Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald...

16
MENS : een indringende en educatieve visie op het leefmilieu Dossiers en rubrieken didactisch gewikt en gewogen door eminente specialisten M ilieu- E ducatie, N atuur & S amenleving MENS : een indringende en educatieve visie op het leefmilieu Dossiers en rubrieken didactisch gewikt en gewogen door eminente specialisten UITGIFTEKANTOOR 2800 MECHELEN 1 43 4e kwartaal 2001 Driemaandelijks populair-wetenschappelijk tijdschrift Het klimaat in de knoei

Transcript of Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald...

Page 1: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

MENS :een indringendeen educatievevisie op hetleefmilieu

Dossiers en rubriekendidactisch gewikten gewogen dooreminente specialisten

M i l i e u -E d u c a t i e ,N a t u u r &S a m e n l e v i n g

MENS :een indringendeen educatievevisie op hetleefmilieu

Dossiers en rubriekendidactisch gewikten gewogen dooreminente specialisten

UIT

GIF

TEK

ANTO

OR

280

0 M

ECH

ELEN

1

43 4e kwartaal 2001 Driemaandelijks populair-wetenschappelijk tijdschrift

Het klimaat in de knoei

Page 2: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

KLIMAATVERANDERING EN BROEIKASEFFECT

Na twee weken en een volle nacht doorvergaderen is vanochtend vroeg de klimaat-conferentie in Marrakech succesvol afgerond. In Marrakech is het Bonn-akkoordvastgelegd in juridische teksten. Daarmee is de politieke doorbraak van Bonn bezegeld.

In juli waren er in Bonn compromissen bereikt over de manier waarop broeikasgassenkunnen worden teruggedrongen. Daarbij ging het over de steun aan ontwikkelingslan-den, de mate waarin bossen mogen worden meegeteld om aan de verplichtingen tevoldoen, de sancties als landen hun doelstelling niet halen en de maatregelen in hetbuitenland.

In Marrakech is er lang gesproken over de manier waarop sancties worden geregeld ende Russische wens om meer megaton koolstof toegekend te krijgen voor hun bossen.Uiteindelijk is alles vastgelegd in juridische teksten. Nu dit is gebeurd, hebben regerin-gen geen enkele juridische of politieke belemmering meer om het Kyoto-protocol teratificeren. Daarmee is het mogelijk dat het Kyoto-protocol midden volgend jaar inwerking zal treden. Om dit te bewerkstelligen moeten tenminste 55 landen ratificerendie gezamenlijk voor tenminste 55% van de uitstoot van broeikasgassen verantwoorde-lijk zijn. De Europese Unie heeft aangekondigd met de ratificatie vaart te maken. Ditgeldt ook voor Japan. De Verenigde Staten hadden meegedeeld niet mee te doen. Ikdenk dat ze er goed aan zouden doen alsnog toe te treden. Daarmee zouden zij aan-geven ook voor het wereldklimaatprobleem een wereldwijde coalitie te wensen.

Het Bonn akkoord en de juridische vertaling daarvan is slechts een eerste stap in destrijd tegen klimaatverandering. Er moet veel meer gebeuren. Bovendien mogen we devraag naar effectiviteit van onze maatregelen niet uit de weg gaan. Een onafhankelijkpopulair wetenschappelijk tijdschrift als MENS is één van de podia waarop die toetsingvan het beleid en de ontwikkeling van denken aan een breder publiek gebracht wor-den. Ik ben daarom blij met dit themanummer en de gelegenheid die u mij gegevenheeft om het voorwoord te verzorgen.

Jan PronkNederlands Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheeren voorzitter van de CoP6 in Den Haag (2000) en Bonn (2001).

Leila Mead/IISD

2

Klimaat in de overgang. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3Van kleine ijstijd tot mondiale opwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5Oneerlijk verdeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6De feiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Klimaatgeschiedenis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Onzekere toekomst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Een opwarmende wereld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10Oplossingen alleen wereldwijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13Ieder zijn steentje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

© Alle rechten voorbehouden MENS 2001

Coördinatie:Prof. dr R. CaubergsTel.: 03/218.04.14

www.2mens.com

Onder de auspiciën van:- Vlaamse Vereniging voor Biologie (V.V.B.)- Belgisch Werk tegen Kanker en Vlaamse Kankerliga- Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging

(K.V.C.V.)- Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging (KVIV)- Vereniging Leraars Wetenschappen (VeLeWe)- Vereniging voor het Onderwijs in de Biologie (V.O.B.)- Vereniging Leraars Aardrijkskunde (V.L.A.)- Vlaamse Ingenieurskamer (V.I.K.)- Water - Energie - Leefmilieu (WEL)- Centrum voor Milieusanering, U. Gent- Verbond der Vlaamse Academici (V.V.A.)- Nederlands Instituut voor Biologen (NIBI)- Natuur & Wetenschap- Provinciaal Instituut voor Milieu-Educatie (PIME)- Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van

Antwerpen (KMDA)- Zoo Antwerpen en dierenpark Planckendael- Koninklijk Belgisch Instituut voor

Natuurwetenschappen (KBIN)- Koninklijk Instituut voor het duurzaam beheer

van de Natuurlijke rijkdommen en de bevordering van de schone Technologie (K.I.N.T.)

Met dank voor de illustraties aan :Prof. dr L. Beyens, RUCADr B. Van de Vijver, RUCAProf. dr I. Nijs, UIAProf. dr H. Svensmark

Kernredactie:A. Van der Auweraert, MENSR. Caubergs, RUCAJ. GansemansP. RaeymaekersC. Thoen, middelbaar onderwijs

Redactionele coördinatie:A. Van der AuweraertRUCA, Groenenborgerlaan, 171 - 2020 AntwerpenTel.: 03/218.04.84 - Fax: 03/218.04.17e-mail: [email protected]

Abonnementen en info:Corry De BuysscherTe Boelaarlei 21, 2140 AntwerpenTel.: 03/312.56.56 - Fax: 03/309 95 [email protected]ë: 18 € op 777-5921345-56Educatief abonnement: 10 €

(mits vermelding instellingsnummer)Losse nummers: 3,15 €(bij nabestellingen voor educatieve doeleinden)`

Promotie en externe relaties Inge Van HerckMobile: 0475/97 35 27Fax: 051/22 65 [email protected]

Topic and fund raising:Dr Sonja De NollinTel.: 03/322.74.69 - Fax 03/321.02.77e-mail: [email protected]

Verantwoordelijke uitgever: Prof. Dr R. Valcke [email protected]

MEN

S43

I n h o u d

Vo o r w o o r d

Page 3: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

3

MEN

S43

Welk van de bovenstaande scenario’suiteindelijk fictie of werkelijkheid wordt,weet niemand. Misschien loopt het nietzo’n vaart met de verandering van onsklimaat of misschien wordt het allemaalwel veel erger dan we nu voorspellen.Maar de aanwijzingen stapelen zich opdat ons klimaat verandert, al of niet doortoedoen van de mens. Daarom begin-nen vele wetenschappers, beleidsmakersen mensen als u en ik, zich grote zorgente maken. Het is echter niet eenvoudig om wijs teraken uit het ingewikkelde en incoheren-te kluwen van klimaattheorieën, gevolg-scenario’s en prognoses. Temeer daarhet onderzoek van de klimaatverande-ring en haar gevolgen een multidiscipli-nair karakter heeft en zich dus vertakt

over zeer uiteenlopende wetenschappe-lijke domeinen, gaande van de fysica totde biologie en van de geologie tot desociale en economische wetenschappen.

In de eerste plaats heeft klimaat temaken met het weer. Het klimaat is hetmeest voorkomende weer over een langere periode. Meteorologen houdengedurende tientallen jaren metingen bijvan temperatuur, vochtigheidsgraad,luchtdruk, wind, bewolking en neerslag.Ze kijken naar dagelijkse en jaarlijksevariaties en houden extreme weersom-standigheden in het oog, zoalshittegolven, zware regenbuien of heuseorkanen. Op deze manier kunnen zezien hoe het klimaat zich over een langere periode ontwikkelt.

Het klimaatHet klimaatin de knoeiin de knoei

Aan dit dossier werkten mee:Prof. dr Louis Beyens, Onderzoeksgroep Polaire Ecologie en Paleobiologie, RUCADr Gaston R. Demarée, Koninklijk Meteorologisch Instituut,KMIProf. dr Henri Malcorps, Koninklijk Meteorologisch Instituut, KMI Dr Pim Martens, ICIS, Universiteit MaastrichtProf. dr Ivan Nijs, Onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-ecologie,UIAProf. dr Hugo Poppe, Laboratorium voor Weer- en Klimaatkunde, KULProf. dr Alfred Quinet, Koninklijk Meteorologisch Instituut, KMIProf. dr Oswald Van Cleemput, Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, RUGDr Bart Van de Vijver, Onderzoeksgroep Polaire Ecologie en Paleobiologie, RUCA

31 december 2100De wereld viert het einde van een eeuw waarin de gemiddeldetemperatuur met 5°C toenam, de hoeveelheid koolzuurgas inde lucht verdrievoudigde en het zeepeil steeg met tachtig centi-meter. Het stijgende water overspoelde tien procent van hetgrondgebied van Bangladesh. Zes miljoen Egyptenaren moes-ten verhuizen uit de verzilte Nijldelta en twee miljoenNederlanders vluchtten met hun super-de-luxe caravans naareen stekje in de Belgische Ardennen. De schrik zit er boven deMoerdijk goed in. Menig Nederlander vraagt zich af of dedijkverstevigingen en de reusachtige pompen het stijgendewater zullen buiten houden.

31 december 2100 De wereld viert het einde van een eeuw waarin veel werd gede-batteerd over de klimaatverandering en het broeikaseffect.Gelukkig liep het niet zo’n vaart. De temperatuur steeg uiteinde-lijk met slechts 1°C en het zeeniveau met vijf centimeter. Menwas er gedeeltelijk in geslaagd om de uitstoot van broeikasgassente verminderen. Maar bovenal bleken er nog andere factoren eeninvloed te hebben op het klimaat. Die had men in het begin vande 21ste eeuw onvoldoende opgenomen in de voorspellingen.Niettemin waren de Nederlanders toch nog massaal afgezaktnaar de Ardennen - niet uit angst voor het stijgende water, welvoor de ‘gezelligheid’.

Page 4: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

Op onze aardbol is het klimaat alles-behalve stabiel. Bekijken we hettemperatuurverloop over een periodevan 400 000 jaar in het zuidpoolgebied,dan zien we grote verschillen. Relatiefwarme perioden worden afgewisseldmet koude ijstijden. Het is opvallend datde omslag telkens abrupt gebeurt, openkele decennia tijd. De temperatuurscurve volgt nagenoegperfect die van de CO2-concentratie inde lucht. Beiden houden verband metelkaar, dat mag wel duidelijk zijn. Preciesop dit verband is de hypothese gestoelddat de nakende klimaatverandering hetgevolg zal zijn van de verhoogde uit-stoot van CO2 en andere broeikasgassendoor de mens.

Toch zijn het niet alleen broeikasgassendie ons klimaat bepalen, er zijn zovelefactoren die een rol spelen. Er is onder-meer de zon, die niet altijd even actiefis. Ook de positie van de aarde tenopzichte van de zon verandert. Dat

heeft allemaal een belangrijke invloedop het klimaat op aarde.Niet alle stralen die de zon in de richtingvan de aarde uitstuurt, bereiken hetaardoppervlak. Een deel daarvan wordt

weerkaatst door wolken, door stofdeel-tjes of door het aardoppervlak zelf. Hoemeer zonlicht er teruggestuurd wordt in de ruimte, hoe kouder het wordt opaarde.

4

MEN

S43

300

280

260

240

220

200

180

160400.000 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0

4¡C

2¡C

0¡C

-2¡C

-4¡C

-6¡C

-8¡C

-10¡C400.000 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0

De CO2-concentratie en temperatuur op Antarctica tijdens de laatste 400 000 jaar.

Geen weer zonder atmosfeer

Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een helereeks factoren waaronder de massa van de planeet, deafstand tot de zon en de samenstelling van de atmosfeer ofdampkring. Op de aarde is de atmosfeer voor 78% samenge-steld uit stikstof, voor 21% uit zuurstof en voor 1% uitandere gassen, waaronder koolstofdioxide (0.03-0.04%).Maar dat was niet altijd zo. De aardse oeratmosfeer bestondaanvankelijk voornamelijk uit koolstofdioxide, stikstof, water-stof en water met wellicht kleine hoeveelheden waterstof-sulfide, ammoniak en methaan. Pas veel later treffen we er

zuurstof aan, als gevolg van de fotosynthese door micro-organismen.De dampkring rond andere planeten in ons zonnestelsel isheel anders samengesteld. Mars is te klein om er een dikkeatmosfeer op na te houden. De dampkring is er ongeveer100 keer dunner dan die op de aarde en de gemiddeldeoppervlaktetemperatuur bedraagt -50°C.De dikte van de atmosfeer op Venus is vergelijkbaar met dievan de aarde. Het is er echter wel veel warmer (420-460°C)en de dampkring bestaat voor 96% uit koolstofdioxide. De klimaten op Mars en Venus zijn heel stabiel, op aardedaarentegen verandert het klimaat voortdurend. (Bron: UNEP)

CO2

-con

cent

ratie

s in

dee

ltjes

per m

iljoe

n (p

pm)

tem

pera

tuus

chom

mel

ing

MarsDunne atmosfeerBijna geen CO2 in de atmosfeerGemiddelde temperatuur: -50°C

AardeAtmosfeer bestaat voor 0.03% uit CO2Gemiddelde temperatuur: +15°C

VenusDikke atmosfeerdie voor 96% bestaat uit CO2Gemiddelde temperatuur: +420°C

Page 5: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

Van kleine ijstijd tot mondiale opwarming

Ook het afgelopen millennium is het kli-maat in een aantal opzichten veranderd.Opvallend is de koude periode tussen1400 en 1850. Deze periode noemt menook wel eens de ‘kleine ijstijd’. Binnendeze ijstijd deed zich nog een extra koude periode voor, het zogenaamde‘Maunder Minimum’, dat begon in 1645en eindigde in 1715. Tijdens de winterwaren onze rivieren steevast dichtgevro-ren. In de schilderkunst leverde dezeperiode schitterende winterlandschap-pen en ijstaferelen op, maar een echtpretje zijn de winters in die tijd nietgeweest. Er is overigens nog geen bevre-digende verklaring gevonden voor dezekoudere periode, mogelijk speelde eengeringere zonneactiviteit een rol.

In de twintigste eeuw lijkt het er op datde aarde opwarmt. Recente rapportenvan het Intergovernmental Panel on Climate Change, het IPPC, waaraan honderden wetenschappers meewerk-ten, laten daar geen twijfel over bestaan.Het is warmer geworden op aarde(gemiddeld 0,6°C), het ijs van de noord-poolkap, op Groenland en van gletsjerssmelt weg en het zeepeil is gestegenmet 10 tot 20 centimeter.Vele wetenschappers leggen een ver-band tussen de opwarming van de aardeen de stijging van de hoeveelheid broei-kasgassen gedurende de voorbije eeuw.De belangrijkste boosdoener daarbij iskoolstofdioxide ofwel CO2. De gehelemensheid brengt elk jaar zo’n 25 miljardton CO2 in de atmosfeer. Het grootstedeel, 80%, is afkomstig van het verbran-den van fossiele brandstoffen zoalsaardolie, gas en steenkool, maar ook

grootschalige ontbossing draagt bij totde stijging van het CO2-gehalte in delucht. Het giganteske van 25 miljard ton kun-nen we ons nauwelijks voorstellen. Oftoch, men kan stellen dat iedere mensop aarde, en we zijn met meer dan zesmiljard, elk jaar zowat 100 keer zijneigen gewicht aan CO2 in de luchtstuurt. Deze hoeveelheden hebben zohun gevolgen: de laatste 400.000 jaarschommelde de atmosferische CO2-con-centratie tussen de 200-290 ppm (vanhet Engels ‘part per million’ = aantalmoleculen CO2 per miljoen moleculenlucht), inmiddels zijn we bij 370 ppmaanbeland. Er zijn echter nog andere broeikasgassenwaarvan de concentratie in de voorbijeeeuw spectaculair toenam. We denkenaan methaan, distikstofoxide, CFK’s, HFK’s,perfluoromethaan en zwavelhexafluoride.

5

MEN

S43

Bitterkoud zonder serre

Ongeveer de helft van de stralen die dezon in de richting van de aarde stuurt,worden terug in de ruimte gekaatst.Een deel wordt weerkaatst door wol-ken, stofdeeltjes in de hogere lucht-lagen - de zogenaamde aërosolen -, ofdoor het aardoppervlak zelf. De anderehelft van de stralen warmt het aardop-pervlak en de oceanen op, waardoordeze op hun beurt infrarode stralen uit-zenden.

Waterdamp, koolstofdioxide, methaanen distikstofoxide absorberen de infra-rode stralen waardoor de aardatmo-sfeer opwarmt. Deze gassen kennen wedaarom ook onder de naam ‘broeikas-gassen’. Ze omhullen de aarde als ééngroot deken dat weliswaar de zonne-stralen doorlaat, maar tegelijk dewarmtestralen binnenhoudt. Gelukkigzijn er broeikasgassen, zonder zou hetop aarde gemiddeld 20°C onder nulzijn. (bron: UNEP)

Zet het energiemanage-

ment van uw computer op

‘zuinig’. U brengt onrecht-

streeks 44 kg minder CO2per jaar in de lucht.

Witte bovenkantvan de wolken

Vulkanischeerupties Verbrande biomassa

(bosbranden)

Zandstormen

Verbranden van steenkool en aardolie

Kale bodem

IJs en sneeuw

Weerkaatste straling

Zon

Zonnestralen dringen doorde atmosfeer

Invallende zonne-energie:240 Watt/m2

Totale invallendezonne-energie: 343 Watt/m2

Zonnestralen gereflecteerd door deatmosfeer en door het oppervlak

van de aardeGereflecteerde zonne-energie:

103 Watt/ m2

Een deel van de infraroodstralingwordt geabsorbeerd en terug

vrijgegeven door de broeikasgassenwaardoor het aardoppervlak en de lage luchtlagen opwarmen

Infraroodstralen worden terugin de ruimte gestuurd

Uitgaande infraroodstraling :240 Watt/m2

Atmosfeer

Broeikasgassen

Aarde

Page 6: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

6

De meeste van deze gassen hebben eenbroeikaswerking die veel hoger is dandeze van CO2, maar gelukkig zijn hunconcentraties in de atmosfeer veel lageren is hun uiteindelijk effect relatief laag(zie tabel). Wel hebben bijna al dezegassen een aanzienlijke levensduur. Elkemolecule perfluoromethaan die we van-daag in de lucht spuiten, zit er wellichtover enkele tienduizenden jaren nog.Dat geldt ook voor CO2, maar in minderemate. Dat gas wordt immers gedeeltelijkopgenomen door de zee of vastgelegdin organisch materiaal via fotosynthese.Toch heeft elke gram CO2 die we van-daag in de atmosfeer brengen, gevolgenvoor de komende decennia. Koolstofdioxide is overigens niet eenshet belangrijkste broeikasgas. Met dieeer gaat waterdamp lopen. Waterdampis echter een broeikasgas waar de mensgeen directe invloed op heeft. Als grote

verdampingsreservoirs bepalen de zeeënen de oceanen de hoeveelheid gasvor-mige watermoleculen in de lucht. Tochstaat waterdamp niet los van de klimaat-verandering. Er zijn immers belangrijketerugkoppelingsmechanismen. Een alge-hele opwarming van de aarde leidt tothogere concentraties aan waterdamp inde atmosfeer en dat resulteert weer ineen verdere opwarming. Anderzijdsbetekent meer waterdamp ook meerwolken, wat dan weer resulteert inafkoeling. Dit soort complexe feedback-mechanismen zijn de oorzaak van heelwat onzekerheid in klimaatmodellen envoorspellingen.

Oneerlijk verdeeld

Er is een zeer onevenwichtige verdelingin de uitstoot van broeikasgassen. Indus-trielanden als de Verenigde Staten, de

Europese Unie en Japan hebben eenonevenredig hoog aandeel, zowel inabsolute cijfers als in uitstoot per inwo-ner. Elke VS burger stoot jaarlijks 20,5ton CO2 in de atmosfeer, een Belg12,04 ton en een Nieuw-Zeelander 8,81ton. De gemiddelde wereldburger zitaan 4 ton.

In Europa neemt de verbranding vanfossiele brandstoffen voor energieop-wekking het leeuwendeel van de emissievan broeikasgassen voor haar rekening.De energiesector en de industrie hebbenhet grootste aandeel, maar het wonenen het transport volgen op de hielen. De Belgische elektriciteitssector produ-ceert minder broeikasgassen peropgewekte eenheid elektrische energie,in vergelijking met andere landen vande EU. Dat is natuurlijk hoofdzakelijk tedanken aan kernenergie. Dat is immers

MEN

S43

U.S.A.Luxemburg

AustraliëCanadaFinlandEstlandBelgië

DenemarkenNederland

TsjechiëOESO

DuitslandIerland

RuslandGroot-Brittanië

JapanPolen

IJslandNieuw-Zeeland

OostenrijkNoorwegen

20,50 20,42 16,52 15,76 12,74 12,74 12,04 11,81 11,81 11,74 11,20 10,77 10,27 9,89 9,40 9,29 9,06 8,85 8,81 7,947,79

Broeikasgas Chemische Pre-industriële Concentratie in Levensduur van het Bron Potentie als Bijdrage aan formule concentratie in 1994 gas in de atmosfeer broeikasgas broeikaseffect

(in jaren) (t.o.v. CO2)

Koolstofdioxide CO2 278 ppm 358 ppm Variabel Verbranden fossiele 1 82%brandstofOntbossing

Methaan CH4 0,7 ppm 1,7 ppm 12,2 Fossiele brandstof 21 12%RijstveldenStortplaatsenVeestapel

Distikstofoxide N2O 0,275 ppm 0,311 ppm 120 Meststof 310 4%Industriële processen

CFK CCl2F2 0 0,0005 ppm 102 Koelmiddel 6200-7100DrijfgasPiepschuim Totaal

HFK CHClF2 0 0,0001 ppm 12,1 Koelstof 1300-1400 restgassen

PFK CF4 0 0,00007 ppm 50000 Productie van 6500 2%(perfluoromethaan) aluminium

Zwavelhexafluoride SF6 0 0.000032 ppm 3200 Elektrische isolatie 23900

Aandeel van de doelgroepen in de totale broeikasgasuitstoot

storten van afval 2%gasdistributie 1%natuur en landbouw 3%veeteelt 7%salpeterzuurproductie 4%electriciteitscentrales 22%raffinaderijen 5%industrie 22%gebouwenverwarming 19%wegverkeer 15%

CO2-emissie per land per inwoner in 1997 (ton)

Bron: VVM Bron: VBO

Page 7: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

7

een productieproces waarbij de uitstootvan broeikasgassen minimaal is. Maaraan kernenergie kleven heel andere vei-ligheids- en milieuvragen, waardoorBelgië wellicht zijn bestaande kerncen-trales niet zal vervangen. Daarom zalBelgië, meer nog dan andere landenbinnen de EU, op zoek moeten naarduurzame energievormen zonder de uit-stoot van broeikasgassen te verhogen.

U en ik

Uiteindelijk zijn we met ons kwistig ener-gieverbruik allen verantwoordelijk voorde uitstoot van broeikasgassen. Elk lamp-je dat onnodig blijft branden, elkekilometer die we met de auto in de filestaan, elke keer dat de verwarmingbrandt als we niet thuis zijn, spuwen werechtstreeks of onrechtstreeks een onno-dige hoeveelheid broeikasgassen in deatmosfeer.

MEN

S43

De koolstofcyclus

Het leven op aarde heeft naast de elementen zuurstof enwaterstof het element koolstof als basis. Het is één van debelangrijkste chemische componenten van de organischematerie, of het nu gaat om fossiele brandstoffen of complexebiomoleculen als DNA en eiwitten. Op aarde is koolstof voornamelijk gestockeerd als (hoeveel-heid in miljard ton koolstof):• biochemische moleculen in levende organismen (biomassa)

(610)• koolstofdioxide in de lucht (766)• organische materie in de oppervlakkige bodem (resten van

levende organismen) (1500)• fossiele brandstoffen (steenkool, aardolie en gas) in de die-

pere bodemlagen (4000)• opgeloste koolstofdioxide in de oceanen (40 000)• organische gesteenten (kalkhoudende gesteenten en dolo-

miet) en calciumcarbonaat in de schelpen van afgestorvenmariene organismen (tezamen 100 000 000)

De mens grijpt in deze cyclus rechtstreeks in op twee plaat-sen:• Hij verplaatst koolstofatomen van de fossiele brandstoffen

naar de lucht.• Hij kapt bossen en wouden waardoor het aantal koolstof-

moleculen die zijn opgenomen in de biomassa vermindert.

Deze ingrepen leiden tot het zogenaamde broeikaseffect. Wepompen jaarlijks ongeveer 5.5 miljard ton koolstof vanuit defossiele brandstofopslag naar de atmosfeer en nog eens 1.5miljard ton door grootschalige ontbossing. Een deel hiervanwordt opgenomen door de oceanen, als opgelost CO2, eenander deel wordt via de fotosynthese in biomassa omgezet,zowel op het land als in de zee. Fotosynthese is het proceswaarbij CO2 en H2O onder invloed van licht in de bladgroen-

korrels (chloroplasten) worden omgezet in suikers. De koolstofcyclus is een dynamisch proces en wordt onder-stut door een aantal evenwichten. Men stelt zich echter devraag hoe rekbaar deze dynamiek is en of we ooit echt doorhet lint zullen gaan.

DE FEITEN

Klimaatverandering …• De aarde werd in de 20ste eeuw gemiddeld 0.6 graden warmer. De warmste

jaren werden genoteerd tussen 1995 en 2000.• Sinds het begin van de systematische temperatuurmetingen in de 19de eeuw

waren de jaren ’90 de warmste decade en 1998 het warmste jaar in het noorde-lijke halfrond. Men vermoedt zelfs dat het de warmste decade en het warmstejaar waren van het hele millennium.

• Satellietgegevens bevestigen dat sinds de jaren ’60 tien procent minder aard-oppervlak is bedekt met sneeuw en ijs. Ook de gletsjers in niet-polaire gebiedenhebben zich verder teruggetrokken.

• Op het einde van de zomer is de dikte van het noordpoolijs nu 40% dunner dan tijdens de jaren ’50.

• Het niveau van het zeewater nam gemiddeld met 10 tot 20 centimeter toe. • In het noordelijk halfrond werden de zomers droger en de winters natter.• In de tweede helft van de twintigste eeuw kwamen er in het noordelijk halfrond

vier procent meer zogenaamde ‘zware neerslaggebeurtenissen’ voor.

… of toch niet.• In sommige delen van het zuidelijk halfrond en op de zuidpool werd geen noemens-

waardige opwarming genoteerd.• Men kan geen veranderingen aantonen in het antarctische ijs die wijzen op een

opwarming.• Wereldwijd zijn er niet meer tropische en subtropische stormen.• Men vindt geen opwarming in luchtlagen op 5 tot 8 kilometer hoogte.

Met een goede dakisolatiemoet u minder verwarmen

en brengt u jaarlijks 855 kg minder CO2 in

de lucht.

CO2 inatmosfeer

CO2 inbiomassaop land

verbranding fossiele

brandstoffen

CO2in

litosfeerBiomassa in

oceanen

CO2 inoceanen

Diffusie Fotosynthese

Biomassa

Steenkool, aardolie en aardgas

Kalksteen en dolomiet

Organische massa in de grond

Ontbinding en

respiratie

Kalksedimenten

Page 8: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

8

MEN

S43

De geschiedenis van het klimaatOm het klimaat van vandaag in een con-text te plaatsen, moeten we het klimaat van het verledenkennen. Er zijn verschillende manieren om het relaas van hetklimaat doorheen de voorbije millennia te bestuderen. Wekunnen ons baseren op :• weergegevens. Sinds 150 jaar houdt men wereldwijd op

een systematische manier gegevens over temperatuur,neerslag, luchtdruk en wind bij. Ons eigen KMI beschiktover redelijk betrouwbare gegevens sinds 1767.

• historische gegevens. Sedert de mens zijn eigen geschiede-nis opschrijft, houdt hij ook de geschiedenis van het weerbij. Historische documenten waaronder logboeken vanboeren, scheepsjournaals, dagboeken …, maar ook fresco’sen schilderijen verschaffen ons heel wat informatie over hetklimaat van de voorbije millennia.

• indirecte gegevens. We hebben geen rechtstreekse gege-vens over het klimaat in het verdere verleden. Wat weerover weten is grotendeels gebaseerd op:

Jaarringen van bomen. Weer en klimaat beïnvloeden de groeivan bomen, vandaar dat het klimaat zijn weerspiegelingvindt in de breedte, densiteit en samenstelling van de jaarrin-gen. In gematigde gebieden met uitgesproken seizoenen,zoals bij ons, produceren de bomen één ring per jaar. Deeigenschappen van die ring geven een idee over de weers-gesteldheid van dat jaar.

IJs. Hoog in de bergen en op de polaire ijskappen heeft desneeuw van vele eeuwen zich opgestapeld. Wetenschappers

boren honderden meters diep in het ijs en verzamelen ijskernen. Aan de hand van stofdeeltjes, luchtbelletjes enisotopensamenstelling kunnen ze het klimaat van toen inter-preteren.

Plantenresten en pollen. Aan de pollenkorrel herken je deplant. Elke plantensoort produceert immers kenmerkendepollenkorrels, die bovendien zeer lang in de bodem of insedimentgesteenten bewaard blijven. Een analyse van pollen-korrels in een bodemlaag zegt heel wat over de planten dieer tijdens een bepaalde periode leefden.

Fossielen. Elk jaar worden miljarden tonnen sediment afgezetop de bedding van oceanen, meren en poelen. Dergelijkesedimenten zijn afkomstig van de organismen die er leefden,van stofdeeltjes die met de wind werden aangevoerd en vanrivierafzettingen. Wetenschappers nemen bodemstalenvan deze sedimenten. Eerst bepalen ze de ouderdom van delaag. Daarvoor zijn er verschillende methoden, maar demeest robuuste is ongetwijfeld de datering van het organi-sche materiaal via de 14C-isotopenmethode. Vervolgens zoekende wetenschappers in elke gedateerd staal naar restanten vanbiologisch leven. Aan de hand van het al of niet voorkomenvan bijvoorbeeld skeletjes van bepaalde algensoorten zoalsdiatomeeën en goudwieren, of van beschaalde amoebentrachten ze de geschiedenis van het klimaat laag per laag tereconstrueren.

Was voortaan als

de trommel vol is.

Dat scheelt 29 kg CO2per jaar per machine.

0,5

0,0

-0,5

-1,0

1000 1200 1400 1600 1800 2000

Evolutie van detemperatuur (in°C) op het noor-delijk halfrondin de laatsteduizend jaar.

Skeletjes van microscopisch kleine goudwier-tjes verraden het vroegere klimaat.

De achtster (Dryas octopetala) is een arcti-sche plant die bij ons tijdens de laatste ijstijdvoorkwam.

Het nemen van een bodemstaal vraagt spiermassa.

Intermezzo...

Page 9: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

Het eerste scenario uit de sciencefiction-krant van 31 december 2100 kent nogeen vervolg:

Of een toekomstige klimaatveranderingdergelijke impact zal hebben, is helemaalniet zeker. De toekomst voorspellen isimmers geen exacte wetenschap. Voor-spellingen laten we beter over aankoffiedikkijkers, glazenbolbezitters ofkaartleggers. Er zijn teveel parametersdie het klimaat beïnvloeden en waarvanwe het verloop in de toekomst niet ken-nen. Daarom is het onmogelijk om hetklimaat van over 100 jaar met enigezekerheid te voorspellen.We kunnen echter wel bepaalde parame-ters, zoals de evolutie van deconcentratie aan broeikasgassen, vastleg-gen in zogenaamde toekomstscenario’s.Met behulp van theoretische klimaatmo-dellen en computersimulaties kan menop basis van deze scenario’s berekenenhoe het klimaat zal evolueren. Al dezevoorspellende analyses zijn echter afhan-kelijk van hun uitgangspunten. Weinigvan de gebruikte klimaatmodellen enscenario’s houden bijvoorbeeld rekeningmet veranderende zonneactiviteit. Als deSvensmark-theorie over de klimaatveran-dering steek houdt (zie ‘Roepen in dewoestijn’), dan gaan de meeste heden-daagse voorspellingen grondig de mistin. Niettemin blijft dit de enige manier

9

MEN

S43

Roepen in de woestijn

Niet alle wetenschappers zijn het eens met de broeikastheo-rie. Volgens sommigen is het oorzakelijk verband tussenCO2-concentraties in de lucht en de opwarmende aarde nietecht bewezen. Zij stellen zich de vraag wat er het eerst was.Is het de stijging aan broeikasgassen die de temperatuur ver-hoogt of is het de verhoging van de temperatuur die meerbroeikasgassen in de lucht brengt? Hogere temperaturendoen immers de oplosbaarheid van CO2 in de oceanen afne-men, waardoor de hoeveelheid CO2 in de lucht toeneemt. Indit scenario is de hogere CO2 dus eerder gevolg dan oorzaak.Wat veroorzaakt dan wel de opwarming? Henrik Svensmark van het Deense Instituut voor Ruimteon-

derzoek is een voor-aanstaande criticus van debroeikastheorie en hij legtuit: “De wispelturige zonspeelt de belangrijkste rol inde klimaatverandering. Er iseen duidelijk verband tus-sen de activiteit van de zon,gemeten aan het voorko-men van zonnevlekken, ende temperatuurstijging opaarde.” Het duurde enige tijd voorSvensmark dat verband zelf

kon verklaren, maar hij verdedigt nu een theorie die, aanvan-kelijk verketterd, stilaan door meer en meer klimatologenwordt bestempeld als ‘interessant’ en ‘minstens de moeitewaard om verder uit te zoeken’.

Volgens Svensmark vormen de magnetische stralen van de zoneen schild rondom ons zonnestelsel waardoor een groot deelvan de kosmische stralen afbuigt. Deze kosmische stralen, infeite hoog energetische protonen en atomaire kernen, racenmet een snelheid die deze van het licht benadert, doorheenons melkwegstelsel. Een deel van de kosmische stralen, dattoch in onze atmosfeer doordringt, botst in de lagere luchtla-gen met de elektrisch neutrale luchtatomen en zetten hen omin geladen ionen. Deze ionen hebben de neiging om samen teklonteren tot aërosolen die de kernen vormen voor dikke, laag-hangende wolken. Dergelijke wolken reflecteren het zonlicht,waardoor minder zonnestralen het aardoppervlak bereiken.Svensmark houdt er het volgende redeneringschema op na:meer zonneactiviteit leidt tot een sterker magnetisch veld,minder penetratie van kosmische stralen, minder aërosolvor-ming, minder laaghangende wolken en meer zonnestralendie de aarde bereiken. Kortom, de aarde warmt op.Michael Lockwood van het Rutherford Appleton Laboratoryin Engeland ondersteunt alvast met harde cijfers de Deensetheorie. Volgens hem nam sinds 1901 het magnetisch veldvan de zon toe met een factor 2,5. Alleen al in de laatste 40jaar steeg de sterkte van het veld met 40%.“Als mijn theorie klopt,” zegt Svensmark, “dan moeten weonze hele visie op het klimaat herzien. Misschien hebbenbroeikasgassen een invloed op de huidige klimaatverande-ring, maar hoe groot die invloed is, weten we niet. Het isbest mogelijk dat het effect van de zonneactiviteit veel groteris. Er is inmiddels veel geld en energie in de broeikastheoriegestoken. Veel wetenschappers en beleidsmakers zijn bangdat de publieke opinie zal denken dat het allemaal voor niksis geweest, omdat een andere factor de klimaatveranderingveroorzaakt.”

Een jaar lang twee keerper week carpoolen,scheelt al snel 310 kg

CO2.Onzekere toekomst

In landen rond de Middel-landse Zee wordt water on-gemeen schaars. Sinds 2065woeden er in het Midden-Oosten wateroorlogen.Daar- door is het verbredeSuez-zeekanaal afgesloten.Voor de scheepvaart vanWest naar Oost is dit echtergeen ramp. Er heeft zicheen Noordelijke route geo-pend. Die loopt viaSpitsbergen en de LaptevZee naar Wladiwostok enZuid-Oost Azië. Door hetwegsmelten van het poolijskunnen schepen deze routebijna het gehele jaar blijvengebruiken.Een skivakantie valt er inWest-Europa niet meer tebeleven want het sneeuwt ernog nauwelijks beneden de2000 meter hoogtegrens.Dui- zenden hoteliers in deAlpen en de Pyreneeën

moeten hun deuren sluitenbij gebrek aan toeristen.Zonnebaden kan natuurlijkwel. De Belgische kustkrijgt zelfs een zuiders tintjemet zijn nieuwe palmbo-menbos in de duinen.De landbouw in de gema-tigde gebieden floreert. Metde warmere zomers en mil-dere, maar nattere winters,kweken de West-Europeseboeren zuiderse groenten entropisch fruit. De glooiendehellingen van het Hagelandzijn omgetoverd tot wijn-gaarden die een frisse ensprankelende wijn voort-brengen die de echteChampagnes naar de kroonsteken. In de tropischegebieden kent de landbouwechter een rampzalige evo-lutie. Droogte en woestijn-vorming decimeerden deoogsten.

Toch is deze klimaatveran-dering al in het begin vande vorige eeuw voorspeld.Maar na eindeloze politiekepalavers keerde iedereenhuis- waarts en was het‘business-as-usual’. Slechtsin de laatste 50 jaar is hetbesef gekomen dat het zoniet verder kan. Door tech-nolo- gische vernieuwingenschakelen de Westerseindustrie- landen in ver-sneld tempo over opduurzame energiebronnenmet minimale uitstoot vanbroeikasgassen. Maar hetkwaad is al geschied. InIndia en China heeft demiljardenbevolking zich eenwesters consumptiepatroonaangemeten en hun brozeeconomieën zijn mindersnel geneigd om de nieuwetechnologieën te implemen-teren. Helaas is de

Volgens de Deen Henrik Svensmarkveroorzaken kosmische stralen de klimaatwijziging.

Page 10: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

10

MEN

S43

om onszelf een beeld te geven van watonze kinderen, kleinkinderen en achter-kleinkinderen mogelijk te wachten staat.Met dat doel is een organisatie als het‘Intergovernmental Panel on ClimateChange’ (IPCC) door de VerenigdeNaties en het ‘World MeteorologicalOrganisation’ in het leven geroepen. HetIPCC tracht al het klimaatonderzoeksamen te vatten, inclusief de voorspellin-gen over de evolutie van het klimaat. Inhet voorjaar van 2001 publiceerden dedrie werkgroepen van het IPCC hun der-de rapport, zowaar niet zomaar eenbescheiden overzichtartikeltje. Elke werk-groep bestond immers uit 100 tot 200gerenommeerde wetenschappers die derapporten voorbereidden, waarna zewerden nagelezen en gecorrigeerd doormeer dan duizend recensenten. Het heleproces nam drie jaar in beslag.De laatste IPCC-projecties houden reke-ning met een gemiddelde verhogingvan de temperatuur met 1,4°C tot 5,8°Cover de volgende 100 jaar. In hun vorigerapport uit 1996 gingen ze nog uit vaneen verhoging tussen de 1°C en 3,5°C.Tevens voorspellen ze dat de opwarmingniet overal gelijk zal zijn. Het noordelijkhalfrond krijgt een grotere toename teverwerken dan het zuidelijk halfrond ende sterkste relatieve stijging valt te note-ren boven de noordpoolcirkel. Devoorspellingen tonen echter aan dat hettoekomstige klimaat er heel anders zaluitzien in een scenario waarbij we dehoeveelheid broeikasgassen in de atmo-sfeer stabiliseren of zelfs verminderenten opzichte van een scenario waarbijwe gewoon blijven verder doen.

Een opwarmende wereld Nu al zien we de gevolgen van de kli-maatverandering die we de voorbijeeeuw meemaakten. Gletsjers smeltenweg, de permafrost – het gedeelte vande bodem dat zomer en winter bevrorenblijft – ontdooit, noordelijke rivieren enmeren vriezen later toe en zijn vroegerin de lenteterug open, ver-

spreidingsgebieden van planten en die-ren verschuiven met een grote impactop de biodiversiteit. Het zijn slechtsenkele van de veranderingen die we nureeds observeren. Elke verdere verhoging van de globaletemperatuur zal die fenomenen nogdoen toenemen. Het is echter ontzet-tend moeilijk om de impact van eenklimaatwijziging te voorspellen. Daaren-boven zullen sommige effecten voelbaarzijn over de hele wereld, andere zullenzich alleen plaatselijk voordoen. Voor-spellen welk effect waar, wanneer enhoe optreedt, is puur koffiedikkijken.Toch zetten we enkele van de voorzieneinvloeden op een rijtje, met het risicohopeloos onvolledig te zijn, of ergernog, de bal volledig mis te slaan.

Gezondheid

Het voorkomen van vele ziekten is kli-maatafhankelijk. Bij verdere opwarming

zullen er in de eerste plaats minder men-sen overlijden aan wintergerelateerdeaandoeningen, maar helaas meer aanzomeraandoeningen. Dichtbij huis den-ken we dan aan zomerallergieën, astmaen longproblemen door verhoogdeozonconcentraties, overbelasting vanhart- en bloedvaten op extra warmedagen en huidkanker door overmatigezonneklopperij. Maar meer nog heeft het klimaat eenindirecte invloed op de gezondheid. Hetrisico op sommige infectieuze aandoe-ningen verhoogt. Ziekten die doormuskieten en andere insecten wordenovergedragen kunnen zich uitbreidennaar het noorden of naar grotere hoog-ten. We denken in de eerste plaats aanmalaria, gele koorts, rivierblindheid enknokkelkoorts (Dengue fever). Ander-zijds neemt de kans dat het drinkwaterbesmet raakt met ziekmakende bacte-riën, zoals de cholerabacterie, ook toe

Een klimaatmodel met de glimlach

Weer en klimaat zijn toestanden van onze dampkring. Weer is kortin tijd en grootschalig in plaats; klimaat daarentegen is lang in tijdmaar kleinschalig in plaats. De samenhang tussen beide: het kli-maat is het meest voorkomende (niet het gemiddelde) weer in eenbepaalde streek rond een vaste tijd van het jaar.Computermodellen om het toekomstige weer of klimaat te berekenen,hebben dit gemeen: ze steunen op natuurkundige wetten, die verplaatsing enomvorming van energie beschrijven in dampkring en zee. Weer- en klimaatmo-dellen verschillen echter in product en werkwijze.Weermodellen leveren verwachtingen, die geldig zijn voor enkele dagen totenkele seizoenen. Men gaat uit van een waargenomen begintoestand, en dehoofdacteurs zijn dampkring (70 %), zee (20 %) en land (10 %).Klimaatmodellen produceren scenario’s, die geldig zijn van 10 jaar tot 10 eeu-wen. Daarbij gaat men uit van enkele basisveronderstellingen over het gedrag vande zon (40 %), de dampkring (30 %), het land en de zee (20 %), en de mens (10%). Klimaatmodellen kunnen alleen gevalideerd worden door na te gaan of ze hetklimaat van nu en van het verleden kunnen reproduceren. Daardoor wordt deonzekerheid kleiner over wat ze voor de toekomst voorspellen.

Een speels klimaatmodel werd opgesteld door de Leuvense hoogleraar Hugo Poppe.Met zijn eigen zin voor wetenschappelijke relativiteit noemde Poppe zijn model

‘Glimlach’. Glimlach laat toe om de invloed van acht klimaatfactoren te testenop de gemiddelde temperatuur op aarde. Je kan het modelletje en de bijbeho-rende cursus van onze website downloaden (www.2mens.com). Veel geluk ermee.Een auto zonder airco is

lichter en zuiniger. Het

levert een besparing op

van 72 kg CO2 per jaarper auto.

Page 11: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

met stijgende temperaturen. Niettemin blijven deze voorspellingengiswerk. Het is niet omdat ons Europeesklimaat lichtjes wijzigt dat er onvermij-delijk duizenden mensen malaria zullenoplopen. Onze medische en technologi-sche kennis zullen mogelijke epidemieënongetwijfeld in bedwang houden. Wekunnen echter wel verwachten dat de grootste klappen wederom vallen inlanden met een mank lopende gezond-heidssector, met name in de ontwikke-lingslanden.

Kustgebieden

Ook het zeepeil stijgt verder tegen2100. Afhankelijk van de toename vande temperatuur met minimaal 9 cm enmet maximaal 88 cm. Die zeestijging iste verklaren doordat warm water eengroter volume inneemt dan koud wateren door het wegsmelten van sneeuw enijs, ondermeer van gletsjers en van deijskap op Groenland. Aan het wegsmel-ten van landijs is meteen een belangrijkterugkoppelingseffect verbonden.Omdat ijs een sterke weerkaatser is van

zonlicht, zullen er meer zonnestralendoor het aardoppervlak worden geabsor-beerd en zal de aarde verder opwarmen.Een stijging van het zeepeil heeft heelwat nare gevolgen voor kustgebieden,eilanden en havens. Grote delen vanBangladesh en de Nijldelta zullen onder-lopen. Met de zeespiegelstijging ver-wacht men tevens een toename vanstormen, orkanen en cyclonen waardoorniet alleen de meest kwetsbare kustge-bieden worden beïnvloed. Ook deBelgische kust kan het dus zwaar te ver-duren krijgen.

11

MEN

S43

De scenario’s en voorspellingen

Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) gingin haar derde rapport uit van een zestal mogelijk scenario’s dieomschrijven hoe de wereld kan evolueren in de volgendehonderd jaar. In de vaktaal van klimatologen worden dezescenario’s wel eens afgekort als SRES-scenario’s. Laten weenkele scenario’s, bij wijze van voorbeeld even toelichten:In de eerste groep van scenario’s (afgekort tot A1) gaat menuit van een snelle economische groei van de mondiale econo-mie, een groei van de wereldbevolking tot het midden van de21ste eeuw met daarna een lichte daling en een snelle intro-ductie van nieuwe, efficiënte energietechnologieën. Deregionale economieën groeien sterk naar elkaar toe en we krij-gen een gelijke verdeling van de welvaart. Het A1-scenario valtuiteen in drie groepen: in A1F1 blijft de wereld voornamelijkdraaien op fossiele brandstoffen, in A1T op niet-fossiele brand-stoffen, in A1B op een mengsel van beiden.Het A2-script beschrijft een heterogene, verdeelde wereld. Eris geheel geen herverdeling van de beschikbare natuurlijkebronnen, technologische kennis en welvaart.

Het B1-scenario volgt het A1 scenario, alleen gaat de wereldin versneld tempo over naar een dienstengeoriënteerde eco-nomie met de snelle introductie van propere en duurzametechnologie.Het B2-draaiboek spreekt over een wereld die gericht is opmilieubehoud en sociale gelijkheid maar die uitgaat vanregionale oplossingen voor economische, sociale en ecologi-sche duurzaamheid. Tenslotte is er IS92a, een verouderd scenario dat in hettweede IPCC-rapport werd gebruikt en dat men ook wel eenseen ‘business-as-usual’ model noemt. De wereldpopulatiezou in 2100 verdubbeld zijn, de wereld kent een gemiddeldeeconomische groei van 2 tot 3% per jaar terwijl men geenmaatregelen neemt om de CO2 uitstoot te verminderen.

bron: IPCC

2000 2020 2040 2060 2080 2100

25

20

15

10

5

2000 2020 2040 2060 2080 2100

6

5

4

3

2

1

02000 2020 2040 2060 2080 2100

1,0

0,8

0,6

2,4

0,2

0,0

Zet apparaten als T.V.,

video en audio uit in

plaats van op stand by.

Dat scheelt 228 kg CO2per jaar per gezin.

CO2-emissie Temperatuurverandering Stijging zeespiegelC

O2-

emiss

ie in

gig

aton

koo

lstof

/jaar

tem

pera

tuur

stijg

ing

in °C

stijg

ing

zees

pieg

el in

met

er

Scenario’s – A1B, -- A1T, -- A1F1, – A2, – B1, – B2, – IS92a.

Page 12: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

Poolgebieden

De meest noordelijke gebieden bevatteneen enorme variëteit aan geologische enecologische systemen die allemaal drei-gen verloren te gaan. De alpiene enlaaglandgletsjers, de ijskappen, het zee-ijs,de permafrost, de boreale wouden, detoendra, de turf- en graslanden zijn uiterstgevoelig aan variaties in lucht- en water-temperatuur en andere klimaatcondities.

Planten

Een groot aantal fotosynthetiserendeplanten zullen wel varen bij hogere CO2-concentraties. Koolstofdioxide is immershun voeding, meer voeding zal resulte-ren in een sterkere groei. Maar ook dat

kent zijn grenzen, vanaf een bepaaldeconcentratie aan CO2 zullen plantenhun maximale groei kennen, daarbovenis een verzadiging bereikt.De invloed van de hogere temperatuuris veel genuanceerder. Het tempera-tuursoptimum zal bij een verdereopwarming voor veel planten wordenoverschreden. Neem bijvoorbeeld gras-sen die in onze gematigde strekengroeien. Onderzoek toont aan dat zij inhet voorjaar baat hebben bij een paargraden meer, de gebruikelijke lente-temperaturen liggen onder het groeiop-timum van de plant. In de zomer is datomgekeerd: enkele graden warmer doetde productiviteit van graslanden catas-trofaal afnemen. Voor de Europese bomen zal over hon-derd jaar het ideale biotoop met enkelehonderden kilometer naar het noordenzijn opgeschoven. Tegelijkertijd zal aande zuidelijke flank van het biotoop worden geknaagd. De verspreiding van

zaden van talrijke bomen verloopt ech-ter te traag om deze relatief snellemigratie naar het noorden te volgen.

Landbouw

Het blijft onduidelijk of een verdere kli-maatwijziging de landbouwproductiezal doen stijgen of dalen. De hogeretemperatuur gaat gepaard met eenhoger waterverbruik en dus met meerverzilting van de bodem. Anderzijdsleidt de hogere CO2-concentratie tothogere productie van landbouwgewas-sen. Helaas gaat de verhoogde kool-stofopname niet steeds gepaard meteen hogere opname aan andere nutriën-ten en wordt de kwantiteitswinst tenietgedaan door een verlies aan kwaliteit.

De meeste voorspellingen gewagen ech-ter van een minimale invloed van deklimaatverandering op de landbouw inEuropa en de VS, maar voor de ontwik-kelingslanden ziet het plaatje er geheelanders uit.

Dieren

Hogere temperaturen zullen een directeinvloed hebben op de levenscyclus vandieren, maar mogelijk belangrijker nogzijn de indirecte effecten, met name hetverlies of de verandering van hun bio-toop.

Als de wereld verder opwarmt, zullenbijvoorbeeld de trekvogels van hetnoordelijk halfrond in de zomer meer

12

MEN

S43

Verrassingen in pettoEen aantal wetenschappers houden er verrassende voorspellingen op na. Het isbest mogelijk dat Europa over een eeuw een fikse afkoeling ondergaat, dat hetAmazonewoud is gedegenereerd tot een woestijn en dat de Sahara vol bomenstaat. Allemaal onverwachte conclusies die te rapen vielen bij enkele van de 1800klimaatwetenschappers die in juli 2001 bij elkaar kwamen in Amsterdam.

“Al wat u tot nu toe meende te weten over klimaatverandering, is waar-schijnlijk fout.” - Fred Pearce, New Scientist, juli 2001.

Neem bijvoorbeeld Europa. Alle verwachtingen gaan uit van een opwarming vanEuropa. Sarah Hughes en Bill Turrell van het Marine Laboratory in Aberdeenwaarschuwen echter voor een afkoeling, mogelijk zelfs met 10°C. Volgens hunmetingen valt de Noord-Atlantische golfstroom stil en die brengt warm watervan de tropen naar West-Europa. “De motor achter die golfstroom is de ijsvor-ming in het noorden van de oceaan,” zegt Hughes. “Bevroren zeewater bevatminder zout. Tijdens de ijsvorming in de Noorse Zee wordt het overtollige zoutafgegeven aan het omgevende water. Er ontstaat water met een hoge dichtheiddat naar de bodem zinkt. Dat water wordt aan het oppervlak vervangen doorhet warmere water uit het zuiden.” “Met de opwarming van de aarde, valt een deel van die ijsvorming stil, waarmeeook de motor van de golfstroom begint te sputteren. Onze gegevens tonen aandat de golfstroom nu twintig procent is afgenomen ten opzichte van in 1950.Zonder warme golfstroom stevent Europa af op een klimaat dat vergelijkbaar ismet Quebec in Canada, en daar weet men wat koude winters zijn.” voorspeltHughes.

Simulatie van klimaatsopwarming met behulpvan infraroodstralers in Noordoost Groenland(74° N). Onderzoekers van de UIA bestuderende gevolgen voor de CO2-uitwisseling van detoendra.

Zuiderse paprika’s zullen wonderwel gedijen inde Vlaamse landbouwgrond.

Zullen palmbomen weldra het strand van Oostende sieren?

Page 13: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

13

noordelijke gebieden opzoeken en in dewinter minder zuidelijk afzakken. Of zezullen hun trekseizoenen verleggen envroeger in de lente terugkeren en later inde herfst vertrekken.

Andere dieren zien hun biotoop gewoonverdwijnen. Bijvoorbeeld de Adeliepin-guïn dreigt zijn voedselrijke jachtwaterente verliezen. Elke winter brengt het uit-breidende zee-ijs kleine algen endiatomeeën aan, die een voedselbronzijn voor het krill (planktonkreeftjes). Datkrill is op zijn beurt het voedsel voor deAdelie. Als het zee-ijs minder ver uit-breidt, raakt de adelie zonder voedsel. Het zijn slechts twee voorbeelden, de lijstmet mogelijke effecten is echter einde-loos.

Winnaars en verliezers

Er zijn niet alleen verliezers aan een kli-maatverandering, er zullen ook winnaarszijn. De Britten, de Belgen en de Neder-landers zullen zich de kletsnatte,uitgeregende zomers van weleer nietmeer herinneren. Ze kunnen zich wente-len in het zonnige en drogere klimaatzoals zich dat nu in pakweg de Loire-val-lei of Bordeaux voordoet. Ook hunwinters zijn minder koud dan weleer. Zemaken nog zelden vriesdagen mee ofhoeven zich niet meer op spekgladdewegen te begeven. Ook hun verwar-mingsketel in de winter moet minderbranden en dat scheelt een hele slok opde verwarmingsrekening. Toch mooimeegenomen, zo’n mondiale opwar-ming!Maar misschien zijn ook dit loze voor-spellingen. Niet iedereen is het erovereens dat Europa op weg is naar een war-mer klimaat (zie ‘Verrassingen in petto’).Ongetwijfeld heeft een klimaatwijzigingwinnaars en verliezers, alleen is nu nogniet duidelijk wie zal winnen en wie zalverliezen.

De precieze impact van een toekomstigeklimaatverandering op onze leefwereldblijft onzeker. Zelfs de honderden weten-schappers die verbonden zijn aan hetIPCC kunnen ons geen eenduidig beeldgeven. Moeten we ons dan echt voorbe-reiden op die klimaatverandering ofhebben we nog tijd om gewoon verderte blijven doen en af te wachten wat detoekomst ons zal brengen.Ook hierover is niet iedereen het eens.Toch vindt de overgrote meerderheidvan wetenschappers en beleidsmakersdat we beter iets doen aan de manierwaarop we energie produceren en ermee omgaan. Al was het alleen maar omde milieustress op onze aarde te vermin-deren.

Klimaatconferenties

Het klimaat kwam in 1992 voor het eerstop de internationale politieke agenda.De Verenigde Naties organiseerden eenconferentie in de Braziliaanse stad Rio deJaneiro. Die mondde uit in een klimaat-verdrag dat tot doel had de concentratievan broeikasgassen in de atmosfeer testabiliseren. België was één van de 177landen die het verdrag ondertekende.Snel werd echter duidelijk dat niemanddie doelstelling zou halen. Integendeel,voor de meeste industrielanden was deuitstoot tegen 2000 gestegen met 5 tot10% ten opzichte van 1990.

Daarom werden in 1997 in het JapanseKyoto de afspraken herzien, hetgeenleidde tot het Kyoto-protocol. Industrie-landen verbinden zich ertoe om deuitstoot van broeikasgassen tegen deperiode 2008 - 2012 met gemiddeld 5%te verminderen ten opzichte van hetniveau in 1990. Per land gelden uiteenlo-pende reductiepercentages. Naast CO2tellen ook andere broeikasgassen meevoor de uitstootvermindering. Het gaatom methaan (CH4), lachgas ofwel distik-stofoxide (N2O) en HFK’s, PFK’s en SF6.

Anderzijds kunnen landen ook CO2 ont-trekken aan de atmosfeer, bijvoorbeelddoor het aanplanten van bossen. Bossennemen koolstofdioxide uit de lucht op enfixeren dit in hout. Het Protocol voorzietdat de invloed van bebossingen en ont-bossingen in de reductiedoelstellingwordt meegeteld. De hoeveelheid kool-stofdioxide die wordt gefixeerd door eenbebossing mag dan afgetrokken wordenvan de hoeveelheid uitgestoten CO2.

Het Kyoto-protocol laat echter ook toedat landen onderling tot afsprakenkomen. Ze kunnen als het ware broeikas-gassen aan elkaar verkopen, net zoalsmen koffie, aardolie of auto’s verkoopt.Het Kyoto-verdrag voorziet in volgendeprincipes: • de internationale emissiehandel (emis-

sion trading). Het ene land kan van hetandere een deel van zijn ‘uitstootrech-ten’ kopen.

• het ‘clean development’-mechanisme.Industrielanden kunnen ontwikkelings-landen helpen met het opzetten vanschone productiemethoden. Het landdat die hulp geeft, mag de hierdoorontstane verminderde uitstoot in hetontwikkelingsland, meetellen voor deeigen uitstootvermindering.

• ‘joint implementation’. Een vergelijk-baar systeem als het ‘clean develop-ment’-mechanisme, alleen kunnen debetrokken landen hier de verminderdeuitstoot onderling verdelen.

Mager beestje of historischetrendbreuk

De opvolging en de implementatie vanhet verdrag – zeg maar wie, wanneer,wat, hoe gaat doen – wordt besprokenin vervolgconferenties, de zogenaamdeCoP-meetings (Conference of the Par-ties). De CoP6-meeting, voorgezeten dooronze voorwoordschrijver Drs. Jan Pronk,had in november 2000 plaats in DenHaag. Voornamelijk door meningsver-schillen tussen Europa en de VS misluktede conferentie. De meeting werd hervatin Bonn in juli 2001 en werd toen welafgesloten met een akkoord. De meestrecente, CoP7-meeting had plaats inMarrakech, Marokko (zie ‘De actualiteitvan Marrakech).

MEN

S43

Oplossing alleen wereldwijd

Eet fruit en groenten van het seizoen.

Landbouwgewassen telen in serres of zuiderse

producten

kost meer energie dan

in open veld bij ons.

Het scheelt al snel

14,25 kg CO2 per jaar per persoon.

Adelie binnenkort zonder voedsel?

Page 14: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

De actualiteit van Marrakech

‘Kyoto-protocol herrijst uit zijn as inMarrakech’, bloklettert de persmedede-ling van het Wereldnatuurfonds (WWF)na afloop van de CoP7-conferentie.‘Kyoto is de sleutel – gebruik hem nu’,titelt Greenpeace in haar mededeling.

Ook de diverse regeringen die aan deonderhandelingstafel zaten, uitten hungenoegen over wat zij het succes vanMarrakech noemen. Volgens de leidervan de EU-delegatie, onze eigen staats-secretaris voor milieu, Olivier Deleuze,legt Marrakech de politieke akkoordenvan Bonn en het protocol van Kyoto juri-disch vast. “Geen enkel land heeft nunog een alibi om het Kyoto-protocol tedwarsbomen,“ zei Deleuze. Ook onze

voorwoordschrijver Jan Pronk is er zeker van dat de EU, Japan, Australië en Rus-land het Kyoto-protocol zullenbekrachtigen. Pronk verwacht zelfs datde regering van de VS, die nu aan de zij-lijn stond toe te kijken, weldra een stapin de goede richting zal zetten.

Voor veel waarnemers ligt de belangrijk-ste doorbraak van Marrakech echter nietalleen op het juridische en het politiekevlak, maar vooral op het psychologische:bijna alle regeringen, zelfs die van de VS,zijn er zich inmiddels van bewust dat weiets aan de uitstoot van broeikasgassenmoeten doen. Was het al niet voor onsklimaat, dan tenminste toch voor hetmilieu. Want met onze aarde mogen weniet langer lichtzinnig omspringen.

Volgens sommigen zijn de Kyoto-afspra-ken slechts een druppel op eengloeiende plaat. Om de concentratieaan broeikasgassen echt te stabiliseren,zou men de mondiale uitstoot met 60%moeten terugdringen in plaats van deafgesproken 5%. Zij beoordelen Kyotoals een uiterst mager beestje dat ner-gens toe leidt.Toch vormt volgens anderen het Kyoto-protocol het begin van de veranderingof ten minste van de wil om te verande-ren. Heel wat landen verplichten er zichtoe om in de toekomst anders, zuiniger,met energie om te gaan en nieuwe,duurzame methoden te gebruiken omenergie op te wekken. Dat is volgenshen een historische trendbreuk.

Van afspraken tot maatregelen

Hoe kunnen we echter concreet de con-centratie van broeikasgassen in de luchtbeperken? Theoretisch zijn er tweemogelijkheden: de ‘berg’ broeikasgassenverminderen door er minder op te gooienof de ‘berg’ afgraven en meer koolstof-atomen opnemen in zogenaamde

MEN

S43

Energiebewuste bedrijven

Ook bedrijven denken aan de Kyoto-afspraken. Een greep uit de honderden initiatie-ven die ze nemen:

• De Europese elektriciteitsproducenten schakelen gradueel over van kolen- en oliege-stookte energiecentrales naar gasturbines. Die stoten per geproduceerdeenergie-eenheid minder broeikasgassen uit.

• De voedingsketen Colruyt en het pretpark Bobbejaanland installeerden windmolensvoor de productie van hun eigen elektrische energie.

• De Europese Federatie van Autofabrikanten verbindt er zich toe om tegen 2008auto’s te produceren die 25% minder broeikasgassen uitstoten.

• Philips ontwikkelt een ‘green-chip’ die het verbruik van computermonitoren, televi-sieschermen en videorecorders in ‘stand-by’ met een factor vijf vermindert.

• De Belgische chemiereus Solvay installeerde in Jemeppe een warmtekrachteenheiddie elektrische energieproductie koppelt aan warmteproductie onder de vorm vanstoom. De stoom kan gebruikt worden voor industriële processen of voor verwar-ming. Bij klassieke centrales gaat deze restwarmte verloren omdat ze via koelwaterof koeltorens in het milieu wordt gedumpt.

14Leg een jaar lang afstan-den korter dan 6 km afmet de fiets. Dat scheelt180 kg CO2 per jaar per

persoon.

Warmtekrachtkoppelingscentrale gebouwd doorSolvay in Jemeppe.

Het treintje van de roetsjbaan wordt inBobbejaanland met duurzame energieopgetrokken.

Page 15: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

15

koolstofputten of ‘sinks’.Deze tweeledigheid was precies één vande politieke knelpunten in de CoP-verga-deringen. Europa denkt vooral aan deeerste optie. Het wil nieuwe, duurzameenergietechnologieën introduceren enhet energieverbruik rationaliseren. DeVerenigde Staten, Japan, Canada, Austra-lië en Rusland willen momenteel heelwat nadruk leggen op ‘sinks’. Zij willenCO2 opnemen door massaal bossen aante planten of door het in de dieperewaters van de oceanen te dumpen (ziede koolstof-cyclus). Vele wetenschappers betwijfelen echterof het netto-effect van dergelijke sinkswel voldoende is. Koolstofputten op hetland, in de vorm van bosaanplantingen,lijken eerder een korte termijnbenade-ring. Na enkele tientallen jaren zullen debomen volwassen zijn en dus niet meerverder groeien. Hun CO2-opname zalafnemen. Meer nog, oude beplantingsterft af en rot waardoor de koolstof, dieeerder werd opgenomen in biomassa,weer wordt vrijgeven aan de lucht onderde vorm van koolstofdioxide. Een oudbos is met andere woorden CO2-neu-

traal, het geeft wellicht evenveel CO2 af,als het weer opneemt. Anderzijds absor-beren bossen meer zonlicht dan kalegrond, rotsen, woestijnen of zelfs gras-landen. Het massaal beplanten van dezegebieden kan daarom eerder leiden toteen verdere opwarming, onafhankelijkvan de opname van broeikasgassen.

Industriële opsplitsing

Een gelijkaardig schisma in het denkpa-troon doet zich tevens voor in deEuropese versus de Amerikaanse indus-trie. Amerikaanse industriële lobbies ziende Kyoto-afspraken niet zo goed zitten.Bij hun huidige president, George W.Bush vinden ze overigens een gewilligoor.In Europa zijn zowel de energiesector alsde grote energieverbruikers zich veelmeer bewust van de uitdagingen die hetKyoto-protocol aan hen stelt. Zelfs be-drijven als BP en Shell, voor wie fossielebrandstoffen de belangrijkste bron vaninkomsten zijn, hebben van de zoektochtnaar alternatieve energiebronnen eenprioriteit gemaakt. Gelukkig blijft het niet

bij plannen alleen: diverse bedrijven heb-ben al concrete initiatieven genomen omde uitstoot aan broeikasgassen te beper-ken (zie kader Energiebewuste bedrijven).

U en ik, de grote energieslokoppen

Daarmee zijn we aangeland bij de consu-ment, u en ik dus. De huisgezinnen zijngrote megaverbruikers van energie endus ook megaproducenten van broeikas-gassen. Daar kunnen we met zijn allenwat aan doen. U kan in de eerste plaatszelf op een directe manier ingrijpen opuw CO2-uitstoot. U kan zelf groenestroom opwekken. Waarom schaft u zichgeen zonneboiler aan of installeert ugeen zonnepaneel? Het is natuurlijk nog veel eenvoudigerom uw uitstoot van broeikasgassen opeen indirecte manier te beperken,gewoon door minder energie te verbrui-ken. Door het opvolgen van een aantaleenvoudige tips kunt u brandstof, gas enstroom besparen. U doet er het klimaat,het milieu, maar bovenal, uw eigenbankrekening een plezier mee.

MEN

S43

Ieder zijn steentje

In Nederland zijn al meer dan 600.000 gezinnen geabon-neerd op groene stroom. Dit is stroom waarvan deproducent garandeert dat ze wordt opgewekt met zonne-panelen, windmolens, waterkracht of biomassa. De groenestroom komt bij de consument gewoon uit het vertrouwdestopcontact. In België kan u nog geen groene stroomkopen, misschien wel in 2002 als de elektriciteitsmarkt wordtvrijgemaakt. U kan wel investeren in groene stroom via hetbedrijf Ecopower (http://www.ecopower.be).

Ook gewoon energie besparen leidt tot minder uitstoot vanbroeikasgassen. Tips om energie te besparen vindt u bij deEco-teams van Global Action Plan Vlaanderen(http://www.ecolife.be). U kan zelfs met staatssecretarisDeleuze wedden dat u binnen de zes maanden uw uitstootaan broeikasgassen met acht procent kan verminderen(http://www.thebet.be).

Ook de Vlaamse overheid doet haar duit in het zakje metreclamecampagnes en met de uitgave van talrijke brochures(te verkrijgen via de Vlaamse Infolijn 0800/30201 ofhttp://www.energiesparen.be). Ook elektriciteitsproducentElectrabel heeft een lading energietips voor u klaarliggen(http://www.electrabel.be) en onder de vleugels van hetVlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (Vito) vindtu een webstek met informatie over duurzame energie enenergiebesparing (http://www.vito.be).

In de herfst van 2001 vergeleek de mediacampagne van de Vlaamseoverheid onze tomeloze energieverkwisting met onze tafelmanieren.Gelukkig houden we het doorgaans aan tafel nog een beetje fatsoen-lijk, dat geldt echter niet voor de manier waarop we met energieomgaan.

Page 16: Het klimaat in de knoei - Bio-MENS · 2016. 8. 28. · Het klimaat op een planeet wordt bepaald door een hele reeks factoren waaronder de massa van de planeet, de afstand tot de zon

O•D

EVI

E 0

3 32

2 08

60

“MENS” in retrospectieReeds verschenen dossiers, nog verkrijgbaar zolang de voorraad strekt:

MENS 1: “Wie is bang voor dioxinen?”MENS 2: “Leven en sterven met chloorfenolen”MENS 3: “Zware problemen met zware metalen?”MENS 4: “De aardbol op hol”MENS 5: “Over kruid en onkruid”MENS 6: “Verpakking of ballast?” (uitgeput)MENS 7: “Snijden in eigen vlees”MENS 8: “In de schaduw van AIDS”MENS 9: “Kat en hond in het leefmilieu”MENS 10: “Water, bron van leven... en dood”MENS 11: “Chloor: pro en contra”MENS 12: “Verpakking: een zegen voor

het leefmilieu?”MENS 13: “Kanker & Milieu”MENS 14: “Plastiek: pro en contra”MENS 15: “Wees goed jegens dieren”MENS 16: “Hoe ontstaat een geneesmiddel?”MENS 17: “Moet er nog mest zijn?”MENS 18: “Bronnen van energie” (uitgeput)MENS 19: “Milieubalansen”MENS 20: “Mens en verslaving” (uitgeput)MENS 21: “Afval inzamelen: een kunst”MENS 22: “Wees goed jegens proefdieren”MENS 23: “Risico’s van kankerverwekkende stoffen”MENS 24: “Duurzaam bouwen met kunststoffen”MENS 25: “Recycleren moet je leren”MENS 26: “Gentechnologie op ons bord” (uitgeput)MENS 27: “Chemie: basis van leven”MENS 28: “Vlees, een probleem?”MENS 29: “Beter voorkomen dan genezen”MENS 30: “Biocides, een vloek of een zegen?”MENS 31: “Het transgene tijdperk” MENS 32: “Jacht op ziektegenen”MENS 33: “Eet en beweeg je fit”MENS 34: “Genetisch volmaakt?”MENS 35: “Pseudo-hormonen: vruchtbaarheid

in gevaar”MENS 36: “Duurzame Ontwikkeling”MENS 37: “Allergie in opmars!”MENS 38: “Vrouwen in de wetenschap”MENS 39: “Gelabeld vlees, veilig vlees!?”MENS 40: “Een tweede leven voor kunststoffen”MENS 41: “Stressssss”MENS 42: “Voedselveiligheid, een complex verhaal”

Dossier op komst:

Zien

Milieu, Educatie, Natuur en Samenleving

44

Energie is van vitaal belang, voor elke mens afzonderlijk, voor onze economie en voor deomgeving waarin wij leven. Energie besparen is niet alleen goed voor het milieu. U kunt erook heel wat centen mee besparen. De Vlaamse overheid voert diverse campagnes en gaf talrijke brochures uit over duurzame energie en energiebesparing. U kan ze bestellen of zelfs lezen via het net (www.energiesparen.be), aanvragen bij deVlaamse Infolijn (0800-3 02 01) of een e-mailtje sturen naar [email protected] [email protected].

Goed nieuws voor chocoladeliefhebbers! Op het wetenschapsfestival in Glasgow brachten enkele weten-schappers het goede nieuws. Chocolade eten is gezond! Deeerste wetenschappelijke resultaten zijn veelbelovend. Cacaobo-nen bevatten immers flavonoïden, die we kennen van fruit,groenten en rode wijn, en waarvan de gezondheidseffecten voorhart- en vaatziekten ondertussen vaststaan. Maar niet alle chocola-de heeft hetzelfde gezondheidseffect. Om deze flavonoïdenoptimaal tot in de chocolade te krijgen, is er een speciale behande-ling nodig van de cacao. Beklijvend detail: ook het vet in dechocolade zou geen negatief effect hebben op de gezondheid,uiteraard wanneer de chocolade deel uitmaakt van een evenwichti-ge voeding... Wat houdt ons nog tegen, eigenlijk ?Meer informatie over chocolade en zijn effecten zijn te vinden opde website www.chocolateinfo.com

CacaoproTM is de belofte aan de consument dat de chocoladeproducten van MARS gemaakt worden vancacaobonen die speciaal behandeld worden zodat hun natuurlijke gezondheidsvoordelen bewaard blijven.

FEEST!

10 jaar MENSSymposium en een panelgesprek naar aanleiding van onsrecent dossier "Voedselveiligheid, een complex verhaal!"

En natuurlijk is er “veilig voedsel”

Waar? Vlaams ParlementWanneer? 26 april 2002

Een gedetailleerd programma van de feestdag verschijnt in ons volgende dossier.