Sociologie voor de praktijk 1 van 9

Hoofdstuk 2

Socialisatie

Sociologie voor de praktijk 2 van 9

Socialisatie

•‘Onnozele kinderen’, tabula rasa•Aangeleerd en aangeboren, natureen nurture

•Socialisatie: proces leren sociaal tegedragen•Socialisators, zoals ouders enonderwijzers

Sociologie voor de praktijk 3 van 9

Socialisatie

•Waarden: gedeelde opvattingen over

wat goed is, nastrevenswaardig– Abstract– Doel– Zeg-gedrag en doe-gedrag – Voorwaardelijk– Beoordelingsmaatstaf

Sociologie voor de praktijk 4 van 9

Socialisatie

•Normen: concrete gedragsregels– Afgeleid uit waarden– Groep– Do en don’t– Kunnen veranderen– 3 typen normen (die kunnen

samenvallen)• Moreel• Juridisch• Sociaal

Sociologie voor de praktijk 5 van 9

Socialisatie

•Bewust en onbewust gedrag•Niet-bewust gedrag eigen maken:internaliseren•Hospitaliseren: internaliseren én

allesvoor je geregeld, geen eigen initiatief

Sociologie voor de praktijk 6 van 9

Socialisatie

•Rol: verwachtingen bij een positie•Rollenconflict

– Intern bij één positie– Extern bij combinatie van posities– Druk vanuit de groep versus eigen

verwachtingen van de roldrager– Let op: rolverwachtingen zijn niet altijd

eenduidig + niet eenzijdig vastgesteld

Sociologie voor de praktijk 7 van 9

Socialisatie

•Institutie: gestandaardiseerd patroon

van denken en doen•Instanties ‘dragen’ instituties

– Totale instituties•Proces van institutionalisering

– o.a. wetgeving •Reïficatie: begrip los van mens

Sociologie voor de praktijk 8 van 9

Socialisatie

•Sociale controle: reacties op gedrag •Sancties: positief en negatief•Instituties met ‘macht van devanzelfsprekendheid’•Gedrag dat reacties oproept:

– Onprettig– Onduldbaar– Onwettig

Sociologie voor de praktijk 9 van 9

Socialisatie

•Handhaving door internalisering,formele en informele sancties•Waarom houden we ons over hetalgemeen aan de normen? •Rationele keuzetheorie

– We wegen de kosten en baten bij elke wijze van normhandhaving