Het Fiscaal Weekoverzicht

8
Weekoverzicht Het Fiscaal Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012 1 Week van 9 tot 15 april 2012 - Verschijnt wekelijks - Jaar 2012 40 Korte inhoud Inkomstenbelastin- gen Belasting in functie van nationaliteit: de Fran- sen in België hebben niks te vrezen p. 1 Tijdelijke vennoot- schappen en de boek- houdkundige verplichtingen van hun leden p. 2 Beroepskosten ambts- halve belast, sidder en beef! p. 4 BTW Het geregistreerd kas- sasysteem komt er aan: hoe zit het ook alweer? p. 5 Vraagbaak Doorverkoop van een voertuig door een btw- plichtige: de mist blijft hangen p. 7 Inkomstenbelastingen De Franse president deed onlangs een op- merkelijk voorstel. Hij liet verstaan dat eens herverkozen hij voortaan elke persoon met de Franse nationaliteit die ervoor heeft geko- zen om in een ander land te gaan wonen zou gaan belasten als ze de keuze om elders te gaan wonen om fiscale redenen was ingege- ven. Het voorstel is eerst en vooral opmerkelijk door zijn onlogische karakter. Met uitzonde- ring van het notoire voorbeeld van de VS ge- bruikt geen enkel Westers land de nationaliteit als belastingcriterium. Het systeem dat is voortgekomen uit ver- scheidene internationale verdragen doet uit- sluitend een beroep op woonplaats als criterium voor belasting. Dat is trouwens vol- komen logisch. In zoverre belasting wordt ge- acht te worden aangewend voor de financiering van de openbare dienstverle- ning op een grondgebied, is het normaal dat de mensen die er wonen, en alleen zij, bijdra- gen tot de financiering van die diensten. Daarom zijn personen van buitenlandse nati- onaliteit, zowel in Frankrijk als elders, belas- tingplichtigen zoals alle anderen in het land waar ze wonen. Er is dus geen enkele reden om nationaliteit, dat op zich geen enkel recht inhoudt ten aanzien van de staat of haar pres- taties, als belastingcriterium te gebruiken. Frankrijk tekende bovendien meer dan hon- derd overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting (DBO) met een groot aan- tal landen, inclusief met de landen (België, Zwitserland, Engeland, Luxemburg, Marokko) die Fransen gebruikelijk kiezen als nieuwe woonplaats. Die verdragen laten de Franse staat niet toe om de inwoners van die landen in Frankrijk te belasten enkel en alleen omdat ze de Franse nationaliteit hebben. Zulke (internationale) verdragen hebben voorrang op de Franse wet die dus niet van toepassing is op de inwoners van die landen, tenzij er opnieuw onderhandeld wordt over die verdragen. De landen die dergelijke ver- dragen sloten met Frankrijk zijn echter niet verplicht om de wijziging te aanvaarden en hebben er in feite geen enkel belang bij. Men kan zich ten slotte ook afvragen hoe de Franse belastingadministratie onder de twee miljoen Fransen die in het buitenland wonen diegenen eruit gaat pikken die dat enkel heb- ben gedaan om fiscale redenen, laat staan diegenen die het deden om een combinatie van fiscale en andere motieven. In de vierde eeuw na Christus verlieten de Galliërs overbelast door het Romeinse Rijk hun land om de grens over te trekken die het Rijk scheidde van de gewesten die onder con- trole stonden van de 'barbaren', gewesten die vandaag in België, Luxemburg en Zwitserland liggen. Het Romeinse Rijk is ten onder gegaan ... Thierry AFSCHRIFT Advocaat aan de balies van Brussel, Genève en Madrid Gewoon hoogleraar aan de ULB en de Ecole de Commerce Solvay Associatie Afschrift Belasting in functie van nationaliteit: de Fransen in België hebben niks te vrezen

description

Het Fiscaal Weekoverzicht, het tijdschrift dat wordt uitgegeven door De Boeck Professionals, geeft u een nieuwe unieke en kwalitatieve kijk op fiscaliteit. Het Fiscaal Weekoverzicht is rechtstreeks gebaseerd op de online databank FiscalNet. Het bevat iedere week 8 pagina’s met korte artikels geschreven door vooraanstaande professionals. Het Fiscaal Weekoverzicht is online beschikbaar op Strada lex, de juridische online databank.

Transcript of Het Fiscaal Weekoverzicht

WeekoverzichtHet Fiscaal

Week van 9 tot 15 april 2012 - Verschijnt wekelijks - Jaar 2012 40

semfisc_40_nl.fm Page 1 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

Korte inhoud

Inkomstenbelastin-gen

Belasting in functie van nationaliteit: de Fran-sen in België hebben niks te vrezen p. 1

Tijdelijke vennoot-schappen en de boek-houdkundige verplichtingen van hun leden p. 2

Beroepskosten ambts-halve belast, sidder en beef! p. 4

BTW

Het geregistreerd kas-sasysteem komt er aan: hoe zit het ook alweer?

p. 5

Vraagbaak

Doorverkoop van een voertuig door een btw-plichtige: de mist blijft hangen p. 7

Inkomstenbelastingen

De Franse president deed onlangs een op-merkelijk voorstel. Hij liet verstaan dat eensherverkozen hij voortaan elke persoon metde Franse nationaliteit die ervoor heeft geko-zen om in een ander land te gaan wonen zougaan belasten als ze de keuze om elders tegaan wonen om fiscale redenen was ingege-ven.

Het voorstel is eerst en vooral opmerkelijkdoor zijn onlogische karakter. Met uitzonde-ring van het notoire voorbeeld van de VS ge-bruikt geen enkel Westers land denationaliteit als belastingcriterium.

Het systeem dat is voortgekomen uit ver-scheidene internationale verdragen doet uit-sluitend een beroep op woonplaats alscriterium voor belasting. Dat is trouwens vol-komen logisch. In zoverre belasting wordt ge-acht te worden aangewend voor definanciering van de openbare dienstverle-ning op een grondgebied, is het normaal datde mensen die er wonen, en alleen zij, bijdra-gen tot de financiering van die diensten.

Daarom zijn personen van buitenlandse nati-onaliteit, zowel in Frankrijk als elders, belas-tingplichtigen zoals alle anderen in het landwaar ze wonen. Er is dus geen enkele redenom nationaliteit, dat op zich geen enkel rechtinhoudt ten aanzien van de staat of haar pres-taties, als belastingcriterium te gebruiken.

Frankrijk tekende bovendien meer dan hon-derd overeenkomsten ter voorkoming vandubbele belasting (DBO) met een groot aan-tal landen, inclusief met de landen (België,Zwitserland, Engeland, Luxemburg, Marokko)

die Fransen gebruikelijk kiezen als nieuwewoonplaats. Die verdragen laten de Fransestaat niet toe om de inwoners van die landenin Frankrijk te belasten enkel en alleen omdatze de Franse nationaliteit hebben.

Zulke (internationale) verdragen hebbenvoorrang op de Franse wet die dus niet vantoepassing is op de inwoners van die landen,tenzij er opnieuw onderhandeld wordt overdie verdragen. De landen die dergelijke ver-dragen sloten met Frankrijk zijn echter nietverplicht om de wijziging te aanvaarden enhebben er in feite geen enkel belang bij.

Men kan zich ten slotte ook afvragen hoe deFranse belastingadministratie onder de tweemiljoen Fransen die in het buitenland wonendiegenen eruit gaat pikken die dat enkel heb-ben gedaan om fiscale redenen, laat staandiegenen die het deden om een combinatievan fiscale en andere motieven.

In de vierde eeuw na Christus verlieten deGalliërs overbelast door het Romeinse Rijkhun land om de grens over te trekken die hetRijk scheidde van de gewesten die onder con-trole stonden van de 'barbaren', gewesten dievandaag in België, Luxemburg en Zwitserlandliggen. Het Romeinse Rijk is ten onder gegaan... ■

Thierry AFSCHRIFTAdvocaat aan de balies van Brussel, Genève en

MadridGewoon hoogleraar aan de ULB en de Ecole de

Commerce SolvayAssociatie Afschrift

Belasting in functie van nationaliteit: de Fransen in België hebben niks te vrezen

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012 1

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 402

De fiscale wet voorziet enkel de belasting in hoofde van elk lid ten belope van het aandeel in de winst van de vereniging dat hij heeft ontvangen of geacht wordt te hebben ontvangen

semfisc_40_nl.fm Page 2 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

Men vroeg zich in het bijzonder af onder wel-ke formele voorwaarden een voorzieningvoor risico's en kosten in een tijdelijke ven-nootschap vrijgesteld kan worden van belas-ting in hoofde van de leden.

Er bestaat geen eenvoudig antwoord op dievraag hoewel er weinig specifieke boekhoud-regels voor tijdelijke handelsverenigingenbestaan.

Het voornaamste principe vinden we terugonder artikel 3 van de wet van 17 juli 1975 opde boekhouding en de jaarrekening van deondernemingen die aangeeft dat "wanneerhet bedrijf van een onderneming ook werk-zaamheden omvat die zij als zaakvoerder ofdeelgenoot in een tijdelijke handelsvereni-ging of in een handelsvereniging bij wijze vandeelneming verricht, haar boekhouding der-wijze wordt aangepast dat ze naar het voor-schrift van het eerste lid volledig is, zowel watbetreft de betrekkingen met derden als watbetreft de rekening en verantwoording diedoor de deelgenoten onderling of door zaak-voerder en deelgenoten aan elkaar moetworden gedaan."

Artikel 47 uit het wetboek van vennootschap-pen bepaalt dat "de tijdelijke handelsven-nootschap een vennootschap zonderrechtspersoonlijkheid is die zonder een ge-meenschappelijke naam te voeren, één ofmeer bepaalde handelsverrichtingen tot doelheeft." Dit artikel wijst er nog eens op dat eendergelijke vennootschapsvorm geen rechts-persoonlijkheid heeft, wat ook al in artikel 2,§ 1 van dat wetboek staat.

Het wetboek van vennootschappen bevatnochtans niet meer de regel van het oude ar-tikel 177 uit de gwhv die voorzag dat "de tij-delijke handelsvennootschappen (...) wordengevormd onder vennoten die zelf het doel ende vorm ervan bepalen volgens de belangen-verhouding en tegen de voorwaarden die zijonderling overeenkomen."

Een tijdelijke handelsvereniging waarvan allevennoten ingezeten vennootschappen zijnmet een commerciële vorm is op zich niet on-derworpen aan de vennootschapsbelastin-gen omdat ze geen rechtspersoonlijkheidheeft, een voorwaarde voor de toepassingvan die belasting (artikel 2, § 1, 5°, WIB 1992 incombinatie met artikel 179 WIB 92).

Er moest dus een maatregel worden voorzienvoor het overdragen van de belasting op devennoten van de tijdelijke vennootschap. Dat

is meteen het voorwerp van artikel 364 WIB92 dat bepaalt dat "in burgerlijke vennoot-schappen en verenigingen zonder rechtsper-soonlijkheid het geheel van de winst of debaten, geacht wordt aan de vennoten of le-den te zijn toegekend op de datum van de af-sluiting van de jaarrekening waarop hetbetrekking heeft of op 31 december van hetjaar bij gebreke van een boekhouding; hetdeel van de niet uitgekeerde winst of batendat geacht wordt aan ieder lid te zijn toege-kend, wordt vastgesteld overeenkomstig debepalingen van het contract of de overeen-komst van associatie of nog, bij gebreke daar-van, volgens het hoofdelijk aandeel."

Op basis van de associatieovereenkomstwordt bepaald waaruit de gerealiseerdewinst bestaat en op welk moment die winstwordt gerealiseerd of geacht te zijn gereali-seerd, zelfs en vooral wanneer die winst nietwordt uitgekeerd. In elk geval wordt hetogenblik waarop de winst van de verenigingals gerealiseerd moet worden beschouwdniet als zodanig door de fiscale wet zelf gede-finieerd.

De fiscale wet voorziet enkel de belasting inhoofde van elk lid ten belope van het aandeelin de winst van de vereniging dat hij heeftontvangen of geacht wordt te hebben ont-vangen. De winst die gerealiseerd werd in detijdelijke vennootschap, van zijn kant, is de re-sultante van alle positieve en negatieve, gun-stige en ongunstige elementen diegeleidelijk aan hebben bijgedragen tot de sa-menstelling ervan.

Volgens ons laat niets toe om fiscaal gezienaan te voeren dat het deel van de winst dateen lid van een dergelijke vereniging heeftontvangen zou bestaan uit een deel, perceelof fragment van elk van de bestanddelen vande winst die zich binnen de vereniging bevin-den of bevonden wanneer de statuten vandie vereniging niets in die zin voorzien. Datzou ook impliceren dat een deel van elk vandie bestanddelen binnen de vereniging(overeenkomstig de participatie van het lidbinnen de vereniging) zou toebehoren aandat lid.

Het verslag aan de koning voorafgaand aanhet kb nr. 22 van 15 december 1978 tot wijzi-ging van de wet van 17 juli 1975 op de boek-houding en de jaarrekening van deondernemingen laat zich als volgt uit over hetonderwerp van de wijziging in het hierbovenaangehaalde artikel 3, alinea 3 van deze wet

Tijdelijke vennootschappen en de boekhoudkundige verplichtingen van hun leden

- Week van 9 tot 15 april 2012

semfisc_40_nl.fm Page 3 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

(Belgisch Staatsblad, 4 januari 1979, p. 21 en22). Het geeft aan dat deze wijziging een "uit-sluitend technisch van aard is" en geen af-breuk doet aan "de basisprincipes van dewetgeving in kwestie", maar meer aandachtbesteed aan "de te bereiken doelstellingendan de uit te voeren technieken." Zo voorziethet "de aanhechting van de boeking van deverrichting(en) (uitgevoerd in het kader vaneen dergelijke vennootschap zonder rechts-persoonlijkheid) aan de boekhouding van deonderneming, de vennoot of zaakvoerder (letop het enkelvoud) die handelde met derdenvoor rekening van de vereniging. De tekst wilverder ook garanderen dat alle relaties metdie derden, ongeacht of het schulden ofschuldvorderingen, verbintenissen of beroe-pen, opbrengsten of kosten betreft, die ver-band houden met de activiteiten binnen devereniging, effectief in functie van hun aarden voor het brutobedrag in de boekhoudingworden opgenomen en daarmee ook in dejaarrekening van een of meerdere bedrijven,leden van de vereniging of zaakvoerders. Hetgaat enkel om de onderneming(en) die ge-handeld heeft (hebben) met derden voor re-kening van de vereniging. Uit deze passagesblijkt dus dat die boekhoudkundige vereistenin alle gevallen helemaal niet van toepassingzijn op alle leden van zo'n vereniging.

Na regeling van de boeking van de relatiesvan de vereniging met derden, onderzoekthet verslag aan de koning de effecten van "ie-dere uitgevoerde verrichting" binnen eenvereniging zonder rechtspersoonlijkheid"vanuit het perspectief van de betrekkingentussen vennoten." Het voorziet dat "de boe-king van die verrichtingen de uitdrukking vande gevolgen tussen de vennoten garandeert"om periodiek de rekening van de verenigingop te maken (er is dus geen verplichting omdie rekening dagelijks bij te houden) en opbasis van hun overeenkomsten de uitgevoer-de verrichtingen in rekening te brengen", watmoet toelaten om in hoofde van elk van henvoor de opmaak van de jaarrekening hunaandeel in het vermogen en in de resultatenvan de vereniging te verrekenen." De tekst"beperkt zich met betrekking tot de boe-kingswijze tot het voorschrijven van hunnoodzakelijke toe-eigening."

De fiscale wet voorziet niet dat een formeelgebrek, zoals de boeking van een provisie dieeen ontkenning of inbreuk van een boek-houdregel inhoudt (bijvoorbeeld gebruik vaneen verkeerde boekhoudkundige post of eenfoutieve formulering of rekening), op zich enalleen daardoor bij wijze van fiscale ‘sanctie'de belasting van de als dusdanig samenge-stelde provisie meebrengt.

De belastingadministratie is dan wel niet ge-bonden door de boekhouding om de belast-bare basis te bepalen. Ze beschikt immersover alle bewijsmiddelen uit het gemeen-recht, behalve de eed (artikel 340 WIB 1992)en over de bijzondere bewijsmethodes inza-ke de inkomstenbelastingen. Artikel 205, 1°kb WIB 92 vereist overigens evenmin dat eenboekhouding wordt bijgehouden volgens devoorschriften van de boekhoudwet (zie Com.IB nr. 360/62).

Met het risico dat sommigen teleurgesteldzullen zijn, moeten we benadrukken dat hetprincipe dat vervat is in het arrest van het Hofvan Cassatie van 20 februari 1997 - volgenshetwelk "de belastbare winsten van onderne-mingen, tenzij de wet er uitdrukkelijk van af-wijkt, bepaald worden conform de regels vanhet boekhoudrecht" (zie Bulletin van de Com-missie Boekhoudkundige Normen, nr. 43,maart 1998, p. 2 en 3) - geen oplossing biedtvoor het gestelde probleem omdat er geenenkele bijzondere fiscale bepaling bestaat diede administratie hier moet toepassen. Heteerder aangehaalde artikel 364 WIB 1992 ver-plicht om zich te beroepen op de associatie-overeenkomst om, in afwezigheid vanduidelijke boekhoudkundige regels en ver-plichtingen die voor alle leden van de vereni-ging gelden, de niet-toegekende winsten vaneen vereniging zonder rechtspersoonlijkheidte bepalen. Dit artikel creëert evenmin boek-houdkundige verplichtingen voor alle ven-nootschappen die deel uitmaken van detijdelijke vereniging en geeft niet aan doorwelke gebeurtenis die winst wordt gereali-seerd of wordt geacht te zijn gerealiseerd.

Op basis van wat voorafgaat, kunnen we stel-len dat de verplichting om een voorzieningvoor risico's en kosten aan te leggen die vol-doet aan de boekhoudregels en de regels uitartikel 48 WIB 92 en artikelen 22 en 24 kb WIB92, niet mag worden uitgebreid tot deelne-mers van de vereniging die geen zaakvoerderzijn.

Men moet overigens niet denken dat er hier-door bij de leden van de vereniging die geenzaakvoerder zijn een (belastbare) onderwaar-dering van het actief zou bestaan. Volgensons is er eerder een onderwaardering van hetpassief omdat hun aandeel in de voorzieningniet in het passief op hun balans verschijnt.Een onderwaardering van het passief is ech-ter niet belastbaar, en er komt geen onder-waardering van het actief uit voort, maar deafwezigheid van een boeking van kosten,met name de toevoeging aan de voorzieningin de boekhouding van die leden, wat hentrouwens niet kan worden verweten, aange-zien de boekhoudkundige vereisten uit arti-

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012 3

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 404

Wanneer de administratie een ambtshalve aanslag vestigt, zij verplicht is om rekening te houden met alle elementen waarvan ze weet heeft

semfisc_40_nl.fm Page 4 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

kel 3, alinea 3 van de eerder aangehaalde wetvan 17 juli 1975 in alle gevallen geenszins van

toepassing zijn op alle leden van een tijdelijkevereniging. ■

Roger JASPARD

1. Elke fiscalist is vertrouwd met de principesvan de fiscale aftrek van beroepskosten.

Artikel 49 WIB 92 bevat drie cumulatievevoorwaarden:

– de uitgave moet zijn gedaan met het oogop het verwerven of behouden van be-roepsinkomsten;

– ze moet zijn gerealiseerd in de loop vande belastbare periode waarop de aftrekbetrekking heeft;

– ze moet gerechtvaardigd worden aan dehand van een bewijskrachtig document.

2. Artikel 49 WIB 92 voert zelf een eerste mati-ging aan. Als men niet over een dergelijk be-wijsstuk beschikt, kan men de echtheid enhet bedrag van de uitgave bewijzen door alleandere door het gemeenrecht toegelaten be-wijsmiddelen, met uitzondering van de eed.

Volgens de administratieve commentaar is erenkel sprake van deze matiging in gevallenwaarin het onmogelijk of ongebruikelijk isom een bewijsstuk te bekomen of wanneereen individueel of collectief akkoord kan wor-den gesloten (Com. IB nr. 49/19).

3. Artikel 50 WIB 92 brengt andere matigin-gen aan het principe uit artikel 49, al. 1 WB 92aan.

Zonder bewijsstuk moet het bedrag van deberoepskosten worden bepaald op basis vaneen gemeenschappelijk akkoord tussen debelastingplichtige en de administratie ofdoor verwijzing naar een collectief akkoordgeformaliseerd door een bij een in de minis-terraad overlegd besluit.

Als er geen enkel collectief akkoord bestaaten de belastingplichtige, en de administratiekomen niet tot een akkoord omtrent het be-drag van de kosten, is het aan de fiscus om zeredelijkerwijze te ramen.

Deze laatste bepaling geldt als een verplich-ting in hoofde van de administratie (Com. IBnr. 50/01 dat ter ondersteuning verwijst naarde parlementaire werkzaamheden). In geenenkel geval mag "de belasting worden gehe-ven op bruto-inkomsten" (Com. IB, nr. 50/13).

Een argument uit de tekst ondersteunt dezeaanmaning. Artikel 351 WIB 92 staat de admi-nistratie toe om een ambtshalve aanslag tevestigen op basis van "de belastbare inkom-

sten die ze kan vermoeden op grond van degegevens waarover ze beschikt." Een belast-baar inkomen is noodzakelijkerwijze een net-to-inkomen, na aftrek van de beroepskosten.

4. De bovengenoemde bepalingen en princi-pes zijn van bijzonder groot belang in gevalvan ambtshalve aanslag.

Wanneer immers de voorwaarden voorambtshalve aanslag zijn vervuld, is het door-gaans aan de belastingplichtige om zijn in-komsten en kosten te bewijzen om het in zijnhoofde belastbaar inkomen te bepalen.

Dat neemt echter niet weg dat wanneer deadministratie een ambtshalve aanslag ves-tigt, zij verplicht is om rekening te houdenmet alle elementen waarvan ze weet heeft,met inbegrip van de elementen waarvan zeredelijkerwijze weet zou moeten hebben (ziein die zin, Brussel, 25 mei 2011; Bergen,18 februari 2005 en Luik, 28 februari 2003).

5. De gecumuleerde toepassing van deze be-palingen gelast de administratie die een indi-ciaire aanslag vestigt dus om het belastbaarinkomen te berekenen door enerzijds reke-ning te houden met alle belastbare middelenwaarvan ze weet heeft, maar ook met allekosten waarover ze wordt geïnformeerd ofwaarvan men redelijkerwijze kan aannemendat die intrinsiek verbonden zijn met de acti-viteit van de belastingplichtige of noodzake-lijk zijn voor de realisatie van die activiteit(Cass. 7 december 2000).

In de praktijk kan de administratie een be-roep doen op elementen van de btw-aangifteals de belastingplichtige btw-plichtig is. Zijkan echter ook de situatie van de belasting-plichtige vergelijken met die van anderen(Com. IB, nr. 50/13). Beschikt ze daar niet over,zal ze de kosten op een redelijke empirischewijze moeten bepalen.

Het is de administratie in elk geval niet toege-staan om in om het even welke omstandighe-den de bruto-omzet van debelastingplichtige te belasten.

De sanctie is de nietigheid van de aanslag we-gens willekeur (zie in die zin de eerder geci-teerde beslissing Brussel, 25 mei 2011, waarde Belgische staat de willekeur van de aan-slag erkende).

We menen dat het bijzonder belangrijk is datde hoven en rechtbanken toezien op de nale-

Beroepskosten ambtshalve belast, sidder en beef!

- Week van 9 tot 15 april 2012

In het geregistreerde kassasysteem worden alle gegevens immers vercijferd tot een algoritme, dat onuitwisbaar wordt geregistreerd in een soort “zwarte doos” (black box), waarvan de inhoud enkel nog gecontroleerd kan worden door de btw-administratie en sociale inspecteurs

semfisc_40_nl.fm Page 5 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

ving van die normen die bijdragen tot derechtszekerheid die de relaties tussen de be-lastingadministratie en de belastingplichti-gen moet domineren.

6. We kunnen enkele recente beslissingen dieafwijken van de bovengenoemde principesdan ook enkel betreuren. Zo liet het hof vanberoep van Luik in een arrest van 29 juni 2011verstaan dat "het verkeerd en contra legem isdat de rechter in eerste aanleg de administra-tie dacht te kunnen dwingen om het bewijs televeren van niet-gerechtvaardigde uitgavenof deze op een realistische wijze (!) te ramenomdat een dergelijke redenering willekeurtussen belastingplichtigen doet ontstaan, envooral dan tussen diegenen die hun uitgavenrechtvaardigen en diegenen die dat nietdoen."

Wij denken daarentegen dat het effectief aande administratie is om de belastbare basis dieonderworpen is aan de ambtshalve aanslagop correcte wijze te berekenen. Het is daarbij

altijd aan de belastingplichtige om het con-crete bewijs te leveren dat de belastbare basisdie als zodanig correct is bepaald niet over-eenstemt met de realiteit van zijn situatie.

Men mag niet uit het oog verliezen dat deambtshalve aanslag het gevolg kan zijn vaneen herkwalificatie in beroepsinkomsten vaninkomstenwaarvan de belastingplichtigedacht dat ze niet belastbaar waren, zodat hijgeen enkel bewijs heeft bijgehouden van deeffectieve uitgaven met het oog op het ver-werven van die inkomsten. In dat geval is hetvolgens ons onrechtvaardig om de belastba-re basis te bepalen zonder rekening te hou-den met de uitgaven die noodzakelijk zijnvoor de activiteit, en die een bron zijn van dewillekeur die de hoven en rechtbanken moe-ten bestrijden. ■

Olivier RobijnsAdvocaat aan de Luikse balie

Specialist fiscaal recht

BTW

SitueringHORECA-zaken stellen steeds meer de vraagof zij ook een nieuwe geregistreerde kassamoeten aanschaffen. Vanaf 1/1/2013 komt erimmers een einde aan het uitreiken van dealom gekende ontvangstbewijzen, beter ge-kend als btw-bonnetjes, (met uitzonderingvan de "occasionele maaltijdverstrekkers"waarvan het aandeel in de omzet gerelateerdaan het verstrekken van maaltijden minderdan 10 % bedraagt en die wel nog steeds zul-len mogen volstaan met het uitreiken vanontvangstbewijzen) en ook van de tickets vande reeds vergunde kasregisters. Ook kan dannog slechts één document afgeleverd wor-den, namelijk het ticket van het geregistreerdkassasysteem.

Dit ticket zal onmiddellijk na het verstrekkenvan de dienst moeten overhandigd wordenaan de klant en zal tegelijkertijd dienst doenals controledocument en als vereenvoudigdefactuur. Bovendien wordt ook de verplichtingingevoerd om aan elke niet-belastingplichti-ge natuurlijke persoon een vereenvoudigdefactuur uit te reiken.

Omzetfraude zal hierdoor worden bemoei-lijkt. In het geregistreerde kassasysteem wor-den alle gegevens immers vercijferd tot eenalgoritme, dat onuitwisbaar wordt geregi-

streerd in een soort "zwarte doos" (black box),waarvan de inhoud enkel nog gecontroleerdkan worden door de btw-administratie en so-ciale inspecteurs.

Overgangsperiode 2010 - 2012De systemen zoals voordien ingevoerd envergund zoals kasregisters (AanschrijvingNr. 6/1999) of computersystemen (BeslissingE.T. 103.592 van 2 juni 2003), voldoen niet aande opgelegde normen voor een geregi-streerd kassasysteem.

Om die reden werd dan ook voorzien in eenovergangsperiode van 1 januari 2010 tot31 december 2012. Op die laatste datum zul-len alle machtigingen voor het gebruik vankasregisters definitief en op algemene wijzevervallen. De administratieve beslissing E.T.103.592 van 2 juni 2003 in verband met com-puters zal op 1 januari 2013 niet worden inge-trokken, maar toch zullen vanaf dan debestaande computersystemen nog maar inzeer beperkte mate verder kunnen wordengebruikt.

Bestaande ondernemingenGedurende de overgangsperiode mogen on-dernemingen die al bestonden vóór 1 januari2010, de tot dan bekende controledocumen-ten blijven gebruiken, zoals het ontvangstbe-

Het geregistreerd kassasysteem komt er aan: hoe zit het ook alweer?

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012 5

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 406

semfisc_40_nl.fm Page 6 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

wijs (btw-bonnetje), het kasregisterticket(Aanschrijving Nr. 6/1999) of een computer-ticket (Beslissing E.T. 103.592) en dit dus totuiterlijk 31 december 2012.

Starters en overnemersBtw-belastingplichtigen die pas in de loopvan de overgangsperiode hun horecazaakopstarten of een bestaande zaak overnemenen die bovendien nog niet vóór 1 januari2010 waren geïdentificeerd en geregistreerdals exploitant van een inrichting waar regel-matig maaltijden worden verbruikt, moetenonmiddellijk bij aanvang van hun activiteiteen geregistreerd kassa-systeem in gebruiknemen, tenminste van zodra dat operatio-neel inzetbaar wordt en dus de module op demarkt te koop wordt aangeboden.

Occasionele maaltijdverstrekkersVanzelfsprekend zullen er in de overgangspe-riode, dus ná 1 januari 2010, ook belasting-plichtigen zijn die hetzij een horecazaakopstarten, hetzij een bestaande zaak overne-men, maar waarvoor de verplichting om on-middellijk bij aanvang te investeren in eengeregistreerd kassasysteem vanuit financieeloogpunt enigszins overdreven lijkt gezien zeslechts in geringe mate maaltijden serveren.Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aankleinere hotels.

Voor "occasionele maaltijdverstrekker" werdin de nieuwe regelgeving een uitzonderingingeschreven.

Om te bepalen of een maaltijdverstrekker als"occasioneel" dient te worden aangemerkt,moet enkel gekeken worden naar het omzet-cijfer. Wanneer de omzet uit het verschaffenvan maaltijden om ter plaatse te worden ver-bruikt (excl. btw en met uitzondering van dedaarbij horende dranken), niet méér be-draagt dan 10 % van de totale omzet excl.btw in de horeca-afdeling, wordt de btw-be-lastingplichtige niet beschouwd als een "ex-ploitant van een inrichting waar regelmatigmaaltijden worden verbruikt".

Het gevolg hiervan is dat hij ontlast wordt vande verplichting om al tijdens de overgangs-periode in het nieuwe geregistreerd kassasy-steem te voorzien.

Situatie vanaf 1 januari 2013Concreet verschilt de regelgeving voor de oc-casionele maaltijdverstrekkers voornamelijkvan die van de regelmatige maaltijdverstrek-kers, op het vlak van de situatie ná 1 januari2013, waarbij de eerste nog een ontvangst-bewijs (btw-bonnetje) zullen mogen uitrei-

ken aan niet-belastingplichtige particulieren,terwijl de tweede en grootste categorie nogenkel een factuur of een ticket van een gere-gistreerd kassasysteem zullen mogen aanbie-den. Vanaf 1 januari 2013 wordt er dus eeneinde gemaakt met het kluwen aan regels inverband met het alom gekende ontvangstbe-wijs (btw-bonnetje).

Wie moet een geregistreerd kassaregisteraanschaffen?Centraal binnen de verplichting tot het hou-den van een geregistreerd kassasysteemstaat het begrip "INRICHTINGEN DIE REGEL-MATIG MAALTIJDEN VERSCHAFFEN OM TERPLAATSE TE WORDEN VERBRUIKT"

Dit zijn inrichtingen waarvan de ontvangstenvoor maaltijden (excl. btw) hoger of gelijk zijnaan 10 % van de totale ontvangsten (excl.btw).

Ook volgende personen vallen onder deze re-gels:

– Traiteurs

– Hotelexploitanten en bed en breakfast(voor de andere handelingen dan opge-nomen in de globale hotelrekening)

– Drankgelegenheid (café, taverne), snack-bar, tea-room, cafetaria, verbruikssalonvoor ijs of banketgebak en andere ver-bruikssalons, die zich beperken tot hetverschaffen van ‘lichte' maaltijden en ge-serveerd met brood

Het gaat om volgende lichte maaltijden:

– Soepen,

– Croques

– Kroketten (maar niet aardappelkroketten)

– Vol-au-vent, pensen, satés

– Belegde broodjes (ook hamburgers, hot-dogs, pittas, ...)

– Deegwaren (spaghetti, lasagne, ...), pizza,quiche, hartige taarten

– Koude salades

– Engelse schotels

– Omeletten en andere bereide eieren

– Pannenkoeken, nagerechten, ijs, wafels,gebak, koeken, croissants, milkshakes

Zowel de bestaande ondernemingen als destarters/overnemers hebben tijdens de volle-dige overgangsperiode geen verplichting totuitreiking van een controledocument. Vanaf01/01/2013 is er voorlopig geen bijzondercontroledocument opgelegd.

- Week van 9 tot 15 april 2012

Het beginsel van de fiscale neutraliteit is net de essentie van de btw, die een belasting op verbruik is. Dit betekent dat wanneer er een economische verrichting wordt uitgevoerd tussen twee btw-plichtigen, het effect ervan op de btw nietig is en dat dit zo blijft tot het uitdraait op de realisatie van een economische verrichting tussen een btw-plichtige en een niet-btw-plichtige (of een vrijgestelde btw-plichtige)

semfisc_40_nl.fm Page 7 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

FriturenHet gaat om de frituren die zich beperken totde verkoop van frieten en het verkopen van:

– Gerechten die volledig klaar worden inge-kocht voor bereiding (hamburgers, frikan-dellen, viandellen, sticks, satés, loempia's,kroketten)

– Sausen

– Specerijen (uien, augurken, komkom-mers, mosselen, rolmops)

– Hardgekookte eieren

– Stoofvlees, goulash, vol-au-vent, gehakt-balletjes in tomatensaus

– Hot-dogs

– Smos (brood, sla, tomaten, ham, kaas, ...)

Zowel de bestaande ondernemingen als destarters/overnemers hebben tijdens de volle-

dige overgangsperiode geen verplichting totuitreiking van een controledocument. Vanaf01/01/2013 is er voorlopig geen bijzondercontroledocument opgelegd.

Foorkramen, kermissen, markten, volks-feesten, sportwedstrijden op voorwaardedat het geen blijvende installaties zijnGeen verplichting tot uitreiking van een con-troledocument.

BedrijfsrestaurantsGeen verplichting tot uitreiking van eencontroledocument ■

Stefan RuysschaertEerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal be-

stuurDocent btw Centrum voor Beroepsopleiding

Antwerpen (sector btw)Docent Hogeschool Gent

Vraagbaak

In een eerder artikel hadden we het al overhet goede nieuws dat men bij de doorver-koop van een voertuig dat onder de beper-king van artikel 45, § 1quinquies of § 2 btw-wetboek viel slechts op 50 % van de verkoop-prijs btw moest toepassen.

Dit artikel was gebaseerd op punt 5.3 van debtw-beslissing van 20.11.2011.

Ondertussen is de administratie teruggeko-men op haar idee en oordeelt ze dat punt 5.3van die beslissing enkel nog van toepassing isop voertuigen die onder de beperking van ar-tikel 45 § 1quinquies (punt 7 van de btw-be-slissing van 23.12.2011) vielen.

In een ander artikel namen we stelling in te-gen dit standpunt van de administratie datvolgens ons op geen enkele wettelijke basisberust en wordt tegengesproken door detekst van de artikelen 45 § 1quienquies en ar-tikel 48 btw-wetboek. We bogen ons in dat ar-tikel over het probleem van het voordeel vanalle aard en over de herziening van de aftrekop roerende investeringen.

De argumenten die we ontwikkelden zijn in-tegraal toepasbaar op de problematiek rondhet doorverkopen van een voertuig.

Dat neemt echter niet weg dat het probleemblijft bestaan en dat het ons belangrijk leekom de verschillende standpunten van de ad-ministratie toe te lichten. We betwisten ze,

maar vinden het noodzakelijk om te wetenwelk mijnenveld de administratie ons heeft ingestuurd met haar constante interpretatie-wijzigingen. Het is trouwens nog niet over,want in een btw-beslissing van 23.12.2011kondigde de administratie nog nieuwe richt-lijnen aan ...):

– Voertuig gekocht voor 2011, met toepas-sing van artikel 45, § 2 btw-wetboek (af-trek van 50 % van de btw): bij dedoorverkoop moet men btw toepassenop de volledige verkoopprijs (punt 7 vande btw-beslissing van 23.12.2011)

– Voertuig gekocht in 2011, met toepassingvan artikel 45 § 2 en zonder toepassingvan artikel 45 § 1quinquies (aftrek vanbtw op het beroepsmatig gebruik van hetvoertuig met een plafond van 50 %): bij dedoorverkoop moet men btw toepassenop de volledige verkoopprijs (punt 7 vande btw-beslissing van 23.12.2011)

– Voertuig gekocht in 2011 of 2012, mettoepassing van artikel 45, § 1quinquies:bij de doorverkoop moet men btw toe-passen op 50 % van de verkoopprijs (punt5.3 van de btw-beslissing van 20.10.2011)

– Voertuig gekocht ongeacht het jaar vanaankoop tegen het marginale btw-tarief(art. 58 btw-wetboek - geen btw-aftrek):bij de doorverkoop is de btw verschuldigd

Doorverkoop van een voertuig door een btw-plichtige: de mist blijft hangen

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 40 - Week van 9 tot 15 april 2012 7

Het Fiscaal Weekoverzicht nr. 408

Hoofdredacteur :Émile Masset

Algemeen secretaris van de redactie : Yann Delalande

Redactiemedewerkers :Thierry Afschrift & het kantoor Afschrift,Christian Amand, Jean-Pierre Bours,Bruno Colmant, Samah Dugardin, MarcGielis, Stephen Hürner, Frédéric Ledain,Stéphane Mercier, Luc Michel, GuyPoppe, Olivier Robijns

Abonnements : Jaarlijks abonnement : 290 € De Boeck Services bvbaTel : 0800/39.067 – Fax : 0800/39.068E-mail : [email protected]://professionals.deboeck.com

Uitgever : De Boeck ProfessionalsVerantw. uitgever : V. Simonart -Minimenstraat 39 – 1000 Brussel

De redactie en de uitgever besteden demeeste zorg aan de publicatie van de arti-kels, maar zijn niet aansprakelijk voor even-tuele fouten.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dezeuitgave mag worden verveelvoudigd,opgeslagen in een geautomatiseerd gege-vensbestand en/of openbaar gemaakt inenige vorm of op enige wijze, hetzij elektro-nisch, mechanisch, door fotokopieën,opnamen of op enige andere manier zon-der voorafgaande schriftelijke toestem-ming van de uitgever.

Alle artikels van Het fiscaal weekoverzichtzijn gepubliceerd op www.fiscalnet.be

© Groep De Boeck n.v.

semfisc_40_nl.fm Page 8 Friday, April 6, 2012 10:20 AM

volgens de normale regels zonder reke-ning te houden met het feit dat de belas-tingplichtige het voertuig aanvankelijkhad gekocht met toepassing van de bij-zondere regeling van belastingheffingover de winstmarge of met toepassingvan de normale regeling (artikel 520/8btw-handboek).

En dat allemaal op basis van het beginsel vande neutraliteit van de btw (dat wordt uitvoe-rig vermeld in de btw-beslissing van20.10.2011).

Sta ons toe te twijfelen aan dit argument.

Het beginsel van de fiscale neutraliteit is netde essentie van de btw, die een belasting opverbruik is. Dit betekent dat wanneer er eeneconomische verrichting wordt uitgevoerdtussen twee btw-plichtigen, het effect ervanop de btw nietig is en dat dit zo blijft tot hetuitdraait op de realisatie van een economi-sche verrichting tussen een btw-plichtige eneen niet-btw-plichtige (of een vrijgesteldebtw-plichtige).

Op basis van dat fundamenteel beginsel is ergeen enkele reden om 100 % btw toe te pas-sen op de doorverkoop van een auto waaropde btw slechts ten belope van 50 % is afge-trokken, en nog minder op diegene waaropgeen enkele btw werd afgetrokken omdathet voertuig werd gekocht tegen de marge.

Op die manier wordt btw toegepast bovenopde btw. Een niet-btw-plichtige die zijn wagendoorverkoopt past geen btw toe. Waaromzou een btw-plichtige die een wagen heeftgekocht waarop hij de btw niet kon aftrekkendie dan doorverkopen met toepassing van debtw? Had hij de btw kunnen aftrekken ten be-

lope van 50 % omdat hij dat voertuig ge-bruikte in het kader van zijn btw-plichtigeeconomische activiteit, en enkel de btw diebetrekking had op zijn werkingskosten? Dezeredenering houdt geen steek, want het gaatom hetzelfde goed waarop geen btw werd af-getrokken dat vervolgens werd doorver-kocht. Krachtens het beginsel van de fiscaleneutraliteit moet men geen btw toepassenbij de doorverkoop, vooral wanneer diewordt doorverkocht tegen een lagere prijsdan de aanschaffingswaarde.

Men zou kunnen aanvoeren dat een gebouwdat was aangekocht met toepassing van deregistratierechten doorverkocht zou moetenworden met toepassing van de btw omdathet werd gebruikt in het kader van de econo-mische activiteiten van de btw-plichtige.

Gezien de onsamenhangende redeneringvan de administratie over op de marge aan-gekochte voertuigen en aangezien men zedaarna moet doorverkopen met toepassingvan de btw op de volledige verkoopprijs, kanmen zich de vraag stellen of dezelfde redene-ring opgaat voor voertuigen die bij aankooponder de beperking van de btw-aftrek vielen.Dat beginsel van de fiscale neutraliteit dat deadministratie aanvoerde in haar beslissingvan 20.10.2011 en waarop de volledige btw-materie is geënt, wil daarentegen dat mengeen btw moet toepassen op de btw.

Deze vraag zou men aan het Europees Hofvan Justitie moeten voorleggen, want dezeinstantie kan in laatste aanleg uitmaken hoemen de btw in de EER moet toepassen. ■

Emile MassetHoofdredacteur van Fiscalnet

www.fi scalnet.be

3 redenen om Fiscalnet te kiezen• De meest volledige Belgische fi scale databank• De snelste fi scale updates• Persoonlijke antwoorden van specialisten

- Week van 9 tot 15 april 2012