Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk...

17
Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 1 Hoofdstuk 3: Aandacht 1. SELECTIEVE AANDACHT Selectieve aandacht verdeelde aandacht Selectieve aandacht: verwijst naar selectie van bepaalde stimuli voor verdere cognitieve verwerking. Verdeelde aandacht: de aandacht die globaal verdeeld is over alle stimuli, zonder selectie of voorkeur. Selectie bepaald door: stimulusgedreven, exogene factoren subjectgedreven, endogene factoren Selectiecriterium kan endogeen of exogeen bepaald zijn: Exogeen (bottom up): op grond van sensoriële kenmerken die automatisch de aandacht trekken Endogeen (top down): op basis van relevantie van de stimulus voor het subject (“mnemonic attentional template”, “attentional set”) 1.1. Selectieve aandacht voor plaats Blik naar stimulus en fixatie erop projectie van stimulus valt op het foveale gedeelte van gezichtsveld (komt overeen met de centrale 2° van het gezichtsveld). Foveaal gedeelte heeft grootste resolutie en grootste gevoeligheid (bvb. lezen). Elke oogbeweging verandert retinale input en dus de visuele signalen die in de PVC binnenkomen coverte en overte aandacht: o Coverte aandacht: pp en instrueren naar het centrale fixatiepunt te laten kijken, zelfs als de aandacht naar een perifere stimulus gericht wordt (maakt het gemakkelijker om in experimentele condities te vergelijken) o Overte aandacht: door eenvoudige observatie vaststellen waar de pp aandacht naar schenkt: voldoende om te zien waar pp naar kijkt. Het “Posner” paradigma Verloop: eerst cue aanbieden, daarna een delay (interval), en tenslotte teststimuli Exogene cueing:

Transcript of Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk...

Page 1: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

1

Hoofdstuk 3: Aandacht

1. SELECTIEVE AANDACHT

Selectieve aandacht verdeelde aandacht

Selectieve aandacht: verwijst naar selectie van bepaalde stimuli voor verdere

cognitieve verwerking.

Verdeelde aandacht: de aandacht die globaal verdeeld is over alle stimuli, zonder

selectie of voorkeur.

Selectie bepaald door: stimulusgedreven, exogene factoren

subjectgedreven, endogene factoren

Selectiecriterium kan endogeen of exogeen bepaald zijn:

Exogeen (bottom up): op grond van sensoriële kenmerken die automatisch de

aandacht trekken

Endogeen (top down): op basis van relevantie van de stimulus voor het subject

(“mnemonic attentional template”, “attentional set”)

1.1. Selectieve aandacht voor plaats

Blik naar stimulus en fixatie erop projectie van stimulus valt op het foveale gedeelte

van gezichtsveld (komt overeen met de centrale 2° van het gezichtsveld).

Foveaal gedeelte heeft grootste resolutie en grootste gevoeligheid (bvb. lezen).

Elke oogbeweging verandert retinale input en dus de visuele signalen die in de PVC

binnenkomen

≠ coverte en overte aandacht:

o Coverte aandacht: ppen instrueren naar het centrale fixatiepunt te laten kijken,

zelfs als de aandacht naar een perifere stimulus gericht wordt (maakt het

gemakkelijker om in experimentele condities ≠ te vergelijken)

o Overte aandacht: door eenvoudige observatie vaststellen waar de pp aandacht

naar schenkt: voldoende om te zien waar pp naar kijkt.

Het “Posner” paradigma

Verloop: eerst cue aanbieden, daarna een delay (interval), en tenslotte teststimuli

Exogene cueing:

Page 2: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

2

o Test exogene aandacht

o Bvb.: cue bestaat uit plotselinge luminantieverandering op een perifere positie,

gevolgd door een interval van bvb. 150ms en tenslotte door een teststimulus op

dezelfde of contralaterale positie.

Endogene cueing:

o Test endogene aandacht

o Cue bestaat uit een centrale ‘symbolische’ cue

Bvb: een pijl die wijst in een bepaalde richting

o Interval om de aandacht op endogene basis te alloceren is wat langer dan wat

nodig is voor een exogene allocatie, klassiek van de grootte-orde van 300ms.

Hoe testen we dat aandacht op een bepaalde plaats gealloceerd is?

Door invalidity effect:

Valide cue: wanneer de cue de positie van de teststimuli correct voorspelt

Invalide cue: wanneer de cue een bepaalde positie aangeeft en de teststimulus toch

verschijnt op een andere positie RTen zijn bij deze beurten langer dan bij valide ~.

Neglect, een stoornis van de aandacht voor de contralesionele hemiruimte

Neglect = aandachtstoornis, komt voor bij + 40% van patiënten met een R hemisferische

beroerte

Patiënten met neglect schenken veel minder aandacht aan alles wat er aan de

contralesionele zijde gebeurt, dan wat er ipsilesioneel gebeurt.

Blik- en hoofddeviatie naar rechts

Oriënteren naar ipsilesionele zijde als aangesproken van contralesionele kant of van voor

Tast ook het eigen lichaamsschema aan

Intentionele component (acties in de contralesionele ruimte)

Page 3: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

3

≠ referentiekaders voor neglect (middellijn van retina, hoofd of romp)

Klinische tests

Letter cancellation taak (zie bijlage)

Lijnbisectie

Spontaan tekenen

Kloktest (zie bijlage)

Enkelvoudige versus bilaterale simultane stimulatie

Bij Posner-paradigma:

prestatie binnen normale grenzen bij valide trials en bij invalide trials waarbij ze de

aandacht moeten verplaatsen in richting van letsel

prestatie fel gestoord bij invalide trials waarbij ze aandacht moeten verplaatsen in de

richting, tegengesteld aan letsel.

Pariëtale kwab is betrokken bij verplaatsen van aandacht in contralesionele richting.

Neglect ≠ hemianopsie: stoornis van afferenten => als stimulus wordt aangeboden in

deficitaire veld, dan zal stimulus nooit waargenomen worden, zolang stimulus zich in dat

veld bevindt.

Neglect is context-afhankelijk.

Neglect wordt klassiek geassocieerd met letsel van de R hemisfeer (R lobulus pariëtalis

inferior => g. angularis).

Effecten van ruimtelijke aandacht op neuronale activiteit

Single neuron studies in PVC geen consistente aandachtseffecten, wel in meer anterieure

extrastriaire gebieden zoals V4.

Moran & Desimone (1985): onderzochten hoe ruimtelijke aandacht de neuronale activiteit in V4 beïnvloedt op bepaalde stimuli die in receptief veld van neuron getoond worden. Proefdier moest aandacht richten naar bepaalde plaats binnen veld => hoe verandert respons op stimuli die op die plaats verschenen? Stimuli bestonden uit rechthoeken met bepaalde oriëntatie en kleur. Binnen gezichtsveld van V4-neuron tonen ze samplestimulus op plaats A of B. Na kort interval 2 teststimuli (plaats A en B). Proefdier moest antwoorden wanneer teststimulus die verschijnt op de plaats van samplestimulus, identiek is aan samplestimulus. Men gaat na wat het effect is van plaats waar de voorkeursstimulus verschijnt op de neuronale respons. o Proefdier moet dus selectief aandacht schenken aan plaats waar sample~ getoond was o Proefdier moet ook in KT-geheugen opslaan welke oriëntatie en kleur ~ had o En dat vergelijken met teststimulus die op die plaats verschijnt. Tijdens samplefase: neuronale activiteit wordt enkel bepaald door welke stimulus

getoond werd (voorkeurs~ of niet).

Page 4: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

4

Tijdens testfase: neuronale activiteit in belangrijke mate bepaald door nog een 2° factor: of voorkeurs~ verschijnt op dezelfde plaats als samplestimulus. Verschijnt die op een andere plaats geen activiteit.

Dit toont aan dat binnen receptief veld van neuron de respons varieert naargelang van het deel van receptief veld waarnaar de aandacht gericht wordt.

Dit experiment is 1 van de 1° single neuron studies die toonde dat in relatief vroege visuele gebieden zoals V4, aandachtseffecten optreden.

Gebruik van DMS (Delayed Matching to Sample) paradigma:

o testbeurt bestaat uit verschillende fasen

o ≠ posner:

1° fase van posner bestaat uit cue die een plaats aanduidt, 1° fase DMS

bestaat uit sample stimulus waarvan subject een kenmerk moet

onderscheiden.

Na interval bij posner moet subject stimulus detecteren, bij DMS moet

subject een vgl maken tussen 2 teststimuli en samplestimulus.

In ander experiment: proefdier aandacht laten schenken aan een plaats door het proefdier te belonen wanneer het aandacht schonk aan die plaats. Men vergeleek respons van neuron naargelang de relevante plaats viel binnen receptief veld van neuron of niet. Wanneer plaats waarnaar aandacht gericht wordt, valt binnen receptief veld van neuron neuronale respons op stimulus binnen receptief veld veel sterker dan wanneer aandacht buiten het veld gericht is en een stimulus aangeboden wordt.

Aandacht beïnvloedt ook basislijnactiviteit van neuron (zonder sensoriële stimulatie).

Waar doen die aandachtseffecten zich voor?

In gebieden van ventrale, occipitotemporale verwerkingsstroom (“what”-stream)

worden gestuurd door dorsale, occipitopariëtale verwerkingsstroom.

Ventrale gebieden = “site of attentional modulation”

Dorsale gebieden = “source of attentional modulation”

Rol van LIP in ruimtelijke aandacht:

Ligt in middenste derde van IPS

Grote receptieve velden die soms zelfs bilateraal zijn

Wanneer subjecten aandacht schenken aan plaats die binnen dat receptief veld

vallen en er een stimulus op die plaats verschijnt, vuren LIP-neuronen heviger dan

wanneer een stimulus op die plaats verschijnt maar de plaats irrelevant is =

attentional enhancement

LIP-neuronen komen niet strikt overeen met bepaalde plaats in hemiruimte in

retinale coördinaten, maar worden ook beïnvloed door blikrichting en of de richting

waarin het hoofd gedraaid is “reference frames”: “eye-centred”, “gaze-centred”

en “head-centred”.

Page 5: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

5

fMRI effecten van ruimtelijke aandacht bij cognitief intacte vrijwilligers

Aandacht naar L of R activiteit in PVC en extrastriaire VC , zelfs wanneer retinale

input identiek blijft

Kan met PET, fMRI, EP en single neuron electrode recording studies aangetoond

worden.

Wat drijft er de occipitale aandachtseffecten?

Lobulus pariëtalis superior stuurt de aandacht.

Yantis et al.: seriële visuele presentatie waarbij op gegeven ogenblikken de aandacht zich verplaatst. In lobulus pariëtalis superior neemt signaal toe telkens als de aandacht zich moet verplaatsen. Zolang aandacht constant blijft, is pariëtaal signaal laag.

Premotorische cortex en prefrontale cortex worden geactiveerd tijdens taken die

selectieve aandacht vereisen.

Gedistribueerde verwerking!

1.2. Selectieve aandacht voor een perceptueel kenmerk

“Visual search”

Visual search: ppen moeten bepaald stimuluskenmerk of een conjunctie van

stimuluskenmerken identificeren te midden van een groep stimuli.

Simple feature search:

Soms optreden van pop-out

Searchfunctie is afhankelijk van: - gelijkenis tussen targets en distractors

- gelijkenis tussen distractors onderling

Conjunctiesearch:

Seriële search

Searchfunctie is afhankelijk van: - stimulussetgrootte

- gelijkenis tussen targets en distractors

- gelijkenis tussen distractors onderling

Patiënten met neglect: klinisch getest a.d.h.v. “cancellationtest”

Illusoire conjuncties: treedt op bij:

patiënten bipariëtale letsels (onderzoek d.m.v. conjunctiesearch); verklaring: verlies

van plaatsbepaling; simple feature search was gespaard

Page 6: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

6

bij normale vrijwilligers als men stimuli maar kortdurend genoeg presenteert en ze

de aandacht moeten verdelen over talrijke stimuli.

Neuronale activiteit en selectieve aandacht voor een perceptueel kenmerk

Single neuron electrode recording in area 4: een bepaalde range van oriëntaties stimuleert

neuron optimaal tijdens passief kijken. Delayed matching to sample => neuronale respons

verandert naargelang ≠ tussen de oriëntaties die proefdier moet onderscheiden.

Verschil groot => antwoord + vergelijkbaar met passief kijken

Verschil klein => amplitude van respons tot 20% groter en breedte van responscurve

smaller.

fMRI en aandacht voor perceptuele kenmerken

Wanneer we selectieve aandacht schenken aan bepaald stimuluskenmerk => area’s (bij

normale vrijwilligers) die betrokken zijn bij verwerking van die stimuluskenmerken, meer

actief.

Gelijkenissen tussen selectieve aandacht voor plaats en voor een stimuluskenmerk

Betrokken gebieden in pariëtale en frontale cortex:

IPS

G. frontalis medius

Premotorische cortex

Lobulus pariëtalis superior is actiever bij aandachtverplaatsing van het ene naar het

andere stimuluskenmerk.

≠ tussen selectieve aandacht voor plaats en voor een stimuluskenmerk

Lokalisatie van gebieden in lobulus pariëtalis superior die betrokken zijn bij verplaatsing

(licht verschil).

2. KORTETERMIJNGEHEUGEN

Definitie: - interval sample fase en testfase: < 30s

- chunks gepresenteerd in sample fase: max. 7

- geen tussenliggende afleiders tussen sample en testfase

Langetermijngeheugen: wanneer interval > 30s of # chunks > 7

Page 7: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

7

Werkingsgeheugen: wanneer er tussenliggende afleiders zijn.

Mnemonic-attentional template:

Verwijst naar het feit dat als we iets belangrijk vinden en dat selecteren (= aandacht),

dit gestuurd wordt door wat we relevant beschouwen.

Het relevante wordt mee bepaald door wat net voordien belangrijk was en door de

activiteit waarmee we bezig zijn.

Klinische tests

Digit span voorwaarts en Corsi block-tapping test: analoge taak waarbij reeks van

stimulusposities moet worden gereproduceerd.

2.1. Neuronale activiteit en het kortetermijngeheugen

Delayed matching to sample: activiteit, gemeten in het interval tussen sample stimulus

en teststimulus, weerspiegelt geheugenspoor dat door het neuron gecodeerd wordt.

men kan rechtstreeks neuronale activiteit meten tijdens sample fase, interval en

testfase.

inferieur temporale en prefrontale neuronale activiteit kan geïnterpreteerd worden

als activiteit die nodig is om info online te representeren.

Variaties naargelang inhoud die subject moet onthouden en naargelang het type respons

Geheugensaccadeparadigma:

o Sample fase: stimulus op bepaalde eccentrische lokatie. Het proefdier moet

centraal fixatiepunt fixeren

o Interval: stimulus verdwijnt

o Testfase: signaal dat aangeeft dat proefdier op dat ogenblik een saccade moet

uitvoeren naar de lokatie waar sample~ verscheen

Prospectiefgeheugen: het proces dat deze taak onderzoekt; geheugen voor de

toekomst, online-geheugen.

Page 8: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

8

2.2 fMRI en het kortetermijngeheugen

Het netwerk dat we vinden bij kortetermijngeheugentaken lijkt heel nauw op het

netwerk voor ruimtelijke aandacht

IPS

FEF

G. frontalis inferior

Netwerk voornamelijk L of R gelateraliseerd naargelang de inhoud van wat we in KTG

moeten opslaan, verbaal of non-verbaal.

3. WERKINGSGEHEUGEN

Digit span achterwaarts: een veelgebruikte klinische test

“n-back” taak:

Experimentele test

Presentatie van reeks stimuli

Voor elke stimulus beoordelen of deze gelijk is aan stimulus die n items voordien

getoond werd

Page 9: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

9

bij het uitvoeren van een “n-back” taak is er meer uitgebreide activatie van zowel

de prefrontale als de pariëtale cortex in vgl. met taken voor KTG.

Aspecten van het werkingsgeheugen

Het voortdurend aanpassen van online info

Resistentie aan tussenliggende afleiders

4. EXECUTIEVE FUNCTIES

Verwijzen naar de vereiste om de talrijke deelprocessen waaruit een cognitieve taak

bestaat, onderling te coördineren

deelprocessen volgehouden of onderbroken

overschakeling tussen ≠ deelprocessen.

Centrale coördinator van de deelprocessen

Klinische tests

Woordvloeiendheidstest (semantisch, letterwoord): patiënt moet bvb. zoveel mogelijk

dieren opnoemen in 1 minuut of zoveel mogelijk woorden die beginnen met een

bepaalde letter.

voortdurend oproepen, onthouden en strategieën ontwikkelen

Klassieke neuropsychologische tests

Strooptest: gaat mogelijkheid na om een routinerespons te onderdrukken

PET en fMRI studies

Cingulum anterius en prefrontale cortex spelen hierbij een belangrijke rol

cingulum anterius is meer actief voor incongruente testbeurten dan voor

congruente testbeurten.

prefrontale cortex is meer actief naargelang van de taakinstructie: wanneer pp de

kleur van een woord moet benoemen, is de activiteit hoger dan wanneer hij het

woord moet lezen.

Woordvloeiendheidstaken: belangrijke betrokkenheid van prefrontale cortex.

Single neuron electrode recording studies

Eerder in beperkte mate

Afzonderlijke processen die wel getest zijn:

Responssuppressie

Page 10: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

10

Alternerende responsen

Uitgestelde geheugentaken

Voorbeeld: omgekeerde geheugensaccade: sample fase en interval zijn identiek aan

die van geheugensaccadeparadigma. Wanneer signaal verschijnt om te antwoorden,

moet subject een saccade uitvoeren in de richting tegengesteld aan de

samplestimulus.

5. CONCLUSIE

Aandacht = selectie tussen stimuli (plaats, perceptuele kenmerken, endogeen - exogeen)

Belangrijke gebieden: IPS, lobulus pariëtalis inferior en lobulus pariëtalis superior

Pariëtale kwab: sturen van de aandacht via connecties met de ventrale

occipitotemporale gebieden en met de FEF.

Page 11: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

11

6. BIJLAGEN

Neglect, een stoornis van de aandacht; verplaatsen van aandacht

Letter cancellation task en kloktest (bij neglect):

G. angularis

Page 12: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

12

Effecten van ruimtelijke aandacht op neuronale activiteit (Moran & Desimone)

Aandachts- vs. sensorieel deficit (prestaties)

Page 13: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

13

Studies van ruimtelijke aandacht bij cognitief intacte vrijwilligers

Verplaatsen van de aandacht

Page 14: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

14

Visual search: parallel vs. serieel

Corsi Block mapping test

Page 15: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

15

Selectie van een object

fMRI KTG

Page 16: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

16

Werkingsgeheugen

Page 17: Hoofdstuk 3: Aandacht - Onderwijssite · 2016-03-22 · Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht AJ 2010 - 2011 9 bij het uitvoeren van een n-back taak is er meer uitgebreide

Gedragsneurowetenschappen: Deel 2 Hoofdstuk 3: Aandacht

AJ 2010 - 2011

17

Stroopeffect (eerste 2 anatomisch substraat)