Het IMF in crisistijd: zegen of zonde?

26

description

Van het IMF wordt verwacht dat het financiële crises in de wereld bestrijdt. Het IMF heeft zichzelf in de jaren ‘90 de rol van crisisbestrijder gegeven door zijn miljardenleningen aan Mexico en Azië. Landen in crisis krijgen een flinke financiële injectie, waarmee het vertrouwen van investeerders herstelt. Dat is het idee. Maar de economische wereld is complex. Het vertrouwensherstel wordt niet altijd makkelijk gerealiseerd. En als dat al wordt bereikt, wil dat nog niet zeggen dat de economische vooruitgang wordt geboekt die nodig is. Een probleem dat wordt aangekaart door Bob Mooijenkind is dat investeerders onverantwoorde risico’s nemen, het IMF staat immers klaar om alle problemen te verhelpen. Deze kwestie en andere gevolgen van de steun worden op heldere wijze uit de doeken gedaan. Is het IMF wel de crisisbestrijder die het behoort te zijn? En welke lessen uit het verleden zijn van toepassing op de huidige economische crisis? Lees het in ‘Het IMF in crisistijd: zegen of zonde?’

Transcript of Het IMF in crisistijd: zegen of zonde?

JONGE HISTORICI SCHRIJVEN GESCHIEDENIS

Het IMF in crisistijdBOB MOOIJENKIND

Het presteren van het IMF als crisisbestrijder

Het IMF in crisistijd: zegen of zonde?

Inleiding 2

1. Het IMF en de Tequilacrisis 5

2. Het IMF en de Azië-crisis 10

3. Het IMF en de kredietcrisis 15

Conclusie 19

Literatuurlijst 21

2

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) maakte op 28 november 2010

bekend dat het 22,5 miljard euro steekt in een noodpakket in een poging

de Ierse economie te redden.1 Eerder dit jaar heeft het IMF ook een

lening van 30 miljard euro toegezegd aan Griekenland om het land uit

een schuldencrisis te helpen en de economie weer te laten groeien.2 Nu

de gevolgen van de kredietcrisis in steeds meer landen tot problemen

leiden, treedt het IMF naar voren als crisisbestrijder om de

betalingsbalans van getroffen economieën weer op orde te krijgen. Dit is

de rol die het IMF sinds de jaren negentig van de vorige eeuw op zich

heeft genomen.

Het IMF werd in juli 1944 opgericht door afgevaardigden van

vijfenveertig overheden als raamwerk voor internationale economische

samenwerking. Het oorspronkelijke doel was het voorkomen van een

economische crisis zoals in de jaren dertig van de vorige eeuw had

plaatsgevonden. Dat moest het IMF bereiken door het nastreven van

wereldwijde economische stabiliteit. Vandaag de dag is het belangrijkste

doel van het IMF nog altijd 'het waarborgen van de stabiliteit van het

internationale monetaire systeem'. Eén van de hoofdactiviteiten om deze

stabiliteit te bewaren is het lenen van geld aan landen in economische

moeilijkheden. Elk van de 184 lidstaten van het IMF kan geld lenen

wanneer deze niet uitkomt met de betalingsbalans en de problemen niet

kan oplossen door geld te lenen op de kapitaalmarkt. Doordat het IMF

geld leent aan het land in moeilijkheden, hoopt de organisatie als

katalysator te werken voor andere investeerders. Het doel is om door

een relatief kleine investering het vertrouwen in een economie te

herstellen. Maar vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw bleek dit

1 IMF, Press Release, http://www.imf.org/external/np/sec/pr/2010/pr10462.htm

(geraadpleegd 06-12-2010). 2 IMF, IMF Survey Online,

http://www.imf.org/external/pubs/ft/survey/so/2010/new050910a.htm (geraadpleegd 06-12-2010).

3

vaak niet meer voldoende. Miljardenleningen werden noodzakelijk om

de getroffen economieën weer sterk te maken. Het bestrijden van

financiële crises werd toen één van de meest in het oog springende

taken van het IMF.3 Deze rol is niet onomstreden.

Eerder trad het IMF op als crisisbestrijder in onder andere

Turkije in 1994 en in Argentinië en Mexico in 1995. Na deze optredens

werd het succes van de programma's van het IMF meer dan eens

betwist. De IMF kreeg meer kritiek te verduren na zijn rol in de Azië-

crisis die duurde van 1997 tot 1998. In Zuid-Korea wordt dit zelfs de

IMF-crisis genoemd.4 De meeste kritiek richt zich op de

randvoorwaarden die het IMF tijdens de Azië-crisis stelde aan de

steunprogramma's. Deze voorwaarden zouden de Oost-Aziatische

economieën eerder verder in het nauw drijven, dan ze te helpen. Omdat

het IMF in de kredietcrisis opnieuw ingrijpt, dringt zich de vraag op of

het IMF succesvol is in deze rol. Is een miljardenlening een zegen of een

zonde? Nu het IMF de laatste tijd steeds vaker de rol van crisisbestrijder

op zich neemt, is het van toegevoegde waarde om te onderzoeken wat

voor effect de reddingsplannen van het IMF in het verleden hebben

gehad op de economie.

In de komende hoofdstukken zal onderzocht worden in hoeverre

het IMF in het verleden succesvol was als crisisbestrijder en wat dat

betekent voor de huidige situatie. Eerst zal de rol van het IMF in Mexico

nader worden bekeken. Mexico kreeg steun tijdens de zogenaamde

Tequilacrisis die van 1994 tot 1995 plaatsvond. De Tequilacrisis was de

eerste crisis waar het IMF ingreep door een gigantische noodlening te

verstrekken. Niet eerder moest een dergelijk bedrag, in een dergelijke

korte tijd, worden verstrekt. Deze gebeurtenis wordt gezien als het

debuut van het IMF als crisisbestrijder. Het IMF wordt nog altijd

regelmatig in verband gebracht met de Azië-crisis, waardoor ook deze

3 IMF, What is the IMF? Making the global economy work for all (Washington D.C. 2006)

1, 6-16. 4 Kyung-Sup Chang, 'The end of developmental citizenship? Restructuring and social

displacement in post-crisis South-Korea', Economic and Political Weekly 15 december (2007) 67-72, aldaar 67.

4

crisis niet onbelicht mag blijven. In het tweede hoofdstuk wordt

onderzocht of de landen die werden getroffen door de Azië-crisis baat

hebben gehad bij de IMF-steun. Tot slot is gekozen om ook de huidige

kredietcrisis kort te belichten. Het is moeilijk om over deze crisis

conclusies te trekken, gezien de uitkomsten van de IMF-hulp in deze

crisis nog onduidelijk zijn. Desondanks zijn over het optreden van het

IMF tijdens de huidige crisis wel enkele constateringen te maken, mede

dankzij de ervaringen van het verleden. Door de uitkomsten van het

verleden te vergelijken met de huidige situatie zal er een voorspelling

worden gedaan over wat de gevolgen kunnen zijn voor de landen die

momenteel miljardensteun van het IMF ontvangen.

5

Eind 1993 leek de Mexicaanse economie een voorbeeld voor andere

opkomende economieën. Buitenlandse investeerders waren vrijwel

allemaal enthousiast over de economische hervormingen die in het land

hadden plaatsgevonden. Veel Latijns-Amerikaanse landen hadden tot

eind jaren tachtig regelmatig te maken gehad met valutacrises,

omvallenden banken en allerlei andere financiële problemen. Dit kwam

tot een einde toen de meeste regeringen liberalisaties en dereguleringen

door gingen voeren. Door verschillende maatregelen werden

begrotingstekorten kleiner. Inflatie werd steeds meer onder controle

gehouden. Vanuit het buitenland leidde dit tot een toenemend

vertrouwen in de economieën van Latijns-Amerikaanse landen. Hier

werd dan ook volop in geïnvesteerd, zo ook in de Mexicaanse economie.

Weinig mensen maakten zich zorgen. Er waren weinig voortekenen dat

Mexico in financiële problemen zou geraken.5

Toch ging het mis. Begin 1994 leek het nog goed te gaan met

Mexico. Door onvoorziene politieke gebeurtenissen en onderliggende

economische zwakheden ontstond er echter crisis. In december 1994

vreesden investeerders dat de Mexicaanse overheid de peso zou

devalueren. Ondertussen had de centrale bank veel te weinig reserves in

kas. Toen de overheid op 19 december inderdaad de peso devalueerde

om het terugtrekken van buitenlands kapitaal te voorkomen, bleek dit

niet het gewenste effect te hebben. Kapitaal werd door buitenlandse

investeerders massaal uit Mexico gehaald. De snelheid waarmee dit

gebeurde was niet eerder vertoond. Dit maakte de Mexicaanse crisis

anders dan voorgaande crises en dit maakte ook dat Mexico hulp zocht

bij het IMF.6

5 Paul Krugman, The return of depression economics and the crisis of 2008 (Londen

2008) 30-31, 42. 6 Devesh Kapur, 'The IMF: a cure or a a curse?', Foreign Policy 111 (1998) 114-129,

aldaar 119-120. James M. Boughton, 'From Suez to Tequila: The IMF as crisis manager', The Economic

6

Het IMF grijpt in

Het ingrijpen van het IMF ging zoals bij elk ander land met

betalingsbalansproblemen. Het grote verschil was dat er veel sneller

gehandeld moest worden en veel grotere bedragen beschikbaar moesten

worden gesteld. Normaal gesproken duurde het vier tot zes maanden

voor het IMF een reddingsplan had. In dit geval hebben het IMF en de VS

samen binnen vier weken 50 miljard dollar als lening voor Mexico

beschikbaar gesteld. Hiervan was 17,8 miljard van het IMF afkomstig.7

Het doel van dit reddingsplan was het herstellen van het vertrouwen in

de Mexicaanse economie. Mexico kon dankzij de lening de grote

buitenlandse schulden die met name uit leningen in dollars bestonden,

sneller afbetalen. Ondanks dat Mexico nu een schuld aan het IMF en de

VS open had staan, was er wat druk van de ketel. Hoewel ook Argentinië

in een crisis raakte, had de Tequilacrisis zich mogelijk snel kunnen

verspreiden naar nog meer landen als er niet door het IMF was

ingegrepen. 'Contagion', of in dit geval een 'hangover' naar andere

landen werd voorkomen.8

Het IMF hoopte met de miljardenlening een katalyserend effect

te bereiken: door deze lening toe te zeggen zouden investeerders weer

vertrouwen krijgen in de Mexicaanse economie en daarom hun geld niet

weghalen uit Mexico, of liever, weer naar Mexico brengen.9 Dat kunnen

zij met een gerust hart doen omdat ze er vanuit gaan dat het IMF toch

wel ingrijpt als de investeerders hun geld dreigen te verliezen. Het IMF

fungeert op die manier als een soort inkomensverzekeraar voor

investeerders.10

Het leek erop dat het reddingsplan van het IMF een succes was.

Journal 110-460 (2000) 273-291, aldaar 273-275.

7 IMF, IMF supported programs in capital account crisis (Washington D.C. 2002) 14-15. 8 Boughton, 'From Suez to Tequila', 275-276. 9 Ayse Evrensel, Ali M. Kutan, 'How do IMF announcements affect financial markets in

crisis? Evidence from forward exchange markets', Journal of Financial Stability 4 (2008) 121-134, aldaar 123.

10 Johg-Wha Lee, Kwanho Sin, 'IMF bailouts and moral hazard', Journal of international money and finance 27 (2008) 816-830, aldaar 816.

7

De export nam toe met 32% en de import nam af met 21%.11 Dit

betekende een goede stap richting het herstel van de betalingsbalans. De

fiscale doelen van het IMF voor 1995 werden gehaald en het BNP

groeide in 1996 weer, na een scherpe daling in 1995. De IMF

maatregelen zorgden ook voor een afname op de kans dat de overheid

opnieuw in financieringsproblemen terecht zou komen. Mexico kende in

de jaren tachtig een hoge inflatie. Dankzij de IMF maatregelen zou de

inflatie sterker in de gaten worden gehouden. Dit leek voor

investeerders een garantie dat Mexico niet zou terugkeren naar de jaren

van hoge inflatie. Zo werd het vertrouwen in de Mexicaanse economie

hersteld. Het BNP van Mexico daalde in 1995 nog met 6,2 procent ten

opzichte van 1994, maar daarna volgde een snel herstel.12

Moreel risico

Toch was het programma geen onverdeeld succes. Het BNP daalde aan

het begin van 1996, na het snelle herstel in 1995 (hoewel het herstel

zich daarna wel weer doorzette).13 De banken bleven kwetsbaar

gedurende de periode van 1995 tot 1996. Het IMF-programma richtte

zich op een snelle daling van de inflatie naar de situatie zoals deze vlak

voor de crisis was, maar de inflatie bleef gedurende 1995 en 1996 hoog:

35 procent in 1995 en 34,4 procent in 1996.14 Het ingrijpen van het IMF

had dus niet helemaal de gewenste uitwerking. Een reddingsplan van

miljarden dollars kan namelijk 'moral hazard' of ‘moreel risico’

veroorzaken. Investeerders zouden veel meer risico's nemen bij het

investeren in IMF-lidstaten en zij zouden geld lenen onder rentes die

deze risico's niet onderschrijven.

Het is echter moeilijk te meten of de nadelige effecten van de

IMF-leningen aan Mexico zijn veroorzaakt door moreel risico. Na het

optreden in de Tequilacrisis heeft het IMF veel vaker als crisisbestrijder

11 IMF, IMF-Supported programs’, 78-79. 12 Ibidem, 37-38. 13 Ibidem, 36. 14 Ibidem, 44, 79.

8

op moeten treden. Maar hieruit is niet direct te concluderen dat deze

crises mede zijn ontstaan door moreel risico: vele andere factoren

hebben bijgedragen aan de latere crises. Vaak wordt wel gesuggereerd

dat moreel risico een grote rol heeft gespeeld in bijvoorbeeld het

ontstaan van de Azië-crisis. Met behulp van verschillende economische

modellen is vaak geprobeerd om de effecten van moreel risico in kaart te

brengen. Er zijn studies die concluderen uit een dergelijk model dat de

positieve effecten van de IMF-hulp de mogelijke negatieve effecten van

‘moral hazard’ teniet doen.15 Anderen menen juist dat moreel risico door

het IMF-ingrijpen wel degelijk negatieve gevolgen heeft gehad voor de

economie in het IMF-gesteunde land. Zo zou de Tequilacrisis zelfs mede

veroorzaakt zijn doordat het IMF in de jaren tachtig al meermaals steun

bood aan Mexico.16

Conditionaliteit in Mexico

Niet alleen de mogelijkheid van 'moral hazard' is als kritiek genoemd op

de IMF-steun in de Tequilacrisis. Het IMF stelt voorwaarden aan het land

waar het geld aan uitleent. Deze voorwaarden worden conditionaliteit

genoemd. Het IMF zegt deze voorwaarden te stellen zodat het zich er

van kan verzekeren dat de lening terugbetaald wordt. De voorwaarden

zijn echter een punt van discussie in de rol van het IMF als

crisisbestrijder. Sommige gestelde voorwaarden zouden namelijk niet

bijdragen aan het tegengaan van de crisis, maar juist aan het versterken

van enkele negatieve effecten.

In Mexico werden door het IMF geen structurele veranderingen

in de economie als voorwaarde gesteld. Dit had volgens sommigen in

Mexico juist wel moeten gebeuren. Zo begon de Mexicaanse overheid

pas jaren na de crisis met het hervormen van de bankensector. In 1999

15 Axel Dreher, Stefanie Walter, 'Does the IMF help or hurt? The effect of IMF programs

on the likelihood and outcome of currency crisis', World Development 38-1 (2010) 1-18, aldaar 2-3, 7.

16 Ian Vásquez, 'A retrospective on the Mexican bailout', Cato Journal 21-3 (2002) 545-551, aldaar 546-547.

9

werd bijvoorbeeld pas begonnen met het openstellen van de

bankensector voor buitenlandse concurrentie. Dat dit niet eerder

gebeurde zou zijn gekomen doordat de meeste problemen in de

bankensector tijdelijk waren opgelost door de miljardenlening. De

prikkel voor de overheid om te hervormen was hiermee weggenomen.17

Toezicht

Tot slot wordt het IMF vaak verweten dat het de crisis in Mexico niet aan

zag komen. Verschillende studies wijzen uit dat het toezicht op de

kapitaalmarkt en de financiële markt tekort schoten om de crisis te

kunnen voorspellen.18 Het IMF erkende deze tekortkomingen en gaf toe

dat het teveel had vertrouwd op cijfers uit de lidstaten, zonder deze

cijfers zelf te controleren. Het is echter de vraag of het IMF met beter

toezicht de crisis wel had aan zien komen. Het bekend maken van

slechte cijfers kan er namelijk toe leiden dat door een dalend

vertrouwen de ineenstorting van de economie in een stroomversnelling

raakt.19

17 Vásquez, 'A retrospective', 547-548. Axel Dreher, 'IMF and economic growth: the effects of programs, loans and

compliance with conditionality', World Development 34-5 (2006) 769-788, aldaar 773.

18 IMF Working Paper, Financial sector surveillance and the IMF http://www.imf.org/external/pubs/ft/wp/2009/wp09247.pdf 14-16 (geraadpleegd 13-12-2010).

19 Kapur, 'The IMF: A cure or a curse?', 120.

10

De Azië-crisis kwam als donderslag bij heldere hemel. Voor de crisis in

juli 1997 begon, kende de meeste Zuidoost-Aziatische economieën een

ongekende economische groei. Net als in Mexico hadden de Aziatische

overheden liberalisaties doorgevoerd in de financiële sector. De

liberalisaties waren echter niet samengegaan met een verscherpte

regulering. Men kon daardoor makkelijk goedkope leningen afsluiten in

het buitenland. Dit zorgde er voor dat er veel buitenlands kapitaal de

Aziatische economieën binnen kwam. De landen in de regio werden

daardoor in toenemende mate geïntegreerd in de wereldeconomie. In

1994 stroomde er 47 miljard dollar aan buitenlands kapitaal de

economieën van Zuid-Korea, Indonesië, Maleisië, Thailand en de

Filipijnen binnen. In 1996 was dit opgelopen tot 93 miljard dollar.20

Aziatische banken en Aziatische bedrijven gebruikten vaak geld dat

verkregen was uit korte termijn leningen, om projecten op de lange

termijn te financieren. Ondertussen hanteerden de Zuidoost-Aziatische

landen een vaste wisselkoers met de Amerikaanse dollar. Dit alles

maakte de economieën kwetsbaar: als het vertrouwen van de

investeerders ineens zou inzakken, zouden de Aziatische economieën

met enorme buitenlandse schulden achterblijven.21

Dit bleek uiteindelijk het geval toen de crisis in juli 1997 toesloeg

in Thailand. Het land kampte in 1997 met een buitenlandse schuld die

72,3 procent van het BNP betrof. De crisis verspreidde zich snel over

Zuidoost-Azië. Indonesië (63,3 procent van het BNP), Zuid-Korea (28,1

procent), en de Filipijnen (61,6 procent) hadden allen enorme

buitenlandse schulden, en zochten steun bij het IMF.22 Voor deze vier

landen werd besloten tot miljardenleningen. De Filippijnen kregen

'slechts' 1 miljard dollar steun. Om die reden zal de Filippijnen hier

buiten beschouwing worden gelaten.

20 Robert Wade, 'The Asian debt-and-development crisis of 1997-?: Causes and

Conseqeunces', World Development 26-8 (1998), 1535-1553, aldaar 1539. 21 Krugman, The return of depression economics, 97. 22 IMF, IMF-Supported programs, 11.

11

Miljardenleningen

Voor de overige drie landen kwam het IMF met de volgende plannen.

Voor Thailand werd een pakket samengesteld van 17,1 miljard dollar,

waarvan 3,9 miljard afkomstig van het IMF. Deze aankondiging leek

verdere verspreiding van de crisis tegen te gaan. Toen de VS echter

nauwelijks bleken bij te dragen aan een reddingsplan, zakte het

vertrouwen weer en verspreidde de crisis zich snel verder. Indonesië

werd geholpen met 36 miljard dollar, waarvan 10,1 miljard afkomstig

van het IMF. Ook hier bleek het herstel van vertrouwen van korte duur.

Zuid-Korea kreeg de grootste financiële injectie. Met een lening van 58

miljard dollar, waarvan 20,1 miljard werd toegezegd door het IMF, moest

de Zuid-Koreaanse economie gered worden en verdere verspreiding van

de crisis voorkomen.23 De lening werd gebruikt om de schulden aan

banken in de VS, Japan en Europa terug te betalen.

Het is opvallend dat de IMF-leningen geen vertrouwensherstel

en daarmee geen katalyserend effect hebben gehad. Het doel van de

leningen was het herstellen van het vertrouwen van investeerders, zodat

zij hun geld niet weg zouden halen uit de Aziatische economieën. Dit

deden zij toch en het BNP van de getroffen landen daalde in 1998 veel

sterker dan het IMF had berekend. In Indonesië gebeurde dat met 13,1

procent, terwijl het IMF had gerekend op 5 procent groei. In Zuid-Korea

rekende het IMF op 2,5 procent groei, maar daalde het BNP met 6,7

procent. Thailand kende een daling van 10,8 procent, tegen een

verwachting van 3,5 procent groei volgens de plannen van het IMF.24

Conditionaliteit bij IMF-leningen

Maleisië werd ook geraakt door de crisis, maar de regering besloot om

geen hulp van het IMF te accepteren. Volgens critici maakte Maleisië

23 IMF, IMF-Supported programs, 11. Wade, 'The Asian debt-and-development' 1542-1543. 24 IMF, IMF-Supported programs, 36.

12

hiermee een juiste beslissing.25 De organisatie wordt door veel Aziaten

als veroorzaker van de Azië-crisis aangewezen. Anderen, waaronder ook

Aziaten, menen dat het IMF de crisis misschien niet veroorzaakte, maar

dat de genomen maatregelen zeker geen goeds hebben gedaan. De

conditionaliteit die werd gesteld aan de leningen zouden de crisis

hebben verergerd. Dit zou komen doordat de maatregelen vooral gericht

waren op het tegengaan van de verspreiding van de problemen en

minder op het direct bestrijden van de crisis.

Het IMF eiste dat Thailand, Indonesië en Zuid-Korea grote

begrotingstekorten zouden voorkomen door het doorvoeren van

bezuinigingen en door het invoeren van hoge belastingen. Deze hoge

belastingen en de bezuinigingen zorgden echter voor een daling van de

vraag, waardoor de economie verder in de problemen raakte. Bovendien

werden begrotingstekorten niet gezien als het enige probleem in de

Aziatische economieën en het IMF stelde nog meer voorwaarden.26 De

landen moesten vergaande economische liberalisatie toestaan. Als

onderdeel hiervan moesten de meest insolvabele banken sluiten. Dit

heeft er waarschijnlijk voor gezorgd dat het vertrouwen in de

economieën alleen maar is afgenomen: men vreesde het sluiten van

meer banken, waardoor men snel geld uit de getroffen landen haalde.27

Ook het goederenvervoer moest geliberaliseerd worden. In het

geval van Zuid-Korea werd daarnaast flexibilisering van de arbeidsmarkt

geëist. Deze maatregelen waren echter helemaal niet noodzakelijk om

de crisis op te lossen. Er wordt dan ook beweerd dat dit gebeurde omdat

het voor buitenlandse investeerders op de lange termijn gunstig zou

zijn.28 Bovendien werden het toezicht en de regulering op de economie

niet aangepast aan de nieuwe open economische situatie. Daardoor

konden bedrijven in de Aziatische economieën alsnog gemakkelijk geld

lenen op de internationale markt. Terwijl dat juist voorkomen moest

25 Joseph E. Stiglitz, 'Capital-market liberalization, globalization and the IMF', Oxford

review of economic policy 20-1 (2004) 57-71, aldaar 58,63. 26 Krugman, The return of depression economics, 115-116. 27 IMF, IMF-Supported programs 57. 28 H. Visser, 'De Aziatische crisis en de veranderde rol van het IMF', Maandschrift

Economie 62 (1998) 319-323, aldaar 321-322.

13

worden, omdat de Aziatische landen al enorme buitenlandse schulden

hadden, deze liepen zo alleen maar meer op.29

Moreel risico

Omdat het IMF in de Aziatische landen veel voorwaarden heeft gesteld

aan de leningen, is het minder waarschijnlijk geworden dat overheden

graag door het IMF geholpen willen worden. Het voorkomen van 'moral

hazard' wordt wel eens genoemd als reden van de strenge voorwaarden

van het IMF.30 De investeerders kunnen mogelijk wel meer risico nemen,

in de wetenschap dat de risico's door IMF-ingrijpen gedekt kunnen

worden. Investeerders hebben door de leningen van het IMF immers

voor een groot deel hun geld terug kunnen krijgen. Dit wordt als reden

genoemd om de rol van het IMF als crisisbestrijder kritisch te bekijken.31

Het IMF trad in deze crisis bovendien onmiskenbaar op als 'lender of

last resort', waarmee de verwachting dat het IMF in toekomstige crises

ook zal ingrijpen is toegenomen.

Toezicht in Azië

Het IMF had evenals de Tequila-crisis, de Azië-crisis niet aan zien

komen. Maar door de ervaringen van de crisis in Mexico is de

'surveillance', of toezichthoudende functie van het IMF aangepast. In

Azië werd in de jaren 1995-1996 vaker onderzoek gedaan naar de staat

van de economie dan in de jaren daarvoor. Echter werden hier de

kapitaalmarkt en financiële sector niet op de juiste wijze in de gaten

gehouden, net als in Mexico. Het IMF zegt wel te hebben gewaarschuwd

dat het toezicht in de bankensector in de Aziatische economieën tekort

schoot. Zo had het fonds opgeroepen tot strengere regulering en

supervisie in enkele van de getroffen landen.32 De problemen die het

29 Wade, 'The Asian debt-and-development', 1542-1546. 30 IMF, IMF-Supported programs 57-60. 31 Lee en Shin, 'IMF bailouts and moral hazard', 829. 32 IMF Working Paper, Financial sector surveillance and the IMF

14

IMF wel kon zien, hebben zij desondanks onderschat. Het IMF verwijt de

Aziatische landen dat zij niet genoeg toegang hebben gegeven tot

belangrijke cijfers. Dit in combinatie met de snelle uitbreiding van de

internationale kapitaalmarkt maakte het moeilijker om mogelijke

risico’s te doorzien.

http://www.imf.org/external/pubs/ft/wp/2009/wp09247.pdf 24-27 (geraadpleegd 13-12-2010).

15

Na de kritieken op het IMF in de crises in Mexico en Zuidoost-Azië werd

er meermaals opgeroepen om te zoeken naar een andere manier van

crisisbestrijding. Het IMF als 'lender of last resort' zou tekort schieten

omdat de organisatie onder andere het risico op 'moral hazard' zou

vergroten. Er moest dus een nieuwe 'lender of last resort' komen die de

kans op moreel risico weg zou nemen door hoge boetes te zetten op het

lenen bij de organisatie. Zo zal elk land willen voorkomen dat het naar

de crisisbestrijder moet stappen.33 Anderen meenden dat het IMF als

crisisbestrijder moest blijven optreden, maar dat meer aandacht besteed

moet worden aan het voorkomen van crisis door middel van toezicht en

technische assistentie.34 Het IMF heeft dus behoorlijk wat kritiek te

verduren gekregen en de roep om de rol als crisisbestrijder te herzien, is

na de Azië-crisis steeds harder geworden.

Tussen 2000 en 2007 heeft het IMF nauwelijks opgetreden om

landen met een dreigende crisis te helpen. Volgens critici had het IMF in

deze tijd hervormingen door moeten voeren. In de voor het IMF

rustigere periode is er niet genoeg veranderd binnen het IMF, volgens

critici. Want ook de Kredietcrisis zag het IMF niet op tijd aankomen.

Daarnaast heeft het IMF volgens dezelfde critici weinig gedaan om crises

te voorkomen. Het fonds zou eerder hebben bijgedragen aan het

ontstaan van de Kredietcrisis, doordat het deregulaties en

liberaliseringen heeft doorgevoerd (bijvoorbeeld in Azië in de jaren

negentig).35

De Kredietcrisis is begonnen door de problemen op de

huizenmarkt in de VS. In april 2007 constateerde het IMF deze

problemen, maar werden niet van groot belang geacht. Ingrijpen was

dus niet nodig. Pas toen in augustus en september van het jaar 2008

33 Allan H. Meltzer, 'Asian problems and the IMF', Cato Journal 17-3 (1998) 269-276,

aldaar 273-275. 34 Dreher en Walter, 'Does the IMF help or hurt?', 12. 35 Stiglitz, Freefall, 214-215.

16

diverse grote banken moeilijkheden kregen, erkende het IMF dat er een

grote crisis op komst was.36

De terugkeer van de crisisbestrijding

Die opkomende crisis heeft er voor gezorgd dat het IMF na enkele

rustigere jaren weer in de rol als crisisbestrijder is gestapt. In 2008 en

2009 ontvingen Armenië, Georgië, Hongarije, IJsland, Letland, Pakistan

en Oekraïne IMF-steun. In 2010 schoot het IMF ook Griekenland en

Ierland te hulp met miljardenleningen van respectievelijk 30 miljard

dollar en 22,5 miljard dollar.37 De vrees is dat ook Portugal en Spanje

binnen afzienbare tijd geholpen moeten worden. In een poging het

vertrouwen in de Europese economieën te herstellen, heeft het IMF

samen met de EU een noodfonds opgesteld van 750 miljard euro.38

Mochten meer landen in de problemen komen, dan kunnen deze landen

aanspraak maken op hulp van dit noodfonds. Het IMF heeft daarnaast

mede op initiatief van de G20 nog andere bijzonder maatregelen

getroffen om de crisis te bestrijden. De leencapaciteit is met behulp van

een aantal landen verhoogd tot 750 miljard dollar39. Bovendien is de

'Flexible Credit Line' (FCL) geïntroduceerd. Landen met sterke

'fundamentals' en een adequaat economisch beleid kunnen door deze

regeling indien nodig direct toegang krijgen tot een grote lening, zonder

voorwaarden vooraf. Op dit moment is het moeilijk te zeggen of de

36 Mihir Rakshit, 'The IMF on the global crisis and its resolutions', Development and

Change 40-6 (2009) 1293-1307, aldaar 1293-194. 37 Persbericht IMF, http://www.imf.org/external/np/sec/pr/2010/pr10462.htm

(geraadpleegd 06-12-2010). IMF, IMF Survey Online,

http://www.imf.org/external/pubs/ft/survey/so/2010/new050910a.htm (geraadpleegd 06-12-2010).

IMF Factsheet, IMF crisis lending http://imf.org/external/np/exr/facts/crislend.htm (geraadpleegd 15-12-2010).

38 Margarita Katsimi, Thomas Moutos, 'EMU and the Greek crisis: The political economy-perspective' European Journal of Political Economy 26 (2010) 568-576, aldaar 569.

39 Daniela Gabor, ‘The International Monetary Fund and its new economics’, Development and Change 41-5 (2010) 805-830, aldaar 808.

17

aanpak van de IMF in de huidige crisis succesvol is. Wel kunnen hierover

enkele constateringen gemaakt worden.

Voorwaarden

Voor de landen die gebruik maken van de FCL zouden mogelijk nadelige

conditionaliteiten, zoals in het geval van de Aziëcrisis, geen rol spelen.

Voor de toegang hiertoe zijn behalve sterke ‘fundamentals’ geen speciale

voorwaarden gesteld. Mogelijk zullen de landen die uit de FCL lenen

minder snel overgaan tot noodzakelijke economische hervormingen. Dat

zou een nadeel zijn van het ontbreken van conditionaliteit.40 Tot nu toe

hebben landen echter nog niet daadwerkelijk geld geleend via de FCL.

De leningen die het IMF tot nu toe in de Kredietcrisis heeft verstrekt zijn

dus gepaard gegaan met conditionaliteit, wat mogelijk nadelig is voor

het land dat geld leent.41 Zo moeten Ierland en Griekenland enorm

bezuinigen op de overheidsuitgaven om te voorkomen dat de landen

failliet gaan. Dat zou er toe kunnen leiden dat de economische groei in

het geding komt. Ook de Oost-Europese economieën die steun krijgen

moeten aan zekere voorwaarden voldoen.

Een verschil met de Tequila-crisis en de Azië-crisis is dat het IMF

meent dat in de huidige crisis het grootste probleem is dat de overheden

een te groot begrotingstekort hebben. Dat is bijvoorbeeld in Griekenland

het geval. Het grootste probleem is in dit geval dus niet dat investeerders

hun geld massaal weghalen uit het land. Wat overigens wel kan

gebeuren als het vertrouwen in de economieën wegvalt. In de Oost-

Europese economieën is er echter wel sprake van buitenlands kapitaal

dat massaal uit de landen wordt weggehaald. Desondanks richt het IMF

zich ook hier voornamelijk op het terugdringen van het

begrotingstekort. Dit heeft tot gevolg gehad dat de verwachtte daling

van het BNP in deze landen omlaag is bijgesteld, in tegenstelling tot de

40 DNB, 'Verstorende effecten van de crisismaatregelen en hoe deze te beperken',

Occasional Studies 7-3 (2009) 13-14, 31. 41 M. Erdem. Özgür, 'The crisis is back, so is the IMF', ZKU Journal of Social Sciences 5-9

(2009) 83-96, aldaar 91.

18

voorspelling van het IMF. De Oost-Europese economieën zullen dus meer

krimpen dan werd gedacht, mogelijk door het handelen van het IMF. 42

Moreel risico in de EU

De reddingsplannen van het IMF moeten het vertrouwen in de

economieën herstellen. Een nadeel is dat de miljardenleningen ervoor

kunnen zorgen dat investeerders in bijvoorbeeld Spanje en Portugal

minder goed op risico's letten, omdat ze verwachten dat de EU en het

IMF ook hier zullen ingrijpen. Het is zelfs mogelijk dat de kans op moreel

risico in Europa groter is, omdat men er vanuit gaat dat men koste wat

kost het vallen van de euro wil voorkomen. Op deze manier kan het IMF

dus mogelijk de gevolgen van de crisis verergeren. Men hoopt met de

leningen dat ingrijpen in Spanje en Portugal niet nodig is, omdat zo de

verspreiding van de crisis vanuit Ierland en Griekenland wordt

voorkomen. Ook in deze crisis is er dus het gevaar dat het morele risico

toeneemt door toedoen van de reddingsplannen van het IMF. Het

optreden van het IMF in de huidige crisis heeft er dus nog niet toe geleid

dat de kritieken zijn verstomd.

42 Gabor, ‘The International Monetary Fund’, 822-825.

19

Het functioneren van het IMF als crisisbestrijder is in dit onderzoek

inzichtelijk gemaakt. Het IMF neemt deze rol op zich sinds de

Tequilacrisis die van 1994 tot 1995 plaatsvond. In de Kredietcrisis heeft

het IMF zich weer in deze hoedanigheid geprofileerd. Het succes van het

IMF in deze rol wordt echter betwist. Daarvoor is het functioneren van

het IMF tijdens de Tequilacrisis, de Azië-crisis en de Kredietcrisis

onderzocht.

Op het eerste gezicht lijkt de miljardenlening die het IMF aan

Mexico beschikbaar stelde een positief effect te hebben gehad op de

economie. Hoewel ook Argentinië in economische moeilijkheden raakte,

was er verder geen sprake van ‘hangover’ naar andere landen.

Bovendien presteerde de Mexicaanse economie al snel weer vrij goed: in

1996, twee jaar na het begin van de crisis, groeide het BNP weer. Toch

bleef de bankensector kwetsbaar. Ook is de mogelijkheid ontstaan dat er

moreel risico is opgetreden door het ingrijpen van het IMF in Mexico.

Hoewel dit moeilijk te meten is, is de aanwezigheid hiervan niet uit te

sluiten. Dat het IMF na de Tequilacrisis in Mexico vaker heeft opgetreden

als crisisbestrijder, zou een teken kunnen zijn dat dit inderdaad het

geval is. Het IMF heeft het bij het verstrekken van de miljardenlening

aan Mexico nagelaten om adequate structurele veranderingen in de

economie te eisen. Mexico ging zelf ook niet over tot deze maatregelen.

Mogelijk komt dat doordat de problemen in de bankensector tijdelijk

waren opgelost door de miljardenlening. Het IMF heeft de Tequilacrisis

niet kunnen voorspellen. Toezicht op de kapitaalmarkt en financiële

markt zijn tekort geschoten.

Evenmin heeft het IMF de Azië-crisis voorspeld, ondanks dat het

toezicht op de kapitaalmarkt en de financiële markt na de Tequilacrisis

was verscherpt. Mogelijke problemen werden onderschat. In Mexico

slaagde het IMF er nog in om het vertrouwen in de economie snel te

herstellen. Tijdens de Azië-crisis konden de miljardenleningen echter

geen katalyserend effect teweeg brengen. Het BNP van de getroffen

20

landen zakte verder in dan het IMF had verwacht. Door het stellen van

strenge voorwaarden aan de lening wordt het IMF vaak gezien als

versterker van de Azië-crisis. De Aziatische landen moesten hun

economieën in vergaande mate liberaliseren. Dit leidde ertoe dat er nog

meer geld uit het buitenland geleend kon worden, waardoor de

buitenlandse schulden alsmaar toenamen. De conditionaliteit die was

verbonden aan de leningen in Azië zouden teveel zijn gericht op het

voorkomen van verspreiding, dan dat ze gericht waren op het bestrijden

van de crisis. Verspreiding naar het Westen werd inderdaad voorkomen.

Daarop wordt het IMF vaak bekritiseerd: de leningen aan Azië zouden

vooral de Westerse investeerders beschermen.

Net als de crises in Mexico en in Azië, zag het IMF de

Kredietcrisis niet op tijd aankomen. In de jaren voor de Kredietcrisis

heeft het IMF niet naar voren hoeven treden als crisisbestrijder. In die

tijd lijkt er echter weinig veranderd. Opnieuw schoot het toezicht tekort.

Bij de leningen aan de Oost-Europese economieën zijn mogelijk opnieuw

voorwaarden gesteld die de crisis eerder versterken dan tegengaan. Ook

aan de leningen aan Ierland en Griekenland zijn strenge voorwaarden

verbonden. Er is echter hoop: de nieuw opgerichte Flexible Credit Line

stelt geen structurele eisen aan de landen die via deze regeling willen

lenen. Dit kan echter wel moreel risico in de hand werken.

Met de terugkeer van het IMF als crisisbestrijder, zijn ook de

kritieken teruggekeerd. Hoewel de exacte uitkomst van de huidige

leningen nog moet blijken, lijkt het erop dat het IMF straks kan rekenen

op dezelfde kritieken als voorheen. De IMF in crisistijd kan dus zeker

niet onbetwist als zegen worden beschouwd.

21

Boughton, James M., 'From Suez to Tequila: The IMF as crisis manager',

The Economic Journal 110-460 (2000) 273-291.

Chang, Kyung-Sup, 'The end of developmental citizenship? Restructuring

and social displacement in post-crisis South-Korea', Economic and

Political Weekly 15 december (2007) 67-72

DNB, 'Verstorende effecten van de crisismaatregelen en hoe deze te

beperken', Occasional Studies 7-3 (2009).

Dreher, Axel, 'IMF and economic growth: the effects of programs, loans

and compliance with conditionality', World Development 34-5 (2006)

769-788.

Dreher, Axel, Stefanie Walter, 'Does the IMF help or hurt? The effect of

IMF programs on the likelihood and outcome of currency crisis', World

Development 38-1 (2010) 1-18.

Evrensel, Ayse, Ali M. Kutan, 'How do IMF announcements affect

financial markets in crisis? Evidence from forward exchange markets',

Journal of Financial Stability 4 (2008) 121-134.

Gabor, Daniela, ‘The International Monetary Fund and its new

economics’, Development and Change41-5 (2010) 805-830.

IMF Factsheet, IMF crisis lending

http://imf.org/external/np/exr/facts/crislend.htm

(geraadpleegd 15-12-2010).

IMF, IMF supported programs in capital account crisis (Washington D.C.

2002).

22

IMF, IMF Survey Online,

http://www.imf.org/external/pubs/ft/survey/so/2010/new050910a.h

tm (geraadpleegd 06-12-2010).

IMF, Press Release,

http://www.imf.org/external/np/sec/pr/2010/pr10462.htm

(geraadpleegd 06-12-2010).

IMF Working Paper, Financial sector surveillance and the IMF

http://www.imf.org/external/pubs/ft/wp/2009/wp09247.pdf

(geraadpleegd 13-12-2010).

IMF, What is the IMF? Making the global economy work for all

(Washington D.C. 2006).

Kapur, Devesh, 'The IMF: A cure or a curse?', Foreign Policy 111 (1998)

114-129.

Katsimi, Margarita, Thomas Moutos, 'EMU and the Greek crisis: The

political economy-perspective' European Journal of Political Economy 26

(2010) 568-576.

Krugman, Paul, The return of depression economics and the crisis of 2008

(Londen 2008).

Lee, Johg-Wha, Kwanho Sin, 'IMF bailouts and moral hazard', Journal of

international money and finance 27 (2008) 816-830.

Meltzer, Allan H., 'Asian problems and the IMF', Cato Journal 17-3 (1998)

269-276.

Özgür, M. Erdem, 'The crisis is back, so is the IMF', ZKU Journal of Social

Sciences 5-9 (2009) 83-96

23

Rakshit, Mihir, 'The IMF on the global crisis and its resolutions',

Development and Change 40-6 (2009) 1293-1307.

Stiglitz, Joseph E., 'Capital-market liberalization, globalization and the

IMF', Oxford review of economic policy 20-1 (2004) 57-71.

Stiglitz, Joseph E., Freefall: free markets, and the sinking of the world

economy (Londen 2010).

Vásquez, Ian, 'A retrospective on the Mexican bailout', Cato Journal 21-3

(2002) 545-551.

Visser, H. 'De Aziatische crisis en de veranderde rol van het IMF',

Maandschrift Economie 62 (1998) 319-323.

Wade, Robert, 'The Asian debt-and-development crisis of 1997-?: Causes

and Conseqeunces', World Development 26-8 (1998), 1535-1553.

AUTEURSRECHT