“Het is tijd om te handelen want Waar uw wil, God, geschiedt, bronmoment12_bis... · De tijd van...

1
“Het is tijd om te handelen ... want de winter is voorbij, waarin niemand werken kan. Ook de regen die, toen er een stortvloed kwam, de aarde overdekte, bebouwing bemoeilijkte, en hetzij het gezaaide overstroomde, hetzij het zaaien verhinderde, deze regen, zeg ik, is weg, geweken en verdwenen; bloemen zijn verschenen op onze aarde als tekens dat het zachte lenteweer werkelijk daar is, de geschikte tijd om te werken, met vruchten en de oogst in het verschiet. De tijd van snoeien is gekomen. (Hooglied 2, 11-12) Deze tijd is een tijd om niet langer te luisteren naar praatjes en nieuwtjes en naar zinloos gebabbel maar een kans om weer ‘echt’ te leren luisteren naar het kloppend hart van de naaste; een tijd om terug ‘stil’ te worden en ons te onthouden aan kwaadsprekerij, gemor, gepraat; een tijd om te weerstaan aan verkeerde neigingen en onze eigen wil.” Bernardus S.3,4 Waar uw wil, God, geschiedt, daar doet Gij mensen veilig wonen. Gelukkig is het land waar troost is voor wie treuren, waar tranen gedroogd worden, zachtmoedigheid de dienst uitmaakt, gerechtigheid het brood is dat allen voedt. Gelukkig is het land waar mensen vrede stichten, waar liefde alle vrees verdreven heeft, barmhartigheid de dagen vult. Laat dit het land zijn waar uw mensen mogen wonen; waar Gij ons voor het donker spaart en het licht over ons uitroept; waar Gij ieders naam kent en noemt en ons aan elkaar ten geschenke geeft. Zo bidden wij U, God, dat hier uw Rijk mag komen. S. de Vries maart 2018, jaargang 11, nr. 12

Transcript of “Het is tijd om te handelen want Waar uw wil, God, geschiedt, bronmoment12_bis... · De tijd van...

Page 1: “Het is tijd om te handelen want Waar uw wil, God, geschiedt, bronmoment12_bis... · De tijd van snoeien is gekomen. (Hooglied 2, 11-12) ... waar troost is voor wie treuren, waar

“Het is tijd om te handelen ... want

de winter is voorbij, waarin niemand werken kan.

Ook de regen die, toen er een stortvloed kwam,

de aarde overdekte, bebouwing bemoeilijkte, en

hetzij het gezaaide overstroomde,

hetzij het zaaien verhinderde,

deze regen, zeg ik, is weg, geweken en verdwenen;

bloemen zijn verschenen op onze aarde als

tekens dat het zachte lenteweer werkelijk daar is,

de geschikte tijd om te werken,

met vruchten en de oogst in het verschiet.

De tijd van snoeien is gekomen. (Hooglied 2, 11-12)

Deze tijd is een tijd om niet langer te luisteren naar

praatjes en nieuwtjes en naar zinloos gebabbel

maar een kans om weer ‘echt’ te leren luisteren

naar het kloppend hart van de naaste; een tijd om

terug ‘stil’ te worden en ons te onthouden aan

kwaadsprekerij, gemor, gepraat; een tijd

om te weerstaan aan verkeerde neigingen

en onze eigen wil.”

Bernardus S.3,4

Waar uw wil, God, geschiedt,

daar doet Gij mensen veilig wonen.

Gelukkig is het land

waar troost is voor wie treuren,

waar tranen gedroogd worden,

zachtmoedigheid de dienst uitmaakt,

gerechtigheid het brood is dat allen voedt.

Gelukkig is het land

waar mensen vrede stichten,

waar liefde alle vrees verdreven heeft,

barmhartigheid de dagen vult.

Laat dit het land zijn

waar uw mensen mogen wonen;

waar Gij ons voor het donker spaart

en het licht over ons uitroept;

waar Gij ieders naam kent en noemt

en ons aan elkaar ten geschenke geeft.

Zo bidden wij U, God,

dat hier uw Rijk mag komen.

S. de Vries

maart 2018, jaargang 11, nr. 12