HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op...

45
HET DIERENVRIENDJESPAD LESPROGRAMMA VOOR GROEP 1,2 EN 3 BASISONDERWIJS Handleiding voor de leerkracht HET DIERENVRIENDJESPAD LESPROGRAMMA VOOR GROEP 1,2 EN 3 BASISONDERWIJS Handleiding voor de leerkracht

Transcript of HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op...

Page 1: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

HET DIERENVRIENDJESPADLESPROGRAMMA VOOR GROEP 1,2 EN 3 BASISONDERWIJS

Handleiding voor de leerkracht

HET DIERENVRIENDJESPADLESPROGRAMMA VOOR GROEP 1,2 EN 3 BASISONDERWIJS

Handleiding voor de leerkracht

Page 2: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Inhoudsopgave

Inleiding

Hoofdstuk 1 Het dierenvriendjespad1.1 Opzet van het dierenvriendjespad 51.2 Voorafgaand aan uw bezoek 51.3 In het bezoekerscentrum 51.4 In de Biesbosch: uitvoering dierenvriendjespad 6

Hoofdstuk 2 Praktische zaken2.1 Tijdschema van het programma 72.2 Tips voor de leerkracht 72.3 Tips voor de begeleiders 72.4 Wat moeten u als begeleider en de leerlingen zoal

meenemen? 8

Hoofdstuk 3 Voorbereiding op school: kijken en doen3.1 Toelichting bij uitnodiging 93.2 Verhaal en kringgesprek 93.3 Kijken en doen 133.3.1 Met de kinderen naar buiten (Eend) 133.3.2 Een waterdicht zwempak 143.3.3 Tanden van een bever (Bever) 153.3.4 Een slakkenbak in de klas (Slak) 173.3.5 Grondontdekhoek (Konijn en Muis) 193.3.6 Vogels nader bekeken (Specht) 203.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20

Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 214.2 Vogels maken 224.3 Kijkdoos: konijnen in de Biesbosch 244.4 Slak maakt een zilverspoor 244.5 Vingerpopje van Mini Muis 254.6 Een bever van brooddeeg 264.7 De dierenvriendjesklep 27

Dierenvriendjespad 2

Page 3: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Hoofdstuk 5 Voorbereiding op school: spel en beweging5.1 Muisje, kom uit je hol 285.2 Durf jij aan mijn konijnenstaart te trekken? 295.3 Bever, kom uit je burcht 295.4 De eend en de kikkers 295.5 Muis, ben je thuis? 305.6 Slakje, trek je spoor 305.7 Het dierenvriendjesspel 30

Hoofdstuk 6 Aanbevolen boeken, liedjes en versjes6.1 Boeken 316.2 Liedjes 336.3 Opzegversjes 38

Hoofdstuk 7 Nazorg7.1 Inleiding 427.2 Toelichting bij brief 2 427.3 Panoramaschilderij 427.4 Zaaien van tuinkers 43

Bijlagen

1. Voorbeelden van opdrachten2. Brief 1: uitnodiging3. Plaat van een bever4. Sjabloon bever5. Sjabloon specht6. Sjabloon slak7. Sjabloon konijn8. Sjabloon muis9. Sjabloon eend10. Model tekening (Vogel) voor opdracht 4.211. Model tekening (Slak) voor opdracht 4.412. Model tekening (Muis) voor opdracht 4.513. Sjabloon kleine bever voor brooddeeg14. Brief 2: bedankbrief15. Mal dierenvriendjesklep16. Vogel

Dierenvriendjespad 3

Page 4: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Inleiding

Het dierenvriendjespad is een natuurpad in de Biesbosch, ontwikkeld door de educa-tieve dienst van het Biesbosch Bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer en is bestemdvoor groepen 1,2 en 3 van de basisschool. De Biesbosch is een heel bijzonder natuur-gebied – het is een zoetwatergetijdendelta. Dit is zo bijzonder, dat de Biesbosch in1994 tot nationaal park werd benoemd. De Biesbosch heeft, net als alle andere natio-nale parken in Nederland, een viertal doelstellingen, waarvan voorlichting en educatieaan allerlei doelgroepen één is. Alle lesprogramma’s van het centrum zijn ontwikkeldvanuit een duidelijk educatief beleid. Het gebruik van hoofd (kennis en inzicht), hart(betrokkenheid) en handen (vaardigheden) vormt een leidraad voor alle educatieveactiviteiten. Leerlingen worden gestimuleerd om de natuur te beleven en te ontdekkenmet al hun zintuigen, maar ook te genieten van hun verblijf in de natuur.In deze handleiding treft u informatie aan over de inhoud en opzet van het dieren-vriendjespad, een hoofdstuk over praktische zaken over uw bezoek en suggesties voorhet voorbereiden en verwerken van uw bezoek aan de Biesbosch.

Dierenvriendjespad 4

Page 5: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Hoofdstuk 1 Het dierenvriendjespad

1.1 Opzet van het dierenvriendjespad

Aan de hand van opdrachten wandelen de kinderen in kleine groepjes over het pad vanhet eiland Toontjesplaat. Ieder groepje wordt begeleid door een ouder of een leer-kracht. Schoolgidsen van het centrum lopen tussen de groepen door om vragen tebeantwoorden en extra informatie te geven.De opdrachten zijn ingedeeld in vier thema’s. Voor elk thema is er een set opdracht-kaarten, elk thema heeft een eigen kleur:

thema planten - groene kaarten;thema dieren - rode kaarten;thema ‘verplaatsen’ - gele kaarten;thema allerlei - blauwe kaarten.

Binnen deze vier thema’s zijn ook onderwerpen ondergebracht zoals het weer, de sei-zoenen, het milieu en het kind zelf.De opdrachten zijn zo opgesteld, dat de dieren de Biesbosch laten zien aan de kinde-ren. De dieren leggen de vragen en de opdrachten aan de kinderen voor. Op elkeopdrachtkaart staat de afbeelding van een dier dat de vraag stelt. In bijlage 1 vindt uvoorbeelden van opdrachten.

1.2 Voorafgaand aan uw bezoek

Een paar weken voor hun bezoek aan de Biesbosch ontvangen de kinderen een uitno-diging van de dierenvriendjes (de uitnodiging vindt u in bijlage 2). De kinderen wor-den uitgenodigd een bezoek te komen brengen aan alle dierenvriendjes van deBiesbosch. Door middel van deze uitnodiging proberen we een beetje spanning bij dekinderen op te roepen. Wij hopen dat ze zo echt gaan uitkijken naar hun tocht door deBiesbosch.

1.3 In het bezoekerscentrum

De kinderen worden ontvangen door schoolgidsen van het centrum. Er wordt een korteinleiding gegeven over het programma van de ochtend (of middag) en over veiligheidaan boord van de schoolboot. De kinderen krijgen instructies voor het aantrekken vaneen reddingsvest.Als alle kinderen de reddingsvesten aan hebben, vertrekt de groep naar de schoolboot,die vlakbij het centrum aan een steiger ligt.Het varen naar het eindpunt, Toontjesplaat, duurt een half uur.

Dierenvriendjespad 5

Page 6: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

1.4 In de Biesbosch - uitvoering van het dierenvriendjespad

1. De kinderen lopen het dierenvriendjespad in kleine groepen van vijf of zes kinderen. Iedere groep wordt begeleid door een ouder of een leerkracht.Schoolgidsen lopen van groep naar groep om aanvullend informatie te geven eneventuele vragen te beantwoorden.

2. Ieder groepje kinderen krijgt een kleurenwijzer en een set opdrachtkaarten.3. Opdrachten worden geselecteerd door de kinderen. De kinderen komen een voor

een aan de beurt. Het kind draait aan de kleurenwijzer. De kleurenwijzer heeftdezelfde vier kleuren als de opdrachtkaarten. Komt de wijzer op rood te staan, danselecteert het kind dat zojuist gedraaid heeft een rode opdrachtkaart.

4. De begeleider leest de opdracht hardop voor en vraagt of alle kinderen de opdrachtbegrepen hebben. Zo niet dan legt hij/zij het opnieuw uit.

5. De opdracht wordt uitgevoerd.6. Nu mag een ander kind uit het groepje draaien en een opdracht uitzoeken.7. De kleurenwijzer mag maximaal twee keer op dezelfde kleur staan. Als de wijzer

enkele malen achtereen op dezelfde kleur terecht is gekomen, mag een kind eenandere kleur kiezen.

8. De gele opdrachten zijn bedoeld om je te verplaatsen met je groepje over heteiland. Als er te weinig geel wordt gedraaid, dan kan de begeleider een stukje door-lopen met de kinderen.

9. Het pad duurt 1.5 uur. Het is niet de bedoeling om alle opdrachten uit te voeren.

Dierenvriendjespad 6

Page 7: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Hoofdstuk 2 Praktische zaken

2.1 Tijdschema van het programma

09.15 uur Ontvangst door schoolgidsen in het Biesbosch BezoekerscentrumDrimmelen. Korte inleiding en instructie. Aantrekken reddingsvesten.

09.30 uur Vertrek met de schoolboot naar Toontjesplaat.10.00 uur Aankomst op Toontjesplaat – korte pauze voor het eten van het tien-uur-

tje10.15 uur De kinderen lopen in kleine groepen het dierenvriendjespad onder bege-

leiding van ouders en leerkrachten. Schoolgidsen zorgen voor organisatie,aanvullende informatie en beantwoorden vragen.

11.45 uur Terugvaren naar Drimmelen.12.15 uur Afsluiting in het bezoekerscentrum.

2.2 Tips voor de leerkracht

• Zorg dat de voorbereidende activiteiten (maken van dierenvriendjesklep of dieren-vriendjes T-shirt) op tijd behandeld zijn. Tijdens het bezoek aan de Biesbosch ishet de bedoeling dat de kinderen het klepje en/of T-shirt dragen.

• Zoek op tijd ouders die de leerlingen willen begeleiden tijdens het bezoek aan deBiesbosch. U hebt gemiddeld één ouder per vijf of zes kinderen nodig.

• Zorg dat de begeleiders op tijd de begeleidershandleiding krijgen zodat zij ookgoed voorbereid zijn op het bezoek aan de Biesbosch.

• Verdeel de kinderen al op school in groepjes van vijf of zes kinderen per groep.

2.3 Tips voor de begeleiders

• Het is de bedoeling dat de kinderen tijdens de wandeling zo veel mogelijk zelf-standig doen. Uw taak als begeleider is het voorlezen en uitleggen van de opdrach-ten en het begeleiden van de kinderen over Toontjesplaat.

• De tekst op de opdrachtkaarten wordt hardop gelezen. Als de kinderen zelf kunnenlezen, kunt u ze om de beurt een opdracht voor laten lezen.

• Soms staan er verschillende vragen op een opdrachtkaart. Laat de kinderen na hetstellen van een vraag eerst antwoord geven. Lees daarna pas de volgende vraag.

• Zorg ervoor dat alle kinderen in uw groepje even veel aandacht krijgen.• Neem de tijd voor het uitvoeren van de opdrachten. Het is beter minder opdrach-

ten met aandacht en zorg uit te voeren dan een heleboel opdrachten af te raffelen.Geef de kinderen rust en ruimte om de natuur te beleven.

Dierenvriendjespad 7

Page 8: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

2.4 Wat moeten u als begeleider en de leerlingen zoal meenemen?

• Laarzen en eventueel regenkleding. Laarzen meenemen in een aparte tas; zemogen niet in het centrum gedragen worden en ook niet aan boord van de school-boot (dit voor de veiligheid).

• Lange broek en truitje met lange mouwen dragen (tegen brandnetels).• Een lunchpakketje en drinken.• Een naamplaatje voor alle leerlingen.

Dierenvriendjespad 8

Page 9: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Hoofdstuk 3 Voorbereiding op school: Kijken en doen

3.1 Toelichting bij uitnodiging

De uitnodiging vindt u in bijlage 2. U kunt er misschien voor zorgen dat deze brief aande klas wordt ‘afgegeven’. De brief is een uitnodiging aan alle kinderen van de dieren-vriendjes in de Biesbosch om een bezoek te komen brengen aan hun mooie gebied.Het is bedoeld om de nieuwsgierigheid van de kinderen op te wekken en ze warm temaken voor hun bezoek aan de Biesbosch.In de brief stellen de dierenvriendjes zich voor aan de kinderen. De club van dieren-vriendjes bestaat uit de volgende dieren:

- Eend- Bever- Slak- Konijn- Muis- Specht

De dieren vinden hun eiland in de Biesbosch zo mooi dat ze het graag aan de kinde-ren willen laten zien. Ze vragen de kinderen zich ook goed voor te bereiden op hunbezoek en liefst in een mooi dierenvriendjes T-shirt of met een leuk klepje op tekomen, zodat de dieren ze in de Biesbosch zullen herkennen.

3.2 Verhaal en kringgesprek

In het volgende spannende verhaal komen alle dierenvriendjes aan bod. Op pagina 12vindt u een aantal vragen om het kringgesprek op gang te krijgen.

Dierenvriendjespad 9

Page 10: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Rinkel helpt Konijn

Wie loopt daar door het groene, donkere bos? Het is iets kleins met een rode puntmuts op. De rodepuntmuts danst bij iedere stap. Als je goed luistert, hoor je een belletje rinkelen (eventueel een belletjelaten rinkelen).Het klinkt zo hoog en teer. Het is een belletje aan de rode puntmuts van kabouter Rinkel. Waar Rinkelloopt, rinkelt zijn belletje. En waar zijn belletje rinkelt, daar brengt Rinkel geluk! Rinkel is maar klein.Je zou hem gemakkelijk over het hoofd zien. Maar als je goed oplet, zie je hem lopen tussen de hogevarens op het zachte mos in het donkere bos. Je zou ook zien dat Rinkel een rugzak draagt: een rugzakgevuld met verse brandnetels om soep van te maken. Rinkel is blij dat hij zo veel brandnetels gevondenheeft. Thuis in zijn huisje onder de wortels van een oude, hoge boom kookt hij heerlijke brandnetelsoep.Mmmmm, dat ruikt lekker. Rinkel krijgt al trek als hij eraan denkt.

Al jaren woont Rinkel in dit bos. Hij kent het bos op zijn duimpje en is bevriend met alle dieren. "Dagslak," zegt Rinkel tegen een slak met een geel huisje op zijn rug. Langzaam tilt de slak zijn kopje op enziet Rinkel staan. "Wat maak je toch een prachtig zilverspoor!", roept Rinkel uit. Blij kruipt de slakverder met achter zich een glanzend, zilveren spoor. Rinkel heeft voor ieder dier een aardig woord. Alledieren houden van Rinkel.

De zon schijnt en Rinkel wordt moe van het dragen van zijn rugzak. Hij heeft al zo’n eind moeten lopen.In de verte ziet hij Konijn en Muis aankomen. Ze doen weer eens een wedstrijdje hardlopen. Muis enKonijn komen al puffend en hijgend voorbij. Ze hebben nog net eventjes tijd om naar Rinkel te zwaai-en. Rinkel wil na al dat geloop wel eventjes uitrusten. Rinkel zoekt een boom op waar hij tegenaan kangaan zitten. Maar wie zit daar ook al? Bever. "Ha, Bever", zegt Rinkel, "hoe gaat het met jou?" "Goed,ik ben alleen een beetje moe. Ik heb vandaag een hele boom omgeknaagd en dat was knap vermoeiend.Maar ja, als we onze burcht willen verbouwen dan hebben we toch hout nodig”. “Ik moet weer gaan,”zegt Bever. “Ik heb nog een hoop werk te doen.” “Tot ziens, Rinkel." "Tot ziens, Bever".

Rinkel wil zijn rugzak afdoen en……"kek, kek" klinkt het. Het is Specht. "Rinkel," roept Specht opge-wonden van ver, "Konijn zit vast!" "Wat zeg je nou?" antwoordt Rinkel geschrokken. "Vlug, klim opmijn rug, dan vlieg ik je erheen." Rinkel klimt op de rug van Specht. Hij houdt zich goed vast aan zijnveren. Onderweg vertelt Specht wat er gebeurd is.

Dierenvriendjespad 10

Page 11: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Konijn had wortels gegeten op het mensenveld. Ze smaakten zo lekker! Hij at zijn hele buik rond.Konijn wilde juist weer terug naar zijn hol aan de rand van het bos, toen hij een scherpe pijn in zijnachterpoot voelde. Hij kon niet meer voor- of achteruit. Konijn zat vast! Hij was in een strik gelopen.De mensen wilden de wortels voor zichzelf hebben. Ze waren boos op de konijnen die weleens van hunwortels aten. Daarom hadden de mensen een val bij de wortels neergezet. En daar was Konijn inge-lopen. Dat was een lelijke zaak. Zijn moeder had hem nog zo gewaarschuwd. "Kom niet bij het mens-enveld", had ze wel tien keer gezegd. Maar de wortels roken zo heerlijk en hij had er zo’n trek in! Entoen Konijn eenmaal aan het eten was, was hij al het gevaar vergeten. Nu zat Konijn vast. Af en toetrok hij met zijn poot. Dat hielp niet en het deed ook nog behoorlijk pijn. Zou hij hier de hele nacht moe-ten blijven zitten? O, als de mensen hem hier zouden vinden….de angst sloeg hem om zijn konijnen-hart. Wanhopig keek Konijn om zich heen. Zag hij daar een vogel aan komen vliegen? "Vlug, vlug",roept Rinkel op de rug van Specht. "Kijk daar beneden, dat bruine stipje, dat is Konijn!" Specht duiktnaar beneden en landt naast Konijn in het zand. Gelukkig zijn er geen mensen in de buurt. Rinkelaait Konijn over zijn zachte snuit. "Stil maar, Konijn, we zullen proberen de knoop eruit te halen." Metzijn kleine vingers probeert Rinkel de knoop los te maken. "Goh, wat zit die knoop vast." Wat Rinkelook probeert, het lukt niet. Ze krijgen het er alle drie benauwd van. Stel je voor dat er mensen komen!"O, o was ik hier maar nooit naartoe gegaan", jammert Konijn.

Even weten ze het niet meer, maar dan krijgt Rinkel opeens een idee. "De muizen!," roept hij blij uit."Hier helpen alleen scherpe tandjes. We moeten de muizen halen.” Weg is Specht, op zoek naar de mui-zen. Hij weet waar ze wonen: in een klein holletje bij de oude wilgenboom. En ja hoor, niet lang daar-na komt Specht weer aangevlogen. Twee muizenstaartjes hangen uit zijn verenpak naar beneden. Destaartjes van Piep en Mini. Snel gaan de muizen ieder aan een kant van de poot van Konijn zitten.Wat kunnen ze knagen met die scherpe tandjes. "Knabbel, knabbel, knaag, knaag," klinkt het. Nogéén flink beet en……Konijn is los! Wat zijn ze blij.

Vlug, vlug weg, voor de mensen komen! "Gaan jullie mee naar mijn hol?," vraagt Konijn, "dan krij-gen jullie wat lekkers". De vader van Konijn staat al bezorgd op de uitkijk als ze bij het hol aankomen.Ook de andere dieren hebben zich inmiddels verzameld bij het hol van Konijn. Toen ze hoorden datKonijn nog steeds niet thuis was gekomen, zijn ze direct gekomen. "Konijn, waar ben jij al die tijdgeweest?," roept vader uit. Konijn vertelt van zijn angstige avontuur en hoe zijn dierenvriendjes hemgeholpen hebben.

De vader van Konijn wil eerst heel boos worden, maar wat is hij blij dat alles goed is afgelopen. Hijbedankt iedereen en Konijn moet beloven nooit, maar dan ook nooit meer naar het mensenveld te gaan.Dat belooft Konijn. Ze krijgen op de goede afloop heerlijke limonade en vlierbessensap.

Het is al bijna donker als iedereen afscheid neemt. Piep en Mini lopen op hun kleine pootjes naar hunveilige holletje onder de oude wilgenboom. Specht vliegt met kleine vleugelslagen naar zijn zelfgemaak-te holletje in een hoge boom. Bever neemt Eend op zijn rug zodat hij sneller thuis is. Slak hoeft nietnaar huis, hij heeft zijn huis altijd bij zich. Slak besluit vanavond te slapen naast het hol van de fami-lie van Konijn.

Rinkel loopt het pad af en zwaait nog eens naar de familie van Konijn. Al gauw is hij niet meer te zienin het donkere bos. Maar wat de konijnen nog wel kunnen horen, is het belletje op de puntmuts vanRinkel. Het belletje dat overal waar het rinkelt geluk brengt.

Dierenvriendjespad 11

Page 12: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Vragen voor het kringgesprek

1. Vul muis, slak, eend, bever, specht en konijn in, in de volgende vragen:

• Hoe ziet een ……………..eruit?• Welk geluid maakt een …………………..?• Wat eet een ………………………….. graag?• Hoe loopt een …………………….?• Waar woont een …………………?

2. Wat vinden jullie ervan dat mensen strikken neerzetten om dieren te vangen?

3. Als jullie Rinkel waren, zouden jullie dan op de rug van Specht durven zitten omKonijn te redden?

4. Hebben jullie wel eens brandnetelsoep gegeten?

5. Lijkt het jullie lekker?

6. Zou brandnetelsoep nog prikken op je tong?

Dierenvriendjespad 12

Page 13: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

3.3 Kijken en doen

Er worden hieronder zes activiteiten beschreven die uitgevoerd kunnen worden tervoorbereiding op uw excursie naar de Biesbosch.De activiteiten zijn:

3.3.1 Met de kinderen naar buiten (Eend)3.3.2 Een waterdicht zwempak3.3.3 Tanden van een bever (Bever)3.3.4 Een slakkenbak in de klas (Slak)3.3.5 Grondontdekhoek (Konijn en Muis)3.3.6 Vogels nader bekeken (Specht)3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes)

3.3.1 Met de kinderen naar buiten

Kijken naar eenden moet natuurlijk bij echte eenden gebeuren. In de omgeving vanschool is meestal wel een plek te vinden waar eenden rondzwemmen. Voeren van een-den is steeds weer een belevenis voor jonge kinderen. Kinderen kunnen ook eventueelveren van de eenden zoeken en meenemen.

Eenden voeren

Brood, maar nog beter zijn zaden en granen zoals maïs (verkrijgbaar bij de dieren-winkel). Vlak voordat u naar de eenden toegaat, kunt u de volgende punten besprekenmet de kinderen:

• De kinderen hoeven niet dicht bij de waterkant te komen. Voor een klein stukjebrood klimmen de eenden al op de kant.

• Lok de eenden met brood, maar geef ze daarna liever zaden te eten: tarwe, maïs,erwten enz. Dat is beter voor hen.

• Geef geen brood aan kuikens. Voor hun snelle groei hebben ze ander voedsel nodig,met name insecten.

Naar eenden kijken

Na het voeren zullen de meeste eenden teruggaan naar het water. Uiteindelijk voelenze zich daar veiliger. Zoek samen met de kinderen een geschikte plek om samen naarde eenden te kijken. Eenmaal een goede plek gevonden, verspreid dan de groepen kinderen. Er is vaak van alles te zien.De kinderen kunnen vertellen wat iedere eend doet: zwemmen, dobberen, opvliegen,grondelen (op hun kop in het water staan), elkaar achterna zitten, kwaken, veren poetsen, slobberen enz.

Dierenvriendjespad 13

Page 14: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

De kinderen kunnen ook zichzelf vergelijken met een eend. U kunt de volgende vragenstellen:Kijk goed, waar zit(ten)…….

• ... jouw neus? En bij de eend? (2 gaatjes bij de snavel)• ... jouw ogen? En bij de eend? (aan de zijkant van zijn kop, niet naast elkaar)• ... jouw haren? En bij de eend? (heeft geen haren, alleen veren)• ... jouw oren? En bij de eend? (op zijn kop, verstopt in zijn veren)• ... jouw mond? En bij de eend? (een lange snavel)• ... jouw armen? En bij de eend? (zijn vleugels)• ... jouw benen? En bij de eend? (zijn poten)• ... jouw voeten? En bij de eend? (zijn vliezen, worden bij iedere zwemslag in- en uit-

gespreid).

3.3.2. Een waterdicht zwempak

Eenden zwemmen, eenden duiken, eenden staan urenlang in de regen. Toch wordenze niet nat en koud, dankzij hun verenpak. Dit moet dan wel goed ingevet zijn, wanteen verenpak zonder vet betekent voor een eend koud worden en op den duur doodgaan. Vandaar dat een eend dagelijks bezig is zijn veren waterdicht te maken. Een heelwerk is dat!

Met de volgende twee proefjes ontdekken de kinderen het verschil tussen een eenden-pak met en zonder veren.

Een eend van vaseline:Nodig: sjabloon van de eend (bijlage 9)

2 vellen papier (A4) van een donkere kleurdoosje vaselinekopje water

Teken op beide vellen papier een eend. Knip de eenden uit. Wrijf één eend in met vase-line. Laat de kinderen beide eenden voelen. Wat is het verschil? Welke eend voelt vet?Laat op beide eenden druppels water vallen (alsof het regent). Bij de met vaselineingesmeerde eend blijven de druppels er als parels bovenop liggen. Bovendien zijn dedruppels er gemakkelijk af te blazen (het waait). Bij de niet-ingevette eend slinken dedruppels. Na verloop van tijd trekken ze helemaal in het papier.

Een eend van wasco:Nodig: per kind één groot vel papier

kleurpotlodenwascoeen kwastblauwe ecoline verdund met water

De kinderen geven een getekende eend een waterdicht zwempak van wasco. Laat dekinderen een eend tekenen op een vel papier. De eend kleuren ze dan in met wasco(vet). De kinderen strijken vervolgens met een kwast de verdunde ecoline over de eenden het hele papier. De ecolinedruppels trekken niet in de eend, wel in het papier.

Dierenvriendjespad 14

Page 15: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

3.3.3 Tanden van een bever

Nodig: plaat van een bever (bijlage 3)spiegeltjes

Kijk samen met de kinderen naar de plaat van de bever. Let daarbij vooral op de tan-den van de bever.

• welke kleur hebben de tanden?• hoe groot zijn de tanden? (groot/klein)• hoe poetst een bever zijn tanden denken jullie?

Met gebruik van de spiegeltjes kijken en voelen de kinderen nu zelf naar hun eigen tan-den en die van elkaar.

• welke kleur hebben hun tanden?• hoe groot zijn hun tanden? (groter/kleiner dan de bever)• hoeveel tanden hebben mensen?• hoeveel kiezen?

Afdruk van je gebit maken - 1

Nodig: gifvrije plasticine (Creatherm)kartonnen plaatjes (3 x 4 cm)

In tweetallen kunnen de kinderen aan de slag. Laat de kinderen een afdruk maken vanhun bovengebit door ze in een plak plasticine te laten bijten, dat op een kartonnetjeligt. Laat ze na afloop de afdrukken met elkaar vergelijken. Bespreek in de kring dewaarnemingen van de kinderen.De kinderen leren dat tanden zowel voor een bever als een mens belangrijk zijn voorhet verteren van eten. Ze maken uit de afdrukken op dat elk gebit verschillend vanvorm is.

Afdruk van je gebit maken - 2

Op pagina 16 staan de instructies omeen gips afgietsel van een gebit temaken. Als u tijd heeft is dit een erg leukexperiment om de kinderen te latenzien. U kunt 2 afgietsels maken van kin-deren met heel verschillende gebitten(met en zonder voortanden bijvoor-beeld).

Dierenvriendjespad 15

Page 16: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Dierenvriendjespad 16

1. Kneed de plasticine totdat hij soepel is. Verdeelde plasticine in twee gelijke stukken en druk dieop beide zijden van het kartonnetje.

2. Laat een kind er zo in bijten datalle tanden en kiezen in de plasticineverdwijnen.

3. Druk bij de voortanden de plasticine lichtaan en maak dan voorzichtig de plasticine loszonder de vorm nog te veranderen.

4. Zet een strookje kartongoed sluitend om de beideplasticine afdrukken. Gebruik paperclips.

5. Smeer de gebitsafdrukken inmet een beetje slaolie en zet zeelk in een boterbakje

6. Maak een stevigpapje van gips enwater. Giet ditpapje op de afdruken laat het uithar-den. Zorg dat deluchtbellen uit hetgips verdwijnen(prikken).

7. Verwijder het bakje en de strook karton als het gipshard is. Trek voorzichtig de plasticine en het gipsafgiet-sel van elkaar.

Het maken van een gipsafgietsel

Page 17: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

3.3.4 Een slakkenbak in de klas

Jonge kinderen vinden een slakkenbak in de klas erg leuk. Ze kunnen de slakken zoiedere dag goed bekijken. Een goed onderkomen voor de slakken is een grote glazenpot of een aquarium.

Nodig: aquarium of grote glazen bak of pot met deksel (bijv. horrengaas)grondhoutjes en takjespolletje madeliefjes of grasklein bloempotje (omgekeerd)met mos begroeide boomschorsstenenplantenspuit met water gevuldschepjekleine glazen potjesslakken!voedsel voor de slakken – bladeren van sla, andijvie, stukjes appel ofaardappel

Leg op de bodem van het aquarium of glazen pot een laagje grond van ongeveer 3 cm.Richt het aquarium verder in met de polletjes madeliefjes en/of gras, de stenen, hetomgekeerde bloempotje en de met mos bedekte boomschors.Ga met de kinderen naar buiten om slakken te verzamelen. Zoek vooral bij struiken.Gebruik de schepjes om de slakken te ‘vangen’ en zorg dat de kinderen de slakkenvoorzichtig in de kleine glazen potjes stoppen. Zorg dat de deksels van de potjes door-geprikt zijn voor lucht voor de slakken. Binnen worden de slakken voorzichtig geplaatst in het aquarium. Spreek met de kin-deren af dat de slakken niet langer dan een paar dagen te logeren blijven. Vertel er welbij waarom (slakken zijn toch liever buiten in de openlucht). Na een paar dagen kun-nen de kinderen de slakken weer ‘vrijlaten’ op de plek waar ze ze gevonden hadden.

Let op:

• Als u een grote glazen pot gebruikt, vergeet die dan niet af te sluiten, want slakkenwandelen omhoog langs het glas. Prik gaatjes in de deksel of sluit de bak af methorrengaas. Maak geen deksel van papier of vitrage, de slakken eten er gaatjes inen ontsnappen. Een glasplaat is ook niet geschikt: slakken houden van frisse lucht.

• Slakken houden van schaduw en vocht. Zet daarom de bak niet in de zon en bespuitde bak regelmatig met een fijne nevel uit de plantenspuit.

• Laat de kinderen om de beurt de slakken voeden met sla, andijvie enz.

Dierenvriendjespad 17

Page 18: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Mogelijke vragen bij de slakkenbak:

• Waar zitten alle slakken?• Welke slak is de grootste en welke is de kleinste?• Welke kleuren hebben de huisjes van de slakken?• Wat eten de slakken?• Zie je een slak met een klein deukje in zijn huis? (bij een klein ongelukje kan een

slak zijn huis zelf repareren)

Dierenvriendjespad 18

Page 19: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

3.3.5 Grondontdekhoek

Konijnen en muizen graven holletjes en gangen. De gangen lopen onder de grond vanlinks naar rechts. Hoe weten ze nu waar ze uitkomen? Hoe graven ze de gangen?Omdat de dieren graven in verschillende grondsoorten, wordt er in deze activiteit watdieper op ingegaan.

Nodig: 4 potten met verschillende soorten grond: zandbakzand, grond uit debuurt van school, potgrond en tuinturfspelmateriaal uit zandbak en zandtafelbehangerslijm of Arabische gomgrote vellen gekleurd papiereventueel poeder van gekleurd krijt

In de ontdekhoek staan 4 potten met de verschillende grondsoorten. Ook ligt er allerlei spelmateriaal (zeven, molentjes, bakvormen enz.) In kleine groepjes gaan dekinderen met de verschillende grondsoorten experimenteren. Laat de kinderen:

• in de grond woelen en eraan ruiken• de verschillende soorten grond naast elkaar op de tafel uitspreiden en met elkaar

vergelijken voor wat betreft kleur, structuur (grof/fijn) en vochtigheid• de grondsoorten nat maken en uitproberen wat je er dan mee kunt doen (wel/geen

balletjes maken, in bakvormen doen, enz.)• de grondsoorten zeven, door een molentje laten gaan, met elkaar mengen• bepalen in welke grondsoort het konijn en de muis het makkelijkst hun holletjes en

gangen kunnen graven. En in welke het moeilijkste. Moet de grond nat of droog zijnom gangen in te graven?

Na een tijdje experimenteren gaat u bij een groepje kinderen zitten en vraagt u welkeverschillen de kinderen ontdekt hebben qua kleur, structuur, geur en vochtigheid. Kun je met de ene grondsoort iets doen wat je met de andere niet kunt? Kunnen de kinderen nu met een blinddoek om raden welke grond in welke pot zit?Laat de kinderen het ontdekken met hun zintuigen: voelen, ruiken en horen (schuddenmet de pot, denk aan de deksel!)

Dierenvriendjespad 19

Page 20: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

3.3.6 Vogels nader bekeken

Als u een kind vraagt wat een vogel is, kan hij vast een vogel beschrijven of één aan-wijzen. Het wordt pas moeilijker als u vraagt welke vogel het is. In de Biesbosch zijn ermaar liefst 232 verschillende soorten vogels! De kinderen zullen tijdens hun bezoekaan de Biesbosch veel verschillende vogels zien en horen. In ieder geval zien ze defuut, de meerkoet, eenden, blauwe reigers en, met een beetje geluk, een buizerd. In deze activiteit kijkt u samen met de kinderen naar de bouw van een vogel. De onder-delen van een vogel, bijvoorbeeld snavel, staart, kruin enz., verschillen per vogel. Dithelpt in het identificeren van de verschillend vogels die u tegenkomt in de Biesbosch. In bijlage 16 vindt u een tekening van een vogel met de verschillende onderdelen aan-gegeven. Dit kunt u vergroten en samen met de kinderen bekijken. U kunt de bouw vaneen vogel vergelijken met de bouw van het kind zelf.

Voorstel voor gesprek:

Een vogel heeft een snavel, jij hebt een ………………………………………………Een vogel heeft poten, jij hebt …………………………………………………………….Een vogel heeft vleugels, jij hebt…………………………………………………………Een vogel heeft veren, jij hebt……………………………………………………………..

3.3.7 Dierenhoek

U kunt in de klas een dierenhoek inrichten. Dit is heel handig wanneer u geen tijd hebtom tijdens de les aandacht te besteden aan de ‘dierenvriendjes’. In deze hoek kunt ude volgende materialen leggen:

• verschillende boekjes over de ‘dierenvriendjes’ (zie hoofdstuk 6)• verschillende creatieve activiteiten (zie hoofdstuk 4)• verschillende knuffels van dierenvriendjes

Dierenvriendjespad 20

Page 21: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit

Activiteiten: 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt4.2 Vogels maken4.3 Kijkdoos: konijnen in de Biesbosch4.4 Slak maakt een zilverspoor4.5 Vingerpopje van Mini Muis4.6 Een bever van brooddeeg4.7 De dierenvriendjesklep

4.1 Het dierenvriendjes T-shirt

Nodig: wit T-shirt (oud)krantenverfschortenstuk stevig kartontextielverf (hobbyzaak)schoteltjessjablonen van de dierenvriendjes (bijlagen 4 t/m 9)kwastentandenborstelspatraam

• Leg de kranten uitgespreid op tafel.• Neem het gestreken T-shirt en leg het stuk karton tussen de voor-en achterkant. U

hebt dan een stevige ondergrond en u loopt minder kans dat de verf op de achter-kant van het T-shirt doordrukt.

• Meng de textielverf met wat water op een schoteltje. Als u verschillende kleuren wiltgebruiken, neemt u voor elke kleur een apart schoteltje.

De kinderen kunnen op 3 manieren hun T-shirt stempelen:

1. Knip de sjabloon van je keuze uit. Smeer de sjabloon in met verf en druk het op hetT-shirt. De sjabloon kan een paar keer achter elkaar op het T-shirt gedrukt wordenzodat de kleur steeds lichter wordt. Dit geeft een heel leuk effect.

2. Knip de binnenkant van de sjabloon van je keuze uit, zodat alleen de buitenkantoverblijft. Leg het nu op een T-shirt. Binnenin de sjabloon kan de verf met eenkwast getamponneerd worden.

3. Knip de binnenkant van de sjabloon van je keuze uit, zodat alleen de buitenkantoverblijft. Leg het op een T-shirt. Met een spatraam en tandenborstel kan de verfnu op de sjabloon gebracht worden.Laat de T-shirts goed drogen als de kinderen klaar zijn met stempelen. Na het drogen moet u de T-shirts strijken met een warm strijkijzer, zodat de verf er nietmeer uitgewassen kan worden.

Dierenvriendjespad 21

Page 22: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

4.2 Vogels maken

De kinderen maken allerlei vogels van diverse soorten materialen. Ze geven de vogeleen plekje in de klas. Hieronder volgen 5 verschillende manieren om een vogel temaken.

1. Een vogel van klei

Nodig: kleiveertjes (verkrijgbaar bij de beddenspecialist)zaden

• De kinderen maken van klei de vorm van een vogel. Om het helemaal echt te latenlijken, steken ze in de klei een paar veertjes.

• Maak voor de vogel een voerbakje van klei. • Doe wat echte vogelzaden in het bakje.

2. Een vogel van een luciferdoosje

Nodig: modeltekening vogel (bijlage 10)een leeg luciferdoosjeovertrekpapierpapierviltstiftenverf

• Maak twee even grote tekeningen van een vogel of neem de sjabloon twee keerover.

• Teken de ogen van de vogel (let op de juiste plaats) en de vleugels. • Plak een luciferdoosje tussen beide vogels. De vogel kan nu staan. • Zet de vogel op de voedertafel.

3. Een vogel van een vouwblaadje

Nodig: modeltekening vogel (bijlage 10)vouwblaadje (15 x 15 cm)stevig papierstiften

• Neem de sjabloon over op stevig papier. Prik in het midden van de vogel een inke-ping (zie modeltekening bijlage 10).

• Vouw een vouwblaadje om en om tot een smalle reep.• Steek de reep door de inkeping.• Vouw het open en plak de twee binnenranden van het vouwblaadje aan elkaar vast.• Hang de vogel aan een touwtje in de klas.

Dierenvriendjespad 22

Page 23: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

4. Een vogel van een wasknijper

Nodig: stevig gekleurd papiermodel tekening vogel (bijlage 10)gekleurd papier voor oogjes en vleugelsschaar of prikpeneventueel potloden

• Neem het model van de vogel twee keer over op stevig papier. Laat de kinderen devogel uitknippen of –prikken.

• Plak de vogelvorm ieder aan een kant van de wasknijper.• Teken of plak oogjes en vleugels op de vogel.• Klem de vogel ergens vast in het klaslokaal (bijv. op een tak die u van buiten hebt

gehaald).

5. Vogels van vingerafdrukken

Nodig: stempelkussentekenpapierviltstift/kroontjespen met inkt

• Laat de kinderen een tekening maken van een boom met takken. Vogels hoeven zeniet te tekenen. Deze maken ze van vingerafdrukken.

• Laat de kinderen een vinger drukken op het stempelkussen. Zet de vinger neer opde plaats waar een vogel moet komen: bijvoorbeeld op een tak.

• Teken er een snavel en eventueel vleugels aan met de viltstift of kroontjespen.

Dierenvriendjespad 23

Page 24: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

4.3 Kijkdoos: konijnen in de Biesbosch

In een kijkdoos maken de kinderen de Biesbosch met enkele konijnen erin.

Nodig: een schoenendooskleischarennatuurlijk materiaal: laat de kinderen zelf zoeken in de schoolomgevingwattenlichtgroen crêpepapier

• Druk een laag klei op de bodem van de doos.• Knip de natuurlijke materialen op maat zodat ze in de doos passen. Prik de

materialen daarna in de klei. De restjes van het materiaal kunnen eventueel in klei-ne stukjes geknipt worden en over de klei worden gestrooid.

• Plak langs de kanten uitgeknipte tekeningen van de Biesbosch: bomen, water, dieren, planten enz.

• Maak konijnen van klei. Gebruik bolletjes watten voor de konijnenstaarten.• Zet de konijnen tussen het natuurlijke materiaal van de "Biesbosch".• Maak aan de voorkant van de doos een rond kijkgaatje.• Beplak de bovenkant van de doos met lichtgroen crêpepapier.• Wie wil er een kijkje nemen in de Biesbosch?

4.4 Slak maakt een zilverspoor

Slakken maken prachtige sporen. Vooral de zilverachtige glans ervan valt op. Zeker alshet zonlicht erop schijnt. De kinderen trekken de modeltekening van de slak zonderhuisje over en knippen het uit. Ze plakken de slak op de zwarte ondergrond en makenhet huisje op zijn rug van wol. Tot slot maken ze een spoor met behulp van zilverachtigmateriaal.

Nodig: modeltekening van de slak zonder huisje (bijlage 11)gekleurd tekenpapierzwart papierpotloden of viltstiftenlijmwolaluminiumfolie

Dierenvriendjespad 24

Page 25: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

• Trek de modeltekening van de slak zonder huisje (bijlage 11) over op gekleurdtekenpapier.

• Knip de slak uit.• Plak de slak op zwart papier. Zorg dat er genoeg ruimte aan de achterkant van de

slak overblijft om het spoor op te plakken. Aan de bovenkant moet ook nog genoegruimte overblijven voor het slakkenhuisje. Het geeft een leuk effect als de slak ietsover de rand van het papier uitsteekt. Het lijkt net of de slak van het papier afwan-delt.

• Breng een beetje lijm aan op de rug van de slak aan. • Plak één uiteinde van de woldraad vast. Leg de rest van de draad er in steeds gro-

tere kringen omheen. Zo heeft de slak opnieuw een huisje!• Knip een dunne reep aluminiumfolie uit en plak deze als een kronkelig spoor ach-

ter de slak. Om het zilverspoor te maken kunt u ook zilverdraad, zilverwol of zilver-glitter gebruiken.

4.5 Vingerpopje van Mini Muis

Niet alleen het spelen met vingerpopjes maar ook het maken ervan vinden kinderenvaak erg leuk. En bovendien hoef je geen poppenkast te hebben om een voorstellingte geven: zij kunnen bij elke achtergrond gebruikt worden.

Nodig: modeltekening van muis (kopdeel x 2, lijf en strikje) (bijlage 12)stevig grijs, zwart, bruin en wit papierschaarpotloodwollen draadgekleurd papier om een strikje van te maken (uitknippen)stevige zwarte draad voor snorharen2 paperclips

• Trek de modeltekeningen van de onderdelen van de muis (bijlage 12) over op stevig papier.

• Knip ze daarna uit – het hoofd 2 keer en het lijfje 1 keer.• Om het lijfje in elkaar te plakken: rol het heen en weer tot een kegelvorm en plak

de zijkanten vervolgens aan elkaar.• Druk het spitse stuk van het lijfje plat, zodat de 2 delen van het hoofd er goed opge-

plakt kunnen worden.• Plak eerst de voorkant van het hoofd op het lijfje en daarna de achterkant. Plak de

2 delen goed aan elkaar – gebruik hiervoor de paperclips tijdens het drogen.• Teken vervolgens de ogen en plak de zwarte snorharen op.• De wollen draad dient als staart van het muisje en het gekleurde strikje maakt Mini

Muis helemaal af!

Dierenvriendjespad 25

Page 26: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

4.6 Een bever van brooddeeg

Ingrediënten voor 15 stuks:

200 gram magere kwark100 gram suiker8 eetlepels olie6 eetlepels melk1 ei1 zakje vanillesuiker1 snufje zout400 gram bloem1 pakje en 2 afgestreken theelepels bakpoeder3-4 eetlepels citroensap150 gram poedersuikerrozijnen

Nodig: kleine beversjabloon van stevig karton (bijlage 13)schaarpotloodhouten lepelkeukenmesjevetvrij papierpenseelweegschaal komoven

• Trek de sjabloon van de bever over op stevig karton en knip het uit.• Giet de melk beetje bij beetje, onder voortdurend roeren, bij de kwark.• Voeg daarna de olie, ei, suiker, vanillesuiker en zout toe.• Voeg nu de bakpoeder en driekwart van de bloem aan het mengsel toe en roer alles

tot een glad deeg.• Kneed vervolgens de overige bloem erdoorheen.• Strooi een beetje bloem over het werkblad. • Rol het deeg uit tot 1 cm dik• Leg de sjabloon erop en snij met het keukenmesje een bever vorm uit. • Bekleed een bakblik met vetvrij papier en leg de bevers erop. Leg ze niet te dicht

bij elkaar want ze zwellen op tijdens het bakken.• In elke bever drukt u een rozijn voor het oog.• Bak de bevers 15 – 20 minuten in een voorverwarmde oven (gas: stand 3, elektrisch:

200 graden).• Meng de poedersuiker en citroensap tot een glad mengsel (het glazuur).• Laat de bevers afkoelen na het bakken en bestrijk ze tenslotte met het glazuur.

Dierenvriendjespad 26

Page 27: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

4.7 De dierenvriendjesklep

Wanneer de kinderen op pad gaan in de Biesbosch is het wel de bedoeling dat ze herkend worden door de dierenvriendjes die hen uitgenodigd hebben. De kinderendragen allemaal een ‘dierenvriendjesklep’.

Nodig: kopie klep (bijlage 15) op stevig papier (1 per kind)perforatorelastiekkleurpotlodensitspapier en lijm

In bijlage 15 vindt u een mal van de dierenvriendjesklep. Maak voor ieder kind eenkopie van de klep op stevig papier. Laat de kinderen de klep uitknippen en versieren.Ze kunnen de klep versieren door in te kleuren of te beplakken met stukjes gekleurde sitspapier. Als de kinderen klaar zijn met versieren, maakt u er met de perforator tweegaatjes in. Daarna rijgt u er een stukje elastiek door en legt u er een knoopje in.

Dierenvriendjespad 27

Page 28: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Hoofdstuk 5 Voorbereiding op school: spel en beweging

Activiteiten: 5.1 Muisje, kom uit je hol.5.2 Durf jij aan mijn konijnenstaart te trekken?5.3 Bever, kom uit je burcht.5.4 De eend en de kikkers.5.5 Muis, ben je thuis?5.6 Slakje, trek je spoor.5.7 Het dierenvriendjesspel.

5.1 Muisje, kom uit je holEen kring wordt gevormd door de helft van de kinderen, zij staan met de handen vast,behalve op één plaats. Hier is dus de opening van het muizenhol.De poes (een kind) ligt voor deze opening te slapen. De andere kinderen zitten binnenin het muizenhol als muizen.De muizen gaan nu zachtjes uit het hol, via de opening, om buiten te spelen.Plotseling wordt de poes wakker en probeert de muizen te vangen.Deze moeten proberen weer in het hol terug te komen.Na een tijdje kunt u de kinderen omwisselen: de ‘muizen’ worden nu de kring enandersom.

Dierenvriendjespad 28

Page 29: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

5.2 Durf jij aan mijn konijnenstaart te trekken?Alle kinderen krijgen een kort touwtje en stoppen dit achterin hun broek of gympak.Eén kind is konijn, de andere kinderen zijn muizen.Het konijn moet proberen de staarten van de muizen af te pakken.

5.3 Bever, kom uit je burchtDe kinderen staan opgesteld achter een streep.In de hoek aan de andere kant van het lokaal zit de bever.Onder het roepen van "Bever, bever, kom uit je burcht", lopen de kinderen in de rich-ting van de bever.Plotseling springt de bever op en probeert de kinderen te vangen.De kinderen vluchten terug achter de streep.

5.4 De eend en de kikkersOp ongeveer 2 tot 3 meter van elkaar worden twee strepen getekend: dit is de sloot.In de sloot staat op één been de eend wat te slapen.Aan de rand van de sloot zitten de kikkers. De kikkers mogen, op eigen initiatief, naarde andere kant van de sloot springen. De eend moet proberen ze te pakken.De kikkers moeten springen in hurkhouding, de eend moet op één been zich hinkendverplaatsen.

Dierenvriendjespad 29

Page 30: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

5.5 Muis, ben je thuis?De kinderen staan achter een streep aan één kant van het lokaal. De muis zit, onzicht-baar voor de kinderen, aan de andere kant van het lokaal in zijn holletje (bijv. ondereen deken).De kinderen lopen naar de muis en vragen: “Muis, ben je thuis?"De muis kan nu antwoorden met het maken van een bepaald dierengeluid (piep,miauw, boe enz.)De kinderen moeten dan terug naar hun plaats als het dier dat door het geluid is aan-gegeven. Bijvoorbeeld als de muis miauwt, moeten de kinderen als poezen terug.De muis kan echter ook zeggen: "Hier ben ik", en probeert ze dan te pakken.

5.6 Slakje, trek je spoorEen slak laat op de grond een mooi zilveren spoor achter. U kruipt als een slak en laat een duidelijk spoor achter (bijv. met krijt of wol) door hetlokaal.Laat de kinderen nu langzaam als een slak door de zaal lopen zonder dat ze op hetspoor trappen.De kinderen kunnen ook het spoor volgen als slak: langzaam lopend of kruipend ach-ter elkaar.U kunt de kinderen het huis van de slak laten maken. Ze houden allemaal elkaars handvast, de eerste in de rij gaat bij het spoor staan, en vervolgens draaien de kinderen zichin steeds grotere kringen tot het huisje compleet is.

5.7 Het dierenvriendjesspelIn het midden van het lokaal worden hoepels in de breedte neergelegd.In de hoepels staan enkele dieren, die bij de dierenvriendjes horen.De dieren in de hoepels wonen op eilanden, zij gaan proberen de andere kinderen tepakken. De dieren mogen echter niet uit hun hoepels komen.De kinderen lopen tussen de hoepels door en proberen niet getikt te worden. Wiegetikt wordt, is af.Elk dier krijgt twee beurten en dan wordt er omgewisseld.

Dierenvriendjespad 30

Page 31: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Hoofdstuk 6 Aanbevolen boeken, liedjes en versjes

6.1 Boeken

De bever

Kleine bever en de echo Amy MacDonald en Sarah Fox-Davies - Lemniscaat, Rotterdam

Bobby bever, reparatie aan de beverburcht Wolfgang Looskyll Mulder en zoon, Amsterdam

De bever, miniinformatie nr.216 Heidi Smits - De Ruiter, Gorinchem

De vlijtige nietsnut Catherine LouisDe Vier windstreken

Goed zo! Knap hoor! Nannie Kuiper - Jeske VerstegenDe Vier windstreken

Blijf bij on, Thijs! Bernadette - Udo WeigeltDe Vier windstreken

De eend

Heb je mijn eendje soms gezien? N. Tafuri - J.H.Gottmer, Haarlem

Het eigenwijze eendje J. Werner - De Bezige Bij, Amsterdam

Eenden, miniinformatie nr. 82 Heidi Smits - De Ruiter, Gorinchem

Een eendje komt tot leven H. Isenbart - Meulenhof Informatief, Amsterdam

Alfred Jodocus Kwak Herman van Veen - Harlekijn, Westbroek

De muis

Kleine muis maakt een tuintje Michelle Cartlidge C. de Vries-Brouwers, Antwerpen-Amsterdam

In dit boek zit een muisje verborgen M. Felix - Van Reemst, Bussem

Frederick de Muis L. Lionni - Ankh-Hermes, Deventer

Dierenvriendjespad 31

Page 32: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Het konijn

Waar is Pieter Konijn? B. Potter - Ploegsma, Amsterdam

Krul konijn gaat naar de dokter Richard Scarry - De Bezige Bij, Amsterdam

Het verhaal van de wortelkindertjes S. van Olfers - Christofoor, Zeist

De slak

Slakkenparadijs Theres Buholzer - Meulenhof Inf. Amsterdam

Het grootste huis van de wereld L. Lionni - Ankh-Hermes, Deventer

Slakken Althen Braithwaite - De Ruiter, Gorinchem

Slak en rups H. Piers - Lemniscaat, Rotterdam

De specht

Het Vogelboek P. Burton en P. Hayman - Zomer en Keuning, Wageningen

Het vogeltje dat te ver weg vloog R. Ainsworth - De Vries-Brouwers, Rotterdam

Vogels A. Braithwaite - De Ruiter, Gorinchem

Dierenvriendjespad 32

Page 33: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

’s Zomers hoor je in het bos

Dierenvriendjespad 33

’s Zo - mers hoor je in het bos: Rik – ke – tik tik en rik – ke – tik tik;

de specht die ha - mert er op los, rik – ke – tik tik daar in het bos.

Rik – ke – tik tik en rik – ke – tik tik, hoor je ’s zomers in het bos;

rik – ke – tik tik en rik – ke – tik tik, de specht die ha - mert er op los.

Beweging: opstelling paren in een frontcirkel.

Maat 1 – 4 de kring gaat met wandelpas naar linksMaat 5 – 8 de kring gaat door met acht galoppassenMaat 9 – 10 partners draaien zich op de plaats naar elkaar en maken tweemaal

vier stamppassen (op rikke – tik – tik)Maat 11 – 12 ze geven elkaar twee handen en wisselen van plaats met vier wandel-

passen (rechter schouders langs elkaar); ieder is nu een plaats opge-schoven.

Maat 13 – 14 stampen als boven tegenover dezelfde partnerMaat 15 – 16 allen draaien met vier passen op de plaats - draai om.

De dans wordt nu met dezelfde partner herhaald.

6.2 Liedjes

Page 34: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Mini de muis

Dierenvriendjespad 34

Mini de Muis maakt haar huis het liefst in donk’ - re gaat – jes.

Haar Hol - le - tje wordt heel warm en zacht van pluis - jes en van draad - jes.

Spreektekst:

Een pluisje hier, een pluisje daar, het hol van Mini de Muis is klaar!

Page 35: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Het domme eendje

Dierenvriendjespad 35

1. Een van de eend - jes in de sloot

dacht bij zich - zelf: ik ben al groot.

En sna - ter - de "Kwek, kwek, ik ga.

Ik zwem mijn moe - der niet meer na:

Die sloot hier wordt voor mij te klein.

Er moet nog veel meer wa - ter zijn".

Hij ging op reis en zwom en zwom,

En keek niet e- ne keer meer om.

Page 36: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

2. Toen kwam de avond, kwam de nachten eenzaam dreef het in een gracht,acht snaterend: Kwek, kwek, ik wou dat ik weer thuis was, ik heb kou.Die gracht hier is mij veel te grootWas ik maar weer in onze sloot.En toen het licht kwam van de maan,Is het weer gauw teruggegaan.

Dierenvriendjespad 36

Page 37: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

In het groen, groen knolle-knollenland

Dierenvriendjespad 37

Al in een groen groen knolle – knollen land daar zat een ko – nijn – tje

heel parmant De één die blies de fluite fluite fluit en

d’ander sloeg de trom – mel. Toen kwam opeens een jager jagers man, en

heeft er één ge - schten en dat heeft naar men denk - en denk - en

kan, de an - der zeer verdro - ten.

Page 38: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

6.3 Opzegversjes

- Tien kleine bevertjes- Eendjes- De familie muizen- Konijntje- Slakkenhuis- De specht

Tien kleine bevertjes

Tien kleine bevertjes, die kwam ik gisteren tegenEéntje sprong een vliegje naToen waren er nog maar negen.Negen kleine bevertjes, die gingen langs de grachtEéntje dook er van de brugToen waren er nog maar acht.

Acht kleine bevertjes, die zijn bij elkaar geblevenMaar één verstopt zich in het grasToen waren er nog maar zeven.Zeven kleine bevertjes, die schrokken voor een blesEéntje maakte rechtsomkeertToen waren er nog maar zes.

Zes kleine bevertjes, die zochten een verblijfEén kroop in de modder wegToen waren er nog maar vijf.Vijf kleine bevertjes, die maakten samen plezierEén deed verder niet meer meeToen waren er nog maar vier.

Vier kleine bevertjes, die hielden vol, maar zieEr kwam een groot gevaarToen waren er nog maar drie.Drie kleine bevertjes, die kwamen bij de zeeEéntje zwom naar EngelandToen waren er nog maar twee.Die trouwden later met elkaar, ze woonden in een slootDaar kregen ze weer drie bevertjesDie brachten ze samen groot.

Dierenvriendjespad 38

Page 39: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Eendjes

Eendjes, kom eens dichterbijHéél dicht bij het kantje.Want dan krijg je iets van mij‘k heb iets in mijn mandje.

Wittebrood en roggebroodKruimeltjes, maïs en brokken.Maar er is een heleboelEn je mag niet schrokken!

De familie muizen

De hele familie muizen gaat vandaag verhuizenVader en moeder en tien kinderenOf zijn het er elf? Dat mag niet hinderen.Allemaal moeten ze helpen dragenKleine pakjes naar de wagen.Soms zijn er van die hele groteDie zijn voor pa’s sterke poten.

Zo nu is de wagen volOp naar het nieuwe muizenhol.Helpen jullie heel goed duwen?Het is een hele muizenkluwen.En tenslotte zijn ze daar’t nieuwe huis is nog niet klaar.

Het holletje moet nog fris geschrobdEn het kleedje vast uitgeklopt.Moeder gaat vast torren vangenMuis Mini neemt met een vaartjeAl het stof af met haar staartje.Kraaloog wast in een grote teilEn Wipje boent het kamerzeil.Zo doet ieder muisje wat En vader zei: "ziezo, dat is dat!"

Dierenvriendjespad 39

Page 40: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Dierenvriendjespad 40

Konijntje

Moeder konijntje die zat bij haar kleintjeZat bij haar kleintje dat keelpijn had.Zat op een bankje en gaf het een drankjeKleintje konijntje die snuffelde wat.

"Stil maar mijn kleintje", zei moeder konijntje"binnenkort heb je geen keelpijn meer,gaan we weer hollen, eten we knollen,dan doet jouw keeltje beslist niet meer zeer."

Moeder konijntje, die streelde haar kleintjeStopte het onder de dekens diep.Toen sloop ze henen, stil op haar tenenKleine konijntje zei niets meer…..het sliep!

Slakkenhuis

Brr….wat is het koud en natSlak zoekt een plekje onder het blad.Dan kruipt hij naar binnen in zijn mooie huisSluit de deur en voelt zich thuis.Na de winter schijnt de lentezon,Slak krijgt het warm en denktKom ik doe mijn deurtje open.En kijk, wie komt daar uitgekropen.

Ja, je ziet het goed!Het is kleine slak die open doet.Dag lieve slak, ben jij daar weer?’t Is voorjaar, dus geen winter meer.

Page 41: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Dierenvriendjespad 41

De specht

Rik tik tik tik tuitWat hoor ik voor geluid?Rik tik tik tik tonenHet komt uit de bomen.

Rik tik tik tik tatIk zie een heel klein gatEen gaatje in de bomenHoe zou dat nu komen?

Rik tik tik tik techtHet is mijn vriendje de spechtHij maakt een holletje voor zijn bruidEn nu is het versje uit.

Page 42: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Dierenvriendjespad 42

Hoofdstuk 7 Nazorg

7.1 Inleiding7.2 Toelichting bij de tweede brief7.3 Panoramaschilderij7.4 Zaaien van tuinkers

7.1 Inleiding

In dit hoofdstuk vindt u een aantal suggesties om het bezoek aan de Biesbosch op eenleuke manier af te sluiten. Vooraf aan de activiteiten kunt u een kringgesprek voerenover de ervaringen en belevingen van de kinderen tijdens het bezoek aan deBiesbosch.

7.2 Toelichting bij tweede brief

In bijlage 14 treft u een tweede brief van de dierenvriendjes aan voor de leerlingen. Ditkeer willen de dierenvriendjes de kinderen bedanken voor hun bezoek aan deBiesbosch. Ze zijn erg blij dat de kinderen bij hen ‘thuis’ zijn geweest. De dieren-vriendjes hebben ook een cadeautje voor de leerlingen bij de brief gestopt (tuinkers-zaadjes). Het is de bedoeling dat u een aantal zakjes tuinkerszaadjes koopt en dit leukinpakt alsof het van de dierenvriendjes afkomstig is.

7.3 Panoramaschilderij

De kinderen zijn waarschijnlijk nog vol van hun bezoek aan de Biesbosch. Samen metde kinderen inventariseert u ideeën voor een panoramaschilderij.

Nodig: grote rol behangverfkwastenverfschorten

Het is de bedoeling dat de kinderen op de rol behang weergeven wat ze tijdens hunbezoek aan de Biesbosch gezien hebben. Het is misschien handig om de rol behang over een grote tafel heen te leggen. Op diemanier kunnen meerdere kinderen tegelijk hun ervaringen schilderen.Omdat de ervaringen van de kinderen deels verschillend zullen zijn, ontstaat er eenpanoramaschilderij waarin een gevarieerd beeld van de Biesbosch is weergeven.Misschien kan de panoramaschilderij opgehangen worden op een plaats waar de heleschool het kan bewonderen!

Page 43: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Dierenvriendjespad 43

7.4 Zaaien van tuinkerszaadjes

Kinderen zouden het liefst zien dat hun zojuist gezaaide zaad het volgende momenteen complete plant oplevert. Vandaar dat tuinkers zo geschikt is als eerste kennisma-king met zaaien. Tuinkers groeit namelijk enorm snel. Het stelt bovendien weinigeisen. Het kan zelfs op vochtige watten ontkiemen. De onderlinge afstand komt bij hetzaaien niet zo nauw. De zaden mogen dicht op elkaar gezaaid worden, wat leuke moge-lijkheden geeft voor activiteiten. Hieronder volgt een aantal suggesties.

Nodig: tuinkerszaadpotgrondmaterialen zoals boterkuipjes, bloempotten, bakken, deksels vanpiepschuim om de grond in te doen plantenspuit met water

1. Tuinkers op tafelIeder kind kan op zijn tafeltje tuinkers laten groeien. Doe een beetje potgrond in een boterkuipje. Geef ieder kind een halve theelepel tuinkers zaden.Laat de kinderen de zaden net onder de grond drukken.De kinderen geven nu iedere dag water met de plantenspuit. En dan is het wachten opde heerlijke tuinkers!

2. Zaaien in de vorm van een letterDe kinderen zaaien de eerste letter van hun naam.Laat de kinderen eerst de omtrek van hun letter in de grond maken.Daarna strooien ze de tuinkers zaden zo veel mogelijk op de omtrek. Om de letter zogoed mogelijk te laten uitkomen, moeten de kinderen proberen niet te veel te knoei-en.

3. OogstTe hoog gegroeide tuinkers smaakt nogal bitter. Vandaar dat tuinkers ook wel bitter-kers wordt genoemd. Tuinkers kan bij een hoogte van 3 tot 4 cm afgeknipt worden. Inde klas is dat na 7 of 8 dagen het geval. Buiten, afhankelijk van het weer, gebeurt datna drie weken.De kinderen knippen met een schaar de tuinkers zo hoog mogelijk af. De tuinkers isgeoogst!Soms lukt het een tweede keer te oogsten van dezelfde plant.

4. Tuinkers op de boterhamProef de zelfgekweekte tuinkers met de leerlingen. Tuinkers kan rauw op een boterhamof beschuit gegeten worden. Het smaakt heel lekker met een beetje mayonaise erbij!

Page 44: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

Dierenvriendjespad 44

5. TuinkerseierenU kunt ook met de kinderen tuinkerseieren maken.Kook eieren hard en spoel ze af onder de koude kraan.Pel ze en snijd ze in de lengte middendoor.Haal de dooiers er voorzichtig uit en vermeng die met mayonaise, zout, peper en veelfijngesneden tuinkers.Schep het mengsel terug in het wit van het ei. Echt lekker!

6. BloemstukjeLaat de kinderen ook wat tuinkers buiten zaaien en laat het doorgroeien.Het kan wel 35 cm hoog worden. Tuinkers bloeit met kleine, witte bloemen. Uitgebloeide tuinkers laat zich goed ver-werken in bloemstukken.U kunt de uitgebloeide tuinkers verwerken in een veldboeket, samen met de kinderen.

Page 45: HET DIERENVRIENDJESPAD...3.3.7 De dierenhoek (alle dierenvriendjes) 20 Hoofdstuk 4 Voorbereiding op school: creativiteit 4.1 Het dierenvriendjes T-shirt 21 4.2 Vogels maken 22 4.3

© 2004Biesbosch BezoekerscentrumBiesboschweg 44924 BB Drimmelen

Dierenvriendjespad 45