Hoofdlezing Esther ten Brink
Transcript of Hoofdlezing Esther ten Brink
Executieve Functies
SIMEA Lunteren - 12 april 2013
Esther ten Brink
Lucertis KJP Zaandam
Stichting Gaming & Training Polsbroek
programma
1. Achtergrond Executieve Functies:
• intelligentie en IQ-score
2. Het Brein
• neuropsychologische modellen
3. Executieve Functies
• diagnostiek
• behandeling
4. Reacties & vragen
3
‘Misschien moeten we voor ‘IQ’ een andere term verzinnen. Die test is helemaal niet ontworpen
voor het meten van intelligentie, maar om vast te stellen of kinderen een achterstand hebben en aangepast onderwijs nodig hebben. Maar het is onmogelijk om die potentie te meten, want die verandert als kinderen hard werken en leren. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat alle
elementen van de intelligentie kunnen verbeteren door training‘
Stanford onderzoeker Carol Dweck, computerprogramma Brainology (in 2008
beschikbaar voor het Amerikaanse onderwijs).
IQ
4
0
2
4
6
8
10
12
14
16
%
IQ<85
SO
LVB
80 80 80 80 80 80 75
94
70
79 85
91
70
98
86
0
20
40
60
80
100
120
M C N K S
tiq
viq
piq
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
M
C
N
K
S
7
63 72 95% betrouwbaarheidsinterval
voor scores tussen 63 en 72
85 50
67%
16%
Rond 1900 baart de groei van het speciaal onderwijs, met name het
speciaal onderwijs voor kinderen met leerproblemen, alom zorg. Men
vermoedt een zekere willekeur bij leerkrachten om leerlingen als
schoolongeschikt te bestempelen. Reden waarom de Franse
onderwijsautoriteiten zich tot Binet richten met het verzoek een
instrument te ontwikkelen waarmee voortaan op meer objectieve
gronden daarover kan worden geoordeeld. De door hem en Simon
ontwikkelde test vermag echter amper aan dat doel te beantwoorden.
Volgens hen hoort dat ook niet tot de mogelijkheden. Niet alleen omdat
de intelligentiemeting slechts een momentopname zou betreffen, maar
ook omdat schools falen nog door zoveel andere zaken wordt bepaald
dan iemands mentale uitrusting. Intelligentieonderzoek is in hun ogen
dan ook slechts een onderdeel van een veel ruimere diagnostiek.
Echter, al tijdens hun leven krijgt de 'IQ-test' van Binet en Simon een
andere functie dan die hen ermee voor ogen stond. Politieke, maar ook
wetenschappelijke denkbeelden maken het IQ tot een synoniem voor
intelligentie, en verklaren het tot een nauwelijks aan verandering
onderhevige, biologisch verankerde grootheid. Ongelijkheid van
kansen, in onderwijs en maatschappij, lijken er een rechtvaardiging in
te vinden.
Klassieke opvatting van het intelligentie-
onderzoek:
-testen van min of meer stabiele ‘abilities’
-testresultaat geeft aan hoeveel van een talent
iemand bezit
Moderne opvatting:
- gericht op veranderbare componenten (bijv.
het gebruik van mentale strategieën kan de
functionele geheugencapaciteit vergroten)
-40
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
50
tiq_v
viq_v
piq_v
Algemene intelligentie
verbaal non-verbaal
woordenschat geheugen redeneren ruimtelijk
begrip kwantitatief perceptie
test test test test test test test
Algemene processen
Domeinspecifieke
processen
Taak
specifiek
proces
Domeinspecifieke
processen
Domeinspecifieke
processen
Taak
specifiek
proces
Taak
specifiek
proces
Taak
specifiek
proces
Taak
specifiek
proces
Taak
specifiek
proces
Psychologie van de intelligentie • Galton, 1883
• Gedragspsychologie
• Toegepaste psychologie (selectie)
Cognitieve psychologie • Miller (rond 1955)
• Sternberg (jaren ’70)
• Shallice (jaren ’90)
• Schumann-Hengsteler (Ed.): ‘Young children’s
cognitieve development’ (2005)
LVB-specifieke
kenmerken:
bijkomende
problematiek:
komen tot
uiting in:
BEPERKT
SOCIAAL
AANPASSINGS-
VERMOGEN
(SAV)
(o.a. IQ 63 – 72)
+
Leerproblemen
Psychiatrische stoornis
Medisch-organische
problemen
Problemen in gezin en
sociale context
Ernstige
gedrags-
problemen
en leiden tot: chroniciteit / langdurige behoefte aan ondersteuning
Breed spectrum aan hogere-orde
cognitieve processen en emotie- en
gedragsregulerende processen.
zelfbewustzijn, initiatief-nemen, plannen & organiseren,
probleemoplossende vaardigheden, impulscontrole, flexibel
kunnen reageren op veranderende omgevingseisen,…
(Hunter & Donders, 2007)
Executieve functies (EF)
GENETIC & NEUROBIOLOGICAL
SUBSTRATE
AROUSAL & ATTENTIONAL
PROBLEMS
EMOTION-REGULATION PROBLEMS
COGN. [EF]-PROBLEMS
• Inhibition • Flexibility • Working Memory
MENTAL SCHEMATA
(‘social self’)
ADHD SYMPTOMS (DSM-IV-TR)
Pre- en perinatal risk factors Psychosocial risk factors
(family – school - society)
ENVIRONMENTAL DEMANDS
TRANSACTIONAL DEVELOPMENTAL MODEL ADHD
PARENT MANAGEMENT
TRAINING
COGNITIVE BEHAV.
THERAPY
EF-TRAINING
SOCIAL SKILLS
TRAINING
MEDICATION
stimulus actie
archi
neo
paleo
cognities
emoties
arousal reflexen
Van Cranenburgh, 1998
automatische processen
gecontrolleerde processen
(EF!)
Hiërarchisch ontwikkelingsmodel van hersenfuncties
opvoedingsfactoren
kindfactoren
gedrag van het kind
omgevingsfactoren
ouderfactoren
Uit: Ten Brink, E.L. (2003). Pubers met ADHD. Een oudertrainingsprogramma. Lisse: Swets & Zeitlinger
Het vier-factoren verklaringsmodel van gedrag
Hersengebieden, verbindingsbanen en EF
3
1 & 2
4
• fronto-parietale systeem: • basale aandachtsregulatie (waakzaamheid; vigilantie)
• dorsolaterale fronto-striatale systeem: • Inhibitie, Werkgeheugen, Flexibiliteit
• het ‘koude’ of het ‘WAT?’-netwerk
• ventrale fronto-striatale systeem: • verwerken van beloningsinformatie
• het ‘warme’ of ‘WAAROM?’-netwerk
• fronto-cerebellaire system: • timing en ‘vloeïendheid’ van denken en handelen.
• het ‘WANNEER?’-netwerk
Hersengebieden, verbindingsbanen en EF
•Miyake: • Inhibitie
• Werkgeheugen
• Flexibiliteit
•McCloskey: • 23 executive capacities
•Diamond: • 6 executive capacities
•Barkey: • 8 executive capacities
EF: definities en operationalisaties te over!
Kernvaardigheden:
• Inhibitie • Selective or focused attention
• Self-control
• Discipline: accounts for more than twice the variation in school
success than IQ
• Werkgeheugen • informatie vasthouden om er vervolgens mentaal iets me te kunnen
doen
• creativiteit
• Flexibiliteit
• ‘outside the box’ kunnen denken
EF-vaardigheden Adele Diamond
Hogere-orde vaardigheden:
• Problem solving
• Reasoning
• Planning
Adele Diamond
EF-vaardigheden
Executieve Functies (EF)
Zelfregulatie (ZR)
Sociale Adaptatief Vermogen (SAV)
Sociale intelligentie (SI)
EF=ZR=SAV=SI
Russell Barkley
van instinctmatige handelingen in reactie op de omgeving tot bewust
overdachte handelingen waarbij het uitstellen van het directe
handelen de gelegenheid biedt om toekomstige situaties in te kunnen
beelden het reageren op deze situaties te mentaliseren om aldus tot
weloverdachte keuzes te komen, die uiteindelijk in daadwerkelijk
handelen worden omgezet. Dit zou zich ontwikkelen van direct aan
de persoon gekoppelde handelingen, waarvan deze zich steeds meer
bewust is (bijv. de aandacht voor de omgeving verinnerlijkt zich tot
aandacht voor de eigen persoon [vgl. Vygotsky's verinnerlijking van
de spraak tot 'inner speech'], waardoor zelfbewustzijn zich kan
ontwikkelen) tot uiteindelijk handelingen die ten dienste staan van
de samenleving (sociale en culturele handelingen).
Barkley’s concept
van het uitdijende (‘extended’) fenotype
• spatial en temporal capacity: • de vaardigheid om minder afhankelijk te worden van de directe hier-en-nu
omgeving door toekomstige situaties en situaties die niet alleen de directe
omgeving van de persoon betreffen, te kunnen verbeelden [WERKGEHEUGEN]
– DE ‘TIJDMACHINE’)
• motivational capacity: • de vaardigheid toekomstige situaties niet alleen te verbeelden maar ook te
'waarderen' ('hot' appraisal of the future tegenover de 'cold' cognitieve appraisal
met de vorige vaardigheden) [EMOTIONELE EN MOTIVATIONELE
ASPECTEN]
• inhibitory capacity:
• de vaardigheid handelingen uit te kunnen stellen (INHIBITIE]
• conceptual/abstract capacity: • van enkelvoudige zelf-instructies als 'stop-denk-doe' tot morele regels [TAAL]
• behavioral-structural capacity: • van enkelvoudige handelingen tot complex strategisch gedrag
• social capacity: • de toenemende invloed van sociale netwerken op het persoonlijk handelen
• cultural capacity: • de toenemende invloed van de cultuur (hedendaags en historisch) op het handelen.
Het gaat hierbij niet alleen om het passief opnemen van culturele invloeden en morele
normen en waarden maar ook om het actief deelnemen aan en beïnvloeden van de
culturele omgeving
Zichzelf Aankleden
vereist goed Executief Functioneren
1. Onthouden wat het doel is (WG)
2. Stappen naar doel bedenken en opslaan (WG)
3. Opgeslagen stappen in juiste volgorde zetten en veranderen indien nodig (WG)
4. Opgeslagen stappen blijven onthouden en uitvoeren tot doel is bereikt (WG)
5. Tijdig impuls om op afleiding te reageren onderdrukken en doorgaan (INH)
6. Als toch afgeleid, dan weer teruggaan naar doelgericht gedrag (CF).
Consequenties voor de diagnostiek (en behandeling):
van intelligentieonderzoek
naar intelligent onderzoek
Adaptief Leervermogen Test (ALT)
verworven kennis
Cystallized intelligentie
Verworven kennis factor
(Bannatyne; Wechsler)
Informatie-Woordkennis (WISC-III; 6-17 jaar)*
Aandacht
•AVL (ADHD VragenLijst; 4-18 jaar)
Volgehouden aandacht
Gerichte aandacht
Verdeelde aandacht
Symbolen Vergelijken (WISC-III; 6-17 jaar)
Overeenkomstige Getallen (CAS12; 4-18 jaar)
Selectieve aandacht (CAS; 4-18 jaar)
Communicatieve
vaardigheden /
informatieverwerking
•CCC-2 (Children’s Communication Checklist; 4-15
jaar)
Taalbegrip Woordbetekenis (RAKIT-2; 4/11 jaar)
Woordenlijst GIT-2 (v.a. 12 jaar)
Taalproductie Woordkennis (WISC-III; 6-17 jaar)
Begrijpen (WISC-III; 6-17 jaar)
Sequentiële / Successieve informatieverwerking Cijferreeksen voorwaarts (WISC-III; 6-17 jaar)
Woordreeksen nazeggen (CAS; 5-18 jaar)
Onzinnen nazeggen (CAS; 5-18 jaar)
Simultane informatieverwerking Onvolledige Tekeningen (WISC-III; 6-17 jaar)*
Ontbrekende Figuren (CAS; 4-18 jaar)
Matrix Redeneren (WNV; 4-21 jaar)
Fluid intelligentie
Conceptuele vaardigheden: probleemoplossende
vaardigheden en zelfcontrole (executieve functies),
sociale cognities
•BRIEF (Behavior Rating Inventory of Executive
Function 5-18 jaar)
•BDEF-CA (Barkley’s Deficits in Executive
Functioning Scale – Children and Adolescents 6-18
jaar)
Inhibitie; emotieregulatie; werkgeheugen; etc. (EF) Coderen (CAS; 4-18 jaar)
Cijferreeksen WNV; 4-21 jaar)
Ruimtelijke Oriëntatie (WNV; 4-21 jaar)
Sociale Informatie Verwerking Vertelplaat (RAKIT-2; 4/11 jaar)
Sociale Interpretatie Test (v.a. 12 jaar)
TOM / Perspectiefneem-taken
SIVT (i.o.)
BEHANDELING
Behandeling
• (psycho-)educatie
• compensatie
• training
• aanpassing
• toetsing diagnostische
bevindingen (procesdiagnostiek)
“It’s through labour that we learn…
And it is through collaboration with others that our
cognitive development occurs”
(Vygotsky)
"Het verschil tussen goed spelen en slecht spelen is zo klein.
Het belangrijkste: hard werken.“ (Cruijff, 1979)
Toptalenten conservatorium
(toekomstige solisten)
bleken 6000 uur meer geoefend te hebben dan de matige talenten
(toekomstige muziekdocenten).
Deliberate practice:
Erickson, Krampe & Tesch-Römer (1993). The role of deliberate practice
in the acquisition of expert performance. Psychological Review, 100, 363-406.
Psychoeducatie: EF
• Trainen van emotionele controle
• Trainen van inhibitie
• Trainen van flexibiliteit
• Geheugentraining
• Trainen van planning
(Cuyle; Nagliery & Pickering; McCloskey, Perkins & Van Divner; ten Brink)
Behandeling specifieke EF-componenten
• Training gericht op lees- en spellingsproblemen
• Training gericht op schrijfproblemen
• Training gericht op rekenproblemen
• Training gericht op het doen van een toets /
proefwerk / examen / test
Behandeling specifieke leerproblemen
(Nagliery & Pickering; McCloskey, Perkins & Van Divner)
Braingame Brian
Pier Prins, Bas Dovis & Hilde Geurts Universiteit van Amsterdam
Esther ten Brink & Albert Ponsioen Lucertis Zaandam / Velsen
Saskia van der Oord Universiteit Leuven
Harold de Groot Shosho Amsterdam
ADHD
Executive function problems
Inhibition
Working memory
Motivational problems
Less sensitive for reinforcement (reward &
punishment)
Repetitive exercises (training!) = “Boring!”
Dovis, van der Oord, Wiers en Prins
(Journal of Abnormal Child Psychology, 2012)
4,5
5
5,5
6
6,5
7
7,5
Feedback only Gaming
Controls ADHD
Reinforcement condition
Me
an
WM
se
qu
en
ce
le
ng
th
(higher is better)
Motivation & ADHD
Braingame Brian Spelwereld en EF-trainingstaken
• Er zijn in totaal 25 sessies van elk 45 minuten (=18.75 uur).
• 3 EFs worden getraind: WG, Inhibitie en Cognitieve Flexibiliteit. (=12.5u)
• Trainingstaken onderdeel van één spelwereld i.p.v. een aantal minigames
• Elke sessie bestaat uit 30 min. training: 2 trainingsblokken van 3 EF-taken van elk ongeveer 15 min.; In elke sessie heeft kind tijd om spelwereld te verkennen.
• Hoofdpersoon is Brian met zijn robot die door verschillende werelden lopen.
• Om opdrachten te kunnen voltooien moet Brian EF-trainingsarbeid verrichten
• Spelwereld begint in een dorp en breidt zich uit naar andere spelwerelden waartoe Brian toegang krijgt als hij de EF-training goed doorloopt;
• Elk voltooid blok van 3 EF-taken resulteert in een verandering in de spelwereld: problemen worden opgelost mbv door Brian bedachte machines, die zichtbaar worden na elke EF-training
• Hoe verder in het spel hoe meer personages verschijnen in de spelwereld en hoe blijer ze worden
• Individueel trainingsniveau past zich aan aan prestatieniveau van kind.
CONTACT
Stichting Gaming & Training
Damweg 220
3415 RG Polsbroek
Utrecht
www.gamingandtraining.nl