Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat...

42
Het excellente voorbij Schoolplan van het Carmelcollege Gouda 2014-2019 Gouda, november 2013 Versie 1.2

Transcript of Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat...

Page 1: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

Het excellente voorbij

Schoolplan van het Carmelcollege Gouda

2014-2019

Gouda, november 2013

Versie 1.2

Page 2: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

2

Missie

Het Carmelcollege Gouda is een open katholieke scholengemeenschap die haar

leerlingen in een veilige en zorgzame omgeving met uitdagend en contextrijk

onderwijs wil vormen en opleiden tot verantwoordelijke, creatieve, zelfbewuste

en zelfsturende wereldburgers, betrokken bij de medemens en dienstbaar aan

de maatschappij.

‘Het bezitten van vrijheid betekent niet dat we kunnen doen waar we zin in hebben,

maar dat we het recht hebben om te doen wat we zouden moeten doen’

Citaat van Paus Johannes Paulus II

Page 3: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

3

INHOUDSOPGAVE

Blz.

Inleiding 4

1). Missie en Identiteit 6

1.1 Identiteit 6

1.2 Uitwerking missie 7

1.3 Doelstellingen 7

2). Visie op onderwijs 9

2.1 Mensbeeld 9

2.2 Leren 9

2.3 De leerling 9

2.4 Gepersonaliseerd leren 10

2.5 De docent 11

2.6 De leidinggevende 12

2.7 Samenvatting 12

3). Organisatie 15

4). Medewerkers 18

5). Kwaliteit en kwaliteitszorg 21

6). Financiën en beheer 23

6.1 Uitwerking 23

6.1.1 Administratieve processen 24

6.1.2 Huisvesting en materiële voorzieningen 24

6.1.3 De financiële positie van de school 25

6.1.4 Beheer 25

6.1.5 Leermiddelen 26

7). ICT 27

8). Communicatie 29

9). Antoniuscollege Gouda 31

10). De Meander 33

Literatuurlijst 50

Page 4: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

4

Inleiding

Het citaat op blz. 2 zou onderdeel kunnen zijn van onze maatschappelijke opdracht als school. Gelukkig

weten wij in Nederland wat vrijheid is en tot welke grootse dingen vrije mensen in staat zijn. We weten

echter ook dat zich ‘vrij’ voelende mensen ontaarden als ze zich vrijheden permitteren die anderen

schaden. Om te doen ‘wat we zouden moeten doen’, moet je natuurlijk wel eerst weten op welk

kompas van normen en waarden je vaart, opdat je weet ‘wat we zouden moeten doen’. In onze

samenleving is het aanleren van een ‘moreel kompas’ in eerste instantie gelegd bij de ouders. Dat moet

vooral zo blijven. Wij zien echter wel degelijk een taak weggelegd voor de school om een bijdrage te

leveren aan het ‘ijken’ van het moreel kompas. Wij willen immers leerlingen aan de samenleving

‘afleveren’ als verantwoordelijke, creatieve, zelfbewuste en zelfsturende wereldburgers, betrokken bij de

medemens en dienstbaar aan de maatschappij (missie van het Carmelcollege Gouda). De

Carmelscholen hebben een antenne voor spiritualiteit en zingeving. Wij steken veel tijd en energie in de

relatie met onze leerlingen, met ouders en in de onderlinge relatie tussen onze medewerkers. Het

streven is om in een hecht ‘partnership’ het beste uit elkaar te halen. In een ‘meester–gezel’-relatie

vinden we de voorwaarden om dit waar te maken. Pas in een omgeving die veilig is kan geleerd

worden. In onze gesprekken zal regelmatig impliciet of expliciet ‘zingeving’ een rol spelen. Waarom

doen we wat we doen en waarom vinden we wat we vinden? Wij helpen elkaar en wij helpen onze

leerlingen met het formuleren van dat doel. Met een expliciet doel voor ogen zal de interesse en

motivatie van leerlingen en medewerkers om te doen wat ze moeten doen optimaal zijn.

Het bijzondere van de Goudse Carmelscholen zit hem dus vooral in de aandacht voor zingeving in

combinatie met een voor de regio uitermate uitdagend onderwijsprogramma (zie de hoofdstukken 9 en

10 waarin de scholen zich presenteren). De scholen van het Carmelcollege Gouda bieden samen alle

reguliere schoolniveaus aan, van gymnasium, vwo en havo met of zonder tweetalig onderwijs tot en

met vmbo basis/kader met of zonder leerwegondersteuning. Voor alle niveaus geldt echter dat de

leerlingen worden uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen. De keuze voor één van onze scholen

dient dan ook een bewuste keuze te zijn. Er wordt hard gewerkt, er worden hoge eisen gesteld op elk

niveau en wij vragen een bewust positieve attitude van de leerling.

Dit schoolplan heeft de titel meegekregen: ‘Het excellente voorbij’. Voor de scholen die het

Carmelcollege Gouda vormen is excellent zijn geen bijzonder streven. Momenteel wordt in Nederland

veel werk gemaakt van het begrip ‘excellent’. Op allerlei manieren proberen krachten in de politiek, bij

het ministerie van OCW en de VO-raad het begrip ‘excellentie’ te pushen. Men doet dat in het algemeen

door heel sterk de nadruk te leggen op het voldoen aan ‘harde’ criteria1, met normen op meetbare

zaken. De afgelopen vijf jaar hebben de scholen van het Carmelcollege Gouda zich grote inspanningen

getroost om de scholen (weer) aantrekkelijk te maken voor ouders en (toekomstige) leerlingen. Wij

hebben dat gedaan in de wetenschap dat we kennelijk in het verleden onvoldoende kwaliteit boden in

relatie tot de gecompliceerde concurrentieverhoudingen in de Goudse regio. Wij hebben dat gedaan

met het vorige schoolplan (‘Werken vanuit je kracht’) als inspiratiebron en die kracht hebben we de

afgelopen vijf jaar in en met elkaar gevonden. Wij hebben geleerd van het verleden. We hebben ons

(her)bezonnen op onze missie en doelstellingen, zijn keihard aan het werk gegaan en met succes.

Kwalitatief voldoen we op alle niveaus2 aan de harde criteria die de onderwijsinspectie ons stelt. We zijn

ervan overtuigd geraakt dat slechts het leveren van de hoogste kwaliteit ons doel moet zijn.

1 Met ‘harde’ criteria wordt bedoeld het voldoen aan de door de onderwijs inspectie gestelde normen

2 Op het moment van schrijven is de havo kwaliteitskaart nog niet op orde, maar met ingang van 2015 zal dat wel het geval

zijn.

Page 5: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

5

Onze ambitie om de beste school van Gouda en omstreken te zijn, betekent dat onze ‘harde’ resultaten

altijd minimaal op, maar liever nog boven het landelijk gemiddelde moeten liggen. Al onze inspanningen

zijn er op gericht om dit te bereiken, dan wel dit niveau vast te houden.

Toch is dit voor ons niet het einddoel. Een school die voldoet aan de harde criteria is in onze ogen niet

per definitie een goede, laat staan een excellente school. Het voldoen aan de harde criteria is ‘gewoon’.

Natuurlijk willen we dat en natuurlijk moeten we dat. We werken doelgericht naar een zo hoog mogelijk

studieresultaat en we willen dat afgerond zien met een waardevol diploma. Maar wij willen, om een

echt goede school te zijn, onze missie waarmaken, dus wij willen onze leerlingen ‘vormen en opleiden

tot verantwoordelijke, creatieve, zelfbewuste en zelfsturende wereldburgers, betrokken bij de

medemens en dienstbaar aan de maatschappij’. In die zin willen wij het excellente voorbij. In die zin

willen wij dan ook niet ‘gewoon’ een goede school zijn, wij willen ‘buitengewoon’ zijn.

J.S. Oldemans MME

rector

Page 6: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

6

1). Missie en Identiteit

1.1 Identiteit

De wortels van het Antoniuscollege liggen in de rooms-katholieke traditie. Als ‘open katholieke’ school

en vanuit de missie van Carmel verzorgen wij onderwijs voor ‘de mens, heel de mens en alle mensen’.

In de praktijk betekent dit dat wij als bijzondere school een antenne hebben voor zingeving in relatie tot

spiritualiteit. Juist in het intensieve persoonlijke contact dat wij in de begeleiding van onze leerlingen

nastreven, beleven wij de Identiteit van de school.

Het gaat ons bij het Carmelcollege Gouda om ‘heel’ de mens. Niet alleen om zijn of haar prestaties,

capaciteiten of competenties. Wij willen onze leerlingen vormen en laten nadenken over levens- en

zingevingvragen zonder dat de school hen direct met pasklare antwoorden confronteert en zeker niet

met antwoorden vanuit religieuze of politieke dogma’s. Het gaat ons om alle mensen. Het

Carmelcollege Gouda neemt haar maatschappelijke opdracht serieus. Wij willen proactief het

vreedzaam samenleven met en de integratie van mensen met verschillende culturele achtergronden

bevorderen. Wij willen ook op dit gebied een voorbeeld zijn voor de omgeving.

1.2 Uitwerking Missie

Zorgzaam en veilig

Het Carmelcollege Gouda heeft een leefklimaat dat gekenmerkt wordt door zorg voor elkaar, veiligheid

en betrokkenheid. Het Carmelcollege Gouda gaat uit van een positieve houding ten opzichte van de

medemens. Hieronder verstaan we dat we in principe uitgaan van positieve intenties. De nadruk ligt op

het benoemen van positief gedrag en van wat goed gaat en niet op wat fout is en het bestraffen van

negatief gedrag. Leerlingen, ouders en medewerkers hebben hierbij allen een eigen

verantwoordelijkheid. Iedereen wordt geacht daadwerkelijk bij te dragen aan het gewenste leefklimaat.

Duidelijke grenzen en regels leveren een wezenlijke bijdrage aan een schoolklimaat waarbinnen

iedereen zich veilig en op zijn plaats voelt. Tegen gedrag dat geen positieve bijdrage levert en de

grenzen overschrijdt, nemen wij krachtig stelling.

Uitdagend en motiverend onderwijs

Tijdens lessen en buitenroosteractiviteiten dagen we onze leerlingen uit tot onderzoekend gedrag met

veel ruimte voor verrijking, verdieping en individuele ontplooiing. Onze school onderscheidt zich met

inspirerende lessen, gericht op de (duurzame) samenleving, cultuur, wetenschap en

internationalisering. Binnen een zorgzame en veilige school is de mentor vanwege de geïntegreerde

leerlingbegeleiding de spil in het leertraject. De mentor kent zijn leerlingen en de leerlingen weten zich

gekend. De mentor voert regelmatig mentorgesprekken en is aanspreekpunt voor alle betrokkenen.

Bovendien zorgt de mentor hierbij voor afstemming op het gebied van studieresultaten, sociaal-

emotionele ontwikkeling en loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB). Het hier bovengenoemde en voor

onze scholen uitermate belangrijke zingevingsaspect loopt met name in de relatie leerling-mentor als

een rode draad door de gehele schoolcarrière.

Vormen en Opleiden

De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk,

cultureel als in levensbeschouwelijk opzicht. De katholieke traditie wordt dan ook respectvol met deze

werkelijkheid in relatie gebracht. Onze school staat daarom open voor alle ouders, leerlingen en

medewerkers die bereid zijn, vanuit de eigen levensbeschouwelijke achtergronden, onze doelstellingen

(zie 1.3) te onderschrijven. De klant is daarbij niet koning, maar de relatie met ouders en leerlingen is

Page 7: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

7

wel ‘heilig’. Voor professionele communicatie met ouders en leerlingen is een proactieve en respectvolle

houding bij alle betrokkenen een voorwaarde.

Medewerkers

Het Carmelcollege Gouda ziet haar medewerkers als de belangrijkste schakel in het onderwijsproces.

Het zijn de medewerkers die de missie waarmaken en de doelstellingen van de organisatie realiseren.

Hun kwaliteit en motivatie vormen de kritieke succesfactoren. Om de kwaliteiten van medewerkers

optimaal te benutten wil het Carmelcollege Gouda zich blijvend scholen en professionaliseren. Dit

betekent een schoolorganisatie waarin mondige mensen werken die hun verantwoordelijkheid nemen,

daarop aangesproken mogen worden en elkaar daarop aanspreken. Met name in de invulling van de

‘professionele ruimte’ mag van medewerkers verwacht worden dat ze proactief hun eigen

verantwoordelijkheid nemen. Dit vraagt om een omgeving waarin medewerkers gestimuleerd en

begeleid worden in het verder ontwikkelen van hun eigen kwaliteiten.

Alle medewerkers van het Carmelcollege Gouda hebben nadrukkelijk een voorbeeldfunctie. Zij houden

zich aan de gestelde regels en spreken elkaar en leerlingen op deze regels en de gewenste attitude

aan. Wij dragen uit wat wij met elkaar hebben afgesproken. Onze medewerkers zijn niet alleen

didacticus en vakleerkracht, maar ook opvoeder en begeleider.

1.3 Doelstellingen

Vanuit de missie kiest het Carmelcollege Gouda voor een aantal doelstellingen. Het Carmelcollege

Gouda realiseert een breed en veelzijdig onderwijsaanbod met maatwerk voor de leerling als

uitgangspunt en gepersonaliseerd leren als mogelijkheid voor hen die daar baat bij hebben.

Het Carmelcollege Gouda wil vanuit de missie en merkbeloften3 een school zijn die:

het optimale uit leerlingen en medewerkers haalt

talenten van leerlingen en medewerkers ontdekt en ontwikkelt

leerlingen en medewerkers grenzen laat verleggen en nieuwe werelden laat zien

leerlingen leert keuzes te maken en daarna te handelen

pedagogiek stelt boven didactiek4

leerlingen laat kennismaken met religies en levensvisies met de daarbinnen geldende normen

en waarden en met spiritualiteit

leerlingen optimaal gekwalificeerd de school laat verlaten

kleinschalig en transparant is georganiseerd, zodat leerlingen en medewerkers goed tot hun

recht komen

een plaats creëert waar medewerkers en leerlingen zich thuis en veilig voelen en men

respectvol met elkaar omgaat

open staat in de samenleving en samenwerkt met organisaties buiten de school

zich richt op samenwerking met scholen buiten Nederland

een lerende organisatie wil zijn waarbinnen het college als geheel, de locaties, de teams en

de individuen voortdurend werken aan verbetering van de eigen professionaliteit

3 De merkbelofte van het Antoniuscollege is ‘Werelds en Grensverleggend’

De merkbelofte van De Meander is ‘Werelds en Ondernemend’.

4 Voorwaardelijk voor het leerproces is de relatie tussen leerling en docent; zonder relatie geen prestatie. Vandaar dat docenten

van het Carmelcollege Gouda in eerste instantie pedagoog moeten zijn, naast hun vakbekwaamheden.

Page 8: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

8

Leerlingen die het Carmelcollege Gouda verlaten:

zijn optimaal gekwalificeerd binnen hun mogelijkheden

hebben kennis van normen en waarden en hebben kennis van religieuze en

levensbeschouwelijke tradities

vertonen verantwoordelijkheidsgevoel en zelfsturing

kunnen een positief kritische en dienstbare bijdrage leveren aan de maatschappij

kunnen en durven keuzes te maken

kunnen omgaan met moderne technologische hulpmiddelen

hebben een realistisch beeld van de mogelijkheden in het vervolgonderwijs

hebben internationale contacten gelegd

kunnen reflecteren op eigen handelen

kunnen goed en respectvol met anderen samenwerken

Page 9: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

9

2). Visie op onderwijs

2.1 Mensbeeld

Het Carmelcollege Gouda wil dat leerlingen de eigen unieke talenten ontdekken en ontwikkelen. Elk

mens is de mogelijkheid gegeven invloed uit te oefenen op de eigen omgeving. Dit besef is

voorwaarde om met een goed gevoel te kunnen functioneren. Onze leerlingen worden uitgedaagd tot

het maken van gemotiveerde keuzes en leren daar verantwoordelijkheid voor te nemen. Zo geven ze

inhoud aan een belangrijke maatschappelijke vaardigheid, namelijk zelfsturing. Mensen zijn van huis

uit nieuwsgierig en leren actief. Zij blijven actief als wij hoge verwachtingen laten zien, respect en

waardering tonen en dat we stimuleren in plaats van alleen controleren.

Het Carmelcollege Gouda richt het onderwijsaanbod expliciet op de leerling die meer kan en

meer wil.

2.2 Leren

Elk mens heeft behoefte om grip te krijgen op de wereld om zich heen. Kennis vergaren is een

belangrijk doel van ons onderwijs, maar het is niet ons enige doel. De kern van het onderwijs moet zijn

dat jonge mensen kennis zichzelf eigen maken, de kennis van ‘hun’ betekenis voorzien. Alleen dan

ontstaat het vermogen om nieuwe kennis te integreren in het eigen handelen en daardoor nieuwe

problemen op te lossen. Alleen dan is er werkelijk ‘geleerd’. Onderwijs dient dus contextrijk te zijn. Dat

wil zeggen dat het onderwijs zo veel mogelijk moet aansluiten op de belevingswereld en het

voorstellingsvermogen van de leerling. Leren kan alleen plaatsvinden in een klimaat waarin jonge

mensen zich geaccepteerd en veilig voelen. Veel competenties worden buiten schooltijd en buiten de

muren van de school opgedaan. Als we die competenties weten te koppelen aan leerdoelen, die zowel

door leerlingen als door docenten als zinvol worden ervaren, hebben we op het gebied van contextrijk

leren een mooie slag gemaakt. We zien dan een school waar de leerlingen aan het werk zijn en niet

alleen de docenten. We zien dan een school waar een ‘meester–gezel’-relatie heerst tussen docenten

en leerlingen en tussen leerlingen onderling. We zien een school waar in de lessen de merkbeloften

niet alleen zichtbaar zijn, maar ook beleefd worden door leerlingen en docenten.

2.3 De leerling

In het onderwijs mag de groep niet de norm zijn. Leerlingen zijn niet standaard. Uitgangspunt moet

zijn om te beoordelen wat leerlingen wél kunnen. Niet een groepsgemiddelde moet het uitgangspunt

zijn, maar datgene dat elk individu, elke leerling zelf kan. Wij verwachten van leerlingen respect voor

elkaar, voor de medewerkers en voor de school en haar omgeving. Dit respect uit zich onder andere in

het accepteren en naleven van de gestelde regels. Daarnaast verwachten wij van de leerling

voldoende inzet om het gekozen doel te bereiken. In ruil daarvoor mag de leerling van de school

verwachten dat, met behulp van een team bekwame en bevoegde docenten, een uitdagend

curriculum en persoonlijke aandacht en begeleiding, het hoogst haalbare diploma wordt behaald. Het

Carmelcollege Gouda wil de leerlingen ruimte geven om in een eigen tempo te leren, flexibel qua tijd

en plaats. Tevens moet de leerling de kans krijgen om zo veel mogelijk vanuit de eigen leerstijl te

leren. Dit kan als de frontaal-klassikale aanpak van het onderwijs voor een deel wordt losgelaten en er

ruimte wordt gemaakt voor individuelere, gepersonaliseerde leertrajecten en een keuze kan worden

gemaakt uit meerdere werkvormen.

Page 10: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

10

Maatwerk, dan wel een gepersonaliseerd leertraject betekent niet dat de leerling het altijd alleen moet

doen. Samenwerkend leren kan en zal wel degelijk samengaan met gepersonaliseerd onderwijs.

Naast het maatwerk dat individuelere leertrajecten mogelijk maakt, is mede vanuit de missie van de

school de sociaal-maatschappelijke vorming van jonge mensen voor het Carmelcollege Gouda een

belangrijke opdracht. Voor deze vorming is het groepsproces essentieel. Het Carmelcollege Gouda

zoekt dus voortdurend de balans tussen noodzakelijke differentiatie in het leerproces en het gewenste

functioneren in groepsverband.

2.4 Gepersonaliseerd leren

Vrijwel elke school zet in de officiële stukken ‘de leerling’ centraal en/of stellen dat zij maatwerk

leveren. De scholen van het Carmelcollege Gouda zetten ‘het leren’ centraal. Het Carmelcollege

Gouda wil onderwijs geven dat past bij de ontwikkelingen in de 21e eeuw. In 2.3 is de term

gepersonaliseerd leren, gepersonaliseerd onderwijs ter sprake gebracht. Wij bedoelen hiermee

onderwijs dat is afgestemd op de individuele capaciteiten, behoeften, leerstijlen en mogelijkheden van

individuele leerlingen. De scholen van het Carmelcollege Gouda willen gepersonaliseerd onderwijs

verder ontwikkelen. Te denken valt aan een organisatiemodel waarbij bepaalde leerlingen op basis

van individuele kwaliteiten en leerstijl, maar zeker ook (zelf)discipline en motivatie, het recht krijgen

om meer onafhankelijk te werken. Echt maatwerk dus. Hoe dat er in de praktijk uit zal zien, is aan de

teams. Kenmerken van gepersonaliseerd onderwijs kunnen zijn: het vrijstellen van leerlingen om

bepaalde verplichte klassikale lessen bij te wonen, het (deels) vrij van het klassikale lesrooster volgen

van vakken, een eigen inbreng van de leerling om vaste onderdelen van het curriculum te vervangen,

in overleg met de docent, door eigen onderwerpen die uiteindelijk hetzelfde leerdoel dienen. In

hoeverre zelfs klassenverbanden, jaarlagen en niveaugroepen doorbroken zouden kunnen worden is

nu nog niet te voorspellen, maar in principe liggen hier zeker mogelijkheden. In ieder geval willen we

leerlingen de ruimte geven om af te wijken van standaardprogramma’s om te excelleren in bepaalde

vakken of onderdelen.

Naast de hierboven genoemde kenmerken vereist het gepersonaliseerd onderwijs:

- een goed georganiseerd primair proces, waarbij kwalitatief goede studiewijzers beschikbaar zijn

- een hoge mate van ICT-gebruik en een goed leerlingvolg(jezelf)systeem

- een goed functionerend mentorensysteem, waarbij leerlingen dagelijks begeleid en gemonitord

worden door een persoonlijke onderwijsassistent

- de aanwezigheid van docenten van hoge kwaliteit, die goed in en boven hun vak staan en de

flexibiliteit kunnen opbrengen om naast klassikale instructie ook meer coachend en regisserend met

de leerlingen aan het werk te gaan

Het Antoniuscollege Gouda zal, als Begaafdheidsprofielschool, het voortouw nemen in deze

ontwikkeling en vanaf het schooljaar 2013/2014 ervaring opdoen met gepersonaliseerd leren voor

onze hoogbegaafde leerlingen. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de mogelijkheden van

gepersonaliseerd onderwijs op termijn ook bereikbaar zullen zijn voor leerlingen die niet hoogbegaafd

zijn, maar wel door capaciteiten en persoonlijke eigenschappen in staat moeten worden geacht om

een grotere mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te dragen dan andere leerlingen. Het

Antoniuscollege Gouda onderneemt de zoektocht naar optimaal gepersonaliseerd onderwijs niet

alleen. Naast de reeds genoemde Begaafdheidsprofielscholen, neemt het Antoniuscollege actief deel

in het Landelijk Expertisecentrum voor Onderwijs aan Hoogbegaafden [LEOH], een

samenwerkingsverband van acht scholen, voortgekomen uit de ervaringen met het Leonardo

voortgezet onderwijs.

Page 11: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

11

Deze onderwijsvorm zal op de scholen van het Carmelcollege Gouda gefaseerd worden ontwikkeld, te

beginnen met de ‘gecertificeerd’ hoogbegaafden. Vervolgens komen de leerlingen aan bod die

weliswaar niet hoogbegaafd zijn, maar wel qua studieresultaten, houding en motivatie baat kunnen

hebben bij gepersonaliseerde trajecten. De ervaring leert ons overigens dat dit nooit voor alle

leerlingen zal gelden. Gepersonaliseerde onderwijstrajecten zullen dus bestaan naast de huidige

onderwijstrajecten. Aangezien de school ook (en misschien wel vooral) een sociaal gebeuren is, is het

niet voorstelbaar dat bepaalde leerlingen alle dagen, het gehele schooljaar en alle schooljaren via een

100% geïndividualiseerd leertraject bezig zijn. De optimale verdeling tussen groepsaanbod en

gepersonaliseerd onderwijs ligt waarschijnlijk ergens tussen de 25 tot 40% klassikaal en 60 tot 75%

gepersonaliseerd. De ervaring zal leren of dit klopt.

2.5 De docent

Het is de taak van de docent de bovengenoemde situaties te creëren door de juiste condities te

scheppen en faciliteiten te bieden. De docent richt de onderwijsleersituaties zo in dat de leerling het

onderwijs als een eigen ontdekkingstocht ervaart. Pas als iets (emotionele) indruk maakt, trekt het de

aandacht en is de belangstelling gewekt om er meer van te weten te komen. Leren is iets dat de mens

zelf doet en waartoe hij zelf besluit. Hiermee heeft de docent in de optiek van het Carmelcollege

Gouda naast de taak om kennis over te dragen zeker ook de functie van coach die moet kunnen

observeren wat leerlingen doen en hoe ze zich ontwikkelen. Uitdagen en ondersteunen hebben weinig

zin wanneer de leerling of de docent eigenlijk geen vertrouwen heeft in de goede afloop van het

leerproces. De docent moet leerlingen kunnen bemoedigen en ze hun sterke kanten leren ontdekken.

Een docent is in onze visie in de eerste plaats pedagoog. Vanuit de kennis van het schoolvak heeft de

docent de mogelijkheden leertrajecten zo te ontwerpen dat de leerling op zijn ontdekkingstocht de

noodzakelijk geachte kennis en vaardigheden tegen komt die hem in staat stellen om te leren. Hierbij

dienen docenten te beseffen dat zij in de 21e eeuw niet meer zelf de enige leer- en informatiebron voor

de leerling zijn en dat zij meerdere kennisbronnen onder de aandacht van leerlingen moeten brengen.

In dat kader is het in principe mogelijk en wellicht wenselijk om tot op zekere hoogte personele inzet te

vervangen door materiële voorzieningen, met name op het gebied van ICT. Docenten dienen in hun

didactiek ruimte te maken voor andere kennisbronnen en andere vormen van leren naast het

traditionele memoriseren en de klassikaal–frontale overdracht van kennis. Tevens kan het wenselijk

zijn om (delen van) leertrajecten onder verantwoordelijkheid van docenten te laten begeleiden door

onderwijsondersteunend personeel.

Als mentor heeft de docent zicht op de sociaal-emotionele ontwikkeling en op het welbevinden van de

leerlingen. Bij verstoringen op deze gebieden heeft de docent in eerste instantie een signalerende

taak en niet direct een curatieve.

De docenten van het Carmelcollege Gouda hebben een verantwoordelijkheid in vele rollen: zij zorgen

voor gevarieerd lesmateriaal en gevarieerde onderwijsleersituaties (faciliteerder), zij ondersteunen het

leerproces van de leerling (coach), zij geven onderwijs op activerende en stimulerende wijze

(didacticus), zij staan leerlingen bij in het maken van keuzes in hun ontwikkeling (mentor) en

daarnaast waarderen en stimuleren zij elke leerling als individu (pedagoog). Zij staan open voor

verschillen tussen leerlingen, vanuit een groot vertrouwen in de leerling.

2.6 De leidinggevenden

Om docenten in staat te stellen deze taken te kunnen vervullen is de eerstelijns personeelszorg

belegd bij teamleiders. Naast het monitoren en kwalitatief borgen van het primair proces is het de taak

van de teamleiders om de docenten van het team ‘nabij’ te zijn. Meestal betekent dit dat de teamleider

naast zijn of haar mensen staat, soms ‘er voor of er achter’ als dat door omstandigheden noodzakelijk

is. De teamleider dient in staat te zijn de relatie met de docenten een zinvolle inhoud te geven. In de

Page 12: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

12

eerstelijns personeelszorg is het geven van positieve feedback5 (heb ik vandaag al een compliment

gegeven?) van cruciaal belang. Bevlogenheid bij collega’s is mooi en moet gestimuleerd blijven door

positieve feedback, maar ook ingeperkt worden om een burn-out te voorkomen. De teamleider heeft in

deze oog voor balans. Met elkaar creëren we een cultuur van openheid, waarin een ieder kritisch kijkt

naar de eigen activiteiten en de organisatie. Hierdoor ontstaat persoonlijke groei en ontwikkeling,

vrijheid voor creativiteit en blijft de school in beweging.

Tevens in balans tussen aanspreken op en complimenteren, is het bevorderen van de professionaliteit

van de docenten, zoals zichtbaar in het dagelijks concreet waarneembaar handelen en de

professionele afstandelijkheid. Teamleiders moeten hun medewerkers ‘zien’ – weten wat er bij wie

speelt, weten wie waarvan ‘glimmende oogjes’ krijgt. De hoge bezieling van onze medewerkers zit in

de zinvolheid van het werk; de stress komt in het algemeen voort uit de relaties. We waken voor

oppervlakkigheid en vrijblijvendheid. Je mag op het Carmelcollege Gouda zijn wie je bent, maar niet

doen wat je wilt.

Het is aan de locatiedirecteuren om de ontwikkelingen in de teams te monitoren, te faciliteren en te

inspireren, de kaders te bewaken en de ketenverantwoordelijkheid vorm en inhoud te geven. De visie

waar de school wel en niet voor staat dient door teamleiders en locatiedirecteuren eenduidig en helder

gecommuniceerd te kunnen worden. Vanuit de visie is het aan de leidinggevenden om duidelijke

kaders te scheppen met betrekking tot het concreet waarneembaar gedrag van medewerkers,

leerlingen en ouders.

2.7 Samenvatting

Vanuit de eigen visie op onderwijs heeft het Carmelcollege Gouda de onderwijskundige

uitgangspunten samengevat in vier prioriteiten:

op het Carmelcollege Gouda gaat pedagogiek boven didactiek

het Carmelcollege Gouda zorgt voor onderwijs op maat

op het Carmelcollege Gouda worden leerlingen opgevoed tot het nemen van

verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces

het Carmelcollege Gouda zorgt voor een krachtige, contextrijke leeromgeving.

Deze vier prioriteiten leiden er toe dat:

De organisatie van het primaire proces is afgestemd op de eisen die het onderwijs

van de 21e eeuw stelt. Dit betekent:

flexibilisering van het onderwijs in tijd en ruimte; heroriëntatie op de taken en de rol van docenten en onderwijsassistenten;

uitbouw van gepersonaliseerd onderwijs voor de leerling die meer kan en meer wil, om

talenten te ontdekken en te ontwikkelen;

Contextrijk onderwijs versterkt wordt door:

het intensiveren van de implementatie van ICT in het onderwijs;

het uitbreiden van internationaliseringsprojecten naar zo veel mogelijk niveaus en leerjaren;

het bevorderen van de integratie van het leren binnen school en buiten school

De zorgstructuur verder wordt ontwikkeld en afgestemd:

5 Ontleend aan ‘Speerpunten in het PMO (Preventief Medisch Onderzoek)

Page 13: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

13

het door middel van het kwadrantmodel (zie zorgplan) selecteren van leerlingen die extra zorg

nodig hebben;

het structureel (leren) werken met handelingsplannen;

het vullen en bijhouden van ons digitaal leerlingvolgsysteem;

de geïntegreerde leerlingbegeleiding, waarbij elke vakdocent in principe ook mentor is.

Binnen het Carmelcollege Gouda tussen de locaties een goede uitwisseling en afstemming van de

onderwijsniveaus plaatsvindt; het contact tussen docenten van verschillende locaties wordt, waar

functioneel, geïntensiveerd om het aanbod, het niveau en de doorstroom binnen een

verantwoorde bandbreedte te houden.

Toetsingscriterium / resultaat Gereed/geïmplementeerd in

1 Iedere docent van het Carmelcollege Gouda is geschoold als

mentor in geïntegreerde leerlingbegeleiding6.

Punt van blijvende aandacht

2 Elke leerling die zorg behoeft, wordt begeleid op basis van een

handelingsplan.

Punt van blijvende aandacht

3 Voor elke leerling is het leerlingvolgsysteem (SOM) door de

mentor jaarlijks gevuld met relevante gegevens en vindt aan het

einde van elk schooljaar een warme overdracht plaats naar de

volgende mentor of een andere onderwijsinstelling.

Punt van blijvende aandacht

4 Op basis van de kwaliteitskaart van de Onderwijsinspectie en

onze eigen kwaliteitsonderzoeken wordt jaarlijks geëvalueerd in

hoeverre ons onderwijs aan de doelstellingen, verwachtingen en

ambities voldoet. De evaluaties kunnen leiden tot aanpassingen

in beleid, dan wel in de uitvoering van het beleid

Punt van blijvende aandacht

5 In elk vak- of leergebied wordt jaarlijks in een verslag

geëvalueerd of de eindtermen per leerjaar, of per blok

(onderbouw, leerwegen en tweede fase) zijn gehaald; dit verslag

dient uiterlijk in november van het nieuwe schooljaar beschikbaar

te zijn.

2014

6 Voor elk vak- of leergebied wordt jaarlijks door de secties onder

verantwoordelijkheid van de locatiedirecteur vóór aanvang van

het schooljaar schriftelijk vastgesteld aan welke eindtermen per

leerjaar of per blok voor het komend schooljaar dient te worden

voldaan en hoe ze dienen te worden bereikt.

Punt van blijvende aandacht

7 Ontwikkelen van gepersonaliseerde onderwijstrajecten, zowel

inhoudelijk als organisatorisch

Start met de HB-leerlingen op het Antoniuscollege in 2013/2014

Vanaf schooljaar 2013/2014

ontwikkelen tot in 2018/2019

of als eerder een optimale

situatie is bereikt.

6 Zie zorgplan: de mentor biedt in de geïntegreerde leerling begeleiding zorg in de 1

e lijn: signaleren, handelen en

doorverwijzen

Page 14: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

14

3). Organisatie

Het Carmelcollege Gouda maakt deel uit van de Stichting Carmelcollege, Drienerparkweg 16, 7552

EB, Hengelo. Het Carmelcollege Gouda beschikt over twee locaties:

- Het Antoniuscollege Gouda, John Mottstraat 2-4, 2806 HP Gouda: Tweetalig Onderwijs (TTO),

Technasium, gymnasium, atheneum (vwo) en havo.

- De Meander, Groen van Prinsterersingel 49, 2805 TD Gouda, huisvest de afdelingen mavo

(vmbo-t), vmbo-kader en -basis met de sectoren economie, techniek en zorg & welzijn, het

leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en de internationale schakelklas (isk).

De centrale directie en stafdiensten bevinden zich in het gebouw van De Meander, Groen van

Prinsterersingel 49, 2805 TD Gouda.

Het Carmelcollege Gouda wil bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie leggen. Decentraal is

het uitgangspunt, tenzij centraal aantoonbare voordelen heeft. Het laatste is met name op het gebied

van bedrijfsvoering het geval. Het eerste betreft het gebied van het onderwijs, de pedagogiek en

didactiek. Via de teamstructuur beschikken docenten over een hoge mate van vrijheid en zelfsturing

binnen de wettelijke kaders, de kaders van het schoolplan en die van de locatiebeleidsplannen. Om dit

te realiseren is het van belang dat de medewerkers, werkzaam in het primair proces, structureel en

frequent overleggen. Naast het gebruikelijke vaksectie- of clusteroverleg is het overleg over

didactische ontwikkelingen en toepassingen binnen de (kern)teams7 essentieel. In deze situatie wordt

niet alleen een steeds groter beroep gedaan op het zelfsturend vermogen en de leercompetentie van

de individuele medewerker, maar ook op die van de verschillende teams binnen de school.

Om de leerlingen bij hun leerproces goed te begeleiden, zal ook de rol van de onderwijsassistenten

steeds belangrijker en substantiëler worden. De teamstructuur biedt kansen om professionals meer bij

de daadwerkelijke invulling van onderwijsontwikkelingen te betrekken en hierdoor de motivatie bij de

medewerkers te vergroten. Het werken in een teamgerichte organisatie past duidelijk in de tendens

dat docenten niet meer alleen uitvoeren, maar vanuit hun professionaliteit ook steeds meer sturen en

meedenken op organisatieniveau. De teamorganisatie vormt zo de context waarbinnen de vormgeving

van de lerende organisatie en een professionele cultuur voor de medewerkers, herkenbaar gestalte

kan krijgen. Een professionele cultuur waarbinnen de gezamenlijke verantwoordelijkheid en de

betrokkenheid van de medewerkers wordt vergroot en die ruimte biedt tot initiatief en ontwikkeling op

alle niveaus. Juist in de teams kan uitwisseling en vruchtbare beïnvloeding tussen docenten onderling

plaatsvinden en kan de ‘ketenverantwoordelijkheid8’ vorm en inhoud krijgen. Naast een leerbare

opstelling is het team de organisatorische eenheid bij uitstek voor collegiale ondersteuning, collegiale

coaching en intervisie om de doelstellingen van de school te bereiken.

7 Onder (kern)team verstaan we een groep docenten, tussen de 8 en 15 in aantal o.l.v. een teamleider; de kern van het team

wordt gevormd door docenten die (als richtlijn) 60% van de lessen geven aan de klassen/groepen waar het team

verantwoordelijkheid voor draagt. De leden van het kernteam bepalen o.l.v. de teamleider de pedagogisch-didactische koers

van het team. Docenten die minder dan 60% in het team werkzaam zijn noemen we ‘gastdocenten’. Zij kunnen participeren in

het vaststellen van de onderwijskundige koers, maar noodzakelijk is dat niet.

8 Het begrip ‘ketenverantwoordelijkheid’ verwijst naar de plaats die het (kern)team inneemt in het primair proces. De teams zijn

verantwoordelijk voor onderwijs en leerlingbegeleiding, bijvoorbeeld vanaf de instroom in leerjaar 1 tot en met einde onderbouw.

Een bovenbouwteam neemt de opdracht daarna over en begeleidt de leerlingen naar het eindexamen. In het begrip

ketenverantwoordelijkheid zit de verantwoordelijkheid van beide teams om tot een goede afstemming van de doorlopende

leerlijnen te komen.

Page 15: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

15

Hierbij is een vragende, open en kritische houding vanuit het vertrouwen in elkaar als ‘critical friend’

van iedere medewerker van essentieel belang. Zo’n cultuur maakt een meer directe communicatie

mogelijk, waardoor er meer duidelijkheid komt over ‘het waarom van een beslissing’. De instrumenten

die worden ingezet in het kader van de kwaliteitszorg binnen het Carmelcollege Gouda spelen een

belangrijke rol bij het ‘monitoren’ van de voortgang van dit proces.

Organogram

gmr college van bestuur SCC

medezeggenschapsraad centrale directie (rector) hoofd financiën & beheer

collegebrede coördinatoren9

locatiedirecteuren personeelsraad

teamleiders teamleden

(kern)team

individuele docenten

Het organogram geeft v.w.b. het onderwijsgevend personeel (op) en het onderwijsondersteunend

personeel (oop) in het primair proces de formele hiërarchische lijn weer. De niet-formele structuur van

inspraak is met blokpijlen en blauwe tekst zichtbaar gemaakt. Voor het verwerven van voldoende

draagvlak in de scholen zijn beide trajecten van uitermate groot belang.

Stafmedewerkers van de centrale directie vallen onder de rector. Het oop op het gebied van facilitair

en bedrijfsvoering valt onder het hoofd financiën & beheer; het oop op het gebied van administratieve

verwerking op de locaties valt onder de directe aansturing van de locatiedirecteur.

Rode draad in het organogram is dat iedere medewerker van het Carmelcollege Gouda slechts één

direct leidinggevende heeft. In principe worden alle zaken met de direct leidinggevende geregeld.

Mocht men er onverhoopt met elkaar niet uitkomen, dan leggen beide partijen de kwestie voor aan de

leidinggevende van het hogere echelon.

9 Het gaat hier in principe om docenten die als onderdeel van hun functie een locatie overstijgende taak uitvoeren, zoals

zorgcoördinator en SOM coördinator. Slechts voor het collegebrede gedeelte van hun taak worden ze aangestuurd door de

centrale directie.

Page 16: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

16

Ouder- en leerlingparticipatie

Het Carmelcollege Gouda streeft een grote betrokkenheid na van ouders en leerlingen bij de school.

De ouderparticipatie is volgens onderstaand schema georganiseerd.

Niveau School Ouders

Medezeggenschap en

Medeverantwoordelijkheid rector oudergeleding mr

Inspraak locatiedirecteur ouderraad

teamleiders klankbordgroepen

Individuele mentoren ouders en opvoeders

belangenbehartiging docenten

Met betrekking tot de formele medezeggenschap geldt de wet Medezeggenschap in het Voortgezet

Onderwijs. Medezeggenschap vindt plaats op locatie-overstijgend niveau, in de relatie tussen de

medezeggenschapsraad van het Carmelcollege Gouda en de rector. De ervaring leert dat er vaak in

het persoonlijk lidmaatschap van meerdere gremia overlap is tussen de formele positie van leden van

de medezeggenschap en de informele positie van leden van ouderraden en klankbordgroepen. Dit

gegeven vereist bij alle betrokkenen een goed ontwikkeld gevoel voor verantwoordelijkheden. De

taken en mogelijkheden op het gebied van inspraak van ouderraden en klankbordgroepen zijn in

onderliggende notities vastgelegd. Analoog aan dit schema is de medezeggenschap en inspraak van

leerlingen geregeld.

4). Medewerkers

Het Carmelcollege Gouda ziet in de medewerkers de belangrijkste schakel in het onderwijsproces. Het

zijn de medewerkers die de doelstellingen van de organisatie realiseren. Hun kwaliteit en motivatie

vormen daarvoor de kritieke succesfactoren. Om de kwaliteiten van medewerkers optimaal te

benutten wil het Carmelcollege Gouda zich de komende beleidsperiode verder ontwikkelen tot een

professionele en lerende organisatie. Dit betekent een schoolorganisatie waarin mondige mensen

werken die hun verantwoordelijkheid nemen en daarop aangesproken mogen worden. Dit vraagt om

een omgeving waarin medewerkers gestimuleerd en begeleid worden in het verder ontwikkelen van

hun eigen kwaliteiten.

Van de leidinggevenden wordt verwacht dat zij het klimaat scheppen waarin de wens tot het krijgen

van feedback, het positief kritisch kijken naar de omgeving en zelfreflectie door de medewerkers tot

ontwikkeling komt. Uitgangspunt daarbij is, dat de medewerkers hun eigen verantwoordelijkheid

nemen en elkaar steunen in hun professionele ontwikkeling. Zij zijn in eerste instantie zelf

verantwoordelijk voor de eigen deskundigheidsbevordering en persoonlijke ontwikkeling en zijn

daarmee direct verantwoordelijk voor een kwalitatief goede invulling van de professionele ruimte. Van

de individuele medewerker wordt verwacht, dat hij/zij in dit kader professionele contacten legt met

Page 17: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

17

collega’s binnen het team, de sectie en (vak)collega’s van andere locaties en met (vak)collega’s van

andere scholen om de kwaliteit van het onderwijs op peil te houden en te verhogen.

Het Carmelcollege Gouda vraagt competente docenten die een aantoonbare bijdrage kunnen leveren

aan de realisatie van de onderwijsvisie en de ambities van de school. Bij de uitbouw van het integraal

personeelsbeleid neemt de volledige implementatie van de gesprekscyclus met bijbehorende

kwaliteitsinstrumenten een centrale plaats in. Tevens is professionalisering een belangrijk middel ter

verbetering van het functioneren van de medewerkers en is als zodanig gekoppeld aan de

functionerings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken. De nadruk van het

professionaliseringsbeleid blijft in de komende beleidsperiode liggen op de

deskundigheidsbevordering op de werkplek en in teamverband. Als leidraad dienen de

competentieprofielen, zoals opgesteld door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren. In het kader van de

Wet BIO (wet op de beroepen in het onderwijs) dienen medewerkers zich met behulp van een

bekwaamheidsdossier te kunnen verantwoorden voor wat betreft het op peil houden en verdiepen van

hun kennis en kunde.

Ontwikkelingsinstrumenten als intervisie, werkoverleg en collegiale feedback zullen samen met de

gesprekscyclus van ontwikkel- en functioneringsgesprekken richting en inhoud geven aan de

professionele en persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers. Binnen een professionele organisatie

waarbij vanuit de (centrale) directie verantwoordelijkheden worden gedelegeerd en van medewerkers

wordt verwacht dat zij verantwoordelijk zijn voor de nadere vormgeving en uitvoering van het

schoolbeleid en het realiseren van de doelstellingen, past resultaat verantwoordelijk management.

Hoewel de eindverantwoordelijkheid binnen het Carmelcollege Gouda ligt bij de centrale directie in de

persoon van de rector, is het voor de verdere ontwikkeling van de school van wezenlijk belang dat de

verschillende teams, teamleden en de leden van de verschillende lagen binnen het management

voldoende ruimte krijgen voor de nadere invulling van het algemene schoolbeleid in relatie tot de

eigen specifieke context. Dit betekent elkaar ruimte geven voor de vormgeving en uitwerking van de

geformuleerde doelstellingen en vervolgens elkaar aanspreken op de behaalde resultaten.

Er dient voor de komende beleidsperiode een inhoudelijk onderbouwde formatie- en

personeelsplanning te komen. Dit is noodzakelijk om goed te kunnen anticiperen op de ontwikkelingen

op de arbeidsmarkt op de middellange termijn en de bekostigingssystematiek vanuit de overheid. Het

maken van een meerjarenraming en –beleid waarbij er een relatie wordt gelegd tussen het kunnen

handhaven van het huidige of gewenste onderwijsaanbod en de financiële (on)mogelijkheden, die

mede worden bepaald door de verplichtingen die voortkomen uit de stijgende salariskosten, is in dit

kader dan ook van wezenlijk belang.

Punten van (blijvende) aandacht

Naast de hierboven toegelichte thema’s binnen het domein personeel en organisatie, zijn er in de voor

ons liggende beleidsperiode de nodige punten die (blijvend) onze aandacht vragen. Het gaat hierbij

veelal om onderwerpen die de komende jaren verder ontwikkeld, onderhouden, herzien dan wel

geactualiseerd dienen te worden, zoals:

De omslag van reactief naar proactief personeelsbeleid

Taakbeleid en het werkverdelingsbeleid

Deskundigheidsbevordering

Integratie van oop binnen het primaire proces

Arbobeleid en arbeidsomstandigheden

Verzuimbeleid, met name gericht op kortdurend frequent verzuim

Mobiliteitsbeleid

Werving en selectie nieuwe medewerkers

Begeleiding nieuwe en zittende medewerkers

Page 18: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

18

toetsingscriterium / resultaat gereed/geïmplementeerd

in

Iedere medewerker van het Carmelcollege Gouda heeft jaarlijks minstens

één formeel gesprek met de direct leidinggevende, waarbij in de

verslaglegging de afspraken SMART8 geformuleerd worden.

Punt van blijvende aandacht

Iedere medewerker kan zich in het kader van de Wet BIO met behulp van

een ‘bekwaamheidsdossier’ verantwoorden ten aanzien van het bijhouden

en verdiepen van hun kennis en kunde.

Voor zover nu bekend zal de verplichting om zich te registreren als

professioneel docent in 2017 ingaan.

2015, dan wel een datum die

in de Wet BIO genoemd zal

gaan worden als

ingangsdatum voor de

verplichte registratie in een

beroepsdossier

Iedere nieuwe10

docent en stagiair wordt minstens één jaar begeleid door

een BOS11

. Het begeleidingstraject staat omschreven in het ‘Handboek

Docent’ en is niet vrijblijvend

Punt van blijvende aandacht

Verdere integratie van oop-primair in het onderwijsproces zal gelijk opgaan

met de ontwikkelingen van gepersonaliseerd leren

Start in schooljaar 2013-2014

en optimale implementatie in

schooljaar 2018-2019

Stroomlijnen van de interne procedures, opdat zo min mogelijk tijd verloren

gaat tussen het moment van solliciteren en het voeren van

sollicitatiegesprekken.

Het formuleren van onderscheidende criteria m.b.t. de selectie van de

juiste medewerkers

Gereed vóór maart 2014

8SMART staat voor een afspraak met een specifiek meetbaar resultaat, geaccepteerd, liggend binnen de eigen sfeer van

invloed en voorzien van een bepaald tijdpad.

10

Onder ’nieuwe’ docenten verstaan we op het Carmelcollege Gouda zowel docenten met ervaring die van een andere school

komen, als startende docenten

11 Een BOS, Begeleider en Opleider in School, is een gecertificeerde docent die nieuwe docenten en stagiairs als een coach en

vertrouwenspersoon ter zijde staat.

Page 19: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

19

5). Kwaliteit en kwaliteitszorg

(Onderwijs)kwaliteit is de mate waarin activiteiten, producten of diensten voldoen aan uitgesproken

verwachtingen. We kunnen wel menen dat we ‘goed’ onderwijs verzorgen en dat we een goede

school zijn, maar hoe weten we dat? Wat zijn onze eigen referentiekaders bij ‘goed’? Wanneer vinden

wij zelf iets goed, nog net voldoende of onder de maat? Alle betrokkenen hebben daar hun eigen

gedachten en verwachtingen bij. Soms uitgesproken, maar heel vaak ook onuitgesproken, aanwezig

in het onderbewuste, opgeborgen in het pakket eigen ervaringen en subjectieve onderwijstheorieën.

Directieleden, op en oop, ouders en leerlingen hebben hun eigen verwachtingen. Deze verwachtingen

kunnen uitgedrukt zijn in objectieve en meetbare gegevens, maar ook in subjectieve en waarden

gerelateerde aspecten, zoals die tot uiting komen in gedeelde overtuigingen. Kwaliteitszorg dient die

verwachtingen zichtbaar en daarmee bespreekbaar te maken. Dan kunnen criteria en referentiekaders

voor diverse terreinen worden opgesteld of aangepast en in de analyses worden meegewogen.

Onder kwaliteitszorg verstaan we de systematische zorg die op schoolniveau en op teamniveau aan

kwaliteit wordt besteed. In onze kwaliteitszorg is sprake van een voortdurend en cyclisch proces

gericht op borging en verbetering. Een belangrijk punt van aandacht is daarbij de organisatie zelf, met

daarin de deelaspecten leiderschap, beleid en strategie, personeelsmanagement en het management

van middelen en processen. Een tweede aandachtsgebied is te vinden in de factoren die de resultaten

van de organisatie weergeven. De waardering door het personeel, door de ouders en leerlingen en

door de maatschappij zijn indicatoren voor het beleid van kwaliteitsverbetering, evenals de

eindresultaten van de organisatie.

De cirkelgang van de kwaliteitszorg, in de bekende ‘Plan, Do, Check, Act cyclus’, bestaat uit het

stelselmatig herhalen van de volgende vijf stappen (naar het INK-model, van het Instituut Nederlandse

Kwaliteit):

1. beslissen wat je belooft (kwaliteitsbepaling)

2. opschrijven wat je moet doen om wat je belooft ook waar te maken (kwaliteitsplanning)

3. doen wat je hebt opgeschreven (kwaliteitsbeheersing)

4. nagaan of het gelukt is je belofte waar te maken (kwaliteitsbewaking)

5. verantwoording afleggen over wat je beloofd hebt (kwaliteitsrapportage)

In het schoolplan staat voor alle betrokkenen wat het Carmelcollege Gouda belooft waar te maken. De

centrale directie gaat intern na of we onze beloften waarmaken. De inspectie gaat extern na of wij

onze verantwoordelijkheden waarmaken op het gebied van onderwijs. Verantwoording op overige

terreinen is bij de wet geregeld.

Door de cyclische benadering zal kwaliteitszorg een vitaal onderdeel blijven van de school. Het

Carmelcollege Gouda laat het onderzoek naar kwantificeerbare aspecten van het kwaliteitsbeleid in

deze beleidsperiode grotendeels lopen via de instrumenten van www.kwaliteitscholen.nl. Het

Carmelcollege Gouda neemt de evaluatie van de organisatie en de analyse van de resultaten van het

college echter zelf ter hand. Dit leidt tot een beter bewustzijn van de eigen kwaliteit en tot het

handelen volgens afspraken.

Page 20: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

20

Punten van (blijvende) aandacht ten aanzien van beleid kwaliteitszorg

jaarlijkse bijstelling van de schoolgids

jaarlijkse monitoring m.b.t. in- door- en uitstroom, met het oog op mogelijke

rendementsverbetering

jaarlijkse evaluatie van procedures en instrumenten voor kwaliteitsmeting

kwaliteitsonderzoek m.b.t. het primaire proces volgens de vastgestelde cycli; jaarlijks worden

zowel de gebruikte kwaliteitsinstrumenten als de onderzoeksintervallen opnieuw vastgesteld

(zie de jaarlijkse kwaliteitsmatrix)

jaarlijkse monitoring op de vertaling van kwaliteitsgegevens in college- en locatiebeleid; de

vertaling van kwaliteitsgegevens in het locatiebeleidsplan is een vast item in de cyclus van de

bilaterale besprekingen

op basis van gegevens verkregen uit onze kwaliteitsinstrumenten zo veel mogelijk komen tot

objectiveerbare data met bijbehorende prestatie-indicatoren

de bevindingen van kwaliteitsonderzoeken worden per locatie of collegebreed samengebracht

en gecommuniceerd naar betrokkenen

toetsingscriterium / resultaat gereed/geïmplementeerd

in

1 Bij aanvang van het lopende schooljaar is een geactualiseerde

versie van de schoolgids digitaal beschikbaar.

Jaarlijks vóór 1 oktober

2 Het Carmelcollege Gouda mag qua IDU9-gegevens niet in

negatieve zin afwijken van het landelijk gemiddelde.

2015

3 De scholen van het Carmelcollege Gouda scoren met alle

niveaus op de kwaliteitskaart van de onderwijsinspectie op of

boven het landelijk gemiddelde

2015

9IDU staat voor in-, door- en uitstroomgegevens

6). Financiën en beheer

Het beheersmatige en financiële beleid van het Carmelcollege Gouda is gericht op het behalen van de

onderwijskundige en maatschappelijke doelstellingen, zoals verwoord in de missie. De beschikbare

middelen worden op een effectieve en zo efficiënt mogelijke, maar ook creatieve wijze ingezet om de

onderwijskundige, onderwijsorganisatorische, personele en beheersmatige doelstellingen te

realiseren. Het beleid is gericht op het zo spoedig mogelijk bereiken en handhaven van een

structureel gezonde bedrijfsvoering.

Gezien de investeringen die er in de nabije toekomst moeten worden gedaan om zowel de gebouwen

als het onderwijs concurrerend in de 21e eeuw blijvend neer te zetten, heeft een gezonde reguliere

bedrijfsvoering en het herstel van de financiële positie van de school zeer nadrukkelijk de hoogste

prioriteit.

Het verwerven van een zogenaamde derde geldstroom, zoals door het intensiever gebruiken van de

gebouwen en mogelijk sponsoring door geldverstrekkers, wordt ook in de komende beleidsperiode

slechts gezien als ‘marginaal aanvullende financieringsmogelijkheid’. Een investering in het op gang

Page 21: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

21

brengen van een derde geldstroom moet hierbij in verhouding staan tot de effecten ervan. Bovendien

hecht het Carmelcollege Gouda sterk aan haar principiële stellingname ten aanzien van onafhankelijk

onderwijs. Dit wil zeggen dat eventuele geldverstrekkers geen enkele invloed mogen uitoefenen op

het onderwijs.

Verder zullen er vanuit ‘beheer’ opnieuw vervolgstappen worden gezet om de kansen vanuit de

aanwezige schaalgrootte (zowel binnen Stichting Carmelcollege als het Carmelcollege Gouda) beter

te benutten. Dit moet niet alleen leiden tot kwaliteitsverbetering, maar ook tot een betere

kostenbeheersing en tot besparingen.

Mede als gevolg van de steeds groter wordende autonomie van de scholen wordt de

verantwoordingsplicht aan derden (overheid en ouders) steeds groter. De daadwerkelijke invulling van

deze verantwoordingsplicht vraagt steeds meer inspanning van de schoolorganisatie. Dit uit zich

zowel in een toename van de personele werkdruk als in een toename van de investerings- en

exploitatielasten die gemoeid zijn met de verdergaande informatie- en communicatietechnologie

binnen de school. Dit betekent zowel blijvend investeren in de deskundigheidsbevordering van

uitvoerende medewerkers en het optimaal benutten van de ICT-mogelijkheden, als het vinden van een

goede balans tussen het centraal dan wel decentraal laten plaatsvinden van de noodzakelijke

werkzaamheden.

6.1. Uitwerking

Ter verduidelijking en concretisering van dit beleid volgt hieronder een nadere uitwerking van een

aantal thema’s binnen het domein financiën en beheer. Over elk thema wordt een richtinggevende

uitspraak gedaan en wordt tevens een toetsingscriterium of resultaat genoemd.

6.1.1. Administratieve processen Om de organisatie goed te kunnen besturen en dit niet afhankelijk te laten zijn van ‘opgeslagen kennis

in hoofden van medewerkers’ is het noodzakelijk de administratieve processen duidelijk en zo volledig

mogelijk te beschrijven en administratieve procedures eenduidig vast te stellen. Om de efficiency te

verbeteren moeten de geldende procedures snel en eenvoudig toegankelijk zijn voor de betreffende

medewerkers.

toetsingscriterium / resultaat geïmplementeerd/gereed

in

1 Het up to date houden van processen binnen de domeinen

financiën en beheer.

Punt van blijvende aandacht

2 De procedures zijn voor de geautoriseerde medewerkers

toegankelijk via internet.

Punt van blijvende aandacht

3 Protocollen ten aanzien van geldstromen en het bestellen van

producten worden jaarlijks geactualiseerd.

Punt van blijvende aandacht

4 Het monitoren van de processen en de gevolgde procedures

wordt jaarlijks geëvalueerd; op basis van de ervaringen zullen

mogelijk bijstellingen plaatsvinden.

Punt van blijvende aandacht

Page 22: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

22

6.1.2. Huisvesting en materiële voorzieningen

De school heeft de ambitie om eigentijds onderwijs te verzorgen van hoog niveau in een veilige en

moderne leer- en werkomgeving. De komende beleidsperiode wordt op een financieel verantwoorde

wijze gewerkt aan het verder verbeteren en moderniseren van de huisvesting en de materiële

randvoorwaarden.

toetsingscriterium / resultaat geïmplementeerd/gereed

1 Investeringen in de ICT-infrastructuur, met name in wireless

toepassingen vanwege de ontwikkelingen rondom BYOD12

2014-2015

2 Verdere aanpassingen van het gebouw van het Antoniuscollege

aan de eisen die TTO en Technasium daar aan stellen

Gehele beleidsperiode

3 Facelift van de buitenruimte van De Meander 2015

4 Eventuele aanpassingen van het gebouw van De Meander aan de

eisen die het Vakcollege daar aan stelt

Gehele beleidsperiode

6.1.3. De financiële positie van de school

In de komende beleidsperiode vraagt de financiële positie van de school nog steeds extra aandacht en

zorg. In de periode vóór 2008 zijn de uitgaven niet in overeenstemming geweest met de inkomsten en

heeft men niet adequaat het dalend leerlingaantal weten op te vangen. Dit heeft er toe geleid dat ook in

de afgelopen beleidsperiode de school onder grote druk is gekomen, hetgeen onder andere heeft

geresulteerd in een forse aanpassing van het personeelsbestand aan het actuele leerlingenaantal. De

komende beleidsperiode dient aan deze situatie een einde te komen door de ‘gecontroleerde’ groei van

de school naar rondom de 450 leerlingen voor De Meander en 750 leerlingen voor het ACG.

6.1.4. Beheer

De afgelopen beleidsperiode is er veel gedaan aan de professionalisering en stroomlijning van het

beheer binnen de school. Er is de nodige aandacht voor verdere deskundigheidsbevordering van de

medewerkers. Naast de kwaliteitsverbetering van de aanwezige voorzieningen en geboden diensten

zal er aandacht te zijn voor het verder benutten van de kansen die schaalvoordelen bieden.

12 BYOD staat voor Bring Your Own Device.

toetsingscriterium / resultaat geïmplementeerd/gereed

1 Er is sprake van een meerjaren investeringsbegroting. Punt van blijvende aandacht

2 In deze beleidsperiode wordt naar het volgende financiële kader

gestreefd:

- over de periode 2014-2019 is er sprake van een gemiddeld

sluitende exploitatie in relatie tot de structurele kosten;

- De school kan zonder structurele hulp van de Stichting

Carmelcollege voortbestaan

2017 - 2019

3 De liquiditeitspositie van de school is voldoende. Dit uit zich in een

current ratio van 1,0.

2019

Page 23: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

23

toetsingscriterium / resultaat geïmplementeerd/gereed

1 Er is sprake van een efficiënt inkoop-, contract- en

licentiemanagement.

Punt van blijvende aandacht

6.1.5 Leermiddelen De ontwikkelingen op het gebied van de leermiddelen, met name het gebruik van digitale leerbronnen,

dat steeds belangrijker wordt en het feit dat de overheid een limiet stelt aan de kosten van

leermiddelen voor ouders, zorgen dat in de komende beleidsperiode er de nodige aandacht besteed

moet worden aan het managen van de leermiddelen. De leermiddelen zullen zowel qua kosten als qua

inhoud beheerd dienen te worden om binnen de door de overheid aangegeven kaders te blijven. Hierbij

zal sprake dienen te zijn van kostenbeheersing door efficiencyverbetering, boekenlijstmanagement,

schaalvoordelen binnen SCC in het kader van de Europese aanbesteding en de mogelijkheden die de

verdere digitalisering van het leermiddelenpakket (website i.p.v. werkboek) biedt. Hierbij is een

transparant beleid betreffende de samenstelling van het leermiddelenpakket een voorwaarde.

Doorberekening van de kosten voor leermiddelen aan de ouders/verzorgers kan slechts plaatsvinden

voor de tto- en theaterklassen, aangezien het hier diensten betreft die niet tot het standaard aanbod

van een VO-school behoren. Hiertoe wordt op collegeniveau de prijs voor het leermiddelenpakket

vastgesteld.

toetsingscriterium / resultaat geïmplementeerd/gereed

in

1 De kosten van het leermiddelenpakket mogen collegebreed

gemiddeld niet uitkomen boven de door het Rijk gestelde kaders.

2015

2 Er is een transparant beleid aangaande de doorberekening van de

kosten aan de ouders/verzorgers van leerlingen van de tto- en

theaterklassen.

Punt van blijvende aandacht

7). ICT

Visie

ICT is binnen het Carmelcollege Gouda geen doel op zich, maar wel een absolute vereiste als

randvoorwaarde in het onderwijs van de 21e eeuw. De nadruk ligt op ‘het leren’ en ICT speelt hierin

een verrijkende en ondersteunende rol. Het Carmelcollege Gouda wil graag ICT-rijk onderwijs

aanbieden en staat daarom open voor nieuwe ontwikkelingen op dit gebied. Met behulp van ICT-

toepassingen is kennis beschikbaar op elk moment, op elke plaats en vaak in elke gewenste vorm.

Door het werken met ICT kan op maat gesneden onderwijs vorm krijgen, waarin individualisering en

differentiatie specifieke kenmerken zijn. ICT ondersteunt het leerproces van leerlingen en verrijkt de

didactische mogelijkheden, maakt met behulp van simulaties authentiek leren mogelijk. ICT kan als

leermiddel worden ingezet om instructie en informatieoverdracht te realiseren. Het is tegelijkertijd een

instrument om leerlingen meer zelfstandig in hun eigen tempo te laten werken. Een zeer belangrijke

voorwaarde om het bovenstaande te verwezenlijken is het (verder) ontwikkelen van de

‘informatiegeletterdheid’ bij leerlingen en medewerkers. Omdat niet zomaar verondersteld mag worden

dat leerlingen over de juiste digitale onderzoeksvaardigheden en vaardigheden op het gebied van

informatieverwerking beschikken, dient dit een blijvende plaats te krijgen in de (ICT-)didactiek van

docenten.

Het Carmelcollege Gouda verwacht van de docenten dat zij ook op ICT-gebied vakbekwaam zijn en

gericht het leerproces voor hun leerlingen ontwerpen. Hierbij dient zo veel mogelijk gebruik gemaakt te

Page 24: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

24

worden van nieuwe media. Denk hierbij aan het gebruik van digitale schoolborden, digitale portfolio’s,

educatieve software en een elektronische leeromgeving. Er is immers veel in deze nieuwe media

geïnvesteerd. Een vervolgstap naar ‘iPad’-klassen kan worden gemaakt, wanneer met een uitgewerkt

onderwijsplan een team binnen het Carmelcollege Gouda heeft aangetoond dat deze werkwijze

bijdraagt aan het bereiken van de onderwijsdoelstellingen. Hierbij moet duidelijk zijn hoe nieuwe

media planmatig ingepast worden in de lessen. De implementatie van nieuwe media vindt in principe

via de teams plaats.

Binnen de school kan ICT een belangrijke rol spelen bij de internationalisering van het onderwijs, bij

individuele begeleiding van leerlingen en bij het ontwikkelen van projecten en leerarrangementen. Op

administratief gebied faciliteert ICT het digitaal leerlingvolgsysteem SOM. Dit legt niet alleen gegevens

en prestaties van leerlingen vast, maar geeft ook ruimte aan ouders om via een ‘portal’ de

ontwikkeling van hun kind te volgen.

Daarnaast kan ICT een rol spelen bij het onderwijs ‘anders’ organiseren, waarbij de inzet van

docenten specifieker en mogelijk efficiënter kan plaatsvinden. Door een groter gebruik van ICT

ontstaat tevens ruimte om docenten en onderwijsassistenten voor andere onderwijstaken in te zetten.

Het ICT-investerings- en activiteitenplan maakt inzichtelijk hoe het Carmelcollege Gouda op termijn de

gewenste situatie wil bereiken.

ICT Missie

Het Carmelcollege Gouda verzorgt voor de leerlingen en medewerkers een betrouwbare en kwalitatief

hoogwaardige ICT-omgeving zodat dit voor de gebruikers net zo vanzelfsprekend is als het gebruik

van gas, water en licht. Binnen het Carmelcollege Gouda is ICT een belangrijk onderdeel van de

leeromgeving.

Kennisnet ICT op school

Het Carmelcollege Gouda wil graag ICT-rijk onderwijs aanbieden en staat open voor nieuwe

ontwikkelingen op ICT-gebied. Binnen het Carmelcollege Gouda zijn Kennisnet Ambassadeurs

aanwezig. Via de Kennisnet Ambassadeurs wordt het Carmelcollege Gouda op de hoogte gesteld van

de nieuwste ontwikkelingen. Daarnaast kan het Carmelcollege Gouda via deze Ambassadeurs

deelnemen aan projecten die gefinancierd worden vanuit overheidssubsidies. Kennisnet ICT biedt op

school regelmatig aansprekende, vernieuwende projecten aan binnen het voortgezet onderwijs die

goed toepasbaar zijn binnen het Carmelcollege Gouda.

toetsingscriterium / resultaat geïmplementeerd/gereed

in

1 Het Carmelcollege Gouda onderzoekt in hoeverre iPad-klassen

bijdragen tot het bereiken van de onderwijskundige en

organisatorische doelstellingen.

Start iPad-klassen vanaf

2014-2015

2 Het Carmelcollege Gouda bevordert de deskundigheid op het

gebied van ICT-vaardigheden. Alle medewerkers zijn in principe

vaardig m.b.t. de reguliere Microsoft pakketten, een elo en het

leerlingvolgsysteem SOM. Alle docenten integreren

‘informatiegeletterdheid’ in hun lessen

Punt van blijvende aandacht

3 Jaarlijks wordt het CCG-ICT-investeringsplan geactualiseerd 2014-2019

4 Op termijn zal 40% van de lessen dienen te bestaan uit ICT-

gerelateerd materiaal

2017

Page 25: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

25

5 Onderzocht moet worden hoe de financiering en de

eigendomsverhoudingen binnen het kader van BYOD voor het CCG

worden geregeld

2014

8). Communicatie

Communicatie is een continu cyclisch proces van zenden, ontvangen, reageren, bijstellen, opnieuw

zenden, opnieuw ontvangen, enz. Communicatie is geen doel op zich, maar ondersteunt het

realiseren van doelen van de school, waarbij we ons telkens dienen te realiseren dat het de ontvanger

is die bepaalt wat de betekenis van onze communicatie is.

Interne communicatie

Een belangrijk deel van de communicatie binnen en rond het Carmelcollege Gouda loopt via de lijnen

van de teamorganisatie. Vanuit het directieoverleg communiceren de locatiedirecteuren met hun

teamleiders. Zowel de locatiedirecteuren als de teamleiders bekleden in de communicatie dus een

belangrijke scharnierfunctie om informatie en uitleg te verschaffen aan de medewerkers. De

verantwoordelijkheid voor een tijdige en inhoudelijk juiste communicatie ligt primair bij de

bovengenoemde lijnverantwoordelijke functionarissen (= brengen). We verwachten echter ook dat

medewerkers zich op de hoogte stellen van informatie (= halen) en wegen zoeken tot communicatie

met hun direct leidinggevende. Aangezien veel communicatie niet meer via ‘papier’, maar met behulp

van e-mail en de website plaatsvindt, verwachten we van medewerkers dat zij elke dag hun mail lezen

en regelmatig de website raadplegen.

Alle locaties onderhouden de communicatie met de leerlingen, ouders en medewerkers via periodieke

informatiebulletins die bij voorkeur via de elektronische weg verstrekt worden. Daarnaast

communiceren we via klankbordgroepen en ouder- en personeelsraden.

Externe communicatie

De persoonlijke contacten tussen de locaties en het basisonderwijs zijn voor onze school van

onschatbare waarde. Er zal veel tijd en energie gestoken moeten worden in het herstel en behoud van

goede en hartelijke betrekkingen met directeuren en leerkrachten groep 8 van de basisscholen. Om

als Carmelcollege Gouda marktaandeel te behouden en te vergroten dient ook de komende

beleidsperiode een assertief communicatie- en marketingbeleid te worden gevoerd. Het Carmelcollege

Gouda laat zich in de uitvoering van dat beleid ondersteunen door professionele marktpartijen die de

regio en de weg naar de media goed kennen. Collegebrede en locatiespecifieke activiteiten worden

gecommuniceerd met de regionale pers.

Daarnaast zal de uitstraling van ons college in lijn moeten worden gebracht met onze ‘merkbelofte’.

Ondersteunend aan de uitstraling van ons college zal meer aandacht dienen te worden besteed aan

het consequent toepassen van de huisstijl. De locatiedirecteuren zijn hiertoe de eerst

verantwoordelijken.

Informatie vanuit de ‘omgeving’ wordt structureel en op professionele wijze vergaard. Markt- en imago-

onderzoeken zijn hiertoe middelen.

toetsingscriterium / resultaat gereed in

1 Locatiedirecteur en relevante teamleider(s), dan wel

medewerkers bezoeken jaarlijks de basisscholen die

regelmatig leerlingen aan onze locaties leveren.

Punt van

blijvende

aandacht

2 Elke locatie beschikt over een jaar-activiteitenplan t.a.v. van

informatieverstrekking en leerlingwerving.

Jaarlijks

Page 26: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

26

De beleidslijnen uit dit schoolplan worden uitgewerkt in tweejaarlijkse

‘locatiebeleidsplannen’ en in jaarlijkse ‘teamactiviteitenplannen’.

3 Elke locatiedirecteur verstrekt periodiek informatie aan

leerlingen, ouders en medewerkers (b.v.k. via de mail).

Punt van

blijvende

aandacht

4 De rector informeert medewerkers in principe maandelijks via

de digitale ‘nieuwsbrief van de rector’.

Punt van

blijvende

aandacht

5 Driejaarlijks vindt een marktonderzoek plaats. 2014 en 2017

6 Medewerkers van het Carmelcollege Gouda die relaties

onderhouden met externe doelgroepen, zijn getraind op

communicatiegebied.

Punt van

blijvende

aandacht

7 Het Carmelcollege Gouda kent een professionele en

samenhangende website.

Punt van

blijvende

aandacht

8 Elke locatie zorgt voor het ‘vers’ houden van de informatie op

de website.

Punt van

blijvende

aandacht

9 Alle schriftelijke communicatie, zowel intern als extern en

zowel in ‘hardcopy’ als via e-mail, social media e.d. vindt plaats

in de huisstijl

Punt van

blijvende

aandacht

Page 27: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

27

9). Het Antoniuscollege Het Antoniuscollege is een VWO(atheneum en gymnasium)/Havo scholengemeenschap met twee ijzersterke onderwijsconcepten: Tweetalig Onderwijs (TTO) en Technasium. Deze onderwijsconcepten zijn de kern van ons Totaal Onderwijs.

Waarom Totaal Onderwijs? Wij leven in een sterk veranderende samenleving waar technologie grote stappen heeft gemaakt en waar creativiteit in onderzoek en ontwerpen centraal staat. Een samenleving waarbij alleen door samen te werken duurzame resultaten kunnen worden bereikt. Waar we steeds internationaler gaan denken en doen. Waar de kennis van vandaag niet meer genoeg is voor de toekomst van morgen. Waar kennen en kunnen centraal staan. Dit is de wereld waarin onze school haar rol pakt: door Totaal Onderwijs te bieden. Door leerlingen van jongs af aan de link te laten leggen tussen kennis en de echte wereld. Door veel aandacht te geven aan excellent onderwijs, slagen met hoge cijfers en een hoge prioriteit te geven aan sociale vaardigheden, internationalisering en cultuur. Wij zoeken leerlingen die nieuwsgierig en leergierig zijn, die initiatief nemen. Door samen te werken, te leren vragen en onderzoeken kunnen zij de verworven kennis toepassen en samenhangen leren zien. Het echte werk. Daarom vragen wij van onze docenten dat zij de leerlingen inspireren en stimuleren. Een persoonlijke aanpak en benadering staat hierbij centraal.

Hoe doen wij dat? Leerlingen volgen het vwo- of havoprogramma. Daarnaast kan de leerling kiezen voor één van de onderwijsconcepten van het Antoniuscollege: TTO of Technasium. Leerlingen starten in de brugklas met TTO of ze maken kennis met het Technasium in de vorm van het vak O&O (Onderzoek en Ontwerpen). Een leerling kan er na de brugperiode voor kiezen het Technasium te volgen en dan komt het accent te liggen op opdrachten in de bèta-sfeer. Na het derde leerjaar ronden zowel het TTO als het Technasium het onderbouwtraject af met een certificaat. TTO-leerlingen werken daarna aan hun Cambridge-certificaat of het International Baccalaureaat English. Technasiumleerlingen kunnen in de bovenbouw het examenvak O&O volgen. Kiest een leerling niet voor TTO of Technasium dan volgt hij/zij na de brugklas de reguliere vwo- of havo route. TTO en Technasium bieden de leerlingen een unieke kans om tijdens de vwo- of havo-opleiding te ontdekken waar hun passie ligt en zich te ontwikkelen op een vlak waar hun kracht en interesse ligt.

Wat houden TTO en Technasium in? Tweetalig Onderwijs biedt de vwo- en havoleerling die meer in zijn mars heeft en talig is aangelegd een unieke kans de helft van de lessen in de leidende wereldtaal Engels te volgen. Dit geeft een enorme voorsprong bij de overstap naar HBO en Universiteit. Mochten u en uw kind een gymnasium-opleiding overwegen dan is de combinatie met TTO een extra uitdaging: de oude en nieuwe wereldtaal worden zo gecombineerd! Technasium biedt vwo- en havoleerlingen met interesse in technologie een uitgelezen mogelijkheid zich in die richting te ontwikkelen. Het stimuleren van onderwijs in de technische richting is een belangrijk speerpunt in onze samenleving. De regering heeft dit doortastend opgepakt: vanaf 2017 wil de regering dat alle basisscholen het vak techniek verplicht gaan aanbieden. Zo hoopt de overheid de Nederlandse economie het gekwalificeerde personeel te kunnen garanderen dat we als land zo hard nodig hebben. Ons aanbod is uniek in Gouda. We zijn ervan overtuigd dat juist Totaal Onderwijs de leerling de

bagage geeft die een succesvolle vervolgcarrière in het hoger of wetenschappelijk onderwijs mogelijk

maakt.

Page 28: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

28

Het Antoniuscollege werkt met de volgende merkwaarden waar wij als docententeam voor staan:

Wij zijn Resultaatgericht

Wij stralen Kracht uit

Je kunt hier Jezelf zijn (maar niet doen wat je wilt)

Wij stimuleren een Grensverleggende attitude Wij leiden onze leerlingen op voor een toekomst die we nog niet kennen. Daarbij past een internationale oriëntatie en het aanbrengen van competenties die in het vak Onderzoek en Ontwerpen door de leerling worden ontwikkeld.

Kortom: Op het Antonius gaan we een stap verder, we bieden een totaalconcept aan. We zijn er trots

op dat we onze leerlingen Totaal onderwijs kunnen bieden. Internationale oriëntatie, Technasium,

tweetalig onderwijs en veel aandacht voor kunst en cultuur omdat leren meer is dan alleen kennis.

Voor ons staat de blik naar buiten centraal. Met TTO, Technasium en aandacht voor cultuur bieden wij

de leerlingen zo een uitdagend pakket aan waarbij een persoonlijke aanpak het uitgangspunt is.

Page 29: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

29

10). De Meander

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe op De Meander de missie en de visie van het Carmelcollege

Gouda vorm krijgt. Eerst wordt de eigen visie van De Meander beschreven en vervolgens wordt

beschreven aan welke zaken in de komende 4 jaren wordt gewerkt om die visie te concretiseren.

Visie van De Meander

De wereld verandert in een sneller tempo dan we voor mogelijk hielden. Het onderwijs kan dat tempo

amper bijhouden. We leiden nog leerlingen op voor banen die eigenlijk al niet meer bestaan. We leven

in een nieuwe wereld, maar veel zekerheden uit het onderwijs komen nog uit de oude wereld. Dus

leveren we jonge mensen af die geschoold zijn voor de wereld van gisteren, niet die van morgen. We

leven in een tijd waar kennis overal beschikbaar is en uitermate snel veroudert. Een deel van onze

kinderen gaat straks een beroep uitoefenen dat vandaag nog niet bestaat.

Het is onze taak leerlingen klaar te maken voor het echte leven, de nieuwe maatschappij. Het is onze

taak mee te ontwikkelen met de tijdgeest, de vinger aan de pols te houden van die nieuwe

samenleving. Het is ook onze zorg om gelukkige mensen in onze school te herbergen. Kinderen tot

ontwikkeling te brengen. Zelfvertrouwen mee te geven. Universele waarden aan te leren, waardoor

levensgeluk niet alleen wordt bepaald door economisch succes. Kinderen moeten zin hebben om te

leren, te onderzoeken, te ontdekken. Het is onze opdracht om ze te laten inzien dat ze allemaal een

waardevolle bijdrage aan de maatschappij kunnen leveren. Dat samenwerken, co-existentie, altijd al

de mens vooruit heeft geholpen. Alleen is de weg moeilijk, als collectief gaat het een stuk makkelijker

en beter.

Ouders zijn een essentiële schakel tussen de school en thuis. Wij zijn partners van elkaar die niet

alleen kennis delen, maar ook van elkaars inzichten en ervaringen leren.

Wij geloven op onze school in de juiste balans tussen de zachte en harde waarden. De balans tussen

ratio en emotie. Economische waarde creatie versus intellectuele, sociale en spirituele waarde creatie.

Dat is de nieuwe wereld, waar je bent uitgerust om op verschillende vlakken gelukkig te zijn, en

succesvol. Oude scholen leiden alleen op voor een carrière, een baan. Nieuwe scholen leiden op voor

het leven. De Meander is zo’n nieuwe school.

Wij geloven dat we leerlingen kunnen laten groeien op het gebied van emotie: hoe groei ik als mens?

Hoe word ik gelukkig en maak ik de wereld om me heen gelukkig? Hoe pak ik m’n

verantwoordelijkheden? En we geloven dat we leerlingen kunnen laten groeien op het gebied van

ratio: hoe ben ik optimaal voorbereid voor het mbo of een echte baan in deze nieuwe tijd?

Wij geloven dat wij de leerlingen zoveel waarden kunnen bijbrengen, hen zoveel uit de 'real world'

kunnen leren, dat zij als het ware extra kracht, een extra batterij meekrijgen op de Meander.

De Meander is ‘een school met power’! Met waarden die ergens voor staan.

Maar we laten ook ‘power’ zien richting bedrijven, stages, gastsprekers, workshops, demonstraties,

ontdekkingen. Op onze Powerschool geven we de juiste begeleiding naar de baan van je dromen, je

toekomst. De leerling wordt als het ware ‘powered by’ De Meander.

Die groei in kwaliteit, die extra power die we leerlingen meegeven, splitsen we in twee

aandachtsvelden:

Page 30: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

30

Power in EMOTIE

De Meander wil kinderen zichzelf leren kennen, zelfstandigheid stimuleren, bewust van zichzelf en

met zelfvertrouwen de wereld tegemoet doen treden. We willen de eigenwaarde van de leerling

vergroten en ze boven zichzelf uit laten stijgen, ze trots geven. De Meander stoomt haar leerlingen

klaar voor een evenwichtig sociaal leven met de school als veilige thuishaven. Onze leerlingen worden

opgeleid om in harmonie samen te leven met alle culturen om hen heen, een waardevolle bijdrage te

leveren aan de maatschappij en hiervoor verantwoordelijkheden te pakken. Deze normen en waarden

helpen ze niet alleen te groeien als leerling, maar ook als mens.

Power in RATIO

De Meander biedt kwaliteitsonderwijs dat altijd in ontwikkeling is. De school is de schakel tussen

onderwijs en bedrijfsleven, levert kwalitatief sterke vmbo’ers af die aan de slag gaan in het

bedrijfsleven, in Gouda of elders. Door stages bij en gastcolleges van het regionale bedrijfsleven,

geeft De Meander het contextrijke onderwijs waar de leerlingen behoefte aan hebben: excellent

praktijkgericht onderwijs waarmee leerlingen worden opgeleid voor een vak met een toekomst. Door

heldere afspraken te maken met de leerlingen en onze docenten geeft de school duidelijkheid en

structuur. De Meander laat het praktijkgerichte onderwijs optimaal aansluiten bij het MBO en de

behoeften van het bedrijfsleven, zodat goed opgeleide leerlingen op de juiste plek terechtkomen. Dat

vraagt voortdurende aandacht, want de veranderingen op de arbeidsmarkt gaan razend snel.

Hedendaagse verschijnselen als globalisering en digitalisering stellen steeds nieuwe eisen aan

(toekomstige) werknemers.

Speerpunten

Om deze visie waar te maken wordt in de komende jaren gewerkt aan de volgende onderwerpen:

1. Invoeren Vakcollege 2. Versterken van een beroepsgerichte mavo 3. De internationale schakelklas 4. Opbrengstgericht werken 5. Verbeteren van de leerlingenzorg 6. Versterken kwaliteit van medewerkers

1). Invoeren Vakcollege Overwegingen:

Omdat het concept goed aansluit bij de visie van De Meander, ontwikkelt de school zich de komende

jaren tot een Vakcollege.

Door onder andere veel praktijklessen en een nauwe samenwerking met werkgevers, werkt het

Vakcollege aan het startklaar maken van een nieuwe generatie vakmensen. Vakmensen waar het

bedrijfsleven om zit te springen. Er zijn twee Vakcolleges: het Vakcollege Techniek en het Vakcollege

Mens & Dienstverlenen.

Praktijkgericht

Omdat veel jongeren graag leren door praktisch bezig te zijn, ligt bij het Vakcollege de nadruk op het

doen. Wie kiest voor Vakcollege Techniek of Vakcollege Mens & Dienstverlenen, kiest voor een

opleiding met heel veel praktijk op school en stages bij bedrijven. Al vanaf het eerste jaar krijgen

leerlingen circa tien uur praktijkles per week.

Vmbo en mbo in één

Door de zesjarige leerroute worden vmbo en mbo samengevoegd tot één opleiding, zodat de stap van

het vmbo naadloos overgaat in het mbo. Na afronding van het Vakcollege zijn leerlingen

klaargestoomd voor een beroep op mbo-niveau 2 en/of 3 in de techniek. Vakcollege Mens &

Dienstverlenen is een 6- of 7-jarige vmbo- en mbo-opleiding in één op niveau 2, 3 of 4, afhankelijk van

het niveau van de leerling en van de gekozen mbo-route.

Page 31: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

31

Vakcollege Techniek is er voor jongens en meiden die een technisch beroep willen kiezen; het

Vakcollege Mens & Dienstverlenen is er voor leerlingen met vmbo-advies die later een beroep willen

waarin werken met mensen centraal staat. Door een brede oriëntatie en veel praktijklessen in leerjaar

1 en 2 ontdekken leerlingen waar hun talenten en belangstelling liggen. Vanaf leerjaar 3 kiezen ze

uiteindelijk de richting die het beste bij hen past en waar in de regio voldoende werkgelegenheid voor

is.

Leerlingen met een basis- en kaderadvies kiezen meteen voor Techniek of Mens & Dienstverlenen. In

het eerste jaar kan nog overgestapt worden. Aan het einde van het eerste jaar worden het Vakcollege

en de leerweg bepaald. Dat betekent ook dat kaderleerlingen nog kunnen overstappen naar de mavo

en dat leerlingen uit de mavoklas in kunnen stromen in het Vakcollege. In het tweede jaar wordt

gestart met het PTA.

Samenwerking met mbo

Het zal duidelijk zijn dat de complete Vakcollege-leerlijnen samengesteld worden in samenwerking

met een mbo, in ons geval met het ID-College. Daar heeft men enthousiast gereageerd op ons

voornemen. Met het ID-College spreken we af welke mbo-opleidingen binnen het Vakcollege worden

aangeboden. Leerlingen die na het behalen van 4 jaar het vmbo-diploma hebben behaald en een

andere opleiding willen volgen, hebben daar de mogelijkheid toe. In de komende jaren zal die

samenwerking verder vorm krijgen en vastgelegd worden in een overeenkomst.

Implementatie

In de school zijn een stuurgroep (MT), een ontwikkelgroep en twee werkgroepen gevormd die zorgen

voor de implementatie. De school ontvangt hierbij begeleiding en ondersteuning van de Vakcollege

Groep, de organisatie die voor de kwaliteit zorgt van de scholen die het aanbieden. Vakcollege Groep

is verantwoordelijk voor de borging van de uniciteit, exclusiviteit en kwaliteit van de Vakcolleges.

Vakcollege Groep heeft, onder leiding van de algemeen directeur, intensief contact met de

scholenraad. De scholenraad behartigt de belangen van de formule vanuit de Vakcolleges in de

verschillende regio’s. In de scholenraad hebben 6 directeuren / bestuurders van aangesloten scholen

zitting.

Personeel

De schoolleiding voorziet geen problemen ten aanzien van de personele bezetting bij de invoering van

het Vakcollege. Er zullen in de toekomst meer praktijkdocenten nodig zijn voor alle sectoren en iets

minder avo-docenten. Omdat de invoer geleidelijk gaat, zal dat met natuurlijk verloop opgevangen

kunnen worden. Gestreefd wordt naar inzet van gekwalificeerde onderwijsassistenten bij de vakroute-

uren, waardoor minder docenten nodig zijn.

Onderscheidend

Als Vakcollege biedt De Meander praktijkgericht onderwijs aan dat goed aansluit bij onze leerlingen en

bij de arbeidsbehoefte in de regio. Wij onderscheiden ons daarmee van de andere vmbo’s in Gouda

en de regio. De directie verwacht dan ook dat meer leerlingen met een vmbo-advies zullen kiezen

voor een Vakcollege en dus voor De Meander.

Beschermde formule

Met het betalen van de vergoeding voor het Vakcollege kan er binnen een straal van 20 kilometer

geen ander Vakcollege worden gevestigd, dan met toestemming van de eerste gebruiker.

Doelen die met het Vakcollege worden bereikt

De Meander realiseert een breed en veelzijdig onderwijsaanbod met maatwerk voor de leerling als uitgangspunt;

De Meander laat leerlingen optimaal gekwalificeerd de school verlaten;

De Meander staat open in de samenleving en werkt samen met organisaties buiten de school;

De Meander stelt pedagogiek boven didactiek

Page 32: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

32

Leerlingen die De Meander verlaten:

Zijn optimaal gekwalificeerd binnen hun mogelijkheden;

Vertonen verantwoordelijkheidsgevoel en zelfsturing;

Kunnen een positief kritische en dienstbare bijdrage leveren aan de maatschappij;

Kunnen en durven keuzes te maken;

Kunnen omgaan met moderne technologische hulpmiddelen;

Hebben een realistisch beeld van de mogelijkheden in het vervolgonderwijs;

Kunnen reflecteren op eigen handelen;

Kunnen goed en respectvol met anderen samenwerken

Op De Meander gaat pedagogiek boven didactiek;

Op De Meander worden leerlingen opgevoed tot het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces;

De Meander zorgt voor een krachtige, contextrijke leeromgeving.

toetsingscriterium / resultaat gereed/geïmplementeerd

in

1 Lessentabel is ontwikkeld Jaarlijks t/m 2017

2 Docenten professionaliseren m.b.t. werken met lesbrieven 2015

3 Ontwikkelen lesbrieven Jaarlijks t/m 2017

4 Docenten professionaliseren m.b.t. maatwerk kunnen toepassen

voor individuele kinderen

2016

5 PTA ontwikkelen 2015

6 Samenwerkingsovereenkomst met mbo sluiten 2014

7 Afspraken maken met bedrijven over gastlessen en stages 2014 e.v.

8 De inhoud van de lesbrieven is afgestemd op de vernieuwde

examens in het vmbo.

2015

9 Inzet meer onderwijsassistenten i.p.v. docenten bij vakroute-uren Vanaf 2015

Page 33: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

33

2). Versterken van een beroepsgerichte mavo

Naast het Vakcollege biedt De Meander een beroepsgerichte mavo aan. Dat wil zeggen dat kinderen

op onze mavo behalve theoretisch ook praktisch bezig zijn. In de 1e en 2

e klas staan techniek en

koken op het lesrooster. In de 3e klas wordt Technologie aangeboden. Het programma Technologie is

een brede oriëntatie op de sectoren Techniek, Zorg & Welzijn en Economie. Door de pedagogisch-

didactische aanpak (probleemgestuurd onderwijs dat uitgaat van casussen, waarbij leerlingen moeten

samenwerken, zelfstandig leren, onderzoeken en ontdekken) sluit de werkwijze goed aan bij de

werkwijze in het mbo. Het programma wordt aangeboden in een eigentijdse en uitdagende

leeromgeving.

De mavo leidt op voor:

- mbo - doorstroom naar het havo

Uitgangspunten bij de opzet van de mavo:

1. De theorievakken op orde 2. Loopbaanoriëntatie en -begeleiding/talentontwikkeling 3. Aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling

1. De theorievakken op orde betekent: alle vakken tenminste voldoende. a. Nederlands, Engels en wiskunde verplicht b. Maatschappijleer, ckv, levensbeschouwing en lichamelijke opvoeding zijn verplicht c. Duits als tweede vreemde taal in 2

e klas voor alle leerlingen op de mavo.

d. Bij Engels en Duits geldt het Europees Referentiekader voor moderne vreemde talen als leidraad.

e. Alle drie praktijkgerichte theorievakken (economie vanaf leerjaar 2, natuurkunde vanaf leerjaar 2, biologie vanaf leerjaar 1) t/m klas 3.

f. Sector-gerelateerd vakkenpakket (= keuze praktijkgericht theorievak) in klas 4. g. Geschiedenis en Duits zijn het 5

e en 6

e examenvak in klas 3 en 4 (wanneer er

voldoende ruimte in formatie is, zullen meer vakken als keuzevak kunnen worden aangeboden.)

2. Loopbaanbegeleiding/talentontwikkeling. We bereiden de leerlingen voor op een loopbaan in de maatschappij. Voor leerlingen is het

daarom belangrijk te weten wat hun talenten zijn en dat zij de gelegenheid krijgen die onder

begeleiding te ontwikkelen. Zij kiezen bewust voor een sector. Met onderstaande middelen

begeleiden we de leerlingen bij die keuze en geven we gelegenheid om te ontdekken waar

hun kwaliteiten liggen:

a. Praktische vakken: techniek en koken in klas 1 + 2 b. Specials in klas 1 + 2 c. Mentorbegeleidingsgesprekken in klas 1 + 2 d. Technologie (gemengd en theoretisch) in klas 3 + 4 e. POP-gesprekken (alle leerwegen) in klas 3 + 4

Voor de loopbaanontwikkeling is het nodig dat leerlingen zich praktisch oriënteren in de

sectoren, maar ze moeten ook begeleid worden. De mentor speelt daarbij in de onderbouw

een belangrijke rol. In de bovenbouw worden POP-gesprekken gevoerd. Om de kwaliteit van

de LOB te verbeteren worden docenten geschoold in het voeren van mentorbegeleidings- en

POP-gesprekken. De leerlingen van de theoretische leerweg kiezen aan het eind van de 3e

klas een sector. Als voorbereiding daarop maken leerlingen kennis met alle drie de sectoren

door middel van het programma Technologie.

Page 34: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

34

Technologie

In het intersectorale programma Technologie werken de leerlingen in groepen aan casussen

die relaties hebben met de sectoren Techniek, Economie en Zorg & Welzijn; hiervoor bestaat

een digitale leeromgeving, maar de docent kan ook zelf projecten ontwikkelen. De leerlingen

werken in een lokaal in 6-tallen en maken voor het uitvoeren van praktische sectorgerichte

opdrachten gebruik van de voorzieningen in de praktijklokalen. Technologie wordt gegeven in

klas 3 en 4. In de 3e klas maken alle leerlingen opdrachten uit alle sectoren. In de 4

e klas

richten de opdrachten zich op de gekozen sector. Met de invoering van het Vakcollege voor

de basis- en kaderleerlingen wordt aan het einde van het eerste leerjaar de definitieve leerweg

van de kinderen bepaald. Dat geeft mogelijkheden om al in het tweede leerjaar met

Technologie te beginnen.

Gemengde leerweg

Leerlingen doen examen in 6 theorievakken, t.w. Nederlands, Engels, wiskunde, Duits en

geschiedenis + het sectorgerichte theorievak (economie, natuur- en scheikunde of biologie) +

Technologie. Wanneer ze slagen behalen zij een vmbo-t+ diploma. De mogelijkheid bestaat

om (na het examen) een theorievak te laten vallen; de leerling behaalt dan een vmbo-g

diploma. Wanneer de leerling Technologie laat vallen, kan een regulier vmbo-t diploma

worden behaald.

3. Aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Het welzijn van leerlingen is van groot belang. Aandacht hiervoor is verweven in het onderwijs

dat we op De Meander geven. Docenten zorgen voor een goed pedagogisch klimaat tijdens

de lessen. Daarnaast staan in de lessen levensbeschouwing (oriëntatie op normen en

waarden in de maatschappij) en het mentoruur de persoonlijke ontwikkeling en het welzijn van

leerlingen voorop. In de 1e en 2

e klas krijgen alle leerlingen Rots & Water

(weerbaarheidstraining). Het voeren van goede mentorbegeleidingsgesprekken is daarvoor

ook heel belangrijk.

Aansluiting met mbo en havo

Met het ID-College wordt samengewerkt om meer leerlingen in een technische loopbaan te

krijgen. Een werkgroep zal in de komende tijd met het ID-College die samenwerking vorm

geven.

Om leerlingen te kunnen laten doorstromen naar het havo is er met het Antoniuscollege

gewerkt aan afstemming (vakkenpakket en niveau van resultaten).

toetsingscriterium / resultaat gereed/geïmplementeerd

in

1 Alle mavo-4-leerlingen slagen voor het diploma vmbo-t of –g. Elk jaar

2 Protocol maken over aansluiting mavo–havo 2014

3 Technologie starten in leerjaar 3 2014-2015

4 Afstemming doorlopende leerlijn mavo–havo ACG jaarlijks

Page 35: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

35

3). Opbrengstgericht werken Hoewel De Meander de laatste jaren een hoog slagingspercentage heeft (rond 95%), zijn de

gemiddelde cijfers voor het CE nog onder het landelijk gemiddelde. Om daarin verandering te brengen

worden activiteiten in de school ontwikkeld, gericht op verbetering van de leerresultaten (opbrengsten)

van alle leerlingen. Opbrengstgericht werken is het systematisch en doelgericht werken aan het

maximaliseren van de onderwijsprestaties waarbij schoolleiding, docenten en leerlingen zich laten

sturen door de uitkomsten van verschillende prestatiemetingen op basis waarvan gericht actie wordt

ondernomen om doelstellingen en activiteiten aan te passen.

Uit deze definitie komen vijf kenmerken van OGW naar voren:

1. Maximaliseren van onderwijsprestaties: het eerste kenmerk is dat alle betrokkenen in de school hoge(re) verwachtingen hebben ten aanzien van de prestaties van de leerlingen en die verwachtingen ook concretiseren in daden. Immers, het gaat er om door OGW het beste uit de leerling te halen.

2. Doelgericht werken: het tweede kenmerk is dat alle betrokkenen in de school samen werken aan het realiseren van uitdagende, concrete en meetbare doelen. Explicitering van de doelen leidt ertoe dat de school de activiteiten beter kan richten, wat weer bijdraagt aan betere prestaties. Hiertoe brengt de school eerst de beginsituatie en de gewenste situatie van de leerlingen en van de schoolorganisatie in kaart, om vervolgens te bepalen hoe ze de doelen gaan realiseren.

3. Prestatiemetingen: via het leerlingvolgsysteem en het toets instrumentarium van de school worden de vorderingen van de leerlingen en van de school continu gemeten, gevolgd en geanalyseerd. Het gaat dan zowel om objectieve metingen zoals de Cito-toetsen, als om andere vormen van metingen.

4. Doelstellingen en activiteiten aanpassen: de interpretatie en vertaling van opbrengstgegevens krijgen pas betekenis als deze in relatie staat tot de doelen en het beleid van de school. Aan de hand van de prestatiemetingen kan de school structureel de (tussentijdse) opbrengsten analyseren en indien nodig gericht aanpassingen doorvoeren in het onderwijs. Het gebruik van prestatiemetingen maakt het mogelijk om gefundeerde en meer weloverwogen beslissingen te nemen over de inrichting van het onderwijs.

5. Een systematische aanpak: opbrengstgericht werken gaat hand in hand met een doelgerichte en cyclische kwaliteitszorg. Een systematische aanpak zorgt ervoor dat OGW niet afhankelijk is van individuele initiatieven, maar verankerd is in de kwaliteitszorg van de school. Dit doen we door het invoeren van een vaste cyclus van doelen stellen, meten en bespreken.

Om in de komende jaren meer opbrengstgericht te werken worden in de komende jaren de volgende

activiteiten ondernomen.

Onderdelen 2014 2015 2016

Visie en beleid Het maximaliseren van de

onderwijsprestaties van

onze school is een

belangrijk onderdeel van

onze visie.

De schoolleiding draagt

het belang van een

resultaatgerichte

werkwijze actief uit.

Wij hebben een goede

leerlingenzorg; wij signaleren

zorgleerlingen snel en bieden

gerichte extra zorg op basis

van het geanalyseerde

leerprobleem.

Het meten en analyseren van

de prestaties van de school

vormen een belangrijk

onderdeel van het beleid van

onze school.

Wij hebben beleid,

procedures en

afspraken over het

gebruik van leerling-

resultaten en metingen

vastgelegd.

Wij hebben

uitdagende, concrete

en meetbare

doelen/normen voor

de te bereiken leerling-

resultaten op diverse

momenten.

Page 36: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

36

De schoolleiding heeft

afgesproken welke

gegevens over de

resultaten moeten worden

verzameld op klas-en

schoolniveau

De schoolleiding heeft

afgesproken welke

analyses moeten worden

uitgevoerd op de leerling-

resultaten.

Wij gebruiken de uitkomsten

van de analyses voor het

verbeteren van de dagelijkse

onderwijspraktijk.

Onze school heeft de

doelen en normen

gecommuniceerd met

docenten, ouders en

leerlingen.

Sturing Onze docenten worden

actief betrokken bij de

prestaties van de school,

door bijvoorbeeld

kwaliteitskaarten met ze

te bespreken.

Onze leidinggevenden

hebben structureel

momenten voor evaluatie

en overleg met hun teams

ingepland.

De schoolleiding

communiceert tijdig en

volledig met de

secties/afdelingen over de

interne en externe

informatie die ze over de

schoolresultaten

binnenkrijgt.

Wij hebben de leerling-

resultaten snel en

overzichtelijk zichtbaar.

In de resultaat/

functioneringsgesprekken

staat de analyse van de

leerlingresultaten op de

agenda.

De schoolleiding signaleert

vroegtijdig wanneer de

prestaties van een

sectie/afdeling achterblijven.

Er is sprake van een

planmatige en gerichte

sturing door onze

leidinggevende op het

realiseren van de gewenste

doelen.

Onze leidinggevenden

gebruiken de school- en

leerlingresultaten voor het

aansturen van hun

teams/secties.

De schoolleiding signaleert

vroegtijdig wanneer de

prestaties van een

sectie/afdeling achterblijven.

Wij hebben een vaste,

systematische aanpak

voor doelen stellen,

resultaten meten en

bespreken (PDCA-

cyclus)

Page 37: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

37

Cultuur Op onze school vindt

iedereen het belangrijk

om het maximale uit

leerlingen te halen.

Onze docenten zijn

gemotiveerd om los van

de eigen klas of het eigen

vak te streven naar

afstemming en

samenwerking.

Onze docenten

analyseren samen het

presteren van hun

sectie/afdeling.

Er is bij onze docenten

betrokkenheid bij en

draagvlak voor een meer

prestatiegerichte werkwijze.

Onze docenten geven elkaar

gevraagd en ongevraagd

positieve feedback.

Onze docenten bespreken

onderling en binnen hun

sectie/team de resultaten.

De gesprekken over het

presteren van de

secties/afdelingen zijn gericht

op het samen zoeken naar

oorzaken en mogelijkheden

voor verbetering en

ondersteuning.

Onze school kenmerkt

zich door een veilige

en open

aanspreekcultuur

waarin het ook echt

gestimuleerd en

gewaardeerd wordt om

elkaar feedback te

geven.

Onze school kenmerkt

zich door een

resultaatgerichte

cultuur waarin

informatie door alle

lagen van de school

systematisch wordt

verzameld, verspreid

en geanalyseerd en

waarin gezamenlijk op

basis van deze

analyse,

verbeteracties worden

ondernomen om de

schoolkwaliteit continu

te verbeteren.

Op alle niveaus in

onze school is sprake

van voldoende

zelfreflectie: de

informatie uit metingen

wordt gekoppeld aan

de gestelde doelen en

er worden zelf

consequenties uit

getrokken voor het

eigen handelen.

toetsingscriterium / resultaat gereed/geïmplementeerd

in

1 Ieder jaar wordt gewerkt aan de doelstellingen in bovenstaand

schema.

Punt van blijvende aandacht

2 Adequaat toetssysteem voor alle examenvakken 2015

3 Sectie: elk jaar verbeterplan n.a.v. CE’s Vanaf 2014

4 De scores voor het CE liggen op het landelijk gemiddelde 2015

5 De scores voor het CE liggen boven het landelijk gemiddelde 2017

Page 38: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

38

4). De internationale schakelklas (ISK)

De Meander is de regionale opvang voor anderstalige kinderen tussen 12 en 16 jaar. Het doel is de

kinderen in ongeveer twee jaar Nederlands te leren en vervolgens te ‘schakelen’ naar passend

vervolgonderwijs (voortgezet onderwijs of mbo). De klassen worden deels gevuld met kinderen die als

vluchteling naar Nederland zijn gekomen en deels met kinderen uit andere landen van de Europese

Unie, waarvan de ouders om economische redenen naar Nederland komen. De instroom is

onregelmatig, waardoor het vaak moeilijk is om tijdig voldoende capaciteit beschikbaar te stellen. In

het afgelopen jaar is met het hoofd financiën een model ontwikkeld waarmee op zeer korte termijn

bekeken kan worden of het vormen van een nieuwe groep financieel haalbaar is.

Het team van de ISK is steeds actief om de onderwijsmethoden verder te ontwikkelen. Dit jaar is een

nieuwe digitale lesmethode ingevoerd en er wordt een nieuwe methode gezocht voor analfabete

leerlingen. Verder wordt onderzocht hoe we de kinderen beter kunnen voorbereiden op het

vervolgonderwijs; vaak is de vaardigheid van het leren en zich uitdrukken in het Nederlands niet hoog

genoeg voor het onderwijs wat de leerling qua niveau zou kunnen volgen. Ook wordt het

onderwijsaanbod tegen het licht van het toetsingskader van de onderwijsinspectie gehouden.

toetsingscriterium / resultaat gereed/geïmplementeerd

in

1 Laten voldoen van het onderwijsaanbod aan het toetsingskader

van de onderwijsinspectie.

2014

2 Voor de 90% van de leerlingen goed aansluitend onderwijs 2015

5). Verbeteren van de leerlingenzorg

De wetgeving passend onderwijs schrijft voor dat iedere school/vestiging in het SWV een

ondersteuningsprofiel heeft. Ook voor De Meander is een ondersteuningsprofiel opgesteld. Het

schoolondersteuningsprofiel is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen

die extra ondersteuning nodig hebben. Het ondersteuningsprofiel heeft verschillende functies:

Profilering: welke extra ondersteuning geven de scholen aan leerlingen met extra onderwijs (en zorg) behoeften?

Kwaliteitsfunctie: een sturingsinstrument op kwaliteit

Toelating: een document dat een rol speelt bij de toelating van leerlingen

Communicatiefunctie: intern binnen de school, maar vooral ook naar partner toe, zoals ouders, andere scholen

In het schoolondersteuningsprofiel zijn ook de ambities van De Meander beschreven:

De ambities van de school ten aanzien van het primaire proces (klasniveau) zijn:

Docenten kunnen tijdig signaleren waar een leerling extra ondersteuning bij nodig heeft om de vak-doelstellingen te kunnen behalen. In het kader van opbrengstgericht werken wordt hier in de teams aan gewerkt.

Docenten kunnen handelend optreden naar leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. In het kader van opbrengstgericht werken wordt hier in de teams aan gewerkt.

Versterken van het mentorraat.

Ten aanzien van de ambities om het onderwijs en de ondersteuning op schoolniveau te verbeteren zet

de school de komende jaren in op de volgende onderwerpen/thema’s/punten:

Page 39: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

39

Invoeren van het vakcollege.

Docenten kunnen tijdig signaleren waar een leerling extra ondersteuning bij nodig heeft om de doelstellingen van de school te kunnen behalen.

Hervorming van het ZAT naar een Trojka-model waarbij er een meer directe afstemming van de hulpverlening voor een leerling samen met ouders en betrokken partijen kan worden besproken (directe samenwerking CJG).

toetsingscriterium / resultaat gereed/geïmplementeerd in

1 Mentortraining voor alle docenten (zie ook ‘versterken kwaliteit

medewerkers’)

2015

2 Hervormen ZAT 2015

6). Versterken kwaliteit van medewerkers

Voor het realiseren van onze onderwijskundige doelen zijn goede medewerkers noodzakelijk. Om

gepersonaliseerd onderwijs te kunnen geven worden onderwijsgevenden regelmatig (bij)geschoold

om zich zowel op pedagogisch als didactisch gebied verder te bekwamen.

Versterken mentorschap

Omdat alle docenten op De Meander in principe mentor kunnen zijn, worden alle docenten hierin

getraind. Zoveel mogelijk zullen trainingen om maat worden aangeboden; soms zijn het trainingen

voor alle docenten of een heel team. Onderwerpen die hierbij aan de orde kunnen komen zijn:

gesprekken met ouders en leerlingen

de dynamische driehoek ouders, leerling, school

hoe maak ik van een klas een groep

motiveren van je mentorklas

signaleren van kinderen met een zorgvraag

voorkomen van en omgaan met pesten

omgaan met rugzakleerlingen

omgaan met verschillen (leerstijlen en activerende didactiek)

Trainingen zijn in principe het meest adequaat wanneer ze aansluiten bij de leerstijl en de behoefte

van de docent. Anderzijds kan het gezamenlijk bezig zijn met onderwerpen waar je als groep allemaal

mee te maken hebt, zinvol zijn. Het MT gaat onderzoeken op welke manier de mentortraining het best

kan worden gegeven.

5 Rollen van de docent

Om de kwaliteit van de lessen te verbeteren worden docenten getraind in het principe van de 5 rollen

van de docent:

1. Gastheer, stemt af 2. Presentator, vangt de aandacht 3. Didacticus, geeft instructie 4. Pedagoog, houdt orde en zorgt voor werksfeer. 5. Afsluiter, alle rollen komen samen, afscheid nemen van elkaar

Jaarlijks Functioneringsgesprek

Alle medewerkers hebben tenminste één keer per jaar een functioneringsgesprek. Onderstaande

onderwerpen zullen vast op de agenda van de functioneringsgesprekken geplaatst worden.

Page 40: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

40

Leerlingresultaten van de klassen waaraan de docent lesgeeft

Jaarlijks lesbezoek door DLG + beoordeling

Aandacht voor gerichte individuele scholing

Inzet van taakuren

Wat voor verbeterpunten heb jij voor de school?

toetsingscriterium / resultaat gereed/geïmplementeerd

in

1 Mentortraining 2015 - 2018

2 Training 5 rollen van de docent 2015

3 Aanpassen agenda functioneringsgesprekken 2014

Ouderbetrokkenheid In ons visiedocument zeggen we dat we geloven dat het onze taak is leerlingen klaar te stomen voor

het echte leven, dat het onze zorg is om gelukkige mensen in onze school te herbergen en ze te laten

inzien dat ze allemaal een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. Er staat ook in

dat wij dat niet alleen doen, maar dat ouders daarbij een essentiële schakel zijn: ouders en school zijn

partners van elkaar. In 2013 heeft een werkgroep een aantal aanbevelingen gedaan om de

betrokkenheid van ouders van De Meander te versterken. De schoolleiding heeft die aanbevelingen

overgenomen.

Visie ouderbetrokkenheid

Uit diverse onderzoeken blijkt dat de schoolprestaties van een kind beter zijn bij een gezamenlijke

verantwoordelijkheid voor opvoeding en onderwijs en als ouders en school samen optrekken.

Doel van het investeren in ouderbetrokkenheid is, een goede begeleiding en ondersteuning geven

voor de toekomst van de leerling:

school en ouders stemmen hun visie over de opvoeding en sturing van kinderen op elkaar af en hebben daarin beiden hun aandeel (pedagogisch partnerschap);

ouders volgen de leerontwikkelingen van hun kind, geven daar thuis ondersteuning aan en hebben regelmatig contact met de school opdat de prestaties van hun kind verbeteren (educatief partnerschap).

Wij zien de samenwerking vanuit de zogenaamde pedagogische driehoek, als volgt:

de school: samen met de ouders onderzoeken en erkennen van problemen en behoeften

de ouders: ouders kennen hun kind het beste en kunnen vanuit de kennis een essentiële bijdrage leveren aan school, zodat het kind goed kan presteren

het kind: door de samenwerking van school en ouders zal het kind een veilig leer-en leefklimaat op school ervaren. Hij is belanghebbende, maar kan ook bruggenbouwer zijn; hij kent immers beide werelden, die van thuis en die van school.

Contactmomenten met ouders

Dit alles leidt tot de volgende concrete acties, die hierna verder worden uitgewerkt:

vaste contactmomenten tussen mentor, ouders en leerling. In de eerste schoolweek worden door de mentoren kennismakingsgesprekken gevoerd met de kinderen en hun ouders van de brugklassen en van de klassen die een nieuwe mentor hebben. Daarnaast zijn er drie rapportavonden (ouders komen met hun kind op school het rapport ophalen).

mentoravond voor ouders (info over klassikale zaken voor alle ouders van de klas)

voorlichtingsavond voor ouders (op schoolniveau, in combinatie met de mentoravond)

presentaties door leerlingen voor ouders (bijvoorbeeld muziekavond)

individuele contacten via telefoon of mail

vaste enquêtemomenten voor ouders

Page 41: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

41

Protocol oudercontacten

Er is een protocol ontwikkeld teneinde de communicatie tussen betrokken partijen zo efficiënt mogelijk

te laten verlopen, zodat alle partijen binnen een aanvaardbare termijn en op aanvaardbare wijze

informatie hebben uitgewisseld en afspraken hebben gemaakt die het welbevinden en functioneren

van de leerling ten goede komt.

toetsingscriterium / resultaat gereed/geïmplementeerd

in

1 Hogere score op de enquête ‘oudertevredenheid’. Welke score is

goed

Wanneer wil je die bereikt

hebben

Page 42: Het excellente voorbij - Antoniuscollege Gouda · Vormen en Opleiden De school gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme samenleving, zowel in maatschappelijk, cultureel als in

42

Literatuurlijst

Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO)

Wet Tweede Fase

Wet Basisvorming

Publicatie OCW: Koers VO

Berg, R. van den & Vandenberghe, R. (1999). Succesvol leiding geven aan

onderwijsinnovaties: investeren in mensen. Alphen a/d Rijn: Samson

Berg, R. van den (2002). Existentiële belevingen van leraren bij hun onderwijs. Een

onderwijskundige en psychologische bijdrage. Nijmegen: Nijmegen University Press.

Cornelis, A. (1995). Logica van het gevoel. Filosofie van de stabiliteitslagen in de cultuur als

nesteling der emoties. Amsterdam / Brussel / Middelburg: Essence.

CVO en KPC groep (2004). Bindend en boeiend onderwijs. Rotterdam.

Stichting Carmelcollege (2007) Werken aan waarde, jaarverslag 2007. Hengelo.

Stichting Carmelcollege - Koers 2014. Hengelo 2011

Kadernotitie visie Carmelcollege Gouda. Gouda 2012

Hoe maken we het verschil. Begaafdheidsprofielscholen – CPS Onderwijsontwikkeling en

advies. Amersfoort 2013