HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die...

26
Versie februari 2012 HET EINDWERK Richtlijnen voor het uitwerken van een eindwerk Rob Vaes

Transcript of HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die...

Page 1: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

Versie februari 2012

HET EINDWERK Richtlijnen voor het uitwerken van een eindwerk

Rob Vaes

Page 2: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

Versie februari 2012

Page 3: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

Versie februari 2012

HET EINDWERK Richtlijnen voor het uitwerken van een eindwerk

Rob Vaes

Page 4: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

Versie februari 2012

Voorwoord

Het eindwerk is een belangrijk onderdeel van de opleiding tot gezondheids-consulent. Gezien de student het onderwerp zelf mag kiezen, is dit een uitgesproken kans om iets uit te werken waar men zelf enthousiast over is. Ik hoop dat de studenten veel vreugde mogen beleven aan het uitwerken van hun eindwerk. Graag wil ik hier een woord van dank richten aan een aantal leden van de adviesraad (Hilde Quix, Fernand Tielens en Jan De Keuster) voor de vruchtbare vergaderingen die rond dit thema van het eindwerk hebben plaatsgevonden. Hilde Quix wil ik graag speciaal danken voor het aanleveren van een basistekst ‘Richtlijnen met betrekking tot het eindwerk’, die veel waardevolle informatie bevatte voor het uitwerken van deze brochure.

Page 5: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

1

Inhoudstafel

Inhoudstafel .............................................................................................................................. 1

Inleiding ..................................................................................................................................... 3

Hoofdstuk 1: Algemene Informatie ....................................................................................... 4 1.1 Omschrijving ................................................................................................................... 4 1.2 De promotor ................................................................................................................... 4 1.3 Formulier ‘voorstel eindwerk’........................................................................................ 4 1.4 Tijdschema voor inlevering van het eindwerk ........................................................... 4 1.5 Aantal in te leveren eindwerken ................................................................................. 5 1.6 Verdediging van het eindwerk voor een jury ............................................................ 5 1.6.1 Voorwaarden tot inlevering en verdediging van het eindwerk....................... 6

1.7 Alleen of met meerderen? ........................................................................................... 6 1.8 De lezing over het eindwerk......................................................................................... 6

Hoofdstuk 2: Vormgeving ....................................................................................................... 8 2.1 Omvang .......................................................................................................................... 8 2.2 Lettertype en lettergrootte ........................................................................................... 8 2.3 Structuur........................................................................................................................... 8 2.3.1 De kaft....................................................................................................................... 9 2.3.2 Het titelblad.............................................................................................................. 9 2.3.3 Voorwoord................................................................................................................ 9 2.3.4 Inhoudstafel.............................................................................................................. 9 2.3.5 Inleiding..................................................................................................................... 9 2.3.6 De verschillende hoofdstukken ........................................................................... 10 2.3.7 Besluit....................................................................................................................... 11 2.3.8 Bronvermelding...................................................................................................... 11 2.3.9 Lijst van de geraadpleegde bronnen................................................................ 12 2.3.10 Bijlagen.................................................................................................................. 13

2.4 Taal en taalcorrectie .................................................................................................. 13 2.5 Formaat ......................................................................................................................... 13

Hoofdstuk 3: Mogelijke onderwerpen................................................................................. 15 3.1 Een eindwerk waar men zelf behoefte aan heeft, of waarin men zelf speciaal

geïnteresseerd is en waarvan er nog geen of onvoldoende goede literatuur voorhanden is............................................................................................................. 15

3.2 Een eindwerk waarin wordt aangetoond hoe de natuurlijke gezondheids-zorg in het algemeen en het werk van de gezondheidsconsulent in het bijzonder een zeer nuttige aanvulling kan zijn op het werk van de arts bij ziekten in de klinische fase............................................................................................................... 15

3.3 Allerlei gezondheidsbevorderende onderwerpen ............................................... 16 3.4 Eindwerken die de meerwaarde van de gezondheidsconsulent aantonen

binnen de gezondheidszorg .................................................................................... 16 3.5 Praktijkonderzoek ......................................................................................................... 16 3.5.1 De onderzoeksopzet ............................................................................................. 16

3.6 Eindwerken die gericht zijn op bepaalde doelgroepen........................................ 17 3.7 Andere........................................................................................................................... 18

Besluit ....................................................................................................................................... 19

Lijst van de geraadpleegde bronnen ................................................................................ 20 Bijlagen……………………………………………………………………………………………….19

Page 6: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

2

Page 7: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

3

Inleiding

Iedere student aan De Levensschool vzw, die het getuigschrift van gezondheidsconsulent wil verwerven, dient een eindwerk te maken. Dit eindwerk moet vervolgens voor een jury worden verdedigd.

Deze brochure heeft tot doel de studenten zoveel mogelijk praktisch bruikbare informatie te verstrekken over het eindwerk, zodat men van meet af aan weet hoe men te werk dient te gaan bij het samenstellen ervan. Duidelijke richtlijnen kunnen immers voorkomen dat studenten hun tijd en energie zouden steken in een eindwerk dat niet door de jury aanvaard kan worden.

De vormgeving van deze brochure komt overeen met de vorm waarin het eindwerk gemaakt dient te worden. Deze brochure kan dus als voorbeeld worden gebruikt.

In deze brochure kan de student gezondheidsconsulent alle nodige informatie vinden die nodig is om een eindwerk uit te werken volgens de richtlijnen van De Levensschool vzw.

Hoofdstuk 1 geeft een antwoord op algemene vragen zoals hoe en bij wie moet men het onderwerp ter goedkeuring voorleggen? Wanneer moet het eindwerk ingeleverd worden? Moet ik met een promotor werken en wie kan als promotor fungeren? Hoeveel eindwerken moet men inleveren op school? Hoe verloopt de verdediging van het eindwerk voor de jury? Enz…

In hoofdstuk twee wordt alle informatie gegeven betreffende de vormgeving van het eindwerk zoals het aantal bladzijden, het lettertype, de structuur, de manier van bronvermelding, enz…

In hoofdstuk 3 wordt een aantal voorbeelden gegeven van mogelijke onderwerpen. Deze hebben tot doel de student een idee te geven van welk soort werken er gemaakt kunnen worden.

Page 8: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

4

Hoofdstuk 1: Algemene Informatie

1.1 Omschrijving

Het eindwerk is een theoretisch (en liefst ook ten dele een praktisch) werk over een onderwerp dat verband houdt met de natuurlijke gezondheidszorg.

1.2 De promotor

De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring binnen de natuurlijke gezondheidszorg of aangaande het onderwerp van het eindwerk.

1.3 Formulier ‘voorstel eindwerk’

Zodra de student heeft bepaald wat hij/zij als eindwerk wil gaan uitwerken, vult de student het formulier ‘voorstel eindwerk’ in. Op dit formulier worden volgende zaken ingevuld: naam van de student; titel van het eindwerk; ondertitel van het eindwerk; korte omschrijving van de opzet ( wat gaat men onderzoeken, uitwerken, uittesten, beschrijven, enz…); of het eindwerk dient ter afsluiting van de vierjarige opleiding tot gezondheidsconsulent of de tweejarige opleiding tot voedingsconsulent. Indien er een promotor is, vermeldt men ook de naam van de promotor en geeft men ook een korte voorstelling van de promotor (wie is hij/zij en waarom werd deze persoon als promotor gekozen).

Het formulier ‘voorstel eindwerk’ wordt afgegeven op het secretariaat in Tongerlo of opgestuurd naar het hoofdsecretariaat in Houthalen. Het zal aan de adviesraad ter goedkeuring worden voorgelegd. Zodra de adviesraad voor dit onderwerp de goedkeuring heeft gegeven, kan de student beginnen met het uitwerken van het eindwerk. Er worden geen eindwerken aanvaard zonder een goedgekeurd formulier ‘voorstel eindwerk’. Het formulier ‘voorstel eindwerk’ is bij deze brochure als bijlage toegevoegd.

1.4 Tijdschema voor inlevering van het eindwerk

Het formulier ‘voorstel eindwerk’ moet ingeleverd worden ten laatste op 15 september van het academiejaar waarin men het eindwerk aan de jury wil voorleggen (meestal 4e jaar van de opleiding). Het is echter aangeraden dit formulier reeds in te dienen vóór 1 mei van het academiejaar dat hieraan voorafgaat (3e jaar van de opleiding). Zodoende kan de goedkeuring van de adviesraad gegeven worden vóór het einde van het 3e jaar. In dit geval kan men tijdens de grote vakantie het eindwerk al rustig voorbereiden.

Het volledig afgewerkte eindwerk moet worden ingediend ten laatste op 1 mei als men het wil verdedigen voor de jury op het einde van het schooljaar (eerste zittijd), of ten laatste op 15 september voor de tweede zittijd. Laattijdig ingeleverde eindwerken worden automatisch overgeheveld naar een volgende zittijd.

Page 9: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

5

1.4.1 Uitstel van het eindwerk

Wie de combinatie van het volgen van de lessen (vierde jaar) én het doorlopen van de stage én het maken van een eindwerk niet haalbaar vindt, kan het indienen van het eindwerk een jaar uitstellen, zodat men zich tijdens een vijfde jaar rustig kan bezighouden met het eindwerk (en eventueel de nog af te werken stage-uren). Dezelfde inleverdata (1 mei voor de eerste zittijd en 15 september voor de tweede zittijd) blijven van kracht. Het indienen van een eindwerk kan maximaal vijf jaar uitgesteld worden. Vanzelfsprekend kan men pas het getuigschrift van gezondheidsconsulent bekomen na het afleggen van alle examens, het afwerken van de noodzakelijke stage-uren én het verdedigen van een eindwerk voor de jury.

1.5 Aantal in te leveren eindwerken

Er moeten minimaal vijf afgewerkte exemplaren van het eindwerk worden voorzien: één voor de student zelf, één voor de bibliotheek van De Levens-school vzw en drie voor de juryleden. Er worden dus vier eindwerken ingeleverd. Deze vier werken worden binnengebracht op het secretariaat in Tongerlo. Ze kunnen ook worden binnengebracht of per taxipost opgestuurd naar het hoofdsecretariaat in Houthalen.

Naast de papieren versies moet er ook één digitale versie op CD-rom ingeleverd worden (in een word-bestand dat geopend kan worden op een IBM-compatibele computer). Op deze CD-rom worden ook nog eens het titelblad, de inleiding en het besluit in een apart bestand weggeschreven. De inleiding en het besluit samen geven een goede samenvatting van de essentie van het eindwerk. Er zal door de school een bundel gemaakt worden van deze samenvattingen van eindwerken per schooljaar.

1.6 Verdediging van het eindwerk voor een jury

Elke student dient zijn/haar eindwerk voor een jury te verdedigen. De jury bestaat uit drie tot vijf personen die de nodige ervaring hebben binnen de natuurlijke gezondheidszorg. De verdediging van het eindwerk voor de jury neemt gemiddeld 30 minuten in beslag.

Het eindwerk wordt door de juryleden grondig doorgenomen en beoordeeld. Er is een hoofdondervrager die met de ondervraging begint en die door de andere juryleden wordt bijgestaan. Er is bij de verdediging een directielid aanwezig. Na de verdediging (als de student de jury verlaten heeft), beraadslagen de juryleden over de volgende criteria:

• Kan de student zijn/haar persoonlijke visie aangaande het onderwerp duidelijk naar voor brengen?

• Is deze persoonlijke visie voldoende onderbouwd door bronnen en/of eigen onderzoek?

• Is de student in staat om uit het totale aanbod van informatie een kritische selectie te maken op basis van eigen kennis en kunde?

Page 10: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

6

• Welke onderzoeksmethoden heeft de student gebruikt? Hoe heeft hij/zij het onderwerk benaderd, uitgewerkt…?

• Vormgeving van het eindwerk op papier. • Presentatie van het eindwerk voor de jury. • Kan de student een duidelijk besluit formuleren gebaseerd op zijn/haar onderzoek/studie?

Na de beraadslaging worden de juryverslagen samen met de punten aan het directielid overhandigd.

Bij de verdediging van het eindwerk is het naar voor brengen van de persoonlijke visie en conclusie in verband met het gekozen onderwerp belangrijk, eerder dan het verstrekken van een korte inhoud van het werk. Men kan bijvoorbeeld de inleiding en het besluit formuleren in vijf à tien minuten. De jury kan dan bijkomende vragen stellen om de kennis en kunde (vooral in verband met het eindwerk) van de student te toetsen.

1.6.1 Voorwaarden tot inlevering en verdediging van het eindwerk

Het eindwerk kan ingeleverd en verdedigd worden onder voorwaarde dat het eindwerk in overeenstemming is met de richtlijnen uit deze brochure. Aandachtspunten: 1. Uitstel van verdediging is mogelijk (maximaal vijf jaar). 2. Als een eindwerk door de jury wordt afgewezen (als onvoldoende wordt beoordeeld), heeft men nog éénmaal de kans een verbeterd of nieuw eindwerk te verdedigen. Dit dient te gebeuren binnen een periode van vijf jaar na het beëindigen van de opleiding.

3. Geslaagd zijn voor het eindwerk is noodzakelijk om het getuigschrift van gezondheidsconsulent te bekomen.

1.7 Alleen of met meerderen?

In bepaalde gevallen kan men met meerdere studenten één eindwerk uitwerken. Dit kan bijvoorbeeld als men een groot onderzoeksproject opzet dat te tijdrovend en omslachtig zou zijn om alleen uit te werken. Als men met meerdere studenten samenwerkt is het wel noodzakelijk dat precies wordt afgelijnd wat het werk van welke student is geweest. Bij de verdediging zal de jury zich tot iedere student afzonderlijk richten om zijn specifiek deel van het werk te beoordelen.

1.8 De lezing over het eindwerk

Het geven van lezingen is een efficiënt hulpmiddel om een eigen praktijk op te starten. Wie in staat is om goede lezingen te geven zal daardoor zeker cliënteel kunnen aantrekken. Gezien het feit dat vele mensen op zoek zijn naar betrouwbare gezondheidsinformatie, kan een gezondheidsconsulent er ook voor kiezen om geen praktijk op te starten en zich volledig toe te leggen op het geven van lezingen en cursussen.

Page 11: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

7

We willen onze studenten stimuleren in het geven van lezingen door ‘lezing-dagen’ te organiseren waarop iedere student die zich hiertoe geroepen voelt een lezing van één uur mag geven over zijn/haar eindwerk. Deze lezingen zullen voor een beperkt publiek toegankelijk zijn (studenten en familie of kennissen).

Een lezing wordt best gegeven aan de hand van een powerpointpresentatie of met de overheadprojector. Een afgeprinte versie van de hand-outs die op de presentatie getoond zullen worden, dient samen met het eindwerk ingeleverd te worden.

Page 12: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

8

Hoofdstuk 2: Vormgeving

2.1 Omvang

Het werk omvat minimaal 70 bladzijden (zonder bijlagen) voor studenten gezondheidsconsulent. De bladnummering begint bij de inhoudstafel (= pagina 1) en eindigt met de lijst van de geraadpleegde werken. Er is geen maximaal aantal bladzijden bepaald, hoewel een eindwerk dat door één student samengesteld wordt meestal minder dan 200 bladzijden telt. De kwaliteit van een eindwerk wordt niet bepaald door het aantal bladzijden. Voor het getuigschrift van voedingsconsulent geldt een minimum aantal pagina´s van 35.

2.2 Lettertype en lettergrootte

Het lettertype mag vrij gekozen worden. Meest gebruikt zijn Century Gothic 12 of Times New Roman 12. De lettergrootte voor de doorlopende tekst is 11 of 12 afhankelijk van het lettertype (probeer de lettergrootte van Century Gotic 12 te benaderen). De lettergrootte voor titels en andere mag zelf gekozen worden. De regelafstand is ‘enkel’.

Citaten worden cursief geplaatst. Wie Century Gothic gebruikt als lettertype kan de cursieve tekst best omzetten naar Times New Roman. Dit geeft een mooier resultaat (duidelijker onderscheid tussen de gewone tekst en de cursieve tekst).

2.3 Structuur

Het eindwerk dient als volgt opgebouwd te zijn: - Kaft - Blanco blad - Titelblad - Voorwoord - Inhoudstafel - Inleiding - Hoofdstuk 1 - 1.1 - 1.2 - Hoofdstuk 2 - 2.1 - 2.2 - 2.2.1 - 2.2.2 - Hoofdstuk 3 - Enz… - Besluit - Bronvermelding

Page 13: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

9

- Lijst van de geraadpleegde bronnen - Bijlagen (eventueel)

2.3.1 De kaft

Op de kaft worden volgende zaken vermeld: - Bovenaan het logo van De Levensschool vzw. - In het midden de titel en ondertitel van het eindwerk. Boven de titel mag een afbeelding geplaatst worden, maar dit is niet noodzakelijk. De juiste formulering van de titel en de ondertitel zijn belangrijk. Het onderwerp van het eindwerk moet duidelijk herkenbaar zijn in de titel. De ondertitel zegt nog iets meer over de specifieke inhoud van het eindwerk.

- Onderaan de naam en voornaam van de student (en eventueel de naam en voornaam van de promotor), het schooljaar waarin het eindwerk gemaakt werd (bijvoorbeeld 2011-2012) en de vermelding: “Opleiding gezondheidsconsulent” of “Opleiding tot voedingsconsulent”

2.3.2 Het titelblad

Op het titelblad worden alleen de titel en ondertitel met de naam van de student vermeld.

2.3.3 Voorwoord

Een voorwoord is een korte persoonlijke bedenking of een woordje van dank aan de verschillende mensen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het eindwerk. Een voorwoord is géén wezenlijk onderdeel van het eindwerk. Als men het voorwoord niet leest, mist men geen belangrijke informatie.

2.3.4 Inhoudstafel

Na het voorwoord volgt een volledige inhoudstafel met verwijzing naar de bladzijden, zodat men snel op de juiste bladzijde iets kan opzoeken in het eindwerk.

De inhoudstafel mag uitgebreid worden met een aparte pagina met een lijst van de gebruikte illustraties en/of een lijst van de bijlagen.

2.3.5 Inleiding

In de inleiding kan men aangeven waarom men dit onderwerp gekozen heeft. Is er een relatie tussen de student en het onderwerp? Men kan ook aangeven welk belang het uitwerken van dit onderwerp kan hebben binnen de natuurlijke gezondheidszorg of specifiek voor de opleiding of het beroep van gezondheidsconsulent.

De student licht de opzet van zijn/haar eindwerk toe, welke onderzoeks-methoden hij/zij gebruikt heeft en waarom.

Page 14: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

10

De inleiding is een korte samenvatting van de inhoud. Het is een korte samenvatting van de verschillende thema’s die aan bod komen in de juiste volgorde. Men schetst dus in een alinea van enkele regels de opzet van hoofdstuk 1, vervolgens in een alinea van enkele regels de inhoud van hoofdstuk 2, enz…

Wie de inleiding leest moet zich een vrij goede voorstelling kunnen maken van de inhoud van het eindwerk. Meestal wordt de inleiding geschreven als het eindwerk af is.

2.3.6 De verschillende hoofdstukken

Elk eindwerk omvat verschillende hoofdstukken. Er dient een consequente nummering van de hoofdstukken en de onderverdelingen gehanteerd te worden: Hoofdstuk 1 1.1 1.1.1 Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2

De titel van een hoofdstuk dient beknopt te zijn en duidelijk te verwijzen naar de inhoud van het hoofdstuk. Elk hoofdstuk begint op een nieuwe bladzijde, de verdere onderverdelingen niet.

2.3.6.1 Citaten

Citaten uit het werk van andere auteurs of uit andere bronnen worden steeds duidelijk aangegeven. Citaten van minder dan twee regels worden in de doorlopende tekst opgenomen mits gebruik van aanhalingstekens. De tekst tussen de aanhalingstekens wordt cursief geplaatst. Men kan de geciteerde teksten eventueel laten voorafgaan door de auteur. Bijvoorbeeld: Hahnemann spreekt over: "een ziekte die……" Hippocrates zegt: “……………….” Op de website van Dokter Popp lezen we: “…………………….” Langere citaten worden losgemaakt uit de tekst en vormen een zelfstandige paragraaf met inspringing ten opzichte van de gewone tekst. Ook deze langere citaten worden cursief getypt.

Voor citaten van meer dan twaalf regels moeten auteursrechten worden aangevraagd. Weglaten van een overbodig deel van het citaat kan, mits vervanging van het weggelaten fragment door (….). Indien men een lange tekst wil citeren, kan men de tekst na 10 à 12 regels onderbreken en er dan commentaar op geven. Vervolgens kan men dan opnieuw een stuk citeren.

Elk citaat wordt gevolgd door een cijfer voor de verwijzing naar de bron.

Page 15: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

11

2.3.6.2 Afkortingen

Omwille van de leesbaarheid worden er in de tekst geen afkortingen gebruikt zoals: bv (bijvoorbeeld), t.o.v. (ten opzichte van), enz. Met uitzondering van enz. worden alle woorden voluit gebruikt. Afkortingen kunnen wel bij de bronvermeldingen gebruikt worden.

2.3.7 Besluit

Het besluit is één van de belangrijkste delen van een eindwerk. Hierin geeft de student een persoonlijke en kritische reflectie over het gemaakte eindwerk. Aan het eind van een eindwerk komt men tot een bepaalde besluitvorming. De samenhang tussen de verschillende onderdelen wordt weergegeven zodat de volledige inhoud van het werk (van inleiding over corpus tot het besluit) tot één geheel wordt samengesmeed, dat bovendien door de titel wordt gedekt. Bij de conclusie kunnen lacunes of onopgeloste problemen worden aangestipt. Bovendien kunnen bepaalde nieuwe hypothesen die uit het onderzoek voortvloeien naar voor worden geschoven.

2.3.8 Bronvermelding

De informatie die men in een eindwerk verwerkt, is voor een deel afkomstig uit werken van andere auteurs. Telkens men informatie van anderen gebruikt, moet men de bron waaruit deze informatie afkomstig is, vermelden.

Een eindwerk moet goed onderbouwd zijn en er wordt dan ook vaak verwezen naar bronnen. Daarom kan men best, in plaats van de gebruikelijke voetnoten onder aan elke pagina, deze noten verzamelen onder de bronvermelding achter in het eindwerk. Dit betekent concreet dat men aan het eind van een zin of een alinea in superscript (1) een cijfer plaatst dat verwijst naar de bron waarvan de informatie afkomstig is. Binnen eenzelfde hoofdstuk worden de verwijzingen doorlopend genummerd. Bij een nieuw hoofdstuk begint de nummering van de bronverwijzing terug vanaf 1. Achteraan in het eindwerk, onder de rubriek bronvermelding, rangschikt men dan per hoofdstuk de cijfers met hun bronvermelding. Als ik bijvoorbeeld aan het begin van hoofdstuk 1 schrijf: Momenteel zijn er in België 15000 patiënten met de ziekte van Crohn(1). Dan kan ik achteraan in het eindwerk onder bronvermelding gaan kijken waar deze informatie vandaan komt. De bronnen worden daar als volgt weergegeven:

Bronvermelding Bronvermelding bij hoofdstuk 1 (1) RUTGEERS, Paul; CARLIER, Jan, De ziekte van Crohn, s.l., s.n, 1991. pg 23 (2) ……….. (3)………… Bronvermelding bij hoofdstuk 2 (1)…………….. (2)……………..

Page 16: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

12

(3)…………….. Indien men meermaals naar dezelfde bron verwijst, mag men de verwijzing inkorten. Als bijvoorbeeld de tweede en derde verwijzing in hoofdstuk 1 een verwijzing is naar dezelfde bron als verwijzing 1, dan kan dit als volgt weergegeven worden: Bronvermelding bij hoofdstuk 1 (1) RUTGEERS, Paul; CARLIER, Jan, De ziekte van Crohn, s.l., s.n, 1991. pg 23 (2) Zie (1) pg 56 (3) Zie (1) pg 77 tot 80

2.3.8.1 Kritische houding ten opzichte van bronnen

Een kritische houding tegenover de gevonden bronnen is noodzakelijk. De teksten moeten een zekere betrouwbaarheid hebben. Teksten uit Flair bijvoorbeeld, moeten natuurlijk kritischer bekeken worden dan teksten uit wetenschappelijke publicaties. Wees ook zeer kritisch ten opzichte van teksten die van het internet worden gehaald.

2.3.8.2 Bronvermelding bij illustraties, tabellen, schema’s, enz…

Bij alle overgenomen illustraties, tabellen en schema’s moet de bron direct worden vermeld. Hier werkt men dus niet met de verwijzing naar een bron achter in het eindwerk. Onder de illustratie vermeldt men direct : Bron:…………………………………….. Illustraties, schema’s en tabellen worden ook genummerd per hoofdstuk. Tabel 5.2 is dus tabel nummer 2 van hoofdstuk 5.

2.3.9 Lijst van de geraadpleegde bronnen

Een bibliografische lijst omvat de (volgens de auteur) alfabetisch geordende referenties van de gebruikte bronnen. Er kan een opsplitsing gebeuren in:

- boeken - tijdschriften - kranten - internet - cd-rom - niet gepubliceerde bronnen Aparte rubrieken kunnen worden besteed aan mondelinge bronnen (gesprekken, interviews) of andere audiovisuele bronnen (cd, radio, film, video..)

De bibliografische referenties voor boeken zijn:

- NAAM van de auteur in hoofdletters, gevolgd door een komma, gevolgd door de voornaam of de initialen, gevolgd door een komma. (Indien het boek twee auteurs heeft wordt ertussen beide auteurs een punt komma geplaatst.

Page 17: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

13

- titel van het werk (met eventuele ondertitel), onderlijnd of cursief gevolgd door een komma.

- plaats van de uitgave, gevolgd door een komma, indien niet voorhanden gebruikt men de afkorting s.l. = sine loco (zonder plaats).

- Naam van de uitgever, gevolgd door een komma, indien niet voorhanden gebruikt men de afkorting s.n. = sine nomine (zonder naam).

- Jaar van uitgave gevolgd door een punt, indien niet voorhanden gebruikt men de afkorting s.d. = sine dato Bijvoorbeeld: JENTSCHURA, Peter; LOHKAMPER, Jozef, Gezondheid door ontslakking, Münster, Uitgeverij Peter Jentschura, 2005.

De bibliografische referenties voor een tijdschriftartikel zijn:

- NAAM van de auteur in hoofdletters, gevolgd door een komma, gevolgd door de voornaam of de initialen, gevolgd door een komma. (Indien het boek twee auteurs heeft wordt er tussen beide auteurs een punt komma geplaatst.

- titel van het artikel (met eventuele ondertitel), tussen aanhalingstekens gevolgd door 'in' gevolgd door een dubbele punt.

- naam van het tijdschrift, onderlijnd of cursief, gevolgd door een komma.

- nummer van het tijdschrift, of maand van uitgave, of volledige datum, gevolgd door een komma.

- pagina's waarop het volledige artikel terug te vinden is Bijvoorbeeld SCHAAP, Mathijs, “Honing bij wondgenezing” in: Beyond Medicine, nummer 3, juni 2007, pagina 4.

2.3.10 Bijlagen

Bijlagen zijn toegevoegde stukken bij een eindwerk (artikels, folders, enz…) die als bewijsstuk of als toelichting worden gebruikt. De bijlagen maken geen deel uit van het eindwerk, maar hebben er wel betrekking op. Het is niet verplicht bijlagen toe te voegen (het eindwerk moet een compleet afgerond geheel zijn, ook zonder de bijlagen). Bij elke bijlage moet er een duidelijke bronvermelding terug te vinden zijn.

2.4 Taal en taalcorrectie

Het eindwerk wordt geschreven in de Nederlandse taal. Een eindwerk moet door een ‘buitenstaander’ nagelezen worden op typ- en taalfouten. De jury let namelijk ook op taal en vormgeving.

2.5 Formaat

Het eindwerk wordt op A4-formaat gemaakt. Andere afmetingen worden niet aanvaard. De eindwerken zijn ingelijmd of ingebonden wanneer ze worden ingediend.

Page 18: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

14

De digitale versie van het eindwerk wordt afgeleverd op CD-ROM in een word-bestand dat geopend kan worden op een IBM-compatibele computer.

Page 19: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

15

Hoofdstuk 3: Mogelijke onderwerpen

Er is een hele waaier aan mogelijkheden. We willen geen beperkingen opleggen in de keuze van het onderwerp, om een zo groot mogelijke variatie van thema’s te bekomen. Vanzelfsprekend zal het eindwerk handelen over een onderwerp dat verband houdt met de natuurlijke gezondheidszorg. Hieronder geef ik enkele voorbeelden van mogelijkheden, maar laat je hierdoor niet beperken. Wees creatief en zoek een onderwerp waar je zelf enthousiast van wordt, waar je met hart en ziel aan kunt werken.

3.1 Een eindwerk waar men zelf behoefte aan heeft, of waarin men zelf speciaal geïnteresseerd is en waarvan er nog geen of onvoldoende

goede literatuur voorhanden is

Voorbeelden: - Natuurvoeding en natuurlijke voedingssupplementen voor intensieve sportbeoefenaars.

- Natuurvoeding voor zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.

- Natuurlijke voeding voor baby’s na de borstvoeding.

3.2 Een eindwerk waarin wordt aangetoond hoe de natuurlijke gezondheids-

zorg in het algemeen en het werk van de gezondheidsconsulent in het

bijzonder een zeer nuttige aanvulling kan zijn op het werk van de arts bij

ziekten in de klinische fase

Bij deze werken is het zeer essentieel om duidelijk aan te geven wat bij een bepaalde pathologie het werkdomein is van de arts en wat het werkdomein is van de gezondheidsconsulent. (De arts stelt de diagnose en behandelt de ziekte, de gezondheidsconsulent probeert de vitaliteit van de zieke mens te verhogen zodat het herstel vlotter en sneller verloopt).

Voorbeelden: - Opnieuw in harmonie na een kankerproces: na chemo en bestraling terug vitaal worden met natuurlijke middelen.

- De integrale aanpak van de ziekte van Crohn: een succesverhaal geschreven door een gezondheidsconsulent, in samenwerking met een arts.

Men kan bijvoorbeeld in deel één beschrijven hoe een arts de ziekte aanpakt. In deel twee kan men dan beschrijven wanneer en hoe een gezondheidsconsulent aanvullend en ondersteunend kan werken. In deel drie kan men dan een beschrijving geven van één of enkele praktijkcases en de eigen ervaring die men hierbij opgedaan heeft.

Page 20: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

16

3.3 Allerlei gezondheidsbevorderende onderwerpen

Een gezondheidsconsulent is niet bezig met ziekten (dit is namelijk het werkdomein van de arts). Het is daarom logisch dat vele eindwerken zich zullen richten op de wellness-cultuur die zich volop aan het ontwikkelen is.

Voorbeelden: - Vitaal verouderen met natuurlijke hulpmiddelen - De ontluikende kuurcultuur in België

3.4 Eindwerken die de meerwaarde van de gezondheidsconsulent aantonen

binnen de gezondheidszorg

Voorbeelden: - De gezondheidsconsulent en zijn werk in het rusthuis - De gezondheidsconsulent en zijn werk op de palliatieve dienst

3.5 Praktijkonderzoek

De natuurlijke gezondheidszorg werd lang bestempeld als een sector van charlatans. Er is in onze sector een grote nood aan gefundeerd onderzoek. Men kan methoden die gebruikt worden aan een kritisch onderzoek onderwerpen en de resultaten van dit onderzoek weergeven. Vanzelfsprekend dient men bij dit onderzoek een gefundeerde methodiek te volgen.

Voorbeelden: - Getachyoniseerd water: gezondheidswater of oplichterij? - Kan 2 x 15 minuten ademhalingsoefeningen per dag uw bloeddruk helpen verlagen?

- Is er een relatie tussen de constitutie bepaald via irisscopie en de constitutie bepaald via de homeopathische anamnese? Een statistisch onderzoek.

- Een onderzoek naar het effect van bewegen op de levenskwaliteit van 65-plussers.

3.5.1 De onderzoeksopzet

De onderzoeksopzet wordt in de inleiding uiteengezet. De start van een onderzoek vereist een probleemstelling die zo nauwkeurig mogelijk wordt geformuleerd. Aan de hand van deze probleemstelling zal de onderzoeker zijn gegevens gaan selecteren. De hoofdvraag kan opgesplitst worden in deelvragen die de af te leggen weg van de onderzoeker zullen bepalen. Een intensieve studie van de reeds bestaande literatuur is essentieel en vormt de basis voor elk onderzoek. Vanuit die literatuur, eventueel gecombineerd met een eigen onderzoek, wordt vertrokken om een eigen, persoonlijk standpunt in te nemen. Dit standpunt wordt verder uitgewerkt om dan een persoonlijk, samenhangend antwoord op de probleemstelling te formuleren.

Page 21: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

17

3.6 Eindwerken die gericht zijn op bepaalde doelgroepen

Door het eindwerk te richten op een bepaalde doelgroep, ontstaan er vele mogelijkheden. Er zijn in Vlaanderen ongeveer 500 zelfhulpgroepen voor wie de natuurlijke gezondheidszorg in het algemeen - en de gezondheids-consulent in het bijzonder - een belangrijke meerwaarde zou kunnen betekenen. Voor een overzicht van deze zelfhulpgroepen kan men surfen naar: www.zelfhulpgroepen.startpagina.be of www.zelfhulp.be

Naast deze zelfhulpgroepen kan men zich natuurlijk ook richten op bepaalde leeftijdscategorieën of fasen in een mensenleven, zoals:

• Pasgeborenen • Peuters bijvoorbeeld: ‘ziek zijn: heel gezond!’ • Kleuters

• Pubers • Zwangere vrouwen • Intensieve sporters

• Gehandicapten • Chronisch zieken bijvoorbeeld: ‘chronisch ziek en toch gelukkig!’ • Bejaarden • Stervenden (palliatieve zorgen)

• Revalidatie na kanker • Revalidatie na een ongeval • Revalidatie na brandwonden

Andere doelgroepen kunnen bijvoorbeeld zijn: • Gevangenen • Rokers ‘stoppen met roken of kiezen voor gezonde lucht’? • Zwaarlijvigen ‘afslanken of blij zijn met mijn gewicht’?

Men kan zich richten op problemen die bij een beroep horen, bijvoorbeeld: • Burn out bij managers • Stressbeheersing in bedrijven

Wie zich geroepen voelt om in een kuurcentrum te werken, kan een volledige kuurweek uitwerken voor een bepaalde doelgroep. Bijvoorbeeld:

• De optimale kuurweek voor mensen met eczema • De optimale kuurweek voor mensen met astma • De optimale kuurweek voor mensen met reuma • De optimale kuurweek voor mensen met teveel cholesterol • Enz….

Page 22: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

18

Men kan zich bezinnen over hoe men gezondheidsbevorderende activiteiten kan inlassen binnen bestaande structuren. Bijvoorbeeld:

• De organisatie van een gezondheidsweek voor scholen • De organisatie van een gezondheidsweek voor werknemers • De organisatie van een gezondheidsweek voor bedrijfsleiders • Enz…

3.7 Andere

• Ecologische woningbouw: de bouwstijl van de toekomst? • Zonnebaden: schadelijk of heilzaam? • Enz…

Page 23: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

19

Besluit

Wie een eindwerk wil gaan uitwerken, dient heel wat verschillende aspecten in overweging te nemen. Enerzijds willen we op De Levensschool vzw niet teveel regels opleggen, zodat de individuele creativiteit niet teveel wordt afgeremd. Anderzijds is het toch belangrijk een zekere uniformiteit in de voorgelegde eindwerken te bereiken.

In deze brochure werden de voornaamste regels die gevolgd dienen te worden overzichtelijk gerangschikt weergegeven, zodat een student snel de nodige informatie kan terugvinden indien dit nodig zou zijn tijdens het samenstellen van het eindwerk.

We hopen dan ook met dit beknopte werkje een bijdrage geleverd te hebben aan het vlot verloop van de samenstelling van eindwerken door onze studenten.

Page 24: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

20

Lijst van de geraadpleegde bronnen

CALLENS, E.O. Hoe verzorg ik mijn licentiaatsverhandeling, werk van einde studies, eindverhandeling, proefschrift, eindrapport, monografie, scriptie, thesis, Kortrijk, Univ-paper International, 1996

VAKGROEP KUNST – MUZIEK – EN THEATERWETENSCHAPPEN, Richtlijnen voor de licentieverhandeling, Gent, 1997

Bijlagen Op de volgende pagina vindt u het formulier “voorstel eindwerk” als bijlage.

Page 25: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

21

Voorstel eindwerk

Naam student …………………………………………………………………………

Tel.nr. + e-mail ………………………………………………………………………….

Titel van het eindwerk ……………………………………………………………………

Ondertitel (indien van toepassing) ………………………………………………………….

………………………………………………………………………………………………….

Opleiding tot gezondheidsconsulent/opleiding tot voedingsconsulent

(doorhalen wat niet van toepassing is)

Motivatie

………………………………………………………………………………………………….…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Korte omschrijving van de opzet (wat gaat men onderzoeken, uitwerken, uittesten, beschrijven, enz)

………………………………………………………………………………………….……..….….…………………………………………………………………………………….……….….……………………………………………………………………………………….………..………………………………………………………………………………………….………..……………………………………………………………………………………….…….………..…………………………………………………………………………………….…..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………….……..….….…………………………………………………………………………………….……….….……………………………………………………………………………………….………..………………………………………………………………………………………….………..……………………………………………………………………………………….…….………..…………………………………………………………………………………….…..…………………………………………………………………………………………

Page 26: HET EINDWERK - Levensschool EINDWERK.pdf · 1.2 De promotor De student mag een promotor kiezen die hem/haar zal coachen bij het uitwerken van het eindwerk. De promotor heeft ervaring

22

Mentor van het eindwerk (invullen indien van toepassing)

Naam ………………………………………………………………………………….

Adres ……………………………………………………………………………….....

………………………………………………………………………………….

Tel. nr …………………………………………………………………………………..

e-mail …………………………………………………………………………………..

Kort CV

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Vermoedelijke datum van indiening van het eindwerk:

� 1 mei 20.…. � 15 september 20….. � later ………………

Goedkeuring adviesraad

� positief

Opmerkingen ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

� afgewezen

Motivatie ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………