Handleiding voor jezelf

Hoe ik denk en voel

-.- •:~,

-

~‘ ._~. •~‘:~

2

gedachten en gevoelensPraatboek 2

voor jonge en

~duca t~c

~Mantfers

Inhoud van dit praatboekAan de gebruiker 2Inhoud van dit praatboek 3Mijn Lichaam 4Mijn binnenkant 5Hersenen zijn aLtijd bezig 6Talenten 7Beperkingen 8OntwikkeLing 9InvLoeden 10Hersenen zijn druk 11Bewustzijn 12Nadenken over jezeLf 13 ______________________________________Wat doen mijn hersenen 14Hersenwerking 15 Onze hersenen zijn de hete dagPrikkelverwerking 16 bezig met denken. Ook makenZintuiglijke waarneming 17 ze gevoelens, de hete dag door.Mijn hersenen hebben het druk 18InteLLigentie 19 Ons denken en voeten beïnvloedtOnthouden 20 ons handelen, ons doen.Geheugen opsLaan 21 Daarom is het erg belangrijkGeheugen herinneren 22 meer te weten over gevoelens.Processen van hersenen 23Onthouden met beeLden 24 Over denken hebben we vaak alWaarnemen en denken 25 veel geleerd, niet overSchema DVD 26 gevoelens.Invloeden 27Hersenen en gevoeLens 28 Op schoot wordt de hele dag eenGewoontegedachten 29 beroep gedaan op ons denken.Bewuste gedachten 30 Maar schoot roept ook gevoelensIk heb geen gevoeLens 31 op, de hele dag door. DaarOude koeien 32Ik wil het niet voeLen 33 hebben de meeste mensenGevoelens verstoppen 34 weinig lessen over gehad.communicatie 35 Dat is jammer en vreemdContact met anderen 36LichaamstaaL 37 tegelijk. Omdat gevoelens zonGevoeLen hebben nut 38 grote invloed hebben, is ditBLij 39 Praatboek gemaakt om jongerenTeLergesteLd 40 er meer over te leren.Boos 41 Weten is voor een belangrijkVerdriet en blij 42Hersenen maken 43 deel ook beheersen.Gevoelen zien bij de ander 44Balans of niet 45GevoeLens meten 46 Gebruik Werkboekje: er staan op veeLThermometerblad 47 bladzijden in dit Praatboek verwijzingen naarSignalen auto 48 het bijbehorende WerkboekjeSignalen mijn hersenen 49Doen, de uitvoering 50Beslissen 51Literatuur 52Uitgaven VIA 53

© 2009 Manders Praatboek ‘Hoe ik denk en voel...’ DeeL 2 voor Jongeren

Mijn lichaamWij hebben een uiterLijk: een zichtbare buitenkant aan mijn Lijf.Wij hebben een innerLijk: een onzichtbare binnenkant in mijn Lijf.

UiterlijkDat is hoe ik eruit zie. Het is mijn buitenkant. Die wordt door anderenwaargenomen. Ik moet ervoor in de spiegeL kijken.

Bijna niemand ziet er uit aLs een ander mens. AlLeen eeneiige tweeLingenLijken erg op eLkaar wat betreft uiterLijk.

Innerlijk: lichamelijkAlLe mensen behoren in de natuur tot de zoogdieren, omdatwij Levende jongen baren en moedermeLk krijgen aLs baby(gezoogd worden).ALle mensen horen in de natuur bij de omnivoren: wij etenpLanten en dieren. Ons Lichaam is daarop aangepast. Onsgebit en onze spijsvertering is bijvoorbeeld voor dezevoeding geschikt. ALLe mensen hebben ongeveer hetzeLfdeLichaam van binnen. We hebben dezeLfde organen, spieren,botten, enz.ALles binnenin mijn Lichaam heeft een nuttige functie:hersenen - botten -spieren - bLoed-zenuwen -ogen -oren-darmen -

hart-Longen-maag-lever-enz. Het Lichaam is een systeem: aLleonderdeLen werken samen, zijn afhankeLijk van eLkaar.

Innerlijk: geestelijkHeeL beLangrijk zijn onze hersenen. Van aLLe Levende wezens in de natuurhebben de mensen de grootste hersenen, in verhouding tot de grootte vanons Lichaam. Een oLifant heeft bv. weL grotere hersenen, maar ze zijn inverhouding tot zijn Lijf veel kLeiner dan de onze.We hebben ook een ander innerLijk: de persoon die ik ben, depersoonLijkheid, het karakter, de eigenschappen, de talenten enbeperkingen. Onze geest vormt een systeem met ons Lichaam. Ze werkenop eLkaar in, hangen nauw samen met eLkaar.

De Romeinen wisten het aL:

ASICS: anima sana in corpore sana:een gezonde geest in een gezond [ichaam

zie je Werkboek bLz.3

© 2009 Manders Praatboek ‘Hoe ik denk en voeL..’ DeeL 2 voor Jongeren

InvloedenMensen zijn op veel gebieden gelijk. Mensen zijn toch allemaal ook heelverschiLlend.Dat komt door een verschil in aanLeg en ontwikkeling:

Onze hersenen groeien anders uit vanaf ons ontstaan.Dat heeft te maken met je aanleg.

Op schoLen zijn grote verschillen merkbaar tussen leerlingen.Vanwege het verschil in aanLeg zijn er meerdere schooltypengemaakt. Iedereen in NederLand kan op zijn of haar eigen niveau leskrijgen. Er zijn scholen voor leerlingen met een beperking. Er zijnscholen of klassen voor LeerLingen met een bijzonder taLent. Daar ishet rooster bijvoorbeeLd aangepast om te kunnen Leren én topsport tebeoefenen. Er zijn klassen voor tweetaLig onderwijs. Er zijn schoLenvoor moeiLijk terende kinderen, praktijkscholen voor wie niet goed isin theoretische vakken, enz.

We zijn ook anders omdat we verschillende omstandighedenhebben om te ontwikkelen.

Dat heeft te maken met waar je wordt geboren. Je ontwikkelingwordt voor een deel bepaald door de plaats, het land waar je wordtgeboren. De cultuur, de gewoonten zijn per gebied verschillend. Hetgezin is ook belangrijk: heb je een vader en een moeder, zussen,broers, of niet? Groei je op in een arm of rijk land, in een stad of ophet platteland.

Vogels worden geboren in een nest.Van mensen zeggen ze ook wel datiedereen in een ander ‘nest’ wordtgeboren. Dat betekent dat je ergensterecht komt. Je komt in een wiegte liggen ergens op de wereld.

—, Het maakt veel verschil of je inAfrika of in Nederland wordt

— geboren.

© 2009 Manders Praatboek ‘Hoe ik denk en voel...’ Deel 2 voor Jongeren