Waar een rijk land arm aan is. Deel 4 Rapportage meldpunt gehandicaptenzorg - December 2007
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en...
Transcript of Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en...
Gedaan
Score
3
116-117
Studiewijzer
2
MODULE 1 Arm en rijkOriëntatie
Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders
1 Arm en rijk in je eigen woonplaats
2 Veranderingen in de wijk
3 Herinrichting van de wijk
• Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus)
4 Examentrainer
• Eindtoets hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa
1 Verschillen in welvaart
2 Verschillen in welzijn
3 Verklaar de Europese verschillen
4 Invloed van de EU op welvaart en welzijn
5 De ontwikkeling van Nederland
• Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus)
6 Examentrainer
• Eindtoets hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria
1 Arm en rijk in de VS
2 Landbouw en voedselproductie in de VS
3 Wereldwijde invloed van de VS
4 Landbouw in de VS en Nigeria
5 Olie in Nigeria (gt)
6 Gezondheid in Nigeria (gt)
• Adviestoets en vervolg (herhaling / extra / plus)
7 Examentrainer
8 Arm en rijk op kaarten
• Eindtoets hoofdstuk 3
Topografi e module 1
Eindtoets module 1
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
26
28
30
32
34
36
38
513968_Module 1.indd 2513968_Module 1.indd 2 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
!
Oriëntatie
– in het noorden / zuiden
– in het oosten / westen
– in de stad / op het platteland
b In Nederland wonen ook heel wat miljonairs. In welke
gemeente denk je dat de meeste miljonairs wonen?
Waarom? In de omgeving van Haarlem. Daar zijn voorzieningen die aan sluiten bij de behoeften van miljonairs.
5 Noteer de volgende gebieden op de juiste plaats in
figuur 2. Kies uit: Bloemendaal • Verenigde Staten •
Roemenië • Nederland • Nigeria • Stadskanaal.
Figuur 2
Arm Rijk
Nederland S tadskanaal Bloemendaal Europa Roemenië Nederland Wereld Nigeria Verenigde Staten
6 a Ken je mensen die in armoede leven? Zo ja, waarom vind
je deze mensen arm? Bijv. ja, mijn tante is arm, ze leeft van een uitkering en kan nooit op vakantie.
b Zou jij geld schenken aan arme Nederlanders als je zelf
rijk genoeg was? Beargumenteer je antwoord. Bijv. ja, want ik vind dat de rijkdom eerlijker verdeeld moet worden. c Zou je later in een beroepssituatie willen werken waar je
met arme mensen te maken krijgt? Leg uit waarom wel of
niet. Bijv. ja, want ik wil graag mensen helpen en arme mensen hebben dat meer nodig dan rijke.
1 Arm en rijk gaat natuurlijk over welvaartsverschillen. Die
verschillen heb je niet alleen tussen Europa en Afrika,
maar ook binnen Europa. Zelfs in Nederland bestaan
verschillen in welvaart.
a Zet de volgende werelddelen in de goede volgorde. Begin
met het rijkste werelddeel.
Afrika • Azië • Europa Europa, Azië, Afrika. b Zet de volgende landen in de goede volgorde. Begin met
het rijkste land.
Italië • Luxemburg • Nederland • Roemenië Luxemburg, Nederland, Italië, Roemenië. c Woon jij in een rijk of arm gebied in Nederland? Bijv. in een rijk gebied, want ik woon in een wijk met grote huizen.
2 Elke paragraaf begint met een openingsfoto over het
onderwerp. Bekijk de openingsfoto’s in deze module.
Welke foto spreekt je het meest aan? Beschrijf deze foto
en geef aan waarom je deze hebt gekozen. Bijv. hoofdstuk 2, paragraaf 1, want daar zie je een dure auto (rijk) voor een winkel die failliet is (arm).
3 Bekijk de volgende begrippen. Zet een streep door de
omschrijving die niet in het rijtje thuishoort.
– armoede / migratie / welvaart / werkloosheid
– renoveren / slopen / veiligheid / wonen
– landbouw / industrie / voedsel / honger
– industrie / platteland / stad / veel bevolkingsgroei
4 Bekijk figuur 1.
a Streep steeds het foute antwoord door. De hoogste
inkomens vind je in Nederland:
Wat weet jij al over arm en rijk?In deze oriëntatie blikken we terug op begrippen die je al eens
eerder hebt gehad en die te maken hebben met het onderwerp
van dit hoofdstuk: arm en rijk. Daarnaast krijg je alvast een
indruk van waar je in dit hoofdstuk verder mee te maken gaat
krijgen.
Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders
3
laaggemiddeldhoog
Koopkracht Nederland 2010
Figuur 1 Waar wonen de rijkste Nederlanders?
laaggemiddeldhoog
Koopkracht Nederland 2010
513968_Module 1.indd 3513968_Module 1.indd 3 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
4
zijn de oudste wijken en ze liggen om het stadscentrum heen. Andere wijken zijn nieuwer en liggen meer aan de rand. c Geef met een kruis op de kaart aan in wat voor soort
woongebied jij woont. Als je in een dorp woont, geef je
aan met welke woonwijk jouw woonomgeving het meest
overeenkomt.
Figuur 1 De verschillende woongebieden in een stad.
bedrijventerrein
groenzone
water
binnenstad
woongebieden (1901-1940)
C
A
B
C
A
B
5 Bestudeer bron 3 en de kenmerken die per wijk zijn
aangegeven. De bebouwingsdichtheid verschilt per
woongebied. Streep in de volgende zinnen de onjuiste
woorden door.
a In wijken met een lagere bebouwingsdichtheid wonen
meer / minder mensen.
b Vanaf het centrum naar de buitenwijken wordt de
bebouwingsdichtheid hoger / lager.
6 Een woongebied bestaat vaak uit verschillende wijken. In
figuur 2 staat een aantal kenmerken van woonwijken.
a Geef in de tweede kolom aan hoe per kenmerk de situatie
in je eigen wijk is.
b Welke conclusie kun je trekken aan de hand van je
antwoorden in fi guur 2? Mijn woonwijk is een arme / rijke
wijk, want: bijv. een arme wijk, want in mijn wijk staan goedkope huizen en zijn de straten smal.
1 Bekijk bron 1.
a Ik denk dat de foto van bron 1 genomen is in een arme /
rijke wijk, want bijv. rijke, want de achtergrond lijkt een stadscentrum. b Noem een verschil tussen de wijk waarin jij woont en
deze wijk. Bijv. in mijn wijk staan geen fl ats, zoals op deze foto. c Noem een overeenkomst tussen de wijk waarin jij woont
en deze wijk. Bijv. ook in mijn wijk zijn speelvoorzieningen voor kinderen.
Arme en rijke wijken2 In Nederland zijn verschillen tussen arme en rijke wijken.
Lees de volgende woorden: zwerver / miljonair / kraken/
villa / oprijlaan / steeg / dure auto / parkeerplaats /
openbaar vervoer / koopwoningen / huurwoningen /
restaurant / uitkering / werkloos / bonus van de baas.
a Zet een streep onder de woorden die bij een rijke wijk
horen. De woorden die overblijven horen bij een arme wijk.
b Welvaart en welzijn zijn niet hetzelfde. Welk woord bij
vraag a vind jij het beste bij welvaart passen? Waarom?
Bijv. uitkering, want dat gaat over het inkomen van iemand. c Welk woord vind jij het beste bij welzijn passen?
Waarom? Bijv. oprijlaan, want dat zegt iets over de woon- en leefomstandigheden.
3 Bestudeer bron 2.
a Deze bron gaat over welvaart / welzijn in Den Haag, want
het gaat over inkomens. b Aan de rand / Rondom het centrum van Den Haag zijn de
meeste arme wijken.
c Geef een omschrijving van de woningen en
woonomstandigheden in de armere wijken. Bijv. etagewoningen van slechtere kwaliteit aan smallere straten met veel verkeer.
Hoe zien arme en rijke wijken eruit?4 Kijk goed naar figuur 1 en bron 3.
a In fi guur 1 zie je de letters A, B en C. Geef voor de
onderstaande wijken aan welke letter erbij hoort.
– Arbeiderswijken: A. – Woongebieden 1945-1970: B. – Woonwijken van na 1970: C. b Licht je keuze bij vraag a toe. Arbeiderswijken
Eigen omgeving
1 Arm en rijk in je eigen woonplaats
Eigen omgeving
513968_Module 1.indd 4513968_Module 1.indd 4 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
5
8 In dit hoofdstuk gaat het uiteindelijk om de wijk waarin
jij woont.
a Bij welke twee vragen heb je al een beschrijving gegeven
van de kenmerken van je eigen wijk? Bij vraag 4 en vraag 6. b Bekijk bron 3 nog eens. In wat voor soort wijk zou je later
willen wonen? Licht je antwoord toe. Bijv. in een nieuwbouwwijk van na 1970, omdat je daar mooie, grote huizen hebt.
9 Figuur 3 is een overzicht van kenmerken voor
woonomstandigheden en bewonerskenmerken in wijken.
a Vul in de tweede kolom de woonomstandigheden voor
een arbeiderswijk in.
b Vul in de vierde kolom de bewonerskenmerken voor een
arbeiderswijk in.
c Woonomstandigheden en bewonerskenmerken hangen
vaak met elkaar samen. Maak de volgende zinnen
kloppend.
– In wijken met veel huurhuizen, zullen meer / minder
mensen met lagere inkomens en meer / minder werklozen
wonen.
– Deze mensen hebben vaak een hogere / lagere opleiding
gevolgd.
– In deze wijken is het voor bedrijven niet / wel
aantrekkelijk om zich er te vestigen.
Figuur 2 Kenmerken van wijken.
In mijn wijk
Wonen – staan veel huurhuizen / koophuizen.
– staan huizen dicht op elkaar / ver van
elkaar af.
Werken vind je vooral veel werkgelegenheid in
winkels / kantoren / fabrieken / anders:
Verkeer zijn de straten breed / smal.
Recreatie zijn veel / weinig groen voorzieningen.
Voorzieningen komen wel / geen mensen uit andere
wijken om luxeproducten te kopen.
Wie wonen in armere of rijkere wijken?7 a In een wijk wonen vaak dezelfde soort mensen. Maak
steeds de juiste keuze voor de mensen die in rijkere
wijken wonen.
– hoge / lage inkomens
– hoge / lage opleiding
– veel / weinig werklozen
Economie. – meer ouderen / jongeren
– paren met / zonder kinderen
– minder / meer alleenstaanden
– meer / minder eenoudergezinnen
– meer allochtonen / autochtonen
Samenstelling van de bevolking. b Als je de verschillen in bevolking onderzoekt, bestudeer
je de samenstelling van de bevolking en de economie. Zet
deze woorden op de goede plaats bij vraag a.
Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders
Figuur 3 Wat is de invloed van de kenmerken van een wijk op de bevolking die er woont?
Wat zie je in de wijk? Woonomstandigheden Wie woont in de wijk? BewonerskenmerkenWonen Meer huur- dan
koophuizen Inkomen Gemiddeld lage
inkomens
Werken Weinig werkgelegenheid
Opleiding Gemiddeld lage opleiding
Verkeer Smalle straten
Werk Gemiddeld veel werklozen
Recreatie Weinig groen
Samenstelling van de
bevolkingBijv. gemiddeld veel allochtonen, veel alleenstaanden
Voorzieningen Simpele winkels
513968_Module 1.indd 5513968_Module 1.indd 5 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
6
Het aandeel jongeren wordt steeds kleiner. c Waarom zal de leeftijdsgrafi ek voor de meeste buurten
en wijken er anders uitzien dan die voor Nederland in zijn
geheel? Een wijk heeft een meer eenzijdige bevolkingssamenstelling dan Nederland als geheel. d Leg uit wat de leeftijdssamenstelling in een wijk te
maken kan hebben met de welvaart. De meeste ouderen en de meeste jongeren hebben minder hoge inkomsten.
4 Bekijk figuur 1.
a Welke veranderingen zullen plaatsvinden als het om de
samenstelling van huishoudens gaat? De meerpersoonshuishoudens nemen af, de alleenstaanden nemen toe. b Welke begrip uit paragraaf 2 past het beste bij de
gegevens uit fi guur 1? Gezinsverdunning. c Waardoor daalt de gemiddelde woningbezetting? Maak
de zinnen kloppend.
– Er zijn meer / minder scheidingen, waardoor mensen langer alleen wonen.
– Jongeren gaan eerder / later het huis uit, maar wonen
langer / minder lang zelfstandig.
– Door de vergrijzing neemt het aantal alleenstaanden toe /
af, want mensen blijven langer alleen achter als hun partner sterft.
Figuur 1 Veranderingen in de samenstelling van huishoudens in Nederland.
Sommige wijken worden armer5 a Sommige wijken worden minder aantrekkelijk om in te
wonen. Mensen die het zich kunnen veroorloven, trekken
weg. Wie trekken weg? Streep steeds het foute antwoord
door.
1 Bekijk bron 1. Op deze foto zie je Java-eiland, een wijk
in Amsterdam. Hier wonen mensen in grotere of kleinere
appartementen aan het water. De appartementen zijn
nieuw en modern.
a Vul de volgende woorden in op de juiste plaats:
haven • nieuwbouwwijk • centrum • rand van de stad •
bebouwingsdichtheid.
Het Java-eiland is een nieuwbouwwijk vlak bij
het centrum van Amsterdam. De oude haven werd te klein voor de grotere schepen, de werkgelegenheid
verdween, het eiland kwam braak te liggen. Nu is de
bebouwingsdichtheid in deze wijk veel hoger
dan in een nieuwbouwwijk aan de rand van de
stad.
b Wat voor huishoudens zullen vooral op Java-eiland
wonen? Zet een streep onder de goede antwoorden: paren
met kinderen, paren zonder kinderen, alleenstaanden,
eenoudergezinnen.
c Ik denk dat Java-eiland een arme / rijke wijk is, want bijv. een rijke, want Java-eiland bestaat vooral uit appartementen waar paren zonder kinderen of alleenstaanden voldoende ruimte hebben om te wonen.
Ontwikkeling van de bevolking in wijken2 Hoe goed ken je de straat waarin jij woont?
a Noteer voor de negen omliggende woningen (drie aan
de linkerkant, drie aan de rechterkant en drie aan de
overzijde van de straat) wie er wonen en tot wat voor soort
huishoudens zij gerekend kunnen worden. Onderstreep
het juiste antwoord: bij mij in de buurt wonen vooral
eenoudergezinnen / paren met kinderen / paren zonder
kinderen / alleenstaanden.
b Denk je dat er de afgelopen twintig jaar veel veranderd
is in de samenstelling van de huishoudens in jouw buurt?
Licht je antwoord toe. Bijv. ja, toen de wijk net gebouwd was, woonden hier veel jonge gezinnen, nu wonen er veel oude(re) gezinnen.
3 Bekijk bron 2.
a Leg uit hoe je kunt zien dat er sprake is van vergrijzing in
de leeftijdsgrafi eken. Het aandeel ouderen wordt steeds groter. b Leg uit hoe je kunt zien dat er sprake is van ontgroening.
2 Veranderingen in de wijk
Nederland en Europa
meerpersoons-huishouden met kind
meerpersoons-huishouden zonder kind
eenpersoonshuishouden
overig
20062050
0 4010 20 30 50 60% personen in huishoudens
Eigen omgeving
513968_Module 1.indd 6513968_Module 1.indd 6 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
7
– Als er meer mensen met hogere / lagere inkomens komen
wonen.
– Als er veel / weinig voorzieningen in de wijk te vinden zijn.
b Hoe groot is de kans dat je eigen woonwijk een
probleemwijk wordt? Licht je antwoord toe met behulp van
de onderstaande punten.
De kans is groot / klein dat mijn woonwijk later een
probleemwijk wordt, want:
– argument 1, soorten woningen: bijv. er staan veel koopwoningen in de wijk.
– argument 2, inwoners: bijv. er wonen veel mensen met hoge inkomens.
– argument 3, voorzieningen: bijv. er zijn veel voorzieningen in de buurt van mijn woonwijk.
9 Bekijk figuur 2. Oude arbeiderswijken kunnen zich op
twee manieren ontwikkelen. Streep de foute woorden in
het schema door.
Figuur 2 Verpaupering of meer leefbaarheid?
– mensen met hogere / lagere inkomens
– mensen met een hogere / lagere opleiding
– allochtonen / autochtonen
b Wat gebeurt er met de voorzieningen in zo’n wijk?
Winkels sluiten hun deuren, allochtone winkels openen hun deuren.
6 Gebruik bron 3. Kijk ook nog eens naar bron 2 van
paragraaf 1.
a Vind jij het prettig om in jouw buurt te wonen, is de
leefbaarheid in jouw buurt hoog? Ja / Nee, want bijv. ja, want ik woon in een mooi huis en dichtbij is een park. b Streep de foute antwoorden door.
– In Benoordenhout is de leefbaarheid hoger / lager dan in
de Schilderswijk.
– In Benoordenhout is het percentage mensen met een lager
inkomen hoger / lager dan in de Schilderswijk.
– De Schilderswijk is een armere / rijkere wijk dan
Benoordenhout.
c Maak de volgende zin af. In wijken met hoge inkomens is
de leefbaarheid groter. d Leg uit dat de leefbaarheid kan afnemen in een wijk als
de bevolkingssamenstelling verandert. Als er meer mensen met lage inkomens in een buurt komen, kan de buurt verpauperen.
Sommige wijken worden rijker7 Sommige arbeiderswijken verpauperen. In andere
arbeiderswijken neemt de leefbaarheid juist toe.
a Waarom willen alleenstaanden of paren zonder kinderen
in bepaalde arbeiderswijken wonen?
– Ze liggen dicht bij / ver van het centrum.
– Er zijn goedkopere / duurdere woningen.
– Er zijn veel / weinig voorzieningen.
b De doorgestreepte woorden bij a horen bij het
stadscentrum / een nieuwbouwwijk. Welke huishoudens
gaan daar met name wonen? Paren met kinderen.
8 De vraag bij bron 1 luidt: wordt deze wijk later een
probleemwijk?
a Wanneer kan een wijk een probleemwijk worden? Streep
de foute antwoorden door.
– Als er veel huurwoningen / koopwoningen in de wijk staan.
Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders
Meer / minder voorzieningen
Meer alleenstaanden met hogere / lagere inkomens
Mensen met hoge / lage inkomens trekken in de wijk
Meer / minder voorzieningen
De rijkere bevolking trekt weg / vestigt zich hier
Hogere leefbaarheid
Verpaupering
Goedkopere / duurdere woningen dicht bij het centrum
Oude arbeiderswijken
513968_Module 1.indd 7513968_Module 1.indd 7 27-08-12 10:1927-08-12 10:19
8
werden nieuwe woningen gebouwd (saneren). Sommige
woningen werden juist goed opgeknapt (renoveren).
a In bron 1 zie je saneren / renoveren.
b Bedenk samen met een klasgenoot een argument vóór
iedere oplossing en een argument tegen. Vul ze in fi guur 1 in.
Figuur 1 Saneren of renoveren?
Argument voor Argument tegen
Saneren Betere huizen
Huren gaan omhoog
Renoveren Goedkoper voor gemeente
Mensen willen andere huizen
c Waarvoor kiezen jullie en waarom? Wij kiezen bij
stadsvernieuwing voor saneren / renoveren, want bijv. saneren, want daardoor verandert het huizenaanbod echt en trek je makkelijker andere mensen aan.
5 Zet achter elke omschrijving het juiste begrip. Kies uit:
saneren • renoveren • restaureren.
– We verhuizen drie maanden naar een wisselwoning. Het
huis wordt opgeknapt. Daarna gaat de huur helaas wel
omhoog. renoveren – De flat waar ik ben geboren gaat tegen de vlakte. Er komen
nieuwe koophuizen op deze plaats. saneren – Het mooie grachtenpand wordt in zijn oude glorie hersteld.
De plafonds worden opnieuw gestuukt. Helaas hebben we
de oude bakstenen voor de voorgevel nog niet gevonden.
restaureren
De wijkenaanpak6 a De gemeente wil met de wijkenaanpak de
bevolkingssamenstelling veranderen. Waarom? Door de eenzijdige samenstelling komen de wijken in een neerwaartse spiraal die doorbroken moet worden. b De regering streeft naar gemengde wijken, waar allerlei
bevolkingsgroepen naast elkaar wonen. Overleg met
een klasgenoot. Wat vinden jullie? Wij zijn daarvoor /
daartegen, want bijv. daartegen, want het is fi jn om met één groep bij elkaar te wonen. Of: daarvoor, want juist door ver - schillende groepen krijg je een betere mix.
1 Bron 1 is een foto die is genomen in de Rotterdamse wijk
Katendrecht.
a Geef een omschrijving van de bevolking in de wijken die
worden gesloopt. Mensen met een lage opleiding, lage inkomens, meer werkloosheid, vaak allochtonen. b Geef een omschrijving van de bevolking die in de nieuwe
huizen komt wonen. Bevolking met een hogere opleiding, hogere inkomens, meer autochtonen. c Hoe zou jij het vinden als je moest verhuizen, omdat je
woning werd gesloopt? Bijv. vervelend, want hier wonen mijn vrienden en heb ik het naar mijn zin.
Probleemwijken2 Bestudeer bron 3.
a Zoek op de kaart van Amsterdam de onderstaande wijken
op. Zet achter elke wijk een A (= arbeiderswijk) of een W
(= woongebieden 1945-1970).
– De Kolenkit: W. – De Pijp: A.
– Flatwijk de Bijlmer: W. b Welke wijken krijgen nu de meeste aandacht van de
overheid: de arbeiderswijken of de woongebieden 1945-
1970? De woongebieden 1945-1970.
3 In de periode 1945-1970 zijn veel flatwijken gebouwd.
a De fl atwijken zorgden uiteindelijk niet voor een prettige
woonomgeving, want:
de mensen wilden liever een tuintje voor en achter dan
een flat.
er was te veel groen aangelegd.
in de flats had men weinig contact met de buren.
b De inrichting van de fl atwijken speelt een rol bij het
gevoel van onveiligheid dat mensen er hebben. Leg deze
zin uit. In fl atwijken zijn de woonkamers niet op straatniveau, waardoor mensen het minder snel in de gaten hebben als er iets gebeurt.
Oplossingen4 In de arbeiderswijken waren de woningen van slechte
kwaliteit. In deze wijken heeft veel stadsvernieuwing
plaatsgevonden. De woningen werden gesloopt en er
3 Herinrichting van de wijk
CasusEigen omgeving
513968_Module 1.indd 8513968_Module 1.indd 8 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
9
b Wat voor gevolgen heeft dit voor de bevolkingssamen-
stelling? Er zullen meer mensen met hogere inkomens komen en minder allochtonen en mensen met lagere inkomens.
Figuur 3 Verandering in het huizenaanbod in de Kolenkit.
Soort huizen Vóór de herinrichting
Na de herinrichting
Sociale huurwoningen 95% 56%
Duurdere huurwoningen 4% 14%
Koopwoningen 1% 30%
10 a Bekijk figuur 4. Wat is volgens deze figuur het effect
van de wijkenaanpak in de Kolenkit? De tevredenheid over de buurt neemt toe.
b Denk je dat Amsterdammers de Kolenkit in de toekomst
een aantrekkelijke woonwijk vinden?
– Ja, want: bijv. er komen betere woningen en meer verschillende inkomens.
– Nee, want: bijv. de Kolenkit scoort nog een stuk lager dan andere wijken in Amsterdam.
Figuur 4 Tevredenheid over de buurt 2005-2009.
2005 2007 2009Kolenkit 5,5 5,6 6,0
Amsterdam 7,1 7,2 7,3
11 Moeten we probleemwijken slopen of niet?
a Slopen en nieuwbouw is één manier om de leefbaar-
heid van wijken te vergroten. Welke andere manier ken je?
Wijken kunnen ook gerenoveerd worden. b Leg uit waarom een verbeterd huizenaanbod tot een
hogere welvaart van wijken kan leiden. Als er betere huizen in een wijk staan, komen er ook rijkere mensen wonen.
12 Streep de begrippen door die niet in het rijtje
thuishoren. Bespreek je keuze klassikaal.
a brede straten / industrie / groenvoorzieningen /
koopwoningen
b gezinsverdunning / leefbaarheid / ontgroening /
vergrijzing
c alleenstaanden / allochtonen / eenoudergezinnen /
paren met kinderen
d renoveren / restaureren / saneren / verpauperen
7 Bekijk bron 2 en 3.
a Wat was de grootste probleemwijk in Amsterdam? De Kolenkit.
b In het verleden zijn heel wat mensen erg blij geweest
dat ze in de Kolenkit konden gaan wonen. Wie kwam het
eerste in de wijk wonen? Zet de volgende woorden op de
goede plaats in fi guur 2: alleenstaande • allochtoon paar
met kinderen • autochtoon paar met kinderen.
c Noteer in fi guur 2 ook de volgende jaartallen op de juiste
plaats: 1950 • 1980 • 2010.
Figuur 2 Wie kwamen in de Kolenkit wonen?
Allochtoon paar met kinderen / 1980
Dit huis is veel groter. De kinde-
ren slapen met zijn tweeën op
een kamer en wij hebben een
islamitische slagerij en de markt
om de hoek.
Alleenstaande / 2010
Een woning dicht bij het centrum
en vlak bij de ringweg. Met de
auto ben ik zo op het werk. Als ik
uit wil gaan, ben ik met de fi ets
zo in het centrum.
Autochtoon paar met kinderen / 1950
Eindelijk een eigen huis, niet
meer bij onze ouders op zolder.
Het huis is ruim en nieuw.
8 Bestudeer bron 2.
a In de Kolenkit worden meer / minder woningen gebouwd.
Dit staat in het bestemmingsplan. De bebouwingsdichtheid
in de Kolenkit wordt hoger, want er worden meer huizen gebouwd dan er gesloopt worden. b In de Kolenkit worden meer woningen gesaneerd /
gerenoveerd.
c Hoe kan een gemeente de bevolkingssamenstelling van
een wijk makkelijker beïnvloeden: door saneren of door
renoveren? Licht je antwoord toe. Door saneren, want dan kun je echt andere woningen (groter, luxer) bouwen.
9 Door de wijkenaanpak in de Kolenkit zal het huizenaanbod
veranderen (zie figuur 3).
a Omschrijf de belangrijkste verandering in het
huizenaanbod. Meer en duurdere huur- en koopwoningen.
Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders
513968_Module 1.indd 9513968_Module 1.indd 9 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
Eigen omgeving
1010
Examentrainer
2p 1 Gebruik bron 1 en 2.
Waar vindt tegenwoordig de meeste sanering plaats: in de wijk van bron 1 of die van bron 2?
Verklaar je keuze.
2p 2 Gebruik bron 1 en 2.
Neem de letters a tot en met d over op je antwoordblad en noteer steeds het juiste woord.
In de wijk van bron 1 wonen in vergelijking met de wijk van bron 2:
a meer / minder allochtonen.
b meer hoogopgeleiden / laagopgeleiden.
c meer mensen met hogere / lagere inkomens.
d meer / minder alleenstaanden.
2p 3 Gebruik bron 3.
In de tabel staat de leeftijdsopbouw van een armere wijk / rijkere wijk. Beargumenteer je
keuze, op basis van de bron.
2p 4 Gebruik bron 3.
Welk begrip is het meest van toepassing op de tabel met leeftijdsopbouw in bron 3:
ontgroening of vergrijzing? Licht je antwoord toe.
2p 5 Gebruik bron 4. Dit is de stadsplattegrond van Alkmaar.
In welke twee gebieden zul je het meest waarschijnlijk probleemwijken vinden? Verklaar je
keuze.
2p 6 Gebruik bron 4.
Welke wijk hoort bij welke uitspraak? Noteer de letter uit de bron. Er blijft één letter over.
1 In deze wijk vind je de meeste winkelvoorzieningen.
2 In deze wijk zijn de verschillen tussen de woningen het kleinst.
3 Deze wijk maakt kans om populair te worden bij jonge stellen zonder kinderen.
4 In deze wijk wonen vooral gezinnen met kinderen.
2p 7 Gebruik bron 5.
Bij welk woongebied horen deze cijfers van Amsterdam? Kies uit: het centrum • een
nieuwbouwwijk aan de rand van de stad. Beargumenteer je antwoord.
1p 8 Gebruik bron 5.
Licht de volgende uitspraak toe: ‘De woningbezetting is gedaald, hoewel de
bebouwingsdichtheid is toegenomen.’
4 Examentrainer
Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad.
Examentrainer
513968_Module 1.indd 10513968_Module 1.indd 10 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
11
3p 9 Gebruik bron 5.
Uit deze tabel kun je aflezen dat in de loop van de tijd de volgende zaken hebben
plaatsgevonden:
a meer ontgroening / vergrijzing;
b wel / geen veranderingen in de bebouwingsdichtheid;
c meer / minder alleenstaanden dan gezinnen.
1p 10 Gebruik bron 5.
Stel dat de wijk van deze tabel de komende jaren gemiddeld rijker wordt. Aan welke
leeftijdscategorie zul je dat het beste kunnen merken? Kies uit: 12-17 jaar • 30-49 jaar • 65-79 jaar.
1p 11 Waarom wonen in armere wijken vaak meer allochtonen dan in rijkere wijken? Kies het juiste antwoord.
A Allochtonen hebben door taalachterstand een lagere opleiding en vaak een lager inkomen.
B Autochtonen wonen liever in rijkere wijken.
C Allochtonen wonen liever in wijken met een hogere bebouwingsdichtheid.
D Autochtonen zijn minder vaak alleenstaand.
1p 12 Gebruik bron 6.
De Laan van Spartaan is een nieuwbouwproject in Amsterdam.
Leg uit dat de Laan van Spartaan een gemengde wijk moet worden.
1p 13 Gebruik bron 6.
Welke uitspraak is juist?
I De Laan van Spartaan is ontstaan door saneren.
II Sportvoorzieningen bevorderen de leefbaarheid in een wijk.
A Alleen I is juist.
B Alleen II is juist.
C Beide zijn juist.
D Beide zijn onjuist.
Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders
513968_Module 1.indd 11513968_Module 1.indd 11 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
12
b De belangrijkste verklaring voor het verschil tussen bbp
en bbp per hoofd is:
de bevolkingsomvang van een land.
de oppervlakte van een land.
het aantal miljonairs in een land.
4 a Lees de volgende uitspraken.
I In landen met een hoog bbp per hoofd zijn geen verschil-
len tussen arme en rijke regio’s. Het brp (bruto regionaal
product) is overal gelijk.
II In landen met een hoog bbp hebben mensen veel
gebruiksgoederen zoals auto’s.
Uitspraak I is fout.
Uitspraak II is fout.
Beide uitspraken zijn fout.
Beide uitspraken zijn goed.
b In landen met een laag bbp per hoofd leven meer /
minder mensen onder de armoedegrens. Wereldwijd ligt
de armoedegrens op een bbp per hoofd van twee dollar per
dag / maand / jaar.
Verschillen in welvaart5 Gebruik bron 3.
Binnen de EU zijn erg grote verschillen in welvaart. In de
rijkste regio Londen verdienen de mensen 290% meer
dan het EU-gemiddelde, in de armste regio Nord-Est in
Roemenië verdient men 23% van het EU-gemiddelde.
a Geef twee argumenten waarom het gebied rond Londen
zo rijk is. Veel mensen werkzaam in de diensten, veel kantoren. b De regio Nord-Est in Roemenië zal dicht bij / ver van de
hoofdstad liggen, want juist die regio’s zijn armer.
6 a Maak van de volgende gegevens in figuur 2
twee cirkeldiagrammen van de beroepsbevolking.
b Zet de landen Verenigd Koninkrijk en Roemenië op de
juiste plaats in de onderste rij.
7 a Geef een omschrijving van de beroepsbevolking in arme
landen. Veel mensen werkzaam in de landbouw, weinig in de diensten. b Geef een omschrijving van de beroepsbevolking in rijke
landen. Veel mensen werkzaam in de diensten, weinig in de landbouw.
1 Bekijk bron 1.
a Is er bij jou in de buurt een straat die vergelijkbaar is met
deze foto? Licht je antwoord toe. Bijv. ja, de Nieuwlandstraat. Dat is ook een straat waar rijkere mensen komen, maar waar sommige winkels leegstaan. b Wat zegt de foto in bron 1 over de welvaart in Nederland?
Nederland is een rijk en welvarend land, maar dat geldt niet altijd voor iedereen.
Welvaart meten2 Welvaart kun je op verschillende manieren meten. Bekijk
figuur 1.
a Bestudeer de tabel en geef beargumenteerd aan welk
land de meeste welvaart kent. Luxemburg, want daar is het bbp per hoofd het grootst en hebben de meeste mensen een auto. b Bepaal op basis van de tabel in fi guur 1 welke kenmerken
je het beste kunt gebruiken om welvaart te meten. Zet de
vier kenmerken in de juiste volgorde.
1 Bbp per hoofd. 2 Auto’s per 1.000 inwoners. 3 Percentage van de bevolking onder de armoedegrens. 4 Bbp.
Figuur 1 Welvaartsverschillen in drie Europese landen.
Nederland Luxemb urg RoemeniëBbp
(in miljoen euro)
567.318 39.798 117.041
Bbp per hoofd
(in euro)
34.257 79.959 5.359
Bevolking onder
nationale armoe-
degrens (in %)
10,5 11 25
Aantal auto’s per
1.000 inwoners
523 749 219
3 a Bekijk figuur 1 nog een keer. Welke twee uitspraken zijn
goed?
Roemenië heeft een hoger bbp dan Luxemburg.
Luxemburg heeft de kleinste bevolking.
Luxemburg heeft een laag bbp, maar een hoog bbp per
hoofd doordat het een klein land is in oppervlakte.
Het bbp geeft een betere indruk van de welvaart van een
land dan het bbp per hoofd.
1 Verschillen in welvaart
Nederland en Europa
513968_Module 1.indd 12513968_Module 1.indd 12 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
13
In de rijkste gemeenten werken meer mensen in de
diensten.
In rijkere gemeenten is het brp altijd hoger dan in armere
gemeenten.
Figuur 3 Afwijking van het gemiddeld inkomensniveau per gemeente.
gemiddeld zeer laag inkomengemiddeld laag inkomengemiddeld hoog inkomengemiddeld zeer hoog inkomen
10 Bekijk de kaarten in bron 3 en figuur 3 nog eens.
a Vergelijk Nederland met Polen, Spanje en Zweden. Geef
antwoord op de vraag of Nederlanders rijk zijn. Licht je
antwoord toe met twee redenen. Bijv. ja, Nederlanders zijn rijk, want het bbp per hoofd is in vergelijking met Polen en Spanje hoog en de verschillen in brp per hoofd zijn klein. b Vind je het belangrijk dat we in Nederland rijk zijn?
Bespreek deze vraag klassikaal. Bijv. ja, want met geld kun je meer dingen doen. Of: nee, want geld maakt niet gelukkig.
11 In Nederland en Europa zijn er welvaartsverschillen. Zet
telkens een streep door de regio die er niet bij hoort.
a Randstad / Bloemendaal / Pekela / Utrecht
b grensregio / hoofdstad / Zuid-Italië
c Noord-Europa / Oost-Europa / West-Europa
d Roemenië / Bulgarije / Italië / Letland
Figuur 2 Verdeling van de beroepsbevolking.
Land A Land BLandbouw 1,6% 41,7%
Industrie 25,4% 28,1%
Diensten 73,1% 30,2%
Cirkeldiagram
Land Verenigd Koninkrijk
Roemenië
c Vul in. Hoe meer mensen werkzaam zijn in de
landbouw, hoe lager het bbp per hoofd is.
d Leg uit dat de verschillen in het brp per hoofd in een stad
groter zijn dan op het platteland. Bijv. op het platt eland doen meer mensen hetzelfde werk.
Welvaart in Nederland8 Vergelijk de welvaart van Nederland met die van andere
Europese landen in bron 3. Maak van de volgende landen
drie groepen die het beste bij elkaar passen wat betreft
welvaart. Groep 1 is de rijkste groep en groep 3 de armste.
Bulgarije • Denemarken • Griekenland • Groot-Brittannië
• Italië • Nederland • Polen • Portugal • Roemenië •
Slowakije • Spanje • Zweden.
Groep 1: Denemarken, Groot-Brittannië, Nederland, Zweden.
Groep 2: Griekenland, Italië, Portugal, Spanje.
Groep 3: Bulgarije, Polen, Roemenië, Slowakije.
9 a In Nederland bestaan ook verschillen in welvaart.
Teken de twee rijkste gemeenten (Wassenaar en
Bloemendaal) en de twee armste gemeenten (Pekela en
Stadskanaal) in op de kaart van figuur 3.
b Welke uitspraken zijn goed?
Rond de hoofdstad zijn de inkomens gemiddeld hoger
dan in de grensregio’s.
In de armste gemeenten werken meer mensen in de
diensten.
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa
Land A Land B
513968_Module 1.indd 13513968_Module 1.indd 13 27-08-12 10:2327-08-12 10:23
14
– Het gemiddelde welzijnsniveau in Nederland is hoog / laag.
– Het gemiddelde welzijnsniveau in Europa is hoog / laag.
– De verschillen in welzijn zijn in Europa groot / klein.
Verschillen in Nederland4 Gebruik bron 3.
a Hoeveel procent van de Nederlanders geeft aan zeer
gelukkig te zijn? 40% of meer. b Wat is volgens jou belangrijker voor geluk: welvaart of
welzijn? Licht je antwoord toe. Bijv. welzijn, want als mensen in goede woon- en leefomstandigheden leven, zullen ze zich sneller gelukkig voelen dan wanneer ze veel geld hebben.
5 Gebruik figuur 2.
a Autochtonen hebben een hoger opleidingsniveau dan
Turken en Marokkanen, want zij zijn slimmer / hebben geen
taalachterstand.
b Op welke groep lijkt het opleidingsniveau van de Turken
en Marokkanen van 25-34 jaar het meest? Op dat van autochtonen van 55-64 jaar. c Welke twee uitspraken zijn goed?
Meer dan de helft van de allochtonen van 25-34 jaar heeft
alleen basisonderwijs.
Meer dan de helft van de autochtonen heeft een
opleidingsniveau van mbo 2/havo of hoger.
De achterstand van allochtonen in opleidingsniveau wordt
steeds kleiner.
6 Gebruik figuur 3.
a Geef een omschrijving van de gebieden waarin je er
langer dan een uur over doet om een traumacentrum te
bereiken. De Waddeneilanden, Zeeland en delen van Friesland. b Wat is de belangrijkste reden dat er in deze gebieden
geen traumacentrum is? Er wonen weinig mensen, de bevolkingsdichtheid is er laag. c Heeft fi guur 3 vooral met welvaart of met welzijn te
maken? Licht je antwoord toe. Met welzijn: het gaat over gezondheidszorg. Dat heeft met leefomstandigheden te maken.
7 a Vroeger gingen de mensen eerder dood dan
tegenwoordig, de levensverwachting is toegenomen.
1 Bekijk bron 1.
a Leg uit wat bron 1 met het begrip welzijn te maken heeft.
Uit de foto blijkt dat de twee mensen meer dan genoeg te eten hebben. b In Nederland blijkt bijna de helft van de bevolking
te zwaar te zijn. Waarom start de overheid regelmatig
campagnes voor een gezonde leefwijze? Bijv. gezonde mensen zijn minder vaak ziek en leven langer.
Welzijn meten2 a Vul in: armoede • analfabetisme en onderwijs •
levensverwachting.
Om welzijn te meten wordt vaak de HDI (Human
Development Index) gebruikt. Deze meet de
gemiddelde prestaties van een land op het gebied van
gezondheidszorg (levensverwachting ), kennis
(analfabetisme en onderwijs ) en de
levensstandaard (armoede ).b Gezondheidszorg / kennis / de levensstandaard gaat het
meest over welvaart, want het gaat over de armoede in een land.
Figuur 1 HDI-score voor acht landen.
Landen in Europa
HDI Landen bui-ten Europa
HDI
Nederland 0,910 Bolivia 0,663
Polen 0,813 Suriname 0,680
Portugal 0,809 Mozambique 0,322
Bulgarije 0,771 Indonesië 0,617
3 Tussen landen zijn verschillen in welzijn.
a Maak de uitspraken goed af door hoog • laag in te vullen
en de foute woorden door te strepen. In rijke landen:
– is het opleidingsniveau hoog ;– gaan veel / weinig kinderen dood, de zuigelingensterfte is
laag ;– worden de mensen wel / niet ouder, de levensverwachting
is hoog .b Geef zelf een beschrijving van het welzijn in een arm
land, zoals je dat bij vraag a hebt gedaan. In arme landen is het opleidingsniveau lager, de zuigelingensterfte hoger en de levensverwachting lager. c Bekijk fi guur 1. Streep de foute woorden door.
– Hoe hoger / lager de HDI, hoe meer welzijn in een land.
2 Verschillen in welzijn
Nederland en Europa
513968_Module 1.indd 14513968_Module 1.indd 14 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
15
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa
Figuur 2 Verschil in opleidingsniveau tussen autochtonen en Turken / Marokkanen.
Autochtonen Turken en Marokkanen
Opleiding 25-34 jaar 55-64 jaar 25-34 jaar 55-64 jaarBasisonderwijs 2% 12% 13% 52%
Vmbo / mbo 1 10% 26% 34% 28%
Havo / vwo / mbo 2, 3, 4 46% 35% 36% 13%
Hoger onderwijs 42% 27% 17% 7%
Figuur 4 Verschillen in welvaart en welzijn.
Welvaart Welzijn
Hoe meet je dat? Bbp per hoofd HDI Verschillen in Nederland In West -Nederland zijn de inkomens hoger
dan in Oost -Nederland.
Mensen met een hogere opleiding leven ge- zonder dan mensen met lagere opleiding.
Verschillen in Europa Noord- en West-Europa zijn rijker dan Oost-
en Zuid-Europa.
Mensen in Oost -Europa hebben een lagere
levensverwachting dan mensen in
de rest van Europa.
In arme landen is de levensverwachting lager dan in rijke
landen. Onjuist: in Zuid-Europa is de levensverwachting hoger dan in Noord- en West-Europa, terwijl Zuid-Europa armer is. b Vergelijk bron 3 (geluk) met bron 3 uit paragraaf 1
(brp). Noem een voorbeeld van een rijker en een armer
land waaruit blijkt dat geluk en welvaart niet met elkaar
samenhangen. Bijv. Finland is rijk, maar weinig mensen zijn zeer gelukkig. Portugal is een armer land, maar relatief veel mensen voelen zich er gelukkig. c De levensverwachting is in Oost-Europa lager / hoger dan
in West-Europa. Dit komt door:
– slechtere / betere gezondheidszorg;
– een gezondere / ongezondere leefwijze;
– een hoger / lager opleidingsniveau.
9 a Als je kijkt naar het afgelopen jaar, welk cijfer
(van 1 tot 10) zou jij jezelf dan geven om aan te geven hoe
gelukkig je bent? Bijv. een 7,5. b Bespreek de antwoorden op vraag a klassikaal. Hoe
scoren jullie als klas in vergelijking met bron 3? Bijv. lager, want er waren maar een paar leerlingen die zichzelf een 9 hebben gegeven.
10 Zet de verschillen tussen welvaart en welzijn op een rij
door het schema van figuur 4 in te vullen.
Maar ook de oorzaken waardoor mensen overlijden
zijn veranderd. Aan welke oorzaken overlijdt men
tegenwoordig in Nederland? Streep de foute antwoorden
door: cholera / hart- en vaatziekten / honger / (long)
kanker / de pest.
b Hoe noemen we de ziekten bij vraag a?
Welvaartsziekten.
Figuur 3 Reistijd tot het dichtstbijzijnde traumacentrum.
minder dan 2020-40groter dan 40traumacentrum
Reistijd in minuten
Verschillen in Europa8 a Vergelijk bron 2 (levensverwachting) met bron 3 uit
paragraaf 1 (bruto regionaal product). Is de volgende
uitspraak juist of onjuist? Licht je antwoord toe.
513968_Module 1.indd 15513968_Module 1.indd 15 27-08-12 10:2927-08-12 10:29
16
3 Verklaar de Europese verschillen
Nederland en Europa
b De rijkere delen van Europa zijn Noord en West , de
armere delen zijn Oost en Zuid. Geef deze volgens
de legenda aan in de kaart.
c In rijkere delen is het welzijn ook vaak hoger, maar
Oost- Europa is het deel dat echt een lager welzijn kent.
Geef dit volgens de legenda aan in de kaart van fi guur 1.
Politieke en economische oorzaken3 a Zet achter elke omschrijving van het politieke systeem
het juiste deel van Europa.
– Vroegere communistische landen: Oost. – Bijvoorbeeld Spanje leefde tot 1975 onder een dictatuur:
Zuid. – Lange traditie van democratie: Noord en West. Nu zijn alle landen kapitalistisch en democratisch.
b De vroegere communistische landen zijn rijker / armer
dan de kapitalistische landen, want zij konden meer /
minder handeldrijven en daardoor meer / minder
investeren in de economie.
1 Bekijk bron 1.
Je ziet een dakloze jongen in de hoofdstad van Bulgarije:
Sofi a. Met het plastic bekertje bedelt hij voor geld bij
bezoekers van McDonald’s.
a Waarom is het slim van deze jongen dat hij bij
McDonald’s gaat bedelen? In Bulgarije kunnen met name de rijkere mensen een bezoek aan McDonald’s betalen. b Leg uit waarom deze foto goed aansluit bij het thema
arm/rijk van deze module. Juist de rijkere mensen gaan eten bij McDonald’s, dat is een goede plek voor de armere om te bedelen.
Verschillen binnen Europa2 In Europa zijn verschillen in welvaart (par. 1) en welzijn
(par. 2).
a Zet de woorden Noord-, Oost-, Zuid- en West-Europa op
de juiste plaats in fi guur 1.
Figuur 1
Politiek
Economie
......................................
......................................
democratiediensteneconomie
Noord-Europa
Politiek
Economie
......................................
......................................
democratiediensteneconomie
West-Europa
Politiek
Economie
......................................
......................................
vroegere dictaturenveel landbouw
Zuid-Europa
Politiek
Economie
......................................
......................................
vroeger communismeoude industrieën
Oost-Europa
................................
................................
................................
................................
welzijnhooglaag
welvaarthooglaag
513968_Module 1.indd 16513968_Module 1.indd 16 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
17
b Nederland heeft een betere gezondheidszorg dan
Bulgarije. Streep steeds het foute antwoord. Nederland
heeft:
– betere / slechtere voeding;
– meer / minder hygiëne;
– een hogere / lagere levensverwachting;
– een hogere / lagere zuigelingensterfte;
– meer / minder kinderen per vrouw.
c De vergrijzing zal in de EU 12 sneller toenemen dan in
Nederland, want het aantal geboorten is lager en er is meer migratie.
7 Van de EU zijn sinds 2007 27 landen lid.
a Het doel van de EU is: vrede, welvaart en vrijheid voor
alle burgers brengen.
– Wat was de belangrijkste reden voor samenwerking vlak na
de Tweede Wereldoorlog? Vrede. – Wat is nu de belangrijkste reden om samen te werken?
Welvaart. b Worden de verschillen in de EU groter of kleiner?
Verklaar je antwoord. Bijv. in bron 3 zie je dat de armste regio’s de snelste groei kennen, dus worden de verschillen kleiner.
8 Hebben Bulgaarse kinderen dezelfde kansen als
kinderen in Nederland? Licht je antwoord toe. Bijv. nee, want in arme landen zijn er minder mogelijkheden voor onderwijs, werk en inkomen. Of: ja, want Bulgarije is ook lid van de EU en dat biedt mogelijkheden om te groeien.
9 Gebruik nogmaals figuur 1. Je hebt de verschillen in
welvaart en welzijn al ingetekend in deze kaart.
a Geef in fi guur 1 voor ieder deel van Europa aan wat de
politieke oorzaken zijn voor de verschillen in welvaart.
Kies uit: vroeger communisme • democratie • vroegere
dictaturen.
b Geef in fi guur 1 voor ieder deel van Europa aan wat de
economische oorzaken zijn voor de verschillen in welzijn.
Kies uit: diensteneconomie • veel landbouw • oude
industrieën.
4 Gebruik bron 2.
a Verklaar waarom de EU ook weleens geschreven wordt
als EU 27. De EU telt 27 lidstaten. b Maak de juiste combinaties. Kies uit: EU 12 • EU 15.
A Deze vijftien landen waren als eerste lid van de EU.
EU 15. B Na 2004 zijn nog twaalf landen lid geworden van de EU.
EU 12. c Zet achter elke uitspraak of deze vooral over de EU 15 of
de EU 12 gaat.
– Communistische landen: EU 12. – Kapitalistische landen: EU 15 (en nu ook EU
12). – Landen met grotere economische groei: EU 12. – Landen met kleinere economische groei: EU 15. – Landen in de EU met hoog welzijnsniveau: EU 15. – Landen in de EU met lagere welvaart: EU 12. d Bespreek je antwoorden met een klasgenoot. Is de groei
van het brp per hoofd in de EU een gunstige ontwikkeling
voor iedereen? Licht je antwoord toe. Bijv. nee, want de één heeft meer van de groei kunnen profi teren dan de ander.
Een groeiende bevolking5 Bestudeer bron 2.
a Maak de volgende zinnen goed af.
– Ierland heeft een bevolkingsgroei / bevolkingsafname,
vooral door de migratie. – Nederland heeft een bevolkingsgroei / bevolkingsafname,
vooral door de natuurlijke bevolkingsgroei. b Omschrijf de verschillen tussen de EU 12 en EU 15.
– EU 12: bevolkingsgroei / bevolkingsafname door meer sterfte dan geboorte en meer vertrek dan vestiging.
– EU 15: bevolkingsgroei / bevolkingsafname door meer geboorte dan sterfte en meer vestiging.
6 a Zet voor elke uitspraak een B (= Bulgarije) of een
N (= Nederland).
N meer immigratie
B meer emigratie
B meer sterfte
N meer geboorte
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa
513968_Module 1.indd 17513968_Module 1.indd 17 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
18
Wordt Nederland rijker van de EU?4 Door de Europese integratie is de welvaart van landen
binnen de EU gestegen. Sommige bronnen geven aan dat
de gemiddelde Nederlander door het lidmaatschap van de
EU ongeveer 3.000 euro per jaar meer verdient.
a Waarom profi teert Nederland als handelsland vooral
van het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en
informatie? Voor een handelsland is het belangrijk dat er zo min mogelijk handelsbelemmeringen zijn. b Zijn er ook nadelen van een vrij verkeer van personen,
goederen, diensten en informatie? Bijv. bedrijven verlaten Nederland om zich te vestigen in landen met een lager uurloon. c Wat voor voordelen heb jij zelf door het vrij verkeer van
personen binnen de EU? Gemakkelijk reizen, studeren, werken in andere landen. d Gebruik bron 3. Nederland (en andere rijke landen) zijn
netto betalers aan de EU. Leg uit dat de welvaart in deze
landen toch toeneemt. Door de grotere arbeids- en afzetmarkt is er meer handel.
5 Gebruik bron 4.
a Waarom groeit de handel tussen Nederland en Polen
sterk sinds 2004? In 2004 trad Polen toe tot de EU. b Waarom stijgt ook de invoer uit Polen sinds 2004 sterk?
Noem twee redenen.
1 De productie in Polen is toegenomen, doordat in Polen goedkoper geproduceerd kan worden dan in de EU 15.
2 Ook vanuit Polen kan men gemakkelijker goederen exporteren na de toetreding tot de EU.
6 a In Nederland wonen tegenwoordig veel Polen. Door
het vrije verkeer van personen binnen de EU neemt deze
groep verder toe. Leg uit waarom dit een voordeel is voor
Polen, voor Nederland en voor de migrant zelf.
– Voor Polen: minder werkloosheid.
– Voor Nederland: arbeidsmigranten voor banen die Nederlanders niet (willen) doen.
– Voor de migrant: verdient (meer) geld.
1 Bekijk bron 1.
a Beschrijf wat er op deze foto te zien is. Een bord waarop staat aangegeven dat een project gefinancierd wordt door de EU.
b Onderzoek of er bij jou in de buurt ook van dit
soort projecten zijn. Presenteer je bevindingen aan je
klasgenoten. Bijv. in Zeeland in de Smitschorrepolder is een voorlichtings- en opleidingscentrum voor glastuinbouw gefi nancierd.
Meer welvaart en welzijn2 Bekijk figuur 1. De Europese integratie is in de loop van de
tijd veel sterker geworden. Hoe? Maak de goede combinaties.
1C, 2A, 3B
Figuur 1 Voordelen van de EU.
Kenmerk Voorbeeld1 Economie A Vrede en stabiliteit
2 Politiek B Vrij verkeer van personen
3 Bevolking C Arbeids- en afzetmarkt van 500
miljoen mensen
3 Gebruik figuur 2.
a Vul de volgende tekst in: De EU heeft een grotere afzetmarkt dan de VS en Japan samen. Het bbp in de EU is
lager dan dat van de VS en Japan samen. Dat komt
doordat het bbp per hoofd in de EU lager is dan in de
VS en Japan.
b Waarom is een grote arbeids- en afzetmarkt belangrijk
voor de inwoners van een gebied? Door een grotere afzetmarkt kunnen er meer producten afgezet worden. c Kijk nog eens naar bron 3 van paragraaf 1. Hoe verklaar
je het lagere bbp per hoofd in de EU in vergelijking met het
bbp per hoofd in de VS of Japan? Binnen de EU zijn er ook landen met gemiddeld lage inkomens.
Figuur 2 Verschillen tussen de grootmachten.
Landen EU totaal VS JapanBbp
(x miljard euro)
12.279.000 10.617.749 3.953.771
Bbp per hoofd
(euro)
24.400 34.475 30.998
Bevolking 500 miljoen 295 miljoen 127 miljoen
4 De invloed van de EU op welvaart en welzijn
Nederland en Europa
513968_Module 1.indd 18513968_Module 1.indd 18 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
19
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa
Figuur 4 Geeft de EU meer welvaart en welzijn?
Armere gebieden (EU 12) Rijkere gebieden (EU 15)
Politiek Aanpassen Europese regelgeving kost geld
Vrede en stabiliteit
Economie Stimuleringsbeleid
Grotere arbeids- en afzet- markt
Bevolking Vertrek
Vestiging
Figuur 3 Nadelen van de EU.
Kenmerk Voorbeeld1 Economie A Veel Polen, Roemenen en Bulgaren die hier
werken kennen onze taal niet.
2 Politiek B Wij betalen meer aan de EU dan wij
krijgen.
3 Bevolking C Macht afstaan aan Brussel.
9 Worden wij rijker van Europa?
a Vind jij uitbreiding van de EU een gunstige ontwikkeling?
Geef eerst twee argumenten voor en twee argumenten
tegen uitbreiding. Trek dan je conclusie.
– Argumenten voor: Bijv. Nederland kan daardoor meer handelen. Wij kunnen als Nederlanders naar meer landen op vakantie en in meer landen werken of studeren.
– Argumenten tegen: Bijv. bedrijven kunnen zich snel naar andere landen in de EU verplaatsen. Andere landen ontvangen meer geld van de EU dan Nederland.
– Conclusie: ik vind de uitbreiding van de EU gunstig /
ongunstig.
b Bespreek klassikaal de vraag of wij rijker worden van
Europa. Noteer hier je eigen standpunt en argumenten.
Bijv. we worden rijker, want een handelsland is gebaat bij vrede en een open economie, waar vrij verkeer van goederen, diensten en informatie is.
10 Zet de volgende woorden op de goede plaats in figuur 4:
stimuleringsbeleid • vrede en stabiliteit • aanpassen
Europese regelgeving kost geld • vertrek • vestiging •
grotere arbeids- en afzetmarkt.
b De komst van grote groepen Polen heeft ook nadelen.
Beschrijf deze voor Polen, voor Nederland en voor de
migrant zelf.
– Voor Polen: jonge mensen trekken weg.
– Voor Nederland: ze zijn concurrenten op de Nederlandse arbeidsmarkt.
– Voor de migrant: soms worden ze uitgebuit.
c Bespreek je antwoorden bij opdracht a en b klassikaal.
Tot welke conclusie komen jullie? Er zijn meer voordelen /
meer nadelen aan de komst van Poolse migranten, want:
bijv. meer voordelen, want Polen leveren een bijdrage aan het Nederlandse bbp.
EU-beleid7 De EU heeft een stimuleringsbeleid voor regionale
ontwikkelingsgebieden.
a Welke delen van Europa profi teren het meest van het
stimuleringsbeleid van de EU? Oost- en Zuid- Europa. Deze gebieden zijn netto betalers /
ontvangers van EU-gelden.
b Welke gebieden zou jij de meeste steun geven als je de
president van de EU was? Bijv. de EU 12-landen, want als die rijker worden, is dat goed voor de hele EU. c Binnen de EU zie je grote verschillen in welvaart. De EU
wil welvaart voor iedereen en investeert in de armste /
rijkste regio’s. Dit doet ze om het concurrentievermogen te
verhogen, want zij wil welvaart voor alle inwoners.
8 Gebruik figuur 3.Welk kenmerk hoort bij welk voorbeeld?
Maak de goede combinaties. 1B, 2C, 3A
513968_Module 1.indd 19513968_Module 1.indd 19 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
20
Casus
b Bij aardrijkskunde vergelijk je onderwerpen en gebieden
met elkaar. Dat kun je op twee manieren doen:
A aangeven hoe een onderwerp zich in de loop van de tijd
heeft ontwikkeld;
B aangeven wat de verschillen tussen gebieden zijn voor een
onderwerp.
Wat hoort waarbij? Zet voor de uitspraken bij vraag a de
juiste letter: A of B.
4 Gebruik bron 3.
a Beschrijf de ontwikkeling van de beroepsbevolking in
Nederland. Het aantal mensen dat in de landbouw werkt, is afgenomen. Het aantal mensen dat in de diensten werkt, is toegenomen. b Welke uitspraken zijn goed?
Hoe lager het brp per hoofd is, hoe meer mensen
werkzaam zijn in de landbouw.
In geen van de noordelijke provincies is het brp hoog.
Hoe lager het inkomen, hoe meer werkloosheid.
5 Gebruik bron 6 en 7.
a Lees de volgende uitspraken:
I Nederlanders worden nu bijna twee keer zo oud als in
1860.
II In Bulgarije is het verschil in levensverwachting tussen
mannen en vrouwen groter dan in Nederland.
Uitspraak I is juist.
Uitspraak II is juist.
Beide zijn onuist.
Beide zijn juist.
b Zoek de kaart over zuigelingensterfte in Europa op
en vergelijk deze met bron 7. Vul de volgende zin in.
Hoe lager de zuigelingensterfte, hoe hoger de
levensverwachting.
6 Bekijk in de atlas de kaarten over economie (werken) en
zorg in Nederland.
a In welke twee provincies is het inkomen in Nederland het
hoogst? Noord-Holland en Utrecht.
1 Gebruik bron 1.
a Waarom vinden sommige mensen het een schande dat in
Nederland een voedselbank bestaat? Nederland is een rijk land en de regering zou ervoor moeten zorgen dat niemand honger heeft.b Waarom staat de voedselbank spullen in te zamelen bij
Albert Heijn? Mensen die zelf boodschappen hebben gedaan kunnen spullen geven, voor arme mensen die het nodig hebben.
Figuur 1 Hoe gebruik je de Basisbosatlas?
Naam Waar? Wat?Bladwijzer Binnenkant
omslag
Snel op- zoeken van gebieden
Inhoudsopgave 3-5
Onderwerpen per bladzijde
Zaakregister 151-153
Alfabetische lijst van on- derwerpen
Namenregister 154-168
Alfabetische lijst van na- men
2 Gebruik figuur 1.
In dit werkboek gebruiken we de Basisbosatlas 60e editie.
Daar heb je natuurlijk al vaker mee gewerkt. Als je dingen
wilt opzoeken in de atlas zijn daarvoor vier manieren. Je
ziet ze in de eerste kolom.
a Zet in de tweede kolom op welke bladzijde je dit
onderdeel kunt vinden in de BB (= Basisbosatlas).
b Zet in de derde kolom een korte omschrijving: wat vind je
precies op die bladzijden?
3 Bekijk de bronnen in het handboek.
a Streep de foute woorden door voor Nederland.
B In steden zijn de inkomens gemiddeld hoger / lager dan
op het platteland.
A Het verschil tussen de levensverwachting voor mannen
en die voor vrouwen is de laatste 150 jaar groter / kleiner
geworden.
5 De ontwikkeling van Nederland
513968_Module 1.indd 20513968_Module 1.indd 20 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
21
d Hoe is de situatie in Nederland als je naar de vier
gegevens kijkt die je in fi guur 2 hebt ingevuld? Licht je
antwoord toe. Goed, want Nederland scoort overal bij de categorie ‘rijke landen’.
9 Gebruik figuur 3.
a Schrijf de onderzoeksvraag van deze paragraaf als titel
bij fi guur 3.
b Maak de tabel goed af.
c Gebruik bladzijde 60 en 61 uit de atlas. Welke kaart laat
het beste de welvaart en het welzijn in Nederland zien?
Welvaart Bijv. 60A Alleen Noorwegen en Ierland hebben een hogere koopkracht dan Nederland. Welzijn Bijv. 61B In Nederland (en andere West-Europese landen) zijn de mensen het meest tevreden met hun leefomgeving.
Figuur 3 Hoe heeft de Nederlandse samenleving zich in de afgelopen tijd ontwikkeld?
Ontwikkeling Oorzaak
Welvaart Toegenomen /
afgenomenGroei wereld- economie
Welzijn Toegenomen /
afgenomenGedegen overheids- beleid
b Welke stelling is juist? Geef aan met behulp van welke
atlaskaart je het antwoord hebt gevonden. In provincies
met de laagste inkomens …
1 hebben de meeste mensen geestelijke gezondheidszorg
nodig.
2 vind je de meeste verpleeghuizen.
3 rijden de minste ambulances.
4 zijn veel ziekenhuisopnamen.
Stelling 4, want dat kun je afl ezen uit kaart 49A (ook 49B, C of D).
7 Lees bron 2.
a Wat is de belangrijkste verklaring voor de toename van
de welvaart in Nederland sinds 1990? Groei van de wereldeconomie. b Wat is de belangrijkste verklaring voor de toename van
het welzijnsniveau in Nederland? Gedegen overheidsbeleid. c Bron 4 en 5 gaan over de toename in welvaart / welzijn en
bron 6 en 7 over welvaart / welzijn.
8 Gebruik figuur 2.
a Noteer in de eerste kolom op welke bladzijde je
informatie kunt vinden over bbp per inwoner en over
computers.
b Noteer in de tweede en derde kolom (rijke landen en
arme landen) de bijbehorende getallen bij Bbp per inwoner
en Computers.
c Vul op dezelfde manier het rechterdeel in van fi guur 2
over welzijn.
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa
Figuur 2 Verschil tussen arm en rijk in Europa.
Welvaart WelzijnThema(kaart nummer)
Rijke landen Arme landen Thema Rijke landen Arme landen
Bruto binnenlands product
(59D)
West- Europa Meer dan 20.000
Oost- Europa minder dan 10.000
Levensverwachting
(61C)
Zuid-Europa 80 of meer
Oost- Europa minder dan 77
Computers
(60H, aantal computers per 1.000 inwoners)
West- Europa 300 of meer
Oost- Europa minder dan 200
Zuigelingensterfte
(61E)
Zuid-Europa 8 of minder
Bulgarije en Roemenië 14 of meer
513968_Module 1.indd 21513968_Module 1.indd 21 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
Eigen omgeving
2222
Examentrainer
2p 1 Gebruik bron 1.
Binnen Nederland zijn verschillen in welvaart.
Neem steeds het juiste woord over op je antwoordblad, zodat een beeld ontstaat van de
inwoners van deze wijk.
Hoge / lage inkomens, hoger / lager opleidingsniveau, meer allochtonen / autochtonen, hogere /
lagere levensverwachting.
1p 2 Gebruik bron 1.
Leg uit waarom deze bron zowel iets over welzijn als over welvaart zegt.
1p 3 Met de Human Development Index wordt de levensstandaard van landen gemeten.
Uit welke twee onderdelen bestaat de Human Development Index nog meer?
1p 4 Welke uitspraak is juist?
I In landen met een hoog bbp is het bbp per hoofd ook altijd hoog.
II In West-Nederland is het brp per hoofd hoger dan in West-Roemenië.
A Uitspraak I is juist.
B Uitspraak II is juist.
C Beide zijn onjuist.
D Beide zijn juist.
2p 5 Tussen landen zijn verschillen in welvaart, die samenhangen met de verdeling van de beroepsbevolking.
Beschrijf de verschillen in werkgelegenheid tussen een arm land en een rijk land.
2p 6 Gebruik bron 2.
Wat is de belangrijkste reden voor het feit dat Oost-Europese landen minder goed scoren op
deze kaart? Gebruik in je antwoord de term ‘communistisch’.
1p 7 Gebruik bron 3.
Welke uitspraak is juist?
I Turken en Marokkanen hebben een hoger opleidingsniveau dan Surinamers, Arubanen en
Antillianen.
II Turken en Marokkanen hebben een grotere taalachterstand dan Surinamers, Arubanen en
Antillianen.
A Uitspraak I is juist.
B Uitspraak II is juist.
C Beide zijn onjuist.
D Beide zijn juist.
2p 8 Gebruik bron 3.
Welke groep is het meest kwetsbaar voor een ongezonde leefstijl? Licht je antwoord toe.
6 Examentrainer
Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad.
513968_Module 1.indd 22513968_Module 1.indd 22 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
23
1p 9 Gebruik figuur 1.
Neem de letters A, B en C over op je antwoordblad. Zet achter elke letter het goede woord.
Kies uit: EU 12 • EU 15 • EU 27.
Figuur 1 Verschil in levensverwachting.
Mannen Vrouwen
2008 2060 2008 2060
A 76,1 84,5 82,1 89,1
B 77,5 85 83,1 89,4
C 70,8 82,3 78,7 87,5
2p 10 Maak de volgende zinnen af door steeds toegenomen • afgenomen in te vullen.
a De welvaartsverschillen tussen de landen in de EU zijn ...
b In Nederland is het percentage van de beroepsbevolking dat werkt in de landbouw ...
c Gebruik bron 4 en 5. De ongelijkheid is in Nederland ...
d Gebruik bron 4 en 5. De ongelijkheid in de vier grootste Nederlandse steden is vooral ...
2p 11 Gebruik bron 6.
Maak de volgende zinnen kloppend.
a In Noord-Italië is de werkloosheid lager / hoger dan in Zuid-Italië.
b In Noord-Italië werken meer / minder mensen in de diensten dan in Zuid-Italië.
c Binnen de EU 12 is de werkloosheid hoger / lager dan binnen de EU 15.
d In landen met een hoger / lager welvaarts- en welzijnsniveau zijn de mensen het
gelukkigst.
3p 12 a Waarom heeft de EU in 2004 gekozen voor een uitbreiding met zoveel armere landen?
b Is door de uitbreiding van de EU in 2004 het bbp per hoofd gestegen of gedaald? Licht je
antwoord toe.
4p 13 Gebruik figuur 2.
Door de Europese integratie is de welvaart binnen de EU toegenomen.
Neem de cijfers 1 tot en met 6 over. Noteer daarachter de juiste omschrijvingen uit figuur 2
voor EU 12 en voor EU 15.
Figuur 2 Verschillen tussen de EU 12 en de EU 15.
Kenmerk EU 12 EU 151 Vroeger Communistisch / kapitalistisch Communistisch / kapitalistisch
2 Ongelijkheid in een land Toegenomen / afgenomen Toegenomen / afgenomen
3 Zuigelingensterfte Groter / kleiner Groter / kleiner
4 Regionale ontwikkelingsgebieden Meer / minder Meer / minder
5 Stimuleringsbeleid EU Vooral arme regio’s / vooral gebieden
met structurele problemen
Vooral arme regio’s / vooral gebieden
met structurele problemen
6 Netto betalers of ontvangers binnen
de EU
Betalers / ontvangers Betalers / ontvangers
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa
513968_Module 1.indd 23513968_Module 1.indd 23 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
24
In Nederland betaal je meer belasting, waardoor minder geld overblijft. b Binnen de VS hebben de 20% armste inwoners 5,4%
van het nationale inkomen, terwijl de 20% rijkste inwoners
45,8% van het inkomen hebben. Geef dit weer in fi guur 1.
c Binnen de VS / Nederland is de binnenlandse
ongelijkheid groter.
Figuur 1 Inkomensongelijkheid VS en Nederland.
armste 20%rijkste 20%
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0Nederland VS
inko
men
saan
deel
(%
)
Arme Amerikanen5 Gebruik bron 2 en 3.
a Zet de volgende begrippen op de juiste plaats:
levensverwachting • onderwijs • zuigelingensterfte.
– Zwarte Amerikanen leven gemiddeld korter dan blanke
Amerikanen. Levensverwachting. – Arme mensen hebben een lagere opleiding dan rijkere
mensen. Onderwijs. – De zuigelingensterfte is het hoogst in Alabama.
b Arme Amerikanen kunnen meer / minder goederen kopen
dan rijke Amerikanen. Arme Amerikanen hebben dus een
lagere / hogere koopkracht.
c Waarom verstrekt de regering van de VS voedselbonnen
aan mensen met een (te) lage koopkracht? Zo lijden de mensen geen honger in een van de rijkste landen van de wereld. d Zet de volgende gebieden op de juiste plaats in fi guur 2:
VS • Washington • Massachusetts • Alabama.
e In de VS verschilt de gezondheidszorg per staat. Leg dit
uit met behulp van bron 2. Bijv. Alabama, een arme staat, heeft een slechtere gezondheidszorg, waardoor de zuigelingensterfte hoger is en de levensverwachting lager.
1 In de VS geloven de inwoners in the American Dream.
a Leg uit wat The American Dream betekent. Iedereen kan bereiken wat hij wil: een krantenjongen kan miljonair worden. b Denk je dat er ook zoiets bestaat als ‘De Nederlandse
Droom’? Wat zou dat dan kunnen zijn? Bijv. ja, ook in Nederland zijn er volop mogelijkheden om te bereiken wat je wilt.
Rijke Amerikanen2 a De VS zijn het land met het hoogste bbp ter wereld:
meer dan 10 biljoen euro.
Zet de volgende getallen in de juiste volgorde, van klein
naar groot: miljoen, biljoen, miljard, triljoen, biljard.
Miljoen, miljard, biljoen, biljard, triljoen. b Schrijf 10 biljoen uit in cijfers.
10.000.000.000.000. c Hoewel het bbp van Nederland veel lager is, is het bbp
per hoofd ongeveer even hoog als dat van de VS: iets
minder dan 35.000 euro. Leg uit hoe dit kan. De VS hebben een hoger bbp, maar ook veel meer inwoners. Als je het gemiddelde per inwoner (bbp per hoofd) uitrekent, is het ongeveer gelijk aan dat van Nederland.
3 Gebruik bron 3.
a Streep steeds het foute antwoord door.
– Deze bron gaat over welvaart / welzijn.
– Deze bron gaat over bbp per hoofd / brp per hoofd.
– In arme gebieden werken veel mensen in de landbouw /
diensten.
– In rijke gebieden werken veel mensen in de landbouw /
diensten.
b In welk deel van de VS liggen de meeste rijke staten, als
je kijkt naar het brp per hoofd? In het noordoosten.c In welk deel van de VS liggen de armste staten, als je kijkt
naar het brp per hoofd? In het zuiden en midden-westen. d Bedenk een reden waarom het aantal miljonairs per staat
zoveel verschilt. In de ene staat wonen meer mensen dan in de andere staat.
4 Gebruik figuur 1.
a In Nederland zijn er minder miljonairs dan in de VS.
Verklaar dat dit ook komt door de belastingen.
1 Arm en rijk in de VS
Wereld
513968_Module 1.indd 24513968_Module 1.indd 24 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
25
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria
Figuur 2 Verschillen in de VS.
Kenmerk VS Alabama Massachusett s Washington Personen onder armoede-
grens
14,3% 17,5% 10,3% 12,3%
Zuigelingensterfte 6,8‰ 9,9‰ 4,9‰ 4,8‰
Levensverwachting 78,6 75,1 80,1 79,6 jaar
Inkomen € 39.140 € 31.600 € 49.923 € 31.833
Figuur 3 Binnenlandse ongelijkheid in de VS.
Lagere opleiding
Lagere opbrengsten
Zwarte bevolking heeft
maatschappelijke achterstand
The American Dream Kansen voor iedereen
Hogere opbrengstVeel diensten in het
noordoosten van de VS
Zuidelijke staten hebben veel
landbouw
Binnenlandse ongelijkheid
Lagere inkomens
Hogere inkomens
Arm
Rijk
8 Zijn de VS een rijk land?
a Noem drie redenen waarom je de VS een rijk land kunt
noemen. Bijv. hoog bbp per hoofd, veel miljonairs, hoge levensverwachting. b Om welke redenen kun je zeggen dat de VS geen rijk land
zijn? Bijv. grote binnenlandse ongelijkheid, in sommige staten ook hogere zuigelingensterfte. c Bespreek de antwoorden bij vraag a en b klassikaal. Tot
welke conclusie komen jullie? De VS zijn wel een / geen rijk
land, want er is geen ander land ter wereld met zo’n hoog bbp. Ook het bbp per hoofd en de levensverwachting zijn hoog.
9 Zet de volgende woorden op de juiste plaats in figuur 3:
hogere • inkomens • opleiding • hogere • iedereen •
American Dream • noordoosten • maatschappelijke •
landbouw • opbrengsten.
Verklaar de verschillen6 In de VS heeft de zwarte bevolking een achterstand,
omdat ze lang gediscrimineerd is. Leg uit dat dit zowel
invloed op de welvaart als op het welzijn heeft. Bijv. zwarten hebben een lagere opleiding (welzijn) en daardoor lagere inkomens (welvaart).
7 Binnen de VS zijn er grote verschillen.
Zet de volgende woorden op de juiste plaats achter de
uitspraken: economie • politiek • maatschappij.
– In de VS moeten mensen meer zelf uitzoeken, de staat
regelt minder. Er is een slechtere ziekteverzekering,
belastingen zijn laag voor de rijken. Verschillen tussen
staten zijn groot. Politiek. – Als er veel mensen in de diensten werken, zijn de
inkomsten hoger. Economie. – Met een lagere opleiding heb je meer kans op werkloosheid
en is je levensverwachting lager. Maatschappij.
513968_Module 1.indd 25513968_Module 1.indd 25 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
26
b Wat geldt voor de VS? Streep steeds het foute antwoord
door:
– ondervoeding / overvoeding
– kwalitatieve / kwantitatieve honger
– arm / rijk land
Figuur 1 Welk land is het?
1 2 3Voedselvoorziening
(kJ per inwoner per
dag)
15.705
(3.751 kcal)
14.623
(3.492 kcal)
11.355
(2.712 kcal)
Eiwit consumptie
(gram per inwoner
per dag)
115 105 61
Voedselzekerheid in de VS5 a Voedselzekerheid is een van de mensenrechten, want
niemand op de wereld mag honger hebben. b Schoon drinkwater / een computer is een mensenrecht,
want dit is noodzakelijk voor het voortbestaan van iedereen. c In rijke / arme landen zijn de mensenrechten beter.
6 Bekijk de onderstaande uitspraken. Geef bij elke uitspraak
aan welk begrip er het beste bij past. Kies uit: voldoende
voedsel • veilig voedsel • gezond voedsel.
– Voedsel dient de juiste voedingswaarde te hebben: niet
te veel en niet te weinig calorieën. Gezond voedsel. – De overheid van de VS streeft naar een grote
landbouwproductie. Voldoende voedsel. – Er zijn regels voor boeren wat betreft het gebruik van
gifstoff en. Veilig voedsel.
Landbouw in de VS7 Gebruik bron 2 en figuur 2.
a Welke landbouwgewassen leveren het meeste op?
Groente, fruit, soja en maïs. b Noteer achter de onderstaande uitspraken welke
landbouwgebieden van toepassing zijn.
– Het warme en vochtige klimaat zorgt voor hoge
landbouwopbrengsten. Westelijke en zuidelijke kustgebieden.
1 Bekijk bron 1.
a In welk deel van de VS verwacht je dat deze man woont?
Zoek eventueel op in paragraaf 1 waar arme en rijke staten
liggen. Licht je keuze toe. Bijv. grote kans dat deze man in het noordoosten van de VS woont, waar de meeste rijke staten liggen. De man ziet er namelijk erg welvarend uit. b Wat zegt deze foto over het welzijn van deze man?
Gezien zijn postuur kun je niet zeggen dat hij erg gezond is. Dat betekent een lager welzijn.
Ondervoeding en overvoeding2 Gebruik bron 1.
a De man op de foto lijdt aan ondervoeding / overvoeding.
Hij heeft een grotere kans op welvaartsziekten. b Wereldwijd komt veel ondervoeding voor. In sommige
landen is een tekort aan voedsel, mensen hebben
dan kwantitatieve honger. In andere landen is het voedsel
erg eenzijdig, mensen krijgen dan niet genoeg gezond voedsel binnen (kwalitatieve honger).
c Vul in wat voor soort honger erbij hoort: kwantitatief •
kwalitatief.
– Droogte: kwantitatieve honger. – Misoogst: kwantitatieve honger. – Alleen eten bij McDonald’s: kwalitatieve honger. – Elke dag rijst: kwalitatieve honger.
3 Gebruik bron 3.
a In Afrika (vul een werelddeel in) zijn de meeste
landen met mensen die ondervoed zijn. Maar in Azië wonen
de meeste mensen die ondervoed zijn. Geef hiervoor een
verklaring. In India wonen heel veel mensen. b Binnen de VS komt vooral overvoeding / ondervoeding
voor. Dit zie je meer in armere / rijkere staten. Dat komt
doordat mensen in deze staten minder goed in staat zijn
om gezond voedsel te kopen. In deze staten is
eigenlijk sprake van kwalitatieve honger.
4 a Gebruik figuur 1. Welk land hoort bij welk cijfer van de
bovenste rij? Kies uit: Nigeria • VS • Nederland.
1 VS.
2 Nederland.
3 Nigeria.
2 Landbouw en voedselproductie in de VS
Wereld
513968_Module 1.indd 26513968_Module 1.indd 26 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
27
b Verklaar dat de arbeidsproductiviteit stijgt door
schaalvergroting en specialisatie. Met hoe langer hoe meer machines wordt meer geproduceerd, waardoor per persoon de productie stijgt. c De opbrengsten van de landbouw in de VS lopen in de
miljarden euro’s. Toch is het aandeel van de landbouw in
het bbp relatief klein. Hoe kan dat? De VS is een land met een bbp van meer dan 10 biljoen, dus miljarden euro’s is dan een klein aandeel.
9 Is er voldoende voedsel voor alle Amerikanen?
Beargumenteer je antwoord met de onderstaande
begrippen.
Overvoeding: Er is voldoende voedsel voor alle Amerikanen. Er is eerder sprake van overvoeding dan van ondervoeding.
Kwalitatieve honger: Als er al mensen zijn die honger lijden, dan is dat kwalitatieve honger, omdat ze te eenzijdig eten.
Voedselzekerheid: De overheid streeft met subsidies naar voedselzekerheid.
Schaalvergroting en specialisatie: Doordat boeren zich specialiseren of aan schaalvergroting doen, wordt er voldoende voedsel verbouwd.
10 a Welke begrippen passen het beste bij
voedselzekerheid? Streep de foute antwoorden door.
– overvoeding / ondervoeding
– wel / geen kwalitatieve honger
– gezond / ongezond voedsel
– schaalvergroting / schaalverkleining
– hoge / lage arbeidsproductiviteit
– voedselgewassen / handelsgewassen
b Geef een omschrijving van voedselzekerheid door
gebruik te maken van drie andere begrippen uit deze
paragraaf. Door schaalvergroting en specialisatie neemt de arbeidsproductiviteit toe en wordt genoeg voedsel geproduceerd.
– Hier worden vooral voedselgewassen verbouwd, zoals
graan. Zomertarwegebied en wintertarwegebied.
– In dit reliëfrijke gebied zijn vooral veel kleine
boerenbedrijven. Oostelijke gebergtes.
– Hier worden handelsgewassen verbouwd, waar je
gemiddeld veel mee kunt verdienen. Kerngebied.
Figuur 2 Aandeel in de totale landbouwproductie per landbouw-gebied in de VS.
Gebied Aandeel landbouwproductieGreat Plains 2%
Westelijke en zuidelijke
kustgebieden
26%
Zomertarwegebied 8%
Wintertarwegebied 12%
Kerngebied 32%
Mississippidelta 3%
Zuivelgebied 10%
Oostelijke gebergtes 4%
Atlantische kuststaten 6%
Figuur 3 Ontwikkeling van het kerngebied van de Amerikaanse landbouw.
A Vroeger werd de maïs
verbouwd op de kleinere
bedrijven om aan de
varkens te voeren.
Gemengd bedrijf
B Nu richt de boer zich alleen
op het verbouwen van één
gewas.
Specialisatie
C Door mechanisatie
moesten de bedrijven
wel groter worden om de
dure machines te kunnen
betalen.
Schaalvergroting
D Chicago werd daardoor
de varkensslachter van de
wereld.
Voedselverwerkende industrie
8 Gebruik figuur 3.
a Zet bij elke beschrijving het juiste woord. Kies uit:
specialisatie • schaalvergroting • gemengd bedrijf •
voedselverwerkende industrie.
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria
513968_Module 1.indd 27513968_Module 1.indd 27 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
28
3 Wereldwijde invloed van de VS
Wereld
Figuur 1 Vergelijking wereldwijd.
Aantal gebruiksgoederen per 1.000 inwoners
Rijke landen Arme landen Wereld
Tv’s 434 26 234
Vaste telefoonaansluiting 435 3 204
Mobiele telefoons 1.320 270 821
Internetgebruik 644 32 319
Invloed van rijke landen4 Bekijk bron 3.
a Hoe blijkt uit bron 3 de politieke invloed van de VS op de
wereld? De VS hebben in een groot deel van de wereld militaire operaties uitgevoerd. b Noem op basis van de tekst twee andere voorbeelden
van de politieke invloed van de VS op de wereld.
1 De VS geven veel ontwikkelingshulp.
2 De VS zijn een belangrijk lid van de VN en hebben daar vetorecht.
5 a Tegenwoordig neemt de rol van multinationals toe. Wat
zijn multi (= veel) nationals (= landen)? Bedrijven met vestigingen in (veel) verschillende landen. b Kruis de juiste uitspraken aan. Een multinational:
haalt grondstoffen uit rijke landen en verwerkt deze in
arme landen.
vestigt zich in die landen, waar hij het meeste voordeel
kan halen.
houdt rekening met lokale omstandigheden, zowel in rijke
als in arme landen.
6 a De VS heffen hogere / lagere invoerrechten op
producten die ze zelf ook maken, want daardoor worden hun eigen producten beschermd. b Leg uit dat zulke handelsbelemmeringen voordeliger zijn
voor rijke landen dan voor armere landen. Rijke landen zijn niet zo afhankelijk van één product, armere landen vaak wel.
7 Bekijk bron 2.
a Welke vijf Europese landen hebben samen bijna net
zoveel hoofdkantoren van multinationals als de VS?
Frankrijk, Duitsland, Groot-Britt annië, Zwitserland en Nederland.
1 Rijke landen geven ontwikkelingshulp aan arme landen.
a Heb jij weleens geld gegeven dat gebruikt werd om de
leefomstandigheden in arme landen te verbeteren? Bijv. ja, wij hebben als school een project gesteund om waterpompen in Somalië aan te leggen. b Vanuit de VS wordt veel ontwikkelschulp gegeven door
USAID. Verklaar de naam van de organisatie. US-aid betekent ‘hulp van de VS’.
Ongelijkheid wereldwijd2 Bestudeer figuur 1.
a Welke uitspraak is goed?
Op de wereld zijn meer vaste telefoons dan mobiele
telefoons.
In rijke landen hebben mensen soms meer dan één
mobieltje.
In arme landen zijn meer gebruiksgoederen dan
gemiddeld in de wereld.
b Vul in: meer • minder.
China heeft meer economische groei dan Nederland.
Daardoor komt er meer productie, ook gaan de
Chinezen meer consumeren. Ze krijgen meer gebruiksgoederen per 1.000 inwoners.
3 Wereldwijd is bijna iedereen rijker geworden de afgelopen
vijftig jaar. De verschillen tussen de armste en rijkste
landen zijn echter groter geworden.
a Welke uitspraken horen bij landen waar de meeste echt
arme mensen wonen?
– veel mensen werkzaam in de diensten / landbouw
– laag / hoog bbp per hoofd
– goede / slechte gezondheidszorg
– ondervoeding / overvoeding
b Geef een omschrijving van de rijke landen. Rijke landen hebben een hoog bbp, een hoge levensverwachting, er zijn veel mensen werkzaam in de diensten, er is overvoeding.
513968_Module 1.indd 28513968_Module 1.indd 28 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
29
9 Zorgen de VS voor meer welvaart in andere landen?
a Gebruik de onderstaande uitspraken. Zet de letters van
de juiste uitspraken op de goede plaats. Zorgen de VS
voor meer welvaart in de wereld?
Ja, want: B, C en E. Nee, want: A en D. A De VS beschermen hun binnenlandse economie met
handelsbelemmeringen.
B De VS geven veel ontwikkelingshulp.
C De VS handelen met arme landen.
D De VS hebben een vetorecht bij de VN.
E De VS proberen met vredesmissies voor politieke
stabiliteit te zorgen.
b Bespreek de bovenstaande vraag klassikaal. Tot welke
conclusie zijn jullie gekomen? De VS zorgen wel / niet voor
meer welvaart in andere landen, want bijv. niet, want de VS handelen meestal alleen uit eigenbelang.
10 Teken in figuur 2 een overzicht van de manier waarop
de VS invloed hebben op de wereld. Gebruik pijlen en
symbolen of kleur landen in.
1 Politieke invloed: veto binnen de VN.
2 Politieke invloed: veel ontwikkelingshulp.
3 Politieke invloed: militair ingrijpen in veel landen.
4 Economische invloed: handelsbelemmeringen.
5 Economische invloed: hoofdkantoren van multinationals.
b Wat zegt dit over de economische invloed van de VS op
de wereld? Licht je antwoord toe. Die is heel groot. In hoofdkantoren van multinationals wordt besloten wat, hoeveel en waar er geproduceerd wordt.
Afhankelijkheid van arme landen8 a In welk werelddeel liggen de meeste echt arme landen,
die weinig economische groei laten zien? In Afrika. b Sommige arme landen zijn afhankelijk van één grondstof
of landbouwproduct. Waarom zijn deze landen extra
gevoelig voor de wereldmarktprijs van dat product? Bijv. als de prijs van dat product daalt, klapt de economie in elkaar. c Arme landen hebben een kwetsbare economie. Wat is
dat? Kruis de juiste twee antwoorden aan.
Deze landen betalen veel invoerrechten.
Deze landen exporteren vooral grondstoffen of
landbouwproducten.
Deze landen hebben geen grip op de prijs die ze voor hun
exportproduct kunnen krijgen.
d Voor wie is het makkelijker om handelsbelemmeringen
op te lossen: voor rijke of voor arme landen? Voor rijke landen, want zij hebben meer macht. Arme landen zijn daarvan afhankelijk.
Figuur 2 Invloed van de VS op de wereld.
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria
$USAID
VN hoofdkantoorNew York
3
5
14
2
513968_Module 1.indd 29513968_Module 1.indd 29 27-08-12 10:3427-08-12 10:34
30
Figuur 1 Verschillen in Nigeria.
Noord-Nigeria Zuid-NigeriaExportlandbouw Aardnoten
en katoen
Cacao, palmolie en rubber
Inkomen Armer Rijker
4 Veel ontwikkelingslanden specialiseren zich in één gewas
voor de exportlandbouw.
a Welke uitspraken horen bij exportlandbouw?
– verbouwen van één product / meer producten
– wel / niet verwerken van producten
– wel / niet specialiseren
– voedselgewassen / handelsgewassen
– landbouw wel / niet gevoelig voor prijsschommelingen op
de wereldmarkt
b In Nigeria werkt 20% / 40% / 70% van de mensen in de
landbouw. Zij verdienen minder dan 5 / 50 / 500 dollar per
dag.
Invloed van rijke landen op de landbouw5 Gebruik figuur 2 en 3.
a De VS zijn een van de grootste katoenproducenten ter
wereld. Ook voor Nigeria is katoen een exportproduct.
Beide landen hebben echter een ander landbouwbeleid.
Zet vóór elke uitspraak hieronder N (= Nigeria) of VS.
N Opbrengsten sterk afhankelijk van
weersomstandigheden.
VS Subsidie aan katoenboeren.
VS Door exportsubsidies van de overheid wordt de
katoenprijs kunstmatig laag gehouden.
N De opbrengsten van de katoen vallen tegen.
Figuur 2 Schatting van verloren inkomsten in één jaar door subsidies van de VS aan katoenboeren (in miljoenen euro’s).
Land Inkomsten export katoen
Verloren inkomsten
Benin 95 25
Ivoorkust 93 25
Mali 124 33
Nigeria 42 11
Figuur 3 Welk woord?
t Afrikaanse katoenboeren lopen inkomsten mis.
w Amerikaanse katoenboeren krijgen subsidie.
s De wereldmarktprijs wordt steeds lager.
n Er ontstaat een overschot aan katoen.
i Katoenboeren in de VS gaan meer produceren.
1 Bekijk bron 1.
a Schrijf twee argumenten op waarmee je aantoont dat
deze foto in een ontwikkelingsland is genomen. Bijv. je ziet slechts een klein graanveld, dus waarschijnlijk wordt er niet met machines gewerkt en het vervoer gebeurt met een os. b Schrijf twee verschillen op tussen de landbouw in een rijk
land en een arm land. Bijv. in rijke landen is er moderne, grootschalige landbouw met machines, in arme landen is er traditionele, kleinschalige landbouw.
Landbouw in Nigeria2 Bekijk bron 2.
a Nigeria is een groot land (bijna twintig keer
Nederland) in het werelddeel Afrika. b Zet de woorden handelsgewassen • voedingsgewassen
achter de juiste omschrijving.
– Door de vruchtbare gronden in het zuiden van het land is
Nigeria een van de grootste cacaoproducenten ter wereld.
Handelsgewassen. – Vroeger produceerde men genoeg voedsel, nu importeert
Nigeria landbouwproducten om aan de voedselzekerheid
tegemoet te komen. Voedingsgewassen. c De belangrijkste exportproducten zijn de grondstoff en
aardolie en aardgas uit de
delta. Zij leveren de overheid meer geld op dan alle
landbouwproducten samen.
3 Bekijk bron 2 en 3.
a In Nigeria worden verschillende handelsgewassen voor
de exportlandbouw verbouwd. Vul de rij ‘Exportlandbouw’
van fi guur 1 op de juiste wijze in. Kies uit: aardnoten
(pinda’s) • cacao • katoen • palmolie • rubber.
b In Nigeria is de binnenlandse ongelijkheid groot, er
bestaan grote verschillen in inkomen. Zet de woorden
armer • rijker op de goede plaats in de rij ‘Inkomen’ van
fi guur 1.
c Met welke handelsgewassen kun je waarschijnlijk het
meest verdienen? Verklaar je antwoord. Met cacao, palmolie en rubber. Dit zijn luxere producten dan aardnoten en katoen.
4 Landbouw in de VS en Nigeria
Wereld
513968_Module 1.indd 30513968_Module 1.indd 30 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
31
verandert. Door het landbouw- en handelsbeleid van rijke landen kan Nigeria zich niet goed ontwikkelen. Ontwikkelingshulp leidt wel tot beter onderwijs en betere zorg, maar brengt niet direct meer welvaart.
9 Maak onder begeleiding van je docent een
opinielijn over (een van) de volgende stellingen.
– Het is terecht dat Nigeria haar boeren beschermt met
invoerrechten.
– Amerikaanse boeren zijn oneerlijke concurrenten voor
Nigeriaanse boeren.
– De VS moeten geen ontwikkelingshulp meer aan Nigeria
geven, maar de exportsubsidies aan de Amerikaanse
boeren stoppen.
a Bedenk met één of meer klasgenoten zo veel mogelijk
argumenten vóór een van de stellingen. Bijv. juist arme boeren moeten hun producten in eigen land kunnen afzett en.
b Bedenk met elkaar zo veel mogelijk argumenten tegen
die stelling. Bijv. oneerlijke handel is voor niemand goed.
c Je docent legt uit hoe je een opinielijn maakt. Luister
goed naar die uitleg en neem daarna je plaats op de
opinielijn in.
10 In deze paragraaf staan zowel kansen als bedreigingen
voor de Nigeriaanse boer. Noteer de volgende begrippen
op de juiste plaats in figuur 4. Kies uit: dumping •
exportlandbouw • exportsubsidies • fairtrade •
invoerrechten • kwetsbare economie • multinationals •
ontwikkelingshulp. Let op: sommige begrippen kun je
twee keer invullen.
Figuur 4 Kansen en bedreigingen voor de Nigeriaanse boer.
Kansen Bedreigingen
Exportlandbouw Dumping Fairtrade Exportsubsidies Invoerrechten Invoerrechten Multinationals Kwetsbare economieOntwikkelingshulp Multinationals
b In fi guur 2 zie je hoeveel enkele West-Afrikaanse landen
(naar schatting) in één jaar minder hebben verdiend,
doordat de VS hun eigen katoenboeren gesubsidieerd
hebben. Welk land heeft absoluut de meeste inkomsten
verloren door die subsidies? Mali. c Zet de zinnen in fi guur 3 in de juiste volgorde. Welk woord
ontstaat zo? Winst.
6 a Waarom zitten multinationals met name in de
exportlandbouw in Nigeria? Zij investeren in handelsgewassen als bijv. cacao. b Waarom verwerkt en verhandelt een multinational uit
de VS bijvoorbeeld cacao liever in zijn eigen land dan in
Nigeria? In zijn eigen land is de bevolking hoger opgeleid, is er een betere basis voor verwerking en zit hij dichter bij een afzetgebied van luxeproducten. c Waarom verdienen de VS uiteindelijk veel meer aan de
cacao dan Nigeria? Grondstoff en worden door een Amerikaans bedrijf verbouwd, verwerkt en daarna verhandeld.
Toekomst7 a Bedenk een reden waarom tussen landen nog geen
volledige vrijhandel tot stand is gekomen. Elk land onderhandelt vanuit zijn eigenbelang en wil zijn eigen economie beschermen. b Uit Afrika komen veel grondstoff en zoals thee, katoen en
cacao. In Nederland kun je overal Max Havelaar-producten
kopen. Deze producten zijn een voorbeeld van fairtrade. De
koffi e van Max Havelaar wordt rechtstreeks ingekocht bij
arme boeren. Hierdoor:
– stijgen / dalen de prijzen;
– neemt de afhankelijkheid van de boeren toe / af;
– wordt de toekomst van de boeren slechter / beter.
c Naast koffi e handelt Max Havelaar bijvoorbeeld ook in
chocola, die rechtstreeks bij de boeren wordt ingekocht.
Zou jij de iets duurdere Max Havelaar-reep kopen? Bijv. ja, want dat is belangrijk voor een eerlijkere welvaartverdeling op de wereld.
8 Nigeria krijgt ontwikkelingshulp op het terrein van
onderwijs, gezondheidszorg en politiek. Leg uit waarom
deze ontwikkelingshulp minder effect heeft zolang
het landbouw- en handelsbeleid van rijke landen niet
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria
513968_Module 1.indd 31513968_Module 1.indd 31 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
32
Figuur 1 Blinde kaart van Nigeria.
Abuja
Lagos
1
2
3 Port Harcourt
4 a Maak het cirkeldiagram in figuur 3 af op basis van de
volgende cijfers: personen werkzaam in de landbouw
70%, in de industrie 10% en in diensten 20%.
b Welke conclusie kun je trekken over de welvaart in
Nigeria, op basis van fi guur 3? De welvaart is laag, want een groot deel van de bevolking werkt in de landbouw. c Bekijk bron 6. Formuleer een relatie tussen het bbp per
hoofd en de olieopbrengst. Als de olieopbrengst stijgt, stijgt het bbp per hoofd ook. d Westelijk Afrika is een van de armste gebieden van de
wereld. In Nigeria leefde in 1980 28% van de bevolking
onder de armoedegrens en in 2007 70%. De bevolking die
onder de armoedegrens leeft, neemt toe / af, dus worden
de rijken rijker / armer.
Figuur 3 De beroepsbevolking van Nigeria.
1 Bekijk bron 1.
a Welke tegenstelling zie je op de foto? Een halfnaakte jongen zwemt tussen krakkemikkige bootjes, met olieopslagtanks op de achtergrond. b Zal de jongen op de foto veel met de Nigeriaanse olie-
industrie te maken hebben? Waarschijnlijk wel, want hij woont ernaast en zal aan de natuurlijke omgeving merken dat er olie wordt geproduceerd.
2 Gebruik bron 3 en figuur 1.
a Kleur de rivier de Niger blauw in fi guur 1.
b De naam Nigeria is een samenvoeging van ‘Niger’ en
het Engelse woord ‘area’. Wat betekent de naam Nigeria?
Gebied van de Niger. Nigeria was vroeger
een Engelse / Franse kolonie.
c Welke namen horen bij de cijfers in fi guur 1?
1 Abuja. 2 Lagos. 3 Port Harcourt. d Kleur het Deltagebied blauw in de kaart.
e In welke plaats in fi guur 1 vind je de grootste oliehaven?
In Port Harcourt.
3 Bestudeer bron 2 en 4 en figuur 2. Nigeria heeft een grote
olierijkdom.
a Geef bij de laatste twee uitspraken in fi guur 2 aan of
deze over de arme Nigerianen (A) gaan of over de rijke
Nigerianen (R).
b Vergelijk bron 4 uit deze paragraaf met bron 3 uit
paragraaf 4. Welke overeenkomst zie je tussen deze twee
kaarten? In het gebied waar olie wordt gewonnen, zijn de inkomsten ook hoger.
Figuur 2 Enkele feiten over olie in Nigeria.
– In Nigeria worden 2 miljoen vaten olie per dag uit de grond
gehaald.
– De bewezen reserves zijn 35 miljard vaten.
– 80% van de winst ervan komt terecht bij 1% van de bevolking.
– R De totale winst sinds de onafhankelijkheid is 400
miljard dollar.
– A Veel mensen smokkelen olie naar de buurlanden.
5 Olie in Nigeria
Casus (gt)
landbouwindustriediensten
513968_Module 1.indd 32513968_Module 1.indd 32 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
33
8 Gebruik bron 7.
a Nigeriaanse rebellen plegen regelmatig aanvallen op
diverse doelen, vaak olietransporten. Noem twee redenen
waarom dit een vloek is voor het land.
1 Ook de eigen bevolking wordt getroff en door de gewapende aanvallen.
2 De aanvallen belemmeren de oliewinning, waardoor inkomsten terug kunnen lopen
b Je ziet in bron 7 dat het aantal aanvallen in 2010 sterk
terugliep in vergelijking met de voorgaande jaren. Wat zou
hiervoor een reden kunnen zijn? De Nigeriaanse politiek heeft strengere maatregelen getroff en of het gebied beter onder controle.
9 Het is duidelijk dat de lokale bevolking
onvoldoende van de oliewinning in Nigeria weet te
profiteren. Hoe kan deze situatie volgens jou het beste
verbeterd worden? Bespreek de onderstaande ideeën met
je klasgenoten en beargumenteer jouw keuze.
A De overheid moet buitenlandse bedrijven niet langer
toestaan en voortaan zelf de olie winnen.
B Er moet een strikte controle komen op handhaving van
strenge milieuregels om vervuiling tegen te gaan.
C Buitenlandse bedrijven moeten meer winstbelasting
betalen, zodat de Nigeriaanse overheid meer geld
ontvangt.
D De bevolking moet eisen dat corrupte leiders aftreden
en leiders kiezen die opkomen voor de belangen van het
volk.
Meerdere antwoorden zijn mogelijk. – Oplossing A vermindert waarschijnlijk het geweld. – Oplossing B gaat de milieuvervuiling tegen. – Oplossing C en D kunnen ervoor zorgen dat er meer opbrengsten naar de lokale bevolking gaan.
5 a Lees bron 2 nog eens en maak de onderstaande tekst
kloppend.
Nigeria is rijk aan olie . De overheid haalt hier
haar belangrijkste inkomsten uit, want olie wordt veel
geëxporteerd . Veel multinationals zijn
naar Nigeria gekomen om er olie te winnen.
b Zet achter elke omschrijving de juiste groep. Kies uit:
vissers • overheid • multinational.
– Ons bedrijf haalt 10% van de wereldwijde oliereserves
uit de Nigerdelta en daarom is dit gebied belangrijk voor
onze winst. Multinational. – Als de olieprijs hoog is, zijn we voor onze inkomsten
voor 70% of meer afhankelijk van de olie-opbrengsten.
Overheid. – Door de olievervuiling gaan de vissen dood en daarmee
onze belangrijkste inkomstenbron. Vissers. c Zowel onder rijke als onder arme mensen komt veel
corruptie voor. Verklaar waarom corruptie de modernisering
van de economie tegenwerkt. Iedereen wil aan elke verandering iets verdienen, waardoor bijvoorbeeld de industrie zich moeilijk ontwikkelt.
6 Gebruik bron 3 en 5.
Noem twee redenen waarom de oliewinning in Nigeria een
risicovolle onderneming is voor de natuurlijke omgeving.
Bron 3 Pijpleidingen lopen door het gebied waar mensen wonen. De kans op lekkages is groot. Bron 5 De olie wordt in een deltagebied gewonnen. Dit zijn kwetsbare natuurgebieden.
7 Bekijk bron 6.
a Maak de volgende uitspraken af door stijgen of dalen in
te vullen.
– Als de wereldeconomie groeit, zal de vraag naar olie
stijgen . De olieproductie zal stijgen en de
olieprijs zal stijgen . Voor Nigeria stijgen de
inkomsten dus en de overheidsuitgaven kunnen ook
stijgen .b Hoe kun je in bron 6 zien dat Nigeria erg afhankelijk is
van de schommelende wereldmarktprijzen van aardolie?
Het ene jaar zijn de inkomsten heel hoog, het andere jaar een stuk lager.
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria
513968_Module 1.indd 33513968_Module 1.indd 33 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
34
b Bedenk twee maatregelen die de regering van Nigeria
heeft genomen om de levensverwachting te verhogen.
Bijv. meer inentingen bij kinderen, betere toegang tot schoon drinkwater. c De regering heeft een positieve invloed op de
gezondheid. Hoe kun je dit zien in bron 5? De levensverwachting neemt toe. De gezondheidszorg zal dus verbeterd zijn.
Figuur 1 Soorten ziekten.
Er zijn verschillende soorten ziekten.Armoedeziekten: ziekten die voorkomen in arme landen. Malaria kwam vroeger ook in Nederland voor, maar met de juiste middelen werd dit bestreden. In veel landen waar malaria nog voorkomt, heeft men niet de juiste middelen.Tropische ziekten: bepaalde ziekten komen vooral voor in tropische landen, omdat een virus zich onder bepaal-de weersomstandigheden sneller verspreidt.Welvaartsziekten: veel hartkwalen hebben te maken met een te hoog cholesterol, doordat mensen te vet eten. Dit noem je welvaartsziekten.
4 Gebruik bron 1 en 2.
a Hoeveel Nigerianen hebben geen toegang tot goede
sanitaire voorzieningen en schoon drinkwater? 67% van de Nigerianen heeft geen toegang tot sanitaire voorzieningen, 40% heeft geen toegang tot schoon drinkwater. b Leg uit dat gebrekkige toegang tot sanitaire
voorzieningen en schoon drinkwater een oorzaak kan zijn
voor armoedeziekten. Besmett ingen van allerlei ziekten grijpen in zo’n situatie snel om zich heen. c De investeringen in het aanleggen van bijvoorbeeld
toiletpotten en rioleringen verdienen zichzelf terug. Leg dit
uit. Bijv. het aanleggen geeft werkgelegenheid en de gezondheid van mensen wordt beter, waardoor de productiviteit toeneemt.
1 a Maak de uitspraken goed af.
– Een land als Nigeria is wel / niet erg afhankelijk van
natuurlijke grondstoff en als olie.
– Daardoor is de bevolking wel / niet afhankelijk van de
wereldmarktprijzen.
– Nigeria kan beter meer / minder afhankelijk worden van
de olieprijzen, bijvoorbeeld door ook te investeren in de
olieverwerkende industrie.
– Daarom zal het land meer / minder moeten investeren in
onderwijs om een beter opgeleide bevolking te krijgen.
– Een goed / slecht opgeleide bevolking is beter voor een
land.
– Mensen met een hogere opleiding hebben een betere /
slechtere gezondheid door hun leefwijze.
b Deze paragraaf gaat over welvaart / welzijn.
2 Gebruik bron 1 en 2.
a Leg met behulp van bron 1 uit dat armoede, honger en
gezondheid een negatieve invloed op elkaar hebben. Bijv. doordat mensen honger hebben, zijn ze vaker ziek en produceren ze minder, waardoor ze arm zijn. b Noem kenmerken uit bron 2 die met armoede te maken
hebben, kenmerken die met gezondheid te maken hebben
en een kenmerk dat met honger te maken heeft.
Armoede: toegang tot sanitaire voorzieningen, toegang tot schoon drinkwater, aandeel bbp aan gezondheidszorg. Gezondheid: levensverwachting, zuigelingensterfte, niet-ingeënte kinderen, malaria, aids. Honger: ondergewicht. c Met welke bron uit deze paragraaf kun je laten zien dat
welvaart een grote invloed heeft op gezondheid? Licht je
antwoord toe. Met bron 3. Het armste deel van de bevolking heeft een veel hogere kindersterfte.
3 Lees figuur 1 en gebruik bron 2 en 5.
a Geef voor de VS en voor Nigeria aan wat voor soort ziekte
er het meest voorkomt.
Nigeria: veel armoedeziekten en tropische ziekten. VS: welvaartsziekten.
6 Gezondheid in Nigeria
Casus (gt)
513968_Module 1.indd 34513968_Module 1.indd 34 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
35
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria
Figuur 2 Wat zijn de oplossingen?
Korte termijn Lange termijnArmoede Verhogen invoerrechten Fairtrade Gezondheidszorg Muskietennett en Voorlichting Voedsel Noodhulp Verhogen productie
c Zoek een groepje dat het andere antwoord heeft gekozen
en probeer elkaar te overtuigen. Gebruik zo veel mogelijk
argumenten!
7 Gebruik alle bronnen in het handboek.
a In welke bronnen worden oplossingen voor een betere
gezondheidszorg gegeven? In bron 4 en bron 6. b Welke organisatie zou jij het eerste ondersteunen door
geld te geven? Bijvoorbeeld: USAID, want een multinational heeft zelf genoeg geld en met muskietennett en gaan kinderen niet dood. c Nigeria is het land met de grootste bevolking in Afrika en
deze bevolking zal de komende tijd spectaculair groeien.
Deze groei komt door daling van het geboortecijfer /
sterftecijfer en door verbetering van de
gezondheidszorg.
8 Voor Nigeria is ontwikkelingshulp voor de korte termijn
een oplossing, maar niet altijd voor de lange termijn.
a Noteer in fi guur 2 het juiste begrip op de juiste plaats.
Kies uit de volgende begrippen: muskietennetten • fairtrade
• noodhulp • verhogen invoerrechten • verhogen productie
• voorlichting.
b Bespreek klassikaal de volgende stelling: zolang
buitenlandse bedrijven olie winnen in Nigeria (paragraaf
5), moeten westerse landen Nigeria ondersteunen bij
het bestrijden van armoede, honger en ziekten. Noteer
hieronder je conclusie. Bijv. ik ben het hiermee eens, want als buitenlandse bedrijven zoveel winst maken in Nigeria mogen westerse landen ook wel wat terugdoen.
5 Gebruik bron 2 tot en met 6. Malaria is een ziekte die
vooral jonge kinderen treft. Jaarlijks sterven 300.000
Nigeriaanse kinderen aan deze ziekte.
a Bij welke inkomensgroepen is de kindersterfte het
laagst? Verklaar je antwoord. Bij de rijkste inkomensgroepen, want die hebben kennis om maatregelen te nemen en geld om middelen te kopen. b Malaria is een voorbeeld van een armoedeziekte. Welke
middelen kun je gebruiken om malaria te voorkomen?
Voorlichting geven en muskietennett en gebruiken.
6 a In Nigeria geeft de overheid bijna 5% van het bbp uit
aan gezondheidszorg. In Nederland is dit bijna 8%. Leg uit
waarom de volgende stellingen juist zijn.
– In arme landen is een verbetering van de gezondheid
eerder te koop dan in rijke landen. In arme landen is de basisgezondheid slechter. Toename van welvaart leidt sneller tot grotere verbeteringen in gezondheid.
– Het is onterecht dat Nigeria minder aan gezondheidszorg
besteedt dan Nederland. Zonder een goede gezondheid van de bevolking kan er weinig welvaart tot stand gebracht worden.
b Overleg met een of enkele klasgenoten. Als jullie
president van Nigeria zouden zijn, waar zou je dan mee
beginnen: investeren in onderwijs of in gezondheidszorg?
Bijv. in beter onderwijs, want door kennis zijn ziekten te voorkomen (bijvoorbeeld: door veilig vrijen kun je aids voorkomen).
513968_Module 1.indd 35513968_Module 1.indd 35 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
Eigen omgeving
3636
Examentrainer
2p 1 Kijk naar bron 1.
Hoe verklaar je dat zwarte Amerikanen vaker tot de arme bevolkingsgroep behoren dan
blanke Amerikanen?
1p 2 Welke uitspraak is juist?
I De VS zijn het land met het hoogste bbp ter wereld.
II In de VS is de binnenlandse ongelijkheid groter dan in Nederland.
A Uitspraak I is juist.
B Uitspraak II is juist.
C Beide uitspraken zijn juist.
D Beide uitspraken zijn onjuist.
2p 3 Op de wereld bestaan ook verschillen tussen arme en rijke landen.
a Neem de cijfers 1 en 2 over op je antwoordblad en zet de landen VS en Nigeria achter
het juiste cijfer.
b Welke begrip hoort bij de letter A?
A 1 2Landbouw 1% 70%
Industrie 22% 10%
Diensten 77% 20%
4p 4 Gebruik bron 2.
a Maak onderstaande zinnen kloppend.
In het zuiden van de VS:
– zijn de mensen armer / rijker;
– hebben de mensen een hogere / lagere koopkracht;
– werken relatief meer mensen in de landbouw / diensten;
– is het opleidingsniveau hoger / lager.
b Neem de letters a tot en met d over op je antwoordblad en vul in: hoger • lager.
In het zuiden van de VS is de zuigelingensterfte ..(a).., de levensverwachting ..(b)..,
de welvaart ..(c).. en het welzijn ..(d)...
1p 5 Gebruik bron 3.
Welke uitspraak is juist?
I Het aandeel mensen werkzaam in de landbouw is in de in de VS in de 19e eeuw sneller
gedaald dan in de 20e eeuw.
II De samenstelling van de beroepsbevolking in een arm land lijkt meer op die van de VS in
1990 dan in 1890.
A Uitspraak I is juist.
B Uitspraak II is juist.
C Beide uitspraken zijn juist.
D Beide uitspraken zijn onjuist.
7 Examentrainer
Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad.
De cursief gedrukte opgaven zijn voor gt-niveau.
513968_Module 1.indd 36513968_Module 1.indd 36 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
37
3p 6 Bron 4 gaat over honger in de wereld.
Neem de cijfers 1 tot en met 3 over op je antwoordblad en geef aan welk woord in de legenda
hoort te staan. Kies uit: kindersterfte • kwantitatieve honger • kwalitatieve honger.
1p 7 Welke uitspraak is juist?
I Naarmate de levensverwachting hoger is, is de zuigelingensterfte lager.
II De overheid in Nigeria investeert in vergelijking met Nederland weinig in onderwijs en
gezondheidszorg.
A Uitspraak I is juist.
B Uitspraak II is juist.
C Beide uitspraken zijn juist.
D Beide uitspraken zijn onjuist.
2p 8 Welke uitspraken zijn juist?
A Door specialisatie en schaalvergroting stijgt de arbeidsproductiviteit in de landbouw in de
VS.
B De VS produceert meer voedingsgewassen dan handelsgewassen.
C De exportlandbouw in rijke landen is gevoeliger voor schommelingen in de
wereldmarktprijzen dan in arme landen.
D In rijke landen komt meer kwalitatieve dan kwantitatieve honger voor.
2p 9 Gebruik bron 5.
Tussen de VS en Nigeria zijn er heel wat handelsrelaties.
Wie heeft het meeste voordeel hiervan: de VS of Nigeria? Licht je antwoord toe.
2p 10 (gt) Vul in: meer of minder.
In 2008 begon een wereldwijde crisis. De vraag naar goederen werd ..(a)... Daardoor werd de
olieprijs ..(b)... De export van aardolie werd ..(c)... De import van voedselgewassen werd ..(d)...
De kans op kwalitatieve honger werd ..(e)...
3p 11 a Neem de cijfers 1 en 2 over op je antwoordblad en zet de landen VS en Nigeria achter het juiste cijfer.
b Welk begrip hoort bij de letter A?
c Formuleer een relatie tussen deze tabel en de welvaart in een land.
A 1 2Auto’s per 1.000 inwoners 451 31
Internet per 1.000 inwoners 781 285
Telefoon per 1.000 inwoners 1.164 33
Televisies per 1.000 inwoners 938 103
2p 12 (gt) Gebruik bron 6.
Geef twee redenen waarom de bevolkingsdichtheid in het zuiden van Nigeria hoger is dan in
het noorden.
2p 13 (gt) Gebruik bron 6 en 7.
Verklaar waarom in 2009 polio vaker in het noorden van Nigeria voorkomt, ondanks de lagere
bevolkingsdichtheid in dat deel van het land.
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria
513968_Module 1.indd 37513968_Module 1.indd 37 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
38
a Bekijk in de atlas het kaartblad De aarde - ontwikkeling.
Leg een verband tussen levensomstandigheden en
kindersterfte. Hoe beter de levensomstandigheden, hoe lager de kindersterfte. b Bekijk in de atlas het kaartblad Nederland - bevolking.
Leg een verband tussen het bruto sterftecijfer en
vergrijzing. Hoe lager de vergrijzing, hoe lager het sterftecijfer.
3 Gebruik het kaartblad De aarde - landbouw en visserij.
a Rijke landen zijn landen met veel / weinig
mensen werkzaam in de landbouw en visserij. De
arbeidsproductiviteit is hoog / laag, daardoor produceren
ze veel / weinig gewassen.
b Vul steeds het juiste voedingsgewas in. De VS exporteren
tarwe naar Nigeria. De VS produceren meer
tarwe, maïs en aardappelen dan het hele
werelddeel Afrika bij elkaar.
4 Neem de kaart Verenigde Staten - bevolking voor je.
a Verklaar het verschil in spreiding tussen de hispanics en
de zwarte bevolking. Hispanics komen uit Mexico, terwijl zwarten als slaven vanuit Afrika zijn gebracht om in de landbouw te werken. b Maak de uitspraken kloppend voor gebieden met een
hoge concentratie van zwarte bevolking.
– arme / rijke gebieden
– veel / weinig landbouw
– hoge / lagere bevolkingsgroei
– bevolkingstoename / bevolkingsafname
5 Gebruik kaarten: De aarde - energie en De aarde -
industrie. Vul in: meer • minder.
De VS hebben meer aardolie en aardgas dan
Nigeria. Nigeria exporteert meer aardolie dan de
VS. De VS gebruiken meer aardolie omdat zij
meer producten verwerken dan Nigeria. In Nigeria
zijn minder industriegebieden. Ook heeft dit land
minder grondstoff en.
In deze paragraaf ga je met behulp van de atlas het
onderwerp arm en rijk in de VS en Nigeria nog eens
bekijken. Je oefent hierbij je atlasvaardigheden.
De vaardigheid ‘lokaliseren’ staat hierbij centraal.
Daarnaast oefen je de algemene aardrijkskundige
vaardigheid ‘verbanden leggen’.
1 In dit hoofdstuk stonden twee landen centraal: Nigeria en
de VS.
a Zoek de kaart De aarde - levensomstandigheden en
ontwikkeling op. In de VS zijn de levensomstandigheden
goed , in Nigeria zijn de levensomstandigheden
minder slecht. b In de landen rond de VS zijn de levensomstandigheden
goed of minder goed . In de landen
rond Nigeria zijn de levensomstandigheden slecht of minder slecht .De VS ligt in een rijker werelddeel dan Nigeria.
c Kijk naar de omschrijving bij de kaart en zet een
streep onder de woorden die bij deze kaart horen:
welvaart / welzijn / levensverwachting / geboortecijfer /
zuigelingensterfte / voedselzekerheid / gebruiksgoederen.
d Lees de tekst van fi guur 1. Bij welke van de voorgaande
vragen heb je moeten lokaliseren? Licht je antwoord toe.
Vraag a, want daar moest je de ligging van Nigeria en de VS opzoeken. En vraag b, want daar werd gevraagd naar aangrenzende landen.
Figuur 1 Wat is lokaliseren?
‘Waar is dat’ is de geografi sche vraag bij uitstek. Dit noem je
lokaliseren: het gaat dan om vragen als: waar ligt dit gebied?
Aan welke gebieden grenst het? Het gaat vooral om de
ligging van het op de kaart afgebeelde gebied.
2 Bij aardrijkskunde leg je vaak verbanden tussen
onderwerpen in gebieden. Bijvoorbeeld:
– Hoe groter het aandeel van de landbouw, hoe armer het
gebied is.
– Hoe groter de corruptie in een land, hoe groter de
binnenlandse ongelijkheid.
8 Arm e n rijk op kaarten
Eigen omgevingAtlasN
513968_Module 1.indd 38513968_Module 1.indd 38 22-08-12 11:0822-08-12 11:08
39
b Kijk goed naar de kaarten en geef aan welk gebied wordt
bedoeld.
Het gebied is dunbevolkt en 45-55% van de bevolking leeft
onder de armoedegrens. Maiduguri. De regering zetelt in dit gebied, waardoor het welvarender
is. Ook zijn de gezondheidsvoorzieningen beter geregeld.
Abuja. c Welke uitspraken zijn goed?
In Ibadan staat een olieraffi naderij, die de aardolie
verwerkt. Dit is een rijker gebied.
In het noorden is de bevolkingsdichtheid lager, de
mensen zijn armer.
In gebieden waar aardolie / gas wordt gewonnen, zijn de
inwoners armer.
d Naarmate er meer mensen in de landbouw werken is een
gebied armer. Gaat dit ook op voor Nigeria? Ja / Nee, want
in de Nigerdelta – waar olie wordt gevonden – werken veel mensen in de landbouw, maar juist daar is de welvaart hoger.
9 Neem van het kaartblad De aarde - diensten en
economische machtscentra de kaart Economische
machtscentra voor je.
a Wat is het belangrijkste economische machtcentrum op
de wereld? Tokyo. b Vul steeds een getal in. Op de kaart Economische
machtscentra staan de 30 belangrijkste machtscentra
aangegeven. De top 3 bestaat uit: 2 New York,
1 Tokyo en 3 Londen. In de VS liggen 7 machtscentra, in Afrika liggen er 0 .c Deze kaart geeft de afhankelijkheid / ongelijkheid tussen
rijke en arme landen weer.
10 Neem van het kaartblad De aarde - internationale
betrekkingen de kaart Mainports luchtverkeer voor
je. Vul de juiste getallen in. Op deze kaart staan de
30 belangrijkste luchthavens, hiervan liggen er
13 in de VS. New York vervoert 120 of
meer vervoerseenheden, net zoals Londen en Tokyo.
11 Vul op bladzijde 116 en 117 de topografie van deze
module in.
6 a Als je verbanden tussen de VS en Nigeria wilt opzoeken,
kijk je vooral naar kaarten met een groene / gele / rode /
paarse / blauwe zijkant, want dat zijn kaarten van de wereld, waar beide landen opstaan. b Blader door deze kaarten heen en kies een kaart uit die
het beste een verschil tussen deze landen weergeeft.
Kaart: Bijvoorbeeld: 120A , want in de VS werkt minder dan 10% van de mensen in de landbouw, in Nigeria 30-50%. c Blader door deze kaarten heen en kies een kaart uit die
het beste een verband tussen deze landen weergeeft.
Kaart: bijv. 120B , want vanuit de VS wordt tarwe naar Nigeria vervoerd. d Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
7 Kijk in de inhoudsopgave van de atlas.
a In de atlas is een hele bladzijde met kaarten uit Nigeria.
Deze staat op bladzijde 93. b Abuja is sinds 1991 de nieuwe hoofdstad van Nigeria.
De miljoenenstad Lagos was de oude hoofdstad. Vergelijk
beide steden. Kies steeds het juiste woord voor Abuja:
– armer / rijker
– meer / minder inwoners per gezondheidscentrum
– hogere / lagere bevolkingsdichtheid
– groter / kleiner aantal mensen met leidingwater als
voornaamste drinkwaterbron
c Waarom is het in een miljoenenstad als Lagos nóg
belangrijker om goed drinkwater te hebben dan op het
platteland? Armoedeziekten of tropische ziekten verspreiden zich snel.
8 a Makurdi is een gewest in Nigeria. Zoek dit op en
geef op grond van de kaarten een omschrijving van de
leefomstandigheden van dit gebied. Makurdi heeft een relatief goede gezondheidsvoorziening, maar 55-70% van de bevolking leeft onder de armoedegrens en minder dan 10% van de bevolking heeft toegang tot leidingwater. De bevolking leeft voornamelijk van de landbouw en visserij.
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria
513968_Module 1.indd 39513968_Module 1.indd 39 22-08-12 11:0822-08-12 11:08