Het is volbracht

57
Welkom Voorganger ds van Rheenen organist Johannes de Vries Thema: “Het is volbracht!!”

description

Voorganger ds van Rheenenorganist Joh de Vriesluister mee via www.kerknoordwolde.nl

Transcript of Het is volbracht

WelkomVoorganger ds van

Rheenenorganist Johannes de Vries

Thema: “Het is volbracht!!”

VDD Joh de Heer 836

Op die heuvel daarginds

(ruw houten kruis)

Op die heuvel daarginds, stond een ruwhouten kruis,het symbool van vervloeking en schuld.Maar dat kruis is voor ons, toch het kostbaarst kleinood,daar Gods wet aan dat hout werd vervuld.

Refrein:'k Klem mij daarom aan Golgotha's kruis,tot de Heer' komt en met Hem het loon,als die grote dag aanbreekt en Hij ons dat Kruisdan verwisselt voor d' eeuwigheidskroon.

O, dat ruwhouten kruis, door de wereld gesmaad,heeft een wond're bekoring en macht.Want Gods Zoon liet Zijn troon,

Hij droeg smaadheid en hoon,om de vreugd' die dat kruis voor ons bracht.

Refrein:'k Klem mij daarom aan Golgotha's kruis,tot de Heer' komt en met Hem het loon,als die grote dag aanbreekt en Hij ons dat Kruisdan verwisselt voor d' eeuwigheidskroon.

Van dat ruwhouten kruis, met het bloed van Gods Zoon,straalt een licht dat door niets wordt gedoofd.Vol van schoonheid en pracht, vol van reddende kracht,voor een ieder die in Hem gelooft.

Refrein:'k Klem mij daarom aan Golgotha's kruis,tot de Heer' komt en met Hem het loon,als die grote dag aanbreekt en Hij ons dat Kruisdan verwisselt voor d' eeuwigheidskroon.

Help mij Heer', aan dat kruis, trouw te zijn tot de dood,ook als hier smaad en spot is mijn loon.Want dat kruis droeg de straf, nam de schuld van mij af,'t werd de toegang voor mij tot Gods troon.

Refrein:'k Klem mij daarom aan Golgotha's kruis,tot de Heer' komt en met Hem het loon,als die grote dag aanbreekt en Hij ons dat Kruisdan verwisselt voor d' eeuwigheidskroon.

WelkomVoorganger ds van

Rheenenorganist Johannes de Vries

Thema: “Het is volbracht!!”

P 31 – 1, 3

Op U vertrouw ik,

HEER der heren,

1Op U vertrouw ik, HEER der heren,Gij die mijn sterkte zijt.Om uw gerechtigheidwil nimmer mij de rug toekeren.Betoon mij uw nabijheiden stel mij in de vrijheid.

3Gij zijt mijn rots, Gij wilt mij wezen,om uwen naam, o HEER,toevlucht en tegenweer.Gij leidt mij uit, ik zal niet vrezen.Al spannen zij hun netten,Gij zelf zult mij ontzetten.

Stil gebed

Votum en groet.

Gebed.

Daarna lezen Joh 19 – 1 t/m 16

1 Toen liet Pilatus Jezus geselen. 2 De soldaten vlochten een kroon van doorntakken, zetten die op zijn hoofd en deden hem een purperen mantel aan. 3 Ze liepen naar hem toe en zeiden: ‘Leve de koning van de Joden!’, en ze sloegen hem in het gezicht. 4 Pilatus liep weer naar buiten en zei:

‘Ik zal hem hier buiten aan u tonen om u duidelijk te maken dat ik geen enkel bewijs van zijn schuld heb gevonden.’ 5 Daarop kwam Jezus naar buiten, met de doornenkroon op en de purperen mantel aan. ‘Hier is hij, de mens,’ zei Pilatus. 6 Maar toen de hogepriesters en de gerechtsdienaars hem zagen begonnen ze te schreeuwen:

‘Kruisig hem, kruisig hem!’ Toen zei Pilatus: ‘Neem hem dan maar mee en kruisig hem zelf, want ik zie niet waaraan hij schuldig is.’ 7 De Joden zeiden: ‘Wij hebben een wet die zegt dat hij moet sterven, omdat hij zich de Zoon van God heeft genoemd.’ 8 Toen Pilatus dat hoorde werd hij erg bang.

9 Hij ging het pretorium weer in en vroeg aan Jezus: ‘Waar komt u vandaan?’ Maar Jezus gaf geen antwoord. 10 ‘Waarom zegt u niets tegen mij?’ vroeg Pilatus. ‘Weet u dan niet dat ik de macht heb om u vrij te laten of u te kruisigen?’ 11 Jezus antwoordde: ‘De enige macht die u over mij hebt, is u van boven gegeven.

Daarom draagt degene die mij aan u uitgeleverd heeft de meeste schuld.’ 12 Vanaf dat moment wilde Pilatus hem vrijlaten. Maar de Joden riepen: ‘Als u die man vrijlaat bent u geen vriend van de keizer, want iedereen die zichzelf tot koning uitroept pleegt verzet tegen de keizer.’ 13 Pilatus hoorde dat,

liet Jezus naar buiten brengen en nam plaats op de rechterstoel op het zogeheten Mozaïekterras, in het Hebreeuws Gabbata. 14 Het was rond het middaguur op de voorbereidingsdag van Pesach. Pilatus zei tegen de Joden: ‘Hier is hij, uw koning.’ 15 Meteen schreeuwden ze: ‘Weg met hem, weg met hem, aan het kruis met hem!’

Pilatus vroeg: ‘Moet ik uw koning kruisigen?’ Maar de hogepriesters antwoordden: ‘Wij hebben geen andere koning dan de keizer!’ 16 Toen droeg Pilatus hem aan hen over om hem te laten kruisigen. Zij voerden Jezus weg;

G 177 – 1, 3

Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,

1Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,in deze zee verzinken mijn gedachten:o liefde die, om zondaars te bevrijden,zo zwaar moest lijden.

3O allerheiligst, onuitspreeklijk wonder:de Rechter zelf gaat aan het recht ten onder.O wreed geding; wie kan geheel doorgrondende vloek der zonden.

Lezen Joh. 19 - 17 t/m 30

17 hij droeg zelf het kruis naar de zogeheten Schedelplaats, in het Hebreeuws Golgota. 18 Daar kruisigden ze hem, met twee anderen, aan weerskanten één, en Jezus in het midden. 19 Pilatus had een inscriptie laten maken die op het kruis bevestigd werd. Er stond op ‘Jezus uit Nazaret, koning van de Joden’.

20 Het stond er in het Hebreeuws, het Latijn en het Grieks, en omdat de plek waar Jezus gekruisigd werd dicht bij de stad lag, werd deze inscriptie door veel Joden gelezen. 21 De hogepriesters van de Joden zeiden tegen Pilatus: ‘U moet niet “koning van de Joden” schrijven, maar “Deze man heeft beweerd:

Ik ben de koning van de Joden”.’ 22 ‘Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven,’ was het antwoord van Pilatus. 23 Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de soldaten zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar zijn onderkleed was in één stuk geweven, van boven tot beneden.

24 Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we het niet scheuren, maar laten we loten wie het hebben mag.’ Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: ‘Ze verdeelden mijn kleren onder elkaar en wierpen het lot om mijn gewaad.’ Dat is wat de soldaten deden. 25 Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala.

26 Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ 27 en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis.

28 Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij: ‘Ik heb dorst.’ 29 Er stond daar een vat zure wijn; ze staken er een majoraantak met een spons in en brachten die naar zijn mond. 30 Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog zijn hoofd en gaf de geest.

G 177 – 6, 7

Daar Ge U voor mij hebt in de dood gegeven,

6Daar Ge U voor mij hebt in de dood gegeven,hoe zou ik naar mijn eigen wil nog leven?Zou ik aan U voor zulk een bitter lijdenmijn hart niet wijden?

7Laat mij, o Heer, uw wondre wijsheid prijzen,dwaasheid en ergernis voor wereldwijzen,laat mij uw kruis dat sterken zwakheid noemenals sterkte roemen.

Het is volbracht!

ELB 118

Hij kwam bij ons, heel gewoon,

1Hij kwam bij ons, heel gewoon,de Zoon van God als mensenzoon.Hij diende ons als een knecht,en heeft zijn leven afgelegd.

Refrein:Zie onze God, de Koning-Knecht.Hij heeft zijn leven afgelegd.Zijn voorbeeld roept ons te dienen elke dag,gedragen door zijn liefdemacht.

2En in de tuin van de pijnverkoos Hij als een lam te zijn,verscheurd door angst en verdriet,maar toch zei Hij: 'Uw wil geschied'

Refrein:Zie onze God, de Koning-Knecht.Hij heeft zijn leven afgelegd.Zijn voorbeeld roept ons te dienen elke dag,gedragen door zijn liefdemacht.

3Zie je de wonden zo diep?De hand die aard en hemel schiepvergaf de hand die Hem sloeg,de man, die onze zonden droeg.

Refrein:Zie onze God, de Koning-Knecht.Hij heeft zijn leven afgelegd.Zijn voorbeeld roept ons te dienen elke dag,gedragen door zijn liefdemacht.

4Wij willen worden zoals Hij.Elkanders lasten dragen wij.Wie is er need'rig en klein?Die zal bij ons de grootste zijn.

Refrein:Zie onze God, de Koning-Knecht.Hij heeft zijn leven afgelegd.Zijn voorbeeld roept ons te dienen elke dag,gedragen door zijn liefdemacht.

Collecte

1ste Diaconie

2de voor eigen gemeente

Viering Heilig Avondmaal

* Inleidende woorden

G 360 – 1, 2

Heer, wij komen vol verlangen,

1Heer, wij komen vol verlangen,op uw roepstem naar uw dis,want door schuld met schrik bevangenzoekt ons hart vergiffenis:slechts in U bestaat ons leven,die uw bloed voor ons woudt geven;laat ons dan in brood en wijnmet Uzelf gespijzigd zijn.

2Sterk ons wankelend vertrouwen,geef ons zelf wat Gij geboodt:dat wij met oprecht berouwenenkel rusten in uw dood;ja, vervul ons met uw krachten,opdat wij uw wet betrachten,zegen zo uw sacrament,dat ons hart U steeds meer kent.

Nodiging en rondgang

Gebed

Daarna ELB 119

Liefde was het, onuitputt'lijk

1Liefde was het, onuitputt'lijkliefd' en goedheid, eind'loos groot,toen de Levensvorst op aardetot ons heil zijn bloed vergoot.Komt laat ons zijn liefde prijzen!God geeft vreugd en dankensstof.Eenmaal zingen wij voor eeuwigin de hemel Zijnen lof.

2Rijd als Heerser door de velden,Jezus in uw grote kracht.Niets, niets kan U tegenhouden,zelfs de hel niet met haar macht.Voor uw Naam, zo groot en heerlijk,zinkt de vijand weg in 't niet.Heel de schepping, Heer, zal beven,als zij U, haar Koning ziet.

Zegen

3 x amen