Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

44
RESULTATEN LEVV-NL ENQUÊTE Gebruik en toekomstig gebruik van Licht Elektrische Vracht Voertuigen in Nederland Urban Technology / Faculteit Techniek 2017 Uitgevoerd door: In opdracht van:

Transcript of Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

Page 1: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

RESULTATEN LEVV-NL ENQUÊTE Gebruik en toekomstig gebruik van Licht Elektrische Vracht Voertuigen in Nederland Urban Technology / Faculteit Techniek 2017

Uitgevoerd door:

In opdracht van:

Page 2: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

RESULTATEN LEVV-NL ENQUÊTE Gebruik en toekomstig gebruik van Licht Elektrische Vracht Voertuigen in Nederland PROJECTTEAM Susanne Balm – Hogeschool van Amsterdam Ruben Stam – Hogeschool van Amsterdam Bas Hendriksen – Loendersloot Groep Jos Sluijsmans – Fietsdiensten.nl AFDELING Urban Technology / Faculteit Techniek DATUM 6 april 2017 OPDRACHTGEVER Connekt VERSIE 2.0

© 2016 Copyright Hogeschool Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door print-outs, kopieën, of op welke manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hogeschool Amsterdam.

1

Page 3: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

Samenvatting

Deze rapportage presenteert de resultaten van een enquête onder Nederlandse producenten, verkopers en gebruikers van lichte elektrische vrachtvoertuigen (LEVV). Een LEVV wordt gedefinieerd als een voertuig met een elektrische aandrijving of trapondersteuning en met een maximaal laadvermogen van 750 kilogram. Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de huidige productie en toepassing van LEVVs, de verwachte groei en de ervaringen met LEVVs. Deze kennis is van belang om beleidsmakers en de voertuigindustrie te informeren over de ontwikkeling van LEVVs. In totaal hebben 71 respondenten minimaal de introductievragen beantwoord. Hiervan zijn 13 verkopers, 9 ontwikkelaars/producenten en 49 gebruikers van LEVVs. Afhankelijk van de manier waarop het bedrijf met LEVVs werkt, werden vragen wel/niet getoond. 46 respondenten hebben de vragenlijst tot en met de laatste vraag ingevuld. Er is vanaf 2011 een forse groei in het aantal bedrijven dat met LEVVs werkt. Ook het werk dat gemiddeld per LEVV uitgevoerd wordt, stijgt hard. Overwegend kleine bedrijven werken met LEVVs. De inzet van LEVVs is zeer divers. Zowel in termen van levering, locatie als opdrachtgever. Het varieert van pakketbezorging bij woningen, levensmiddelen aan horeca, onderhoudsdiensten aan kantoren en vervoer van kinderen voor de opvang. Redenen dat organisaties met LEVVs werken, zijn voornamelijk milieubewustzijn, het imago of wens om voorop te lopen. Kostenreductie wordt niet vaak genoemd als reden. Het aanbod van (geschikte) voertuigen is de belangrijkste factor die verdere ontwikkeling van LEVVs in de weg staat. Het gaat vooral om 1) laadcapaciteit in gewicht, 2) de actieradius en het laden van de accu 3) de mogelijkheid tot koeling en 4) het onderhoud aan de voertuigen. Daarnaast staan infrastructurele aspecten de ontwikkeling in de weg, met name een gebrek aan laadinfrastructuur, te krappe fietspaden en onzekerheid over de plek op de weg. Overigens ziet bijna de helft (45 procent) van de LEVV-gebruikers geen reden om niet verder te groeien met LEVVs. Circa de helft van de bedrijven die LEVVs inzetten voor goederenvervoer werkt samen met (andere) logistiek dienstverleners. Ook werkt de helft met (eigen) cityhubs en wordt de ontwikkeling van cityhubs genoemd al kans voor toekomstige inzet van LEVVs. Uitdagingen in de samenwerking met logistiek dienstverleners zijn hoofdzakelijk digitale uitwisseling van gegevens, grootte/gewicht van goederen en efficiënte overslag. Onder de respondenten zijn circa 20 verschillende merken LEVVs in gebruik, gemiddeld 6 per bedrijf. Een exacte verwachting voor het aantal LEVVs in 2020 kan op basis van de respons niet gegeven worden, maar uit de individuele groeiverwachtingen spreekt een groot vertrouwen in de toekomst. Uit de response van producenten blijkt wel dat er onzekerheid bestaat over het keuringsproces van voertuigen. Dit is naast de benodigde voertuigtechnische en infrastructurele ontwikkelingen een aandachtspunt. Subsidies spelen voor huidige gebruikers (de koplopers) van LEVVs nauwelijks een rol in hun beweegredenen of doorgroeimogelijkheden. Echter zullen directe financiële baten en prikkels nodig zijn om LEVVs een aantrekkelijk vervoersmiddel te maken voor de “achterblijvers”. Strengere regelgeving ten aanzien van verbrandingsmotoren en de realisatie van milieuzones lijken, tot die tijd, de grootste kansen voor grootschalige inzet van LEVVs.

2

Page 4: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

Inhoudsopgave

1. Inleiding 5 2. Algemene vragen 7 2.1 Wat is de wettelijke status van uw bedrijf? .................................................................... 8 2.2 Hoeveel werknemers heeft uw bedrijf? .......................................................................... 8 2.3 In welk jaar is uw bedrijf gestart? ................................................................................... 9 2.4 In welk jaar is uw bedrijf gestart met het gebruiken, ontwikkelen of verkopen van

LEVVs? .......................................................................................................................... 9 2.5 Waarvoor gebruikt uw organisatie LEVVs hoofdzakelijk? ........................................... 10 3. Diensten en stromen 11 3.1 Wat vervoert u met LEVVs? ........................................................................................ 12 3.2 In opdracht van wie vervoert of werkt u met LEVVs? .................................................. 12 3.3 Op welke locaties bezorgt/werkt u met LEVVs? .......................................................... 13 3.4 Op welke dagen werkt uw bedrijf met LEVVs? ............................................................ 13 3.5 Op welke dagdelen werkt uw bedrijf met LEVVs? ....................................................... 14 3.6 Kunt u voor de onderstaande elementen aangeven welk percentage van uw

leveringen / inzamelingen met LEVVs zij omvatten? ................................................... 14 3.7 Hoeveel items/pakketten/colli vervoert u gemiddeld per werkdag met LEVVs? En hoe

was dit 12 maanden geleden? ..................................................................................... 15 3.8 Op hoeveel verschillende adressen komt uw organisatie gemiddeld per werkdag met

LEVVs? En hoe was dit 12 maanden geleden? .......................................................... 15 3.9 Hoeveel procent van uw leveringen kunt u bij de eerste poging succesvol bij de klant

afleveren? En hoe was dit 12 maanden geleden? ...................................................... 16 3.10 Hoeveel kilometer rijdt u gemiddeld per werkdag per LEVV? ..................................... 16 4. Samenwerking 17 4.1 Werkt u samen met (andere) logistiek dienstverleners? .............................................. 18 4.2 Wat zijn de meest voorkomende uitdagingen die u in uw samenwerking met andere

logistiek dienstverleners tegenkomt? ........................................................................... 18 4.3 Maakt u gebruikt van een lockersysteem/pakketkluis wanneer het niet mogelijk is om

goederen af te leveren? ............................................................................................... 19 4.4 Werkt uw bedrijf in (sommige) steden met cityhubs? .................................................. 19 5. Voertuigen / LEVVs 20 5.1 Welk type LEVVs heeft u momenteel in gebruik? ........................................................ 22 5.2 Hoeveel LEVVs gebruikt uw bedrijf in totaal? .............................................................. 22 5.3 Wat is/zijn de belangrijkste reden(en) geweest voor de inzet van LEVVs? ................. 23 5.4 Wat zijn de voornaamste problemen met de LEVVs die u momenteel gebruikt? ........ 23 5.5 Wat zijn de voornaamste problemen die u met uw LEVVs ervaart in de openbare

ruimte? ......................................................................................................................... 24 5.6 Hoe laadt u de batterij van uw LEVV op? .................................................................... 24 5.7 Waar en wanneer laadt u de batterij van uw LEVV op? .............................................. 25 5.8 Zou u geinteresseerd zijn in deel-LEVVs? ................................................................... 25 5.9 Maakt uw bedrijf gebruik van aanhangers voor LEVVs? ............................................. 26

3

Page 5: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

5.10 Zou u met uw LEVVs legaal gebruik willen maken van laad- en losplekken? ............. 26 5.11 Wat zijn voor u de belangrijkste redenen om niet verder te groeiten met LEVVs? ..... 27 6. Personeel 28 6.1 Hoeveel personeelsleden zijn betrokken bij de activiteiten met LEVVs? En hoe was dit

12 maanden geleden? (1) ............................................................................................ 29 6.2 Hoeveel personeelsleden zijn betrokken bij de activiteiten met LEVVs? En hoe was dit

12 maanden geleden? (2) ............................................................................................ 29 6.3 Krijgt het personeel training voor het werken met LEVVs? ......................................... 30 7. Toekomst / ontwikkeling 31 7.1 Welke kansen ziet u in de toekomst voor de inzet van LEVVs? .................................. 32 7.2 Wordt uw bedrijf gesubsidieerd door bijvoorbeeld de gemeente, provincie, EU? ....... 32 7.3 Wordt uw bedrijf gesponsord? ..................................................................................... 33 7.4 Voert u reclame op uw LEVVs? ................................................................................... 33 7.5 Hoe is het voeren van reclame tot stand gekomen? ................................................... 34 7.6 Welke factoren staan de ontwikkeling van uw bedrijf met LEVVs in de weg? ............. 34 7.7 De lawaaierige pizzabrommers verdwijnen steeds meer uit het straatbeeld, ze worden

vervangen door elektrische scooters, e-bikes en gewone fietsen. Verwacht u voor andere vormen van (goederen) vervoer een vergelijkbare, overstap naar elektrisch materieel? .................................................................................................................... 35

8. Ontwikkeling voertuigen 36 8.1 Is voor uw LEVV(‘s) een Europese typegoedkeuring nodig? ...................................... 37 8.2 Heeft u uw voertuig laten keuren? ............................................................................... 37 8.3 Hoe lang heeft het geduurd voordat uw voertuig goedgekeurd werd (periode na de

eerst aanvraag tot succesvolle keuring)? .................................................................... 38 8.4 Reageer op de stelling: ‘’Het is duidelijk wat van mijn organisatie verwacht wordt in het

keuringsproces’’. .......................................................................................................... 38 9. Geografische gegevens 39 9.1 Is uw bedrijf ook buiten Nederland actief? ................................................................... 40 9.2 In welke provincies is uw bedrijf actief? ....................................................................... 40 10. Conclusies en aanbevelingen 41 11. Bijlage 43 11.1 Bijlage 1 – Vragen per vraaggroep .............................................................................. 43

4

Page 6: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017.

Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren.

De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

5

Page 7: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

Verspreiding en respons enquête De vragen zijn ingevoerd in een enquêtemodule van de HvA. De survey kon ingevuld worden tussen 1 november 2016 en 8 januari 2017. Respondenten zijn geworven door de relevante contacten van LEVV-LOGIC en het International Cargo Bike Festival rechtstreeks te benaderen. Daarnaast is er bekendheid aan het onderzoek gegeven via de LEVV-LOGIC-nieuwsbrief, de twitteraccounts van Loendersloot Groep, Jos Sluijsmans, Bas Hendriksen en Susanne Balm, diverse LinkedIn-groepen, websites en via de netwerken van Connekt en Fietskoeriers.nl. De enquête is 110 keer geopend, 71 respondenten hebben minimaal de introductievragen beantwoord en 46 respondenten hebben de vragenlijst volledig ingevuld. Gelet op de vijf verschillende doelgroepen en de daarop afgestemde vragenlijsten, zijn niet alle vragen door voldoende respondenten ingevuld om een volledig representatief beeld op te leveren. Daarnaast is het vaststellen van de representativiteit complex omdat de volledige populatie van het onderzoek niet bekend is. Dit komt doordat:

1. Niet alle LEVVs worden geregistreerd (niet alle voertuigen zijn kentekenplichting) 2. Van geregistreerde lichte elektrische voertuigen is niet bekend of deze voor het vervoer van

goederen worden ingezet. 3. De registratie van voertuigen loopt enige tijd achter op de productie en verkoop ervan.

We hebben er desondanks voor gekozen alle vragen en de respons in het rapport op te nemen.

Het team De opdracht is door Connekt aan een samenwerkingsverband van drie partijen gegund: de Hogeschool van Amsterdam, Fietsdiensten.nl en Loendersloot Groep. Loendersloot Groep treedt op als opdrachtnemer en penvoerder. Namens Loendersloot groep zijn Bas Hendriksen en Patricia van Wachtendonk betrokken bij het onderzoek. Bas Hendriksen treedt op als projectleider, Patricia van Wachtendonk heeft diverse deelopdrachten uitgevoerd, met name rond de opzet van de enquête. Helaas heeft Patricia van Wachtendonk de Loendersloot Groep gedurende het onderzoek verlaten, waardoor bij het schrijven van de eindrapportage geen gebruik gemaakt kon worden van haar diensten. Jos Sluijsmans is vanuit Fietsdiensten.nl betrokken bij het onderzoek. Hij heeft zijn expertise en netwerk vanuit het International Cargo Bike Festival ingebracht, dat hij jaarlijks in Nijmegen organiseert. Susanne Balm en Ruben Stam zijn vanuit de Hogeschool van Amsterdam bij het onderzoek betrokken. Susanne Balm treedt voor het werk binnen de HvA op als projectcoördinator en begeleid Ruben Stam, de onderzoeker die de analyse van de onderzoeksdata verzorgt.

Definitie LEVV Binnen het project wordt een licht elektrisch vrachtvoertuig (LEVV) gefedinieerd als een voertuig met elektrische aandrijving of elektrische trapondersteuning, in omvang kleiner dan een bestelbus en met een laadcapaciteit van maximaal 750 kilogram. Figuur 1 laat drie voorbeelden zien.

Figuur 1 v.l.n.r.: Bron: Urban Arrow, Stint, Goupil

6

Page 8: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

2. Algemene vragen

De eerste zes vragen van de enquête zijn bedoeld om een beeld te krijgen van de respondenten. Welke bedrijfsvorm wordt gehanteerd, wanneer zijn ze opgericht en hoeveel werknemers zijn er in dienst? Op basis van vraag 2.5 (‘waarvoor gebruikt u uw LEVVs hoofdzakelijk?’) worden de respondenten onderverdeeld in subgroepen, die elk een andere set vragen toebedeeld hebben gekregen. Ongeveer de helft van de respondenten (37) voert een Besloten Vennootschap, een kwart van de respondenten (17) is ZZP’er of heeft een eenmanszaak. Alle verkopers en producenten van LEVVs bevinden zich in deze twee subgroepen. Het laatste kwart is verdeeld over de overige organisatievormen. Zie § 2.1. Vrijwel de helft van de respondenten geeft aan minder dan 10 medewerkers in dienst te hebben, terwijl 75 procent minder dan 50 medewerkers telt. Respondenten die LEVVs gebruiken komen voor in elke organisatiegrootte, terwijl respondenten die LEVVs verkopen maximaal 50 medewerkers hebben. Zie §2.2. Bijna de helft (28 van de 61) van de bedrijven zijn opgericht in of na het jaar 2010. Zestien bedrijven zijn opgericht voor het jaar 2000, waarvan 5 zelfs voor het jaar 1900. Dat betekent niet dat ze ook allemaal sinds de oprichting met LEVVss werken: op één bedrijf na (reeds in 1954 gestart) is iedereen pas na het jaar 2000 gestart met het gebruik, de productie of verkoop van LEVVs, 29 respondenten zelfs pas na 2013. De belangstelling voor en de inzet van LEVVs is de afgelopen jaren fors toegenomen. Zie §2.3 en 2.4. 48 procent van de 71 respondenten gebruikt zijn LEVVs voor het vervoer van goederen, terwijl 31 procent betrokken is bij de productie of verkoop van LEVVs. Het overige deel wordt ingezet voor vervoer van personen of voor service- en onderhoudswerkzaamheden. Zie §2.5.

Figuur 2 Gebruik van LEVV voor onderhoudswerkzaamheden (Bron: CityServiceBike (links), Fietsschilder)

7

Page 9: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

2.1 Wat is de wettelijke status van uw bedrijf?

1 1 1

15 4 4 6 8

1

5 3 1 3 5

1

2 1

1

3

1

1

1

3

17

37

Andere

Vereniging

Naamloze vennootschap

Coöperatie

Vennootschap onder firma

Eenmanszaak / ZZP'er

Besloten vennootschap

0 10 20 30

n = 63

2.2 Hoeveel werknemers heeft uw bedrijf?

3

12

2

6

5

1

5

56

2

6

6

12111

3

3

8

20

17

5 5

1

6

0

5

10

15

20

1

2−9

10−

49

50−

99

100−

249

250−

500

Mee

r da

n50

0

n = 62

8

Page 10: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

2.3 In welk jaar is uw bedrijf gestart?

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

2

1

2

1

1

1

1

1

1 1

1

1 1

1

1

2 2

1

1

3

2

2

1

1

1

1

1

2

4

1

1

21 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

2

1

2

3

2

1

2

1

3

2

4

5 5

4

6

2

0

1

2

3

4

5

618

74

1878

1883

1887

1890

1923

1938

1968

1969

1978

1979

1987

1988

1989

1994

1996

2000

2001

2002

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

n = 61

2.4 In welk jaar is uw bedrijf gestart met het gebruiken, ontwikkelenof verkopen van LEVVs?

1 1 1 1 111

11

11

211

1111

5

3

111

3

5

11

3

8

1

2

2

1 1 1 1

3

2 2 2 2

4

8

6

10

13

0

5

10

1954

2000

2003

2005

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

n = 56

9

Page 11: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

2.5 Waarvoor gebruikt uw organisatie LEVVs hoofdzakelijk?

34

9

6

9

13

Voor service enonderhoudswerkzaamheden

Voor het vervoer vanpersonen (evenementen, ov,

kinderdagverblijf)

Wij ontwikkelen / producerenLEVVs

Wij verkopen LEVVs

Voor het leveren vangoederen (bevoorrading,

koeriersdiensten)

n = 71

10

Page 12: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

3. Diensten en stromen

In dit onderdeel zijn respondenten gevraagd naar de inzet van de voertuigen in termen van type goederen/personen, opdrachtgever, locaties, momenten, stops en kilometers. De vragen zijn gesteld aan gebruikers van LEVVs. In bijlage 1 ziet u per vraag specifiek aan wie deze gesteld is en hoeveel de vraag beantwoord hebben.

Wat, voor wie en waar LEVVs zijn breed inzetbare voertuigen, zowel wat betreft hetgeen vervoerd wordt, in opdracht van wie als de locatie waar bezorgd/gewerkt wordt. De top 3 goederen die bezorgd worden zijn: 1) pakketten 2) levensmiddelen 3) post. Bezorging van kleding/linnengoed gebeurt onder de respondenten het minst. Onder de groep “anders” werden nog 5 verschillende antwoorden gegeven namelijk drukwerk, energiemeters, medicatie, afval en hobbyproducten (spelen/koken). Zie § 3.1. Bedrijven zijn het vaakst opdrachtgever van het vervoer met LEVV, maar dit ontloopt niet veel met consumenten, publieke instellingen of het vervoeren van eigen opdrachten/producten. Kantoorgebouwen, woningen, winkels, onderwijsinstellingen en horeca zijn de meest genoemde plekken waar geleverd/gewerkt wordt met LEVVs. Er wordt het minst gewerkt in de openbare ruimte (evenementen, buitenverkoop van producten of onderhoudswerk). Zie § 3.2 en 3.3. LEVVs worden hoofdzakelijk ingezet voor binnenstedelijke leveringen. Dit betekent dat zowel de herkomst als bestemming van de zending in de stad ligt. Het merendeel geeft zelfs aan dat dit 100 procent van de activiteiten met LEVVs betreft. Een klein aantal geeft aan ook (inter)nationale zendingen met LEVVs te bezorgen. Zie § 3.6.

Aantal pakketten, adressen, kilometers Het gemiddeld aantal items/pakketten/colli dat een bedrijf per werkdag vervoert met LEVVs, steeg tussen 2015 en 2016 van 29 naar 99. Deze grote stijging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een uitschieter van 800 pakketten per dag in 2016. Wanneer we deze respondent uit de analyse laten, is het gemiddelde van afgelopen jaar 58. Eenzelfde trend zien we voor het aantal adressen waar per werkdag met LEVVs geleverd wordt. Het gemiddelde steeg meer dan 100 procent van 15 naar 33. Zie § 3.7 en 3.8. De helft van de respondenten rijdt gemiddeld maximaal 20 kilometer per werkdag per LEVV. En 75 procent van de respondenten rijdt dagelijks 40 kilometer of minder. Gemiddeld wordt er per voertuig 29 kilometer per LEVV per werkdag gereden, hier zit een uitschieter van 130 kilometer bij. Wanneer we deze respondent uitsluiten van de analyse, is het gemiddelde in 2016 25 kilometer per voertuig per dag. Het aantal leveringen dat in 2016 bij de eerste poging succesvol wordt afgeleverd ligt onder de respondenten gemiddeld op 92 procent. Zie § 3.9 en 3.10.

11

Page 13: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

3.1 Wat vervoert u met LEVVs?

3

9

5

15

4

11

15

1

12

1

1

4 8

2

1

6

5

5

9

10

11

13

14

15

16

Anders

Kleding en/oflinnengoed

Kant enklaarmaaltijden

Onderhoudsmaterialenen/of gereedschap

Overige verseproducten

Personen/Scholieren

Post

Levensmiddelen

Pakketten

0 5 10 15

n = 40

3.2 In opdracht van wie vervoert of werkt u met LEVVs?

3

16

9

7

8

2

2

5

4

1

2

2

2

2

7

11

13

14

20

Anders

Publiekeinstellingen

Eigen producten

Consumenten

Bedrijven

0 5 10 15 20

n = 40

12

Page 14: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

3.3 Op welke locaties bezorgt/werkt u met LEVVs?

10

18

2 3

19

15

18

19

11

1

2

3

1

3

6

2

2

3

1

2

1

2

2

1

1

2

1

2

8

14

15

21

22

22

23

24

Anders

In de openbareruimte

Fabrieksgebouwen

Zorginstellingen

Winkels

Horeca

Onderwijsinstellingen,BSO

Woningen

Kantoorgebouwen

0 5 10 15 20 25

n = 39

3.4 Op welke dagen werkt uw bedrijf met LEVVs?

1

24

13

3

1

8

3

3

1

5

1

1

3

7

17

37

Dit wisselt sterk

Zondag

Zaterdag

Maandag t/m vrijdag

0 10 20 30

n = 39

13

Page 15: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

3.5 Op welke dagdelen werkt uw bedrijf met LEVVs?

15

1

6

21

3

1

2

9

1

5

2

9

18

35

's Nachts

Flexibel

's Avonds

Overdag

0 10 20 30

n = 40

3.6 Kunt u voor de onderstaande elementen aangevenwelk percen-tage van uw leveringen / inzamelingenmet LEVVs zij omvatten?

● ●

●●

●● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Mean = 81

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

● ●

● ●

Mean = 8

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

● ● ●

● ●●

Mean = 5

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●●

Mean = 6

Inzamelingen Anders

Binnenstedelijk (Inter)nationale zendingen

5 10 15 5 10 15

0

25

50

75

100

0

25

50

75

100

Per

cent

age

n = 18

14

Page 16: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

3.7 Hoeveel items/pakketten/colli vervoert u gemiddeld per werk-dag met LEVVs? En hoe was dit 12 maanden geleden?

● ● ● ● ● ● ● ●

●● ●

● ●

Mean = 29 ● ●

●●

● ● ● ●

●● ●

● ● ●

Mean = 58

Najaar_2015 Najaar_2016

5 10 15 5 10 15

0

50

100

150

200

item

s/pa

kket

ten/

colli

n = 18, waarde van 800 bij najaar 2016 verwijderd

3.8 Op hoeveel verschillende adressen komt uw organisatie gemid-deld per werkdag met LEVVs? En hoe was dit 12 maanden ge-leden?

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●● ● ● ●

● ● ●●

Mean = 15 ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●● ● ● ●

● ●●

●●

Mean = 33

Najaar_2015 Najaar_2016

0 10 20 0 10 20

0

100

200

300

Adr

esse

n

n = 27

15

Page 17: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

3.9 Hoeveel procent van uw leveringen kunt u bij de eerste pogingsuccesvol bij de klant afleveren? En hoe was dit 12 maandengeleden?

● ●● ●

● ● ● ● ● ● ●

Mean = 93

● ●

● ● ●

● ● ●● ● ●

● ● ● ● ● ● ●

Mean = 92

Najaar_2015 Najaar_2016

5 10 15 5 10 15

0

25

50

75

100

Per

cent

age

n = 18

3.10 Hoeveel kilometer rijdt u gemiddeld per werkdag per LEVV?

● ●● ● ●

● ● ● ●● ●

● ● ● ●●

● ●●

● ●●

● ● ●

● ●

Mean = 290

50

100

150

0 10 20

Kilo

met

er

n = 28

16

Page 18: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

4. Samenwerking

De vier vragen in dit onderdeel zijn alleen gesteld aan de partijen die LEVVs inzetten voor het leveren van goederen. Achteraf gezien hadden deze vragen ook voorgelegd kunnen worden aan de partijen die LEVVs inzetten voor de service en onderhoudswerkzaamheden.

Bijna de helft van de respondenten in deze vraaggroep geeft aan dat zij samenwerken met (andere) logistieke dienstverleners. De uitdagingen die respondenten ervaren in de samenwerking met andere logistiek dienstverleners zijn divers. Digitale uitwisseling van gegevens, het tijdefficiënt overladen van goederen, de grootte van de goederen en het gewicht van de goederen zijn de meest genoemde uitdagingen. Deze worden door 25 tot 30 procent van de respondenten genoemd. Fluctuerende hoeveelheid goederen en tijdsverlies als gevolg van drukte op de weg worden door 20 procent van de respondenten genoemd. Het afleveren van goederen lijkt voor weinigen een uitdaging. Het merendeel van de respondenten geeft aan geen gebruik te maken van een lockersysteem/pakketkluis. Zie § 4.1 tot en met 4.3. Meer dan de helft van de respondenten geeft aan dat zij zelf een cityhub vormen (11) en/of samen werken met een cityhub van een andere partij (4). Circa 20 procent geeft aan dat een cityhub geen toevoegde waarde heeft voor de organisatie waarin ze werken. Zie § 4.4.

Figuur 3 Logistiek dienstverleners werken met LEVVs vanaf city hubs (Bron: PostNL (links) en DHL)

17

Page 19: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

4.1 Werkt u samen met (andere) logistiek dienstverleners?

8

8

2Geen antwoord

Ja

Nee

n = 18

4.2 Wat zijn demeest voorkomende uitdagingen die u in uw samen-werking met andere logistiek dienstverleners tegenkomt?

7

5

7

6

2

2

4

5

3

7

5Niet van toepassing

Beschadigde goederen

Afleveren van de goederen

Factureren van geleverdediensten aan de opdrachtgever

Afrekenen bij aflevering vangoederen

Tijdsverlies als gevolg vandrukte op de weg

Fluctuerende hoeveelheidgoederen

Gewicht van de goederen

Het tijdsefficient overladenvan goederen

Grootte van de goederen

Digitale uitwisseling vangegevens

n = 18

18

Page 20: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

4.3 Maakt u gebruik van een lockersysteem/pakketkluis wanneerhet niet mogelijk is om goederen af te leveren?

2

3

17Nee

Ja, een inpandig lockersysteem(bijvoorbeeld in winkel)

Ja, een losstaandlockersysteem

n = 20

4.4 Werkt uw bedrijf in (sommige) steden met cityhubs?

11

4

5

5Nee, cityhubs hebben voor mijgeen toegevoegde waarde

Nee, maar ik zou er graag meegaan werken

Ja, met een cityhub van eenandere partij

Ja, wij vormen zelf eencityhub

n = 20

19

Page 21: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

5. Voertuigen / LEVVs

In het volgende onderdeel is gevraagd naar de redenen voor gebruik, problemen die ervaren worden en naar de praktische kant van de inzet van LEVVs, zoals het opladen van de batterij en aanhangers. De vragen zijn gesteld aan gebruikers van LEVVs.

Omvang wagenpark Gebruikers van LEVVs zijn gevraagd naar het totaal aantal LEVVs dat zij gebruiken en het aantal andere voertuigen dat zij in bezit hebben. Gemiddeld heeft een gebruiker 6 LEVVs in gebruik (koop/lease). Het hoogst genoemde aantal is 27. Zie §5.2. Bedrijven die de vragenlijst hebben ingevuld gebruiken LEVVs van circa 20 verschillende merken. De genoemde merken zijn: Goupil, Batavus, Zbee, Bullit, Tolkamp Metaalspecials, Cyclus Maximus, Urban Arrow, City Cruiser, Radkutsche, Vrachtfiets, De Redding Bakfiets, Velove, Riese&Muller, Fietsfabriek, Bakfiets.nl, WorkCycles en Stromer. De helft van de LEVV-gebruikers gebruikt ook fietsen zonder trapondersteuning, varierend van 1 tot 500 stuks. De gebruikers hebben over het algemeen, naast LEVVs, een klein gemotoriseerd wagenpark: 65 procent gebruikt maximaal 3 andere gemotoriseerde voertuigen, zoals personen-, bestel en vrachtauto’s. Circa 20 procent van de LEVV-gebruikers heeft meer dan 100 andere gemotoriseerde voertuigen in de bedrijfsvoering.

Samenstelling en verwachte groei wagenpark Het meest gebruikte LEVV onder de respondenten is de e-bakfiets. Hiervan zijn er onder de respondenten momenteel 115 in gebruik, 10 in bestelling en naar verwachting zullen er in 2020 bij de respondenten 430 in gebruik zijn. Dit is een verwachte groei van 274 procent. Bij de respondenten zijn er 35 elektrische fietsen in gebruik en naar verwachting zullen dat er 46 zijn in 2020, een verwachte groei van 31 procent. De deelnemende bedrijven hebben 17 andere/onbekende fietsen (waarvan 5 met kenteken) in bezit en 6 in bestelling. In 2020 naar dit er naar verwachting 75 zijn. Een verwachte stijging van maar liefst 340 procent. In totaal zijn er 8 bijzonder bromfietsen in gebruik en dat zullen er in 2020 volgens opgave bij de respondenten 21 zijn, een verwachte groei van 160 procent. Er zijn 3 klein vierwiellige voertuigen met een maximum snelheid van 45 km/uur in gebruik en dat worden er 7 in 2020, oftewel een verwachte verdubbeling. Tenslotte geven de respondenten aan dat er in 2020 naar verwachting 10 e-scooters (zowel met een maximum snelheid van 25km/uur als 45km/uur) op drie wielen bestemd voor vrachtvervoer ingezet zullen worden en 10 kleine vierwielige voertuigen met een maximumsnelheid van 90 km/u. Gezien de aanzienlijke groeiverwachtingen bij de respondenten, kunnen we aannemen dat ze een groot vertrouwen in de toekomst hebben. Echter, zoals eerder aangegeven, zijn de aantallen LEVVs en e-bakfietsen die de respondenten aangeven onvoldoende om een totaalbeeld te scheten van het toekomstige gebruik in Nederland. Om die reden laten hebben we enkel de response geanalsyeerd (zie §5.1).

Redenen voor inzet De grootste drijfveren voor de inzet van LEVVs zijn momenteel: milieubewustzijn, imago/ beeldvorming en de behoefte om voorop te lopen. Als vierde drijfveer volgt parkeermogelijkheden en daarna het besparen van kosten (in gebruik). Zie §5.3. Onder de “anders” antwoorden wordt drie keer genoemd dat het sneller kunnen rijden in de stad een reden is voor de inzet van LEVVs. Respondenten formuleerden dit als volgt:

20

Page 22: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

• “Drukte in binnensteden”; • “Betere toegankelijkheid / kortere stoptijd in binnenstad”; • “Sneller vervoer in de stad”.

Tijdwinst is overigens ook (in)direct een besparing in personeelskosten.

Problemen De problemen die respondenten ervaren zijn erg divers. Zie §5.4. De laadcapaciteit in gewicht wordt het meeste genoemd (9 keer genoemd). Opvallend zijn de drie problemen die daarop volgen. Deze hebben namelijk allemaal te maken met de energievoorziening van de voertuigen: • Tijdsduur om batterij op te laden (8 keer genoemd); • Actieradius (7 keer genoemd); • Beschikbaarheid infrastructuur (7 keer genoemd).

De beperking van koelen/vriezen wordt door zes respondenten genoemd als een van de voornaamste problemen. Laadcapaciteit in m3 (vijf keer genoemd) lijkt onder de respondenten een minder groot probleem dan laadcapaciteit in gewicht. Een probleem dat niet opgenomen was in de meerkeuzeantwoorden betreft onderhoud. H et valt op dat zes respondenten onderhoud noemen bij “anders”, waaronder:

• “Erg veel onderhoud”; • “Alles gaat kapot en slechte batterijen”; • “Technisch niet uitontwikkeld, daardoor onbetrouwbaar”.

Een duidelijk probleem dat respondenten in de openbare ruimte ervaren met LEVVs is dat de fietspaden te smal zijn. Zie § 5.6. Ook wordt een te hoge/lage snelheid van het overige verkeer relatief vaak genoemd.

Praktische zaken Batterijen worden voornamelijk aan het stopcontact opgeladen, buiten levertijden en op het eigen terrein. Daarnaast zijn er een aantal respondenten die de batterij verwisselen. Opladen aan een (snel)laadpaal, in de openbare ruimte, of via zonnecellen komt nog nauwelijks voor. Zie §5.6 en 5.7. De interesse in deel-LEVVs en het gebruik van aanhangers beperkt zich tot respectievelijk 30 en 40 procent van de respondenten. Een merendeel geeft aan interesse te hebben in het gebruik van laad- en losplekken. Zie §5.8 en 5.9.

Groeiverwachting 13 van de 29 respondenten (45 procent) ziet geen reden om de inzet van LEVVs niet verder te laten groeien. 55 procent ziet wel bezwaren, de antwoorden werden verdeeld over maar liefst negen antwoordmogelijkheden. De hoogst scorende antwoorden waren de beperkte groeiverwachting van het bedrijf en onvoldoende laadvermogen van LEVVs, elk 5 maal genoemd. De partijen die LEVVs inzetten voor het leveren van goederen kwamen overigens bij elk antwoord voor in de groep respondenten, wat aangeeft dat deze groep de LEVVs intensief gebruikt en zodoende regelmatig aanloopt tegen de beperkingen van zowel het vervoermiddel zelf als van de ruimtelijke inrichting . Zie §5.11.

21

Page 23: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

5.1 Welk type LEVVs heeft u momenteel in gebruik?

Type voertuig

E−bakfiets

Huidig aantal

Elektrische fiets

Momenteel in bestelling

Bijzondere bromfiets

Naar verwachting in 2020 in gebruik

Klein vierwielig voertuig max 45 km/u

Waarvan met kenteken

Speed pedelec

E−bromfiets op drie wielen bestemd voor vrachtvervoer

E−Motor driewieler

E−Motorfiets met laag vermogen

E−scooter max 25km/u

E−scooter max 45km/u

Klein vierwielig voertuig max 90 km/u

Anders / onbekend

115

35

8

3

1

0

0

0

0

0

0

17

10

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

6

430

46

21

7

0

0

0

0

10

10

10

75

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

5

5.2 Hoeveel LEVVs gebruikt uw bedrijf in totaal?

●● ● ● ● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ●●

● ●

● ●

Mean = 5● ●

● ● ● ●

● ●

Mean = 6

Koop Totaal

0 5 10 15 20 0 5 10 15 20

0

10

20

30

Aan

tal

n = 23

22

Page 24: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

5.3 Wat is/zijn de belangrijkste reden(en) geweest voor de inzet vanLEVVs?

2

3

14

4

23

9

7

7

14

15

1

7

4

1

3

3

4

5

1

1

11

7

23

2

1

35

1

1

2

1

1

82

12

44

55

77

810

1218

2226

Anders

Niet van toepassing

Subsidiemogelijkheden

Korte levertijd (bij dealer)

Kostenbesparing (bij aanschaf)

Vervangen oude voertuigen

Kleine draaicirkel

Actieradius

Laadcapaciteit (in gewicht)

Regelgeving (bijvoorbeeld t.a.v. milieuzones)

Laadcapaciteit (in m2)

Kostenbesparing (in gebruik)

Parkeermogelijkheden

Modern / behoefte om voorop te lopen

Imago / beeldvorming

Milieubewustzijn

0 5 10 15 20 25

n = 31

5.4 Wat zijn de voornaamste problemen met de LEVVs die u mo-menteel gebruikt?

5

6

4

6

5

5

1

2

4

1

6

2

3

2

2

1

1

1

1

1

1

1

2

2

1

1

10

5

2

3

5

5

6

7

7

8

9

Anders

Niet van toepassing

Niet mogen parkeren op laad− enlosplekken

Te grote draaicirkel

Plek in de openbare ruimte nogonduidelijk

Laadcapaciteit (in m3)

Koelen/vriezen beperkt mogelijk

Beschikbaarheid laadinfrastructuur

Actieradius

Tijdsduur opladen batterij

Laadcapaciteit (in gewicht)

0 2 4 6 8 10

n = 30

Een probleem dat niet opgenomen was in de meerkeuzeantwoorden betreft onderhoud. Ach-teraf onterecht, want het valt op dat zes respondenten onderhoud noemen bij “anders”.

23

Page 25: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

5.5 Wat zijn de voornaamste problemen die umet uw LEVVs ervaartin de openbare ruimte?

3

4

3

1

5

10

2

1

2

1

3

5

1

2

1

1

5

7

2

2

2

5

6

16

Anders

Niet van toepassing

Te weinig laad en losgelegenheid

Te smalle wegen

Te krappe parkeervakken

Te lage snelheid van ander verkeerop de weg

Te hoge snelheid van ander verkeerop de weg

Te smalle fietspaden

0 5 10 15

n = 27

5.6 Hoe laadt u de batterij van uw LEVV op?

13

2

1

1

7

7

1

2

5

2

1

2

2

11

25

Voertuig heeft zonnecellen

Bij een snellaadstation

Bij een laadpaal

We verwisselen de batterij

Aan het stopcontact

0 5 10 15 20 25

n = 28

24

Page 26: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

5.7 Waar en wanneer laadt u de batterij van uw LEVV op?

1

13

1

6

1

3

6

1

2

1

4

1

1

1

1

2

3

9

23

Anders

Tussen leveringen door in deopenbare ruimte

Tussen leveringen door bij de klant

Overdag met behulp van zonnecellen

Tussen leveringen door op ons eigenterrein

Overdag met vervangende batterij

Buiten levertijden op ons eigenterrein

0 5 10 15 20

n = 27

5.8 Zou u geinteresseerd zijn in deel-LEVVs?

7

6

2

3

1

5 14

10

Nee

Ja

0 5 10

n = 24

25

Page 27: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

5.9 Maakt uw bedrijf gebruik van aanhangers voor LEVVs?

6

8 7

2

3 18

8

Nee

Ja

0 5 10 15

n = 24

5.10 Zou u met uw LEVVs legaal gebruik willen maken van laad- enlosplekken?

11

1

2

4 4 9

13

Nee

Ja

0 5 10

n = 24

26

Page 28: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

5.11 Wat zijn voor u de belangrijkste redenen om niet verder tegroeien met LEVVs?

2

3

1

2

3

1

7

2

3

3

2

1

2

3

1

1

1

3

2

4

13

1

1

2

3

3

3

3

5

5

Anders

Niet van toepassing

Klanten vragen niet naar LEVV

Geen gebruik mogen maken vanofficiële laad− en losplekken

Regelgeving

Onvoldoende actieradius

Nog geen cityhub aanwezig

Geen of onvoldoende kostenvoordeel

Beperkte mogelijkheden voor koel/vriestransport

Onvoldoende laadvermogen

Geen groeiverwachting van hetbedrijf

0 5 10

n = 29

27

Page 29: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

6. Personeel

In dit deel van de enquête is aan de respondenten gevraagd hoeveel personeelsleden er werken met LEVVs, of deze mensen parttime of fulltime in dienst zijn. Ook is gevraagd naar de ontwikkeling hierin van 2015 op 2016. Tot slot is gevraagd of het personeel een training heeft gekregen in het werken met een LEVV. Het aantal personeelsleden dat fulltime of parttime betrokken is bij LEVVs is in een jaar tijd substantieel toegenomen van gemiddeld 4,9 in 2015 naar gemiddeld 6,7 in 2016. Bij de ZZP’ers / zelfstandigen is een opmerkelijke switch gemaakt van meer parttime-banen in 2015 naar meer fulltime-banen in 2016. Zie § 6.1 en 6.2. Twee derde van de respondenten geeft aan hun medewerkers te trainen in de omgang met een LEVV. De training bestaat voornamelijk uit praktische rijlessen in het verkeer, ook worden specifieke trainingen voor het laden en lossen (3 maal), de omgang met de accu (2 maal) en onderhoud (1 maal) genoemd. Zie § 6.3.

Figuur 4 Bedrijven van meer dan 100 jaar oud integreren LEVVs in hun bedrijfsvoering

(Bron: Deudekom (links), ANWB)

28

Page 30: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

6.1 Hoeveel personeelsleden zijn betrokken bij de activiteiten metLEVVs? En hoe was dit 12 maanden geleden? (1)

●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●

Mean = 7

●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●

Mean = 3

●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●

Mean = 8

●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●

Mean = 5

Part_Time_2015 Part_Time_2016

Full_Time_2015 Full_Time_2016

0 10 20 30 40 0 10 20 30 40

0

50

100

150

0

50

100

150

Per

sone

elsl

eden

n = 42

6.2 Hoeveel personeelsleden zijn betrokken bij de activiteiten metLEVVs? En hoe was dit 12 maanden geleden? (2)

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

● ● ●

Mean = 0

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

● ●

● ●

● ●

Mean = 1

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

● ● ● ●

● ●

Mean = 1

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

● ● ●

● ●

Mean = 1

Zelfstandigen_Part_Time_2015 Zelfstandigen_Part_Time_2016

Zelfstandigen_Full_Time_2015 Zelfstandigen_Full_Time_2016

0 5 10 15 20 25 0 5 10 15 20 25

0.0

2.5

5.0

7.5

10.0

0.0

2.5

5.0

7.5

10.0

Per

sone

elsl

eden

n = 42

29

Page 31: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

6.3 Krijgt het personeel training voor het werken met LEVVs?

2

12

4

7 1

4 8

2

20

Nee

Ja, na verloop van tijd

Ja, voorafgaand aan het werk

0 5 10 15 20

n = 28

30

Page 32: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

7. Toekomst / ontwikkeling

In dit onderdeel van de enquête is aan de ontwikkelaars en producenten (hieronder samengevoegd als: producenten) en verkopers van LEVV gevraagd naar aantallen geproduceerde/verkochte producten, naar het aantal werknemers en naar hun verwachtingen voor de toekomst voor wat betreft aantallen LEVV. De vragenlijst is door acht producenten ingevuld en door zeven ondernemers die de vragenlijst als verkopers ingevuld hebben. De bedrijven verschillen in omvang van 1 fte tot 18 fte. Daarbij zijn twee bedrijven met 2 fte, een met 4, een met 7, een met 11 en een met 14 fte. Veel producenten zijn terughoudend in het verstrekken van gegevens over de aantallen geproduceerde en verkochte LEVV. Vier producenten geven in het geheel geen aantallen geproduceerde of verkochte LEVV. Bij de zeven producenten die wel gegevens verstrekken ontstaat een zere divers beeld: de antwoorden lopen uiteen van 1 tot maar liefst 1500 verkochte exemplaren. In het buitenland gaat het om 100 verkochte LEVV verdeeld over 3 producenten. De producenten van LEVV geven geen prognoses af over de verwachte verkopen in de toekomst. Door 28 respondenten werden maar liefst 90 antwoorden gegeven op de vraag welke kansen er gezien worden voor de inzet van LEVVs, oftewel meer dan 3 antwoorden per respondent. Bijna de helft van deze antwoorden zien in strengere milieueisen een katalysator van het LEVV-gebruik. Maar liefst drie kwart van de respondenten verwacht veel van strengere regelgeving ten aan zien van verbrandingsmotoren, een vergelijkbare groep verwacht dat er meer milieuzones ingesteld zullen worden. Ongeveer een kwart verwacht veel van de technische ontwikkeling van de LEVV zelf en de helft van de respondenten verwachten veel van de ontwikkeling van cityhubs. Zie § 7.1. De meeste bedrijven (77 procent) worden niet gesubsidieerd. Van de zes bedrijven die wel gesubsidieerd worden, gebeurt dat viermaal door gemeente, tweemaal door een provincie en eenmaal door de staat. Een bedrijf wordt door zowel gemeente als provincie gesubsidieerd. Slechts 1 bedrijf wordt gesponsord, de overige 26 niet (96 procent). De meerderheid van de LEVV-gebruikers voert reclame voor het eigen bedrijf, een enkele alleen voor één of meerdere andere bedrijven. Van de 6 bedrijven die geen reclame voeren, geeft de helft aan er open voor te staan. Zie § 7.2 tot en met § 7.5. Slechts 6 respondenten zien geen factoren die de ontwikkeling van hun bedrijf met LEVVs in de weg staan. De overige 22 respondenten zien gemiddeld twee factoren, waarbij de helft de beperkingen en/of tekortkomingen van LEVVs als belangrijke factor ziet in de ontwikkeling van het bedrijf. De factoren aanbod van geschikt personeel, infrastructurele beperkingen, beperkte financiële ruimte en het gebrek aan stimulans vanuit de klant(en) worden vijfmaal of meer genoemd. Zie § 7.6.

Figuur 5 De Stint wordt geproduceerd voor verschillende toepassingen (Bron: Heijmans (links), Stint)

31

Page 33: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

7.1 Welke kansen ziet u in de toekomst voor de inzet van LEVVs?

2

11

7

3

14

11

13

1

5

3

1

3

2

4

1

1

2

2

4

4

4

11

15

16

19

21

Anders

Bezorgen op centrale punten (zoalslockers) i.p.v. aan huis

Betere onderlinge samenwerking inde sector

Ontwikkeling van city hubs

Betere batterijen, grotereactieradius van LEVV...s

De realisatie van milieuzones inmeer gebieden

Strengere regelgeving t.a.v.verbrandingsmotoren

0 5 10 15 20

n = 28

7.2 Wordt uwbedrijf gesubsidieerd door bijvoorbeeld de gemeente,provincie, EU?

3

1

13

1

1

6

1

1

1

4

2

23

1

2

4

Anders

Nee

Ja, door Nederlandse overheid

Ja, door provincie

Ja, door gemeente

0 5 10 15 20

n = 29

32

Page 34: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

7.3 Wordt uw bedrijf gesponsord?

1

14 7 5 26

1

Nee

Ja

0 5 10 15 20 25

n = 27

7.4 Voert u reclame op uw LEVVs?

4

11

1

1

3

5

2

1

2

5

1 3

3

3

6

21

Nee, ben ik ook niet van plan.

Nee, maar sta ik wel voor open.

Ja, voor meerdere bedrijven.

Ja, voor een ander bedrijf.

Ja, voor het eigen bedrijf.

0 5 10 15 20

n = 29

33

Page 35: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

7.5 Hoe is het voeren van reclame tot stand gekomen?

1

3

2

1

2

1 3

3

4

Het is onderdeel van desponsorovereenkomst /

subsidieregeling.

Ik ben benaderd door deadverteerder(s) of tussenpersoon.

Ik heb de adverteerder(s) zelfbenaderd.

0 1 2 3 4

n = 7

7.6 Welke factoren staan de ontwikkeling van uw bedrijf met LEVVsin de weg?

1

2

3

2

4

1

3

1

4

2

7

1

1

3

2

1

3

2

1

2

3

1

1

1

1

3

1

2

3

6

2

2

4

4

4

5

5

5

7

12

Anders

Geen

Afwijzende publieke houding t.o.v.elektrisch vrachtvervoer

Geen tijd/budget voor marketing

Regelgeving is nog niet voldoendeingericht op LEVV...s

Organisatieproblemen

Geen ondersteuning van (lokale)overheid

Gebrek aan stimulans vanuit klanten

Tekort aan geschikt personeel

Infrastructurele beperkingen

Beperkte financiële ruimte

Tekortkomingen / beperkingen aan deLEVV...s

0 2 4 6 8 10 12

n = 28

34

Page 36: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

7.7 De lawaaierige pizzabrommers verdwijnen steeds meer uit hetstraatbeeld, ze worden vervangen door elektrische scooters, e-bikes en gewone fietsen. Verwacht u voor andere vormen van(goederen) vervoer een vergelijkbare, overstap naar elektrischmaterieel?

3

9

1

1

4

1

3

1

1

4

16

Nee

Ja na 2025

Ja in 5 a 10 jaar

Ja, binnen 5 jaar

0 5 10 15

n = 20

35

Page 37: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

8. Ontwikkeling voertuigen

De vragen in dit deel zijn voorgelegd aan de producenten van LEVV. Onder de respondenten zijn slechts 8 producenten, zodoende kunnen er aan de resultaten geen harde conclusies verbonden worden.

Twee van de acht bedrijven geven aan dat typegoedkeuring voor hun LEVV vereist is; vier dat de een typegoedkeuring niet vereist is. Drie voertuigen zijn gekeurd door de RDW; twee bij een andere Europese keuringsdienst. Bij één voertuig duurde de goedkeuring 0,5 tot 1 jaar, bij één andere 1 tot 1,5 jaar en bij twee voertuigen 1,5 tot 2 jaar. Zie § 8.1 tot en met 8.3.

Voor drie van de respondenten was het niet duidelijk wat van de organisatie verwacht werd tijdens het keuringsproces. Zie § 8.4. De respondenten plaatsten hierover de volgende opmerkingen:

Naast de ontwikkelaars en producenten van LEVV hebben ook zeven verkopers de vragenlijst ingevuld. Van de zeven ondernemers in de verkoop van LEVV die de vragenlijst hebben ingevuld verstrekken er vijf daadwerkelijk aantallen over hun verkopen en vier daarvan ook gegevens over hun verwachtingen voor 2020. De respons is niet toereikend om een algemeen verwachtingsbeeld te schetsen.

Uit de individuele antwoorden van de respondenten valt op te maken dat met name de verkopers die de eerste verkopen gerealiseerd hebben in 2016 hoge verwachtingen hebben voor de verkopen in 2020. Verkopers die al resultaten hebben tot en met 2015, zijn voorzichtiger in hun verwachtingen voor 2020.

“Bij de vraag over goedkeuring is geen ruimte voor toelating tot het verkeer als bijzondere bromfiets of aangewezen bromfiets (destijds). De minister stuurde je dan naar de SWOV en RDW. De minister van I en M verleende ook toelating, niet de RDW.”

“Tussen keuringseisen en de keurmeester te veel onduidelijkheid. Ook eisen die er gesteld zouden moeten worden, worden niet gesteld, vinden wij.”

“ Ruimte voor innovatie, niet te strakke regels met betrekking tot gewicht, snelheid en vermogen.”

“Door ervaring met keuringsinstanties is het nogal een verhaal aan het worden; een paar punten: 1. keur alleen op omschreven regels. 2. keur niet op of met willekeur of humeur van keurmeester. 3. Keur niet op regels die niet omschreven staan (gebeurt echt) 4. laat de ondernemer in zijn waarde. 5. neerbuigend gedrag keurmeester naar ondernemer vermijden. 6. betrek de ondernemer volledig in het keurproces.”

36

Page 38: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

8.1 Is voor uw LEVV(s) een Europese typegoedkeuring nodig?

2

4 4

2

Nee

Ja

0 1 2 3 4

n = 6

8.2 Heeft u uw voertuig(en) laten keuren?

3

2

3

3Niet van toepassing

Nee

Ja, bij een andere Europesekeuringsinstantie

Ja, bij het RDW

n = 8

37

Page 39: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

8.3 Hoe lang heeft het geduurd voordat uw voertuig goedgekeurdwerd (periode na de eerste aanvraag tot succesvolle keuring)?

4

2

1

1

Niet van toepassing

1,5 ... 2 jaar

1 ... 1,5 jaar

0,5 ... 1 jaar

n = 8

8.4 Reageer op de stelling: ”Het is duidelijk wat van mijn organisa-tie verwacht wordt in het keuringsproces”.

3

1

1

1

Niet duidelijk

Neutraal

Duidelijk

Volledig duidelijk

n = 8

38

Page 40: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

9. Geografische gegevens

In dit deel is aan alle respondenten gevraagd in welke landen, provincies en steden zij actief zijn. Het merendeel, namelijk 57 procent van de respondenten, is alleen actief in Nederland, 43 procent ook daarbuiten en dan met name in de direct omliggende landen België, Frankrijk, Engeland en Duitsland (zie § 9.1). De meeste bedrijven zijn actief in de Randstad-provincies, terwijl in Drenthe, Zeeland en Friesland de minste bedrijven actief zijn (zie § 9.2). De steden waarin de bedrijven actief zijn, zijn hiermee in lijn: Amsterdam wordt het meest genoemd (11 maal), gevolgd door Rotterdam, Utrecht (elk 7 maal), Den Haag (6 maal), Nijmegen (4 maal), Arnhem en Amersfoort (elk 3 maal). Bij de topnotering van Amsterdam kan sprake zijn van een bias, aangezien de Hogeschool van Amsterdam hier gevestigd is en dit gevolgen kan hebben voor het netwerk en het bereik van de enquête. Hetzelfde geldt – in mindere mate – voor Nijmegen, waar de Loendersloot Groep en Fietsdiensten.nl gevestigd zijn.

39

Page 41: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

1. Inleiding

1.1 Aanleinding en opdracht De Hogeschool van Amsterdam was in 2016 betrokken bij de European Cycle Logistics Survey 2016 (ECLS), een Engelstalige vragenlijst die op initiatief van de European Cycle Logistics Federation (ECLF) uitgezet was onder logistieke bedrijven in heel Europa die gebruik maken van (vracht)fietsen. Doel van het onderzoek was het verzamelen en presenteren van gegevens om beleidsmakers te overtuigen van het nut van fietslogistiek in de stedelijke omgeving. Daarnaast moeten ook ontwerpers en producenten verder overtuigd worden van het belang van goedgemaakte (elektrische) vrachtfietsen, hetgeen kan gebeuren door aan te tonen dat er een groeimarkt aanwezig is voor deze producten. De deelname vanuit de Nederlandse fietslogistieke bedrijven aan deze enquête was vrij laag; slechts elf bedrijven namen deel. Een samenwerkingsverband van Fietsdiensten.nl, Loendersloot Groep en de Hogeschool van Amsterdam hebben daarom het initiatief genomen om een vervolgonderzoek uit te voeren, gericht op bedrijven die actief zijn in Nederland. In aansluiting op het LEVV-LOGIC onderzoek is de vragenlijst ook gericht op bedrijven die in hun bedrijfsvoering gebruik maken van lichte elektrische vrachtvoertuigen. Aan Connekt is een projectvoorstel voorgelegd om dit onderzoek te financieren. De opdracht voor het vervolgonderzoek LEVV-NL is door Connekt op 1 augustus gegund aan een consortium van Fietsdiensten.nl, Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Loendersloot Groep. Het onderzoek, analyse en rapportage worden uitgevoerd in de periode september 2016 – februari 2017. 1.2 Opbouw enquête Bij de opzet van de LEVV-NL enquête is eerst nagegaan welke vragen uit de ECLS-enquête 2016 relevant waren. Tevens is door Jos Sluijsmans en Bas Hendriksen in vier rondes een workshop georganiseerd bij de LEVV-LOGIC-deelnemersbijeenkomst op 12 september 2016. Tijdens deze vier workshops is waardevolle informatie verkregen vanuit de doelgroep over mogelijke enquêtevragen. Met dank aan waardevolle feedback vanuit het team en van mensen daar direct omheen, is een definitieve lijst met enquêtevragen opgesteld. Door de grote hoeveelheid vragen (58) en de specifieke aard van een deel van de vragen, is besloten de enquête in te richten voor vijf verschillende doelgroepen:

Producenten van LEVVs;

Verkopers van LEVVs;

Bedrijven die actief zijn in de ouderhouds- en servicebranche;

Bedrijven die personen vervoeren;

Bedrijven die goederen vervoeren. De meer algemene vragen worden door elke doelgroep ingevuld, de overige vragen door één of enkele van de bovenstaande doelgroepen. De respondenten is toegezegd dat de enquêteresultaten niet herleidbaar zullen zijn naar de individuele bedrijven.

9.1 Is uw bedrijf ook buiten Nederland actief?

6

8

1

6

2

3

4

4

5

3 24

18

Nee

Ja

0 5 10 15 20 25

n = 42

9.2 In welke provincies is uw bedrijf actief?

8

8

7

10

9

9

9

9

9

11

6

9

2

2

3

2

1

1

2

2

2

3

2

1

3

4

2

4

3

4

4

5

5

6

5

5

5

5

5

6

5

5

3

3

3

4

3

3

4

6

3

5

3

5

17

17

17

18

18

19

21

23

24

25

27

27

Drenthe

Friesland

Zeeland

Limburg

Flevoland

Groningen

Overijssel

Noord−Brabant

Zuid−Holland

Gelderland

Utrecht

Noord−Holland

0 5 10 15 20 25

n = 42

40

Page 42: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

10. Conclusies en aanbevelingen

We zijn maar deels geslaagd in de opzet van het onderzoek: door meer respondenten te betrekken een goed beeld te krijgen van het huidige en toekomstige gebruik van LEVV in Nederland. Het is gelukt om een grotere groep respondenten te bereiken dan bij de ECLF-enquête, maar de groep respondenten is pluriform: zowel producenten, verkopers, vervoerders (van goederen én mensen) als service- en onderhoudsbedrijven, elk met een wisselend aantal deelnemers. Wij verwachten dan ook niet dat dit onderzoek volledig representatief is voor de markt voor LEVV in Nederland.

Conclusies • Met name kleine organisaties werken met LEVVs. Ongeveer de helft van de respondenten geeft

aan minder dan 10 medewerkers in dienst te hebben, terwijl 75 procent minder dan 50 medewerkers telt. Daarentegen zijn er 6 (van de 71) organisaties die meer dan 500 medewerkers in dienst hebben. De LEVV-verkopers hebben maximaal 50 medewerkers in dienst. Grote bedrijven in de automotive sector verkopen de voertuigen niet of nauwelijks. De helft van de LEVV-gebruikers heeft naast de inzet van LEVVs maximaal 3 andere voertuigen in gebruik.

• Uit het onderzoek blijkt dat LEVVs breed inzetbaar zijn, van postpakketten tot mensen en van

onderhoudsmateriaal tot verse maaltijden. De bestemmingen zijn dan ook veelzijdig: kantoorgebouwen, woningen, winkels, onderwijsinstellingen en horeca worden bediend.

• Er zit een sterke groei in het aantal bedrijven dat met LEVVs werkt en de hoeveelheid werk wat

ermee wordt verzet. Zowel het gemiddeld aantal items/pakketten/colli en het gemiddeld aantal adressen dat een bedrijf met LEVVs aandoet, verdubbelde ruimschoots van 2015 op 2016. De meest genoemde redenen om voor de inzet van LEVVs te kiezen zijn milieubewustzijn, het imago en de behoefte om voorop te lopen, gevolgd door betere parkeermogelijkheden en een verwachte kostenbesparing in het dagelijks gebruik.

• Er wordt door de helft van de bezorgers intensief samengewerkt met andere logistieke

dienstverleners, waarbij diverse uitdagingen naar voren komen. Digitale uitwisseling van gegevens, het tijdefficiënt overladen van goederen, de grootte van de goederen en het gewicht van de goederen worden het meest genoemd, gevolgd door het tijdsverlies als gevolg van drukte op de weg. De krappe fietspaden vormen een duidelijk probleem in de openbare ruimte.

• Uit het onderzoek blijkt dat niet alle gebruikers even tevreden zijn over hun LEVVs. De

voornaamste problemen die ervaren worden, hebben te maken met het laadgewicht, de energievoorziening (actieradius/batterij/laadinfra) en (beperkte) koelmogelijkheden. Opvallend is het hoge aantal respondenten dat ontevreden is over het onderhoud. Elektrische bakfietsen worden een stuk intensiever gebruikt dan personenfietsen, en blijkbaar is de technologie daar nog niet altijd even geschikt voor.

• Opvallend veel partijen vormen zelf een cityhub. En de helft van de respondenten ziet de

ontwikkeling van cityhubs als kans voor de inzet van LEVVs. Maar liefst drie kwart van de respondenten ziet strengere regelgeving ten aan zien van verbrandingsmotoren en/of de ontwikkeling van milieuzones als kans voor de inzet van LEVVs.

41

Page 43: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

• Er zijn veel verschillende merken in gebruik, maar de aantallen LEVVs die een bedrijf in gebruik heeft zijn vooralsnog bescheiden. Gemiddeld heeft een gebruiker 6 LEVVs in gebruik. 40 procent van de respondenten geeft aan geïnteresseerd te zijn in deel-LEVVs.

• Subsidie lijkt nauwelijks een rol te spelen in de beweegredenen of doorgroeimogelijkheden van

bedrijven. Er worden dan ook maar weinig bedrijven gesubsidieerd of gesponsord. De meeste gevoerde reclame-uitingen op de voertuigen zijn voor het eigen bedrijf.

• Onvoldoende voertuigaanbod/-prestatie is de meest genoemde factor die de ontwikkeling met

LEVVs in de weg staat. Andere factoren zijn de beperkte financiële ruimte van het bedrijf, de infrastructurele beperkingen, een tekort aan geschikt personeel en te weinig stimulans vanuit overheid en vanuit klanten.

• Er wordt een forse groei verwacht van het aantal LEVVs dat in 2020 in gebruik zal zijn. Onder de

respondenten is de verwachte groei maar liefst 240 procent (van 179 in 2016 tot 600 in 2020). Wanneer daarnaast het aantal (startende) bedrijven dat LEVVs in haar bedrijfsvoering toepast, zich net zo blijft ontwikkelen als gedurende de periode 2010 – 2015, dan verwachten wij een enorme toename. De respons op de enquête is echter onvoldoende groot om hier een exacte inschatting van te maken. Ook heeft er maar een beperkt aantal producenten deelgenomen en inzicht gegeven in (verwachte) productiecijfers.

Aanbevelingen • Voor producenten: werk samen in de ontwikkeling en typegoedkeuring van nieuwe voertuigen,

accu’s en laadconcepten. Geef meer aandacht aan het onderhoudsarm maken van de voertuigen.

• Naast voertuigtechnische verbeteringen door producenten, kunnen er op straat en in de regelgeving verbeteringen doorgevoerd worden die het gebruik van LEVVs faciliteren/stimuleren. Denk aan duidelijkheid over de positie op de weg, parkeerfaciliteiten en laadinfrastructuur. Ook kunnen aanpassingen in de maximale snelheid van gemotoriseerd verkeer en/of het vebreden van fietspaden leiden tot een betere integratie van LEVVs met andere weggebruikers. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van fietsstraten waar een maximale snelheid van 30 km/uur geldt en de auto “te gast” is.

• Stedelijke overheden kunnen door het instellen van milieuzones en het stimuleren van cityhubs

het gebruik van LEVVs in hun gemeente stimuleren. Ook zou er gedacht kunnen worden aan een sloopregeling voor oude bestelbusjes in de vorm van korting op een LEVV. Daarnaast is er onder de respondenten interesse in deel-LEVVs, maar dat kan alleen wanneer er ‘overstapplekken’ ontstaan waar de deel-LEVVs gestald kunnen worden en waar materiaal overgeladen kan worden.

42

Page 44: Hogeschool van Amsterdam · Hogeschool van Amsterdam ... 6!!!!

11. Bijlage

11.1 Bijlage 1 – Vragen per vraaggroep

§ Vraag Vraaggroep Wij

ontw

ikke

len

/ pr

oduc

eren

LE

VV

s

Wij

verk

open

LE

VV

s

Voo

r het

leve

ren

van

goed

eren

(bev

oorr

adin

g,

koer

iers

dien

sten

)

Voo

r het

ver

voer

van

pe

rson

en (e

vene

men

ten,

ov,

ki

nder

dagv

erbl

ijf)

Voo

r ser

vice

en

onde

rhou

dsw

erkz

aam

hede

n

N

2.1 Wat is de wettelijke status van uw bedrijf? Algemene vragen x x x x x 63

2.2 Hoeveel mensen zijn werkzaam bij uw bedrijf? Algemene vragen x x x x x 62

2.3 In welk jaar is uw bedrijf gestart? Algemene vragen x x x x x 61

2.4 In welk jaar is uw bedrijf gestart met het gebruiken, . . . Algemene vragen x x x x x 56

2.5 Waarvoor gebruikt uw organisatie LEVVs hoofdzakelijk? Algemene vragen x x x x x 71

3.1 Wat vervoert u met LEVVs? Diensten en Stromen x x x 40

3.2 In opdracht van wie vervoert/werkt u met LEVVs? Diensten en Stromen x x x 40

3.3 Op welke locaties bezorgt/werkt u met LEVVs? Diensten en Stromen x x x 39

3.4 Op welke dagen werkt uw bedrijf met LEVV? Diensten en Stromen x x x 39

3.5 Op welke dagdelen werkt uw bedrijf met LEVV? Diensten en Stromen x x x 40

3.6 Kunt u voor de onderstaande elementen aangeven . . . Diensten en Stromen x 18

3.7 Hoeveel items/pakketten/colli vervoert u gemiddeld per . . . Diensten en Stromen x 18

3.8 Op hoeveel verschillende adressen komt uw organisatie . . . Diensten en Stromen x x 27

3.9 Hoeveel procent van uw leveringen kunt u bij de eerste . . . Diensten en Stromen x 18

3.10 Hoeveel kilometer rijdt u gemiddeld per werkdag per LEVV? Diensten en Stromen x x x 28

4.1 Werkt u samen met (andere) logistiek dienstverleners? Samenwerking x 18

4.2 Wat zijn de meest voorkomende uitdagingen die u in uw . . . Samenwerking x 18

4.3 Maakt u gebruik van een lockersysteem/pakketkluis . . . Samenwerking x 20

4.4 Werkt uw bedrijf in (sommige) steden met cityhubs? Samenwerking x 20

5.1 Welk type LEVVs heeft u momenteel in gebruik? Voertuigen / LEVVs x x x 28

5.2 Hoeveel LEVVs gebruikt uw bedrijf in totaal? Voertuigen / LEVVs x x x 23

5.3 Wat is/zijn de belangrijkste reden(en) geweest voor de . . . Voertuigen / LEVVs x x x 31

5.4 Wat zijn de voornaamste problemen met de LEVVs die u . . . Voertuigen / LEVVs x x x 30

5.5 Wat zijn de voornaamste problemen die u met uw LEVVs . . . Voertuigen / LEVVs x x x 27

5.6 Hoe laadt u de batterij van uw LEVV op? Voertuigen / LEVVs x x x 28

5.7 Waar en wanneer laadt u de batterij van uw LEVV op? Voertuigen / LEVVs x x x 27

5.8 U bent wellicht bekend met het concept deel-auto's en . . . Voertuigen / LEVVs x x x 24

5.9 Maakt uw bedrijf gebruik van aanhangers voor LEVVs? Voertuigen / LEVVs x x x 24

5.10 Zou u met uw LEVVs legaal gebruik willen maken van . . . Voertuigen / LEVVs x x x 24

5.11 Wat zijn voor u de belangrijkste redenen om niet verder te … Voertuigen / LEVVs x x x 29

6.1/2 Hoeveel personeelsleden zijn betrokken bij de activiteiten ... Personeel x x x x x 42

6.3 Krijgt het personeel training voor het werken met LEVVs? Personeel x x x 28

7.1 Welke kansen ziet u in de toekomst voor de inzet van . . . Toekomst / Ontwikkeling x x x 28

7.2 Wordt uw bedrijf gesubsidieerd door bijvoorbeeld de . . . Toekomst / Ontwikkeling x x x 29

7.3 Wordt uw bedrijf gesponsord? Toekomst / Ontwikkeling x x x 27

7.4 Voert u reclame op uw LEVVs? Toekomst / Ontwikkeling x x x 29

7.5 Hoe is het voeren van reclame tot stand gekomen? Toekomst / Ontwikkeling x x x 7

7.6 Welke factoren staan de ontwikkeling van uw bedrijf met . . . Toekomst / Ontwikkeling x x x 28

7.7 De lawaaierige pizzabrommers verdwijnen steeds meer . . . Toekomst / Ontwikkeling x x x 20

8.1 Is voor uw LEVV(s) een Europese typegoedkeuring nodig? Ontwikkeling voertuigen x 6

8.2 Heeft u uw voertuig(en) laten keuren? Ontwikkeling voertuigen x 8

8.3 Hoe lang heeft het geduurd voordat uw voertuig . . . Ontwikkeling voertuigen x 8

8.4 Reageer op de stelling: "Het is duidelijk wat van mijn . . . Ontwikkeling voertuigen x 8

9.1 Is uw bedrijf ook buiten Nederland actief? Geografische gegevens x x x x x 42

9.2 In welke provincies is uw bedrijf actief? Geografische gegevens x x x x x 42

43