HOE KINDEREN MOTIVEREN OM VIA ACTIEF TRANSPORT NAAR · PDF file Als laatste wil ik graag mijn...
date post
16-Aug-2020Category
Documents
view
0download
0
Embed Size (px)
Transcript of HOE KINDEREN MOTIVEREN OM VIA ACTIEF TRANSPORT NAAR · PDF file Als laatste wil ik graag mijn...
HOE KINDEREN MOTIVEREN OM
VIA ACTIEF TRANSPORT NAAR
SCHOOL TE KOMEN? EEN EXPERIMENTELE STUDIE NAAR DE ROL VAN
AUTONOME VERSUS GECONTROLEERDE MOTIVATIE
Aantal woorden: 18769
Merel Dutry Studentennummer: 01405876
Promotor(en): Prof. dr. Wim Beyers
Begeleidster: Nele Laporte
Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de psychologie
(bedrijfspsychologie en personeelsbeleid)
Academiejaar: 2018 - 2019
Voor deze masterproef werd in de opzet van het experiment en de dataverzameling
samengewerkt met Alison Stoica (01507853) en Lotte Meesschaert (01501253). Hierdoor
is er enige overlap mogelijk in de inleiding en methode. De tekst van deze masterproef
inclusief de onderzoeksvragen, het uitgevoerde kwantitatieve onderzoek en de
uitgevoerde analyses zijn echter individueel en kwamen in overleg met de promotor tot
stand.
Dankwoord
Eerst en vooral zou ik graag mijn promotor, Wim Beyers, willen bedanken voor
de goede begeleiding bij deze masterproef. Bedankt om mij goed op te volgen,
constructieve feedback te geven en hulp te bieden waar nodig en om daarbij toch
voldoende vrijheid te bieden waardoor ik op die manier een mooi leerproces kon
doorlopen. Als tweede zou ik graag mijn begeleidster Nele Laporte bedanken voor de
inhoudelijke steun bij de uitwerking van de workshops. Ook zou ik graag professor
Soenens en Vansteenkiste bedanken voor de inzichten die ze mij hebben meegegeven met
betrekking tot de discussie. Verder zou ik ook graag mijn collega-studenten Lotte
Meesschaert en Alison Stoica bedanken, die samen met mij het onderzoek uitvoerden.
Bedankt voor de vlotte samenwerking, naar mijn mening waren we een topteam.
Vervolgens zou ik graag de deelnemende scholen in Bredene bedanken. De
directeurs die instemden dat hun school hieraan zou meewerken en de leerkrachten die
het project nauwgezet opvolgden en vlot meewerkten in het algemeen, ondanks we weten
dat leerkrachten sowieso al een druk programma hebben. In het bijzonder zou ik graag de
leerlingen bedanken, zonder wie het niet mogelijk was geweest om dit onderzoek tot stand
te brengen. Natuurlijk ook een dankjewel aan hun ouders omdat zij instemden met
deelname van hun kinderen en omdat ze ook zelf een vragenlijst invulden.
Als laatste zou ik ook graag mijn familie en vrienden bedanken. Mijn mama die
me de dingen weer helder liet zien, toen ik door het bos de bomen even niet meer zag en
mijn papa die erop toezag dat ik mezelf niet verloor. Mijn tante Lieve die de tijd en energie
vond om mijn masterproef te overlezen. Mijn vriendinnen Liese, Jozefien en Elke met
wie ik mijn zorgen over de masterproef kon delen en die ook altijd met een oplossing
klaarstonden. Liese wil ik graag nog even in het bijzonder bedanken omdat ze de tijd en
energie kon vrijmaken om met mij een hele dag mee te gaan naar Bredene om de
workshops te helpen begeleiden. Als laatste wil ik graag mijn vriend Sam bedanken, mijn
beste vriend sinds dag één op de universiteit. Met betrekking tot deze masterproef wil ik
hem bedanken dat hij het zag zitten om een hele dag mee te gaan naar Bredene om de
workshops te helpen begeleiden.
Abstract
In deze masterproef wordt onderzocht hoe kinderen gemotiveerd kunnen worden om via
actief transport naar school te komen. Met de Zelf-Determinatie Theorie als theoretische
basis werden drie verschillende condities opgezet. In een eerste conditie werd getracht
om de autonome motivatie voor actief transport te stimuleren via workshops, in een
tweede conditie werd getracht om de gecontroleerde motivatie te stimuleren via een
beloningssysteem en in een derde conditie werden workshops en beloningen
gecombineerd. Centrale onderzoeksvragen waren: Is een autonomie-ondersteunde
omgeving de beste manier om autonome motivatie voor actief transport bij kinderen te
stimuleren? Maken kinderen met meer autonome motivatie meer gebruik van actief
transport? Rapporteren kinderen met meer autonome motivatie positievere gevoelens
tijdens actief transport? 128 kinderen en ouders uit drie basisscholen in Bredene namen
deel aan dit onderzoek. Aan de hand van een set MANCOVAs werden de concrete
hypotheses getoetst. De belangrijkste resultaten waren dat een gecombineerde aanpak tot
meer positieve gevoelens en autonome motivatie leidde dan de twee andere condities, dat
een aanpak met enkel een beloningssysteem een gelijkaardige toename in actief transport
veroorzaakte als een gecombineerde aanpak, maar dat zo’n aanpak wel gepaard ging met
een daling in positieve gevoelens, en dat meer autonome motivatie meer positieve
gevoelens en actief transport voorspelde. Op basis van deze masterproef kunnen we
stellen dat het een goed idee is om te werken met collectieve beloning in combinatie met
autonomie-ondersteunende workshops. Zo stijgt de kans dat kinderen zullen kiezen voor
actief transport en dat hun innerlijke beleving zal stroken met dit gedrag.
Inhoudstafel
Inleiding 1
Zelf-Determinatie Theorie en Motivatie 3
Motivatie en Persoonlijk Functioneren 6
Beloning als motivator om te fietsen 9
Autonome motivatie om te fietsen 11
Gecombineerde motieven om te fietsen 13
Huidig Onderzoek 15
Methode 19
Participanten 19
Opzet en Procedure 20
Stimulatie van autonome motivatie 22
Stimulatie van gecontroleerde motivatie 24
Metingen 25
Achtergrondvariabelen 25
Motivatie 26
Ervaren gevoelens tijdens actief transport 27
Transport naar school 28
Cross-situationele transfer van actief transport 28
Resultaten 30
Preliminaire Analyses 30
Hypothese 1: Effecten van Conditie op Motivatie van Kinderen en
Ervaren Gevoelens
32
Hypothese 2: Effecten van Conditie op Actief Transport 33
Hypothese 3: Verbanden tussen Motivatie van Kinderen en Actief
Transport en Ervaren Gevoelens
34
Discussie 36
Effecten van Conditie op Motivatie van Kinderen en Ervaren Gevoelens 36
Effecten van Conditie op Actief Transport 37
Verbanden tussen Motivatie van Kinderen en Actief Transport en
Ervaren Gevoelens
39
Sterktes 41
Beperkingen 41
Suggesties voor Toekomstig Onderzoek 43
Theoretische Implicaties 44
Praktische Implicaties 45
Algemene Conclusie 45
Referenties 46
Bijlagen 54
1
Inleiding
Ongeveer een kwart van de Vlaamse kinderen (27.8%) gaat met de auto naar
school (De Standaard, 2017). Dat is twee procent meer in vergelijking met tien jaar
geleden. De auto is daarmee bijna even populair als de fiets, ook al blijft de fiets iets
populairder (28.5%). 13.5% van de kinderen gaat met de tram, de bus of de metro en
slechts 10% gaat te voet (Karrewiet, 2017). Zelfs bij heel korte afstanden wordt vaak voor
de auto gekozen, uit gemak of uit angst voor een ongeval (De Standaard, 2014). Die angst
is niet volledig onterecht: kinderen hebben meer risico op een ongeval en ernstige letsels
wanneer ze fietsen of wandelen dan wanneer ze als passagier in de auto zitten (Staes,
2014). Een kanttekening hierbij is echter noodzakelijk. Hoe langer je je kind weghoudt
uit het verkeer, hoe onzekerder het zich waarschijnlijk zal voelen tussen al die auto’s.
Bovendien is er maar één manier om fiets- en verkeersvaardig te worden, en dat is het zo
veel mogelijk doen. Eveneens blijkt uit onderzoek dat onervaren en minder bekwame
kinderen veel meer ongevallen hebben in vergelijking met ervaren kinderen, ondanks het
feit dat onervaren kinderen zich veel minder in het verkeer begeven (Trapp et al., 2011).
Dit toont aan hoe belangrijk het is om vroeg genoeg met fietsen te beginnen: als kinderen
van jongs af aan veilig leren fietsen, zijn ze voorbereid om zich later op een veilige manier
autonoom in het verkeer te begeven.
Actief transport (dit gaat zowel over fietsen als stappen) is essentieel voor de
ontwikkeling van de verkeersvaardigheid van een kind, maar actief transport heeft ook
tal van voordelen op andere vlakken. Het leidt niet alleen tot een vermindering in
luchtvervuiling, lawaaioverlast en verkeersbelasting, ook heeft het positieve effecten op
de persoonlijke gezondheid van de fietser of stapper (Mueller et al., 2015). Dit komt
omdat actief transport leidt tot een verhoging van de totale fysieke activiteit en fitheid.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (2019) zouden kinderen (ouder dan
vijf) en adolescenten minimum 60 minuten per dag matig tot intens fysiek actief moeten
zijn. Uit het rapport van Wijtzes et al. (2016) blijkt dat slechts zeven procent van de 6-
tot 9- jarigen en twee procent van de 10- tot 17- jarigen deze norm behalen. Het is dus
geen overbodige zaak om fysieke activiteit te stimuleren. Aangezien actief transport kan
bijdragen aan het totale niveau van fysieke activiteit, is het stimuleren van actief transp