7

Inhoud

9 Een digitale detox in 10 stappen

11 Wereldkampioen reclame? Nee. Wereldkampioen content? Ja!

14 De 6 trends in social media gebruik

22 Virtueel meevaren met Amsterdam Gay Pride

26 7 tips voor de netwerker 2.0

31 De wet van Snuf

36 Sharp staat op de schouders van reuzen

40 Dokter, ik heb een minderwaardigheidscomplex

46 10 begrippen in 5 talen

48 Alignment creëren in 6 stappen

54 When digital becomes human

60 Positioneer jezelf in drie eenvoudige stappen

64 Hoe zorg je dat je e-mail geopend wordt?

69 Waarde Propositie Ontwerp

75 De beste marketeer van Nederland

77 Welk PR-type ben jij?

82 Wie heeft mijn werkplek gepikt?

89 De juiste golven pakken

92 Hoe pillen voor bloemige windjes het Aids Fonds helpen

96 Een voor allen, allen voor een

102 Serious gaming en gamification

107 10 adviezen voor succes

114 Axel Springer als inspiratie voor elk mediabedrijf

117 Omnichannel in retail

124 Worden marketeers ‘chef goed doen’?

127 Leer van marketingmeesters

8

130 Online Brand Identity

136 Hoe je met communicatie het verschil kunt maken

141 Kies je voor Milli Vanilli of voor VT Wonen?

145 Uitverkocht!

153 Vlindertuin

155 klein GROOT

162 Hardnekkige ideeën over denken, verzinnen en maken

165 Klanthelden in de 9+ organisatie

170 ABC Jeukwoorden

175 Oplossing puzzels

9

Een digitale detox in 10 stappen

Je hebt vakantie. Tijd om te ontspannen en te genieten, maar je vindt het mis-schien moeilijk om je smartphone opzij te leggen. Tijd voor een digitale detox. Niet alleen tijdens de vakantieperiode, maar ook straks als het normale leven weer begint, is het belangrijk dat online werkmiddelen niet je hele bestaan overnemen. De Vlaamse Christine Wittoeck, auteur van Start to Digital Detox, helpt bedrijven en particulieren om meer evenwicht te vinden in hun online en offline leven. Zij geeft 10 tips om te voorkomen dat digitale middelen jou bestu-ren, in plaats van andersom.

Begin door gewoon eens te turven hoe vaak en waarvoor je per dag online gaat. Zo krijg je inzicht in je eigen gedrag.

Vraag je bij iedere boodschap die je wilt overbrengen af welk communicatie-middel zich daar het beste voor leent.

Voor veel mensen is een volle mailbox een bron van stress. Houd je inbox zo leeg mogelijk, door bij elke mail direct te besluiten: reageren, wissen, of — bij uitzondering — bewaren voor later. En check je e-mail niet de hele dag, maar op twee of drie vaste tijdstippen.

Bij alles geldt: communicatie is key. Besluit je om je e-mail nog maar twee keer per dag te checken of wil je op gezette tijden niet bereikbaar zijn, communi-ceer dat dan duidelijk. Je zult zien dat mensen duidelijk gestelde grenzen respecteren.

Verifieer onuitgesproken verwachtingen. Veel mensen die ’s avonds of in het weekend nog een mail van hun baas ontvangen, denken dat ze meteen moeten reageren. Terwijl bij navragen vaak genoeg blijkt dat de zender dit helemaal niet verwacht.

Neem de regie terug over jouw eigen communicatie. Dat iemand jou belt of een bericht stuurt, verplicht jou nog niet meteen tot reageren. Voel je ook nooit verplicht om deel te nemen aan sociale media; doe dit alleen als je er ook werkelijk iets uithaalt.

123

4

5

6

10

Vraag je bij iedere taak af of je er wel echt internet voor nodig hebt.

Gebruik je mobiel niet als wekker, dat zorgt voor een betere nachtrust.

Stop telefoons bewust weg bij sociale activiteiten en neem bijvoorbeeld bij uitstapjes met de familie maar één telefoon mee.

Duidelijkheid scheelt veel irritatie, zeker in werksituaties. Maak heldere afspraken, bijvoorbeeld: tijdens de lunch en bij vergaderingen geen mobiele telefoons.

Floor Bakhuys roozeBoom is freelance journalist voor opdrachtgevers als Het Parool, De Volkskrant en Linda. en RTL Nieuws.

789

10

11

Wereldkampioen reclame? Nee. Wereldkampioen content? Ja!

De Nederlandse reclamewereld is, helaas, tamelijk ambitieloos geworden in de loop der jaren. Voor de uitgeefwereld geldt hetzelfde. We worden aan alle kanten overlopen. Alleen in de wereld van contentproductie blinken we uit. Laten we daar dan wereldkampioen in worden. Alle ballen op content!

Leer mij reclame-, media- en andere ondernemers kennen in de zomer. Nee, we gaan unwinden. Telefoon uit. Lekker met het gezin bezig, restaurantjes ontdek-ken, luieren en ja, héél véél lezen. Maar na een paar dagen begint het mijmeren over de Grote Doorbraak. De Nieuwe Plannen. De Grote Ambities. De wereld moet veroverd worden, en op z’n minst Europa. Terug in Nederland zakken de ambities al snel weg. Everyday life takes over. Dat is zonde. De zomer is voorbij, de ambities gaan weer voor een jaartje de ijskast in.Of toch niet? Kunnen we ergens in uitblinken? Ja. Wereldkampioen worden vanuit Nederland, in wat dan ook; het ís wel dege-lijk mogelijk. In contentproductie en contentmarketing. Daarover straks meer. Eerst nog even kijken waarom het maar niet vlot in reclame- en medialand.De Nederlandse reclamewereld is al lang verworden tot een club kleindenkers. Liefst samenklittend in veredelde zzp-verbanden, netwerkjes van specialisten die allemaal het liefst een goede work-life-balance vinden (en dus effectief drie dagen per week werken). Van een brede top is al lang geen sprake meer. Laat staan van wereldveroveraars. Geven we de reclamewereld op? Het heeft er alle schijn van. Grote netwerken kijken nauwelijks meer naar Nederland voor overnames. Amsterdam is een cre-atieve stad, heus wel, maar je moet heel goed zoeken om in de reclame nog het echte heilige reclamevuur tegen te komen. Met name op ondernemersniveau wil het maar niet lukken. (Uiteraard zijn er uitzonderingen die regel bevestigen. Media Monks verdient bijvoorbeeld alle credits voor de waargemaakte ambi-ties).

12

De reclamewereld is versnipperd, zoals nooit tevoren in de Neder-landse reclamegeschiedenis. Breng de bureau-ondernemers die

meer dan tien miljoen bureau-inkomen bij elkaar harken eens samen en je hebt genoeg aan het kleinste zaaltje van Van der Valk. Voor de uitgeefwereld geldt hetzelfde. De Belgen (Persgroep, Mediahuis) rege-ren onze krantenbusiness. De televisie is in handen van Duitsers (Bertelsmann) of Finnen (SBS) of de staat (publieke omroep). Grote nieuwe uitgeefsuccessen? Ze zijn er niet. Helaas.Waar zijn we nog wel heel erg goed in? Nou, in contentproductie. Met name in televisie. In deze mondiale miljardenmarkt staat Nederland al jarenlang in de top vijf. Met dank, uiteraard, aan John de Mol. Maar ook aan Reinout Oerlemans en al die andere tv-ondernemers die niet stopten bij de grensovergang en die er geen ‘Amsterdamse’ 24-urige creatieve werkweek op na hebben gehouden in de afgelopen jaren. Zij creëerden bedrijven die honderden miljoenen omzet boekten. En in het geval van Endemol en Talpa zelfs miljardenbedrijven werden.

Het is de zomer van 2016. Het kriebelt. De zomerboeken zijn uit. Je bent al bruin. Het borrelt. Het dromen over een glorieuze toe-komst is weer begonnen. Als we eens serieus kijken naar de kan-

sen voor Nederland in het brede domein van de creatieve sector, dan ligt het voor de hand om zoveel mogelijk in te zetten op de contentproductie. Waar het vanuit Nederland nauwelijks lukt om reclame-ideeën te ontwikkelen die inter-nationaal worden overgenomen, lukt dat in de tv-wereld aan de lopende band. De next stop voor Nederland is de wereld van contentmarketing. Dat werkter-rein ligt wereldwijd braak.Waarom moet Nederland hier de allerbeste in worden? Omdat we hebben be-wezen dat we goed snappen wat consumenten willen. Het succes in de tv-busi-ness is gebaseerd op het simpele inzicht dat je de klant (de kijker) op nummer één zet. Je wint de harten van de kijkers door iets te maken waar ze verslaafd aan raken. Waar bij reclame het merk centraal staat, staat bij contentmarketing de kijker/lezer/gebruiker centraal. Voorbeelden? Kijk naar de banken. De manier waarop je klanten helpt. Hoe je beleggingsfondsen uitlegt. Wat er gebeurt als je overlijdensrisicoverzekering aangesproken moet worden. Pure contentmarketing. De recepten van Albert Heijn die voorkomen dat Appie de firma Google spekt door continu adwords te hoeven inkopen. De verdiende aandacht van Red Bull.Twee keer een flight met commercials, soms imposant en sterk, vaker een door compromissen mismaakt filmpje voorzien van een wollige voice-over, is niet voldoende voor een merk om een vaste breinpositie te verwerven. Met con-tentmarketing kunnen merken veel dominanter in het leven worden van de consument.

Versnipperd

Grootste kansen in content marketing

13

Wat is er nodig voor succesvolle contentmarketing en vooral voor succes volle mondiale contentmarketing vanuit Nederland? Twee zaken. Allereerst de contentformats. Een goede content-

marketingstrategie omvat een of meer formats die op langere termijn het ver-schil maken in de levens van groepen consumenten. Neem de Allerhande (‘Wat eten we vandaag?’). Dat contentplatform geeft dag in dag uit antwoord op een belangrijke consumentenvraag. Content die geformatteerd wordt en succes-vol wordt, is over de grens ook te gebruiken. Grote merken gaan op zoek naar proven formats. Waarom iets nieuws bedenken als je een bewezen concept kunt inzetten. Contentformats voor merken zullen levendig verhandeld worden. Ze zullen juridisch vastgelegd moeten worden. Internationaal opererende merken zullen met hetzelfde format in vele landen actief worden. Nationale merken zullen hun formats te gelde kunnen maken doordat andere landen hun succes willen gebruiken in hun eigen markten.Naast de formats is er een tweede succesfactor: technologie. Een succesvolle contentmarketingstrategie bewerkstelligt twee zaken: vergroting van de loya-liteit van bestaande klanten én het binnenhalen van prospects. In beide geval-len wil je als merkhouder goed kunnen monitoren wat er gebeurt. Daarvoor is veel technologie nodig. Het goud van een gevulde database is alleen maar te vinden als je zwaar inzet op technologie. Om daarin te kunnen investeren zullen bureaus schaalgrootte nodig hebben. En daar kom ik uit bij ondernemer-schap. Contentmarketing wordt een wereldmarkt waar schaalgrootte en inves-teringsruimte cruciaal zijn. Je kunt dit spel pas goed spelen als je alle facetten goed beheerst. Size matters in dit geval. Denk er eens over na als je het stapeltje zomerboeken uit hebt en voor je uit staart. Dagdromen is goed. Internationaal aan de slag gaan is beter.

aart lensink is directeur en medeoprichter van LVB Networks, één van de grootste content­marketingbureaus. Hij schreef onder meer het boek Formats – the next step in contentmarketing.

Formats en technologie

14

De 6 trends in social media gebruik

Welke social media kanalen gebruiken we over tien jaar nog? Het is een vraag die vaak gesteld wordt door zowel bedrijven als journalisten. Het ant-woord is eenvoudig: geen idee. Het gebruik van social media kanalen hangt samen met de behoeften van gebruikers. Social media kanalen die daar vroegtijdig op in weten te spelen, kennen vaak een snelle groei en zullen gebruikt worden zolang ze relevant blijven. Misschien krijgt een platform langzaam maar zeker een andere gebruikersgroep omdat de positie in het spectrum van social platformen verandert, maar dan behoudt het wel zijn bestaansrecht.

Iedereen kent Hyves nog wel. Dit Nederlandse netwerk kende in 2009 nog 9 miljoen gebruikers. Dat is een aantal dat in 2015 pas voor het eerst weer door een ander platform, namelijk Facebook, werd gerealiseerd. Veel kenners menen dat internationalisering Hyves heeft opgebroken. In andere landen werd het platform niet gebruikt terwijl iedereen in het buitenland wel Facebook had. Langzaam maar zeker begonnen veel — internationaal actieve — Nederlanders te verkassen naar Facebook en kreeg Hyves het stempel van ‘lokaal netwerk’ waar alleen moeders en tantes nog op zaten.Hoewel moeilijk te voorspellen, zijn er absoluut trends te herkennen in het ge-bruik van social media. Hoewel nu nog niet bekend is welke netwerken toe-komstbestendig zijn moet elk platform tijdig inspelen op trends binnen social media gebruik.

Sinds 2013 is de populariteit van netwerken als Instagram, Pinte-rest en Snapchat snel gestegen. Hoewel deze netwerken verschil-lende gebruikersgroepen bedienen, bezitten ze één belangrijke gemeenschappelijke eigenschap: deze platformen draaien om

beeld. Nu de overgrote meerderheid van de Nederlanders smartphones bezit — dit was tot 2010 nog niet het geval — is het delen van foto’s en video’s veel makkelijker geworden.

Ook de ‘gevestigde’ social media kanalen erkennen deze behoefte en richten zich meer op het publiceren van dit type content. Facebook zag Instagram snel

Trend 1: Toename visuele

content

15

groeien en voelde zich bedreigd door het succes en dus heeft Facebook dit plat-form overgenomen. Op Twitter zijn YouTube fi lmpjes niet meer te zien omdat het platform wil dat je direct video’s op hun kanaal plaatst. Kortom: ieder social media kanaal stimuleert de gebruiker om vooral zo veel mogelijk beeldmateri-aal online te zetten.

Wat betekent dat voor online reputatiemanagement?Op dit moment wordt de online reputatie van organisaties vrijwel alleen ge-meten in tekst. Hoe vaak wordt een merk genoemd en wat is het sentiment? Antwoorden op dit soort vragen breng je in kaart met monitoringtools. Maar er zijn veel situaties te bedenken waarbij een merk wel in beeld is maar niet genoemd wordt in de tekst. Denk bijvoorbeeld aan (sport)sponsoring of pro-gramma’s op tv waarbij mensen producten gebruiken van een bepaald merk. Of denk aan afb eeldingen op social media waarop een merk staat zonder dat het in de tekst genoemd wordt. Op platformen als Twitter en Instagram — waar de hoeveelheid tekst vaak beperkt is — zal een merk eer der op een foto staan dan in de tekst. Doordat er steeds meer beeldmateriaal online verschijnt, wordt beeld een steeds belangrijkere factor voor je online reputatie.

Monitoren van foto’s en video’sTerwijl je dit leest, denk je misschien aan de meetbaarheid en KPI’s van je eigen merk. Heb je eindelijk intern overeenstemming bereikt over de meetbaarheid van je social media activiteiten, komt er wéér een nieuw type content bij. Bo-vendien: hoe waardeer je videocontent ten opzichte van tekst? Voor de mees-te merken is het bereik en het aantal seconden exposure van beeld en video belangrijk. Maar hoe kom je erachter dát je merk überhaupt op tv of op online video verschenen is?Op dit moment is een bedrijf als Media Distillery bezig met de ontwikkeling van soft ware voor logoherkenning. Deze start up van oud studenten van de TU Delft

0

1,000,000

2,000,000

3,000,000

4,000,000

5,000,000

6,000,000

7,000,000

8,000,000

9,000,000

10,000,000

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Aantal Nederlandse gebruikers op Social Media vanaf 2005

16

biedt de mogelijkheid om spraak te herkennen en is momenteel aan het testen met logoherkenning. De eerste Nederlandse bedrijven gaan binnenkort starten met monitoring via beeldherkenning en als de consument steeds meer visuele content blijft plaatsen, zal de behoefte van bedrijven in het kader van online reputatiemanagement toenemen.

SpraakherkenningIn het verlengde van de toename van visuele content ligt ook de toename van het aantal audiofragmenten dat online wordt geplaatst. De jeugd kijkt steeds vaker via Uitzending gemist in plaats van naar traditionele tv. Daarnaast kan ook iedereen een eigen videokanaal of radiostation starten. Iedereen kan streamen en veel jongeren maken hier ook gebruik van. Veel YouTubers, zoals Enzo Knol en Miss Lipgloss, worden door de 35+’ers niet herkend als ze door de Kalverstraat lopen, maar zijn idolen onder de jeugd. Als zij een merk bespreken in hun dagelijkse vlogs, komt dat op dit moment nog niet terug in monitoring-tools. Dit komt omdat het gesproken in plaats van geschreven tekst is. Maar de komende jaren zullen ook op dit gebied stappen worden gezet. Op dit moment is het immers al mogelijk om radio en tv programma’s te monitoren op basis van spraak en hierbij wordt in principe dezelfde techniek gebruikt.

De afgelopen tien jaar hebben bedrijven op social media met de consument mee kunnen luisteren over alles wat er over een merk, product, concurrent of interessant topic is gezegd. Door social media monitoring in te zetten konden bedrijven hun reputatie

managen en vaak via webcare in discussie gaan met de klant.Een bedrijf dat volgers heeft op social media kan bovendien via haar eigen ka-nalen communiceren met de klant. Als iemand eenmaal fan of volger is van je bedrijf kost het je geen geld meer om je boodschap onder de aandacht te bren-gen. Althans, tot enkele jaren geleden.

Bedrijven afhankelijker van grillen online platformenFacebook veranderde in 2013 haar algoritme, waardoor niet automatisch meer het nieuwste bericht bovenaan staat op je timeline. Vanaf dat moment bepaalt Facebook op basis van je zoekgedrag welke berichten belangrijk zijn. Zo kan het voorkomen dat je 50.000 volgers hebt op Facebook, maar dat een statusupdate slechts een paar procent hiervan bereikt. Als je de afgelopen jaren keihard je best gedaan hebt om een fanbase op te bouwen, is dit een bittere pil. Facebook biedt bedrijven nog wel de mogelijkheid om berichten onder de aandacht te brengen, maar alleen als je hiervoor betaalt weet je zeker dat je het gewenste bereik haalt.Uiteraard zijn social media platformen geen filantropische instituten. Zij heb-

Trend 2: Steeds meer

afgesloten data

17

ben eerst een afdoende grote user base nodig, zodat daarna geld verdiend kan worden aan de data die zij hebben verzameld over hun gebruikers. Zulke data leveren unieke inzichten en dat is geld waard.

Platformen willen gebruiker op eigen platform houdenAls je in een bericht op Facebook of LinkedIn verwijst naar je eigen blog, is de kans dat je bericht gelezen wordt erg klein. Daarmee verwijs je mensen die ingelogd zijn namelijk naar een externe website. Als je wilt dat je blog gelezen wordt, moet je het plaatsen op het eigen blogplatform van Facebook Notes of LinkedIn Pulse. Dan is de kans veel groter dat je vrienden het blog wel te lezen krijgen en houden Facebook en LinkedIn de lezer ‘binnenboord’.Voor bedrijven die via deze kanalen veel traffic naar hun website of blog gene-reerden is dit een flinke aanpassing. Momenteel kun je nog twee alinea’s van je blog plaatsen en dan verwijzen naar je eigen blog. Het is echter maar de vraag hoe lang die optie nog blijft bestaan. Het is in elk geval duidelijk dat de platfor-men alleen aantrekkelijk blijven als er gebruikers zijn.

Gesloten platformen delen minder openbare berichtenEen ander gevolg van het binnenboord willen houden van de gebruiker is dat steeds meer informatie afgeschermd wordt. Zo heeft Facebook in 2015 haar zoekmoge lijkheden flink beperkt. De enige mogelijkheid om binnen berichten van personen te zoeken is als er een hashtag wordt gebruikt én deze persoon ook een openbaar profiel heeft. Van alle geplaatste berichten voldoet nog geen procent aan dit criterium.Het gevolg is dat het nieuws dat ‘de gewone man’ op Facebook plaatst niet meer gevonden zal worden door journalisten. Als er een bomaanslag gepleegd wordt op Schiphol, zal een bericht dat door iemand op Facebook geplaatst wordt alleen voor zijn of haar vrienden te zien zijn en daardoor veel minder snel veel mensen bereiken. Ook LinkedIn heeft al haar openbare groepen in 2015 omgezet naar privé groepen, waardoor alleen leden van een groep nog berich-ten kunnen lezen. Het automatische gevolg van deze maatregelen is dat ook bedrijven en monitoringtools niet meer met deze voorheen openbare discus-sies kunnen meelezen. Het is niet meer zo eenvoudig als voorheen om alles te monitoren wat er op social media gezegd wordt.

Facebook en LinkedIn sluiten hun content af, maar ondertussen neemt de behoefte aan nieuws eerder toe dan af. Veel blogs en online nieuwssites moeten worden gevuld en veel nieuws kan niet meer wachten tot de krant van morgenochtend. Daarom struinen

veel journalisten en bloggers langs social media voor nieuws. Ben je de eerste site met nieuws, dan is de kans groot dat je bericht vaak gedeeld gaat worden

Trend 3: Social media als

input voor content

18

(‘viral gaat’). Twitter en Instagram zijn de grootste open bronnen van Neder-land waar nog wél nieuws te halen is. Vooral Twitter wordt meer en meer een nieuwsbron. Een boodschap kan in korte bewoordingen worden gedeeld én er is een mogelijkheid door te verwijzen naar een externe site of blog.Als je als persoon, bedrijf of blog nieuws te delen hebt, blijft social media een perfect kanaal. Iedereen die gehoord wíl worden kán gehoord worden via de eigen kanalen. Het publiek zal jouw nieuws vanzelf delen als je boodschap in-teressant genoeg is. Berichten die in korte tijd vaak gedeeld worden zijn voor journalisten interessant.Het Amerikaanse blog Buzzfeed en het Nederlandse Upcoming.nl signaleren in een vroeg stadium trends om er vervolgens content over te gaan schrijven. De tool Katy van Upcoming is een zelfontwikkelde big data tool die extreem virale content signaleert. Katy wordt gebruikt om geschikte content te vinden voor Upcoming.nl.Twitter biedt op dit moment alleen via ‘trending topics’ inzicht in de belang-rijkste onderwerpen van het moment. Dit zijn vaak onderwerpen die in heel Nederland spelen en dus duikt iedereen op de topics van het moment. Toch zijn met name journalisten juist op zoek naar de artikelen die trending zijn onder een bepaalde groep en dus niet in heel Nederland. Want als je een blog hebt dat gericht is op accountants, dan is het met name interessant om inzicht te krijgen welke artikelen door deze groep vaak worden gedeeld. Met stakeholderanalyse kun je trends veel sneller herkennen. Websites en blogs met een groot bereik kunnen een enorme boost geven aan een bericht op social media of aan een blog. Door het gigantische bereik van sommige websites of blogs kan zoiets gevolgen hebben voor je online reputa-tie. Net zoals blogs potentiële viral berichten opsporen, kunnen bedrijven of merken ook op die manier te werk gaan. Zo kun je als woordvoerder of social media manager berichten opsporen die invloed hebben op je online reputatie.

Begin 2015 werden — kort na elkaar — de live streaming apps Meerkat en Periscope gelanceerd. Meerkat is gemaakt door een Israëlische start up en had in korte tijd veel gebruikers. Enkele

weken later lanceerde Twitter haar eigen streaming dienst Periscope.Periscope en Meerkat zijn live streamingsdiensten. Alles wat je via de app op-neemt, kunnen mensen — waar ook ter wereld — realtime meekijken. De uit-zending op Meerkat wordt direct gewist. Op Periscope blijft het mogelijk de content gedurende 24 uur terug te kijken. Ook is het mogelijk de video op te slaan zodat je deze ook later kunt bekijken. Zelf live video uitzenden op inter-net kan al langere tijd met behulp van de webcam of de camera in je laptop. Maar sites als Upstream.tv en Livestream.com braken nooit echt door. Door het grote aantal Nederlanders met een smartphone is het nog makkelijker gewor-

Trend 4: Live streaming

19

den zelf ‘tv -station’ te spelen. Uiteraard vallen of staan de apps bij het aantal gebruikers. Doordat Periscope geïntegreerd is met Twitter, kan het automa-tisch laten weten aan je volgers wanneer je live aan het uitzenden bent.Op dit moment wordt live streaming nog maar door enkele tienduizenden men-sen gebruikt. Streaming kan interessant zijn bij presentaties, evenementen of sportwedstrijden. Zo kunnen mensen thuis meekijken als ze niet lijfelijk aan-wezig kunnen zijn. Ook kan het toegepast worden bij colleges of op plekken waar nieuws ‘is’, of als webcam op een vaste plek. In New York zijn diverse branden en lokaal nieuws gefilmd via Periscope.Live streaming heeft veel positieve kanten. Maar er kleven ook nadelen aan. Als iemand een stream start kun je in beeld zijn zonder dat je dit weet. In het boek De Cirkel van Dave Eggers wordt perfect uitgelegd wat de positieve en negatie-ve kanten zijn van live streaming. Zo is het mogelijk dat politieagenten worden gefilmd terwijl zij hun werk doen of dat er plots een camera opduikt in een privé situatie. Tijdens Pinkpop 2015 filmde een meisje op rij 1 zo het hele concert van Robbie Williams dat op NPO3 niet uitgezonden mocht worden.

Sinds 2015 ondersteunt Apple adblocking. Dit betekent dat het vrij eenvoudig is om online advertenties uit te schakelen. Als lezer word je minder gestoord, maar het legt een bom onder het ver-dienmodel van zowel grote als kleine online uitgevers zoals niche blogs. Volgens een analyse van het Amerikaanse tech blog The

Verge komt dit doordat er een oorlog woedt tussen drie grote spelers: Google, Facebook en Apple.Advertenties van bedrijven worden minder getoond op websites, en blogs verdienen hierdoor minder. Volgens het Amerikaanse Forbes zal dit ‘native ad-vertising’ stimule ren: doordat advertenties niet meer gezien worden, gaan be-drijven journalisten beta len voor betaalde content op websites. Advertenties worden misschien wel geblockt maar merken willen toch adverteren. Als ze dit via ‘branded content’ doen, neemt het aantal advertorials de komende jaren toe maar zal de lezer zich bewuster worden dat het stuk dat hij leest mogelijk betaald wordt door een adverteerder. Het al dan niet vermelden of content be-taald is kan invloed hebben op de online reputatie van het medium in kwestie.Sinds 1 januari 2014 moeten bloggers — op last van de Reclame Code Commis-sie — expliciet melden wanneer zij betaald krijgen voor een blog. Merken die deze manier van adverteren toepassen moeten hier rekening mee houden.

Doordat er meer data beschikbaar zijn, krijgen bedrijven steeds meer inzicht in de motivatie van aankoopbeslissingen. Doordat veel consumenten hun ervaringen op open platformen delen, is

Trend 5: Adblockers zorgen

voor verandering content

Trend 6: Bewustwording; wat

ben ik waard?

20

online media hier een geschikte bron voor. Op dit moment plaatsen consumen-ten dus berichten die bedrijven gratis kunnen lezen.In Amerika zijn er inmiddels al bedrijven actief die vinden dat deze data van consu menten geld waard is. Zij vragen consumenten om hun social media be-richten af te schermen. Alleen tegen betaling krijgen bedrijven dan nog toe-gang tot de afgeschermde data. Zo gaat de consument geld verdienen aan de data die hij produceert. Dat zijn immers gegevens die voor bedrijven erg inte-ressant zijn.Stel jezelf eens de vraag: bijna alles wat je tot nu toe op social media plaatste was openbaar en met die data is heel veel mogelijk. Als een bedrijf je jaarlijks 25 euro geeft om die informatie te mogen inzien, zou je het dan delen? De Ne-derlandse cultuur is in ieder geval rijp voor een dergelijk model en in Amerika verschijnen de eerste bedrijven die personen betalen voor data. Op 28 oktober 2013 was in ‘Tegenlicht’ te zien hoe de eerste Amerikanen op die manier geld verdienen aan openbare data. In hetzelfde programma wordt gesteld dat deze trend snel zal doorzetten en het in 2020 heel gangbaar zal zijn om tegen een kleine betaling je data te verkopen.Uit alle trends blijkt dat de hoeveelheid content de komende jaren alleen maar zal toenemen. Naast tekst zal er steeds meer beeld beschikbaar komen. Ie-dereen kan via een smartphone veel makkelijker en sneller foto’s, video’s en live streaming delen. Daarbij zal een deel van de content afgesloten worden, maar ook dan kun je als merk toch iets opbouwen met de consument, zoals op Snapchat.Media monitoringtools zullen meer data laten zien en er komt een steeds gro-tere behoefte om deze data te analyseren. Bedrijven zullen steeds meer data-analisten gaan aannemen om de enorme hoeveelheid data te duiden en te structureren. Ook in het onderwijs krijgt ‘big data’ research een steeds promi-nentere rol. Thomas Boeschoten van de Utrecht Data School (UDS) stelt dat er geen werkveld meer is waar big data geen rol speelt.

Meer hierover en hoe je de online reputatie van je organisatie optuigt en uitbouwt vind je in Online reputatiemanagement van Alex van Leeuwen.