Het strafbare feit

14
Het strafbare feit Hoofdstuk 15 paragraaf 15.6 en 15.7

Transcript of Het strafbare feit

Page 1: Het strafbare feit

Het strafbare feit

Hoofdstuk 15 paragraaf 15.6 en 15.7

Page 2: Het strafbare feit

Wat gaan we behandelen

• Het begrip strafbaar feit

• Hoe is een strafbaar feit opgebouwd

• Wederrechtelijkheid en schuld (elementen)

Page 3: Het strafbare feit

Strafbaar feit

• Onder het begrip strafbaar feit word verstaan een menselijke gedraging die gedekt wordt door een wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten.

Misdrijven (rechtsdelict)Overtredingen (wetsdelicten)

Een wetsartikel waarin gedrag strafbaar wordt gesteld, heet een strafbepaling

Page 4: Het strafbare feit

Strafbaar feit

• Menselijke gedraging (handelen of nalaten)

• Wettelijke delictsomschrijving (art 1 WvSr)

• Wederrechtelijk (in strijd met het recht)

• Schuld (schuld of opzet)

Page 5: Het strafbare feit

Wettelijke delictsomschrijving

Page 6: Het strafbare feit

Voorbeeld

Wetboek van StrafrechtArt. 310

Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vierde categorie.

De dader is alleen strafbaar als zijn gedrag valt onder ALLE bestanddelen van de delictsomschrijving

Wat is de delictsomschrijving (norm) Het strafbare gedrag

Wat is de kwalificatie

Wat zijn de bestanddelen

Wat is de sanctie

Page 7: Het strafbare feit

OpdrachtWerk in groepjes van 3 personen.

Zoek artikel 179 Sr, 180 Sr, 300 Sr, 184 Sr en 185 Sr op.

Noteer het hele artikel.

Geef bij het artikel aan wat :•De delictsomschrijving (norm)•De kwalificatie•De sanctie

Onderstreep de belangrijke bestanddelen van het artikel.

Page 8: Het strafbare feit

Wederrechtelijkheidalgemene voorwaarden (elementen)

• Wederrechtelijkheid (in strijd met het recht) wordt in principe aangenomen wanneer je de delictsomschrijving (alle bestanddelen) vervult.

Karin loopt over straat. Op een gegeven moment komt ze Petra tegen. Karin heeft een bloedhekel aan Petra en daarom geeft ze Petra een harde schop tegen haar schenen. Art 300 Sr

Pieter is hoofdagent van politie in Roden. Tijdens een surveillancedienst ziet hij hoe twee jongens met elkaar op de vuist gaan. Pieter wil de beide jongens aanhouden, maar wanneer hij de handboeien om wil doen, begint een van de jongens Pieter te slaan. Pieter geeft de jongen daarop een harde duw, waardoor de jongen op de grond valt en zich lelijk bezeert.

Annemieke is een jonge vrouw van 26 jaar. Wanneer ze door de binnenstad van Enschede loopt, wordt ze plotseling vastgepakt door een man. De man zegt tegen Annemieke dat ze met hem mee moet komen, omdat er anders wat zal zwaaien. Annemieke bedenkt zich geen moment eb geeft de man een wel gemikt knietje tussen zijn benen. Kermend van de pijn valt de man op de grond.

Page 9: Het strafbare feit

Schuldalgemene voorwaarden (elementen)

• De laatste voorwaarde om van een strafbaar feit te spreken, is schuld. De menselijke gedraging die valt binnen een wettelijke delictsomschrijving en wederrechtelijk is, moet aan schuld te wijten zijn.

- Verwijtbaar- Willens en Wetens (opzet)- De verdachte had anders kunnen

handelen

Page 10: Het strafbare feit

Schuld

Page 11: Het strafbare feit

Schuld

• SchuldOnder het juridische begrip schuld in ruime zin vallen zowel opzet (opzetmisdrijven) als schuld in enge zin.

• Opzettelijk wil zeggen dat de verdachte het strafbare feit willens en wetens moet hebben gepleegd.

• Bij schuld in enge zin is er sprake van schuld ten gevolge van een handeling of een verzuim waardoor iets volgt dat diegene niet heeft gewild (ongewilde gevolgen).

Page 12: Het strafbare feit

Voorbeeld

• Er wordt een schilder dood aangetroffen op het trottoir, onder aan een steiger, in Amsterdam. Onderzoek leert dat de man tijdens zijn werkzaamheden van de steiger gevallen is omdat daar, tegen alle regels in, door de aannemer geen goed hek was geplaatst.

– Artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht – Doodslag– Artikel 307 van het Wetboek van Strafrecht – Dood door schuld

Page 13: Het strafbare feit

Samenvattend

• Een verdachte moet alle bestanddelen en elementen hebben

gepleegd wil hij strafbaar zijn voor dat specifieke strafbare feit

of feiten

Page 14: Het strafbare feit

Opdracht

1. Wat is een wettelijke delictsomschrijving en waaruit is zij opgebouwd?2. Welke twee algemene vereisten (elementen) gelden voor de strafbaarheid van een

feit en hoe noemt men deze vereisten?3. Welke betekenissen kan het begrip “schuld” hebben?4. Wat betekent wederrechtelijkheid?5. Wat verstaat men onder een kwalificatie?6. Hoe wordt een strafbaar feit omschreven?7. Hoe is de norm verdeeld8. Wat wordt er vereist voor de strafbaarheid?9. Hoe kan men schuld onderverdelen?10. Wat is opzet?11. Noem eens enkele synoniemen voor het woord opzet dat de wetgever ook gebruikt?12. Wat is wederrechtelijk?