Het Geheim van Belliraj - Georges Timmerman
description
Transcript of Het Geheim van Belliraj - Georges Timmerman
3
hooftk
De man met de baard
“Er ligt een zieke op de parking van het Erasmuszieken
huis.” De boodschap arriveert bij de gemeentepolitie
van Anderlecht op dinsdagavond 3 oktober om .3 uur.
Twee agenten rijden ernaartoe. Op de parking van het acade
misch ziekenhuis van de Université Libre de Bruxelles (lb)
zien ze niets abnormaals. Bij de bewakingspost van het zie
kenhuis vernemen ze dat “een dokter van het ziekenhuis een
onfortuinlijke val heeft gemaakt.” De agenten gaan om .
uur onverrichter zake weer weg.
Vijf minuten later, om . uur, krijgt de politie een nieu
we oproep: het slachtoffer heeft blijkbaar een kogelwonde.
Dat verandert de zaak. De agenten keren ijlings terug, dit keer
vergezeld van een commissaris en twee andere politieman
nen. Daar krijgen ze te horen dat het slachtoffer al vlak na de
eerste oproep met een ambulance terug naar het ziekenhuis
werd gebracht. Pas daar heeft men het kogelgat boven zijn
linkeroor ontdekt. “Ik dacht eerst dat hij gevallen was op een
betonblok,” zegt een getuige.
Voorbijgangers hebben de zwaargewonde dokter Joseph
Wybran gevonden. Volgens de ambulanciers die hem ophaal
den, lag hij bewusteloos en bloedend op de grond, ongeveer
in het midden van de nieuwe privéparking voor bezoekers.
Die parking, die uitgeeft op de Lennikse Baan en de Research
dreef, wordt ook regelmatig gebruikt door dokters van het
ziekenhuis. De enorme parking voor honderden auto’s is in
gedeeld in vakken, die voor het gemak zijn aangeduid door
borden van dieren. Wybran bevond zich in het vak met een
bord van een aap. Hij lag op zijn rug, met zijn hoofd tegen een
betonblok, vlak naast het linkervoorwiel van zijn auto, een
metaalgrijze Audi . De deuren van de auto waren dicht,
maar niet op slot. Hij hield de autosleutels nog in zijn linker
hand. Zijn brieventas stond rechtop op de grond, naast het
linkerachterwiel. Er waren geen sporen van een gevecht. Wy
bran was kort na uur van zeer dichtbij met één kogel door
het hoofd geschoten, net op het moment dat hij in zijn wagen
wilde stappen. De kogel was dwars door de schedel gevlogen.
Vanaf . uur probeert de gemeentepolitie vruchteloos
te bellen naar substituut Véronique Sévens, de magistrate van
dienst. Die is elders met een andere zaak bezig en onbereik
baar. Waarom er zo lang wordt gewacht om de magistrate te
bellen, is onduidelijk. De politie krijgt haar uiteindelijk om
. uur aan de lijn. Pas dan beveelt de magistrate dat de
gerechtelijke politie van Brussel ter plaatse moet komen. Een
ploeg van de gp onder leiding van commissaris Georges Mar
nette arriveert om . uur. De parketmagistraten en onder
zoeksrechter Françoise Cudell komen om . uur ter plaat
se. De generale staf van de rijkswacht weet nog van niets en
hoort pas om 3 uur van de aanslag, via een journalist die op
zoek is naar informatie.
Niemand lijkt de ernst van de situatie goed te beseffen.
Ma gistrate Sévens, pas benoemd en onervaren, vergeet de
Brus selse procureur Benoît Dejemeppe en de gespecialiseer
de antiterrorismemagistraten André Vandoren en Patrick
Duin slaeger te waarschuwen. Wel geeft ze opdracht om de
auto van Wybran te laten wegslepen door het depannage
bedrijf La France. En de politie krijgt de opdracht om “vanaf
de volgende ochtend te proberen om getuigen te identifice
ren”. Er wordt zelfs geen poging gedaan om het parkeerterrein
af te zetten en te sluiten voor de duur van het gerechtelijk
onderzoek, wat nochtans een voor de hand liggende maatre
gel zou zijn. De parking zal de hele nacht onbewaakt blijven
en de volgende morgen weer gewoon in gebruik worden ge
nomen. Als gevolg van dit alles start het onderzoek met uren
vertraging. Dat geeft de daders volop de kans ongestoord weg
te komen uit de buurt van het Erasmusziekenhuis.
Om uur arriveert een wetsdokter. Wybran is dan nog in
leven en ligt op de dienst intensieve zorgen. Hij werd inmid
dels geopereerd door neurochirurg Jacques Brotchi, maar
gezien de ernst van de verwondingen is er weinig hoop. “De
patiënt is momenteel buiten bewustzijn en krijgt kunstma
tige beademing. Een fatale afloop valt helaas te vrezen in de
komende uren,” noteert de wetsdokter. In de loop van de
nacht, op oktober om . uur, sterft Wybran.
Wybran was sinds een jaar voorzitter van het Centre de Coor
dination des Organisations Juives de Belgique (ccojb) en dus
een belangrijke vertegenwoordiger van de Joodse gemeen
schap. Twee weken voor zijn dood had Wybran nog een tv
interview gegeven naar aanleiding van een betoging van joden
die protesteerden tegen de plannen voor de bouw van een
kar melietessenklooster aan de rand van het voormalige con
centratiekamp van Auschwitz. “Hij heeft nochtans nooit ge
klaagd over bedreigingen en heeft nooit een beroep gedaan
op de bewakingsdienst van de Joodse gemeenschap,” noteert
de politie.
De start van het moordonderzoek is knullig en amateuristisch.
Het verdere verloop van het onderzoek is evenmin een school
voorbeeld van efficiëntie. Van zodra het belang en de draag
wijdte van de aanslag duidelijk zijn, storten alle veiligheids
diensten zich op het onderzoek: de Staatsveiligheid, de rijks
wacht, de antiterrorismecel van de Brusselse bob, de Brussel
se gp, de ‘nationale’ 3ste brigade van de gp, en de Antiterro
ristische Gemengde Groep (agg), de koepelorganisatie waar
in alle politie en inlichtingendiensten samen zitten. Zon der
veel overleg gaat elke dienst zo’n beetje zijn eigen gang, wat
magistraat Duinslaeger verplicht om coördinatievergaderin
gen te beleggen om de inspanningen toch enigszins te stroom
lijnen. Bovendien wordt het onderzoek doorkruist door ver
schillende valse sporen, die de speurders al dan niet toevallig
op hun pad vinden.
‘Geen terreuraanslag’
De huls van de kogel waarmee Wybran werd vermoord, wordt
vrij vlug gevonden, maar de kogel zelf blijkt onvindbaar. Zelfs
een uitgebreide zoektocht met metaaldetectoren in de wijde
omgeving levert niets op. Het projectiel blijft spoorloos. Wel
duikt er een andere kogel op. Die wordt de dag na de moord
door een bewakingsagent van gmic aangetroffen op de par
king van het ziekenhuis. Wapendeskundige Claude Dery ziet
direct dat deze kogel niets met de moord te maken kan heb
ben. Het blijkt een Britse geweerkogel die dateert uit de Twee
de Wereldoorlog. “Vermits het projectiel niet was begraven,
zou het kunnen gaan om een verzamelstuk, dat ergens onder
het zand werd gevonden en daar gegooid werd om het on
derzoek te verstoren,” noteert Dery is zijn rapport. Blijft de
vraag: is hier een flauwe grappenmaker aan het werk of wil
iemand de Belgische speurders doelbewust voor de gek hou
den?
En dan is er die uitgebrande Volkswagen Golf, die enkele
dagen na de moord wordt ontdekt in de buurt van de parking
van het Erasmusziekenhuis, op het einde van een zandweg
die uitgeeft op de Olympische Dreef. Er wordt onmiddellijk
verondersteld dat de auto werd gebruikt door de moorde
naars. “De nummerplaten waren van de wagen gehaald, voor
aleer hij in brand was gestoken,” schrijft De Standaard. “Het
koetswerknummer was vakkundig weggevijld. In principe kon
men de auto daardoor niet meer ‘identificeren’. Maar de
bob’ers van de Brusselse antiterrorismesectie ontdekten toch
het motornummer. Volgens een garagist ging het om een Golf
gti van het oude model. Na het in brand steken van de wagen,
kon de dader makkelijk de berm naar de oprit van de Brussel
se Ring oplopen om daar in een andere wagen te stappen. Het
is ook mogelijk dat de dader langs de verlaten Olympische
Dreef, op de grens met Neerpede, opgepikt werd door een
me deplichtige.” Het type van de auto en de manier waarop
hij werd ‘behandeld’, roept griezelige herinneringen op aan
de Bende van Nijvel, de ongrijpbare groep terroristen of mis
dadigers die in de jaren tachtig een reeks moorden, roofover
vallen op supermarkten, inbraken en diefstallen heeft ge
pleegd. Maar de Golf blijkt eveneens een vals spoor te zijn. Er
komt nooit een antwoord op de vraag wie die auto daar heeft
achtergelaten. Was het opnieuw een flauwe grap of een doel
bewuste poging om het onderzoek te verstoren?
Eigenaardig is eveneens de rol die wapenexpert Claude Dery
speelt in het onderzoek. Aan de ene kant gelooft hij niet dat
het om een terroristische aanslag gaat, aan de andere kant
neemt hij zelf het eigen initiatief om de Mossad te hulp te
roepen. Begrijpe wie begrijpen kan. Dery, een gepensioneer
de militair en gewezen medewerker van de militaire inlich
tingendienst ra, is door het parket ingeschakeld als ballis
tisch expert. Op dinsdagavond rond uur arriveert ook hij
in het Erasmusziekenhuis. In de buurt van het rechterachter
wiel van de Audi was intussen door een politieman de kogel
huls gevonden. Die wordt door Dery herkend als een huls van
kaliber , mm van het merk Sellier & Bellot Prague, munitie
van Tsjechoslowaakse makelij. Dit type van munitie, maar
dan afgevuurd door een ander wapen, werd volgens Dery ook
gebruikt voor de dubbele Moskeemoord (zie hoofdstuk ), de
moord op een klusjesman van de Saoedische ambassade en
de moord op Raoul Schouppe (zie hoofdstuk 3). Dery doet
hier een kapitale vaststelling: hij legt voor het eerst een ma
terieel verband tussen vijf van de zes moordaanslagen die pas
twintig jaar later zullen kunnen worden toegeschreven aan
Belliraj. Maar deze wetenschap helpt het onderzoek in de
zaakWybran geen stap vooruit, redeneert de wapenexpert,
want dit soort goedkope munitie is courant in omloop in ons
land en wordt haast overal verkocht. Zolang het wapen niet
is gevonden, is er bijgevolg geen enkele zekerheid. Of de moor
denaar een geluidsdemper heeft gebruikt, kan Dery niet vast
stellen. “Maar dat hulpmiddel is niet nodig op zo’n grote op
pervlakte als de parking waar de feiten zijn gepleegd,” meent
hij. “We zouden de test kunnen doen op hetzelfde uur als de
gepleegde feiten. We denken dat de ruimte en het verkeer in
de buurt de knal aanzienlijk moeten maskeren.”
Dery komt vreemd genoeg in zijn ballistisch rapport tot
de conclusie dat het wellicht niet om een terroristische aan
slag gaat. Wybran werd immers neergeschoten met één enkel
schot van een , mmpistool en “dus is vanuit een louter
bal listisch standpunt, de versie van een terroristische aanslag
niet de meest waarschijnlijke,” meent de expert. Zijn redene
ring gaat als volgt: “) Het kaliber , wordt bijna niet gebruikt
door terroristen, tenzij door een beginneling of door het
TurksJoegoslavischAlbanees terrorisme. ) Terroristen, net
zoals maffiaspecialisten, maken hun slachtoffer altijd af met
een genadeschot. In dit geval werd er maar één schot afge
vuurd op een afstand van een tot drie centimeter, maar men
mag niet uitsluiten dat een blokkering van het wapen of een
moment van paniek bij de dader heeft verhinderd dat er meer
dere schoten werden afgevuurd. 3) Opeisingen van reële ter
reurdaden gebeuren meestal zeer kort na de feiten, vermits
publiciteit het doel is van een terreurdaad. In dit geval, volgens
de informatie die ons werd gegeven, werd de daad pas meer
dan 3 uur na de feiten opgeëist.”
Als het geen terreuraanslag is, wat is het dan wel? Een klas
sieke roofmoord? Ook dat noemt Dery onwaarschijnlijk: “Er
lijkt niets te zijn ontvreemd, wat, tenzij de schutter gepani
keerd heeft, de hypothese van een poging tot diefstal lijkt uit
te sluiten (tenzij het gaat om een beginnende dief die het
wapen op de slaap van het slachtoffer heeft gezet, per ongeluk
een schot heeft gelost en in paniek is gevlucht).” Andere mo
tieven zijn volgens hem wel denkbaar. “Moord om sentimen
tele, professionele of financiële redenen is mogelijk, maar
elementen hiervoor kunnen enkel geleverd worden door het
politieonderzoek. Men stelt meestal vast dat een persoon die
een diepe haat koestert tegen het slachtoffer de neiging heeft
om van dichtbij in het hoofd te schieten, maar meestal fron
taal of in het achterhoofd.”
Hoe dan ook, met de mening van Dery wordt weinig of
geen rekening gehouden. Twee dagen na de moord komen
alle antiterrorismespecialisten unaniem tot de conclusie dat
Wybran het slachtoffer werd van een getrainde killer. Waar
schijnlijk een man die alleen handelde op de plaats van de
moord, maar toch werkte als lid of in opdracht van een ter
roristische groepering. “Wybran werd vermoord op een erg
professionele manier,” schrijft De Standaard. “De moordenaar
had zich blijkbaar vooraf ingelicht over het tijdsgebruik van
de dokter. Hij wachtte hem op naast zijn wagen, op de parkeer
ruimte van het ziekenhuis. Hij liet Wybran rustig de tijd om
zijn autosleutels te nemen en aanstalten te maken om de be
stuurdersdeur van de wagen te openen. Op dat ogenblik sloeg
de dader toe. Vermoedelijk stapte de moordenaar naar Wybran
en plaatste hij zijn pistool op enkele centimeter van diens
linkerslaap.”
De daders kenden de omgeving, ze wisten hoe Wybran
eruitzag, om hoe laat hij stopte met zijn werk, met welke auto
hij reed en waar die gewoonlijk geparkeerd stond. Dat bete
kent dat ze op voorhand verkenningen hebben uitgevoerd.
De aanslag is met andere woorden het werk van een goed
georganiseerde groep. “Omtrent de dader tast het gerecht vol
ledig in het duister,” weet De Standaard. “Was hij alleen of
werd hij opgewacht door een medeplichtige in een auto? Re
chercheurs menen dat de dader goed wist waar hij na het
volbrengen van zijn wandaad heen kon. Mogelijk vond hij
ergens in het Brusselse een veilig onderkomen. Bovendien
ziet het ernaar uit dat de moordenaar van Wybran reeds enke
le dagen voor de moord naar Brussel is gekomen. Zo wist hij
zelfs tussen de vele andere voertuigen op de parking de auto
van zijn slachtoffer te vinden. Ook moet hij geweten hebben
hoe Wybran er eigenlijk uitzag. De moord is in elk geval zorg
vuldig voorbereid. Zo werden plaats en tijdstip goed gekozen:
een verlaten parking tijdens de avonduren. Voorts waren er
ook diverse vluchtwegen in de omgeving. Duidelijk is, aldus
rijkswachtdeskundigen, dat wat met Wybran gebeurde, inter
nationaal terrorisme ‘op hoog niveau’ is. De kans is ook groot
dat er logistieke steun in België is geweest, zodat de da der
onmiddellijk na de feiten naar zijn schuiloord kon rijden.”
Bushokje
De verklaring die Abdelkader Belliraj begin heeft afgelegd
aan de Marokkaanse politie sluit naadloos aan bij de vaststel
lingen die in door het Belgische gerecht werden gedaan.
In zijn verklaring geeft Belliraj een gedetailleerde beschrijving
van de aanslag op Wybran. Volgens het procesverbaal van
zijn ondervraging van februari verklaarde Belliraj let
terlijk: “Nog altijd in het kader van liquidatieoperaties van
belangrijke joodse Belgische personaliteiten, ten voordele van
de Organisatie van Abu Nidal, ben ik overgegaan tot het scha
duwen en viseren van dokter Joseph Wybran, hoofd van het
departement immunologie van het universitair Erasmuszie
kenhuis in Anderlecht, voorzitter van de ccojb en voorzitter
van de vrijmetselaarsloge (sic), met het doel hem te vermoor
den omwille van zijn radicale zionistische standpunten. Alle
informatie werd door mezelf verzameld.
Op 3 oktober reed ik alleen met een donkerkleurige
Re nault naar het eerder vermelde ziekenhuis. Ik parkeerde
mijn auto en bleef wachten op de parking naast het hospitaal.
Vervolgens kreeg ik, zoals afgesproken met Ahmed Moukhlis,
ter plaatse diens gezelschap. Hij kwam vanuit Genk, waar hij
woont, met de tram naar de Brusselse rand. Hij posteerde zich
in een overdekte bushalte nabij de ingang van het ziekenhuis,
wachtend op mijn signaal. Ik bleef dus in de auto zitten totdat
ik zag hoe de dokter uit het ziekenhuis kwam en naar zijn auto
liep die op dezelfde parking stond. Toen maakte ik een teken
met mijn vingers naar Moukhlis om de geviseerde persoon
aan te wijzen. Het was zes uur ’s avonds.
Onmiddellijk daarna rende Moukhlis vanuit het bushokje
in de richting van het slachtoffer. Op het moment dat de dok
ter in zijn auto stapte, een rode Mercedes, en zich klaarmaak
te om te vertrekken, schoot Moukhlis een kogel van dichtbij
door zijn hoofd, met een gp mmwapen voorzien van een
ge luidsdemper. Hij kwam snel terug en stapte in mijn auto.
We zijn gevlucht. Hij heeft me het wapen overhandigd, dat ik
in een rioolput heb gegooid. Het pistool (van hetzelfde merk)
dat ik zelf droeg, heb ik bijgehouden. Nadat de operatie was
uitgevoerd, heb ik de groep rond Abu Nidal in Algerije geïn
formeerd via Abu Ali. Ze hebben een opeising gepubliceerd
in naam van een denkbeeldige organisatie, met de bedoeling
om desinformatie te verspreiden en mijn veiligheid te verze
keren.”
Volgens zijn aanvankelijke bekentenissen werd Wybran
dus niet eigenhandig door Belliraj gedood. Maar hij was wel
aanwezig op de plaats van de moord en nam actief deel aan
de operatie. Hij was de opdrachtgever, de man die het slacht
offer aanduidde, de leverancier van het moordwapen en de
chauffeur van de vluchtauto. De verklaring van Belliraj, die
bijna twintig jaar na de feiten werd afgelegd, klopt op enkele
details na als een bus. De auto van Wybran was geen rode
Mercedes, maar een metaalgrijze Audi. En het moordwapen
was geen mmpistool, maar een , mm. Voor het overige
is alles juist: de datum, het tijdstip, de plaats, het feit dat er
maar één schot werd gelost en de opeising door een gefingeer
de groepering die een mantelorganisatie was van de groep
Abu Nidal. Veel van deze details hebben destijds natuurlijk in
de kranten gestaan. Wat de geloofwaardigheid van de verkla
ring van Belliraj echter vergroot is het feit dat hij zichzelf be
schuldigt. Belliraj geeft ook details die nooit openbaar werden
gemaakt, zoals de rol van Moukhlis, die inderdaad in Genk
woon de, op de bewuste dag met de trein naar het Brusselse
Zuid station reed en met de tram naar Anderlecht kwam.
Voorts geeft Belliraj nieuwe, tot dan toe onbekende informa
tie over de auto waarmee hij reed, de taakverdeling tussen
Moukhlis en hemzelf, de modus operandi en het gebruik van
een geluidsdemper.
3
Cynisme
De begrafenis van Wybran heeft plaats op oktober op
de joodse begraafplaats in Kraainem en verloopt onder stren
ge politiebewaking. Na een rouwstoet door het centrum van
Brussel wordt de indrukwekkende ceremonie bijgewoond
door ongeveer vijfduizend mensen. Tal van toppolitici en mi
nisters zijn aanwezig, onder wie Melchior Wathelet, Jean Gol,
Mark Eyskens, Philippe Moureaux, Roger Lallemand en Anne
Marie Lizin, naast andere prominenten zoals kardinaal God
fried Danneels, de rector van de lb en de Israëlische ambas
sadeur. Uit solidariteit blijft een groot deel van de joodse win
kels gedurende twee uur dicht, stopt de Antwerpse diamant
beurs haar activiteit en worden de cursussen aan de lb
opgeschort.
Het toppunt van cynisme en brutaliteit is dat Belliraj naar ei
gen zeggen naar de begrafenis ging van de man die hij zelf
had laten vermoorden. Aan de Marokkaanse politie verklaart
Belliraj begin dat hij de begrafenis bijwoonde en dat hij
daar bovendien ter plekke een diabolisch plan bedacht om
nog meer joden te vermoorden. In zijn eigen woorden klinkt
dat als volgt: “In dezelfde zin verklaar ik dat, na de uitvoering
van de moordoperatie op de joodse dokter Wybran in ,
en nadat ik de ceremonie van zijn begrafenis op het Hebreeuw
se kerkhof in Brussel had gevolgd, het me opviel dat een groot
aantal joodse personaliteiten aanwezig was op deze ceremo
nie. Ik overwoog toen een andere jood te doden om daarna
een aanval uit te voeren op iedereen die zijn deelneming
kwam betuigen op diens begrafenis op het kerkhof en op die
manier een zo groot mogelijk aantal joden te doden. Ik dacht
dit te doen met drie kleine telegeleide vliegtuigjes, die lijken
op kinderspeelgoed, geladen met explosieven, met een ont
ploffingskracht van kilo. Ik zou ze besturen en ze boven de
groep joodse gasten laten vliegen om ze te doen ontploffen.
Op die manier zou ik het grootst mogelijke aantal joden do
den. Ik preciseer dat ik opzoekingen deed om gespecialiseer
de winkels te vinden waar ze dit type van vliegtuigjes verkopen
en naar clubs die opleiding en training geven om deze tele
geleide vliegtuigjes te bedienen. Maar ik heb niets gedaan om
dit project te realiseren.”
De Brusselse advocate Michèle Hirsch, die de nabestaan
den van Wybran verdedigt en toegang kreeg tot zowel de Ma
rokkaanse als de Belgische gerechtelijk dossiers, is ervan over
tuigd dat Belliraj de moord op Wybran heeft georganiseerd.
Ze meent ook dat hij betrokken was bij de vijf andere moorden
die eind jaren tachtig werden gepleegd in ons land, telkens
in opdracht van de Palestijnse terrorist Abu Nidal. Bij de start
van het proces tegen Belliraj in de Marokkaanse stad Salé in
oktober stelde Hirsch zich daarom namens de familie
Wybran burgerlijke partij. “Ik ben er volledig van overtuigd
dat Belliraj de moordenaar was van Wybran,” zei Hirsch. “In
zijn verklaringen aan de Marokkaanse politie over de zes
moor den gaf hij kleine details die hij onmogelijk kon weten
tenzij hij destijds zelf ter plaatse is geweest. Zulke details kan
hij niet uitgevonden hebben, zelfs niet indien hij werd gemar
teld door de Marokkaanse veiligheidsdiensten.” Hirsch be
grijpt niet hoe Belliraj in gerekruteerd kon worden als
informant van de Staatsveiligheid, terwijl het gerecht en de
Staatsveiligheid al jaren perfect wisten dat de man verdacht
werd van de moord op Wybran, de Moskeemoorden, het be
zit van handvuurwapens, explosieven en valse paspoorten,
en lidmaatschap van fundamentalistische organisaties. Een
en ander blijkt uit de pv’s in het gerechtelijk onderzoek naar
de moord op Wybran en uit een rapport van de Antiterroris
tische Gemengde Groep (agg) van november , opge
steld in het kader van het onderzoek naar de Moskeemoorden,
dat een opsomming geeft van alle strafdossiers waarin Bel
liraj in de jaren tachtig werd genoemd.
Fantasiebenaming
Op oktober wordt de aanslag op Wybran opgeëist van
uit de Libanese hoofdstad Beiroet door de mysterieuze orga
nisatie Jund alHaqq (de Soldaten van de Gerechtigheid) met
een in het Arabisch opgestelde mededeling gericht aan een
westers persagentschap. Voor de Belgische antiterrorisme
diensten is de groepering geen onbekende: het is een van de
vele fantasiebenamingen die gebruikt worden door de Fatah
Revolutionaire Raad, de organisatie van de beruchte Abu Ni
dal. Dezelfde Soldaten van de Gerechtigheid lieten op de
cember voor het eerst van zich horen, toen ze de verant
woordelijkheid opeisten voor de ontvoering van de Belgische
pvadokter Jan Cools in Libanon. Dezelfde groep beweert
later de BelgischFranse familie HoutekinsKets te hebben
gegijzeld, terwijl die in werkelijkheid door het Libische leger
werd gevangengehouden. En op 3 maart verklaarde de
organisatie verantwoordelijk te zijn voor de moord op Abdul
lah Al Adhal, de imam van de Grote Moskee in Brussel, en zijn
bibliothecaris. Voordien had ze ook een reeks andere anti
joodse en antiSaoediArabische aanslagen opgeëist in De
nemarken, Thailand en Pakistan.
De Britse onderzoeksjournalist Patrick Seale, die een boek
schreef over de geschiedenis van Abu Nidal, gaf een verklaring
waarom de terreurgroep gebruikmaakte van namen van denk
beeldige mantelorganisaties: “Gewoonlijk eiste Abu Nidal bij
de mislukking van een operatie, of wanneer die grote vijan
digheid opriep, of als Abu Nidal er niet zeker van was dat zijn
beschermheer het zou goedkeuren, de verantwoordelijkheid
op in naam van een of andere gefingeerde organisatie. Zijn
operaties tegen de Britten bijvoorbeeld, werden uitgevoerd
in naam van de Revolutionaire Organisatie van Socialistische
Moslims, Rome en Wenen() werden opgeëist door de Cellen
van de Arabische Fedayien, de bomaanslagen op cafés in Koe
weit waren zogenaamd het werk van de Organisatie van Egyp
tische Revolutionairen. Bij elke gelegenheid werd het com
muniqué ingekleed in een taal die paste bij de verzonnen
naam.”
Mossad
Joseph ‘Jo’ Wybran was niet de eerste de beste. Als voorzitter
van het ccojb, de Franstalige Joodse koepelorganisatie, fun
geerde hij als boegbeeld van de Joodse gemeenschap. Hij werd
geboren in in Brussel, zijn ouders kwamen in de jaren
twintig vanuit Polen naar ons land. Tijdens de Tweede We
reldoorlog overleefde Wybran de jodenvervolging omdat hij
door Belgische families in hun huis werd verborgen. Als stu
dent aan de lb was hij in de jaren zestig voorzitter van de
Vereniging van Joodse Studenten in België. Later werd hij ook
voorzitter van het Comité belge d’aide médicale à Israël, van
de Brusselse afdeling van B’Nai Brith en van het Auschwitz
comité. Hij was professor immunologie aan de lb, dienst
hoofd immunologie van het Erasmusziekenhuis en een in
ternationaal gereputeerd wetenschapper.
Gelet op de maatschappelijke functies die Wybran bekleed
de, is het perfect logisch dat de Israëlische inlichtingendienst
Mossad een eigen onderzoek instelt naar de aanslag. Mossad
agenten, wellicht onder diplomatieke cover verbonden aan
de Israëlische ambassade in Brussel (het hoofdkwartier van
de Mossad voor WestEuropa), komen in elk geval snel na de
moord naar het Erasmusziekenhuis en hebben mogelijk een
invloed gehad op het gerechtelijk onderzoek. De Standaard
verneemt uit betrouwbare bronnen “dat de Mossad al tijdens
de nacht van dinsdag op woensdag informatie verzamelde
over de aanslag,” dit wil zeggen: nog voor de Belgische politie
goed en wel aan de slag gaat.
Op de ochtend van oktober (de dag van de opeising) stelt
wapenexpert Dery aan onderzoeksrechter Cudell voor dat er
contact zou worden opgenomen met “de veiligheidsverant
woordelijke van de ambassade van Israël om na te gaan of de
modus operandi en de ballistische parameters reeds werden
vastgesteld buiten de grenzen van België”. Dery vraagt met
andere woorden in bedekte termen om de Mossad te hulp te
roepen, die een vergelijking kan maken met eerdere aanslagen
in andere landen. De wapenexpert krijgt van de onderzoeks
rechter opdracht het nodige te doen. Een dag later meldt Dery
dat hij contact heeft gehad met “de verantwoordelijke van de
veiligheid van de Joodse gemeenschap”. Wat het eventuele
resultaat is van deze demarche, raakt niet bekend.
Een paar dagen na de moord brengt het Belgisch Israëlitisch
Weekblad een nieuw en intrigerend element aan. Het blad
herinnert aan een recente inbraak en diefstal bij het reisagent
schap Isbel Travel in Brussel, dat gespecialiseerd is in reizen
naar Israël. De inbraak gebeurde ’s nachts, in de loop van au
gustus – dus enkele maanden voor de moord op Wybran.
De dieven, die geld en reistickets lieten liggen, gingen aan de
haal met pc’s en vijf computerschijven waarop de namen ston
den “van degenen voor wie de Israëlische ambassade in Brus
sel de afgelopen drie jaar reizen heeft geboekt”. Volgens het
weekblad was het niet uitgesloten dat de inbrekers op die
ma nier de namen in handen kregen van Mossadagenten die
onder diplomatieke cover in België verbleven: “Hoewel woord
voerders van de ambassade verklaren dat de schijven slechts
namen van Israëlische diplomaten bevatten, wordt gezegd
dat de diplomaten in werkelijkheid Mossadagenten zijn en
dat Brussel als basis wordt gebruikt waar de agenten van iden
titeit veranderen.”
In hun opeising stellen de Soldaten van de Gerechtigheid
dat Wybran werd gedood “omdat hij lid was van het comman
do van de Israëlische Mossad”. In hun opeisingscommuniqué
geven ze nog meer verklaringen voor “de uitvoering van het
doodvonnis,” zoals de uitbreiding van de Jihad (de islamisti
sche heilige oorlog), solidariteit met de opstand van het Pa
lestijnse islamitische volk, een antwoord op de moord op
Noo man Ra’fat (een strijder van de groep Abu Nidal, die op
3 augustus gedood werd in ZuidLibanon), een reactie
op de toename van de Israëlische repressie in de bezette ge
bieden, en de overwinning van de islam in de hele wereld.
“Wij zeggen aan alle moejahedien, waar ze zich ook bevinden,
dat we aan hun zijde staan in hun jacht op misdadigers van
de Israëlische Mossad,” stelt het communiqué nog.
De beschuldiging dat Wybran een Mossadman zou zijn,
wordt door diverse woordvoerders van tafel geveegd als gro
tesk en te gek voor woorden. “De doders van onze leider zei
den dat ze toesloegen omdat hij een agent was van de Mos
sad,” zegt bijvoorbeeld Marcus Pardès, de voorganger van
Wybran als voorzitter van het ccojb, tijdens de begrafenis
van Wybran. “Alle joden zijn solidair met Israël. Laat ons dus
allen lid zijn van de Mossad.” Avi Primor, de toenmalige am
bassadeur van Israël in ons land, noemde de bewering over
Wybrans lidmaatschap van de Mossad “belachelijk”. “Die or
ganisaties zoeken gratis publiciteit en beschuldigingen wor
den gemakkelijk gelanceerd,” stelt de ambassadeur. Judith
Kronfeld, directrice en woordvoerster van het ccojb, reageert
in dezelfde zin: “Dokter Wybran een agent van de Mossad?
Dat klinkt ontzettend ongeloofwaardig. In elk geval had nie
mand binnen het ccojb er weet van.”
Desinformatie
Tien dagen na de moord beschrijft Le Vifjournalist Serge Du
mont de stand van zaken van het onderzoek. “De sfeer is som
ber in het gerechtelijk milieu,” stelt hij. “De inlichtingendien
sten zijn evenmin optimistisch. De telexen en faxen die de
westerse diensten met elkaar verbinden, hebben de laatste
tien dagen talrijke gecodeerde boodschappen uitgespuwd.
De Antiterroristische Gemengde Groep (agg) en de Staats
veiligheid hebben hun buitenlandse correspondenten opge
roepen in de hoop een paar brokjes informatie te verkrijgen
die hen in staat zouden stellen om de dood van de dokter te
linken aan een bekende terreurgroep. De Trevigroep (bestaan
de uit de Europese politie en inlichtingendiensten) en het
Kilowattnetwerk (een ‘ruilbeurs’ van informatie over terro
risme in verband met het MiddenOosten, waaraan dertien
westerse diensten deelnemen) zijn eveneens nauwelijks op
geschoten. In de regel, als een terreurgroep uit het Midden
Oosten een bloedige aanslag in Europa voorbereidt, vangen
de westerse diensten de voortekenen daarvan meestal op.
Veranderingen die geobserveerd worden in het gedrag van
verdachten, evenals het intensifiëren van de communicatie
tussen de ambassades van bepaalde extremistische Arabische
landen en hun hoofdsteden, zijn, onder andere, aanwijzingen
die er niet om liegen. Dergelijke signalen stellen de gespecia
liseerde analisten in staat om vast te stellen dat er ‘iets’ in
voorbereiding is.” De opeising van de moord door de Soldaten
van de Gerechtigheid wordt op dat moment nog “niet als ge
loofwaardig beschouwd,” weet Dumont.
3
De Staatsveiligheid vraagt inlichtingen over de moord op
Wybran aan buitenlandse inlichtingendiensten, meer bepaald
aan de Mossad, de Franse ge en de Italiaanse Sisde, drie
Europese diensten die over ‘antennes’ beschikken in Beiroet.
“Zelfs het Tweede Bureau van de Libanese christelijke falan
gisten, een kleine cel geleid door Elie Hobeika,() werd inge
schakeld,” schrijft Dumont. “Dit agentschap beschikt over
inlichtingen die verzameld worden door meerdere oude net
werken van de Libanese Sûreté. Het beschikt dus over goede
inlichtingen. Maar haar onderzoek heeft tot nog toe niets op
geleverd.”
In december meldt de Israëlische krant Jerusalem Post
dat de moord op Wybran het werk was van de Palestijnse ter
reurgroep Abu Nidal. De krant heeft dit vernomen van bron
nen bij de Mossad. Ook de Israëlische regering stelt dat de
moord waarschijnlijk werd gepleegd door de FatahRevolu
tionaire Raad, onder leiding van Abu Nidal. Wat voor Israël
de reden was om deze terreurgroep de schuld te geven, blijft
onduidelijk. De Jerusalem Post preciseert dat de moordenaars
lid zouden zijn van een afsplitsing van de FatahRevolutio
naire Raad die opereert onder de naam Abul elEid, genoemd
naar een lid van de organisatie die twee weken voordien om
kwam bij gevechten in Libanon. Volgens de krant werden de
moordenaars betaald door Iran om zich op die manier te wre
ken op Israël omwille van de ontvoering van een Hezbollah
leider, sjeik Abdel Karim Obeid. Veel Belgische antiterroris
medeskundigen daarentegen zien in het artikel van de Jeru-
salem Post vooral een antiPalestijns manoeuvre van de Mos
sad. “Ook desinformatie is een van de taken van een inlich
tingendienst,” weet een expert.
3
De man met de baard
Nadat het onderzoek naar de moord op Wybran jarenlang had
stilgelegen, besloot de Brusselse substituut Bernard Michiel
sen in januari plots om het dossier van onder het stof te
halen en te heropenen. Dit gebeurde nota bene zeventien jaar
na de feiten (en twee jaar voor Belliraj zijn ophefmakende
bekentenissen zou doen). Uit het gerechtelijk dossier blijkt
dat er twee nieuwe elementen waren opgedoken, die waar
devol genoeg leken om nader te onderzoeken.
Er was om te beginnen het spoor naar de ‘man met de
baard’. Ongeveer een week na de moord op Wybran had een
anonieme getuige contact gezocht met de Brusselse gerechte
lijke politie. De man had informatie over drie verdachte per
sonen, die samen gezien waren in de buurt van het Erasmus
ziekenhuis op of september , in de namiddag, tus
sen en .3 uur. Dat was enkele dagen voor de moordaan
slag. Waren de drie misschien op verkenning? De getuige, een
ambulancier die vertrouwd was met de omgeving, had bo
vendien een van de drie verdachte mannen herkend in een
rtbfreportage over de begrafenis van Wybran. De speurders
toonden de getuige vervolgens een video van de bewuste re
portage. De getuige kon de man in kwestie aanwijzen en op
basis van de video werd een robotfoto gemaakt van de ver
dachte. Om onbegrijpelijke redenen werd de foto van de man
met de baard in slechts aan één persoon getoond, name
lijk aan de weduwe van dokter Wybran, Emmy Sosnowski. Zij
was zelf geen getuige van de feiten, en er was dus geen enke
le reden om te veronderstellen dat ze in staat zou zijn om een
mogelijke dader te herkennen. De man met de baard werd
dan ook nooit geïdentificeerd.
In proberen de speurders echter opnieuw te achter
halen wie de man op de foto is, want blijkbaar heeft iemand
3
bedacht dat het wel eens zou kunnen gaan om… een ortho
doxe jood. “Gelet op de ‘look’ van de man op deze foto, lijkt
alles er op te wijzen dat het gaat om een orthodoxe jood,” stelt
een procesverbaal. “Het lijkt interessant om te proberen hem
te identificeren via de Israëlische politie, via de opperrabbijn
van de synagoge van Brussel en via de joodse organisaties in
Brussel.” In de veronderstelling dat Belliraj de dader was, zal
het geen verwondering wekken dat deze nieuwe zoektocht
niets heeft opgeleverd. De robotfoto vertoont overigens wel
ver rassende gelijkenissen met… Belliraj. Tijdens zijn onder
vraging in Marokko vertelde Belliraj dat hij ten tijde van de
moord op Wybran een baard droeg, net zoals de man op de
robotfoto. En Belliraj was, zo blijkt uit zijn eigen verklaring
van begin , aanwezig op de begrafenisplechtigheid. Maar
die verklaring was in natuurlijk nog onbekend.
Mandelbaum
Naast het spoor naar ‘de man met de baard’ ziet het Brussel
se parket in nog een tweede element dat voldoende
zwaar weegt om het oude onderzoek naar de moord op Wy
bran te heropenen. Het gerecht vermoedt namelijk een mo
gelijk verband tussen de moord op Wybran en de zaak Man
delbaum. Het feit dat er een dergelijke link zou bestaan, is op
zich al ophefmakend. Want dat betekent dat Wybran, een
gerespecteerd lid van het Joodse establishment, erg bedenke
lijke contacten onderhield met een criminele bende die sa
menwerkte met of gecontroleerd werd door de Mossad.
Het spoor is op het eerste gezicht vrij mager: volgens poli
tiebronnen was Sylvain Alalouf, een lid van een groep crimi
nelen rond Mandelbaum, eind jaren tachtig gedomicilieerd
in de woning van Wybran in Ukkel. Of Alalouf inderdaad op
33
dit adres woonde, is onzeker. Maar het is weinig waarschijn
lijk dat Wybran niet op de hoogte zou geweest zijn van het feit
dat Alalouf op zijn adres gedomicilieerd was.
Naarmate het onderzoek vordert, valt het gerecht van de
ene verbazing in de andere. Alalouf was een Israëlische ge
heim agent, die begin jaren tachtig had samengewerkt met
Jacques Monsieur, de beruchte Belgische wapensmokkelaar
en agent van de Belgische militaire inlichtingendienst. Mon
sieur werkte onder meer voor de Mossad en andere westerse
geheime diensten. Die samenwerking vond plaats in het kader
van de IranContraaffaire, een reeks geheime wapenleveran
ties door de v en Israël aan tegenstanders van ayatollah Kho
meini in Iran. Aanvankelijk was het de bedoeling om op die
manier westerse gijzelaars in Libanon vrij te kopen. Na ver
loop van tijd werd de opbrengst van de wapenverkoop ge
bruikt om de Contrarebellen, de tegenstanders van de link
se Sandinisten in Nicaragua, illegaal te financieren. Eind jaren
tachtig, in de periode dat Alalouf op het adres van Wybran
gedomicilieerd stond, maakte hij deel uit van een internatio
nale bende misdadigers die zich bezighield met de smokkel
van wapens, deviezen en cheques, goud, ivoor, diamant, en
zelfs uranium 3 en rode mercury.
Het gerecht kwam die bende per toeval op het spoor. Op 3 ja
nuari werd in een grot in Beez, nabij Namen, het lijk
gevonden van Stéphane Mandelbaum, een jonge Brusselse
kunstschilder. De man was vermoord met een kogel door het
hoofd en zijn lichaam was bewerkt met bijtend zuur. Al snel
bracht het gerecht de moord in verband met de diefstal van
een kostbaar schilderij van Modigliani, door drie mannen,
onder wie Mandelbaum. Er zou ruzie ontstaan zijn over de
verdeling van de buit. Bij elke stap die het onderzoek zette,
tuimelden de speurders over nieuwe Mossadconnecties. Het
3
gestolen schilderij werd teruggevonden bij een huiszoeking
in de woning van Rami Weinbaum in Vorst. Weinbaum bleek
een voormalige agent van de Mossad te zijn, maar ook een
top man van de Leumi Bank of Israël en als dusdanig een be
langrijke financier van de staat Israël, én daarnaast ook een
belangrijke spilfiguur in de internationale kunstsmokkel. Kort
voor de moord op Mandelbaum had Weinbaum, samen met
een ander bendelid, tien liter bijtend zuur gekocht bij een
Brusselse drogist. Het gerecht verdacht Weinbaum ervan de
opdrachtgever te zijn voor de moord op Mandelbaum en hij
werd in voorhechtenis genomen. Maar in zijn cel wist Wein
baum zelfmoord te plegen.
De man met wie Weinbaum het bijtend zuur ging kopen, was
Nouriel Nourieli, alias Youri, zaakvoerder van een kledingzaak
in Elsene en een Israëlische officier die werkte voor de veilig
heidsdienst van de Israëlische ambassade in Brussel. In de v
had Nourieli eerder al een gevangenisstraf van zes jaar opge
lopen wegens drugshandel. Ook Nourieli werd aangehouden
voor de moord op Mandelbaum, maar omwille van een pro
cedurefout moest hij worden vrijgelaten. Daarna verdween
hij in de natuur. Volgens een procesverbaal van de bob van
Chiney werkten Nourieli en Alalouf samen met Juan Borges,
alweer een man van de Israëlische geheime dienst. Het trio
voerde onder meer onderhandelingen over de verkoop van
wapens aan Libië. Borges had begin jaren tachtig een affaire
met Anne Bouty, een geschorste advocate die later bekend
heid zal krijgen als de echtgenote van Michel Nihoul, een
hoofd rolspeler in de zaakDutroux. Cadreco, het juridisch
ad viesbureau van Bouty dat ze samen met Borges had opge
richt, zou een belangrijk steunpunt geweest zijn voor de clan
destiene werking van de Mossad in België. Borges werd even
eens aangehouden voor de moord op Mandelbaum, maar
3
kwam weer vrij en nam de wijk naar Canada. In werd hij
samen met vijf andere beschuldigden bij verstek veroordeeld
voor de diefstal van het schilderij van Modigliani. Voor de
moord op Mandelbaum werd uiteindelijk niemand veroor
deeld.
“Alles begon in de vroege jaren tachtig, toen Brussel een
draaischijf was voor een trafiek waarbij de Amerikaanse pre
sident Ronald Reagan enorme hoeveelheden wapens via Is
raël en België naar Iran liet verschepen,” schreef onderzoeks
journalist Walter De Bock in De Morgen. “Jacques Monsieur
werk te toen samen met enkele Israëlische agenten, onder wie
Juan Borges, Sylvain Alalouf en Georges Drouviotis. Samen
leverden ze illegaal wapens aan Iran en de christelijke milities
in Libanon. Zo verkochten ze zesduizend towraketten aan
Iran. De factuur vermeldde een bedrag van niet minder dan
3 miljoen dollar. Er werd in die tijd in bepaalde Brusselse
milieus vlug en veel geld verdiend.”
Nog een opvallend detail: zowel Monsieur als de groep
rond Alalouf gebruikten een gelijkaardige dekmantel voor
hun illegale wapenhandel, met name Belgische firma’s die
zogenaamd ‘medisch materiaal’ exporteerden naar het bui
tenland. Voor Monsieur ging het om de naamloze vennoot
schap Mides, terwijl Borges en Alalouf voor hun wapensmok
kel naar Iran en naar de Libanese christelijke falangisten
werkten via de nv Candy Medical. Deze laatste firma kon voor
haar commerciële communicatie de telex gebruiken van het
bedrijf Italtrade van Giulio Mongia, gevestigd aan de Stépha
nieplaats nummer in de Brusselse gemeente Elsene. Uit
gerekend in datzelfde gebouw bevond zich het appartement
van de bejaarde dame waar op oktober het schilderij
van Modigliani werd gestolen.
Het onderzoek naar de link tussen de moord op Wybran
en de zaakMandelbaum heeft niets opgeleverd. De bende
3
waarvan Mandelbaum deel uitmaakte, blijft gehuld in vele
mys teries. Een intrigerende vraag is welke rol de Brusselse
dokter in deze zaak zou kunnen hebben gespeeld. Het feit dat
hij een adres of misschien wel onderdak verschafte aan Alalouf
geeft in elk geval stof tot nadenken. Het is ondenkbaar dat
Wybran een operationele case officer of katsa van de Mossad
kan geweest zijn. Maar gelet op zijn connectie met Alalouf is
het misschien wel denkbaar dat Wybran een sayan (He
breeuws voor helper) is geweest. De Mossad beschikt als eni
ge geheime dienst ter wereld over een uniek systeem van jood
se vrijwilligers in landen buiten Israël, of sayanim, waarop de
geheime dienst occasioneel een beroep kan doen. Het gaat
meestal om respectabele burgers die boven elke verdenking
staan en die niet de Israëlische nationaliteit hebben. Aan dat
profiel zou Wybran kunnen beantwoorden. Desgevraagd leve
ren sayanim hand en spandiensten aan de operationele leden
van de Mossad. Die ondersteuning kan bestaan uit medische
zorg, geld, logistiek, zoals het leveren van auto’s of onderduik
adressen, of het verzamelen van inlichtingen. Offi ciële cijfers
zijn er niet, maar het aantal sayanim in WestEuropa wordt
geschat op ettelijke duizenden. Of Belliraj op de hoogte was
van de eventuele activiteiten van Wybran voor de Mossad, is
onbekend. Als Belliraj hiervan op de hoogte was, dan was hij
uitzonderlijk goed geïnformeerd.
Noten
() Rome en Wenen waren de meest spectaculaire aanslagen van de
groep Abu Nidal. Op december opende een commando
het vuur op de incheckbalie van de Israëlische luchtvaartmaat
schappij El Al in de internationale luchthaven van Rome. Er vie
len doden en gewonden. Enkele minuten later gooide een
3
ander commando in de luchthaven van Wenen handgranaten
naar passagiers met bestemming Tel Aviv, waarbij twee doden
en 3 gewonden vielen.() Hobeika was de beruchte chef van de Libanese militaire inlich
tingendienst. Voor de Mossad was Hobeika een belangrijk con
tact. Hij had in Israël een commandotraining gevolgd. Hobeika
was in de aanvoerder van de falangistische milities die in de
Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila duizenden
burgers hebben afgeslacht. Hij werd op januari vermoord
met een autobom.