Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en...

38
Gedaan Score 3 116-117 Studiewijzer 2 MODULE 1 Arm en rijk Oriëntatie Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders 1 Arm en rijk in je eigen woonplaats 2 Veranderingen in de wijk 3 Herinrichting van de wijk Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus) 4 Examentrainer Eindtoets hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa 1 Verschillen in welvaart 2 Verschillen in welzijn 3 Verklaar de Europese verschillen 4 Invloed van de EU op welvaart en welzijn 5 De ontwikkeling van Nederland Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus) 6 Examentrainer Eindtoets hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria 1 Arm en rijk in de VS 2 Landbouw en voedselproductie in de VS 3 Wereldwijde invloed van de VS 4 Landbouw in de VS en Nigeria 5 Olie in Nigeria (gt) 6 Gezondheid in Nigeria (gt) Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus) 7 Examentrainer 8 Arm en rijk op kaarten Eindtoets hoofdstuk 3 Topografie module 1 Eindtoets module 1 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38

Transcript of Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en...

Page 1: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

Gedaan

Score

3

116-117

Studiewijzer

2

MODULE 1 Arm en rijkOriëntatie

Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders

1 Arm en rijk in je eigen woonplaats

2 Veranderingen in de wijk

3 Herinrichting van de wijk

• Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus)

4 Examentrainer

• Eindtoets hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa

1 Verschillen in welvaart

2 Verschillen in welzijn

3 Verklaar de Europese verschillen

4 Invloed van de EU op welvaart en welzijn

5 De ontwikkeling van Nederland

• Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus)

6 Examentrainer

• Eindtoets hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria

1 Arm en rijk in de VS

2 Landbouw en voedselproductie in de VS

3 Wereldwijde invloed van de VS

4 Landbouw in de VS en Nigeria

5 Olie in Nigeria (gt)

6 Gezondheid in Nigeria (gt)

• Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus)

7 Examentrainer

8 Arm en rijk op kaarten

• Eindtoets hoofdstuk 3

Topografi e module 1

Eindtoets module 1

4

6

8

10

12

14

16

18

20

22

24

26

28

30

32

34

36

38

513968_Module 1.indd 2513968_Module 1.indd 2 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 2: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

!

Oriëntatie

– in het noorden / zuiden

– in het oosten / westen

– in de stad / op het platteland

b In Nederland wonen ook heel wat miljonairs. In welke

gemeente denk je dat de meeste miljonairs wonen?

Waarom? In de omgeving van Haarlem. Daar zijn voorzieningen die aan sluiten bij de behoeften van miljonairs.

5 Noteer de volgende gebieden op de juiste plaats in

figuur 2. Kies uit: Bloemendaal • Verenigde Staten •

Roemenië • Nederland • Nigeria • Stadskanaal.

Figuur 2

Arm Rijk

Nederland S tadskanaal Bloemendaal Europa Roemenië Nederland Wereld Nigeria Verenigde Staten

6 a Ken je mensen die in armoede leven? Zo ja, waarom vind

je deze mensen arm? Bijv. ja, mijn tante is arm, ze leeft van een uitkering en kan nooit op vakantie.

b Zou jij geld schenken aan arme Nederlanders als je zelf

rijk genoeg was? Beargumenteer je antwoord. Bijv. ja, want ik vind dat de rijkdom eerlijker verdeeld moet worden. c Zou je later in een beroepssituatie willen werken waar je

met arme mensen te maken krijgt? Leg uit waarom wel of

niet. Bijv. ja, want ik wil graag mensen helpen en arme mensen hebben dat meer nodig dan rijke.

1 Arm en rijk gaat natuurlijk over welvaartsverschillen. Die

verschillen heb je niet alleen tussen Europa en Afrika,

maar ook binnen Europa. Zelfs in Nederland bestaan

verschillen in welvaart.

a Zet de volgende werelddelen in de goede volgorde. Begin

met het rijkste werelddeel.

Afrika • Azië • Europa Europa, Azië, Afrika. b Zet de volgende landen in de goede volgorde. Begin met

het rijkste land.

Italië • Luxemburg • Nederland • Roemenië Luxemburg, Nederland, Italië, Roemenië. c Woon jij in een rijk of arm gebied in Nederland? Bijv. in een rijk gebied, want ik woon in een wijk met grote huizen.

2 Elke paragraaf begint met een openingsfoto over het

onderwerp. Bekijk de openingsfoto’s in deze module.

Welke foto spreekt je het meest aan? Beschrijf deze foto

en geef aan waarom je deze hebt gekozen. Bijv. hoofdstuk 2, paragraaf 1, want daar zie je een dure auto (rijk) voor een winkel die failliet is (arm).

3 Bekijk de volgende begrippen. Zet een streep door de

omschrijving die niet in het rijtje thuishoort.

– armoede / migratie / welvaart / werkloosheid

– renoveren / slopen / veiligheid / wonen

– landbouw / industrie / voedsel / honger

– industrie / platteland / stad / veel bevolkingsgroei

4 Bekijk figuur 1.

a Streep steeds het foute antwoord door. De hoogste

inkomens vind je in Nederland:

Wat weet jij al over arm en rijk?In deze oriëntatie blikken we terug op begrippen die je al eens

eerder hebt gehad en die te maken hebben met het onderwerp

van dit hoofdstuk: arm en rijk. Daarnaast krijg je alvast een

indruk van waar je in dit hoofdstuk verder mee te maken gaat

krijgen.

Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders

3

laaggemiddeldhoog

Koopkracht Nederland 2010

Figuur 1 Waar wonen de rijkste Nederlanders?

laaggemiddeldhoog

Koopkracht Nederland 2010

513968_Module 1.indd 3513968_Module 1.indd 3 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 3: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

4

zijn de oudste wijken en ze liggen om het stadscentrum heen. Andere wijken zijn nieuwer en liggen meer aan de rand. c Geef met een kruis op de kaart aan in wat voor soort

woongebied jij woont. Als je in een dorp woont, geef je

aan met welke woonwijk jouw woonomgeving het meest

overeenkomt.

Figuur 1 De verschillende woongebieden in een stad.

bedrijventerrein

groenzone

water

binnenstad

woongebieden (1901-1940)

C

A

B

C

A

B

5 Bestudeer bron 3 en de kenmerken die per wijk zijn

aangegeven. De bebouwingsdichtheid verschilt per

woongebied. Streep in de volgende zinnen de onjuiste

woorden door.

a In wijken met een lagere bebouwingsdichtheid wonen

meer / minder mensen.

b Vanaf het centrum naar de buitenwijken wordt de

bebouwingsdichtheid hoger / lager.

6 Een woongebied bestaat vaak uit verschillende wijken. In

figuur 2 staat een aantal kenmerken van woonwijken.

a Geef in de tweede kolom aan hoe per kenmerk de situatie

in je eigen wijk is.

b Welke conclusie kun je trekken aan de hand van je

antwoorden in fi guur 2? Mijn woonwijk is een arme / rijke

wijk, want: bijv. een arme wijk, want in mijn wijk staan goedkope huizen en zijn de straten smal.

1 Bekijk bron 1.

a Ik denk dat de foto van bron 1 genomen is in een arme /

rijke wijk, want bijv. rijke, want de achtergrond lijkt een stadscentrum. b Noem een verschil tussen de wijk waarin jij woont en

deze wijk. Bijv. in mijn wijk staan geen fl ats, zoals op deze foto. c Noem een overeenkomst tussen de wijk waarin jij woont

en deze wijk. Bijv. ook in mijn wijk zijn speelvoorzieningen voor kinderen.

Arme en rijke wijken2 In Nederland zijn verschillen tussen arme en rijke wijken.

Lees de volgende woorden: zwerver / miljonair / kraken/

villa / oprijlaan / steeg / dure auto / parkeerplaats /

openbaar vervoer / koopwoningen / huurwoningen /

restaurant / uitkering / werkloos / bonus van de baas.

a Zet een streep onder de woorden die bij een rijke wijk

horen. De woorden die overblijven horen bij een arme wijk.

b Welvaart en welzijn zijn niet hetzelfde. Welk woord bij

vraag a vind jij het beste bij welvaart passen? Waarom?

Bijv. uitkering, want dat gaat over het inkomen van iemand. c Welk woord vind jij het beste bij welzijn passen?

Waarom? Bijv. oprijlaan, want dat zegt iets over de woon- en leefomstandigheden.

3 Bestudeer bron 2.

a Deze bron gaat over welvaart / welzijn in Den Haag, want

het gaat over inkomens. b Aan de rand / Rondom het centrum van Den Haag zijn de

meeste arme wijken.

c Geef een omschrijving van de woningen en

woonomstandigheden in de armere wijken. Bijv. etagewoningen van slechtere kwaliteit aan smallere straten met veel verkeer.

Hoe zien arme en rijke wijken eruit?4 Kijk goed naar figuur 1 en bron 3.

a In fi guur 1 zie je de letters A, B en C. Geef voor de

onderstaande wijken aan welke letter erbij hoort.

– Arbeiderswijken: A. – Woongebieden 1945-1970: B. – Woonwijken van na 1970: C. b Licht je keuze bij vraag a toe. Arbeiderswijken

Eigen omgeving

1 Arm en rijk in je eigen woonplaats

Eigen omgeving

513968_Module 1.indd 4513968_Module 1.indd 4 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 4: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

5

8 In dit hoofdstuk gaat het uiteindelijk om de wijk waarin

jij woont.

a Bij welke twee vragen heb je al een beschrijving gegeven

van de kenmerken van je eigen wijk? Bij vraag 4 en vraag 6. b Bekijk bron 3 nog eens. In wat voor soort wijk zou je later

willen wonen? Licht je antwoord toe. Bijv. in een nieuwbouwwijk van na 1970, omdat je daar mooie, grote huizen hebt.

9 Figuur 3 is een overzicht van kenmerken voor

woonomstandigheden en bewonerskenmerken in wijken.

a Vul in de tweede kolom de woonomstandigheden voor

een arbeiderswijk in.

b Vul in de vierde kolom de bewonerskenmerken voor een

arbeiderswijk in.

c Woonomstandigheden en bewonerskenmerken hangen

vaak met elkaar samen. Maak de volgende zinnen

kloppend.

– In wijken met veel huurhuizen, zullen meer / minder

mensen met lagere inkomens en meer / minder werklozen

wonen.

– Deze mensen hebben vaak een hogere / lagere opleiding

gevolgd.

– In deze wijken is het voor bedrijven niet / wel

aantrekkelijk om zich er te vestigen.

Figuur 2 Kenmerken van wijken.

In mijn wijk

Wonen – staan veel huurhuizen / koophuizen.

– staan huizen dicht op elkaar / ver van

elkaar af.

Werken vind je vooral veel werkgelegenheid in

winkels / kantoren / fabrieken / anders:

Verkeer zijn de straten breed / smal.

Recreatie zijn veel / weinig groen voorzieningen.

Voorzieningen komen wel / geen mensen uit andere

wijken om luxeproducten te kopen.

Wie wonen in armere of rijkere wijken?7 a In een wijk wonen vaak dezelfde soort mensen. Maak

steeds de juiste keuze voor de mensen die in rijkere

wijken wonen.

– hoge / lage inkomens

– hoge / lage opleiding

– veel / weinig werklozen

Economie. – meer ouderen / jongeren

– paren met / zonder kinderen

– minder / meer alleenstaanden

– meer / minder eenoudergezinnen

– meer allochtonen / autochtonen

Samenstelling van de bevolking. b Als je de verschillen in bevolking onderzoekt, bestudeer

je de samenstelling van de bevolking en de economie. Zet

deze woorden op de goede plaats bij vraag a.

Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders

Figuur 3 Wat is de invloed van de kenmerken van een wijk op de bevolking die er woont?

Wat zie je in de wijk? Woonomstandigheden Wie woont in de wijk? BewonerskenmerkenWonen Meer huur- dan

koophuizen Inkomen Gemiddeld lage

inkomens

Werken Weinig werkgelegenheid

Opleiding Gemiddeld lage opleiding

Verkeer Smalle straten

Werk Gemiddeld veel werklozen

Recreatie Weinig groen

Samenstelling van de

bevolkingBijv. gemiddeld veel allochtonen, veel alleenstaanden

Voorzieningen Simpele winkels

513968_Module 1.indd 5513968_Module 1.indd 5 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 5: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

6

Het aandeel jongeren wordt steeds kleiner. c Waarom zal de leeftijdsgrafi ek voor de meeste buurten

en wijken er anders uitzien dan die voor Nederland in zijn

geheel? Een wijk heeft een meer eenzijdige bevolkingssamenstelling dan Nederland als geheel. d Leg uit wat de leeftijdssamenstelling in een wijk te

maken kan hebben met de welvaart. De meeste ouderen en de meeste jongeren hebben minder hoge inkomsten.

4 Bekijk figuur 1.

a Welke veranderingen zullen plaatsvinden als het om de

samenstelling van huishoudens gaat? De meerpersoonshuishoudens nemen af, de alleenstaanden nemen toe. b Welke begrip uit paragraaf 2 past het beste bij de

gegevens uit fi guur 1? Gezinsverdunning. c Waardoor daalt de gemiddelde woningbezetting? Maak

de zinnen kloppend.

– Er zijn meer / minder scheidingen, waardoor mensen langer alleen wonen.

– Jongeren gaan eerder / later het huis uit, maar wonen

langer / minder lang zelfstandig.

– Door de vergrijzing neemt het aantal alleenstaanden toe /

af, want mensen blijven langer alleen achter als hun partner sterft.

Figuur 1 Veranderingen in de samenstelling van huishoudens in Nederland.

Sommige wijken worden armer5 a Sommige wijken worden minder aantrekkelijk om in te

wonen. Mensen die het zich kunnen veroorloven, trekken

weg. Wie trekken weg? Streep steeds het foute antwoord

door.

1 Bekijk bron 1. Op deze foto zie je Java-eiland, een wijk

in Amsterdam. Hier wonen mensen in grotere of kleinere

appartementen aan het water. De appartementen zijn

nieuw en modern.

a Vul de volgende woorden in op de juiste plaats:

haven • nieuwbouwwijk • centrum • rand van de stad •

bebouwingsdichtheid.

Het Java-eiland is een nieuwbouwwijk vlak bij

het centrum van Amsterdam. De oude haven werd te klein voor de grotere schepen, de werkgelegenheid

verdween, het eiland kwam braak te liggen. Nu is de

bebouwingsdichtheid in deze wijk veel hoger

dan in een nieuwbouwwijk aan de rand van de

stad.

b Wat voor huishoudens zullen vooral op Java-eiland

wonen? Zet een streep onder de goede antwoorden: paren

met kinderen, paren zonder kinderen, alleenstaanden,

eenoudergezinnen.

c Ik denk dat Java-eiland een arme / rijke wijk is, want bijv. een rijke, want Java-eiland bestaat vooral uit appartementen waar paren zonder kinderen of alleenstaanden voldoende ruimte hebben om te wonen.

Ontwikkeling van de bevolking in wijken2 Hoe goed ken je de straat waarin jij woont?

a Noteer voor de negen omliggende woningen (drie aan

de linkerkant, drie aan de rechterkant en drie aan de

overzijde van de straat) wie er wonen en tot wat voor soort

huishoudens zij gerekend kunnen worden. Onderstreep

het juiste antwoord: bij mij in de buurt wonen vooral

eenoudergezinnen / paren met kinderen / paren zonder

kinderen / alleenstaanden.

b Denk je dat er de afgelopen twintig jaar veel veranderd

is in de samenstelling van de huishoudens in jouw buurt?

Licht je antwoord toe. Bijv. ja, toen de wijk net gebouwd was, woonden hier veel jonge gezinnen, nu wonen er veel oude(re) gezinnen.

3 Bekijk bron 2.

a Leg uit hoe je kunt zien dat er sprake is van vergrijzing in

de leeftijdsgrafi eken. Het aandeel ouderen wordt steeds groter. b Leg uit hoe je kunt zien dat er sprake is van ontgroening.

2 Veranderingen in de wijk

Nederland en Europa

meerpersoons-huishouden met kind

meerpersoons-huishouden zonder kind

eenpersoonshuishouden

overig

20062050

0 4010 20 30 50 60% personen in huishoudens

Eigen omgeving

513968_Module 1.indd 6513968_Module 1.indd 6 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 6: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

7

– Als er meer mensen met hogere / lagere inkomens komen

wonen.

– Als er veel / weinig voorzieningen in de wijk te vinden zijn.

b Hoe groot is de kans dat je eigen woonwijk een

probleemwijk wordt? Licht je antwoord toe met behulp van

de onderstaande punten.

De kans is groot / klein dat mijn woonwijk later een

probleemwijk wordt, want:

– argument 1, soorten woningen: bijv. er staan veel koopwoningen in de wijk.

– argument 2, inwoners: bijv. er wonen veel mensen met hoge inkomens.

– argument 3, voorzieningen: bijv. er zijn veel voorzieningen in de buurt van mijn woonwijk.

9 Bekijk figuur 2. Oude arbeiderswijken kunnen zich op

twee manieren ontwikkelen. Streep de foute woorden in

het schema door.

Figuur 2 Verpaupering of meer leefbaarheid?

– mensen met hogere / lagere inkomens

– mensen met een hogere / lagere opleiding

– allochtonen / autochtonen

b Wat gebeurt er met de voorzieningen in zo’n wijk?

Winkels sluiten hun deuren, allochtone winkels openen hun deuren.

6 Gebruik bron 3. Kijk ook nog eens naar bron 2 van

paragraaf 1.

a Vind jij het prettig om in jouw buurt te wonen, is de

leefbaarheid in jouw buurt hoog? Ja / Nee, want bijv. ja, want ik woon in een mooi huis en dichtbij is een park. b Streep de foute antwoorden door.

– In Benoordenhout is de leefbaarheid hoger / lager dan in

de Schilderswijk.

– In Benoordenhout is het percentage mensen met een lager

inkomen hoger / lager dan in de Schilderswijk.

– De Schilderswijk is een armere / rijkere wijk dan

Benoordenhout.

c Maak de volgende zin af. In wijken met hoge inkomens is

de leefbaarheid groter. d Leg uit dat de leefbaarheid kan afnemen in een wijk als

de bevolkingssamenstelling verandert. Als er meer mensen met lage inkomens in een buurt komen, kan de buurt verpauperen.

Sommige wijken worden rijker7 Sommige arbeiderswijken verpauperen. In andere

arbeiderswijken neemt de leefbaarheid juist toe.

a Waarom willen alleenstaanden of paren zonder kinderen

in bepaalde arbeiderswijken wonen?

– Ze liggen dicht bij / ver van het centrum.

– Er zijn goedkopere / duurdere woningen.

– Er zijn veel / weinig voorzieningen.

b De doorgestreepte woorden bij a horen bij het

stadscentrum / een nieuwbouwwijk. Welke huishoudens

gaan daar met name wonen? Paren met kinderen.

8 De vraag bij bron 1 luidt: wordt deze wijk later een

probleemwijk?

a Wanneer kan een wijk een probleemwijk worden? Streep

de foute antwoorden door.

– Als er veel huurwoningen / koopwoningen in de wijk staan.

Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders

Meer / minder voorzieningen

Meer alleenstaanden met hogere / lagere inkomens

Mensen met hoge / lage inkomens trekken in de wijk

Meer / minder voorzieningen

De rijkere bevolking trekt weg / vestigt zich hier

Hogere leefbaarheid

Verpaupering

Goedkopere / duurdere woningen dicht bij het centrum

Oude arbeiderswijken

513968_Module 1.indd 7513968_Module 1.indd 7 27-08-12 10:1927-08-12 10:19

Page 7: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

8

werden nieuwe woningen gebouwd (saneren). Sommige

woningen werden juist goed opgeknapt (renoveren).

a In bron 1 zie je saneren / renoveren.

b Bedenk samen met een klasgenoot een argument vóór

iedere oplossing en een argument tegen. Vul ze in fi guur 1 in.

Figuur 1 Saneren of renoveren?

Argument voor Argument tegen

Saneren Betere huizen

Huren gaan omhoog

Renoveren Goedkoper voor gemeente

Mensen willen andere huizen

c Waarvoor kiezen jullie en waarom? Wij kiezen bij

stadsvernieuwing voor saneren / renoveren, want bijv. saneren, want daardoor verandert het huizenaanbod echt en trek je makkelijker andere mensen aan.

5 Zet achter elke omschrijving het juiste begrip. Kies uit:

saneren • renoveren • restaureren.

– We verhuizen drie maanden naar een wisselwoning. Het

huis wordt opgeknapt. Daarna gaat de huur helaas wel

omhoog. renoveren – De flat waar ik ben geboren gaat tegen de vlakte. Er komen

nieuwe koophuizen op deze plaats. saneren – Het mooie grachtenpand wordt in zijn oude glorie hersteld.

De plafonds worden opnieuw gestuukt. Helaas hebben we

de oude bakstenen voor de voorgevel nog niet gevonden.

restaureren

De wijkenaanpak6 a De gemeente wil met de wijkenaanpak de

bevolkingssamenstelling veranderen. Waarom? Door de eenzijdige samenstelling komen de wijken in een neerwaartse spiraal die doorbroken moet worden. b De regering streeft naar gemengde wijken, waar allerlei

bevolkingsgroepen naast elkaar wonen. Overleg met

een klasgenoot. Wat vinden jullie? Wij zijn daarvoor /

daartegen, want bijv. daartegen, want het is fi jn om met één groep bij elkaar te wonen. Of: daarvoor, want juist door ver - schillende groepen krijg je een betere mix.

1 Bron 1 is een foto die is genomen in de Rotterdamse wijk

Katendrecht.

a Geef een omschrijving van de bevolking in de wijken die

worden gesloopt. Mensen met een lage opleiding, lage inkomens, meer werkloosheid, vaak allochtonen. b Geef een omschrijving van de bevolking die in de nieuwe

huizen komt wonen. Bevolking met een hogere opleiding, hogere inkomens, meer autochtonen. c Hoe zou jij het vinden als je moest verhuizen, omdat je

woning werd gesloopt? Bijv. vervelend, want hier wonen mijn vrienden en heb ik het naar mijn zin.

Probleemwijken2 Bestudeer bron 3.

a Zoek op de kaart van Amsterdam de onderstaande wijken

op. Zet achter elke wijk een A (= arbeiderswijk) of een W

(= woongebieden 1945-1970).

– De Kolenkit: W. – De Pijp: A.

– Flatwijk de Bijlmer: W. b Welke wijken krijgen nu de meeste aandacht van de

overheid: de arbeiderswijken of de woongebieden 1945-

1970? De woongebieden 1945-1970.

3 In de periode 1945-1970 zijn veel flatwijken gebouwd.

a De fl atwijken zorgden uiteindelijk niet voor een prettige

woonomgeving, want:

de mensen wilden liever een tuintje voor en achter dan

een flat.

er was te veel groen aangelegd.

in de flats had men weinig contact met de buren.

b De inrichting van de fl atwijken speelt een rol bij het

gevoel van onveiligheid dat mensen er hebben. Leg deze

zin uit. In fl atwijken zijn de woonkamers niet op straatniveau, waardoor mensen het minder snel in de gaten hebben als er iets gebeurt.

Oplossingen4 In de arbeiderswijken waren de woningen van slechte

kwaliteit. In deze wijken heeft veel stadsvernieuwing

plaatsgevonden. De woningen werden gesloopt en er

3 Herinrichting van de wijk

CasusEigen omgeving

513968_Module 1.indd 8513968_Module 1.indd 8 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 8: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

9

b Wat voor gevolgen heeft dit voor de bevolkingssamen-

stelling? Er zullen meer mensen met hogere inkomens komen en minder allochtonen en mensen met lagere inkomens.

Figuur 3 Verandering in het huizenaanbod in de Kolenkit.

Soort huizen Vóór de herinrichting

Na de herinrichting

Sociale huurwoningen 95% 56%

Duurdere huurwoningen 4% 14%

Koopwoningen 1% 30%

10 a Bekijk figuur 4. Wat is volgens deze figuur het effect

van de wijkenaanpak in de Kolenkit? De tevredenheid over de buurt neemt toe.

b Denk je dat Amsterdammers de Kolenkit in de toekomst

een aantrekkelijke woonwijk vinden?

– Ja, want: bijv. er komen betere woningen en meer verschillende inkomens.

– Nee, want: bijv. de Kolenkit scoort nog een stuk lager dan andere wijken in Amsterdam.

Figuur 4 Tevredenheid over de buurt 2005-2009.

2005 2007 2009Kolenkit 5,5 5,6 6,0

Amsterdam 7,1 7,2 7,3

11 Moeten we probleemwijken slopen of niet?

a Slopen en nieuwbouw is één manier om de leefbaar-

heid van wijken te vergroten. Welke andere manier ken je?

Wijken kunnen ook gerenoveerd worden. b Leg uit waarom een verbeterd huizenaanbod tot een

hogere welvaart van wijken kan leiden. Als er betere huizen in een wijk staan, komen er ook rijkere mensen wonen.

12 Streep de begrippen door die niet in het rijtje

thuishoren. Bespreek je keuze klassikaal.

a brede straten / industrie / groenvoorzieningen /

koopwoningen

b gezinsverdunning / leefbaarheid / ontgroening /

vergrijzing

c alleenstaanden / allochtonen / eenoudergezinnen /

paren met kinderen

d renoveren / restaureren / saneren / verpauperen

7 Bekijk bron 2 en 3.

a Wat was de grootste probleemwijk in Amsterdam? De Kolenkit.

b In het verleden zijn heel wat mensen erg blij geweest

dat ze in de Kolenkit konden gaan wonen. Wie kwam het

eerste in de wijk wonen? Zet de volgende woorden op de

goede plaats in fi guur 2: alleenstaande • allochtoon paar

met kinderen • autochtoon paar met kinderen.

c Noteer in fi guur 2 ook de volgende jaartallen op de juiste

plaats: 1950 • 1980 • 2010.

Figuur 2 Wie kwamen in de Kolenkit wonen?

Allochtoon paar met kinderen / 1980

Dit huis is veel groter. De kinde-

ren slapen met zijn tweeën op

een kamer en wij hebben een

islamitische slagerij en de markt

om de hoek.

Alleenstaande / 2010

Een woning dicht bij het centrum

en vlak bij de ringweg. Met de

auto ben ik zo op het werk. Als ik

uit wil gaan, ben ik met de fi ets

zo in het centrum.

Autochtoon paar met kinderen / 1950

Eindelijk een eigen huis, niet

meer bij onze ouders op zolder.

Het huis is ruim en nieuw.

8 Bestudeer bron 2.

a In de Kolenkit worden meer / minder woningen gebouwd.

Dit staat in het bestemmingsplan. De bebouwingsdichtheid

in de Kolenkit wordt hoger, want er worden meer huizen gebouwd dan er gesloopt worden. b In de Kolenkit worden meer woningen gesaneerd /

gerenoveerd.

c Hoe kan een gemeente de bevolkingssamenstelling van

een wijk makkelijker beïnvloeden: door saneren of door

renoveren? Licht je antwoord toe. Door saneren, want dan kun je echt andere woningen (groter, luxer) bouwen.

9 Door de wijkenaanpak in de Kolenkit zal het huizenaanbod

veranderen (zie figuur 3).

a Omschrijf de belangrijkste verandering in het

huizenaanbod. Meer en duurdere huur- en koopwoningen.

Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders

513968_Module 1.indd 9513968_Module 1.indd 9 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 9: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

Eigen omgeving

1010

Examentrainer

2p 1 Gebruik bron 1 en 2.

Waar vindt tegenwoordig de meeste sanering plaats: in de wijk van bron 1 of die van bron 2?

Verklaar je keuze.

2p 2 Gebruik bron 1 en 2.

Neem de letters a tot en met d over op je antwoordblad en noteer steeds het juiste woord.

In de wijk van bron 1 wonen in vergelijking met de wijk van bron 2:

a meer / minder allochtonen.

b meer hoogopgeleiden / laagopgeleiden.

c meer mensen met hogere / lagere inkomens.

d meer / minder alleenstaanden.

2p 3 Gebruik bron 3.

In de tabel staat de leeftijdsopbouw van een armere wijk / rijkere wijk. Beargumenteer je

keuze, op basis van de bron.

2p 4 Gebruik bron 3.

Welk begrip is het meest van toepassing op de tabel met leeftijdsopbouw in bron 3:

ontgroening of vergrijzing? Licht je antwoord toe.

2p 5 Gebruik bron 4. Dit is de stadsplattegrond van Alkmaar.

In welke twee gebieden zul je het meest waarschijnlijk probleemwijken vinden? Verklaar je

keuze.

2p 6 Gebruik bron 4.

Welke wijk hoort bij welke uitspraak? Noteer de letter uit de bron. Er blijft één letter over.

1 In deze wijk vind je de meeste winkelvoorzieningen.

2 In deze wijk zijn de verschillen tussen de woningen het kleinst.

3 Deze wijk maakt kans om populair te worden bij jonge stellen zonder kinderen.

4 In deze wijk wonen vooral gezinnen met kinderen.

2p 7 Gebruik bron 5.

Bij welk woongebied horen deze cijfers van Amsterdam? Kies uit: het centrum • een

nieuwbouwwijk aan de rand van de stad. Beargumenteer je antwoord.

1p 8 Gebruik bron 5.

Licht de volgende uitspraak toe: ‘De woningbezetting is gedaald, hoewel de

bebouwingsdichtheid is toegenomen.’

4 Examentrainer

Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad.

Examentrainer

513968_Module 1.indd 10513968_Module 1.indd 10 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 10: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

11

3p 9 Gebruik bron 5.

Uit deze tabel kun je aflezen dat in de loop van de tijd de volgende zaken hebben

plaatsgevonden:

a meer ontgroening / vergrijzing;

b wel / geen veranderingen in de bebouwingsdichtheid;

c meer / minder alleenstaanden dan gezinnen.

1p 10 Gebruik bron 5.

Stel dat de wijk van deze tabel de komende jaren gemiddeld rijker wordt. Aan welke

leeftijdscategorie zul je dat het beste kunnen merken? Kies uit: 12-17 jaar • 30-49 jaar • 65-79 jaar.

1p 11 Waarom wonen in armere wijken vaak meer allochtonen dan in rijkere wijken? Kies het juiste antwoord.

A Allochtonen hebben door taalachterstand een lagere opleiding en vaak een lager inkomen.

B Autochtonen wonen liever in rijkere wijken.

C Allochtonen wonen liever in wijken met een hogere bebouwingsdichtheid.

D Autochtonen zijn minder vaak alleenstaand.

1p 12 Gebruik bron 6.

De Laan van Spartaan is een nieuwbouwproject in Amsterdam.

Leg uit dat de Laan van Spartaan een gemengde wijk moet worden.

1p 13 Gebruik bron 6.

Welke uitspraak is juist?

I De Laan van Spartaan is ontstaan door saneren.

II Sportvoorzieningen bevorderen de leefbaarheid in een wijk.

A Alleen I is juist.

B Alleen II is juist.

C Beide zijn juist.

D Beide zijn onjuist.

Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders

513968_Module 1.indd 11513968_Module 1.indd 11 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 11: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

12

b De belangrijkste verklaring voor het verschil tussen bbp

en bbp per hoofd is:

de bevolkingsomvang van een land.

de oppervlakte van een land.

het aantal miljonairs in een land.

4 a Lees de volgende uitspraken.

I In landen met een hoog bbp per hoofd zijn geen verschil-

len tussen arme en rijke regio’s. Het brp (bruto regionaal

product) is overal gelijk.

II In landen met een hoog bbp hebben mensen veel

gebruiksgoederen zoals auto’s.

Uitspraak I is fout.

Uitspraak II is fout.

Beide uitspraken zijn fout.

Beide uitspraken zijn goed.

b In landen met een laag bbp per hoofd leven meer /

minder mensen onder de armoedegrens. Wereldwijd ligt

de armoedegrens op een bbp per hoofd van twee dollar per

dag / maand / jaar.

Verschillen in welvaart5 Gebruik bron 3.

Binnen de EU zijn erg grote verschillen in welvaart. In de

rijkste regio Londen verdienen de mensen 290% meer

dan het EU-gemiddelde, in de armste regio Nord-Est in

Roemenië verdient men 23% van het EU-gemiddelde.

a Geef twee argumenten waarom het gebied rond Londen

zo rijk is. Veel mensen werkzaam in de diensten, veel kantoren. b De regio Nord-Est in Roemenië zal dicht bij / ver van de

hoofdstad liggen, want juist die regio’s zijn armer.

6 a Maak van de volgende gegevens in figuur 2

twee cirkeldiagrammen van de beroepsbevolking.

b Zet de landen Verenigd Koninkrijk en Roemenië op de

juiste plaats in de onderste rij.

7 a Geef een omschrijving van de beroepsbevolking in arme

landen. Veel mensen werkzaam in de landbouw, weinig in de diensten. b Geef een omschrijving van de beroepsbevolking in rijke

landen. Veel mensen werkzaam in de diensten, weinig in de landbouw.

1 Bekijk bron 1.

a Is er bij jou in de buurt een straat die vergelijkbaar is met

deze foto? Licht je antwoord toe. Bijv. ja, de Nieuwlandstraat. Dat is ook een straat waar rijkere mensen komen, maar waar sommige winkels leegstaan. b Wat zegt de foto in bron 1 over de welvaart in Nederland?

Nederland is een rijk en welvarend land, maar dat geldt niet altijd voor iedereen.

Welvaart meten2 Welvaart kun je op verschillende manieren meten. Bekijk

figuur 1.

a Bestudeer de tabel en geef beargumenteerd aan welk

land de meeste welvaart kent. Luxemburg, want daar is het bbp per hoofd het grootst en hebben de meeste mensen een auto. b Bepaal op basis van de tabel in fi guur 1 welke kenmerken

je het beste kunt gebruiken om welvaart te meten. Zet de

vier kenmerken in de juiste volgorde.

1 Bbp per hoofd. 2 Auto’s per 1.000 inwoners. 3 Percentage van de bevolking onder de armoedegrens. 4 Bbp.

Figuur 1 Welvaartsverschillen in drie Europese landen.

Nederland Luxemb urg RoemeniëBbp

(in miljoen euro)

567.318 39.798 117.041

Bbp per hoofd

(in euro)

34.257 79.959 5.359

Bevolking onder

nationale armoe-

degrens (in %)

10,5 11 25

Aantal auto’s per

1.000 inwoners

523 749 219

3 a Bekijk figuur 1 nog een keer. Welke twee uitspraken zijn

goed?

Roemenië heeft een hoger bbp dan Luxemburg.

Luxemburg heeft de kleinste bevolking.

Luxemburg heeft een laag bbp, maar een hoog bbp per

hoofd doordat het een klein land is in oppervlakte.

Het bbp geeft een betere indruk van de welvaart van een

land dan het bbp per hoofd.

1 Verschillen in welvaart

Nederland en Europa

513968_Module 1.indd 12513968_Module 1.indd 12 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 12: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

13

In de rijkste gemeenten werken meer mensen in de

diensten.

In rijkere gemeenten is het brp altijd hoger dan in armere

gemeenten.

Figuur 3 Afwijking van het gemiddeld inkomensniveau per gemeente.

gemiddeld zeer laag inkomengemiddeld laag inkomengemiddeld hoog inkomengemiddeld zeer hoog inkomen

10 Bekijk de kaarten in bron 3 en figuur 3 nog eens.

a Vergelijk Nederland met Polen, Spanje en Zweden. Geef

antwoord op de vraag of Nederlanders rijk zijn. Licht je

antwoord toe met twee redenen. Bijv. ja, Nederlanders zijn rijk, want het bbp per hoofd is in vergelijking met Polen en Spanje hoog en de verschillen in brp per hoofd zijn klein. b Vind je het belangrijk dat we in Nederland rijk zijn?

Bespreek deze vraag klassikaal. Bijv. ja, want met geld kun je meer dingen doen. Of: nee, want geld maakt niet gelukkig.

11 In Nederland en Europa zijn er welvaartsverschillen. Zet

telkens een streep door de regio die er niet bij hoort.

a Randstad / Bloemendaal / Pekela / Utrecht

b grensregio / hoofdstad / Zuid-Italië

c Noord-Europa / Oost-Europa / West-Europa

d Roemenië / Bulgarije / Italië / Letland

Figuur 2 Verdeling van de beroepsbevolking.

Land A Land BLandbouw 1,6% 41,7%

Industrie 25,4% 28,1%

Diensten 73,1% 30,2%

Cirkeldiagram

Land Verenigd Koninkrijk

Roemenië

c Vul in. Hoe meer mensen werkzaam zijn in de

landbouw, hoe lager het bbp per hoofd is.

d Leg uit dat de verschillen in het brp per hoofd in een stad

groter zijn dan op het platteland. Bijv. op het platt eland doen meer mensen hetzelfde werk.

Welvaart in Nederland8 Vergelijk de welvaart van Nederland met die van andere

Europese landen in bron 3. Maak van de volgende landen

drie groepen die het beste bij elkaar passen wat betreft

welvaart. Groep 1 is de rijkste groep en groep 3 de armste.

Bulgarije • Denemarken • Griekenland • Groot-Brittannië

• Italië • Nederland • Polen • Portugal • Roemenië •

Slowakije • Spanje • Zweden.

Groep 1: Denemarken, Groot-Brittannië, Nederland, Zweden.

Groep 2: Griekenland, Italië, Portugal, Spanje.

Groep 3: Bulgarije, Polen, Roemenië, Slowakije.

9 a In Nederland bestaan ook verschillen in welvaart.

Teken de twee rijkste gemeenten (Wassenaar en

Bloemendaal) en de twee armste gemeenten (Pekela en

Stadskanaal) in op de kaart van figuur 3.

b Welke uitspraken zijn goed?

Rond de hoofdstad zijn de inkomens gemiddeld hoger

dan in de grensregio’s.

In de armste gemeenten werken meer mensen in de

diensten.

Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa

Land A Land B

513968_Module 1.indd 13513968_Module 1.indd 13 27-08-12 10:2327-08-12 10:23

Page 13: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

14

– Het gemiddelde welzijnsniveau in Nederland is hoog / laag.

– Het gemiddelde welzijnsniveau in Europa is hoog / laag.

– De verschillen in welzijn zijn in Europa groot / klein.

Verschillen in Nederland4 Gebruik bron 3.

a Hoeveel procent van de Nederlanders geeft aan zeer

gelukkig te zijn? 40% of meer. b Wat is volgens jou belangrijker voor geluk: welvaart of

welzijn? Licht je antwoord toe. Bijv. welzijn, want als mensen in goede woon- en leefomstandigheden leven, zullen ze zich sneller gelukkig voelen dan wanneer ze veel geld hebben.

5 Gebruik figuur 2.

a Autochtonen hebben een hoger opleidingsniveau dan

Turken en Marokkanen, want zij zijn slimmer / hebben geen

taalachterstand.

b Op welke groep lijkt het opleidingsniveau van de Turken

en Marokkanen van 25-34 jaar het meest? Op dat van autochtonen van 55-64 jaar. c Welke twee uitspraken zijn goed?

Meer dan de helft van de allochtonen van 25-34 jaar heeft

alleen basisonderwijs.

Meer dan de helft van de autochtonen heeft een

opleidingsniveau van mbo 2/havo of hoger.

De achterstand van allochtonen in opleidingsniveau wordt

steeds kleiner.

6 Gebruik figuur 3.

a Geef een omschrijving van de gebieden waarin je er

langer dan een uur over doet om een traumacentrum te

bereiken. De Waddeneilanden, Zeeland en delen van Friesland. b Wat is de belangrijkste reden dat er in deze gebieden

geen traumacentrum is? Er wonen weinig mensen, de bevolkingsdichtheid is er laag. c Heeft fi guur 3 vooral met welvaart of met welzijn te

maken? Licht je antwoord toe. Met welzijn: het gaat over gezondheidszorg. Dat heeft met leefomstandigheden te maken.

7 a Vroeger gingen de mensen eerder dood dan

tegenwoordig, de levensverwachting is toegenomen.

1 Bekijk bron 1.

a Leg uit wat bron 1 met het begrip welzijn te maken heeft.

Uit de foto blijkt dat de twee mensen meer dan genoeg te eten hebben. b In Nederland blijkt bijna de helft van de bevolking

te zwaar te zijn. Waarom start de overheid regelmatig

campagnes voor een gezonde leefwijze? Bijv. gezonde mensen zijn minder vaak ziek en leven langer.

Welzijn meten2 a Vul in: armoede • analfabetisme en onderwijs •

levensverwachting.

Om welzijn te meten wordt vaak de HDI (Human

Development Index) gebruikt. Deze meet de

gemiddelde prestaties van een land op het gebied van

gezondheidszorg (levensverwachting ), kennis

(analfabetisme en onderwijs ) en de

levensstandaard (armoede ).b Gezondheidszorg / kennis / de levensstandaard gaat het

meest over welvaart, want het gaat over de armoede in een land.

Figuur 1 HDI-score voor acht landen.

Landen in Europa

HDI Landen bui-ten Europa

HDI

Nederland 0,910 Bolivia 0,663

Polen 0,813 Suriname 0,680

Portugal 0,809 Mozambique 0,322

Bulgarije 0,771 Indonesië 0,617

3 Tussen landen zijn verschillen in welzijn.

a Maak de uitspraken goed af door hoog • laag in te vullen

en de foute woorden door te strepen. In rijke landen:

– is het opleidingsniveau hoog ;– gaan veel / weinig kinderen dood, de zuigelingensterfte is

laag ;– worden de mensen wel / niet ouder, de levensverwachting

is hoog .b Geef zelf een beschrijving van het welzijn in een arm

land, zoals je dat bij vraag a hebt gedaan. In arme landen is het opleidingsniveau lager, de zuigelingensterfte hoger en de levensverwachting lager. c Bekijk fi guur 1. Streep de foute woorden door.

– Hoe hoger / lager de HDI, hoe meer welzijn in een land.

2 Verschillen in welzijn

Nederland en Europa

513968_Module 1.indd 14513968_Module 1.indd 14 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 14: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

15

Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa

Figuur 2 Verschil in opleidingsniveau tussen autochtonen en Turken / Marokkanen.

Autochtonen Turken en Marokkanen

Opleiding 25-34 jaar 55-64 jaar 25-34 jaar 55-64 jaarBasisonderwijs 2% 12% 13% 52%

Vmbo / mbo 1 10% 26% 34% 28%

Havo / vwo / mbo 2, 3, 4 46% 35% 36% 13%

Hoger onderwijs 42% 27% 17% 7%

Figuur 4 Verschillen in welvaart en welzijn.

Welvaart Welzijn

Hoe meet je dat? Bbp per hoofd HDI Verschillen in Nederland In West -Nederland zijn de inkomens hoger

dan in Oost -Nederland.

Mensen met een hogere opleiding leven ge- zonder dan mensen met lagere opleiding.

Verschillen in Europa Noord- en West-Europa zijn rijker dan Oost-

en Zuid-Europa.

Mensen in Oost -Europa hebben een lagere

levensverwachting dan mensen in

de rest van Europa.

In arme landen is de levensverwachting lager dan in rijke

landen. Onjuist: in Zuid-Europa is de levensverwachting hoger dan in Noord- en West-Europa, terwijl Zuid-Europa armer is. b Vergelijk bron 3 (geluk) met bron 3 uit paragraaf 1

(brp). Noem een voorbeeld van een rijker en een armer

land waaruit blijkt dat geluk en welvaart niet met elkaar

samenhangen. Bijv. Finland is rijk, maar weinig mensen zijn zeer gelukkig. Portugal is een armer land, maar relatief veel mensen voelen zich er gelukkig. c De levensverwachting is in Oost-Europa lager / hoger dan

in West-Europa. Dit komt door:

– slechtere / betere gezondheidszorg;

– een gezondere / ongezondere leefwijze;

– een hoger / lager opleidingsniveau.

9 a Als je kijkt naar het afgelopen jaar, welk cijfer

(van 1 tot 10) zou jij jezelf dan geven om aan te geven hoe

gelukkig je bent? Bijv. een 7,5. b Bespreek de antwoorden op vraag a klassikaal. Hoe

scoren jullie als klas in vergelijking met bron 3? Bijv. lager, want er waren maar een paar leerlingen die zichzelf een 9 hebben gegeven.

10 Zet de verschillen tussen welvaart en welzijn op een rij

door het schema van figuur 4 in te vullen.

Maar ook de oorzaken waardoor mensen overlijden

zijn veranderd. Aan welke oorzaken overlijdt men

tegenwoordig in Nederland? Streep de foute antwoorden

door: cholera / hart- en vaatziekten / honger / (long)

kanker / de pest.

b Hoe noemen we de ziekten bij vraag a?

Welvaartsziekten.

Figuur 3 Reistijd tot het dichtstbijzijnde traumacentrum.

minder dan 2020-40groter dan 40traumacentrum

Reistijd in minuten

Verschillen in Europa8 a Vergelijk bron 2 (levensverwachting) met bron 3 uit

paragraaf 1 (bruto regionaal product). Is de volgende

uitspraak juist of onjuist? Licht je antwoord toe.

513968_Module 1.indd 15513968_Module 1.indd 15 27-08-12 10:2927-08-12 10:29

Page 15: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

16

3 Verklaar de Europese verschillen

Nederland en Europa

b De rijkere delen van Europa zijn Noord en West , de

armere delen zijn Oost en Zuid. Geef deze volgens

de legenda aan in de kaart.

c In rijkere delen is het welzijn ook vaak hoger, maar

Oost- Europa is het deel dat echt een lager welzijn kent.

Geef dit volgens de legenda aan in de kaart van fi guur 1.

Politieke en economische oorzaken3 a Zet achter elke omschrijving van het politieke systeem

het juiste deel van Europa.

– Vroegere communistische landen: Oost. – Bijvoorbeeld Spanje leefde tot 1975 onder een dictatuur:

Zuid. – Lange traditie van democratie: Noord en West. Nu zijn alle landen kapitalistisch en democratisch.

b De vroegere communistische landen zijn rijker / armer

dan de kapitalistische landen, want zij konden meer /

minder handeldrijven en daardoor meer / minder

investeren in de economie.

1 Bekijk bron 1.

Je ziet een dakloze jongen in de hoofdstad van Bulgarije:

Sofi a. Met het plastic bekertje bedelt hij voor geld bij

bezoekers van McDonald’s.

a Waarom is het slim van deze jongen dat hij bij

McDonald’s gaat bedelen? In Bulgarije kunnen met name de rijkere mensen een bezoek aan McDonald’s betalen. b Leg uit waarom deze foto goed aansluit bij het thema

arm/rijk van deze module. Juist de rijkere mensen gaan eten bij McDonald’s, dat is een goede plek voor de armere om te bedelen.

Verschillen binnen Europa2 In Europa zijn verschillen in welvaart (par. 1) en welzijn

(par. 2).

a Zet de woorden Noord-, Oost-, Zuid- en West-Europa op

de juiste plaats in fi guur 1.

Figuur 1

Politiek

Economie

......................................

......................................

democratiediensteneconomie

Noord-Europa

Politiek

Economie

......................................

......................................

democratiediensteneconomie

West-Europa

Politiek

Economie

......................................

......................................

vroegere dictaturenveel landbouw

Zuid-Europa

Politiek

Economie

......................................

......................................

vroeger communismeoude industrieën

Oost-Europa

................................

................................

................................

................................

welzijnhooglaag

welvaarthooglaag

513968_Module 1.indd 16513968_Module 1.indd 16 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 16: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

17

b Nederland heeft een betere gezondheidszorg dan

Bulgarije. Streep steeds het foute antwoord. Nederland

heeft:

– betere / slechtere voeding;

– meer / minder hygiëne;

– een hogere / lagere levensverwachting;

– een hogere / lagere zuigelingensterfte;

– meer / minder kinderen per vrouw.

c De vergrijzing zal in de EU 12 sneller toenemen dan in

Nederland, want het aantal geboorten is lager en er is meer migratie.

7 Van de EU zijn sinds 2007 27 landen lid.

a Het doel van de EU is: vrede, welvaart en vrijheid voor

alle burgers brengen.

– Wat was de belangrijkste reden voor samenwerking vlak na

de Tweede Wereldoorlog? Vrede. – Wat is nu de belangrijkste reden om samen te werken?

Welvaart. b Worden de verschillen in de EU groter of kleiner?

Verklaar je antwoord. Bijv. in bron 3 zie je dat de armste regio’s de snelste groei kennen, dus worden de verschillen kleiner.

8 Hebben Bulgaarse kinderen dezelfde kansen als

kinderen in Nederland? Licht je antwoord toe. Bijv. nee, want in arme landen zijn er minder mogelijkheden voor onderwijs, werk en inkomen. Of: ja, want Bulgarije is ook lid van de EU en dat biedt mogelijkheden om te groeien.

9 Gebruik nogmaals figuur 1. Je hebt de verschillen in

welvaart en welzijn al ingetekend in deze kaart.

a Geef in fi guur 1 voor ieder deel van Europa aan wat de

politieke oorzaken zijn voor de verschillen in welvaart.

Kies uit: vroeger communisme • democratie • vroegere

dictaturen.

b Geef in fi guur 1 voor ieder deel van Europa aan wat de

economische oorzaken zijn voor de verschillen in welzijn.

Kies uit: diensteneconomie • veel landbouw • oude

industrieën.

4 Gebruik bron 2.

a Verklaar waarom de EU ook weleens geschreven wordt

als EU 27. De EU telt 27 lidstaten. b Maak de juiste combinaties. Kies uit: EU 12 • EU 15.

A Deze vijftien landen waren als eerste lid van de EU.

EU 15. B Na 2004 zijn nog twaalf landen lid geworden van de EU.

EU 12. c Zet achter elke uitspraak of deze vooral over de EU 15 of

de EU 12 gaat.

– Communistische landen: EU 12. – Kapitalistische landen: EU 15 (en nu ook EU

12). – Landen met grotere economische groei: EU 12. – Landen met kleinere economische groei: EU 15. – Landen in de EU met hoog welzijnsniveau: EU 15. – Landen in de EU met lagere welvaart: EU 12. d Bespreek je antwoorden met een klasgenoot. Is de groei

van het brp per hoofd in de EU een gunstige ontwikkeling

voor iedereen? Licht je antwoord toe. Bijv. nee, want de één heeft meer van de groei kunnen profi teren dan de ander.

Een groeiende bevolking5 Bestudeer bron 2.

a Maak de volgende zinnen goed af.

– Ierland heeft een bevolkingsgroei / bevolkingsafname,

vooral door de migratie. – Nederland heeft een bevolkingsgroei / bevolkingsafname,

vooral door de natuurlijke bevolkingsgroei. b Omschrijf de verschillen tussen de EU 12 en EU 15.

– EU 12: bevolkingsgroei / bevolkingsafname door meer sterfte dan geboorte en meer vertrek dan vestiging.

– EU 15: bevolkingsgroei / bevolkingsafname door meer geboorte dan sterfte en meer vestiging.

6 a Zet voor elke uitspraak een B (= Bulgarije) of een

N (= Nederland).

N meer immigratie

B meer emigratie

B meer sterfte

N meer geboorte

Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa

513968_Module 1.indd 17513968_Module 1.indd 17 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 17: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

18

Wordt Nederland rijker van de EU?4 Door de Europese integratie is de welvaart van landen

binnen de EU gestegen. Sommige bronnen geven aan dat

de gemiddelde Nederlander door het lidmaatschap van de

EU ongeveer 3.000 euro per jaar meer verdient.

a Waarom profi teert Nederland als handelsland vooral

van het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en

informatie? Voor een handelsland is het belangrijk dat er zo min mogelijk handelsbelemmeringen zijn. b Zijn er ook nadelen van een vrij verkeer van personen,

goederen, diensten en informatie? Bijv. bedrijven verlaten Nederland om zich te vestigen in landen met een lager uurloon. c Wat voor voordelen heb jij zelf door het vrij verkeer van

personen binnen de EU? Gemakkelijk reizen, studeren, werken in andere landen. d Gebruik bron 3. Nederland (en andere rijke landen) zijn

netto betalers aan de EU. Leg uit dat de welvaart in deze

landen toch toeneemt. Door de grotere arbeids- en afzetmarkt is er meer handel.

5 Gebruik bron 4.

a Waarom groeit de handel tussen Nederland en Polen

sterk sinds 2004? In 2004 trad Polen toe tot de EU. b Waarom stijgt ook de invoer uit Polen sinds 2004 sterk?

Noem twee redenen.

1 De productie in Polen is toegenomen, doordat in Polen goedkoper geproduceerd kan worden dan in de EU 15.

2 Ook vanuit Polen kan men gemakkelijker goederen exporteren na de toetreding tot de EU.

6 a In Nederland wonen tegenwoordig veel Polen. Door

het vrije verkeer van personen binnen de EU neemt deze

groep verder toe. Leg uit waarom dit een voordeel is voor

Polen, voor Nederland en voor de migrant zelf.

– Voor Polen: minder werkloosheid.

– Voor Nederland: arbeidsmigranten voor banen die Nederlanders niet (willen) doen.

– Voor de migrant: verdient (meer) geld.

1 Bekijk bron 1.

a Beschrijf wat er op deze foto te zien is. Een bord waarop staat aangegeven dat een project gefinancierd wordt door de EU.

b Onderzoek of er bij jou in de buurt ook van dit

soort projecten zijn. Presenteer je bevindingen aan je

klasgenoten. Bijv. in Zeeland in de Smitschorrepolder is een voorlichtings- en opleidingscentrum voor glastuinbouw gefi nancierd.

Meer welvaart en welzijn2 Bekijk figuur 1. De Europese integratie is in de loop van de

tijd veel sterker geworden. Hoe? Maak de goede combinaties.

1C, 2A, 3B

Figuur 1 Voordelen van de EU.

Kenmerk Voorbeeld1 Economie A Vrede en stabiliteit

2 Politiek B Vrij verkeer van personen

3 Bevolking C Arbeids- en afzetmarkt van 500

miljoen mensen

3 Gebruik figuur 2.

a Vul de volgende tekst in: De EU heeft een grotere afzetmarkt dan de VS en Japan samen. Het bbp in de EU is

lager dan dat van de VS en Japan samen. Dat komt

doordat het bbp per hoofd in de EU lager is dan in de

VS en Japan.

b Waarom is een grote arbeids- en afzetmarkt belangrijk

voor de inwoners van een gebied? Door een grotere afzetmarkt kunnen er meer producten afgezet worden. c Kijk nog eens naar bron 3 van paragraaf 1. Hoe verklaar

je het lagere bbp per hoofd in de EU in vergelijking met het

bbp per hoofd in de VS of Japan? Binnen de EU zijn er ook landen met gemiddeld lage inkomens.

Figuur 2 Verschillen tussen de grootmachten.

Landen EU totaal VS JapanBbp

(x miljard euro)

12.279.000 10.617.749 3.953.771

Bbp per hoofd

(euro)

24.400 34.475 30.998

Bevolking 500 miljoen 295 miljoen 127 miljoen

4 De invloed van de EU op welvaart en welzijn

Nederland en Europa

513968_Module 1.indd 18513968_Module 1.indd 18 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 18: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

19

Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa

Figuur 4 Geeft de EU meer welvaart en welzijn?

Armere gebieden (EU 12) Rijkere gebieden (EU 15)

Politiek Aanpassen Europese regelgeving kost geld

Vrede en stabiliteit

Economie Stimuleringsbeleid

Grotere arbeids- en afzet- markt

Bevolking Vertrek

Vestiging

Figuur 3 Nadelen van de EU.

Kenmerk Voorbeeld1 Economie A Veel Polen, Roemenen en Bulgaren die hier

werken kennen onze taal niet.

2 Politiek B Wij betalen meer aan de EU dan wij

krijgen.

3 Bevolking C Macht afstaan aan Brussel.

9 Worden wij rijker van Europa?

a Vind jij uitbreiding van de EU een gunstige ontwikkeling?

Geef eerst twee argumenten voor en twee argumenten

tegen uitbreiding. Trek dan je conclusie.

– Argumenten voor: Bijv. Nederland kan daardoor meer handelen. Wij kunnen als Nederlanders naar meer landen op vakantie en in meer landen werken of studeren.

– Argumenten tegen: Bijv. bedrijven kunnen zich snel naar andere landen in de EU verplaatsen. Andere landen ontvangen meer geld van de EU dan Nederland.

– Conclusie: ik vind de uitbreiding van de EU gunstig /

ongunstig.

b Bespreek klassikaal de vraag of wij rijker worden van

Europa. Noteer hier je eigen standpunt en argumenten.

Bijv. we worden rijker, want een handelsland is gebaat bij vrede en een open economie, waar vrij verkeer van goederen, diensten en informatie is.

10 Zet de volgende woorden op de goede plaats in figuur 4:

stimuleringsbeleid • vrede en stabiliteit • aanpassen

Europese regelgeving kost geld • vertrek • vestiging •

grotere arbeids- en afzetmarkt.

b De komst van grote groepen Polen heeft ook nadelen.

Beschrijf deze voor Polen, voor Nederland en voor de

migrant zelf.

– Voor Polen: jonge mensen trekken weg.

– Voor Nederland: ze zijn concurrenten op de Nederlandse arbeidsmarkt.

– Voor de migrant: soms worden ze uitgebuit.

c Bespreek je antwoorden bij opdracht a en b klassikaal.

Tot welke conclusie komen jullie? Er zijn meer voordelen /

meer nadelen aan de komst van Poolse migranten, want:

bijv. meer voordelen, want Polen leveren een bijdrage aan het Nederlandse bbp.

EU-beleid7 De EU heeft een stimuleringsbeleid voor regionale

ontwikkelingsgebieden.

a Welke delen van Europa profi teren het meest van het

stimuleringsbeleid van de EU? Oost- en Zuid- Europa. Deze gebieden zijn netto betalers /

ontvangers van EU-gelden.

b Welke gebieden zou jij de meeste steun geven als je de

president van de EU was? Bijv. de EU 12-landen, want als die rijker worden, is dat goed voor de hele EU. c Binnen de EU zie je grote verschillen in welvaart. De EU

wil welvaart voor iedereen en investeert in de armste /

rijkste regio’s. Dit doet ze om het concurrentievermogen te

verhogen, want zij wil welvaart voor alle inwoners.

8 Gebruik figuur 3.Welk kenmerk hoort bij welk voorbeeld?

Maak de goede combinaties. 1B, 2C, 3A

513968_Module 1.indd 19513968_Module 1.indd 19 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 19: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

20

Casus

b Bij aardrijkskunde vergelijk je onderwerpen en gebieden

met elkaar. Dat kun je op twee manieren doen:

A aangeven hoe een onderwerp zich in de loop van de tijd

heeft ontwikkeld;

B aangeven wat de verschillen tussen gebieden zijn voor een

onderwerp.

Wat hoort waarbij? Zet voor de uitspraken bij vraag a de

juiste letter: A of B.

4 Gebruik bron 3.

a Beschrijf de ontwikkeling van de beroepsbevolking in

Nederland. Het aantal mensen dat in de landbouw werkt, is afgenomen. Het aantal mensen dat in de diensten werkt, is toegenomen. b Welke uitspraken zijn goed?

Hoe lager het brp per hoofd is, hoe meer mensen

werkzaam zijn in de landbouw.

In geen van de noordelijke provincies is het brp hoog.

Hoe lager het inkomen, hoe meer werkloosheid.

5 Gebruik bron 6 en 7.

a Lees de volgende uitspraken:

I Nederlanders worden nu bijna twee keer zo oud als in

1860.

II In Bulgarije is het verschil in levensverwachting tussen

mannen en vrouwen groter dan in Nederland.

Uitspraak I is juist.

Uitspraak II is juist.

Beide zijn onuist.

Beide zijn juist.

b Zoek de kaart over zuigelingensterfte in Europa op

en vergelijk deze met bron 7. Vul de volgende zin in.

Hoe lager de zuigelingensterfte, hoe hoger de

levensverwachting.

6 Bekijk in de atlas de kaarten over economie (werken) en

zorg in Nederland.

a In welke twee provincies is het inkomen in Nederland het

hoogst? Noord-Holland en Utrecht.

1 Gebruik bron 1.

a Waarom vinden sommige mensen het een schande dat in

Nederland een voedselbank bestaat? Nederland is een rijk land en de regering zou ervoor moeten zorgen dat niemand honger heeft.b Waarom staat de voedselbank spullen in te zamelen bij

Albert Heijn? Mensen die zelf boodschappen hebben gedaan kunnen spullen geven, voor arme mensen die het nodig hebben.

Figuur 1 Hoe gebruik je de Basisbosatlas?

Naam Waar? Wat?Bladwijzer Binnenkant

omslag

Snel op- zoeken van gebieden

Inhoudsopgave 3-5

Onderwerpen per bladzijde

Zaakregister 151-153

Alfabetische lijst van on- derwerpen

Namenregister 154-168

Alfabetische lijst van na- men

2 Gebruik figuur 1.

In dit werkboek gebruiken we de Basisbosatlas 60e editie.

Daar heb je natuurlijk al vaker mee gewerkt. Als je dingen

wilt opzoeken in de atlas zijn daarvoor vier manieren. Je

ziet ze in de eerste kolom.

a Zet in de tweede kolom op welke bladzijde je dit

onderdeel kunt vinden in de BB (= Basisbosatlas).

b Zet in de derde kolom een korte omschrijving: wat vind je

precies op die bladzijden?

3 Bekijk de bronnen in het handboek.

a Streep de foute woorden door voor Nederland.

B In steden zijn de inkomens gemiddeld hoger / lager dan

op het platteland.

A Het verschil tussen de levensverwachting voor mannen

en die voor vrouwen is de laatste 150 jaar groter / kleiner

geworden.

5 De ontwikkeling van Nederland

513968_Module 1.indd 20513968_Module 1.indd 20 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 20: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

21

d Hoe is de situatie in Nederland als je naar de vier

gegevens kijkt die je in fi guur 2 hebt ingevuld? Licht je

antwoord toe. Goed, want Nederland scoort overal bij de categorie ‘rijke landen’.

9 Gebruik figuur 3.

a Schrijf de onderzoeksvraag van deze paragraaf als titel

bij fi guur 3.

b Maak de tabel goed af.

c Gebruik bladzijde 60 en 61 uit de atlas. Welke kaart laat

het beste de welvaart en het welzijn in Nederland zien?

Welvaart Bijv. 60A Alleen Noorwegen en Ierland hebben een hogere koopkracht dan Nederland. Welzijn Bijv. 61B In Nederland (en andere West-Europese landen) zijn de mensen het meest tevreden met hun leefomgeving.

Figuur 3 Hoe heeft de Nederlandse samenleving zich in de afgelopen tijd ontwikkeld?

Ontwikkeling Oorzaak

Welvaart Toegenomen /

afgenomenGroei wereld- economie

Welzijn Toegenomen /

afgenomenGedegen overheids- beleid

b Welke stelling is juist? Geef aan met behulp van welke

atlaskaart je het antwoord hebt gevonden. In provincies

met de laagste inkomens …

1 hebben de meeste mensen geestelijke gezondheidszorg

nodig.

2 vind je de meeste verpleeghuizen.

3 rijden de minste ambulances.

4 zijn veel ziekenhuisopnamen.

Stelling 4, want dat kun je afl ezen uit kaart 49A (ook 49B, C of D).

7 Lees bron 2.

a Wat is de belangrijkste verklaring voor de toename van

de welvaart in Nederland sinds 1990? Groei van de wereldeconomie. b Wat is de belangrijkste verklaring voor de toename van

het welzijnsniveau in Nederland? Gedegen overheidsbeleid. c Bron 4 en 5 gaan over de toename in welvaart / welzijn en

bron 6 en 7 over welvaart / welzijn.

8 Gebruik figuur 2.

a Noteer in de eerste kolom op welke bladzijde je

informatie kunt vinden over bbp per inwoner en over

computers.

b Noteer in de tweede en derde kolom (rijke landen en

arme landen) de bijbehorende getallen bij Bbp per inwoner

en Computers.

c Vul op dezelfde manier het rechterdeel in van fi guur 2

over welzijn.

Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa

Figuur 2 Verschil tussen arm en rijk in Europa.

Welvaart WelzijnThema(kaart nummer)

Rijke landen Arme landen Thema Rijke landen Arme landen

Bruto binnenlands product

(59D)

West- Europa Meer dan 20.000

Oost- Europa minder dan 10.000

Levensverwachting

(61C)

Zuid-Europa 80 of meer

Oost- Europa minder dan 77

Computers

(60H, aantal computers per 1.000 inwoners)

West- Europa 300 of meer

Oost- Europa minder dan 200

Zuigelingensterfte

(61E)

Zuid-Europa 8 of minder

Bulgarije en Roemenië 14 of meer

513968_Module 1.indd 21513968_Module 1.indd 21 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 21: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

Eigen omgeving

2222

Examentrainer

2p 1 Gebruik bron 1.

Binnen Nederland zijn verschillen in welvaart.

Neem steeds het juiste woord over op je antwoordblad, zodat een beeld ontstaat van de

inwoners van deze wijk.

Hoge / lage inkomens, hoger / lager opleidingsniveau, meer allochtonen / autochtonen, hogere /

lagere levensverwachting.

1p 2 Gebruik bron 1.

Leg uit waarom deze bron zowel iets over welzijn als over welvaart zegt.

1p 3 Met de Human Development Index wordt de levensstandaard van landen gemeten.

Uit welke twee onderdelen bestaat de Human Development Index nog meer?

1p 4 Welke uitspraak is juist?

I In landen met een hoog bbp is het bbp per hoofd ook altijd hoog.

II In West-Nederland is het brp per hoofd hoger dan in West-Roemenië.

A Uitspraak I is juist.

B Uitspraak II is juist.

C Beide zijn onjuist.

D Beide zijn juist.

2p 5 Tussen landen zijn verschillen in welvaart, die samenhangen met de verdeling van de beroepsbevolking.

Beschrijf de verschillen in werkgelegenheid tussen een arm land en een rijk land.

2p 6 Gebruik bron 2.

Wat is de belangrijkste reden voor het feit dat Oost-Europese landen minder goed scoren op

deze kaart? Gebruik in je antwoord de term ‘communistisch’.

1p 7 Gebruik bron 3.

Welke uitspraak is juist?

I Turken en Marokkanen hebben een hoger opleidingsniveau dan Surinamers, Arubanen en

Antillianen.

II Turken en Marokkanen hebben een grotere taalachterstand dan Surinamers, Arubanen en

Antillianen.

A Uitspraak I is juist.

B Uitspraak II is juist.

C Beide zijn onjuist.

D Beide zijn juist.

2p 8 Gebruik bron 3.

Welke groep is het meest kwetsbaar voor een ongezonde leefstijl? Licht je antwoord toe.

6 Examentrainer

Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad.

513968_Module 1.indd 22513968_Module 1.indd 22 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 22: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

23

1p 9 Gebruik figuur 1.

Neem de letters A, B en C over op je antwoordblad. Zet achter elke letter het goede woord.

Kies uit: EU 12 • EU 15 • EU 27.

Figuur 1 Verschil in levensverwachting.

Mannen Vrouwen

2008 2060 2008 2060

A 76,1 84,5 82,1 89,1

B 77,5 85 83,1 89,4

C 70,8 82,3 78,7 87,5

2p 10 Maak de volgende zinnen af door steeds toegenomen • afgenomen in te vullen.

a De welvaartsverschillen tussen de landen in de EU zijn ...

b In Nederland is het percentage van de beroepsbevolking dat werkt in de landbouw ...

c Gebruik bron 4 en 5. De ongelijkheid is in Nederland ...

d Gebruik bron 4 en 5. De ongelijkheid in de vier grootste Nederlandse steden is vooral ...

2p 11 Gebruik bron 6.

Maak de volgende zinnen kloppend.

a In Noord-Italië is de werkloosheid lager / hoger dan in Zuid-Italië.

b In Noord-Italië werken meer / minder mensen in de diensten dan in Zuid-Italië.

c Binnen de EU 12 is de werkloosheid hoger / lager dan binnen de EU 15.

d In landen met een hoger / lager welvaarts- en welzijnsniveau zijn de mensen het

gelukkigst.

3p 12 a Waarom heeft de EU in 2004 gekozen voor een uitbreiding met zoveel armere landen?

b Is door de uitbreiding van de EU in 2004 het bbp per hoofd gestegen of gedaald? Licht je

antwoord toe.

4p 13 Gebruik figuur 2.

Door de Europese integratie is de welvaart binnen de EU toegenomen.

Neem de cijfers 1 tot en met 6 over. Noteer daarachter de juiste omschrijvingen uit figuur 2

voor EU 12 en voor EU 15.

Figuur 2 Verschillen tussen de EU 12 en de EU 15.

Kenmerk EU 12 EU 151 Vroeger Communistisch / kapitalistisch Communistisch / kapitalistisch

2 Ongelijkheid in een land Toegenomen / afgenomen Toegenomen / afgenomen

3 Zuigelingensterfte Groter / kleiner Groter / kleiner

4 Regionale ontwikkelingsgebieden Meer / minder Meer / minder

5 Stimuleringsbeleid EU Vooral arme regio’s / vooral gebieden

met structurele problemen

Vooral arme regio’s / vooral gebieden

met structurele problemen

6 Netto betalers of ontvangers binnen

de EU

Betalers / ontvangers Betalers / ontvangers

Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa

513968_Module 1.indd 23513968_Module 1.indd 23 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 23: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

24

In Nederland betaal je meer belasting, waardoor minder geld overblijft. b Binnen de VS hebben de 20% armste inwoners 5,4%

van het nationale inkomen, terwijl de 20% rijkste inwoners

45,8% van het inkomen hebben. Geef dit weer in fi guur 1.

c Binnen de VS / Nederland is de binnenlandse

ongelijkheid groter.

Figuur 1 Inkomensongelijkheid VS en Nederland.

armste 20%rijkste 20%

100

90

80

70

60

50

40

30

20

10

0Nederland VS

inko

men

saan

deel

(%

)

Arme Amerikanen5 Gebruik bron 2 en 3.

a Zet de volgende begrippen op de juiste plaats:

levensverwachting • onderwijs • zuigelingensterfte.

– Zwarte Amerikanen leven gemiddeld korter dan blanke

Amerikanen. Levensverwachting. – Arme mensen hebben een lagere opleiding dan rijkere

mensen. Onderwijs. – De zuigelingensterfte is het hoogst in Alabama.

b Arme Amerikanen kunnen meer / minder goederen kopen

dan rijke Amerikanen. Arme Amerikanen hebben dus een

lagere / hogere koopkracht.

c Waarom verstrekt de regering van de VS voedselbonnen

aan mensen met een (te) lage koopkracht? Zo lijden de mensen geen honger in een van de rijkste landen van de wereld. d Zet de volgende gebieden op de juiste plaats in fi guur 2:

VS • Washington • Massachusetts • Alabama.

e In de VS verschilt de gezondheidszorg per staat. Leg dit

uit met behulp van bron 2. Bijv. Alabama, een arme staat, heeft een slechtere gezondheidszorg, waardoor de zuigelingensterfte hoger is en de levensverwachting lager.

1 In de VS geloven de inwoners in the American Dream.

a Leg uit wat The American Dream betekent. Iedereen kan bereiken wat hij wil: een krantenjongen kan miljonair worden. b Denk je dat er ook zoiets bestaat als ‘De Nederlandse

Droom’? Wat zou dat dan kunnen zijn? Bijv. ja, ook in Nederland zijn er volop mogelijkheden om te bereiken wat je wilt.

Rijke Amerikanen2 a De VS zijn het land met het hoogste bbp ter wereld:

meer dan 10 biljoen euro.

Zet de volgende getallen in de juiste volgorde, van klein

naar groot: miljoen, biljoen, miljard, triljoen, biljard.

Miljoen, miljard, biljoen, biljard, triljoen. b Schrijf 10 biljoen uit in cijfers.

10.000.000.000.000. c Hoewel het bbp van Nederland veel lager is, is het bbp

per hoofd ongeveer even hoog als dat van de VS: iets

minder dan 35.000 euro. Leg uit hoe dit kan. De VS hebben een hoger bbp, maar ook veel meer inwoners. Als je het gemiddelde per inwoner (bbp per hoofd) uitrekent, is het ongeveer gelijk aan dat van Nederland.

3 Gebruik bron 3.

a Streep steeds het foute antwoord door.

– Deze bron gaat over welvaart / welzijn.

– Deze bron gaat over bbp per hoofd / brp per hoofd.

– In arme gebieden werken veel mensen in de landbouw /

diensten.

– In rijke gebieden werken veel mensen in de landbouw /

diensten.

b In welk deel van de VS liggen de meeste rijke staten, als

je kijkt naar het brp per hoofd? In het noordoosten.c In welk deel van de VS liggen de armste staten, als je kijkt

naar het brp per hoofd? In het zuiden en midden-westen. d Bedenk een reden waarom het aantal miljonairs per staat

zoveel verschilt. In de ene staat wonen meer mensen dan in de andere staat.

4 Gebruik figuur 1.

a In Nederland zijn er minder miljonairs dan in de VS.

Verklaar dat dit ook komt door de belastingen.

1 Arm en rijk in de VS

Wereld

513968_Module 1.indd 24513968_Module 1.indd 24 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 24: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

25

Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria

Figuur 2 Verschillen in de VS.

Kenmerk VS Alabama Massachusett s Washington Personen onder armoede-

grens

14,3% 17,5% 10,3% 12,3%

Zuigelingensterfte 6,8‰ 9,9‰ 4,9‰ 4,8‰

Levensverwachting 78,6 75,1 80,1 79,6 jaar

Inkomen € 39.140 € 31.600 € 49.923 € 31.833

Figuur 3 Binnenlandse ongelijkheid in de VS.

Lagere opleiding

Lagere opbrengsten

Zwarte bevolking heeft

maatschappelijke achterstand

The American Dream Kansen voor iedereen

Hogere opbrengstVeel diensten in het

noordoosten van de VS

Zuidelijke staten hebben veel

landbouw

Binnenlandse ongelijkheid

Lagere inkomens

Hogere inkomens

Arm

Rijk

8 Zijn de VS een rijk land?

a Noem drie redenen waarom je de VS een rijk land kunt

noemen. Bijv. hoog bbp per hoofd, veel miljonairs, hoge levensverwachting. b Om welke redenen kun je zeggen dat de VS geen rijk land

zijn? Bijv. grote binnenlandse ongelijkheid, in sommige staten ook hogere zuigelingensterfte. c Bespreek de antwoorden bij vraag a en b klassikaal. Tot

welke conclusie komen jullie? De VS zijn wel een / geen rijk

land, want er is geen ander land ter wereld met zo’n hoog bbp. Ook het bbp per hoofd en de levensverwachting zijn hoog.

9 Zet de volgende woorden op de juiste plaats in figuur 3:

hogere • inkomens • opleiding • hogere • iedereen •

American Dream • noordoosten • maatschappelijke •

landbouw • opbrengsten.

Verklaar de verschillen6 In de VS heeft de zwarte bevolking een achterstand,

omdat ze lang gediscrimineerd is. Leg uit dat dit zowel

invloed op de welvaart als op het welzijn heeft. Bijv. zwarten hebben een lagere opleiding (welzijn) en daardoor lagere inkomens (welvaart).

7 Binnen de VS zijn er grote verschillen.

Zet de volgende woorden op de juiste plaats achter de

uitspraken: economie • politiek • maatschappij.

– In de VS moeten mensen meer zelf uitzoeken, de staat

regelt minder. Er is een slechtere ziekteverzekering,

belastingen zijn laag voor de rijken. Verschillen tussen

staten zijn groot. Politiek. – Als er veel mensen in de diensten werken, zijn de

inkomsten hoger. Economie. – Met een lagere opleiding heb je meer kans op werkloosheid

en is je levensverwachting lager. Maatschappij.

513968_Module 1.indd 25513968_Module 1.indd 25 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 25: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

26

b Wat geldt voor de VS? Streep steeds het foute antwoord

door:

– ondervoeding / overvoeding

– kwalitatieve / kwantitatieve honger

– arm / rijk land

Figuur 1 Welk land is het?

1 2 3Voedselvoorziening

(kJ per inwoner per

dag)

15.705

(3.751 kcal)

14.623

(3.492 kcal)

11.355

(2.712 kcal)

Eiwit consumptie

(gram per inwoner

per dag)

115 105 61

Voedselzekerheid in de VS5 a Voedselzekerheid is een van de mensenrechten, want

niemand op de wereld mag honger hebben. b Schoon drinkwater / een computer is een mensenrecht,

want dit is noodzakelijk voor het voortbestaan van iedereen. c In rijke / arme landen zijn de mensenrechten beter.

6 Bekijk de onderstaande uitspraken. Geef bij elke uitspraak

aan welk begrip er het beste bij past. Kies uit: voldoende

voedsel • veilig voedsel • gezond voedsel.

– Voedsel dient de juiste voedingswaarde te hebben: niet

te veel en niet te weinig calorieën. Gezond voedsel. – De overheid van de VS streeft naar een grote

landbouwproductie. Voldoende voedsel. – Er zijn regels voor boeren wat betreft het gebruik van

gifstoff en. Veilig voedsel.

Landbouw in de VS7 Gebruik bron 2 en figuur 2.

a Welke landbouwgewassen leveren het meeste op?

Groente, fruit, soja en maïs. b Noteer achter de onderstaande uitspraken welke

landbouwgebieden van toepassing zijn.

– Het warme en vochtige klimaat zorgt voor hoge

landbouwopbrengsten. Westelijke en zuidelijke kustgebieden.

1 Bekijk bron 1.

a In welk deel van de VS verwacht je dat deze man woont?

Zoek eventueel op in paragraaf 1 waar arme en rijke staten

liggen. Licht je keuze toe. Bijv. grote kans dat deze man in het noordoosten van de VS woont, waar de meeste rijke staten liggen. De man ziet er namelijk erg welvarend uit. b Wat zegt deze foto over het welzijn van deze man?

Gezien zijn postuur kun je niet zeggen dat hij erg gezond is. Dat betekent een lager welzijn.

Ondervoeding en overvoeding2 Gebruik bron 1.

a De man op de foto lijdt aan ondervoeding / overvoeding.

Hij heeft een grotere kans op welvaartsziekten. b Wereldwijd komt veel ondervoeding voor. In sommige

landen is een tekort aan voedsel, mensen hebben

dan kwantitatieve honger. In andere landen is het voedsel

erg eenzijdig, mensen krijgen dan niet genoeg gezond voedsel binnen (kwalitatieve honger).

c Vul in wat voor soort honger erbij hoort: kwantitatief •

kwalitatief.

– Droogte: kwantitatieve honger. – Misoogst: kwantitatieve honger. – Alleen eten bij McDonald’s: kwalitatieve honger. – Elke dag rijst: kwalitatieve honger.

3 Gebruik bron 3.

a In Afrika (vul een werelddeel in) zijn de meeste

landen met mensen die ondervoed zijn. Maar in Azië wonen

de meeste mensen die ondervoed zijn. Geef hiervoor een

verklaring. In India wonen heel veel mensen. b Binnen de VS komt vooral overvoeding / ondervoeding

voor. Dit zie je meer in armere / rijkere staten. Dat komt

doordat mensen in deze staten minder goed in staat zijn

om gezond voedsel te kopen. In deze staten is

eigenlijk sprake van kwalitatieve honger.

4 a Gebruik figuur 1. Welk land hoort bij welk cijfer van de

bovenste rij? Kies uit: Nigeria • VS • Nederland.

1 VS.

2 Nederland.

3 Nigeria.

2 Landbouw en voedselproductie in de VS

Wereld

513968_Module 1.indd 26513968_Module 1.indd 26 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 26: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

27

b Verklaar dat de arbeidsproductiviteit stijgt door

schaalvergroting en specialisatie. Met hoe langer hoe meer machines wordt meer geproduceerd, waardoor per persoon de productie stijgt. c De opbrengsten van de landbouw in de VS lopen in de

miljarden euro’s. Toch is het aandeel van de landbouw in

het bbp relatief klein. Hoe kan dat? De VS is een land met een bbp van meer dan 10 biljoen, dus miljarden euro’s is dan een klein aandeel.

9 Is er voldoende voedsel voor alle Amerikanen?

Beargumenteer je antwoord met de onderstaande

begrippen.

Overvoeding: Er is voldoende voedsel voor alle Amerikanen. Er is eerder sprake van overvoeding dan van ondervoeding.

Kwalitatieve honger: Als er al mensen zijn die honger lijden, dan is dat kwalitatieve honger, omdat ze te eenzijdig eten.

Voedselzekerheid: De overheid streeft met subsidies naar voedselzekerheid.

Schaalvergroting en specialisatie: Doordat boeren zich specialiseren of aan schaalvergroting doen, wordt er voldoende voedsel verbouwd.

10 a Welke begrippen passen het beste bij

voedselzekerheid? Streep de foute antwoorden door.

– overvoeding / ondervoeding

– wel / geen kwalitatieve honger

– gezond / ongezond voedsel

– schaalvergroting / schaalverkleining

– hoge / lage arbeidsproductiviteit

– voedselgewassen / handelsgewassen

b Geef een omschrijving van voedselzekerheid door

gebruik te maken van drie andere begrippen uit deze

paragraaf. Door schaalvergroting en specialisatie neemt de arbeidsproductiviteit toe en wordt genoeg voedsel geproduceerd.

– Hier worden vooral voedselgewassen verbouwd, zoals

graan. Zomertarwegebied en wintertarwegebied.

– In dit reliëfrijke gebied zijn vooral veel kleine

boerenbedrijven. Oostelijke gebergtes.

– Hier worden handelsgewassen verbouwd, waar je

gemiddeld veel mee kunt verdienen. Kerngebied.

Figuur 2 Aandeel in de totale landbouwproductie per landbouw-gebied in de VS.

Gebied Aandeel landbouwproductieGreat Plains 2%

Westelijke en zuidelijke

kustgebieden

26%

Zomertarwegebied 8%

Wintertarwegebied 12%

Kerngebied 32%

Mississippidelta 3%

Zuivelgebied 10%

Oostelijke gebergtes 4%

Atlantische kuststaten 6%

Figuur 3 Ontwikkeling van het kerngebied van de Amerikaanse landbouw.

A Vroeger werd de maïs

verbouwd op de kleinere

bedrijven om aan de

varkens te voeren.

Gemengd bedrijf

B Nu richt de boer zich alleen

op het verbouwen van één

gewas.

Specialisatie

C Door mechanisatie

moesten de bedrijven

wel groter worden om de

dure machines te kunnen

betalen.

Schaalvergroting

D Chicago werd daardoor

de varkensslachter van de

wereld.

Voedselverwerkende industrie

8 Gebruik figuur 3.

a Zet bij elke beschrijving het juiste woord. Kies uit:

specialisatie • schaalvergroting • gemengd bedrijf •

voedselverwerkende industrie.

Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria

513968_Module 1.indd 27513968_Module 1.indd 27 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 27: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

28

3 Wereldwijde invloed van de VS

Wereld

Figuur 1 Vergelijking wereldwijd.

Aantal gebruiksgoederen per 1.000 inwoners

Rijke landen Arme landen Wereld

Tv’s 434 26 234

Vaste telefoonaansluiting 435 3 204

Mobiele telefoons 1.320 270 821

Internetgebruik 644 32 319

Invloed van rijke landen4 Bekijk bron 3.

a Hoe blijkt uit bron 3 de politieke invloed van de VS op de

wereld? De VS hebben in een groot deel van de wereld militaire operaties uitgevoerd. b Noem op basis van de tekst twee andere voorbeelden

van de politieke invloed van de VS op de wereld.

1 De VS geven veel ontwikkelingshulp.

2 De VS zijn een belangrijk lid van de VN en hebben daar vetorecht.

5 a Tegenwoordig neemt de rol van multinationals toe. Wat

zijn multi (= veel) nationals (= landen)? Bedrijven met vestigingen in (veel) verschillende landen. b Kruis de juiste uitspraken aan. Een multinational:

haalt grondstoffen uit rijke landen en verwerkt deze in

arme landen.

vestigt zich in die landen, waar hij het meeste voordeel

kan halen.

houdt rekening met lokale omstandigheden, zowel in rijke

als in arme landen.

6 a De VS heffen hogere / lagere invoerrechten op

producten die ze zelf ook maken, want daardoor worden hun eigen producten beschermd. b Leg uit dat zulke handelsbelemmeringen voordeliger zijn

voor rijke landen dan voor armere landen. Rijke landen zijn niet zo afhankelijk van één product, armere landen vaak wel.

7 Bekijk bron 2.

a Welke vijf Europese landen hebben samen bijna net

zoveel hoofdkantoren van multinationals als de VS?

Frankrijk, Duitsland, Groot-Britt annië, Zwitserland en Nederland.

1 Rijke landen geven ontwikkelingshulp aan arme landen.

a Heb jij weleens geld gegeven dat gebruikt werd om de

leefomstandigheden in arme landen te verbeteren? Bijv. ja, wij hebben als school een project gesteund om waterpompen in Somalië aan te leggen. b Vanuit de VS wordt veel ontwikkelschulp gegeven door

USAID. Verklaar de naam van de organisatie. US-aid betekent ‘hulp van de VS’.

Ongelijkheid wereldwijd2 Bestudeer figuur 1.

a Welke uitspraak is goed?

Op de wereld zijn meer vaste telefoons dan mobiele

telefoons.

In rijke landen hebben mensen soms meer dan één

mobieltje.

In arme landen zijn meer gebruiksgoederen dan

gemiddeld in de wereld.

b Vul in: meer • minder.

China heeft meer economische groei dan Nederland.

Daardoor komt er meer productie, ook gaan de

Chinezen meer consumeren. Ze krijgen meer gebruiksgoederen per 1.000 inwoners.

3 Wereldwijd is bijna iedereen rijker geworden de afgelopen

vijftig jaar. De verschillen tussen de armste en rijkste

landen zijn echter groter geworden.

a Welke uitspraken horen bij landen waar de meeste echt

arme mensen wonen?

– veel mensen werkzaam in de diensten / landbouw

– laag / hoog bbp per hoofd

– goede / slechte gezondheidszorg

– ondervoeding / overvoeding

b Geef een omschrijving van de rijke landen. Rijke landen hebben een hoog bbp, een hoge levensverwachting, er zijn veel mensen werkzaam in de diensten, er is overvoeding.

513968_Module 1.indd 28513968_Module 1.indd 28 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 28: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

29

9 Zorgen de VS voor meer welvaart in andere landen?

a Gebruik de onderstaande uitspraken. Zet de letters van

de juiste uitspraken op de goede plaats. Zorgen de VS

voor meer welvaart in de wereld?

Ja, want: B, C en E. Nee, want: A en D. A De VS beschermen hun binnenlandse economie met

handelsbelemmeringen.

B De VS geven veel ontwikkelingshulp.

C De VS handelen met arme landen.

D De VS hebben een vetorecht bij de VN.

E De VS proberen met vredesmissies voor politieke

stabiliteit te zorgen.

b Bespreek de bovenstaande vraag klassikaal. Tot welke

conclusie zijn jullie gekomen? De VS zorgen wel / niet voor

meer welvaart in andere landen, want bijv. niet, want de VS handelen meestal alleen uit eigenbelang.

10 Teken in figuur 2 een overzicht van de manier waarop

de VS invloed hebben op de wereld. Gebruik pijlen en

symbolen of kleur landen in.

1 Politieke invloed: veto binnen de VN.

2 Politieke invloed: veel ontwikkelingshulp.

3 Politieke invloed: militair ingrijpen in veel landen.

4 Economische invloed: handelsbelemmeringen.

5 Economische invloed: hoofdkantoren van multinationals.

b Wat zegt dit over de economische invloed van de VS op

de wereld? Licht je antwoord toe. Die is heel groot. In hoofdkantoren van multinationals wordt besloten wat, hoeveel en waar er geproduceerd wordt.

Afhankelijkheid van arme landen8 a In welk werelddeel liggen de meeste echt arme landen,

die weinig economische groei laten zien? In Afrika. b Sommige arme landen zijn afhankelijk van één grondstof

of landbouwproduct. Waarom zijn deze landen extra

gevoelig voor de wereldmarktprijs van dat product? Bijv. als de prijs van dat product daalt, klapt de economie in elkaar. c Arme landen hebben een kwetsbare economie. Wat is

dat? Kruis de juiste twee antwoorden aan.

Deze landen betalen veel invoerrechten.

Deze landen exporteren vooral grondstoffen of

landbouwproducten.

Deze landen hebben geen grip op de prijs die ze voor hun

exportproduct kunnen krijgen.

d Voor wie is het makkelijker om handelsbelemmeringen

op te lossen: voor rijke of voor arme landen? Voor rijke landen, want zij hebben meer macht. Arme landen zijn daarvan afhankelijk.

Figuur 2 Invloed van de VS op de wereld.

Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria

$USAID

VN hoofdkantoorNew York

3

5

14

2

513968_Module 1.indd 29513968_Module 1.indd 29 27-08-12 10:3427-08-12 10:34

Page 29: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

30

Figuur 1 Verschillen in Nigeria.

Noord-Nigeria Zuid-NigeriaExportlandbouw Aardnoten

en katoen

Cacao, palmolie en rubber

Inkomen Armer Rijker

4 Veel ontwikkelingslanden specialiseren zich in één gewas

voor de exportlandbouw.

a Welke uitspraken horen bij exportlandbouw?

– verbouwen van één product / meer producten

– wel / niet verwerken van producten

– wel / niet specialiseren

– voedselgewassen / handelsgewassen

– landbouw wel / niet gevoelig voor prijsschommelingen op

de wereldmarkt

b In Nigeria werkt 20% / 40% / 70% van de mensen in de

landbouw. Zij verdienen minder dan 5 / 50 / 500 dollar per

dag.

Invloed van rijke landen op de landbouw5 Gebruik figuur 2 en 3.

a De VS zijn een van de grootste katoenproducenten ter

wereld. Ook voor Nigeria is katoen een exportproduct.

Beide landen hebben echter een ander landbouwbeleid.

Zet vóór elke uitspraak hieronder N (= Nigeria) of VS.

N Opbrengsten sterk afhankelijk van

weersomstandigheden.

VS Subsidie aan katoenboeren.

VS Door exportsubsidies van de overheid wordt de

katoenprijs kunstmatig laag gehouden.

N De opbrengsten van de katoen vallen tegen.

Figuur 2 Schatting van verloren inkomsten in één jaar door subsidies van de VS aan katoenboeren (in miljoenen euro’s).

Land Inkomsten export katoen

Verloren inkomsten

Benin 95 25

Ivoorkust 93 25

Mali 124 33

Nigeria 42 11

Figuur 3 Welk woord?

t Afrikaanse katoenboeren lopen inkomsten mis.

w Amerikaanse katoenboeren krijgen subsidie.

s De wereldmarktprijs wordt steeds lager.

n Er ontstaat een overschot aan katoen.

i Katoenboeren in de VS gaan meer produceren.

1 Bekijk bron 1.

a Schrijf twee argumenten op waarmee je aantoont dat

deze foto in een ontwikkelingsland is genomen. Bijv. je ziet slechts een klein graanveld, dus waarschijnlijk wordt er niet met machines gewerkt en het vervoer gebeurt met een os. b Schrijf twee verschillen op tussen de landbouw in een rijk

land en een arm land. Bijv. in rijke landen is er moderne, grootschalige landbouw met machines, in arme landen is er traditionele, kleinschalige landbouw.

Landbouw in Nigeria2 Bekijk bron 2.

a Nigeria is een groot land (bijna twintig keer

Nederland) in het werelddeel Afrika. b Zet de woorden handelsgewassen • voedingsgewassen

achter de juiste omschrijving.

– Door de vruchtbare gronden in het zuiden van het land is

Nigeria een van de grootste cacaoproducenten ter wereld.

Handelsgewassen. – Vroeger produceerde men genoeg voedsel, nu importeert

Nigeria landbouwproducten om aan de voedselzekerheid

tegemoet te komen. Voedingsgewassen. c De belangrijkste exportproducten zijn de grondstoff en

aardolie en aardgas uit de

delta. Zij leveren de overheid meer geld op dan alle

landbouwproducten samen.

3 Bekijk bron 2 en 3.

a In Nigeria worden verschillende handelsgewassen voor

de exportlandbouw verbouwd. Vul de rij ‘Exportlandbouw’

van fi guur 1 op de juiste wijze in. Kies uit: aardnoten

(pinda’s) • cacao • katoen • palmolie • rubber.

b In Nigeria is de binnenlandse ongelijkheid groot, er

bestaan grote verschillen in inkomen. Zet de woorden

armer • rijker op de goede plaats in de rij ‘Inkomen’ van

fi guur 1.

c Met welke handelsgewassen kun je waarschijnlijk het

meest verdienen? Verklaar je antwoord. Met cacao, palmolie en rubber. Dit zijn luxere producten dan aardnoten en katoen.

4 Landbouw in de VS en Nigeria

Wereld

513968_Module 1.indd 30513968_Module 1.indd 30 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 30: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

31

verandert. Door het landbouw- en handelsbeleid van rijke landen kan Nigeria zich niet goed ontwikkelen. Ontwikkelingshulp leidt wel tot beter onderwijs en betere zorg, maar brengt niet direct meer welvaart.

9 Maak onder begeleiding van je docent een

opinielijn over (een van) de volgende stellingen.

– Het is terecht dat Nigeria haar boeren beschermt met

invoerrechten.

– Amerikaanse boeren zijn oneerlijke concurrenten voor

Nigeriaanse boeren.

– De VS moeten geen ontwikkelingshulp meer aan Nigeria

geven, maar de exportsubsidies aan de Amerikaanse

boeren stoppen.

a Bedenk met één of meer klasgenoten zo veel mogelijk

argumenten vóór een van de stellingen. Bijv. juist arme boeren moeten hun producten in eigen land kunnen afzett en.

b Bedenk met elkaar zo veel mogelijk argumenten tegen

die stelling. Bijv. oneerlijke handel is voor niemand goed.

c Je docent legt uit hoe je een opinielijn maakt. Luister

goed naar die uitleg en neem daarna je plaats op de

opinielijn in.

10 In deze paragraaf staan zowel kansen als bedreigingen

voor de Nigeriaanse boer. Noteer de volgende begrippen

op de juiste plaats in figuur 4. Kies uit: dumping •

exportlandbouw • exportsubsidies • fairtrade •

invoerrechten • kwetsbare economie • multinationals •

ontwikkelingshulp. Let op: sommige begrippen kun je

twee keer invullen.

Figuur 4 Kansen en bedreigingen voor de Nigeriaanse boer.

Kansen Bedreigingen

Exportlandbouw Dumping Fairtrade Exportsubsidies Invoerrechten Invoerrechten Multinationals Kwetsbare economieOntwikkelingshulp Multinationals

b In fi guur 2 zie je hoeveel enkele West-Afrikaanse landen

(naar schatting) in één jaar minder hebben verdiend,

doordat de VS hun eigen katoenboeren gesubsidieerd

hebben. Welk land heeft absoluut de meeste inkomsten

verloren door die subsidies? Mali. c Zet de zinnen in fi guur 3 in de juiste volgorde. Welk woord

ontstaat zo? Winst.

6 a Waarom zitten multinationals met name in de

exportlandbouw in Nigeria? Zij investeren in handelsgewassen als bijv. cacao. b Waarom verwerkt en verhandelt een multinational uit

de VS bijvoorbeeld cacao liever in zijn eigen land dan in

Nigeria? In zijn eigen land is de bevolking hoger opgeleid, is er een betere basis voor verwerking en zit hij dichter bij een afzetgebied van luxeproducten. c Waarom verdienen de VS uiteindelijk veel meer aan de

cacao dan Nigeria? Grondstoff en worden door een Amerikaans bedrijf verbouwd, verwerkt en daarna verhandeld.

Toekomst7 a Bedenk een reden waarom tussen landen nog geen

volledige vrijhandel tot stand is gekomen. Elk land onderhandelt vanuit zijn eigenbelang en wil zijn eigen economie beschermen. b Uit Afrika komen veel grondstoff en zoals thee, katoen en

cacao. In Nederland kun je overal Max Havelaar-producten

kopen. Deze producten zijn een voorbeeld van fairtrade. De

koffi e van Max Havelaar wordt rechtstreeks ingekocht bij

arme boeren. Hierdoor:

– stijgen / dalen de prijzen;

– neemt de afhankelijkheid van de boeren toe / af;

– wordt de toekomst van de boeren slechter / beter.

c Naast koffi e handelt Max Havelaar bijvoorbeeld ook in

chocola, die rechtstreeks bij de boeren wordt ingekocht.

Zou jij de iets duurdere Max Havelaar-reep kopen? Bijv. ja, want dat is belangrijk voor een eerlijkere welvaartverdeling op de wereld.

8 Nigeria krijgt ontwikkelingshulp op het terrein van

onderwijs, gezondheidszorg en politiek. Leg uit waarom

deze ontwikkelingshulp minder effect heeft zolang

het landbouw- en handelsbeleid van rijke landen niet

Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria

513968_Module 1.indd 31513968_Module 1.indd 31 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 31: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

32

Figuur 1 Blinde kaart van Nigeria.

Abuja

Lagos

1

2

3 Port Harcourt

4 a Maak het cirkeldiagram in figuur 3 af op basis van de

volgende cijfers: personen werkzaam in de landbouw

70%, in de industrie 10% en in diensten 20%.

b Welke conclusie kun je trekken over de welvaart in

Nigeria, op basis van fi guur 3? De welvaart is laag, want een groot deel van de bevolking werkt in de landbouw. c Bekijk bron 6. Formuleer een relatie tussen het bbp per

hoofd en de olieopbrengst. Als de olieopbrengst stijgt, stijgt het bbp per hoofd ook. d Westelijk Afrika is een van de armste gebieden van de

wereld. In Nigeria leefde in 1980 28% van de bevolking

onder de armoedegrens en in 2007 70%. De bevolking die

onder de armoedegrens leeft, neemt toe / af, dus worden

de rijken rijker / armer.

Figuur 3 De beroepsbevolking van Nigeria.

1 Bekijk bron 1.

a Welke tegenstelling zie je op de foto? Een halfnaakte jongen zwemt tussen krakkemikkige bootjes, met olieopslagtanks op de achtergrond. b Zal de jongen op de foto veel met de Nigeriaanse olie-

industrie te maken hebben? Waarschijnlijk wel, want hij woont ernaast en zal aan de natuurlijke omgeving merken dat er olie wordt geproduceerd.

2 Gebruik bron 3 en figuur 1.

a Kleur de rivier de Niger blauw in fi guur 1.

b De naam Nigeria is een samenvoeging van ‘Niger’ en

het Engelse woord ‘area’. Wat betekent de naam Nigeria?

Gebied van de Niger. Nigeria was vroeger

een Engelse / Franse kolonie.

c Welke namen horen bij de cijfers in fi guur 1?

1 Abuja. 2 Lagos. 3 Port Harcourt. d Kleur het Deltagebied blauw in de kaart.

e In welke plaats in fi guur 1 vind je de grootste oliehaven?

In Port Harcourt.

3 Bestudeer bron 2 en 4 en figuur 2. Nigeria heeft een grote

olierijkdom.

a Geef bij de laatste twee uitspraken in fi guur 2 aan of

deze over de arme Nigerianen (A) gaan of over de rijke

Nigerianen (R).

b Vergelijk bron 4 uit deze paragraaf met bron 3 uit

paragraaf 4. Welke overeenkomst zie je tussen deze twee

kaarten? In het gebied waar olie wordt gewonnen, zijn de inkomsten ook hoger.

Figuur 2 Enkele feiten over olie in Nigeria.

– In Nigeria worden 2 miljoen vaten olie per dag uit de grond

gehaald.

– De bewezen reserves zijn 35 miljard vaten.

– 80% van de winst ervan komt terecht bij 1% van de bevolking.

– R De totale winst sinds de onafhankelijkheid is 400

miljard dollar.

– A Veel mensen smokkelen olie naar de buurlanden.

5 Olie in Nigeria

Casus (gt)

landbouwindustriediensten

513968_Module 1.indd 32513968_Module 1.indd 32 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 32: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

33

8 Gebruik bron 7.

a Nigeriaanse rebellen plegen regelmatig aanvallen op

diverse doelen, vaak olietransporten. Noem twee redenen

waarom dit een vloek is voor het land.

1 Ook de eigen bevolking wordt getroff en door de gewapende aanvallen.

2 De aanvallen belemmeren de oliewinning, waardoor inkomsten terug kunnen lopen

b Je ziet in bron 7 dat het aantal aanvallen in 2010 sterk

terugliep in vergelijking met de voorgaande jaren. Wat zou

hiervoor een reden kunnen zijn? De Nigeriaanse politiek heeft strengere maatregelen getroff en of het gebied beter onder controle.

9 Het is duidelijk dat de lokale bevolking

onvoldoende van de oliewinning in Nigeria weet te

profiteren. Hoe kan deze situatie volgens jou het beste

verbeterd worden? Bespreek de onderstaande ideeën met

je klasgenoten en beargumenteer jouw keuze.

A De overheid moet buitenlandse bedrijven niet langer

toestaan en voortaan zelf de olie winnen.

B Er moet een strikte controle komen op handhaving van

strenge milieuregels om vervuiling tegen te gaan.

C Buitenlandse bedrijven moeten meer winstbelasting

betalen, zodat de Nigeriaanse overheid meer geld

ontvangt.

D De bevolking moet eisen dat corrupte leiders aftreden

en leiders kiezen die opkomen voor de belangen van het

volk.

Meerdere antwoorden zijn mogelijk. – Oplossing A vermindert waarschijnlijk het geweld. – Oplossing B gaat de milieuvervuiling tegen. – Oplossing C en D kunnen ervoor zorgen dat er meer opbrengsten naar de lokale bevolking gaan.

5 a Lees bron 2 nog eens en maak de onderstaande tekst

kloppend.

Nigeria is rijk aan olie . De overheid haalt hier

haar belangrijkste inkomsten uit, want olie wordt veel

geëxporteerd . Veel multinationals zijn

naar Nigeria gekomen om er olie te winnen.

b Zet achter elke omschrijving de juiste groep. Kies uit:

vissers • overheid • multinational.

– Ons bedrijf haalt 10% van de wereldwijde oliereserves

uit de Nigerdelta en daarom is dit gebied belangrijk voor

onze winst. Multinational. – Als de olieprijs hoog is, zijn we voor onze inkomsten

voor 70% of meer afhankelijk van de olie-opbrengsten.

Overheid. – Door de olievervuiling gaan de vissen dood en daarmee

onze belangrijkste inkomstenbron. Vissers. c Zowel onder rijke als onder arme mensen komt veel

corruptie voor. Verklaar waarom corruptie de modernisering

van de economie tegenwerkt. Iedereen wil aan elke verandering iets verdienen, waardoor bijvoorbeeld de industrie zich moeilijk ontwikkelt.

6 Gebruik bron 3 en 5.

Noem twee redenen waarom de oliewinning in Nigeria een

risicovolle onderneming is voor de natuurlijke omgeving.

Bron 3 Pijpleidingen lopen door het gebied waar mensen wonen. De kans op lekkages is groot. Bron 5 De olie wordt in een deltagebied gewonnen. Dit zijn kwetsbare natuurgebieden.

7 Bekijk bron 6.

a Maak de volgende uitspraken af door stijgen of dalen in

te vullen.

– Als de wereldeconomie groeit, zal de vraag naar olie

stijgen . De olieproductie zal stijgen en de

olieprijs zal stijgen . Voor Nigeria stijgen de

inkomsten dus en de overheidsuitgaven kunnen ook

stijgen .b Hoe kun je in bron 6 zien dat Nigeria erg afhankelijk is

van de schommelende wereldmarktprijzen van aardolie?

Het ene jaar zijn de inkomsten heel hoog, het andere jaar een stuk lager.

Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria

513968_Module 1.indd 33513968_Module 1.indd 33 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 33: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

34

b Bedenk twee maatregelen die de regering van Nigeria

heeft genomen om de levensverwachting te verhogen.

Bijv. meer inentingen bij kinderen, betere toegang tot schoon drinkwater. c De regering heeft een positieve invloed op de

gezondheid. Hoe kun je dit zien in bron 5? De levensverwachting neemt toe. De gezondheidszorg zal dus verbeterd zijn.

Figuur 1 Soorten ziekten.

Er zijn verschillende soorten ziekten.Armoedeziekten: ziekten die voorkomen in arme landen. Malaria kwam vroeger ook in Nederland voor, maar met de juiste middelen werd dit bestreden. In veel landen waar malaria nog voorkomt, heeft men niet de juiste middelen.Tropische ziekten: bepaalde ziekten komen vooral voor in tropische landen, omdat een virus zich onder bepaal-de weersomstandigheden sneller verspreidt.Welvaartsziekten: veel hartkwalen hebben te maken met een te hoog cholesterol, doordat mensen te vet eten. Dit noem je welvaartsziekten.

4 Gebruik bron 1 en 2.

a Hoeveel Nigerianen hebben geen toegang tot goede

sanitaire voorzieningen en schoon drinkwater? 67% van de Nigerianen heeft geen toegang tot sanitaire voorzieningen, 40% heeft geen toegang tot schoon drinkwater. b Leg uit dat gebrekkige toegang tot sanitaire

voorzieningen en schoon drinkwater een oorzaak kan zijn

voor armoedeziekten. Besmett ingen van allerlei ziekten grijpen in zo’n situatie snel om zich heen. c De investeringen in het aanleggen van bijvoorbeeld

toiletpotten en rioleringen verdienen zichzelf terug. Leg dit

uit. Bijv. het aanleggen geeft werkgelegenheid en de gezondheid van mensen wordt beter, waardoor de productiviteit toeneemt.

1 a Maak de uitspraken goed af.

– Een land als Nigeria is wel / niet erg afhankelijk van

natuurlijke grondstoff en als olie.

– Daardoor is de bevolking wel / niet afhankelijk van de

wereldmarktprijzen.

– Nigeria kan beter meer / minder afhankelijk worden van

de olieprijzen, bijvoorbeeld door ook te investeren in de

olieverwerkende industrie.

– Daarom zal het land meer / minder moeten investeren in

onderwijs om een beter opgeleide bevolking te krijgen.

– Een goed / slecht opgeleide bevolking is beter voor een

land.

– Mensen met een hogere opleiding hebben een betere /

slechtere gezondheid door hun leefwijze.

b Deze paragraaf gaat over welvaart / welzijn.

2 Gebruik bron 1 en 2.

a Leg met behulp van bron 1 uit dat armoede, honger en

gezondheid een negatieve invloed op elkaar hebben. Bijv. doordat mensen honger hebben, zijn ze vaker ziek en produceren ze minder, waardoor ze arm zijn. b Noem kenmerken uit bron 2 die met armoede te maken

hebben, kenmerken die met gezondheid te maken hebben

en een kenmerk dat met honger te maken heeft.

Armoede: toegang tot sanitaire voorzieningen, toegang tot schoon drinkwater, aandeel bbp aan gezondheidszorg. Gezondheid: levensverwachting, zuigelingensterfte, niet-ingeënte kinderen, malaria, aids. Honger: ondergewicht. c Met welke bron uit deze paragraaf kun je laten zien dat

welvaart een grote invloed heeft op gezondheid? Licht je

antwoord toe. Met bron 3. Het armste deel van de bevolking heeft een veel hogere kindersterfte.

3 Lees figuur 1 en gebruik bron 2 en 5.

a Geef voor de VS en voor Nigeria aan wat voor soort ziekte

er het meest voorkomt.

Nigeria: veel armoedeziekten en tropische ziekten. VS: welvaartsziekten.

6 Gezondheid in Nigeria

Casus (gt)

513968_Module 1.indd 34513968_Module 1.indd 34 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 34: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

35

Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria

Figuur 2 Wat zijn de oplossingen?

Korte termijn Lange termijnArmoede Verhogen invoerrechten Fairtrade Gezondheidszorg Muskietennett en Voorlichting Voedsel Noodhulp Verhogen productie

c Zoek een groepje dat het andere antwoord heeft gekozen

en probeer elkaar te overtuigen. Gebruik zo veel mogelijk

argumenten!

7 Gebruik alle bronnen in het handboek.

a In welke bronnen worden oplossingen voor een betere

gezondheidszorg gegeven? In bron 4 en bron 6. b Welke organisatie zou jij het eerste ondersteunen door

geld te geven? Bijvoorbeeld: USAID, want een multinational heeft zelf genoeg geld en met muskietennett en gaan kinderen niet dood. c Nigeria is het land met de grootste bevolking in Afrika en

deze bevolking zal de komende tijd spectaculair groeien.

Deze groei komt door daling van het geboortecijfer /

sterftecijfer en door verbetering van de

gezondheidszorg.

8 Voor Nigeria is ontwikkelingshulp voor de korte termijn

een oplossing, maar niet altijd voor de lange termijn.

a Noteer in fi guur 2 het juiste begrip op de juiste plaats.

Kies uit de volgende begrippen: muskietennetten • fairtrade

• noodhulp • verhogen invoerrechten • verhogen productie

• voorlichting.

b Bespreek klassikaal de volgende stelling: zolang

buitenlandse bedrijven olie winnen in Nigeria (paragraaf

5), moeten westerse landen Nigeria ondersteunen bij

het bestrijden van armoede, honger en ziekten. Noteer

hieronder je conclusie. Bijv. ik ben het hiermee eens, want als buitenlandse bedrijven zoveel winst maken in Nigeria mogen westerse landen ook wel wat terugdoen.

5 Gebruik bron 2 tot en met 6. Malaria is een ziekte die

vooral jonge kinderen treft. Jaarlijks sterven 300.000

Nigeriaanse kinderen aan deze ziekte.

a Bij welke inkomensgroepen is de kindersterfte het

laagst? Verklaar je antwoord. Bij de rijkste inkomensgroepen, want die hebben kennis om maatregelen te nemen en geld om middelen te kopen. b Malaria is een voorbeeld van een armoedeziekte. Welke

middelen kun je gebruiken om malaria te voorkomen?

Voorlichting geven en muskietennett en gebruiken.

6 a In Nigeria geeft de overheid bijna 5% van het bbp uit

aan gezondheidszorg. In Nederland is dit bijna 8%. Leg uit

waarom de volgende stellingen juist zijn.

– In arme landen is een verbetering van de gezondheid

eerder te koop dan in rijke landen. In arme landen is de basisgezondheid slechter. Toename van welvaart leidt sneller tot grotere verbeteringen in gezondheid.

– Het is onterecht dat Nigeria minder aan gezondheidszorg

besteedt dan Nederland. Zonder een goede gezondheid van de bevolking kan er weinig welvaart tot stand gebracht worden.

b Overleg met een of enkele klasgenoten. Als jullie

president van Nigeria zouden zijn, waar zou je dan mee

beginnen: investeren in onderwijs of in gezondheidszorg?

Bijv. in beter onderwijs, want door kennis zijn ziekten te voorkomen (bijvoorbeeld: door veilig vrijen kun je aids voorkomen).

513968_Module 1.indd 35513968_Module 1.indd 35 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 35: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

Eigen omgeving

3636

Examentrainer

2p 1 Kijk naar bron 1.

Hoe verklaar je dat zwarte Amerikanen vaker tot de arme bevolkingsgroep behoren dan

blanke Amerikanen?

1p 2 Welke uitspraak is juist?

I De VS zijn het land met het hoogste bbp ter wereld.

II In de VS is de binnenlandse ongelijkheid groter dan in Nederland.

A Uitspraak I is juist.

B Uitspraak II is juist.

C Beide uitspraken zijn juist.

D Beide uitspraken zijn onjuist.

2p 3 Op de wereld bestaan ook verschillen tussen arme en rijke landen.

a Neem de cijfers 1 en 2 over op je antwoordblad en zet de landen VS en Nigeria achter

het juiste cijfer.

b Welke begrip hoort bij de letter A?

A 1 2Landbouw 1% 70%

Industrie 22% 10%

Diensten 77% 20%

4p 4 Gebruik bron 2.

a Maak onderstaande zinnen kloppend.

In het zuiden van de VS:

– zijn de mensen armer / rijker;

– hebben de mensen een hogere / lagere koopkracht;

– werken relatief meer mensen in de landbouw / diensten;

– is het opleidingsniveau hoger / lager.

b Neem de letters a tot en met d over op je antwoordblad en vul in: hoger • lager.

In het zuiden van de VS is de zuigelingensterfte ..(a).., de levensverwachting ..(b)..,

de welvaart ..(c).. en het welzijn ..(d)...

1p 5 Gebruik bron 3.

Welke uitspraak is juist?

I Het aandeel mensen werkzaam in de landbouw is in de in de VS in de 19e eeuw sneller

gedaald dan in de 20e eeuw.

II De samenstelling van de beroepsbevolking in een arm land lijkt meer op die van de VS in

1990 dan in 1890.

A Uitspraak I is juist.

B Uitspraak II is juist.

C Beide uitspraken zijn juist.

D Beide uitspraken zijn onjuist.

7 Examentrainer

Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad.

De cursief gedrukte opgaven zijn voor gt-niveau.

513968_Module 1.indd 36513968_Module 1.indd 36 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 36: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

37

3p 6 Bron 4 gaat over honger in de wereld.

Neem de cijfers 1 tot en met 3 over op je antwoordblad en geef aan welk woord in de legenda

hoort te staan. Kies uit: kindersterfte • kwantitatieve honger • kwalitatieve honger.

1p 7 Welke uitspraak is juist?

I Naarmate de levensverwachting hoger is, is de zuigelingensterfte lager.

II De overheid in Nigeria investeert in vergelijking met Nederland weinig in onderwijs en

gezondheidszorg.

A Uitspraak I is juist.

B Uitspraak II is juist.

C Beide uitspraken zijn juist.

D Beide uitspraken zijn onjuist.

2p 8 Welke uitspraken zijn juist?

A Door specialisatie en schaalvergroting stijgt de arbeidsproductiviteit in de landbouw in de

VS.

B De VS produceert meer voedingsgewassen dan handelsgewassen.

C De exportlandbouw in rijke landen is gevoeliger voor schommelingen in de

wereldmarktprijzen dan in arme landen.

D In rijke landen komt meer kwalitatieve dan kwantitatieve honger voor.

2p 9 Gebruik bron 5.

Tussen de VS en Nigeria zijn er heel wat handelsrelaties.

Wie heeft het meeste voordeel hiervan: de VS of Nigeria? Licht je antwoord toe.

2p 10 (gt) Vul in: meer of minder.

In 2008 begon een wereldwijde crisis. De vraag naar goederen werd ..(a)... Daardoor werd de

olieprijs ..(b)... De export van aardolie werd ..(c)... De import van voedselgewassen werd ..(d)...

De kans op kwalitatieve honger werd ..(e)...

3p 11 a Neem de cijfers 1 en 2 over op je antwoordblad en zet de landen VS en Nigeria achter het juiste cijfer.

b Welk begrip hoort bij de letter A?

c Formuleer een relatie tussen deze tabel en de welvaart in een land.

A 1 2Auto’s per 1.000 inwoners 451 31

Internet per 1.000 inwoners 781 285

Telefoon per 1.000 inwoners 1.164 33

Televisies per 1.000 inwoners 938 103

2p 12 (gt) Gebruik bron 6.

Geef twee redenen waarom de bevolkingsdichtheid in het zuiden van Nigeria hoger is dan in

het noorden.

2p 13 (gt) Gebruik bron 6 en 7.

Verklaar waarom in 2009 polio vaker in het noorden van Nigeria voorkomt, ondanks de lagere

bevolkingsdichtheid in dat deel van het land.

Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria

513968_Module 1.indd 37513968_Module 1.indd 37 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 37: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

38

a Bekijk in de atlas het kaartblad De aarde - ontwikkeling.

Leg een verband tussen levensomstandigheden en

kindersterfte. Hoe beter de levensomstandigheden, hoe lager de kindersterfte. b Bekijk in de atlas het kaartblad Nederland - bevolking.

Leg een verband tussen het bruto sterftecijfer en

vergrijzing. Hoe lager de vergrijzing, hoe lager het sterftecijfer.

3 Gebruik het kaartblad De aarde - landbouw en visserij.

a Rijke landen zijn landen met veel / weinig

mensen werkzaam in de landbouw en visserij. De

arbeidsproductiviteit is hoog / laag, daardoor produceren

ze veel / weinig gewassen.

b Vul steeds het juiste voedingsgewas in. De VS exporteren

tarwe naar Nigeria. De VS produceren meer

tarwe, maïs en aardappelen dan het hele

werelddeel Afrika bij elkaar.

4 Neem de kaart Verenigde Staten - bevolking voor je.

a Verklaar het verschil in spreiding tussen de hispanics en

de zwarte bevolking. Hispanics komen uit Mexico, terwijl zwarten als slaven vanuit Afrika zijn gebracht om in de landbouw te werken. b Maak de uitspraken kloppend voor gebieden met een

hoge concentratie van zwarte bevolking.

– arme / rijke gebieden

– veel / weinig landbouw

– hoge / lagere bevolkingsgroei

– bevolkingstoename / bevolkingsafname

5 Gebruik kaarten: De aarde - energie en De aarde -

industrie. Vul in: meer • minder.

De VS hebben meer aardolie en aardgas dan

Nigeria. Nigeria exporteert meer aardolie dan de

VS. De VS gebruiken meer aardolie omdat zij

meer producten verwerken dan Nigeria. In Nigeria

zijn minder industriegebieden. Ook heeft dit land

minder grondstoff en.

In deze paragraaf ga je met behulp van de atlas het

onderwerp arm en rijk in de VS en Nigeria nog eens

bekijken. Je oefent hierbij je atlasvaardigheden.

De vaardigheid ‘lokaliseren’ staat hierbij centraal.

Daarnaast oefen je de algemene aardrijkskundige

vaardigheid ‘verbanden leggen’.

1 In dit hoofdstuk stonden twee landen centraal: Nigeria en

de VS.

a Zoek de kaart De aarde - levensomstandigheden en

ontwikkeling op. In de VS zijn de levensomstandigheden

goed , in Nigeria zijn de levensomstandigheden

minder slecht. b In de landen rond de VS zijn de levensomstandigheden

goed of minder goed . In de landen

rond Nigeria zijn de levensomstandigheden slecht of minder slecht .De VS ligt in een rijker werelddeel dan Nigeria.

c Kijk naar de omschrijving bij de kaart en zet een

streep onder de woorden die bij deze kaart horen:

welvaart / welzijn / levensverwachting / geboortecijfer /

zuigelingensterfte / voedselzekerheid / gebruiksgoederen.

d Lees de tekst van fi guur 1. Bij welke van de voorgaande

vragen heb je moeten lokaliseren? Licht je antwoord toe.

Vraag a, want daar moest je de ligging van Nigeria en de VS opzoeken. En vraag b, want daar werd gevraagd naar aangrenzende landen.

Figuur 1 Wat is lokaliseren?

‘Waar is dat’ is de geografi sche vraag bij uitstek. Dit noem je

lokaliseren: het gaat dan om vragen als: waar ligt dit gebied?

Aan welke gebieden grenst het? Het gaat vooral om de

ligging van het op de kaart afgebeelde gebied.

2 Bij aardrijkskunde leg je vaak verbanden tussen

onderwerpen in gebieden. Bijvoorbeeld:

– Hoe groter het aandeel van de landbouw, hoe armer het

gebied is.

– Hoe groter de corruptie in een land, hoe groter de

binnenlandse ongelijkheid.

8 Arm e n rijk op kaarten

Eigen omgevingAtlasN

513968_Module 1.indd 38513968_Module 1.indd 38 22-08-12 11:0822-08-12 11:08

Page 38: Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europawereldwijs.prd.vo.malmberg.nl/uploads/asset/document/...Oriëntatie Wat weet jij al over arm en rijk? – in het noorden / zuiden –

39

b Kijk goed naar de kaarten en geef aan welk gebied wordt

bedoeld.

Het gebied is dunbevolkt en 45-55% van de bevolking leeft

onder de armoedegrens. Maiduguri. De regering zetelt in dit gebied, waardoor het welvarender

is. Ook zijn de gezondheidsvoorzieningen beter geregeld.

Abuja. c Welke uitspraken zijn goed?

In Ibadan staat een olieraffi naderij, die de aardolie

verwerkt. Dit is een rijker gebied.

In het noorden is de bevolkingsdichtheid lager, de

mensen zijn armer.

In gebieden waar aardolie / gas wordt gewonnen, zijn de

inwoners armer.

d Naarmate er meer mensen in de landbouw werken is een

gebied armer. Gaat dit ook op voor Nigeria? Ja / Nee, want

in de Nigerdelta – waar olie wordt gevonden – werken veel mensen in de landbouw, maar juist daar is de welvaart hoger.

9 Neem van het kaartblad De aarde - diensten en

economische machtscentra de kaart Economische

machtscentra voor je.

a Wat is het belangrijkste economische machtcentrum op

de wereld? Tokyo. b Vul steeds een getal in. Op de kaart Economische

machtscentra staan de 30 belangrijkste machtscentra

aangegeven. De top 3 bestaat uit: 2 New York,

1 Tokyo en 3 Londen. In de VS liggen 7 machtscentra, in Afrika liggen er 0 .c Deze kaart geeft de afhankelijkheid / ongelijkheid tussen

rijke en arme landen weer.

10 Neem van het kaartblad De aarde - internationale

betrekkingen de kaart Mainports luchtverkeer voor

je. Vul de juiste getallen in. Op deze kaart staan de

30 belangrijkste luchthavens, hiervan liggen er

13 in de VS. New York vervoert 120 of

meer vervoerseenheden, net zoals Londen en Tokyo.

11 Vul op bladzijde 116 en 117 de topografie van deze

module in.

6 a Als je verbanden tussen de VS en Nigeria wilt opzoeken,

kijk je vooral naar kaarten met een groene / gele / rode /

paarse / blauwe zijkant, want dat zijn kaarten van de wereld, waar beide landen opstaan. b Blader door deze kaarten heen en kies een kaart uit die

het beste een verschil tussen deze landen weergeeft.

Kaart: Bijvoorbeeld: 120A , want in de VS werkt minder dan 10% van de mensen in de landbouw, in Nigeria 30-50%. c Blader door deze kaarten heen en kies een kaart uit die

het beste een verband tussen deze landen weergeeft.

Kaart: bijv. 120B , want vanuit de VS wordt tarwe naar Nigeria vervoerd. d Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

7 Kijk in de inhoudsopgave van de atlas.

a In de atlas is een hele bladzijde met kaarten uit Nigeria.

Deze staat op bladzijde 93. b Abuja is sinds 1991 de nieuwe hoofdstad van Nigeria.

De miljoenenstad Lagos was de oude hoofdstad. Vergelijk

beide steden. Kies steeds het juiste woord voor Abuja:

– armer / rijker

– meer / minder inwoners per gezondheidscentrum

– hogere / lagere bevolkingsdichtheid

– groter / kleiner aantal mensen met leidingwater als

voornaamste drinkwaterbron

c Waarom is het in een miljoenenstad als Lagos nóg

belangrijker om goed drinkwater te hebben dan op het

platteland? Armoedeziekten of tropische ziekten verspreiden zich snel.

8 a Makurdi is een gewest in Nigeria. Zoek dit op en

geef op grond van de kaarten een omschrijving van de

leefomstandigheden van dit gebied. Makurdi heeft een relatief goede gezondheidsvoorziening, maar 55-70% van de bevolking leeft onder de armoedegrens en minder dan 10% van de bevolking heeft toegang tot leidingwater. De bevolking leeft voornamelijk van de landbouw en visserij.

Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria

513968_Module 1.indd 39513968_Module 1.indd 39 22-08-12 11:0822-08-12 11:08