Hoe meer te halen uit de Kijk- en Luistertoetsen MVT?
description
Transcript of Hoe meer te halen uit de Kijk- en Luistertoetsen MVT?
Hoe haalt u meer uit de
Kijk- en luistertoetsen
Duits, Engels en Frans?
Dennis van den Broek
Alma van Til
Landelijke Studiedag Levende Talen 2014
Overzicht
• Wat zijn de Kijk- en luistertoetsen MVT?
• Wat moet een leerling kunnen om een
vreemde taal te verstaan?
• Hoe kunt u met de Kijk- en luistertoetsen
de luistervaardigheid verbeteren?
• Zelf in teams aan de slag
• Plenaire terugkoppeling
• Bevindingen en conclusies
Wat is een Kijk- en luistertoets -1?
• Zowel audio als video
• Toetsafname duurt ongeveer 1 uur
• Alleen meerkeuzevragen
• Losse passages van ongeveer 1 minuut
• Alle fragmenten komen 1x voorbij
Wat is een Kijk- en luistertoets -2?
• Redundante passages
• Op niveau toegespitst
• Soorten bevraging:
– Globaal
– Selectief (zelden)
– Cloze
Wat is een Kijk- en luistertoets -3?
• Productieproces
– Constructie
– Pretest afname
– Selectie
– Toetsafname in januari
– Normbepaling
90% van de scholen werkt met KLT’s van Cito
Wat moeten leerlingen kunnen om een
vreemde taal te verstaan?
1. Voldoende woorden kennen en weten hoe
deze worden uitgesproken
2. Teksten verstaan = woorden isoleren uit een
onafgebroken stroom klanken
3. Teksten begrijpen
4. Reflecteren op teksten (essentie vatten etc.)
5. Strategieën inzetten
1 Auditieve woordverwerving
Leerlingen moeten voldoende woorden
kennen en weten hoe deze worden
uitgesproken.
- Werken aan auditieve woordverwerving
- Welke woorden?
- Hoeveel woorden?
2 Teksten verstaan
Leerlingen moeten woorden kunnen isoleren uit
een onafgebroken stroom klanken = decoderen.
- Liaison
- Halve woorden
- ‘De ene taal wordt niet sneller gesproken dan de
andere taal!’
3 Teksten begrijpen
Leerlingen moeten teksten begrijpen: komt de
boodschap over?
- Globaal begrip: onderscheiden hoofd- en bijzaken
- Selectief luisteren
- Voorspellend luisteren
4 Tekstreflectie
Leerlingen moeten kunnen reflecteren op
teksten.
- In kaart brengen van oorzaak-gevolgrelaties,
principes en voorbeelden, feiten en meningen,
sprekersbedoeling etc.
- Doorgronden structuur van een tekst
5 Strategieën
Leerlingen moeten strategieën kunnen inzetten.
- Voorbereidingsfase
- Luisterfase
- Evaluatiefase
Zelf aan de slag
• Eén groep per luisteractiviteit
• 20 minuten
• Kies één van de drie talen uit de hand-out
Oefeningen auditieve woordverwerving -1
• Laat de leerlingen bij elk fragment 3 à 5 werkwoorden / zelfstandige
naamwoorden / bijvoeglijke naamwoorden noteren.
Vraag de leerlingen ook naar de betekenis van deze woorden.
• Laat de leerlingen bij elk fragment één woord noteren dat ze niet
kennen.
Laat ze proberen om het woord juist te spellen zodat de klank-
tekenkoppeling geoefend kan worden.
Laat een tweede keer luisteren en vraag ze om de betekenis van
dat woord af te leiden uit de context.
• Woordzoeker: geef ter voorbereiding op het luisteren bij elk
fragment 5 à 10 woorden plus de betekenis.
Ongeveer driekwart van deze woorden komt voor in het fragment,
de andere woorden komen er niet in voor.
Laat de leerlingen aanstrepen welke woorden ze hebben gehoord.
Oefeningen auditieve woordverwerving -2
• Woordzoeker plus: geef ter voorbereiding op het luisteren bij elk
fragment 2 à 3 woorden zónder de betekenis.
Laat de leerlingen luisteren en vraag om ze na afloop van het
luisteren de betekenis van de woorden op te schrijven.
Als het niet lukt om de precieze betekenis op te schrijven, kunnen
ze ook kiezen voor een betekenisveld (een overkoepelend woord
zoals bijvoorbeeld: een sport, een meubel, een voorwerp).
• Geef een transcript waarin enkele woorden zijn weggelaten en laat
dit invullen.
Kies voor woorden waarvan de schrijfwijze afwijkt van de uitspraak.
• Geef een transcript waarin enkele woorden zijn onderstreept.
Vraag leerlingen om een synoniem te bedenken dat goed past in de
context.
Oefeningen auditieve woordverwerving -3
• Woordbingo: maak een bingo-vel met woorden die in een fragment
voorbijkomen en een vals broertje daarvan (taught-thought/weather-
whether, etc.) en kijk wie het eerst correct bingo heeft.
• Geef een woord dat in een fragment voorbijkomt en laat de
leerlingen na afloop weergeven hoe het woord uitgesproken werd.
2 Oefeningen teksten verstaan-1
• Geef een transcript waarin enkele woorden zijn weggelaten en laat
deze invullen.
Deze oefening kan makkelijker worden gemaakt door te kiezen voor
lange goed verstaanbare inhoudswoorden.
Door te kiezen voor korte woorden die op basis van de context niet
voor de hand liggen, wordt de oefening een stuk moeilijker en
worden leerlingen gedwongen om heel precies te luisteren.
• Laat een/enkele tekstfragment(en) uitschrijven.
• Vraag het aantal woorden van een zin te tellen.
• Geef een transcript waarbij woorden die teveel staan moeten
worden doorgestreept.
• Geef een transcript en verstop enkele afwijkingen (bijvoorbeeld
werkwoordtijden of enkelvoud- meervoud) die leerlingen eruit
moeten halen.
2 Oefeningen teksten verstaan-2
• Geef een transcript waarin de interpunctie is weggelaten en vraag
om deze aan te geven.
• Geef een transcript en vraag leerlingen om in elke zin aan te geven
welk woord/welke woorden beklemtoond worden.
• Laat leerlingen in een transcript de liaisons onderstrepen.
• Klankgymnastiek: ga staan als je een bepaalde klank voorbij hoort
komen.
• Handige site: http://www.bbc.co.uk/skillswise/english
3 Oefeningen teksten begrijpen-1
Globaal en selectief begrip:
• Vraag leerlingen om bij elk fragment de hoofdgedachte in één zin
weer te geven. Laat nog eens luisteren en vraag de leerlingen om
een detail op te schrijven dat niet direct iets te maken heeft met de
hoofdgedachte.
• Vraag leerlingen om bij elk fragment zelf te bedenken welke vraag
er in de luistertoets gesteld gaat worden.
• Vraag leerlingen om bij elk fragment drie kernwoorden op te
schrijven.
3 Oefeningen teksten begrijpen-2
Globaal en selectief begrip:
• Laat een aantal fragmenten horen en vraag de leerlingen om
aantekeningen te maken. Vraag vervolgens of ze op basis van hun
aantekeningen een samenvatting willen maken.
Laat de tekst nog eens horen en geef leerlingen de mogelijkheid om
de samenvatting aan te passen. Geef vervolgens het transcript
waarin bij elk fragment de belangrijkste zin is onderstreept.
Laat de leerlingen een vergelijking maken tussen hun samenvatting
en de onderstreepte zinnen.
Vraag ze vervolgens om in hun samenvatting aan te geven welke
elementen bijzaak zijn (en dus niet terugkomen in de onderstreepte
zinnen). Bespreek de resultaten.
3 Oefeningen teksten begrijpen-3
Globaal en selectief begrip:
• Dezelfde oefening als hiervoor, maar dan met kortere fragmenten.
Laat één fragment horen en vraag leerlingen om de hoofdgedachte
in één zin weer te geven. Geef het transcript van de passage
waarin de belangrijkste zin is onderstreept en laat ze nog eens
luisteren. Laat de leerlingen hun eigen zin vergelijken met de
onderstreepte zin in de passage en bespreek dit: hebben leerlingen
echt voor de hoofdgedachte gekozen of juist voor een minder
belangrijk element?
• Laat de leerling bij elk fragment een schema invullen met W-vragen:
Wie, Wat, Waar, Wanneer, Hoe en Waarom?
• Laat leerlingen gericht luisteren naar signaalwoorden die de tekst
structureren.
3 Oefeningen teksten begrijpen-4
Voorspellend luisteren:
• Zet de cd tijdens het luisterfragment stop en vraag leerlingen om de
zin aan te vullen. Kies voor een stopmoment aan het einde van het
fragment, zodat leerlingen op basis van wat ze hebben gehoord
hypotheses kunnen vormen.
4 Oefeningen tekstreflectie -1
Sprekersbedoeling
• Laat de leerlingen luisteren naar een aantal fragmenten.
Laat ze bij elk fragment aangeven wat de sprekersbedoeling is.
Geef van tevoren een aantal mogelijkheden:
- informatie geven + voorbeelden
- informatie geven + uitleg
- mening geven + argumenten
- amuseren
- oproepen tot actie
4 Oefeningen tekstreflectie -2
Onderscheid feiten/meningen
• Kies een toets met verschillende onderdelen. Klik door naar het
eerste fragment van elk onderdeel.
Laat bij elk fragment aangeven of het voornamelijk gaat om feiten of
om meningen.
Laat de leerlingen ook aangeven waarom of welk(e) woord(en) hen
daarop wijzen..
Opbouw fragment
• Laat de leerlingen aangeven hoe een fragment is opgebouwd
(bijvoorbeeld een stelling onderbouwd met voorbeelden of een
opsomming die leidt tot een conclusie).
4 Oefeningen tekstreflectie -3
Eigen mening
• Laat een fragment horen en laat de leerling een oordeel geven over
de spreker.
Geeft hij de informatie duidelijk weer?
Onderbouwt hij zijn of haar mening goed?
Zijn er meer argumenten te bedenken?
Laat leerlingen ook opschrijven hoe het beter kan.
5 Oefeningen strategieën -1
Voorbereidingsfase / luisterfase / evaluatiefase
• Woorden: Maak het thema van het luisteronderdeel bekend. Laat
de leerling in de voorbereidingsfase woorden opschrijven waarvan
ze verwachten dat ze deze gezegd zullen worden. Tijdens het
luisteren controleren de leerlingen of hun voorspelling uitkomt.
Daarbij noteren ze ook kernwoorden die ze niet hadden voorspeld.
In de evaluatiefase worden de resultaten besproken met een
medeleerling. Wie had de meeste woorden goed geraden en hoe
komt dat? Welke belangrijke kernwoorden ontbraken?
• Laat leerlingen drie vragen lezen, en na het beluisteren aangeven
welke van de drie vragen in het fragment beantwoord is.
5 Oefeningen strategieën -2
Voorbereidingsfase / luisterfase / evaluatiefase
• Kennis van de wereld: Maak het thema van het onderdeel bekend.
Laat de leerling in de voorbereidingsfase opschrijven welke
aspecten van het thema aan de orde zullen komen. Daarbij noteren
ze ook de aspecten die ze niet hadden voorspeld. Tijdens het
luisteren controleren de leerlingen of hun voorspelling uitkomt. In de
evaluatiefase worden de resultaten besproken met een
medeleerling. Wie had de meeste aspecten goed geraden en hoe
komt dat? Welke aspecten ontbraken?
• Laat de leerling zelf in groepjes een checklist maken voor de
voorbereidings- luister- en evaluatiefase. In deze checklist kunnen
ze vermelden wat ze voor strategieën kunnen toepassen om de
tekst beter te begrijpen. Voorbeelden van een dergelijke checklist
staan in artikel van Larry Vandergrift
(http://203.72.145.166/elt/files/53-3-3.pdf)
5 Oefeningen strategieën -3
Voorbereidingsfase / luisterfase / evaluatiefase
• Laat de leerlingen luisteren naar fragmenten van een hoger niveau
en vraag hen op te schrijven wat de fragmenten zo moeilijk maakt.
Vraag ze vervolgens om op te schrijven welke strategieën ze
zouden kunnen toepassen om het luisteren makkelijker te maken
(bijvoorbeeld: focussen op wat je wel begrijpt, gebruik maken van
cognates).
Laat ze vervolgens een tweede keer luisteren met de opdracht om
deze strategieën toe te passen bij het beantwoorden van W-vragen.
Bespreek de resultaten.
• Pas de voorbereidings-, luister- en evaluatiefase toe bij allerlei
opdrachten die hiervoor zijn besproken (van het invullen van een
gatentekst tot het maken van aantekeningen).
Laat de leerlingen samenwerken en elkaars zwakke en sterke
punten in kaart brengen.
Afsluiting
• Was het zinvol?
• Nieuwe ideeën opgedaan?
• Aangevulde PowerPoint via e-mail
• Evaluatie via e-mail