

groot deel van de verschillen overbrugt of in elk geval compromissen makkelijker

maakt. Men herkent elkaar op muzikaliteit en vindt, met de verschillen en over-

eenkomsten, een basis voor dialoog. Soefi met gospel, islam met Michael Jackson,

hindoe met zevende-dags adventisten. Het is mogelijk omdat de waardering voor

de religieus of cultureel bepaalde bijdrage de basis is van de eerste stap naar buiten.

al Wahda MeT Op de vOORGRONd heikO dijkeR MeT ledeN vaN hiNdO kOOR Olv RiChi

Page 8: Hoor jij wat ik geloof

‘ik heb tijdens het maken van dit programma veel gehad aan mijn protestante achtergrond die het makkelijker maakte om de verschillende overtuigingen en hoeveel deze voor mensen betekenen, te begrijpen’. Rotterdam december 2011, Conny Groot programmamaker

iN kOOR 2009 en [s]preekkoren, hoor jij wat ik geloof? 2010

Page 9: Hoor jij wat ik geloof

Culturele en religieuze verdraagzaam-heid zijn typisch Nederlandse waarden, leerden we op school. Maar sinds 11 september 2001 en de zegetocht van pim Fortuyn zoeken onderdrukte emoties zich een weg naar de opper-vlakte. Net als elders in de westerse wereld liegt het ongenoegen over immigratie en het wantrouwen tegen moslims er niet om. Wat is er in die korte tijd met Nederland gebeurd?

voorbij de onschuld Baukje Prins

Page 10: Hoor jij wat ik geloof

10 spaaNsTaliG kOOR vaN de kaThOlieke saGRada FaMilia keRk 2010

Page 11: Hoor jij wat ik geloof

iNdex

12 iNleidiNG14 leesWijZeR20 de pROjeCTeN eN pROCesseN62 de lesseN vaN iN kOOR eN [s]pReekkOReN76 Blik Op de TOekOMsT78 epilOOG86 deelNeMeRs88 suMMaRY iN ChOiR90 liTeRaTuuRlijsT

Page 12: Hoor jij wat ik geloof

12

iNleidiNG

Het initiatief voor het interreligieuze korenprogramma

is van Kosmopolis Rotterdam, een jonge culturele orga-

nisatie die verschillende disciplines inzet om mensen

met uiteenlopende achtergronden te prikkelen om verder

te kijken dan beeldvorming of een eerste indruk. Kunst

is een uitstekend medium om mensen uit te nodigen de

wereld van anderen te betreden en nieuwe invloeden en

inzichten toe te laten. Kosmopolis Rotterdam doet dit vijf

jaar met inzet van cultuur, debat, en programma’s over

uiteenlopende onderwerpen.

In Utrecht en Den Haag zijn gelijknamige organisaties

waartussen een levendige samenwerking bestaat.

Page 13: Hoor jij wat ik geloof

13

Kosmopolis Utrecht onderscheidt zich onder andere door

in een festivalvorm aandacht te geven aan het soefisme.

Voor Kosmopolis Rotterdam is het in 2008 — 2009 de

eerste keer dat zij muziek inzet om zangers en musici uit

diverse geloofsgemeenschappen te stimuleren elkaars

werelden te betreden door samen het eigen, andermans en

nieuw repertoire te zingen. Criterium in de keuze van de

groepen is dat zij uit gemeenschappen komen die vitaal en

in ontwikkeling zijn. Juist het samen zingen van repertoire

uit de religieuze muziektraditie van een ander, en met an-

dere opvattingen, brengt debat en vervolgens identificatie

op gang door herkenning op gemeenschappelijke waarden

en muzikaliteit.

Page 14: Hoor jij wat ik geloof

de iMaM vaN de MevalaNa MOskee iN eeN iNTeRvieW MeT CONNY GROOT 2010

Page 15: Hoor jij wat ik geloof
Page 16: Hoor jij wat ik geloof

16

leesWijZeR

Kunstfactor was, als de landelijke instelling op het gebied

van amateurkunst en met speciale aandacht voor de relatie

tussen religie en kunstbeoefening, benieuwd naar de

lessen die geleerd kunnen worden uit een aanpak als deze.

In deze publicatie doe ik — met de doelstellingen van

Kosmopolis en Kunstfactor in gedachten — verslag van

mijn religieuze ontdekkingsreis door Rotterdam en werk-

wijze om ervaringen en expertise te delen met anderen.

Het hoofdstuk De lessen van in Koor/[S]Preekkoren is

gewijd aan het de vier W’s: Wat hebben we gedaan, met

Wie en Waar en Waarom en natuurlijk ook Hoe. Hoofdstuk

drie gaat over de ‘lessen’ die zijn geleerd: communicatie

Page 17: Hoor jij wat ik geloof

17

en werving, en hoe intensief dat is. Leiderschap of juist

ondersteunen, is de vraag. Hoofdstuk vier kijkt naar de

toekomst. Hoe gaat nu verder? Wat gebeurt er nog met de

koren en, belangrijker, wat doen we zelf?

In de epiloog volgt een beschouwing van Sandra

Trienekens op de projecten IN KOOR/[S]preekkoren en

het voorliggende verslag. In de bijlagen zit een overzicht

van alle groepen waarmee Kosmopolis van 2008 tot en met

2010 haar programma’s heeft gemaakt.

Page 18: Hoor jij wat ik geloof

18

Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten. laat ieder zoveel geven als hij zelf besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie blijmoedig geeft. kor. 9: 6-10

Page 19: Hoor jij wat ik geloof

Ne’MaTOllahi saFialishahi suFi ORdeR 2010

Page 20: Hoor jij wat ik geloof

20

de pROjeCTeN eN pROCesseN

Fietsend door Rotterdam, of gewoon om de hoek van mijn

werkruimte, zie ik tal van religieuze gebouwen dan wel

gebouwen die deze functie eens hadden. In het wilde weg

overal naar binnen gaan, is weinig effectief. In de bespre-

king met Kosmopolis is de selectie van de groepen, hun

muziekstijlen en religieuze origine aan bod gekomen. Gaat

het om een representatie van de verschillende mono- en

polytheïstische overtuigingen met een demografisch ver-

antwoord aandeel islam, christendom, jodendom, hindoes?

Of voeren andere criteria de boventoon?

Page 21: Hoor jij wat ik geloof

21

‘Wij zijn opener geworden naar andere groepen. Wat betreft zang hebben we veel geleerd. Onder andere om meerstemmige nummers te zingen en om voor groepen op te treden. het lijkt ons leuk om nog eens deel te nemen aan een interreligieus muziekpro-gramma, maar het moet wel in te plannen zijn.’ Paulo Bouwman van de kaapverdiaanse groep Nelson Mandela

Page 22: Hoor jij wat ik geloof

ChiNese kiNdeReN saMeN MeT de kiNdeReN vaN aNasheedkOOR al Wahda 2010

Page 23: Hoor jij wat ik geloof

23

Tijdens IN KOOR [2009] gaat het om overtuigingen die dynamisch en in

ontwikkeling zijn. Veel van deze overtuigingen en hun overtuigingskracht kom ik

tegen in de wereldmuziek. Het transnationale karakter van veel migrantenkerken,

moskeeën en tempels lijkt de weg vrij te maken voor hun muziek en tevens naar

podia als IN KOOR. Soms betreft het ook totaal nieuwe kerkgenootschappen uit

de religieuze revival van onder andere Antilliaanse en Afrikaanse origine, vaak op

Amerikaanse leest geschoeid.

Om met de inventarisatie van de Rotterdamse koren te beginnen heb ik een aantal ingangen gebruikt: In 2001, toen Rotterdam Culturele Hoofdstad

werd, bracht de Rotterdamse Kunststichting het programma PREKEN VOOR

ANDERMANS PAROCHIE: een programma waarin de imam in de kerk preekte,

de priester in de moskee, de predikant in de hindoetempel. Als grote fan van het

programma heb ik weinig preken gemist. Voor IN KOOR was dit een goed start-

punt om te kijken welke gemeenschappen meededen en of er gezongen werd.

In 2008 verschijnen er twee rapporten over de effectiviteit van het welzijns-

werk binnen geloofsgemeenschappen. Hieruit blijkt dat vele miljoenen worden

bespaard doordat bijvoorbeeld verenigingen van moskeeën huiswerkbegeleiding,

opvoedbegeleiding en dergelijke bieden.1 Ook van de daarin opgenomen lijst van

betrokken genootschappen heb ik gebruik gemaakt. Ik gebruikte ingangen in het

eerder genoemde circuit van de wereldmuziek met muzikaal leiders, die zowel

binnen als buiten de geloofsgemeenschappen actief zijn. Deze muzikale invloeden

zijn te vinden op de afdeling wereldmuziek van de SKVR, het netwerk van het

WMDC en Kosmopolis, waar Karen Klijnhout, de voormalige programmeur van

het Wereldmuseum werkt.

1 keRkeN eN MOskeeëN ONdeR de WMO EEN VERKENNEND ONDERZOEK NAAR KANSEN EN bEDREIGINGEN. MAAIKE DAUTZENbERG, MARCO VAN WESTERLAAK. DSP-GROEP. Tel je ZeGeNiNGeN HET MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT VAN CHRISTELIJKE KERKEN IN ROTTERDAM EN HUN bIJDRAGE AAN DE SOCIALE COHESIE, J. CASTILLO GUERRA, M. GLASHOU- WER J. KREGTING, NIM ROTTERDAM, 2008

Page 24: Hoor jij wat ik geloof

24

Overige ingangen vond ik in mijn eigen netwerk van zangers en sleutelfigu-

ren uit verschillende culturen. Daar zit veel kennis over de eigen geloofsgemeen-

schappen. Vaak van Caribische en Chinese origine en uit Kaapverdië.En dan

begint het proces van kennismaken. Vaak vragen kunstinstellingen mij hoe het

komt dat in de programma’s waaraan ik werk zoveel mensen van verschillende

origine meedoen. Meestal kijk ik eerst moeilijk en fluister ze dan het geheim in:

‘Achter je bureau vandaan komen.’ Beetje flauw, maar toch waar. Een wijze les van

een goede vriend, Hubert Atjak, theaterdirecteur en als Chinese Surinamer in

de jaren ’70, de eerste op een dergelijk niveau in de cultuur van Amsterdam. Hij

zei in de jaren ’80 al: ‘Conny, weet je, allochtonen zijn net mensen.’ En inderdaad,

mensen die het raar vinden als je één keer binnen komt stormen en meteen vraagt

of ze met hun ziel en zaligheid mee willen doen. Het zijn gewoon mensen die het

op prijs stellen om eerst een relatie op te bouwen. Zij willen grip hebben op hun rol

in het plan van een kunstinstelling. Wederkerigheid is in deze het sleutelwoord.

Daarom ga ik eerst naar tal van diensten om te kijken, te luisteren en te

leren. De tweede of derde keer dat ik een dienst bijwoon, komen mensen meestal

vanzelf naar me toe om te vragen of ik iets meedrink na de dienst. Dit is een goede

gelegenheid om de ideeën aan hen voor te leggen. Meestal is het wel zo dat de

muzikaal leiders van de betreffende geloofsgemeenschap graag mee willen doen,

uit trots op de prestaties van hun koren en vaak ook om de eigen zangers kansen

te bieden. Zij zijn vaak de brug naar de voorgangers en besturen. De ontvangst bij

deze laatsten is onzeker en wisselend in enthousiasme en bereidwilligheid.

Enkele voorbeelden: De Chinese zendingskerk aan de Boompjesstraat is een

grote gemeenschap waar in het Chinees en Nederlands wordt gepreekt. Uit eerdere

contacten met het Chinees Cultureel Centrum weet ik wanneer ik het beste kan

Page 25: Hoor jij wat ik geloof

25 kiNdeRkOOR NelsON MaNdela 2009

Page 26: Hoor jij wat ik geloof

26

gaan. Ik word allerhartelijkst ontvangen door bekenden en volg de dienst met

stijgende verbazing. Als ik dacht dat de hel en verdoemenis uit mijn jeugd erg

waren, dan word ik vervuld van medelijden met de Chinese kinderen die dat in

het kwadraat over zich heen krijgen. Het verhaal komt er in het kort op neer dat de

eindtijd aanbreekt en dat miljarden van ongelovigen zullen omkomen. De gelo-

vigen daarentegen worden zonder een fysiek spoor achter te laten opgenomen in

de hemel. Zo extreem als ik de preek ervaar, zo vriendelijk is de opvang na afloop.

Nee, men kan niet met het Kosmopolis programma meedoen, want er is veel werk

aan de winkel om de miljarden te redden. Dan leidt zo’n zangprogramma alleen

maar af. Een ander voorbeeld dat veel positiever uitpakt zijn de contacten met de

Kaapverdiaanse katholieke kerk aan de Korfmakersstraat. Deze kerk kent een

aantal koren: een kinderkoor en een koor voor volwassenen. Ze worden geleid door

musici die ook in het wereldmuziekcircuit actief zijn, onder anderen Paulo Bouw-

man en Joao Ortet. De Kaapverdiaanse gemeenschap van Rotterdam is internatio-

naal bekend om de grote talenten die zijn voorbrengt, zoals Lobrano..

Page 27: Hoor jij wat ik geloof

27

‘Wij zijn opener geworden naar andere groepen. Wat betreft zang hebben we veel geleerd. Onder andere om meer-stemmige nummers te zingen en om voor groepen op te treden. het lijkt ons leuk om nog eens deel te nemen aan een interreligieus muziekprogramma, maar het moet wel in te plannen zijn.’

Paulo Bouwman van de kaapverdiaanse groep Nelson Mandela

Page 28: Hoor jij wat ik geloof

28

WeRviNG eN seleCTie iN kOORHet criterium van Kosmopolis — in 2009 gaat het vooral om groepen uit religi-euze overtuigingen die dynamisch en in beweging zijn — maakt de tocht des te

interessanter. Het maakt het obligate betrekken van een representatieve dwars-

doorsnede overbodig. Want waar is de aanwas en in welke stromingen zijn interes-

sante ontwikkelingen gaande?

Welke kOReNHindoes uit Suriname zijn prominent aanwezig in de wereldmuziek en in de

mandirs. Tablaspeler Heiko Dijker geeft aan de SKVR les aan hindoeïstische kids

op zoek naar hun roots en speelt in religieuze en wereldlijke omgeving van alle

muzikale denominaties. Tijdens IN KOOR [2009] speelt hij onder meer met

Richi Dir uit de Sal Mandir.

MeeT aNd GReeT MeT MaalTijd iN hildeGaRdiskeRk isM CulTuRele kaRavaaN 2009

Page 29: Hoor jij wat ik geloof

29

De islam is sterk vertegenwoordigd in Rotterdam met tal van Turkse,

Marokkaanse en andere moskeeën. De discussie over de rol van muziek en zang

in deze religie zorgt voor een levendig debat waarbij onder andere Tariq Ramadan

wordt betrokken. Dat dit soms best ver gaat, maakte ik mee tijdens een Marok-

kaanse islamitische dag in Theater Zuidplein. In streng islamitische kringen is

cultuur net zo ’verdacht’ als in mijn gereformeerde jeugd. Muziek mag alleen als

het anasheed is, ofwel de lof van God bezingt. Een jong meisje in de zaal legde haar

twijfel aan Tariq Ramadan voor; ze hoorde soms muziek in haar hoofd. Was dat

dan niet haram, de Arabische variant van zondig? Ramadan stelde haar gerust

dat het met muziek in je hoofd zo’n vaart niet loopt. Anasheed koor Al Wadha van

Marokkaanse origine vervult een belangrijke functie in de verbindingen tussen

cultuur en religie. Kinderen en jongeren die bij hen meedoen, zingen anasheed

en eigen nieuw geschreven repertoire. Ze zingen op tal van podia en worden veel

gevraagd. Dat het één het ander niet hoeft uit te sluiten, laten hun muzikaal leiders

zien die zowel nauw betrokken zijn bij de moskee en het Rotterdamse religieuze

leven als bij cultuur. Dit koor vormde een hoeksteen van het 2009 en 2010 pro-

gramma van Kosmopolis.

Gospel in al haar variaties is te vinden in de Evangelische Broedergemeente

[EBG] en tal van katholieke en protestante migrantengemeenten, alsook in revi-

valachtige nieuwe gemeenten waar continuïteit nog wordt opgebouwd. Wel zijn er

duidelijke verschillen in mate waarin [black] gospel de kerkzang beïnvloedt, te

onderscheiden: Koren Gloria, Good Spirit en Excelsis.

Page 30: Hoor jij wat ik geloof

sOlisT jOhaN heRBeRT vaN de evaNGelisChe BROedeRGeMeeNTe MeT ledeN vaN haRi kRishNa 2010

Page 31: Hoor jij wat ik geloof
Page 32: Hoor jij wat ik geloof

32

‘ik heb de deelname aan [s]preekkoren als positief ervaren, vooral vanwege het sociale karakter. Mensen die normaal gesproken niet snel samen zullen komen, kwamen nu wel samen. ik vind dat de doelstelling van kosmopolis duidelijk geformuleerd moet worden. het is onrealistisch

kiNdeRWORkshOp TijdeNs slOTMaNiFesTaaTie (s)pReekkOReN iN de sChOuWBuRG 2010

Page 33: Hoor jij wat ik geloof

33

om te denken dat je geloven samen kunt brengen. je krijgt bijvoorbeeld weinig samenwerking als je met z’n allen voor shiva gaat bidden. dat mag kosmopolis ook niet verwachten van de deelnemers. het moet duidelijker gesteld worden dat het gaat om het sociaal-culturele aspect. Om mensen samen brengen, en dus niet om gelo-vigen samen te brengen. ik vind dat geloof iets persoonlijks is. verwachten dat het ene geloof meezingt of meebid met het andere geloof, is voor mij als aan een moeder vragen haar kind te verloochenen.’

Johan Herbert van de evangelische Broedergemeente

Page 34: Hoor jij wat ik geloof

34

Een goed voorbeeld van eigenstandig religie beleven en uiten is de muziek

van Joany Muskiet. Zij zingt en getuigt in allerlei verschillende kerken en wint

iedereen voor zich met haar prachtige stem en oprechte overtuiging.

De Kaapverdiaanse gemeenschap laat hun muziek niet zomaar onder de

term gospel scharen, hoewel hun muziek, net als die van de groepen genoemd bij

punt c., ook duidelijk afkomstig is van de Afrikaanse diaspora. Hun uitgespro-

ken katholieke inslag in een Rotterdamse vertaling maakt dat hun muziek een

combinatie is van gospel, kerkzang en Portugese kerkmuziek: kinderkoor Nelson

Mandela.

Een verrassing is de deelname van het Apostolisch Genootschap. Zij delen

met tal van andere groepen de overtuiging dat verbinding en verheffing tot het

hogere belangrijke spirituele waarden zijn. Daarbij beschikken ze over een goed

getraind koor met prachtige zangstemmen: een aanwinst.

Rotterdam kent nog een paar katholieke gemeenschappen die het gregori-

aans beheersen. Weinigen weten dat het gregoriaans in de wereldwijde ‘Reli Top

Tien’ op nummer één staat. Broeders en leken zingen samen in de kerk annex

klooster Het Steiger het ochtendgebed. Ik wil niets liever dan deze prachtige

gedragen muziek en deze oude broeders betrekken. Het blijkt onrealistisch: de

jongste is 74 jaar en moet de anderen, van wie sommigen al in de 90, meeslepen.

Wel raden ze me aan om met de Schola Cantorum van Dordrecht — met veel

Rotterdamse leden en optredens — contact op te nemen. Ben Odijk, leider van

de Scola is enthousiast en zeer onderlegd. Ook zij doen mee.

Page 35: Hoor jij wat ik geloof

35

‘We hebben geput uit hun eigen muziekprogramma. de soefi’s hadden Rumi en er waren boeken vol gedichten. de keuze om in het gregoriaans te zingen was heel be-wust. het leuke was dat je elkaars muziek ging zingen. vooral binnen de eigen groep was er sprake van wederzijdse beïnvloeding. de be-geleiding door Turkse instrumenten was een hele nieuwe ervaring. ik had alleen contact met de soefi’s en Turkse muzikanten; er was geen reden om met anderen contact te

Page 36: Hoor jij wat ik geloof

36

zoeken. de openheid naar andere groepen is de grootste verandering die ik heb gezien binnen de groep. de uitnodiging om op te treden bij het Ramadan Festival werd bijvoor-beeld meteen positief beantwoord. voorheen zou dat niet zo geweest zijn.’

Ben Odijk van het gregoriaanse koor

Page 37: Hoor jij wat ik geloof

37

Uiteindelijk deden er in 2009 twintig koren en groepen mee, te weten: indian Music Circle, sal Mandir, Turks klassiek koor, al Wahda, excelsis, Gloria, Good spirit, power of love, joany Muskiet cs, all for jesus, kinderkoor Nelson Mandela, apostolisch Genootschap, soefi Band, interkerkelijk koor schola Cantorum, Nahim avçi en leerlingen, Treshold society, stadhuiskoor, Filipijns koor, alevitische Balamagroep en hakuna Matata.

GeMeNGd kOOR

Page 38: Hoor jij wat ik geloof

38

saMeNWeRkiNG MeT MuZikaal leideRsDe doelstelling van 2009 zijn ambitieus: zeven kleinere concerten waarbij 3 à 4

groepen samen zingen, leidend naar een groots opgezet slotconcert in de Laurens-

kerk, waarbij alle groepen samenkomen.

De relatie met de circa vijftien muzikaal leiders voor het maken en samen-

stellen van de concerten is van vitaal belang. Zij kennen hun groepen het best, zij

staan het meest open voor muzikale verbindingen met andere overtuigingen en,

last but not least, zij houden allemaal ontzettend veel van muziek. De muzikaal

leiders worden de ankers van het 2009 programma. De structuur, ook financieel,

is gebaseerd op hun betrokkenheid; zij ontvangen een honorarium dat zij naar

eigen inzicht delen met hun zangers en musici. Verschillende ontmoetingen

worden opgezet om iedereen met elkaars opvattingen en muzikale voorkeuren te

laten kennismaken. Het is grappig als vooringenomenheden, op basis van muziek-

tradities, worden gelogenstraft. Een voorbeeld: het leek me interessant om een

combinatie te maken tussen muziekstijlen afkomstig uit de Afrikaanse diaspora,

gospel en Kaapverdiaans. De muzikaal leiders van de groepen kwamen samen en

toen bleek dat de Kaapverdiaanse groep het veel beter met de soefi’s kon vinden

dan verwacht. De gregoriaanse muzikaal leider had meteen veel affiniteit met

de muziek uit de Turkse islam. Tijdens het hele programma blijken persoonlijke

sympathieën belangrijk.

Page 39: Hoor jij wat ik geloof

OveR de sTReep TRekkeNDe werkwijze uit 2009 valt het best te beschrijven als wederkerig, gebaseerd op

ideeën en inbreng van de muzikaal leiders en de programmamaker. De groepen die

hebben meegedaan in 2009 hebben dat vrijwillig gedaan. Of men daadwerkelijk

veel tijd in gesprekken en repetities gaat steken, hangt af van een aantal factoren:

› steun vanuit de eigen religieuze gemeenschap;

› eigen bevlogenheid voor muziek;

› eigen inzicht in de verbindende rol van muziek;

› de wens om de samenleving positief te beïnvloeden als het gaat om haar houding

jegens religieuze en culturele uitingen van de gemeenschap. Vooral de acceptatie

en toekomstperspectieven van de kinderen zijn daarin doorslaggevend.

Veel inzet gaat naar het verkennen, scouten, gesprekken voeren en mensen over de

streep trekken. Mensen over de streep trekken en vrijwilligheid zijn in deze werk-

wijze elkaar versterkende energieën, waar het gaat om deelname van groepen met

puBliek lauReNskeRk 2009 [600 peRsONeN]

Page 40: Hoor jij wat ik geloof

40

een vrij grote afstand tot de reguliere samenleving en waardering van hun muziek

als amateurkunst. Het is geen onwil, eerder een kwestie van prioriteiten en beschik-

baarheid. Binnen religieuze gemeenschappen geldt hetzelfde als bij maatschappe-

lijke participatie: mensen die het meeste bijdragen, hebben het meestal het drukst.

Het gaat om een groeiend inzicht dat de eigen gemeenschap in het bijzonder en de

Rotterdamse samenleving als geheel gebaat zijn bij verbindingen.

De bevestiging van de muzikaal leiders in hun artistiek/religieuze brug-

functie loont: de voorconcerten in kerken en op podia zijn van hoog niveau en de

betrokkenheid van koorleden en musici is groot. Als uiteindelijk alle 250 zangers

met musici en leiders het slotconcert in de Laurenskerk maken, is deze met 600

bezoekers helemaal vol. Peter Maissan, componist en dirigent stelt met de leiders

het programma samen. Daarbij gaat het vooral om een combinatie van de sterkste

onderdelen van de voorconcerten. Als hij in de Laurenskerk een zanger van

Anasheed koor Al Wahda vraagt om de oproep tot het gebed vanaf het eeuwenoude

preekgestoelte te doen, wordt het even heel stil en staat het kippenvel me op

de armen.

Page 41: Hoor jij wat ik geloof

41

WaaR Te BeGiNNeN [s]pReekkOReN, hOOR jij WaT ik GelOOF? [2010]Het programma van IN KOOR [2009] was — nog wat rafelig aan de randjes —

inhoudelijk en artistiek heel sterk. De criteria werden gerealiseerd:

› dynamisch en in ontwikkeling;

› interreligieus, eigen, ander en nieuw repertoire brengen en daardoor elkaars

leefwerelden betreden;

› bevestiging en waardering voor religieuze en culturele diversiteit.

En meer dan dat, de concerten in de eigen omgeving en de Laurenskerk zijn goed

en met veel waardering bezocht. Het is tijd voor een volgende stap. De groepen uit

2009 en hun muzikaal leiders zijn redelijk te scouten op wereldmuziekpodia en de

toegankelijke religieuze gemeenschappen. Voor het programma van 2010 is het de

wens om een slag dieper te gaan in de poriën van de stad. Ik ga op zoek naar revi-

val gemeenschappen, andere moskeeën en waag een poging om traditionele kerken

te linken aan nieuwkomers.

De grote hoeveelheid concerten van 2009 wordt teruggebracht naar drie

grote concerten in stadswijken met een interdisciplinaire afsluiting in de Rotter-

damse Schouwburg. Een reden om de titel te vernieuwen is dat, behalve muziek,

ook theater, mode en preken meedoen in parallelprogramma’s. Carlo Balemans,

dirigent en docent community arts aan het Codarts conservatorium wordt ge-

vraagd om samen met de muzikaal leiders een artistieke lijn in het programma

aan te brengen. Mijn zoektocht naar nieuwe groepen en oude kerken begint

opnieuw en brengt me van de uithoeken van de stad naar de traditionele kerken.

Page 42: Hoor jij wat ik geloof

aZiZ BekkaOui MeT dOR heM Geklede kOReN iN de ROTTeRdaMse sChOuWBuRG 2010

Page 43: Hoor jij wat ik geloof
Page 44: Hoor jij wat ik geloof

44

WeRviNG eN seleCTie [s]pReekkOReN [2010]Ik begin met de revivalkerken. Op zondagochtend vallen grote groepen mensen

op die allerlei gebouwen binnengaan die nou niet meteen als kerk te herkennen

zijn. In gidsen en op websites zijn deze vaak ook niet te vinden. Regelmatig stap ik

van de fiets en vraag de mensen waar ze naartoe gaan. Het gaat om Ghanese dien-

sten, Antilliaanse revival en nog veel meer. Tijdens een wat langer gesprek blijkt

vaak dat mensen eerst in Nederland aangekomen naar diensten in de moederkerk

zijn gegaan: Hervormd, Luthers, Evangelische Broedergemeente. Daar aangeko-

men missen zij de overtuiging en de passie uit het thuisland. Men gaat op zoek en

komt uit bij verschillende migrantengemeenten. Met drie daarvan bouw ik in de

loop van 2010 een band op.

Welke kOReNVictory Outreach [VO], gevestigd in Rotterdam–Zuid, is opgezet naar Amerikaans

voorbeeld. Zij houden gepassioneerde diensten met veel — en goede — muziek en

lange preken waarin redding en verlossing centraal staan. De Rotterdamse vesti-

ging wordt geleid door twee ex-verslaafden uit Amsterdam-Zuidoost, die dankzij

VO tot geloof en afkicken zijn gekomen. Ze zijn enorm gedreven en pastor Jerry

is naast een begenadigd spreker een goede voorzanger en charismatisch aantrek-

kelijk. Een groot deel van de gelovigen is ex-verslaafde en de zending van VO is

sterk op deze groep gericht. Verslaafden komen in VO huizen, kicken cold turkey af

en leveren tegelijkertijd hun geld en vrijheden in. Daarbij zingen zij in het Choir of

Miracles van de gemeenschap. Daar aas ik meteen op, omdat het theatraal en in-

houdelijk enorm aantrekkelijk is. Ik wil deze groep, die verder nergens aansluiting

vindt, bij het Kosmopolis programma betrekken. Vaak bezoek ik de diensten, praat

met pastor Jerry die geïnteresseerd is en zoek naar geschikte data waarop we bij

hen een concert kunnen maken. Uiteindelijk lukt het niet. De redenen zijn diffuus:

Page 45: Hoor jij wat ik geloof

45

het kerkbestuur wil niet, de mensen kunnen niet, de data zijn al bezet. Allemaal

concrete redenen die moeten verhullen dat het gewoon een brug te ver is. Mensen

zijn net uit de goot of zetten een eerste stap uit hun isolement; een verbinding met

andere geloven is dan nog te verwarrend. Dat is begrijpelijk en enorm spijtig.

Winst is de gewaardeerde belangstelling; de uitnodigingen voor speciale concerten

en diensten komen nog steeds binnen. Eens gaat het lukken.

De voornamelijk Antilliaanse gemeente van de zevende-dags adventisten,

ook in Rotterdam–Zuid, is zo mogelijk nog minder bekend dan Victory Outreach.

De stroming is in het nieuws geweest, omdat de leiding van de Partij voor de

Dieren er lid van is. Goed rentmeesterschap — dat wil zeggen goed voor de aarde

en de dieren — en oudtestamentische waarden als het eren van de sabbat staan

voorop. Vegetarisme hoeft niet, maar geeft wel een trap op de spirituele ladder aan.

Ik heb erover gehoord omdat de gospelgroep Gospel Society onder leiding van Leo

Davelaar ermee verbonden is. Op zaterdagochtend naar de kerk is nieuw voor mij.

De Engels/Papiamentu diensten zijn muzikaal en verlicht, in de zin van goed zijn

voor anderen en de schepping. Ik raak erdoor geïnspireerd en leg een verzoek bij

het kerkbestuur neer om bij hen een concert met andere overtuigingen te mogen

organiseren. Na maanden van overleg een afwijzing; samen met hindoes zingen

is voor hen te onoverkomelijk. Gospel Society blijft wel aan boord en repeteert

mee met de hindoes van de Hare Krishna [eigenlijk Bhakti Tempel] en de Iraanse

soefi’s. Na één repetitie blijven ze een aantal weken weg. Het is te bedreigend, te

vreemd, te anders. Daarna zijn ze er plotseling weer en doen mee, zingen prachtig

en worden ambassadeurs van de werkwijze. Als ik ernaar vraag is het antwoord

enigszins ontwijkend en valt te beluisteren dat het gewoon wat tijd nodig had

voordat er in de groep consensus was.

Page 46: Hoor jij wat ik geloof

46

Makkelijker lijkt de Molukse Pinkstergemeente in Schiebroek. Lijkt, want

zij zijn allang intercultureel en hun musici treden regelmatig met de mensen van

Victory Outreach op. Ook hier wordt het na een enthousiast begin moeizamer.

Agendaproblemen worden vaak opgevoerd, maar zijn zelden de echte reden.

Ik herken de inherente angst uit mijn jeugd voor de verleiding van andere geloven,

andere goden. Het helpt dat ik keer op keer benadruk dat als men niet mee wil

zingen met een tekst, omdat men het er niet mee eens is, dit volledig is toegestaan.

Uiteindelijk doet ook deze gemeente mee, maar ook zij zingen niet met de hindoes.

De geambieerde samenwerking met de traditionele kerken zorgt voor andere

obstakels. Na het succes van 2009 lijkt het waardevol om de cultureel diverse

groepen uit veel nieuwe gemeenschappen [opnieuw] in contact te brengen met

kiNdeRkOReN iN MevlaNa MOskee

Page 47: Hoor jij wat ik geloof

47

een aantal moederkerken. Het wordt een vruchteloze missie. Men is te druk, we

doen al zoveel, de dominee is ziek en tal van andere niet inhoudelijke redenen.

Soms moet ik me beheersen als een koorleider zegt ‘dat ze al eerder iets hebben

gedaan met die mensen’. Fijntjes vraag ik dan wie ‘die mensen’ zijn en dan blijkt

het inderdaad om vergelijkbare groepen te gaan. Eenmaal zegt een predikant

blij te zijn dat er eindelijk eens een ander kleurtje in zijn kerk is. Later mogen de

koren dan zingen tijdens het koffiedrinken na de dienst, nauwelijks het gekletter

van lepeltjes en kopjes overstemmend. Mijn eigen vraag of de inherente uitsluiting

in de traditionele kerken nog net zo erg is als in mijn jeugd, moet ik helaas beves-

tigend beantwoorden. Er is één groot verschil met de jaren ‘70: juist deze kerken,

de Lutherse, protestante Prinsenkerk en Laurenskerk, lopen nu leeg en zijn gebaat

bij nieuwe aanwas die demografisch gezien ook uit de nieuwe Nederlanders moet

komen. Bij de traditionele Essalam Moskee leeft de wens tot de interreligieuze

dialoog in de korenaanpak evenmin. De opening van deze moskee biedt een uitste-

kende gelegenheid dit negatieve beeldvorming om te keren. Maanden van praten

met bestuursleden uit binnen- en buitenland, bijgestaan door de mensen van Al

Wahda, lopen op niets uit. Een ander voorbeeld is het resultaat van zes maanden

praten met het bestuur van de Mevlana Moskee. Eerst is men zeer terughoudend

over muziek in de moskee. Na een lang gesprek met de directeur van Diyanet,

Bulent Senay [de koepel van de 150 Turkse moskeeën in Nederland] geeft men

toestemming voor een concert dat een unicum mag heten. Uit de interviews is te

lezen dat tenminste één van de leden de draaiende soefi door vrouwen veel te ver

vindt gaan.

Page 48: Hoor jij wat ik geloof

48

‘Wat betreft het contact onderling met de eigen groep heb ik geen verandering gezien. Ook op artistiek gebied heb ik niks geleerd. ik zou een volgende keer alleen weer mee willen doen aan het project als ik vooraf kan praten met de voorzitter, zodat ik mijn ideeën kan ge-ven. in mijn geloof zijn draaiende vrou-wen onacceptabel. een Turkse moslim die dit ziet, zou hier zeer boos over kun-nen worden. vrouwen mogen zich niet op die manier aan mannen laten zien.’

Semih [sazspeler] van de Mevlana Moskee

Page 49: Hoor jij wat ik geloof

49

Er zijn andere traditionele kerken en moskeeën die de slag wel maken. De

katholieke kerk op het Breeplein herbergt allang tal van nominaties en culturen

waaronder veel Antillianen. Ernaast is de Levend Woordgemeente, die waar-

schijnlijk ooit traditioneel protestant was maar nu vooral op een revivalkerk lijkt.

En natuurlijk is er de Kaapverdiaanse parochie, die katholiek is gebleven met een

vleugje Afrika.

‘Onze groep is heel enthousiast. door dit project komen we overal, zoals bij-voorbeeld bij de iftar en de Marokkaan-se groep. daar zouden we normaal gesproken nooit komen. We staan er voor open. er zijn vele nationaliteiten binnen onze gemeenschap.

iedereen is welkom. Na [s]preekkoren hebben we nog niet met andere religi-euze muziekgroepen samengewerkt. dit programma heeft onze groep socia-ler gemaakt. door muziek te maken

Page 50: Hoor jij wat ik geloof

50

deel je iets met elkaar. je beleeft iets samen, zingt met elkaar. je hebt de ruimte om jezelf te zijn. door het feit dat je allemaal in dezelfde taal spreekt en zingt, deel je iets met elkaar. dat geeft het gevoel samen te zijn. de on-derlinge relaties zijn intenser geworden. Bij de kerk is het allemaal routinewerk, hier niet. je moet improviseren en goed voor de dag komen tijdens het project. je wordt gemotiveerd om het nog be-ter te doen. Met betrekking tot de artis-tieke ontwikkeling is de groep meer gaan durven. de mensen bij de kerk ken je. hier treedt je op in een vreemde omgeving, voor onbekende mensen. dat is echt een verrijking.

Page 51: Hoor jij wat ik geloof

51

als onze groep in de kerk optreedt, zullen we nu eerder de andere groepen erbij vragen. iedereen heeft een an-dere naam voor God [God, allah, enz.], maar uiteindelijk is het allemaal het-zelfde. de grootste verandering die ik heb gezien binnen de groep, is dat we steeds meer ons best gaan doen om het nog beter te doen. We gaan op zangles en oefenen meer. kortom, we zoeken steun op professioneel niveau. ik zou zeker vaker willen deelnemen aan in-terreligieuze programma’s.’

Mavis van den Heuvel van Grupo Amor Y Paz uit de katholieke migrantengemeente de heilige kruisvinding

Page 52: Hoor jij wat ik geloof

52 puBliek lauReNskeRk

Page 53: Hoor jij wat ik geloof

sOuFie vROuWeN

Page 54: Hoor jij wat ik geloof

54

‘de deelname aan het project heb ik als zeer positief ervaren. ik vind het initiatief, en de gedachte achter het project, erg mooi. Ook vind ik het fijn dat mijn groep de kans krijgt om zich te laten zien aan anderen. Zelf hebben we niet voldoende geld en mankracht om zo’n groot concert neer te zetten. ik vind het erg leuk dat we door kos-mopolis de kans hebben gekregen om deel te nemen aan zo’n groot concert. Ook vind ik de sfeer en de samenwer-king van het team van kosmopolis heel prettig. je kunt echt zien dat er veel structuur was. dat er een goede groep achter stond en dat het een leuke or-ganisatie was. Conny wist alles goed onder controle te houden. de kleding

Page 55: Hoor jij wat ik geloof

BhakTi TeMpel / haRi kRishNa

Page 56: Hoor jij wat ik geloof

56

die iedereen bij het slotconcert kreeg, vond ik geweldig. Wel was het vooraf erg onduidelijk wanneer de repetities plaats zouden vinden. Ook gaf Carlo in het begin niet veel zekerheid en struc-tuur aan de groep. hij had misschien beter een assistent kunnen hebben. de communicatie met kosmopolis was wel goed. Ook over de manier waarop Conny het project heeft opgestart, ben ik zeer te spreken. de groep was erg positief. We vonden het interessant en leuk om deel te nemen aan het project. Ook was het fijn om eens de beleving van het geloof met anderen te delen. het project heeft ervoor gezorgd dat de groep nu gemotiveerder is om als groep iets te organiseren. We hadden

Page 57: Hoor jij wat ik geloof

nog nooit in deze formatie opgetreden en dit was dus een goede oefening. We hebben geleerd dat ze hartstikke sterk zijn samen. de tien minuten speeltijd in de schouwburg waren dan ook veel te kort.’

Sita Devi van hindoe – hare krishna/Bahkti Tempel

CONCeRT iN de MevlaNa MOskee MeT al Wahda, all FOR jesus eN ZaMuda

Page 58: Hoor jij wat ik geloof

58

Uiteindelijk deden in 2010 zestien koren mee, te weten: koor al Wahda, all for jesus, Bahai koor, Bhakti holland, Brahma kumaris, Filipijns koor, Gospel society, Grupo amor Y paz, hakanu Matata, ibn Battuta, Mevlana Moskee, sufi Order, praiseteam pinkstergemeente, sagrada Familia,urdu Church of pakistan, ZaMuda, en solisten linda Wagenmakers, Caitlin schaap, johan herbert en viviano esajas.

OpTRedeN kiNdeRkOReN sTadspOdiuM 2010

Page 59: Hoor jij wat ik geloof

59

saMeNWeRkiNG eN WeRkWijZe [s]pReekkOReN [2010]Wat ik niet heb voorzien in 2010 is dat de combinatie groepen met een grote

afstand tot de samenleving, dan wel kunst en cultuur in algemene zin, zich

slecht verhoudt tot de samenwerking met een muzikaal choreograaf zoals Carlo

Balemans. Wat een aanvulling had moeten worden op het 2009 concept, namelijk

iemand die het programma artistiek/muzikaal stroomlijnt, blijkt een valkuil.

De groepen uit 2010 hebben nauwelijks ervaring met podia buiten de eigen ge-

meenschap en delegeren alle leiderstaken naar Carlo: de keuze van repertoire,

het leiden van repetities, het maken van combinaties met anderen groepen. Carlo

is ervaren in het begeleiden van talentontwikkeling, al was hij door persoonlijke

en andere omstandigheden weinig beschikbaar en bereikbaar. Deze groepen zijn

met veel moeite over de streep getrokken en zitten in een heel andere fase; zij

moeten overtuigd worden van het belang en moeten enthousiast gemaakt worden

voor deelname. Voor het team betekent dit veel inspanning om iedereen aan boord

te houden. De aanwassende werking van het meenemen van de achterban naar

concerten is minder dan verwacht, omdat men teveel in zichzelf gekeerd is. Ook

de onzekerheid van de permissie van de anderen uit de geloofsgemeenschap speelt

mee. De aanname dat de combinatie van groepen met afstand en muzikale sturing

verrijkend werkt, blijkt niet te kloppen. Een erg waardevolle ontdekking, die de

kracht van het 2009 model onderstreept, is dat de combinatie van eigen muzikaal

leiders en de bevestiging van hun kennis en kunde enorm bindend werkt. Dat

was ook de bedoeling van 2010, zonder te voorzien dat het effect van de muzikaal

choreograaf zou zijn dat de eigen muzikaal leiders de verantwoordelijkheid aan

hem zouden delegeren. Uiteindelijk zijn de concerten prachtig geworden en een

aantal zeer goed bezocht. Ik heb ervan geleerd dat zo’n niet werkende synergie veel

van mijn energie kost. Heel veel energie omdat de organisatie het gat moet dichten

tussen koren en hun muzikaal leiders. Dat is heel uitputtend en ook heel lonend

Page 60: Hoor jij wat ik geloof

60

wanneer zo’n proces transparant wordt en laat zien waar de fout zit. Dat er een fout

zit, is gelukkig niet te zien en te horen tijdens de prachtige concerten. Noch tijdens

de sing along in de Rotterdamse Schouwburg, waar musicalster Linda Wagenma-

kers [uit de Molukse Pinkstergemeente] met de koren de hoogtepunten zingt uit

het hele programma.

OpTRedeN kiNdeRkOReN sTadspOdiuM 2010

Page 61: Hoor jij wat ik geloof

61 OpTRedeN FOYeR ROTTeRdaMse sChOuWBuRG 2010

Page 62: Hoor jij wat ik geloof

62

de lesseN vaN iN kOOR eN [s]pReekkOReN

Werken aan dit programma was zwaar en net zo waardevol

als het zwaar was. Stimuleren van interreligieuze dialoog

door middel van muziek kan veel bijdragen aan harmoni-

eus samenleven. Het biedt de mensen die ermee bezig zijn

waardering en ontwikkeling. De lessen vat ik samen op

praktische hoofdpunten.

Page 63: Hoor jij wat ik geloof

WeRviNG eN COMuNiCaTie Werving en communicatie kosten veel tijd want dit vraagt om het opbouwen van

goede relaties met verschillende geloofsgemeenschappen. Zijn er al goede relaties

in een andere context, bijvoorbeeld doordat een cultuurscout of –makelaar met dit

onderwerp aan de slag gaat, dan nog vraagt het proces van verbinden en uitwis-

selen veel tijd en toewijding. Door mijn opvoeding begrijp ik vrij goed waarom

getuigende [en strenge] gemeenschappen moeite hebben met de religieuze dialoog.

Dat was vaak een voordeel maar ook een belemmering, omdat ik dacht dat ik met

groeiende vertrouwen mensen wel zou kunnen overtuigen. Dat bleek — ook anno

2010 — lang niet altijd het geval.

aleviTisChe veReNiGiNG

Page 64: Hoor jij wat ik geloof

64

‘ik weet niet of al Wahda het leuk zou vinden om zelf een intercultureel of interreligieus concert te maken. Wel is het project erg aangeslagen bij de groepsleden. de meiden vonden het geweldig om sa-men te zingen, en ook waren we erg blij met de contacten die ze gemaakt hebben met de meiden van ZaMuda.’ Amal Arabou van koor al Wahda

Page 65: Hoor jij wat ik geloof

65

de saMeNWeRkiNG MeT de MuZikaal leideRs De samenwerking met de muzikaal leiders in 2009 en 2010 verschilde door de

andere opzet enorm. De vorm waarin de muzikaal leiders samen het programma

maken door onderling overleg is het meest energiek. De verdeling van de hono-

raria over de leiders en hun groepen was daarentegen weer erg gecompliceerd,

omdat de groepen onderling in omvang en beschikbaarheid enorm verschillen.

Artistiek is de samenwerking met één persoon die puur met inhoud bezig is, aan te

bevelen. Het risico is dat de muzikaal leiders zich terugtrekken en zij de artistiek

choreograaf tot dirigent bombarderen. In elk geval moeten alle betrokken leiders

en choreografen bereid zijn en in staat zijn om veelvuldig af te stemmen met de

afzonderlijke koorleden, variërend van de daar heersende overlegcultuur.

heikO dijkeR MeT RiChi dihR lauReNskeRk 2009

Page 66: Hoor jij wat ik geloof

66

de veRsChilleN TusseN de kOReNDe verschillen tussen de koren die vaak meer groepen zijn dan koren — zijn

enorm. Ervaring met buiten de eigen gemeenschap treden is doorslaggevend.

Ze begrijpen de prioriteiten die samenhangen met ergens op tijd zijn en repertoire

instuderen. Groepen met een grotere afstand begrijpen dat ook, alleen zij hebben

andere overwegingen die vaak door de eigen gemeenschap worden gedicteerd.

Juist zij hechten aan het verantwoordelijk maken van de muzikaal leiders. Les uit

2010 is dat voor deze groepen het werken met een artistiek choreograaf [nog] niet

zinvol is, omdat men zich dan terugtrekt.

Groepen met een geringe afstand tot reguliere samenleving, dan wel kunst

en cultuur, zijn in staat om met deze combinaties van verantwoordelijkheden te

excelleren: een werkvorm van eigen muzikaal leiders met een artistiek choreograaf

die zich inzet voor een artistieke lijn en talentontwikkeling. Groepen met een gro-

tere afstand zijn gebaat bij waardering en bevestiging van eigen muzikaal leiders.

Het stimuleren van uitwisseling tussen deze leiders bevordert de uitwisseling

tussen de groepen.

Page 67: Hoor jij wat ik geloof

67

de veRsChilleN TusseN de ReliGies De verschillen tussen de religies lijken niet doorslaggevend te zijn. Een sterk

getuigende inslag met de eigen waarheid als de allergrootste maakt het iets lastiger

om de uitwisseling tot stand te brengen. Het hangt bovenal af van het enthousi-

asme van personen en hun wens om, met behoud van eigen waarden, een relatie

te hebben met andere overtuigingen. Het blijkt dan niet uit te maken of men een

islamitische, christelijke, soefistische, hindoeïstische of andere achtergrond heeft.

Wat wel uitmaakt is of men bereid is andere opvattingen te respecteren en voor vol

aan te zien. Dat bleek niet het geval bij een aantal traditioneel christelijke kerken

en net zo min bij een enkele moskee of revivalkerk. Leerzaam is om te weten dat

de islam zichzelf beschouwt als een culminatie van de twee andere monotheïsten:

het jodendom en het christendom, en daarom zichzelf ziet als interreligieus per

definitie.

GRaYdON ? vaN all FOR jesus, OpTRedeN FOYeR ROTTeRdaMse sChOuWBuRG 2010

Page 68: Hoor jij wat ik geloof

68

hOe WeRkT de iNTeRReliGieuZe dialOOG iN de pRakTijk? Voor de repetitie werd voor een maaltijd gezorgd en dan vertelden de groepen iets

over hun overtuigingen. Als het ging over de liedteksten werd vaak tekst en uitleg

gevraagd. Leidend waren groepen als Al Wahda, Grupo Amor Y Paz en All for

Jesus die in een vroeg stadium tot ontdekking kwamen dat het allemaal over het-

zelfde gaat en uit hetzelfde voortkomt. Zij waren daarin zeer overtuigend en dit

werkte relativerend voor andere mensen met strenge overtuigingen worden vaak

grootgebracht met angst voor anderen. Dat vraagt om geduld en compromissen

met het aantal gezamenlijke nummers dat gezongen wordt, zodat deze groepen

eerst de ruimte kregen om zichzelf te presenteren. Het resultaat, dat bijna 400

mensen in twee jaar tijd met elkaar hebben gewerkt, gezongen, gebeden en gedis-

cussieerd en dat nog steeds doen, laat zien dat de dialoog met succes is gevoerd.

Dit gaat over de dialoog tussen de groepen onderling, de dialoog met de samenle-

ving is een andere. De belangstelling voor de concerten komt veelal uit het eigen

netwerk en mensen die positief staan tegenover verbindingen tussen culturen en

religies. De gemiddelde Rotterdammer heeft er misschien iets over gehoord van de

buren, maar de concerten in de Laurenskerk en de Rotterdamse Schouwburg heeft

hij of zij niet bezocht. De gemiddelde Rotterdammer bereiken is een investering

van jaren en behelst wellicht ook een andere aanpak. Voor nu hebben 400 mensen

samen gezongen en elkaars repertoire en leefwereld leren kennen. Een onmisken-

baar goed effect hebben de programma’s op kinderen gehad. De keuze om met

verschillende kinderkoren te werken pakte heel goed uit. Het klikte fantastisch

tussen de jongerengroepen die veel van elkaars repertoire oppikten. De ouders van

vooral islamitische en christelijke origine zijn blij met de positieve en versterkende

effecten op de jongsten die zich erdoor makkelijker in de samenleving bewegen.

Page 69: Hoor jij wat ik geloof

69

‘Onze groep bestaat uit vijftien kinderen, allemaal meisjes. de jongens zijn ermee gestopt omdat ze het niet leuk vonden om in de minderheid te zijn. het is me onbekend of de kinderen met andere culturen in aanraking komen. We staan er wel open voor om binnen de eigen gemeenschap een intercultureel concert te maken. de ervaringen met het project zijn heel positief. iedereen is heel enthousiast. het is leuk om met andere culturen in aanraking te komen en met hen te zingen. We hebben nog niet eerder met andere religieuze groepen samen gezongen. Wel hebben we met groepen gezongen die niet specifiek één geloof aanhingen, en/of ongelovig waren.

Page 70: Hoor jij wat ik geloof

70

het lijkt ons wel wat om vaker met andere interreligieuze muziekgroepen samen te zingen. door [s]preekkoren hebben we meer contacten kunnen leggen met andere interreligieuze muziekgroepen. Zo hebben we nu heel leuk contact met de Marokkaanse groep. de onderlinge relaties zijn niet veranderd. Wel heeft het project ons geïnspireerd tot meer ontwikkeling. de kinderen zijn heel enthousiast. Ze vinden het leuk dat ze op grotere podia kunnen optreden. als Conny ons nog eens belt, zullen we meteen klaarstaan om nog eens aan het project mee te doen.’

Betty Hiwatt van kinderkoor ZaMuda

Page 71: Hoor jij wat ik geloof

71

sOCiale eN aRTisTieke dOelsTelliNGeNMet het maken van een reeks interreligieuze concerten willen we in de eerste

plaats groepen uit verschillende geloofsgemeenschappen samenbrengen. Ik heb

groepen aangetroffen die ontzettend goed kunnen zingen en zich vooral daarop

richten en groepen waar het artistieke niveau minder was maar die sociaal vaar-

diger zijn. Natuurlijk zijn er ook groepen die op beide terreinen goed geëquipeerd

zijn. Door de omvang van het programma is het goed mogelijk om de grote en

kleine talenten een eigen plaats toe te kennen. Zeker met IN KOOR [2009] waar

het overleg met de muzikaal leiders goed functioneerde en met elkaar een vorm

werd gevonden waarin beide aspecten tot hun recht kwamen. In de vorm van

[S]preekkoren [2010] met een muzikaal choreograaf vraagt het bij elkaar brengen

van het sociale en het artistieke om een langer proces, waarin een open uitwisse-

ling tussen muzikaal leiders van de koren en de muzikaal choreograaf vorm kan

krijgen. Bij amateurkunst, ook als deze religieus geïnspireerd is, blijft het altijd de

vraag wat het heeft bijgedragen. In dit geval:

› een niet eerder vertoonde samenzang van circa twaalf verschillende religieuze

stromingen;

› toename in kennis van zang in de stad, waar en hoe de groepen zich verhouden

tot de samenleving ofwel hoever zij afstaan reguliere kunst en cultuur;

› een schat aan repertoire uit twaalf verschillende overtuigingen;

› zicht op een grote groep die normaal buiten beschouwing blijft in cultuurdeel-

name en die nu wellicht zelf stappen zal zetten richting cultuurdeelname.

Page 72: Hoor jij wat ik geloof

72

keRk OF sChOuWBuRGDe keuze voor de Laurenskerk als plaats voor het slotconcert in 2009 bleek gezien

het aantal bezoekers en deelnemers een heel goede. Velen die in de media het een

en ander hadden opgepikt, kwamen kijken en luisteren. Ook voor de achterban

van de groepen en koren bleek het een geschikte locatie. Technisch is het in de

Laurenskerk lastiger om met zo’n grote groep zangers en musici adequaat op te

treden. Voor 2010, met een bredere opzet met theater, debat, mode en nog veel

meer, is gekozen voor de Rotterdamse Schouwburg. Een interessante gedachte, ook

uit het oogpunt om cultuurdeelname te stimuleren; de groepen en koren zijn nu

meteen in de Schouwburg aanwezig. Het publiek bestaat vooral uit geïnteresseer-

den uit de culturele sector en anderen met een belangstelling voor het onderwerp.

De locatie — tijdens de afzonderlijke optredens van de koren overdag — heeft

peTeR FaBeR

Page 73: Hoor jij wat ik geloof

73

minder aantrekkingskracht op de achterban van de groepen. Of dit de enige reden

is, is de vraag. Vooral omdat het proces met de groepen en koren in 2010 moeiza-

mer verliep dan eerder. Tijdens het hoogtepunt, de sing along in de grote zaal van

de Schouwburg met onder anderen Linda Wagenmakers, was de achterban wel

aanwezig en zong enthousiast mee. Resumerend blijkt dat de keuze van de locatie

samenhangt met de fase van ontwikkeling. In eerste instantie dichtbij de leefwe-

reld van de deelnemers; in tweede instantie leidend tot grotere cultuurdeelname

door de keuze voor een culturele locatie. Het is dezelfde bewuste keuze die nodig

is voor het ‘muzikaal leiders model’. Dichtbij de leefwereld van de groepen bete-

kent nauw samenwerken met de eigen muzikaal leider en op locatie die dichtbij de

leefwereld ligt. Bij meer ervaring gaat het een stapje verder en leidt het naar meer

ruimte voor artistieke invloed en uitvoeringen op culturele locaties als de Schouw-

burg. De do’s en dont’s uit 2010 zijn veel meer onderscheidend dan in 2009, juist

omdat we meer hebben gedurfd. In die zin is dit hoofdstuk een pleidooi daarvoor,

omdat lef hebben veel meer aan het licht brengt en meer kennis oplevert. Het is

ook een pleidooi voor culturele en artistieke diversiteit die altijd de moeite waard

is om te stimuleren en om te verbinden. De hoogtepunten van de concerten zijn er

hoger van geworden, de dieptepunten van uitputting en verlies van groepen ook

wat dieper. Bovenal houdt het de eigen uitgangspunten en verwachtingen scherp

als het zo hier en daar wat anders loopt.

Page 74: Hoor jij wat ik geloof

74 al Wahda kiNdeRkOOR

Page 75: Hoor jij wat ik geloof

75 170 MaN/vROuW kOOR Olv CaRlO BaleMaNs iN de ROTTeRdaMse sChOuWBuRG. slOT [s]pReekkOReN 2010, 28 NOVEMbER

Page 76: Hoor jij wat ik geloof

76

Blik Op de TOekOMsT

IN KOOR/[S]preekkoren is een programma geworden

met veel invloed op mijn manier van werken. Dichtbij

de mensen in de stad, investeren in persoonlijke relaties,

coachen, versterken en altijd meer doen dan wordt

verwacht. De kritiek van de groepen was vaak niet mals,

de lof teveel en te groot. Het heeft me diep geraakt dat

mensen de beeldvorming rond bepaalde religies om

hebben durven keren en naar buiten zijn getreden, vaak

samen met hun kinderen.

Page 77: Hoor jij wat ik geloof

77

Als de interreligieuze dialoog niet allang bestond op het niveau van de mensen

onderling, in de winkel, op school, met de buren, dan was dit programma niet

mogelijk geweest. De kracht van cultuur is het aanwezige zichtbaar te maken, op te

tillen, mooier te maken en te tonen. Daaraan hebben veel mensen hun vertrouwen

gegeven. De test van een programma is altijd of de deelnemers op eigen kracht en

initiatief er mee doorgaan. Dat geldt hier zeker.

› Al Wahda nodigt de andere kinder- en jongerengroepen uit om mee te doen aan

de Kids Iftar maaltijd.

› De kinderkoren Al Wahda en Nelson Mandela openen de grote internationale

Armoedeconferentie in de Rotterdamse Doelen.

› Het gregoriaanse koor werkt door met de Turkse soefi’s.

› In samenwerking met de Turkse en Somalische moskee wordt een open dag

georganiseerd om ‘gewone’ Rotterdammers een blik te gunnen in de moskee.

Ongeacht het politieke klimaat zijn de zaden geplant. De meerderheid van

de deelnemers voelden zich prettig en gewaardeerd voor hun bijdrage en gaan

daardoor makkelijker de uitwisseling aan met andere muziekstijlen en geloofs-

overtuigingen. Beïnvloed door politiek en economie en de maatschappelijke

relevantie van IN KOOR/[S]preekkoren is het denkbaar dat voor een vervolg

wordt gekozen voor een intersectorale aanpak. Er zijn duidelijke raakvlakken met

de beleidsterreinen van de Wet Maatschappelijke Ondersteuningen en de Dienst

Maatschappelijke Ontwikkeling. In 2009 en 2010 is dit gezien de steun van de

Dienst Jeugd Onderwijs en Samenleving al onderkend. Andere steden dan Rot-

terdam zullen voor deze vorm van interreligieuze dialoog andere steun vinden.

Met de inzet van verschillende religieuze gemeenschappen, hun zangers en musici

komen daar ook weer andere interessante vormen uit voort.

Page 78: Hoor jij wat ik geloof

78

epilOOG veRBiNdiNG dOOR de lieFde vaN MeNseN vOOR MuZiek eN huN ReliGie2 dOOR SANDRA TRIENEKENS

‘Zowel kunst als religie kan mensen confronteren met nieuwe, onverwachte zienswijzen, die ook onprettig kunnen zijn en vaste gewoonten en ingesleten overtuigingen aan het wankelen kun-nen brengen. juist daarin schuilt de kracht om nieuwe perspectieven te tonen. […] in deze tijd van zwart–wit denken maakt kunst je ontvankelijk voor nuances. het maakt je gevoelig voor de manier waarop mensen bete-kenis geven aan hun leven en voor culturele verschillen.

2 DEZE bESCHOUWING IS AfGELEID VAN DE ONDERZOEKSESSAyS DIE IK IN OPDRACHT VAN KOSMOPOLIS ROTTERDAM SCHREEf OVER VIER COMMUNITy ART PROJECTEN, WAARONDER IN KOOR/(S)PREEKKOREN. ZIE S. TRIENEKENS [2011] WRikkeN aaN BeeldvORMiNG UITGEGEVEN DOOR ROTTERDAM KOSMOPOLIS TER GELEGENHEID VAN HET 5-JARIGE bESTAAN VAN KOSMOPOLIS

Page 79: Hoor jij wat ik geloof

79

je moet je kunnen inleven in een ander. dat gebeurt niet als je slechts één verhaal als de Waarheid ziet. de islam, de moslim; het Wilders verhaal, zeg maar.’3

Hetty Zock

3 INTERVIEW VAN ANITA TWAALfHOVEN MET HETTy ZOCK, HOOGLERAAR GODSDIENSTPSyCHOLOGIE MET bIJZONDERE AANDACHT VOOR DE GEESTELIJKE VERZORGING. iN BOekMaN 85, KUNST EN RELIGIE [PP. 85-86] FOTO

Page 80: Hoor jij wat ik geloof

80

De community art projecten die Kosmopolis Rotterdam

de afgelopen vijf jaar in het leven heeft geroepen laten elk

voor zich zien dat diversiteit niet statisch is of verbonden

aan één cultuur, en dat de samenleving niet bestaat uit

een verzameling gefragmenteerde groepen die gescheiden

leven langs etnische of religieuze scheidslijnen, waardoor

verbinding tussen mensen met diverse achtergronden niet

mogelijk zou zijn. Het streven is niet het zoeken en beves-

tigen van de essentie van een gemeenschap. Gemeenschap-

pen worden daarentegen gedeconstrueerd. Elk project cre-

eert opnieuw een vrije ruimte, waarin deelnemers nieuwe

banden aangaan, waarin meerdere en andere verhalen

kunnen worden verteld. IN KOOR/[S]preekkoren is bij

uitstek een voorbeeld hiervan.

De concrete ervaringen tijdens het proces en de [eind]concerten van IN

KOOR/[S]preekkoren vertellen ons over het Rotterdam aan het begin van de een-

entwintigste eeuw; ze laten een dynamische en soms onverwachte kant zien. Het

toont een grote behoefte aan het leggen van interreligieuze dwarsverbanden, waar-

bij de deelnemende islamitische koren een grotere openheid en flexibiliteit aan de

dag bleken te leggen dan de deelnemende en benaderde christelijke en hindoeko-

Page 81: Hoor jij wat ik geloof

81

ren. In dit opzicht is community art niet anders dan kunst, dat vaak de kwaliteit

van het ontwrichten wordt toegedicht4. Of — in de woorden van Hetty Zock in het

citaat hierboven — niet anders dan religie.

Dat dergelijke inzichten contrair zijn aan de heersende maatschappelijke

en politiekrechtse opvatting over migranten en hun nakomelingen, behoeft geen

toelichting. Sinds de aanslagen op het World Trade Centre in New York en de

moord op Theo van Gogh is het thema religie zoveel geagendeerd door de Neder-

landse politiek dat het lijkt alsof ontzuiling toekomstmuziek is. Bij thema’s als

religie, integratie, terrorisme en extremisme wordt in het politieke en publieke

debat bovendien veelvuldig met een beschuldigende vinger naar moslims gewezen.

Toch blijkt dit politieke klimaat de behoefte aan verbinding met anderen, en het

hoorbaar en zichtbaar maken daarvan, alleen maar te versterken. Dit vormde voor

Kosmopolis Rotterdam in 2008 de aanleiding om een project met religie als uit-

gangspunt te starten en mensen van verschillende geloven samen te brengen. Ook

de deelnemers, althans het overgrote deel van de vijftig koorleden die we een aantal

stellingen over [S]preekkoren voorlegden, deelden de politieke motivatie van Kos-

mopolis voor dit project. Zij gaven nadrukkelijk aan het belangrijk te vinden om

te laten zien dat mensen met verschillende geloven samen iets moois neer kunnen

zetten en dat de veelzijdigheid van de Rotterdamse samenleving gewoon is.

De kracht van een culturele interventies als IN KOOR/[S]preekkoren is dat

het de behoefte van deelnemers aan verbinding met anderen in hun stad gecom-

bineerd met hun liefde voor muziek en hun religie. In dit specifieke project krijgt

die verbinding op verschillende manieren vorm. Al kost het de nodige moeite en

inspanning, IN KOOR/[S]preekkoren faciliteert een feitelijke verbinding door het

samenbrengen van verschillende koren in één project. Bijna de helft van de onder-

4 VOOR EEN REfLECTIE OP DE SCHIJNTEGENSTELLING DAT KUNST ONTWRICHT EN COMMUNITy ART VERbINDT, ZIE S. TRIENEKENS & D.W. POSTMA [2010] VERbIN-DEN DOOR TE ONTWRICHTEN. iN BOekMaN 82 COMMUNITy ART

Page 82: Hoor jij wat ik geloof

82

vraagde deelnemers aan [S]preekkoren zegt dat hun contact met andere geloven

zonder deelname aan dit project niet snel tot stand zou zijn gekomen.

Naast feitelijke verbinding is ook de spirituele verbinding tussen de koren

gefaciliteerd in gesprekken tijdens gezamenlijke avondmaaltijden. Tijdens de

gesprekken tussen koorleden legden de niet-christenen als vanzelfsprekend ver-

bindingen door op te merken dat de verschillende geloven allemaal uit hetzelfde

voortkomen of dat het uiteindelijk om dezelfde God gaat. Deze verbroedering werd

ook door het overgrote deel van de koorleden, die we onze stellingen voorlegden,

erkend. Zij geven aan door deelname een verbondenheid te voelen met andersgelo-

vigen. Maar, zoals gezegd, konden niet alle religies, koren of individuele deelnemers

deze spirituele verbinding even makkelijk maken. Omdat het om een cultureel

GOspel

Page 83: Hoor jij wat ik geloof

liNda WaGeNMakeRs

Page 84: Hoor jij wat ik geloof

ZaMuda kiNdeRkOOR

Page 85: Hoor jij wat ik geloof

85

project ging en het niet beperkt bleef tot een cognitieve, verbale interreligieuze

dialoog, konden zij wel weer enthousiast raken over de muzikale verbinding die ze

voelden met andere koren. Verbinding ontstaat doordat er prettig samengewerkt

wordt met andere koren, ze elkaar een lift geven naar de repetitie of doordat ouders

herkenning vinden bij andere ouders met kinderen in dezelfde leeftijd. [S]preekkor-

en laat zien dat diepgewortelde religieuze verschillen, consensus op praktisch ni-

veau, noch andere — muzikale of sociale — vormen van verbinding in de weg staan.

IN KOOR/[S]preekkoren toont wederom het belang van de vorm die gekozen

wordt om verbindingen te leggen. Bij meer traditionele vormen van interreligieuze

dialoog worden mensen uitgenodigd om te praten over dat wat hen doet verschil-

len. Dat is een negatief uitgangspunt, en bij gevoelige thema’s of diepgewortelde,

religieuze overtuigingen is het bovendien moeilijk om met enkel woorden een brug

te slaan tussen tegenpolen. IN KOOR/[S]preekkoren heeft koren benaderd met de

vraag of zij hun passie om te zingen over hun religie wilden delen met anderen; het

uitgangspunt is een muzikale uitwisseling, een ‘leuk’ project. Door samen bezig

te zijn en samen te werken worden verschillende vormen van verbinding mogelijk,

die manifesteren zich niet per se op religieus vlak, maar vrijwel zeker op muzikaal

of sociaal vlak. De vorm die gekozen is, biedt dus niet alleen een positief uitgangs-

punt voor verbinding, maar de uitwisseling leidt tot verbindingen ook daar waar

religieuze verschillen onoverbrugbaar blijken.

Dr. Sandra Trienekens doet onderzoek naar het snijvlak tussen burgerschap,

diversiteit en de kunsten. Zij heeft haar eigen onderzoek/adviesbureau www.

urbanparadoxes.nl, was voorheen lector aan de Hogeschool van Amsterdam en is

verbonden geweest aan verschillende [inter]nationale universiteiten.

Page 86: Hoor jij wat ik geloof

86

deelNeMeRs iN kOOR [2009]

indian Music Circle Hindoe en gemengd

sal Mandir Hindoe

Turks klassiek koor Islam

al Wahda kinderkoor Islam

excelsis Evangelische broedergemeente

Gloria Evangelische broedergemeente

Good spirit Evangelische broedergemeente

power of love Rooms Katholiek

joany Muskiet solist Levend Woord Gemeente

all for jesus Gemengd christelijk

kinderkoor Nelson Mandela Rooms Katholiek [Kaapverdiaans]

apostolisch genootschap Apostolisch genootschap

soefiband Soefie Iraans georiënteerd

schola Cantorum Interkerkelijk Nahim avçi en sazleeerlingen Islam en gemengd

Threshold society Soefie Turks georiënteerd

stadhuiskoor neutraal

Filipijns koor Rooms Katholiek

alevitsche balagroep Alevitisch

hakuna Matata neutraal

Page 87: Hoor jij wat ik geloof

87

[s]pReekOReN, hOOR jij WaT ik GelOOF [2010]

viviano esajas solist Protestant

johan herbert solist Evangelische broedergemeente

Gospel society & de dag adventisten al Wahda kinderkoor Islam

ibn Batutta kinderkoor van scouting Islam

Chinese kinderen kelly en Ryan neutraal

all for jesus afkomstig uit katholieke migrantengemeente gemengd

Grupo amor Y paz afkomstig uit katholieke migrantengemeente gemengd

ZaMuda kinderkoor evangelische broedergemeente

liberale joodse synagoge Joods liberaal

praiseteam de Nieuwe Weg Pinkstergemeente

Bhakti Tempel Vaishnavisme en hindoeïsme

[volksmond Hari Krishna]

soefihouse Soefisme [Iraans georiënteerd]

Bahai bahia

urdu kerkkoor Gereformeerd

Brahma kumaris brahma Kumaris

sagrada Familia koor Rooms katholiek Spaanstalig

Groep Mevlana Moskee Islam

Filipijns koor Rooms Katholiek

hakuna Matata neutraal

Page 88: Hoor jij wat ik geloof

88

suMMaRY iN ChOiR

IN CHOIR is a continuous program from 2008–2010

developed for Kosmopolis Rotterdam by Catharsis

Productions. Through music IN CHOIR brings singers

and musicians of all ages, cultures and religions together.

Their repertoire and religious beliefs are valued and

recognized as a cultural contribution that normally

remains hidden behind the walls of churches, mosques

and temples. After getting acquainted, participants are

asked to combine repertoire from their own beliefs with

songs from other religions. This took a little getting used

to. For example when the children’s muslim group was

Page 89: Hoor jij wat ik geloof

89

asked to sing Christ has risen from the dead, their parents

pro-tested. A good compromise was found in: Christ was

born in Bethlehem, something that is recognized by both

Christians and muslims.

All in all over 400 people participated in workshops and concerts during

two years, both in local prayer houses and in worldlier places like the Municipal

Theatre of Rotterdam. They came from the immensely diverse cultural and reli-

gious communities of this harbor city, bringing their faith to IN CHOIR, giving

their confidence to the artistic team to treat their religious and cultural heritage

with respect.

Benefits are clear, people - often but surely not always - coming to Holland

from migration, feel more connected and appreciated after participating in IN

CHOIR, More interested in the beliefs and cultural interests of others. Most of

the participants who answered the surveys are willing to do it again. Many of them

continuing with singing the interreligious repertoire to this day. Interreligious

dialogue has been put to music, the concept is simple, the impact great and the

method well suited for other dynamically diverse cities.

Page 90: Hoor jij wat ik geloof

90

liTeRaTuuRlijsT verhalend verleden, ‘We zongen allemaal hetzelfde lied maar ieder in onze eigen taal’. Willy Hilverda. Pluspunt Rotterdam.

in dienst van God, levensverhalen van kloosterzusters.frieda Pruim,Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen2007

Zingen voor het leven, over de bindende kracht van muziek in de multiculturele samenleving. Adema en Hoondert. Heestijk. Abdij van berne.2007

kunst in de wereld Merlijn van Twaalfhoven. Artez Press.2009

Gids voor Christelijke Migrantengemeenschappen in Rotterdam.Robert Calvert. SKIN, Rotterdam2007

de Gereformeerden Agnes Amelink. bert bakker, Amsterdam2002

Geloven in Rotterdam, spirituele stromingen in een wereldhaven. Rien Vroegindewij. Koppeluitgeverij. Rotterdam2001

dwarse vrouwen, verbindingen en verbeeldingskracht.Aksant. Rotterdam2009

het Tibetaanse boek van leven en sterven.Sogyal Rinpoche Rigpa fellowship, Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen2003

de strijd om God, een geschiedenis van het fundamentalisme.Karen Armstrong. bezige bij, Amsterdam2000

Muhammad karen armstrong Orionbooks, London. 2001

Marokkaanse invloeden, kunst, cultuur en debat in Zuid-holland. Herman Obdeijn. Kunstgebouw.

leven met verschillen Eugene van Erven, HKU2010

voorbij de onschuldbaukje Prins, Van Gennep 2000

identificatie met Nederland WRR, Amsterdam University Press

Geloven in het publieke domein, WRR, verkenningen van een dubbele transformatie. W.b.H.J. van de Donk, A.P. Jonkers, G.J. Kronjee en R.J.J.M. Plum, red, WRR, Amsterdam: University Press 2006

No jesus, No life!, muziek-praktijken in internationale protestantse kerken in Nederland. Els Dijkerman. Veldstudies 2008

Boekmancahier 85 Kunst en religie 2011

Religie & verdraagzaamheid, 10 gesprekken over tolerantie in een extreme tijd bart Top. Ten Hav E, Kampen2005

Page 91: Hoor jij wat ik geloof

91

Page 92: Hoor jij wat ik geloof

COlOFONGepubliceerd doorCatharsis Producties

FotografieAntoinette van OortRosa HordijkHelene van Domburg

Grafisch ontwerp José Stolk

Met dank aan; Organisatie Stagiairs Rosa Hordijk

interviewsStefanie de heer Kloots Het hele Kosmopolis team