Hier kunt u het rapport

GVO vzwHoog Kortrijk

Doorniksesteenweg 2158500 KORTRIJK

T 056 23 13 40F 056 23 13 49

OR0454.700.564

BKCPBE34 1192 0343 5190

BIC - BEB1BKB

e-mail :

website:www.woonzorggroepgvo.be

Rapport Q-indicatoren Woonzorggroep GVO

Beste lezer,

Dit rapport beschrijft de resultaten van de kwaliteitsindicatoren die gemeten werden binnen de voorzieningen van Woonzorggroep GVO in 2012 en begin 2013. Deze meting is een verplichte opdracht voor alle woonzorgcentra in Vlaanderen op vraag van de Vlaamse Overheid.

De kwaliteitsindicatoren die in dit rapport worden weergegeven geven niet enkel een indicatie van de kwaliteit in onze voorzieningen, ze geven u bovendien een beeld van bepaalde visies en doelstellingen die in onze woonzorggroep worden nagestreefd.

Indien u meer toelichting wenst over de resultaten van deze metingen, dan kunt u contact opnemen met onze diensten of met de plaatselijke voorzieningen.

Met kwaliteitsvolle groeten,

Bernard BruggemanGedelegeerd Bestuurder

Maakt deel uit van woonzorggroep GVO : Sint Anna Bulskamp Sint Vincentius Kortrijk Sint Vincentius Meulebeke Sint Jozef Moorsele Sint Elisabeth Oostende O.L.V. van Lourdes Wakken Sint Anna Wingene Maria ter Ruste Zwevezele

Sint Elisabeth te Oostende

Sint Vincentius te MeulebekeSint Anna te Bulskamp

Sint Vincentius te Kortrijk

Sint Jozef te Moorsele

OLV van Lourdes te WakkenSint Anna te Wingene

Maria Ter Ruste te ZwevezeleGemiddelde Woonzorggroep GVO

Indicator 1 – Indicator 2 : Bewoners met decubitus

Percentage bewoners met decubituswonde categorie 2, 3, 4 of onbepaald

Percentage bewoners met decubituswonde categorie 2,3,4 of onbepaald die zijn ontstaan in het woonzorgcentrum


minimum maximumX mediaan

Middelste 60%8,6% 7

,3%

14,9%

4,9%

2,2%

4,3%

1,4%

3,4%

5,87%

Legendeminimum maximum

X mediaan

Middelste 60%4,9

%6,5% 6,

0%

11,9%

2,2%

2,6%

3,4%

4,68%

0,0%

Woonzorggroep GVO heeft zich steeds gericht op zorgbehoevende ouderen met een uitgesproken vorm van dementie en / of zware fysieke zorgbehoevendheid (> 90% zware zorg). Wij hebben ons dan ook steeds georganiseerd om ouderen met intensieve zorgvragen in onze eigen omgeving te omringen met warme zorg. Bijgevolg is het risico op decubituswonden steeds aanwezig.

Toch menen wij dat wij in vele gevallen het optreden van decubitusletsels gevoelig kunnen beperken. Onze voorzieningen voeren een sterk preventief beleid en hebben hier intensief in geïnvesteerd : standaard Tempur-antidecubitusmatrassen op elk bed, alle bedden laten multipositionering toe, wisselligging is overal geïntroduceerd voor risicobewoners. Wanneer deze maatregelen niet volstaan wordt gebruik gemaakt van gespecialiseerde alternating-matrassen.

Onze voorzieningen situeren zich op dit vlak rond het Vlaams Gemiddelde. Niettegenstaande de investeringen hebben onze voorzieningen in Oostende, Wakken en Meulebeke meer bewoners met decubitusletsels dan gemiddeld. Decubituspreventie blijft een aandachtspunt en de investeringen blijven noodzakelijk. Weliswaar ontstaan deze letsels zelden of nooit tijdens het verblijf in onze woonzorgcentra. Hiervoor scoren onze voorzieningen beter dan het Vlaamse gemiddelde.

Indicator 3 – Indicator 4 : valincidenten

Percentage bewoners met 1 of meer valincidenten in de afgelopen maand.



X mediaan

Middelste 60%17,7%

6,2% 10,6%

16,3%

9,1%

6,7%

9,9% 9,91%

2,7%

Percentage bewoners met 2 of meer valincidenten in de afgelopen maand.

Woonzorggroep GVO streeft naar een fixatiebeperkt beleid en naar een beperking van slaapmedicatie. Slaapmedicatie heeft een negatieve invloed op het vallen van bewoners. Door deze geneesmiddelen zo mogelijk te beperken proberen wij ook valincidenten te vermijden.

Wij kiezen er voor om bewoners zo min mogelijk te fixeren. Hierdoor stimuleren we het mobiliteitsgevoel van bewoners. Gevolg kan zijn dat ouderen toch vallen.

Elk valincident wordt door onze medewerkers geregistreerd op een daartoe voorzien formulier en uitgebreid geanalyseerd door onze tilreferenten samen met hun team. De tilreferenten of tilcoaches hebben zich gespecialiseerd in deze problematiek via een intensieve opleiding. Voor ouderen waar het valrisico toch aanwezig is wordt in samenwerking met de familie een preventieplan opgemaakt.

Bijgevolg scoren onze voorzieningen gemiddeld tot zeer goed en kunnen wij het aantal valincidenten beperken.

Indicator 5 – Indicator 6 : Geneesmiddelen

Percentage bewoners met 5 tot en met 9 verschillende soorten geneesmiddelen, voorgeschreven door de huisarts.



X mediaan

Middelste 60%3,1% 1,2% 3,8

%4,5%

2,2%

0,8% 2,63%

0,0% 5,2%

Percentage bewoners met 10 of meer verschillende soorten geneesmiddelen voorgeschreven door de huisarts.

De hoeveelheid geneesmiddelen die onze bewoners krijgen situeert zich rond het Vlaams gemiddelde.



X mediaan Middelste 60%

40,65%

37,3%

30,8%

50,6%

42,2%

47,1%

34,3%

36,0%

46,9%


X mediaan

Middelste 60%

48,77%

53,3%

56,7%

44,3%

48,9%

38,0%

55,7%

49,4%

43,8%

Voor Woonzorggroep GVO is het geneesmiddelenbeleid een belangrijk aandachtspunt van de laatste jaren. De zorgbehoevendheid van onze bewoners is vrij hoog en zij zijn bijzonder kwetsbaar. Vandaar dat het opvolgen van het medicatiebeleid in samenwerking met onze coördinerende artsen en apotheek een hoge prioriteit kent.

Wij zijn er van overtuigd dat wij door een intense samenwerking met de apotheek, coördinerend arts en huisartsen het geneesmiddelenbeleid goed kunnen beheersen. Wij willen verder investeren in overleg tussen betrokkenen in individuele situaties om zo het geneesmiddelengebruik verder te laten afnemen. Zo investeren wij, in het verlengde van RIZIV-doelstellingen, in doorgedreven farmaceutische zorg en individueel farmaceutisch overleg en streven wij naar een duidelijk formularium.

Indicator 7 –

Percentage bewoners die overleden in het woonzorgcentrum

Woonzorggroep GVO kiest er voor zich te richten tot bewoners met zware zorgnoden, zowel met fysieke als psychische zorgnoden. Palliatieve zorg, vooruitziende zorg en zorg rond het levenseinde zijn dan ook duidelijke speerpunten in ons ethisch beleid.

Alle voorzieningen van onze Woonzorggroep beschikken over een palliatief team dat is samengesteld uit referentiepersonen. Deze personen hebben een uitgebreide opleiding genoten inzake palliatieve zorg. Dit is een must en een belangrijke garantie voor doorgedreven deskundige palliatieve zorg. De palliatieve teams worden begeleid door onze ethicus en medewerker zingeving en pastoraal.

Wij willen onze bewoners zolang mogelijk omringen in het vertrouwde woonzorgcentrum. Het hebben van een thuismilieu is belangrijk in de laatste fase van het leven. Dit thuismilieu is voor onze bewoners dan het ook het eigen woonzorgcentrum waar ze vaak al lange tijd verblijven. Overbrengen van onze bewoners



X mediaan

Middelste 60% 84,5

3%85,7%

76,9%

94,1%

87,0%

86,5%

76,7%

81,5%

87,9%

naar een klinische omgeving van het ziekenhuis proberen wij in de palliatieve fase zo mogelijk te vermijden. Wij proberen er dan ook naar te streven om binnen de vertrouwde muren van onze bewoners afscheid te nemen.

Indicator 8 –

Percentage bewoners met een plan voor zorg rond het levenseinde, in overeenstemming met de voorkeur van de bewoner.

Zorg voor het levenseinde van bewoners is een essentieel element van de zorgvisie binnen Woonzorggroep GVO. Onze visie op dit vlak is dan ook uitgesproken en is tot in onze haarvaten doordrongen. Zorg rond het levenseinde van de individuele bewoner is even belangrijk als alle andere zorgaspecten. Het levenseinde roept bij onze bewoners vaak heel wat vragen op, zowel van praktische als zingevende aard. Het is belangrijk dat wij die vragen detecteren en onze bewoners tot op het laatste moment die zorg en begeleiding kunnen geven in het verlengde van wat zij wensen. Hiertoe stimuleren wij het opmaken van plannen voor zorg rond het levenseinde.

Onze voorzieningen scoren dan ook duidelijk hoger dan het Vlaams gemiddelde op dit vlak.

Maak kennis met onze visie inzake het levenseinde op onze website www.gvo.be .



X mediaan

Middelste 60% 38,2

9%54,0%

24,0%

64,6%

33,3%

44,6%

13,9%

29,2%

42,7%

http://www.gvo.be/

Indicator 9 –

Percentage zorgpersoneelsleden met een contract van onbepaalde duur dat het woonzorgcentrum vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten.

Een voorwaarde voor goede zorg aan bewoners is een stabiele ploeg van medewerkers die zich dagdagelijks voor onze bewoners inzetten. Goede zorg en warme zorg vereist dat medewerkers en bewoners elkaar kennen en vertrouwen. Dit is enkel mogelijk op basis van langdurig samenwerken en samenwonen. Een niet stabiele ploeg is een bedreiging voor afgestemde zorg.

Het verloop van onze vaste medewerkersploeg (overeenkomst onbepaalde duur) is eerder beperkt en is vaak beter dan het Vlaams gemiddelde. Hieruit leiden wij af dat de woonzorgomgevingen in Woonzorggroep GVO voldoende stabiel zijn om afgestemde zorg te garanderen. Dit is ongetwijfeld een gevolg van een HR-beleid waarin wij sterk inzetten op competenties en medewerkers begeleiden in het inzetten van hun talenten.

Sint Vincentius te Meulebeke heeft een hogere score dan gemiddeld. Ten gevolge van een reorganisatie binnen het woonzorgcentrum bemerken we een tijdelijk verhoogd personeelsverloop in 2012.



X mediaan

Middelste 60% 8,76

%4,4% 7,7

%9,3%

10,5%

4,8% 8,8% 3,3%

21,4%

Hier kunt u het rapport

Documents

Transcript of Hier kunt u het rapport