Hoe gemotiveerd is de leraar?

3
onderzoek 19 Hoe gemotiveerd is de leraar? Gemotiveerde leraren die plezier hebben in hun werk, hebben een positieve invloed op de motivatie en leerpresta- ties van hun leerlingen. Maar hoe staat het er in ons land eigenlijk voor met de motivatie van leraren? Tekst: Anita Drost ONDERZOEK: Beeld: iStockphoto

description

Gemotiveerde leraren die plezier hebben in hun werk, hebben een positieve invloed op de motivatie en leerprestaties van hun leerlingen. Maar hoe staat het er in ons land eigenlijk voor met de motivatie van leraren?

Transcript of Hoe gemotiveerd is de leraar?

onderzoek 19

Hoe gemotiveerd is de leraar?

Gemotiveerde leraren die plezier hebben in hun werk, hebben een positieve invloed op de motivatie en leerpresta-ties van hun leerlingen. Maar hoe staat het er in ons land eigenlijk voor met de motivatie van leraren?

Tekst: Anita Drost

ONDERZOEK:

Bee

ld: i

Sto

ckph

oto

20

iIn de plannen van de overheid om de kwaliteit van het onderwij s te versterken neemt professionalise-ring van leraren een centrale rol in. In het actieplan Leraar 2020 heeft de minister uitgewerkt wat er allemaal verbeterd moet worden. Zo moet het opleidingsniveau omhoog, wordt een beroepsregister geopend en wordt gestart met peer review, waarbij professionals van verschillende scholen bij elkaar kij ken en elkaar aanspreken op kwaliteit en de ver-betering daarvan.

De invloed van motivatie‘Hoewel in het actieplan niet als zodanig genoemd, is ook de motivatie van leraren van invloed op de leer-prestaties van leerlingen en dus op de kwaliteit van het onderwij s’, aldus Andrea Klaeij sen, onderzoe-ker aan het Ruud de Moor Cen-trum. ‘Vanuit de samenleving zij n er weleens geluiden dat leraren minder gemotiveerd zij n dan vroe-ger. Door onderzoek te doen naar de motivatie van leraren, hopen we over die geluiden iets zinnigs te kunnen zeggen. Het is daarbij interessant om te kij ken hoe be-leid en organisatie van invloed zij n op die motivatie. Leraren halen veelal plezier uit het werken met hun leerlingen. Tegelij kertij d werken ze in een omgeving waarin lij nen en randvoorwaarden worden uitgezet, onder andere ten aanzien van de professionele ruimte van de leraar. In hoeverre be-vordert of belemmert dit de motivatie voor het vak?’

Extrinsiek of intrinsiek De vraagstelling van het promotieonderzoek van Klaeij sen luidt: ‘Wat is van invloed op de intrinsieke motivatie van leraren in de context van de schoolor-ganisatie?’. Klaeij sen werkt bij haar onderzoek ge-deeltelij k samen met Onderwij s Innovatie Groep (OIG) en maakt gebruik van de zogenaamde zelfdetermina-tietheorie van Ryan en Deci. ‘In de wetenschappelij ke literatuur over motivatie is deze theorie toonaange-vend’, legt Klaeij sen uit. ‘Ryan en Deci laten zien dat motivatie een complex begrip is, dat verder gaat dan het klassieke onder-scheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie.’ Bij intrinsieke motivatie doet iemand dingen omdat die vanuit zichzelf interessant of plezierig zij n om te doen. Extrinsieke motivatie verwij st naar activiteiten die ondernomen worden vanuit andere drij fveren dan het bezig zij n met de activiteit zelf. Er is sprake van een continuüm tussen deze twee vormen van motivatie, waarbij intrinsieke motivatie de meest

krachtige vorm is. Klaeij sen: ‘Daarom richt ik mij bij mij n onderzoek vooral op de intrinsieke motivatie van leraren.’

Competentie, verbondenheid en autonomieVolgens de theorie van Ryan en Deci is iedereen van nature gemotiveerd, mits rekening gehouden wordt met drie fundamentele menselij ke psychologische behoeften: aan competentie (zinvol bezig zij n, doen waar je goed in bent), aan verbondenheid (vertrou-wen en saamhorigheid ervaren met de personen om je heen, bij voorbeeld met collega’s, leidinggevenden en leerlingen) en aan autonomie (de afwezigheid van

voortdurende controle en sturing). Klaeij sen: ‘Juist deze laatste ba-sisbehoefte en de invloed daarvan op de motivatie is interessant, gezien de groeiende aandacht voor de professionele ruimte van de leraar.’ In de vragenlij st die voor het on-derzoek van Klaeij sen is uitgezet, staan vragen over het beleven van plezier in het vak en over de beleving van autonomie, verbon-denheid en competentie dan ook

centraal. Verder wordt gevraagd naar de manier waarop de leraar het leidinggeven en de besluitvor-ming binnen de school beleeft. Deze laatste twee aspecten hebben namelij k invloed op de manier waarop leraren autonomie beleven en daarmee op hun motivatie.

Positief geluid Klaeij sen: ‘Eind 2011 heeft OIG voor ons een online-vragenlij st uitgezet, onder leraren in het hele land. In totaal hebben 2.385 leraren de vragenlij st volledig ingevuld, waarvan 623 leraren uit het primair onder-wij s en 1414 uit het voortgezet onderwij s. Momenteel zit ik nog midden in de analysefase, maar ik kan wel alvast enkele resultaten noemen. Van de onder-vraagde leraren zou in het po 20 procent en in het vo 24 procent een beroep buiten het onderwij s kiezen, als zij alles nog eens over mochten doen.’Allerlei overwegingen kunnen daarbij een rol spelen, zegt Klaeij sen. ‘Tegelij kertij d valt op dat leraren aan-geven in belangrij ke mate intrinsiek gemotiveerd te zij n. Ze beleven plezier aan het leraarschap en genie-ten van hun beroep. Zou dit onderzoek eerder ook al zij n uitgevoerd, dan hadden we de huidige intrinsieke motivatie van leraren kunnen vergelij ken met een eerder meetmoment. Maar deze uitkomst zie ik toch wel als een belangrij k en positief geluid.’

ook de motivatie van leraren van invloed op de leer-

centraal. Verder wordt gevraagd naar de manier

Ruim 40 procent van de leraren zou een beroep

buiten het onderwij s kiezen,

als zij het over mochten doen

onderzoek 21

Over Onderwij s Innovatie Groep (OIG) en het Ruud de Moor Centrum (RdMC)

Om tot duurzame innovatie van het onderwij s te komen onderzoekt Onderwij s Innovatie Groep maatschappelij ke trends. De inzichten die uit onderzoek voortkomen vertaalt OIG naar inhoude-lij k en praktisch toepasbare verbetervoorstellen. OIG groepeert haar activiteiten in overkoepelende thema’s en werkt samen met andere partners. Het onderzoek waar het in dit artikel over gaat past binnen het thema Professionalisering en wordt uitgevoerd in samenspraak met het Ruud de Moor Centrum, expertisecentrum op het gebied van professionalisering van leraren. Op basis van wetenschappelij k en praktij kgericht onderzoek ontwikkelt het RdMC generieke kennis samen met en voor het onderwij sveld. Belangrij k hierbij zij n de vraaggestuurde professionaliseringsprojecten met scholen en leraren, veelal gericht op (infor-meel) leren op de werkplek.

Verschillen po en vo‘Als je kij kt naar de psychologische basisbehoeften die van invloed zij n op motivatie, dan zie je dat de verschillen tussen de onderwij ssectoren klein zij n’, aldus Klaeij sen. ‘Leraren in het primair onderwij s ervaren wel iets meer competentie en verbondenheid dan leraren uit het voortgezet onderwij s. Dat laatste lij kt ook wel logisch, basisscholen zij n immers veelal kleiner. Dat kan ook verklaren waarom leraren in het po meer het gevoel hebben betrokken te zij n bij besluitvorming in de school.’‘Het blij ken ook met name leraren po te zij n die vin-den dat hun leidinggevende op een transformatieve manier leiding geeft (vanuit een gezamenlij ke visie, met aandacht voor het individu en voldoende intel-lectuele uitdaging biedend). Voorlopig kunnen we in ieder geval stellen dat transformatief leiderschap en participatieve besluitvorming de psychologische basisbehoeften van leraren daadwerkelij k positief beïnvloeden. Een belangrij k aanknopingspunt.’Ga voor meer informatie naar www.rdmc.nl en www.oig.nl

Hoe oordelen leraren zelf over hun intrinsieke motivatie? Hoe plezierig en interessant vinden ze hun beroep?Op een schaal van 1 tot met 7, waarbij 1 staat voor totaal niet intrinsiek gemotiveerd en 7 voor volledig intrinsiek gemotiveerd laat het onderzoek het volgende beeld zien:

In welke mate voelen leraren zich gesteund in hun behoefte aan autonomie, competentie en relatie?Op een schaal van 1 tot met 7, waarbij 1 staat voor geen onder-steuning van de basisbehoefte en 7 voor volledige ondersteuning van de basisbehoefte laat het onderzoek het volgende beeld zien:

Intrinsieke motivatiePO-leraren 5,96VO-leraren 5,83Totaal 5,86

Autonomie Competentie RelatiePO-leraren 4,99 5,43 5,54VO-leraren 5,00 5,24 5,38Totaal 4,98 5,28 5,43