Het belang van egodocumenten in het kader van … · 2011. 2. 19. · Dusko Popov en Kim Philby....
Transcript of Het belang van egodocumenten in het kader van … · 2011. 2. 19. · Dusko Popov en Kim Philby....
1
FACULTEIT
RECHTSGELEERDHEID
Het belang van egodocumenten in het kader
van inlichtingenstudies aan de hand van Kim
Philby en Dusko Popov
Masterproef neergelegd tot het behalen van
de graad van Master in de criminologische wetenschappen door (20055227) Maes Olivier
Academiejaar 2009-2010
Promotor: Commissarissen: Prof. Dr. M. COOLS Prof. Dr. P. PONSAERS Lic. J. JANSSENS
2
Trefwoorden:
1. Inlichtingenstudies
2. Egodocumenten
3. Dusko Popov
4. Kim Philby
5. Dubbelspionnen
3
Verklaring inzake toegankelijkheid van de
masterproef criminologische wetenschappen
Ondergetekende,
MAES Olivier (20055227)
geeft hierbij aan derden,
zijnde andere personen dan de promotor (en eventuele co-promotor), de commissarissen of leden
van de examencommissie van de master in de criminologische wetenschappen,
[de toelating] [geen toelating] (schrappen wat niet past)
om deze masterproef in te zien, deze geheel of gedeeltelijk te kopiëren of er, indien beschikbaar, een
elektronische kopie van te bekomen, waarbij deze derden er uiteraard slechts zullen kunnen naar
verwijzen of uit citeren mits zij correct en volledig de bron vermelden.
Deze verklaring wordt in zoveel exemplaren opgemaakt als het aantal exemplaren waarin de
masterproef moet worden ingediend, en dient in elk van die exemplaren ingebonden onmiddellijk na
het titelblad.
Datum: 17/05/2010
Handtekening: ……………………………
4
Voorwoord
Het schrijven van een masterproef is geen evidentie, er komt veel meer bij kijken dan op het
eerste gezicht zou lijken. Hoewel de meeste studenten de masterproef als een last ervaren
hebben, kijk ik er zo niet op terug. Dit zal natuurlijk ook veel te maken hebben met mijn
persoonlijke interesse ten aanzien van de Tweede Wereldoorlog. Ook de inlichtingenstudies
boeien mij uitermate. Het feit dat ik deze twee interesses heb kunnen integreren in deze
masterproef was mooi meegenomen. Nadeel is echter de tijdslimiet waardoor niet alles vertelt
kan worden. Dit nadeel weegt echter niet op tegen alles dat ik tijdens het schrijven en lezen
heb bijgeleerd.
Hier wil ik mijn promotor Prof. Dr. Marc Cools enorm voor bedanken.
Bedankt omdat U mij hebt geholpen met het kiezen van een geschikt onderwerp en mij
doorheen het schrijven steeds op de goede weg hebt gehouden. Niet enkel wil ik U bedanken
als promotor maar ook als diegene die mij in het derde bachelorjaar heeft laten kennismaken
met de inlichtingenstudies. Bedankt!
Speciale dank gaat ook uit naar Dhr. Herremans Geert, Dhr. Vereecken Kristof en Dhr.
Langhendries Wouter. Hen wil ik danken voor het herlezen van deze masterproef. Bedankt!
Tot slot wil mijn ouders nog bedanken voor het vinden van ‘Spy/Counterspy’. Zonder jullie en
zonder de autobiografie van Dusko Popov was deze masterproef er niet gekomen.
5
Afkortingenlijst
ACSS Assistant Chief SIS
BSC British Security Coordination
C of CSS Hoofd SIS
CIA Central Intelligence Agency
DCSS Deputy Chief SIS
FBI Federal Bureau of Investigation
FUSAG Het fictieve ‘First United States Army Group’
GC & CS Government Code & Cipher School
Gestapo Geheime Staatspolizei
JIC Joint Intelligence Committee
MI5 Security Service
NKVD Sovjet-inlichtingendienst, voorloper van de KGB en is nu gekend als de
FSB.
OKW Oberkommando der Wehrmacht
OSS Office of Strategic Services, voorloper CIA
RSHA Reichssicherheitshauptamt
SD Sicherheitsdienst
SHAEF Supreme Headquarters Allied Expeditionary Force
SIGINT Signals Intelligence
SIS Special of Secret Intelligence Service, beter gekend als MI6
SOE Special Operations Executive
SS Schutz-Staffeln
6
Inhoudstafel
VOORWOORD ..................................................................................................................................... 4
AFKORTINGENLIJST ......................................................................................................................... 5
INHOUDSTAFEL ................................................................................................................................. 6
INLEIDING ............................................................................................................................................ 9
HOOFDSTUK I: INLICHTINGENSTUDIES ................................................................................. 13
1. Inleiding ................................................................................................................................................. 13
2. De Inlichtingenstudies als wetenschappelijke discipline ........................................................................ 13
3. De vierdelige kaderaanpak .................................................................................................................... 15
4. Besluit .................................................................................................................................................... 17
HOOFDSTUK II: METHODOLOGIE ............................................................................................. 19
1. Inleiding ................................................................................................................................................. 19
2. Egodocumenten ..................................................................................................................................... 19
2.1 Definitie ...................................................................................................................................................... 19
2.2 Kritische diagnose van egodocumenten ..................................................................................................... 20
2.3 Het criminologisch onderzoek en egodocumenten .................................................................................... 21
3. De case study als kwalitatieve methode ................................................................................................ 22
3.1 Een algemene typering ............................................................................................................................... 22
3.2 Kiezen voor een case study ......................................................................................................................... 23
3.3 Het afbakenen en selecteren van de cases ................................................................................................. 24
4. Besluit .................................................................................................................................................... 25
HOOFDSTUK III: KIM PHILBY .................................................................................................... 27
1. Van overtuigd communist tot Sovjetspion binnen de Secret Intelligence Service .................................. 27
1.1 De rekrutering door de NKVD: het verraad van de ‘Cambridge Five’ ......................................................... 27
1.2 Het echte werk kan beginnen ..................................................................................................................... 29
2. Van SOE opnieuw richting SIS: het echte werk kan beginnen ................................................................. 33
2.1 De Secret Intelligence Service ..................................................................................................................... 33
2.2 Fritz Kolbe ................................................................................................................................................... 38
7
3. Richting Section IX ................................................................................................................................. 40
3.1 Op zoek naar promotie ............................................................................................................................... 40
3.2 Section IX in handen van een Sovjet spion ................................................................................................. 42
3.2.1 Philby gaat aan de slag ........................................................................................................................ 42
3.2.2 Reorganisatie binnen SIS ..................................................................................................................... 43
3.2.3 Het Volkov incident ............................................................................................................................. 44
4. Het verrichten van overzeese plichten ................................................................................................... 46
4.1 Richting het SIS hoofdkwartier in Turkije ................................................................................................... 46
4.2 Richting het machtscentrum: Washington ................................................................................................. 47
5. Het doek valt ......................................................................................................................................... 50
6. Inhoudelijk besluit ................................................................................................................................. 53
HOOFDSTUK IV: DUSKO POPOV ................................................................................................ 58
1. Becoming a spy ...................................................................................................................................... 58
2. Het spionagespel neemt een aanvang ................................................................................................... 63
2.1 Plan Midas .................................................................................................................................................. 63
2.2 Plan Machiavelli .......................................................................................................................................... 65
3. Vanuit het vertrouwde naar het ongewisse: ‘The Pearl Harbor Questionnaire’ ..................................... 66
3.1 Voorbereiding vertrek richting de Verenigde Staten .................................................................................. 66
3.2 Richting New York ....................................................................................................................................... 69
3.3 Kon de Japanse aanval vermeden worden? ............................................................................................... 72
3.4 Richting de Abwehr ..................................................................................................................................... 76
4. Back in the game .................................................................................................................................... 77
4.1 Britse deceptieplannen met betrekking tot de nakende invasie in Sicilië .................................................. 77
4.2 De Joegoslavische ontsnappingsroute ........................................................................................................ 78
5. Richting de Normandische stranden: ‘Operation Fortitude’ ................................................................... 81
5.1 Het opzet .................................................................................................................................................... 81
5.2 Bedreigingen ............................................................................................................................................... 83
6. ‘Operation Overlord’: 6 juni 1944 .......................................................................................................... 84
6.1 Normandië in plaats van het Pas de Calais ................................................................................................. 84
6.2 De zoektocht naar de moordenaar van een vriend .................................................................................... 85
7. Het spel is gespeeld ............................................................................................................................... 86
8. Inhoudelijk besluit ................................................................................................................................. 87
HOOFDSTUK V: BESLUIT ............................................................................................................. 95
1. Inleiding ................................................................................................................................................. 95
2. Het historisch kader ............................................................................................................................... 97
8
3. Het juridisch kader ................................................................................................................................. 99
4. Het functioneringskader ........................................................................................................................ 99
5. Het sociaal-wetenschappelijk en bestuurskundig kader ....................................................................... 101
BIBLIOGRAFIE ............................................................................................................................... 103
BIJLAGE I: DE INLICHTINGENCYCLUS .................................................................................... 108
Fig. 1 ............................................................................................................................................................ 108
Fig. 2 ............................................................................................................................................................ 109
BIJLAGE II: MODEL OF SOVIET STRATEGIC DECEPTION ................................................ 110
BIJLAGE III: DE ‘PEARL HARBOR QUESTIONNAIRE’ ......................................................... 111
BIJLAGE IV: DE ‘MIKROPUNKT’ ............................................................................................... 115
BIJLAGE V: BRIEF J.E. HOOVER ................................................................................................ 116
9
Inleiding
Wanneer naar (oorlogs-)geschiedenis gekeken wordt, kan er niet anders dan geconcludeerd
worden dat er door de eeuwen heen gretig gebruik werd gemaakt van spionnen. Het blijkt
onontbeerlijk te zijn zowel voor als tijdens het oorlogvoeren. Phillip Knightley spreekt dan
ook terecht over het tweede oudste beroep ter wereld.1 Wanneer we de Bijbel er op naslaan
zijn we zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament getuigen van wellicht de eerste
spionageverhalen. In het Deuteronomium richt Mozes zich als volgt tot de Israëlieten:
“Maar toen bent u allemaal naar mij toe gekomen en hebt gezegd: ‘laat ons eerst enkele
mannen vooruit sturen om het land te verkennen en om ons in te lichten over de weg die wij
moeten nemen en de steden waar wij zullen komen’. Omdat dit voorstel mij verstandig leek,
heb ik twaalf mannen aangewezen, één uit elke stam.”2
Ook Jozua maakte gebruik van ‘spionnen/verkenners’ wanneer hij Jericho beval het land te
verkennen.3 In het Oude Testament zijn het de Israëlieten die spioneren in opdracht van God.
In het Nieuwe Testament echter wordt Jezus verraden door Judas. Hieruit blijkt reeds dat er
een groot verschil is tussen spionage en spionnen onderling. Namelijk diegene die in het
belang van zijn land werkt en diegene die de ‘Judas’ speelt en zijn land en/of vrienden
verraadt. Ook verder in deze masterproef zal dit verschil duidelijk worden aan de hand van
Dusko Popov en Kim Philby.
Zowel in het oude Egypte en het oude Griekenland als in het Romeinse Rijk werd gretig
gebruik gemaakt van allerlei spionnen.4 De oude Grieken spraken vooral over deserteurs,
handelaars en gerekruteerde vijanden.5 Wanneer Julius Caesar voor de tweede maal het kanaal
overstak richting het Verenigd Koninkrijk maakte hij handig gebruik van plaatselijke
stammen die zich aanboden als bondgenoten. Deze stammen liet hij onder andere achterhalen
waar de troepen van Cassivellaunus zich bevonden en wat hun getalsterkte was.6
1 KNIGHTLEY, P., The Second Oldest Profession: Spies and Spying in the Twentieth Century, Londen, A. Deutsch,
1986, 1. 2 DT. 1:22-23.
3 JOZ. 2:1.
4 DVORNIK, F., Origins of Intelligence Services: The Ancient Near East, Persia, Greece, Rome, Byzantium, The
Arab Muslim Empires, The Mongol Empire, China, Muscovy, New York, Rutgers University Press, 1974, 334 p. 5 RUSSEL, F., Information Gathering in Classical Greece, Ann Arbor, University of Michigan Press, 1999, 105-106.
6 GOLDSWORTHY, A., Caesar, Londen, Weidenfeld & Nicolson, 2006, 350-351.
10
Gedurende de verdere geschiedenis lijkt er weinig te bewegen op vlak van spionage.
Spionnen blijven vooral dienst doen met een militaire, tactische finaliteit. Men tracht zoveel
mogelijk te weten te komen met betrekking tot de vijandige troepen.
Na de Eerste Wereldoorlog gebeurt er echter iets opmerkelijks. Hogere Duitse officieren gaan
samen bijdragen schrijven in een boek over de werking van hun spionagediensten tijdens deze
oorlog. Het gaat hier zowel over modi operandi als over het nut hiervan.7
Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is er een verschuiving waar te nemen. Zoals verder
zal blijken zullen de Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten niet enkel meer trachten te
weten komen waar de vijand met bezig is, zij zullen deze tevens trachten te beïnvloeden. Of
zoals Sir John Masterman het verwoordde:
“…you can control one of the enemy’s main sources of information, and thus know what his
information is, and, to go a step further, you can select his information for him, you can
pervert his information, you can misinform him, and, eventually, actively deceive him as to
your intentions.”8
In de moderne geschiedenis kan vastgesteld worden dat de opdrachten van inlichtingen- en
veiligheidsdiensten zich meer en meer diversifiëren. Zij interveniëren niet enkel meer met een
militaire finaliteit, zij krijgen ook opdrachten toebedeeld die zich bijvoorbeeld op het
economische vlak afspelen. Wanneer naar de Belgische situatie gekeken wordt, kan
vastgesteld worden dat zowel de Veiligheid van de Staat9 als zijn militaire tegenhanger de
Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid10 (ADIV) over een breed takenpakket
beschikken. Ook kan hier melding gemaakt worden van het bestaan van inlichtingen- en
veiligheidsdiensten die hun diensten aanbieden op de private markt en dit zowel aan
overheden en bedrijven als aan particulieren.
7 VON LETTOW-VORBECK, P.E., Die Weltkriegspionage (Origonal-Spionage-Werk), München, Moser, 1931,
688p. 8 MASTERMAN, J.C., The double-cross system in the war of 1939 to 1945, Londen, Yale University Press, 1972, 7.
9 Art. 7 Wet 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst, B.S., 18 december
1998. 10
Art. 11 Wet 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst, B.S., 18
december 1998.
11
Ondanks het feit dat inlichtingen- en veiligheidsdiensten steeds deel hebben uitgemaakt van
het maatschappelijke leven is de wetenschappelijke interesse hiervoor een recent fenomeen,
met 9/11 wellicht als belangrijkste katalysator.11
Dit is echter niet verwonderlijk daar het net de essentie van een dergelijke dienst is dat ze
geheim is. Spionage is bij het grote publiek enerzijds gekend via fictie van auteurs als Ian
Flemming of John Le Carré, anderzijds zijn er ook de autobiografieën of andere werken van
diegenen die deel hebben uitgemaakt van een inlichtingen- of veiligheidsdienst.
Het feit dat de wetenschappelijke interesse hiervoor recent is, is m.i. al een deel van de
relevantie van deze masterproef, maar er is echter meer. Inlichtingen- en veiligheidsdiensten
staan midden onze maatschappij, en hebben een niet te onderschatten impact. In een goed
functionerende democratie hoort het zo te zijn dat een Staat haar eigen veiligheid en die van
haar onderdanen zo goed als mogelijk organiseert. De samenleving moet echter ook de
gelegenheid hebben de wijze waarop dit gebeurt tot voorwerp van discussie en debat te
maken.12 Deze diensten kunnen echter gevaarlijk zijn in handen van dictators of in totalitaire
regimes zoals in het verleden reeds is gebleken in landen als nazi-Duitsland, de USSR en de
DDR. Het in vraag stellen van het bestaan van inlichtingen- en veiligheidsdiensten als
staatsinstelling is niet het doel van deze masterproef en zou ons te ver leiden. Dit lijkt m.i. ook
volkomen nutteloos.
De plaats die deze diensten innemen in onze samenleving is een punt van relevantie. Het
belang van een wetenschappelijke benadering ten aanzien, en ten voordele van, inlichtingen-
en veiligheidsdiensten is niet te onderschatten. Het belang van het bestuderen van de werking
van inlichtingen- en veiligheidsdiensten in het algemeen en dubbelspionnen in het bijzonder
werd onlangs aangetoond door de aanslag gepleegd tegen de CIA door middel van een
dubbelspion.13
Het doel is echter na te gaan of het onderzoeken van egodocumenten van belang is in het
kader van inlichtingenstudies. Dit zal gebeuren door een casestudie uit te voeren op de
autobiografieën van twee gewezen spionnen: Kim Philby en Dusko Popov.
11
DE VALK, G., Dutch Intelligence, Towards a Qualitative Framework for Analysis, Den Haag, Boom Juridische
uitgeverij, 2005, 1. 12
COOLS, M. en PONSAERS, P., ‘Inlichtingenstudies, een aanzet to besluit’, in De Staatsveiligheid. Essays over
175 jaar Veiligheid van de Staat, COOLS, M., DASSEN, K., LIBERT, R. en PONSAERS, P. (eds.), Brussel, Politeia,
378. 13
X, Dubbelspion pleegde aanslag tegen CIA-kamp, De Standaard, 6 januari 2010, p.13.
12
De centrale vraag die hier beantwoord zal moeten worden is dan ook logischerwijze of het al
dan niet nuttig is om, wanneer onderzoek gedaan wordt naar de werking van inlichtingen- en
veiligheidsdiensten, ook gebruik te maken van egodocumenten.
Om deze doelstelling te bereiken zal vooreerst in hoofdstuk I dieper ingegaan worden op de
inlichtingenstudies zelf. Hier zal een overzicht gegeven worden van reeds verschenen werken
over wat inlichtingstudies inhouden, hoe men deze het beste benaderd, waarom het belangrijk
is hiernaar onderzoek te verrichten en wat de gangbare methoden en technieken zijn om
inlichtingenstudies uit te voeren.
Daarna zal, in hoofdstuk II, dieper ingegaan worden op de egodocumenten. Er zal een
definitie geformuleerd worden en er zal een overzicht gegeven worden van de mogelijke
gevaren die het werken met egodocumenten met zich meebrengen, dit zowel binnen de
historische kritiek als binnen de kwalitatieve methoden en technieken. Aandacht zal ook
besteed worden aan de kwalitatieve methode die in deze masterproef gehanteerd wordt, met
name de case studie. Enerzijds zal de keuze van zowel de methode als de keuze van de
autobiografieën verantwoord moeten worden, anderzijds zal uiteengezet worden hoe beide
autobiografieën besproken/uiteengezet zullen worden.
De hoofdstukken III en IV zullen integraal gewijd worden aan Kim Philby en Dusko Popov.
Hier zullen beide autobiografieën worden toegelicht en is het aan hen om hun verhaal te
vertellen. Met betrekking tot Kim Philby zal My Silent War14
besproken worden. Bij Dusko
Popov is dit Spy/Counterspy15.
Aan de hand van deze uiteenzettingen moet het mogelijk zijn om in hoofdstuk V tot een
besluit te komen en de centrale onderzoeksvraag te beantwoorden.
14
PHILBY, H.A.R., My Silent War, St. Albans, Panther, 1976, 189p. 15
POPOV, D., Spy/Counterspy, Londen, Book Club Associates, 1974, 278p.
13
Hoofdstuk I: Inlichtingenstudies
1. Inleiding
Zoals hierboven reeds aangehaald zijn de inlichtingenstudies in België een recent ontwikkelde
wetenschappelijke discipline. In tegenstelling tot de verschillende politie- en inspectiediensten
konden de inlichtingen- en veiligheidsdiensten op minder academische belangstelling
rekenen.16 Hierin is, gelukkig maar, de laatste tijd verandering aan het komen en dit onder
impuls van voornamelijk de Angelsaksische landen. Men kan echter maar spreken van een
wetenschappelijke discipline wanneer we het kennisobject, de methodologie en de bronnen
kunnen definiëren.
2. De Inlichtingenstudies als wetenschappelijke discipline
Het kennisobject van deze discipline is vrij duidelijk. Dit zijn onder andere de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten zelf, de inlichtingen, de inlichtingencyclus en de methoden die deze
diensten gebruiken in hun dagdagelijkse werking. De opdrachten van deze diensten kunnen
teruggebracht worden tot drie kernactiviteiten. Ten eerste het verzamelen, interpreteren en
distribueren van informatie (collection and analysis). Ten tweede clandestiene operaties
opzetten om gebeurtenissen in het buitenland te manipuleren. Tot slot moeten zij bescherming
bieden tegen vijandige operaties opgezet door buitenlandse diensten.17
Inlichtingen kan men beschouwen als verrijkte informatie. Een inlichting is informatie die
verzameld is en die verwerkt en/of geanalyseerd is voor andere actoren of beleidsmakers.18
De inlichtingencyclus echter is een vijfstappenplan dat dit gehele proces beschrijft. In de
eerste stap, planning and direction, zullen beleidsmakers en inlichtingenofficieren beslissen
welke informatie er verzameld moet worden.
16
COOLS, M. en PONSAERS, P., ‘Inlichtingenstudies, een aanzet to besluit’, in De Staatsveiligheid. Essays over
175 jaar Veiligheid van de Staat, COOLS, M., DASSEN, K., LIBERT, R. en PONSAERS, P. (eds.), Brussel, Politeia,
373. 17
JOHNSON, L.K., ‘Bricks and Mortar for a Theory of Intelligence’, Comparative Strategy, 2003 (22), 1. 18
DE VALK, G., Dutch Intelligence: towards a qualitative framework for analysis, Den Haag, Boom Juridische
uitgeverij, 2005, 8.
14
Collection is de tweede stap waarin beslist moet worden wat de specifieke targets zijn en
welke methoden men zal gebruiken om dit doel te bereiken. Processing heeft dan weer te
maken met het verwerken van de ruwe data die in de vorige fase verzameld zijn. In de fase
van de Analysis and Production worden de ruwe data gekoppeld aan informatie verkregen via
open-source intelligence19. Op die manier moet het mogelijk zijn een compleet beeld te
krijgen. De laatste fase, die van de dissemination, moet ervoor zorgen dat de inlichtingen in
handen komen van de beleidsmakers.20 In bijlage I is de Intelligence cycle schematisch
weergegeven.
Dit proces laat echter uitschijnen dat elke fase volgens hetzelfde voorgestructureerde plan
verloopt. Tevens houdt het geen rekening met het iteratieve proces dat nodig is om de
objectieven te bereiken. Het geeft geen indicatie wanneer een fase is afgerond. Een andere
kritiek is dat het niet duidelijk weergeeft wat de impact van de hoeveelheid bronnen is in de
analyse fase.21 Ook hier is het m.i. aangewezen dat academici een handje toesteken en
onderzoek doen naar de Intelligence cycle. Wat betreft inlichtingenstudies is niet enkel een rol
weggelegd voor criminologen, ook de politieke wetenschappen, de studenten rechten of
professoren en diegenen die management technieken bestuderen kunnen belangrijke bijdragen
leveren. Voor de volledigheid is het noodzakelijk om tevens melding te maken van andere
bestaande modellen zoals de Intelligence matrix en de Warning cycle.22
Wat betreft de methodologie, lijkt het m.i. beter dit toe te lichten wanneer de vierdelige
kaderaanpak van Paul Ponsaers en Marc Cools zal toegelicht worden. De methodologie met
betrekking tot deze masterproef zal in hoofdstuk twee behandeld worden. Ook de bronnen van
de inlichtingenstudies zullen elders dieper worden toegelicht.
De voornaamste bronnen die gehanteerd kunnen worden zijn in de eerste plaats reeds eerder
verschenen wetenschappelijke werken. Daarnaast kunnen, indien beschikbaar, officiële
documenten van inlichtingen- en veiligheidsdiensten gebruikt worden. Tot slot zijn er de
publicaties van diegenen die actief geweest zijn binnen deze verschillende diensten. Deze
bronnen moeten echter met de nodige (voor)zorg behandeld worden (zie infra.).
19
Dit zijn bijvoorbeeld dagbladen, het internet(vrij te bezoeken websites wel te verstaan) en dergelijke. 20
JOHNSON, L.K., ‘Bricks and Mortar for a Theory of Intelligence’, Comparative Strategy, 2003 (22), 2-12. 21
JOHNSTON, J. en JOHNSTON, R.(2008/06/28) Testing the Intelligence Cycle Through Systems Modeling and
Simulation [WWW]. Central Intelligence Agency: https://www.cia.gov/library/center-for-the-study-of-
intelligence/csi-publications/books-and-monographs/analytic-culture-in-the-u-s-intelligence-
community/chapter_4_systems_model.htm [06/04/2010] 22
DE VALK, G., o.c., 14-18.
15
3. De vierdelige kaderaanpak
De vierdelige kaderaanpak, aangereikt door Ponsaers en Cools, bestaat uit vier werkkaders
waarbinnen inlichtingenstudies kunnen uitgevoerd worden. De kaders zijn het historische, het
juridische, het functionerings- en tot slot het sociaal-wetenschappelijke en bestuurskundige
kader.
Binnen het historisch kader worden inlichtingen- en veiligheidsdiensten in hun
geschiedkundige evolutie bestudeerd.23 Hierop zal ook de klemtoon liggen binnen deze
masterproef, waarbij deze diensten ,voornamelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de
hand van Philby en Popov, vanbuiten uit bestudeerd worden.
Dit is het meest interessante en het moeilijkste omdat de onderzoeker hier afhankelijk is van
de beschikbaarheid van declassified documenten. Naast deze officiële documenten kan ook
gebruik gemaakt worden van memoires geschreven door zij die het beleefd hebben.24 Het
eerste probleem dat zich hier stelt, is dat van de schaarste van de verschillende bronnen.25
Ondanks de openheid binnen MI5 en de CIA en meer en meer vrijgegeven documenten zijn
op het internet vrij te raadplegen, blijven de egodocumenten voor studenten de belangrijkste
bron aan informatie.26
Ondanks deze verbetering waarschuwt Warner ons als volgt:
“Intelligence thus by definition resists scholarship”27
Niet enkel het werken met egodocumenten houdt een zeker gevaar in. Met betrekking tot het
vrijgegeven materiaal schuilt het gevaar erin dat er een te grote waarde aan deze documenten
gehecht wordt louter en alleen omdat deze documenten daarvoor geheime informatie waren.28
23
COOLS, M. en PONSAERS, P., l.c., 375. 24
WARNER, M., ‘Sources and methods for the study of intelligence’, in Handbook of Intelligence Studies,
JOHNSON, L.K. (ed.), New York, Routledge, 21-23. 25
HUGHES, R.G., en SCOTT, L., ‘Knowledge is never too dear. Exploring intelligence archives’, in Exploring
Intelligence Archives. Enquiries into the secret state, HUGHES, G., JACKSON, P. en SCOTT, L. (eds.), New York,
Routledge, 14. 26
Ibid., 19. 27
WARNER, M., l.c., 17. 28
TAYLOR, A.J.P., English History 1914-1945, Oxford, Oxford University Press, 1965, 602.
16
Hoewel hierop in hoofdstuk twee dieper op ingegaan zal worden, zal eerst het begrip
‘unauthorised disclosure’ toegelicht worden. Dit zijn vormen van egodocumenten die
geschreven zijn door overlopers die zonder toestemming van de bevoegde overheden
staatsgeheimen onthullen. Vaak zullen zij zich trachten te verantwoorden en hun voormalige
werkgever in verlegenheid brengen.29
Volgens Warner is het een vereiste om in alle objectiviteit de inlichtingenstudies vanuit een
historisch perspectief te benaderen maar dit is m.i. niet haalbaar.30 Niemand kan volkomen
objectief tegenover gelijk welk onderzoek staan.
Wat betreft het juridisch kader kan gewezen worden op het feit dat de overheid er enerzijds
voor moet zorgen dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten hun werk kunnen doen,
anderzijds is het hun plicht om de rechten en vrijheden van hun staatsburgers te beschermen.31
Ondanks het gegeven dat hier weinig aandacht aan zal besteed worden, zal met betrekking tot
Philby kort ingegaan worden op de Britse Official Secrets Act.32
Ten derde is er het functioneringskader. Dit zijn maatschappelijke fenomenen die de opdracht
van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten uitmaken. Hierin zal steeds een evolutie waar te
nemen zijn.33 Wanneer samenlevingen evolueren, zullen de prioriteiten van deze diensten zich
aanpassen aan nieuwe trends. Het wekt geen verbazing meer dat terrorisme vandaag de dag de
hoogste prioriteit heeft binnen de verschillende (westerse) inlichtingen- en
veiligheidsdiensten.
Wanneer we de Veiligheid van de Staat als hedendaags Belgisch voorbeeld nemen, zien we
dat in art. 8 van de wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten onder
andere spionage, inmenging, terrorisme, extremisme, proliferatie, schadelijke sektarische
organisaties en criminele organisaties als voornaamste fenomenen zijn opgenomen.34
29
HUGHES, R.G., en SCOTT, L., l.c., 24-25. 30
WARNER, M., l.c., 25. 31
COOLS, M. en PONSAERS, P., l.c., 376. 32
THOMAS, R.M., Espionage and Secrecy: The Official Secrets Acts 1911-1989 of the United Kingdom., Londen,
Routledge, 1991, 171-206. 33
COOLS, M. en PONSAERS, P., l.c., 376-377. 34
Art. 8 Wet 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst, B.S., 18 december
1998.
17
Zonder hier nu dieper op in te gaan, zal dit duidelijk worden doorheen de hoofdstukken III en
IV. Tijdens de Tweede Wereldoorlog richtten de onderscheiden inlichtingen- en
veiligheidsdiensten van de geallieerden zich logischerwijze met een militaire finaliteit op
nazi-Duitsland en zijn bondgenoten. Wanneer de Koude Oorlog aanvangt spitsen deze hun
activiteiten voornamelijk toe op de Sovjet-Unie. Hier zal niet enkel een militaire finaliteit
nagestreefd worden maar tevens een economische, industriële en wetenschappelijke.
Tot slot rest er ons nog het sociaal-wetenschappelijke en bestuurskundige kader. Binnen dit
kader wordt gekeken naar de verhoudingen, de overeenkomsten en de verschillen van
inlichtingen- en veiligheidsdiensten ten aanzien van andere politie- en inspectiediensten.35 Het
spreekt voor zich dat deze anders georganiseerd worden dan reguliere diensten. Het grote
verschil is echter dat deze in de eerste plaats geheim zijn. Daarnaast zijn zij vooral bezig met
het inwinnen, analyseren/verwerken en distribueren van al dan niet illegaal verkregen
informatie (zie supra.).
4. Besluit
Hierboven is een bondig overzicht gegeven van waar de inlichtingenstudies op dit moment
staan en wat zij inhouden. Zowel wat betreft het onderzoeksobject, de methodologie als de
bronnen zijn er reeds verschillende belangrijke werken geschreven. Ondanks dit gegeven is
het wat betreft de bronnen vaak roeien met de riemen die we hebben. Dit is echter geen kritiek
maar een logisch gevolg van de finaliteit van een inlichtingen- en veiligheidsdienst. De
politiek die zij voeren is erop gericht hun agenten, methoden en technieken te beschermen.
Zodoende is het vaak jaren wachten alvorens documenten de status ‘declassified’ krijgen.36
Dit hoeft echter geen nadeel te zijn want het is uit het verleden dat we het meeste leren (cf.
Pearl Harbor en 9/11).
35
COOLS, M. en PONSAERS, P., l.c., 378. 36
HUGHES, R.G., en SCOTT, L., l.c., 16.
18
De inlichtingen- en veiligheidsdiensten die daarentegen primair gericht zijn op de toekomst,
dienen de politieke beleidsmakers te voorzien van accurate inlichtingen die hen helpen bij de
besluitvorming.37 Quasi het ergste acroniem dat een analist kan tegenkomen wanneer zijn
inlichtingenrapport wordt teruggezonden is OBE, ‘Overtaken By Events’.38
Toch mag de waarschuwing van hierboven met betrekking tot de vrijgegeven documenten
niet zomaar in de wind worden geslagen. Malcolm Muggeridge beschrijft het als volgt:
“Diplomats and intelligence agents, in my experience, are even bigger liars than journalists,
and the historians who try to construct the past out of their records are, for the most part
dealing in fantasy.”39
Men mag zichzelf niet verliezen en men moet steeds trachten alle standpunten te integreren en
leren te aanvaarden dat ook de geschiedenis zijn limieten heeft.40 Binnen de
inlichtingenstudies heeft echter alles zijn limieten, ook het werken met egodocumenten (zie
infra.).
Toch zal hier getracht worden dit tot een minimum te herleiden en de waarde en het nut van
inlichtingenstudies in het algemeen en die van het hanteren van egodocumenten in het
bijzonder aan te tonen. Bovenstaande toont duidelijk aan dat er nog heel wat lacunes zijn en
dat er niet echt eensgezindheid is over de te hanteren methodes en werkingskaders. M.i. is dit
geen nadeel maar een voordeel. Deze nog jonge discipline heeft immers veel potentieel en kan
van belang zijn voor zowel beleidsmakers als voor de burger.
37
DE VALK, G., o.c., 9. 38
JOHNSON, L.K., ‘Introduction’, in Handbook of Intelligence Studies, JOHNSON, L.K. (ed.), New York, Routledge,
9. 39
MUGGERIDGE, M., Chronicles of Wasted Time, II: The Infernal Grove, Londen, Collins, 1973, 149. 40
HUGHES, R.G., en SCOTT, L., l.c., 29.
19
Hoofdstuk II: Methodologie
1. Inleiding
In dit hoofdstuk zal vooreerst een definitie van egodocumenten geformuleerd worden waarna
zal gekeken worden welke soorten egodocumenten we kunnen onderscheiden en wat deze
inhouden. Nadien zal nagegaan worden welke gevaren het werken met egodocumenten met
zich meebrengt en hoe we hier mee zullen omgaan.
Vervolgens zal ingezoomd worden op de case study als kwalitatieve onderzoeksmethode.
Hier zal een bondig overzicht gegeven worden van deze methode met de nadruk op de
egodocumenten als onderdeel ervan. Daarna is het de bedoeling om te verantwoorden waarom
net gekozen is voor de autobiografieën van Kim Philby en Dusko Popov.
2. Egodocumenten
2.1 Definitie
Voor het definiëren van egodocumenten zal gebruik gemaakt worden van de definitie van
Monique Van Melkebeek. De definitie die zij hanteert is de volgende:
“Een ego-document is een bron die bewust gecreëerd werd om de tijdgenoot of het nageslacht
te informeren en te beïnvloeden.”41 (sic.)
De auteur kiest er, m.i., bewust voor om egodocumenten met een koppelteken te schrijven.
Dit om de nadruk te leggen op het ego, het ik, dat de kern van het egodocument uitmaakt.
Deze definitie maakt ook duidelijk dat de auteur het egodocument bewust creëert met een
welbepaald motief. Dit motief is het overbrengen van zijn verhaal om anderen zowel te
informeren en te beïnvloeden. Binnen de egodocumenten kunnen er drie dominante types
onderscheiden worden. Dit zijn de persoonlijke brieven, memoires en dagboeken.42 De nadruk
van deze masterproef ligt op de memoires, namelijk die van Philby en Popov.
41
VAN MELKEBEEK, M., Historische kritiek en postmoderne geschiedschrijving, Gent, Academia Press, 2003, 18. 42
Ibid., 19.
20
De meeste egodocumenten geven echter meer een beeld van wat de auteur buiten zichzelf
heeft waargenomen dan een onthulling van de eigen ervaring in de strikte zin. Zelfs een
dagboek is geen totale waarborg voor een accurate weergave, er moet steeds rekening
gehouden worden met zelfbedrog. Men zal trachten doelbewust het accent te leggen op een
breuk in het leven.43
Een wezenlijk kenmerk van egodocumenten is dat ze steeds subjectief zijn, de auteur geeft
zijn versie van de feiten en hoe hij deze feiten ervaren heeft. In het kader van de
inlichtingenstudies is er reeds gewezen op het mogelijke gevaar van memoires. Hoewel de
auteur van een autobiografie ons belangrijke inzichten ten aanzien van inlichtingen- en
veiligheidsdiensten kan bijbrengen, moet toch specifiek opgepast worden voor diegene die
geen deel meer uitmaken van deze gemeenschap, met name de verraders of de overlopers (zie
supra.).44
2.2 Kritische diagnose van egodocumenten
Om die redenen is het dan ook noodzakelijk om autobiografieën met de nodige kritische zin te
benaderen. Van Melkebeek reikt ons drie voorwaarden voor een kritische diagnose aan. Ten
eerste onderscheiden we de ontstaanscontext waar zal achterhaald worden in welke context de
bron ontstaan is, waarom deze ontstaan is en wat de zwakke plekken of mogelijke frustraties
van de auteur zijn.45 Daarnaast moet gezocht worden naar de motieven achter de creatie; wat
waren de intenties van de auteur en waarom heeft hij een autobiografie geschreven.46 Tot slot
wordt gekeken of de autobiografie tegelijkertijd met de feiten is ontstaan of dat we te maken
hebben met een optekening achteraf.47
Hoewel er de laatste jaren meer en meer onderzoek gedaan wordt aan de hand van
egodocumenten, werden deze lange tijd beschouwd als de gevaarlijkste van alle bronnen.
Ondanks het feit dat het werken met deze documenten zekere gevaren inhoudt, kunnen
autobiografieën een belangrijke toeleverancier van informatie zijn.
43
BOONE, M., Historici en hun métier: een inleiding tot de historische kritiek, Gent, Academia Press, 2007, 7-8. 44
WARNER, M., ‘Sources and methods for the study of intelligence’, in Handbook of Intelligence Studies,
JOHNSON, L.K. (ed.), New York, Routledge, 17. 45
VAN MELKEBEEK, M, o.c., 20. 46
Ibid., 20. 47
Ibid.
21
Door het analyseren van deze documenten kan men tot nieuwe vraagstellingen komen en kan
een nieuw onderzoeksgebied geëxploreerd worden.48
2.3 Het criminologisch onderzoek en egodocumenten
Hierboven is algemeen een beschrijving gegeven van wat egodocumenten inhouden. Hierna
zal dieper ingegaan worden op het werken met levensgeschiedenissen als basis voor
wetenschappelijk onderzoek.
De eerste onderzoeken naar levensgeschiedenissen binnen de criminologie vinden we in de
periode van de Chicago School. Werken als The Jack Roller, The Natural History of a
Deliquent Career en Brothers in Crime van Clifford Shaw of The Polish Peasant in Europe
and America van William Thomas en Florian Znaniecki hebben algemene bekendheid binnen
de criminologie verworven.
Ondanks deze successen tijdens de hoogdagen van de Chicago School heeft het werken met
levensgeschiedenissen nooit een echt volwaardige status gekregen. De grote kritieken die
hierop geuit werden hadden vooral betrekking op de betrouwbaarheid en de
representativiteit.49 Dit is m.i. geen echte fundamentele kritiek ten aanzien van het werken
met deze documenten daar het gros van het kwalitatief onderzoek met deze kritieken te
kampen heeft. Toch kan het bestuderen van egodocumenten in het algemeen en
autobiografieën in het bijzonder een meerwaarde betekenen. Op die manier kan men
achterhalen hoe mensen denken, handelen en hoe zij bepaalde zaken zien.50 Eén van de
methoden om levensgeschiedenissen te bestuderen is het werken met autobiografieën, op die
manier wordt hun geschiedenis opnieuw geschreven, aan hen wordt het woord gegeven.51
Het onderzoeksdoel is dan ook voornamelijk exploratie. Aan de hand van Popov en Philby zal
getracht worden een beter zicht te krijgen op de specifieke werking van inlichtingen en
veiligheidsdiensten tijdens de Tweede Wereldoorlog en het begin van de Koude Oorlog.52
48
BAGGERMAN, A. en DEKKER, R., ‘De gevaarlijkste van alle bronnen. Egodocumenten: nieuwe wegen en
perspectieven.’ In Egodocumenten: nieuwe wegen en benaderingen, BAGGERMAN, A. en DEKKER, R. (eds.),
Amsterdam, Aksant, 8-12. 49
FARADAY, A. en PLUMMER, K., ‘Doing Life Histories’, Sociological Review, 1979 (27), 773-774 50
KLEEMANS, E.R., KORF, D.J. en STARING, R., ‘Mensen van vlees en bloed. Kwalitatief onderzoek in de
criminologie.’, Tijdschrift voor Criminologie, 2008 (50), 333-334. 51
LUKEN, P. en VAUGHAN, S., ‘Life History and the Critique of American Sociological Practice’, Sociological
Inquiry, 1999 (69), 404-405. 52
Ibid., 415.
22
De meerwaarde van het werken met levensgeschiedenissen is drieërlei. Ten eerste kan men uit
deze autobiografieën afleiden hoe deze individuen de wereld rond hen interpreteren, begrijpen
en definiëren. Ten tweede is men in staat verwarringen, ambiguïteiten en contradicties te
begrijpen en te verklaren. Tot slot verkrijgt men een totaalbeeld van het onderzochte.53
Hoewel het leuk is de verhalen van anderen te vertellen en te ontdekken is dit voor de
onderzoeker niet altijd zonder gevaar. Zowel wat betreft het onderzoeksobject als de
onderzoeker moet in herinnering gebracht worden dat geen van beiden een volkomen ethisch,
ideologisch vrij verhaal kunnen brengen.54 Wanneer enkele personen één en dezelfde bron
bestuderen, zullen er evenveel verschillende benaderingen en opinies zijn als dat er personen
zijn. Hoewel autobiografieën een wezenlijk kenmerk zijn van de mens, is de bestudering
ervan een recent fenomeen.55
Wanneer gekeken wordt naar de kwalitatieve methoden en technieken kan het bestuderen van
autobiografieën ondergebracht worden bij de case study. Hierna zal kort ingegaan worden op
wat een case study inhoudt. Waarna zal ingegaan worden op de keuze voor zowel Kim Philby
als Dusko Popov.
3. De case study als kwalitatieve methode
3.1 Een algemene typering
Het woord case is rechtstreeks afgeleid van het Latijnse casus56 wat zoveel betekent als
voorval. Een case study kan zowel voorkomen in een kwantitatief als in een kwalitatief
onderzoek. Binnen het kwalitatieve onderzoeksdomein kan de case study verschillende
vormen aannemen. Zij kan gaan over een individu, een groep, een gebeurtenis, een proces
enzovoort.57 In dit geval wordt de case study niet uitgevoerd aan de hand van twee individuen
maar aan de hand van de autobiografieën van deze personen.
53
FARADAY, A. en PLUMMER, K., l.c., 776-777. 54
KING, N., ‘Plotting the lives of others: narrative structure in some recent British autobiography’, Qualitative
Research, 2008 (8), 339-341. 55
LESKELÄ-KÄRKI, M., ‘Narrating life stories in between the fictional and the autobiographical’, Qualitative
Research, 2008 (8), 326. 56
Cadere = vallen 57
MORTELMANS, D., ‘Het kwalitatief onderzoeksdesign’, in Kwalitatieve methoden en technieken in de
criminologie, DECORTE, T. en ZAITCH, D. (eds.), Leuven, Acco, 96.
23
Binnen de waaier aan mogelijkheden is gekozen voor de individuele levensgeschiedenissen
omdat deze rechtstreeks betrekking hebben op het verschijnsel dat in deze masterproef
centraal staat. Aan de hand van deze autobiografieën moet het mogelijk zijn belangrijke
gebeurtenissen, de relatie tot derden, het interactienetwerk en de institutionele setting van
dichtbij te kunnen bestuderen. Nadeel is echter dat de reconstructie van het verleden in deze
werken sterk beïnvloed is door het perspectief dat beide auteurs achteraf ,tijdens het
neerschrijven, op de gebeurtenissen hadden.58
Een autobiografie is een product van het geheugen en is ook onderhevig aan dat geheugen. De
auteur geeft steeds zijn eigen indrukken op de feiten weer en zal in sommige gevallen zijn rol
en handelingen proberen te rechtvaardigen. Soms kan men er echter niet onderuit en is men
genoodzaakt onderzoek te doen op basis van autobiografieën.59 Het is de bedoeling met deze
masterproef aan te tonen dat het nuttig kan zijn om aan de hand van deze bronnen onderzoek
te doen, zeker in het geval van inlichtingenstudies. Dit betekent zeker niet dat het niet nuttig
kan zijn om te opteren voor bronnentriangulatie, waarbij men de autobiografieën combineert
met andere bronnen. Dit lijkt m.i. de meest aangewezen optie.
3.2 Kiezen voor een case study
Nu is het de bedoeling om aan te tonen waarom een case study, en in dit geval met behulp van
autobiografieën, wordt ondernomen en wat de kenmerken van een dergelijke studie zijn.
Een case study is in dit geval een gedetailleerde intensieve studie van de levensgeschiedenis
van Kim Philby en Dusko Popov met als bedoeling het belang ervan aan te tonen. Een case
study is een heel flexibele vorm van onderzoek en stelt ons in de mogelijkheid om
antwoorden te vinden op hoe- en waarom– vragen. De nadruk ligt op de particuliere
kenmerken van deze onderzoekseenheid.60 Als algemene kenmerken kunnen we onder andere
onderscheiden: het waarnemen van één of een beperkt aantal onderzoekseenheden, de
intensieve studie ervan (beschrijven, analyseren en interpreteren) met als finale doelstelling
het doorgronden en begrijpen van het fenomeen.61 Binnen de case studies kan nog een
onderscheid gemaakt worden tussen een intrinsieke, een instrumentele en een collectieve
gevalstudie.
58
WESTER, F., Strategieën voor kwalitatief onderzoek, Muiderberg, Coutinho, 1991, 120-121. 59
MENCILL, P. en Chapman, S., Research Methods Third Edition, New York, Routledge, 2005, 152-153. 60
LEYS, M., ‘De gevalstudie’ in Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie, DECORTE, T. en ZAITCH,
D. (eds.), Leuven, Acco, 174-175. 61
Ibid., 176-177.
24
Hier zal geopteerd worden voor een instrumentele case study omdat de case zelf van
ondergeschikt belang is, de case wordt gebruikt om inzicht te krijgen in een welbepaalde
problematiek.62 Het doel is immers het beantwoorden van de vraag of het nuttig is binnen de
inlichtingenstudies onderzoek te doen naar autobiografieën. Uit bovenstaande weten we dat
geopteerd werd voor een case study omdat het enerzijds de bedoeling is om de case uitvoerig
te beschrijven en anderzijds om deze te evalueren. Nu komt het er op aan een case te
selecteren.
Eerst en vooral zal de onderzoekseenheid moeten afgebakend worden, dit zowel in tijd als in
ruimte.63 Wat ook een rol speelt is de vraag wat we te weten willen komen aan de hand van de
case. Dit zal afhangen van het doel van de studie.64 Hoewel het mogelijk is om cases aselect te
kiezen is dit bij case studies niet het geval. De cases worden select gekozen op basis van
inhoudelijke gronden en haalbaarheid.65
3.3 Het afbakenen en selecteren van de cases
Om de cases te selecteren kan gebruik gemaakt worden van het vragenalgoritme. Op basis van
het vragenalgoritme wordt een antwoord gezocht op de vragen wie, wat, waar en wanneer.66
Vooral het ‘wanneer’ heeft hier de meeste invloed gehad op de selectie. Er werd duidelijk
voor de periode rond de Tweede Wereldoorlog geopteerd. Deze oorlog was ook een echte
inlichtingenoorlog.
Het ‘wat’ was ook duidelijk. De werking van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten tijdens
de Tweede Wereldoorlog zou bestudeerd worden.
‘Wie’ en ‘waar’ was minder voor de hand liggend, er moest gezocht worden naar unieke cases
die ons een totaalbeeld konden aanreiken. Op basis hiervan is besloten om de autobiografie
van Kim Philby en Dusko Popov te gebruiken als cases. Doordat zij beiden dubbelspionnen
waren, zijn er meerdere inlichtingen- en veiligheidsdiensten bij betrokken.
62
STAKE, R.E., ‘Case Studies’ in Handbook of Qualitative Research, DENZIN, N.K. en LINCOLN, Y.S. (eds.),
Londen, Sage Publications, 437-438. 63
LEYS, M., l.c., 180. 64
STAKE, R.E., l.c., 438-439. 65
LEYS, M., l.c., 183-184. 66
Ibid., 186.
25
Philby werd als Brit door de NKVD67 gerekruteerd en trachtte in dienst van de Sovjet-Unie
carrière te maken binnen de Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Popov daarentegen
kreeg de vraag om te spioneren voor de Abwehr68 maar bood meteen zijn diensten aan de
Britten aan. Op die manier krijgen we een notie van de werking van verschillende diensten
met de nadruk op die van de Britten. Met betrekking tot de Britse inlichtingen- en
veiligheidsdiensten kunnen we beide standpunten recht tegenover elkaar plaatsen. Philby die
hierover schrijft als verrader, terwijl Popov hierover schrijft als diegene die zijn leven voor
het Verenigd Koninkrijk op het spel heeft gezet. Op die manier moet een compleet beeld
verkregen worden over de werking, rekrutering, verhoudingen, context, historische
achtergronden en de politiek- economische situatie met als doel de centrale onderzoeksvraag
te beantwoorden. Ook zijn deze autobiografieën geselecteerd omdat het over twee totaal
verschillende persoonlijkheden gaat: Popov die het kapitalistische gedachtegoed hoog in het
vaandel droeg staat hier recht tegenover de communist Philby. Van belang is enerzijds dat
beiden actief waren binnen hetzelfde tijdskader, anderzijds dat beide werken in dezelfde
periode verschenen zijn. De autobiografie van Philby werd in 1976 gepubliceerd en die van
Popov in 1974. Op die manier hadden zij niet enkel vergelijkbare invloeden van buitenaf
tijdens hun dienstjaren maar ook tijdens het schrijven van hun autobiografieën.
4. Besluit
Uit bovenstaande blijkt duidelijk dat egodocumenten in het algemeen en autobiografieën in
het bijzonder heel wat gevaren in zich dragen. Naast deze gevaren bevatten deze bronnen een
schat aan informatie. Deze meerwaarde zal hier aangetoond worden door een case study uit te
voeren. Het is echter moeilijk om de nadelen en de voordelen in de juiste verhouding
tegenover elkaar te plaatsen. Met de nodige kritische zin moet het echter mogelijk zijn de
gevaren tot een minimum te beperken en deze evenwichtsoefening tot een goed einde te
brengen.
67
Sovjet-inlichtingendienst, voorloper van de KGB en is nu gekend als de FSB. 68
Duitse inlichtingendienst onder leiding van Admiraal Wilhelm Canaris.
26
In de hoofdstukken III en IV zal blijken dat er geopteerd is om de interpretatie volledig los te
koppelen van de beschrijving, het woord zal daar overgelaten worden aan Philby en Popov.
Dit gebeurt om de lezer de mogelijkheid te bieden om de interpretatie in te schatten.69
Omdat men bijna het hele verhaal meekrijgt zal het ook makkelijker zijn om linken te leggen
tussen beide verhalen en de uiteindelijke interpretatie. Het hele verhaal kan echter niet verteld
worden, dit zou ons te ver leiden. Beide autobiografieën zullen wel aangevuld en bekeken
worden in het licht van de verzamelde literatuur betreffende Philby en Popov.
69
Ibid., 193.
27
Hoofdstuk III: Kim Philby
1. Van overtuigd communist tot Sovjetspion binnen de Secret
Intelligence Service
“Nothing Recorded Against”
MI5
1.1 De rekrutering door de NKVD: het verraad van de ‘Cambridge Five’
Het is oktober 1929 wanneer Harold Adrian Russel‘Kim’ Philby in Cambridge gaat studeren
en in contact zal komen met het communistische gedachtegoed. Vooral zijn vriendschap met
medestudenten als Donald Maclean en Guy Burgess zal hierop een grote invloed hebben.70
Het is ook deze laatste die Philby introduceert bij Anthony Blunt, later bekend als de ‘Fourth
Man’.71 Het zou echter niet bij deze vier blijven. Wanneer John Cairncross hen komt
vervoegen, worden zij algemeen bekend als ‘The Cambridge Five’.72 Over het waar, wanneer
en waarom dat Philby voor de NKVD ging spioneren is weinig bekend. Ook Philby is
hieromtrent formeel:
“How, where and when I became a member of the Soviet intelligence service is a matter for
myself and my comrades.”73
M.i. moet het in de jaren dertig gebeurd zijn, op die manier blijven er twee mogelijkheden
over. Ten eerste kan hij gerekruteerd zijn terwijl hij studeerde in Cambridge.
De tweede mogelijkheid is dat hij gerekruteerd zou zijn in Wenen. Hij reisde in de herfst van
1933 af naar Wenen voor enkele lessen praktijk communisme.74 De twee mogelijkheid is m.i.
de meest aannemelijke.
70
PAGE, B., LEITCH, D. en KNIGHTLEY, P., Philby, the spy who betrayed a generation, Londen, Sphere Books,
1979, 64-67. 71
MUNRO, R.K., ‘Kim Philby had a remarkably long career with British Intelligence – spying for the other side.’,
Military History, 2001, 76. 72
MADEIRA, V., ‘Moscow’s Interwar Infiltration of British Intelligence, 1919-1929’, The Historical Journal, 2003
(46), 915. 73
PHILBY, H.A.R., My Silent War, St. Albans, Panther, 1976, 17. 74
PAGE, B., LEITCH, D. en KNIGHTLEY, P., o.c., 77.
28
Het begon allemaal toen Philby in 1929 lid werd van de Cambridge University Socialist
Society. Nadat hij zijn vertrouwen in de Labour Party had verloren zocht hij toenadering tot
de linkervleugel. Op twee jaar tijd werd hij een overtuigd communist en verliet hij de
universiteit met de gedachte zijn hele leven aan het communisme te wijden.75
Het is meteen duidelijk dat Philby en ook de anderen, vooral hun land verraadden om
ideologische redenen. Hoewel zij er een levensstijl op na hielden die ze zich anders niet
konden permitteren, speelde geld eerder een secundaire rol.76
Het overgrote deel van hun geld werd besteed aan alcohol. Robert King beschrijft hun77
drankprobleem als volgt:
“The money for drink that all of them required alone would have demanded a supplementary
appropriation from Parliament. Most spies, it seems, drink too much, and these spies, all of
them, drank as if Prohibition were going into effect at midnight.”78
Een passend voorbeeld doet zich voor wanneer Philby en Burgess elkaar ontmoeten in
Istanbul. Beiden spreken af in de ‘Moda Yacht Club’. De hele avond bleven zij daar praten en
drinken. Wanneer de rekening kwam hadden zij reeds tweeënvijftig ‘brandies’
geconsumeerd.79
Ook is het weinig waarschijnlijk dat zij gerekruteerd werden op basis van chantage in verband
met hun seksuele escapades. Blunt en Burgess waren beiden homoseksueel. Vooral Burgess
kon men moeilijk chanteren met het uitbrengen van zijn geaardheid omdat hij er openlijk mee
pronkte. Maclean kon een mogelijk slachtoffer van chantage geweest zijn omdat hij getrouwd
was en kinderen had. Enkel wanneer hij gedronken had, meestal dus, had hij homoseksuele
contacten. Philby daarentegen was een overtuigd heteroseksueel, hij trouwde maar liefst vier
keer en had daarnaast ontelbare maîtresses.80
Zowel Philby als Burgess, Maclean, Blunt en Cairncross werkten aldus in dienst van de
Sovjet-Unie omdat het communisme hun overtuiging was.
75
PHILBY, H.A.R., o.c., 15. 76
KING, R.D., ‘Treason and Traitors’, Society, 1998, 334. 77
Het gaat hier over Philby, Maclean, Burgess en Blunt. 78
KING, R.D., l.c., 334. 79
SEALE, P. en MCCONVILLE, M., Philby the long road to Moscow, Harmondsworth, Penguin Books, 1978, 234. 80
KING, R.D., l.c., 334.
29
Nadat hij in Wenen anno 1933 had deelgenomen aan de bloedige ideologische strijd en waar
hij tevens communisten had helpen ontsnappen, was de tijd rijp om naar Londen terug te
keren. Hij deed dit in mei 1934.81
Mijn vermoeden dat Philby ten tijde van zijn verblijf in Wenen benaderd is geweest door de
NKVD wordt ondersteund door het feit dat hij zich bij zijn terugkeer in Londen aansluit bij de
Anglo-German fellowship.82 Philby begraaft zijn communistisch verleden en begint
voorzichtig een nieuwe politieke identiteit op te bouwen.83 Hij begint zich op te maken om in
opdracht van de Sovjet-Unie het Britse establishment te penetreren.
In Londen begint Philby als journalist te werken voor The Times. Wanneer de Spaanse
burgeroorlog uitbreekt wordt hij naar Spanje gestuurd als oorlogscorrespondent. In feite was
dit niet meer dan een cover voor zijn werk voor de Sovjets. In Spanje moest hij allerlei
informatie verzamelen met betrekking tot de fascistische oorlogsvoering.84 Het zou echter niet
lang duren alvorens hij voor het eerst in problemen geraakt. Wanneer hij afreist naar Cordoba
om te gaan kijken naar een stierengevecht wordt hij door de Guardia Civil opgepakt omdat hij
geen toegangsbewijs voor Cordoba heeft. Wanneer zij Philby ondervragen en fouilleren heeft
hij nog net de tijd om enkele papieren, die zijn associatie met de Sovjet-Unie zouden kunnen
verraden te vernietigen op te eten.85 Philby zou meer dan twee jaar voor The Times in Spanje
werken.86
Zijn inspanningen om zijn communistisch verleden uit te wissen en een geschikte cover aan te
nemen bereiken in deze periode een hoogtepunt. Op twee maart 1938 ontvangt hij uit handen
van generaal Franco het Red Cross of Military Merit.87
1.2 Het echte werk kan beginnen
Na zijn opdracht in Spanje wordt Philby bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in
opdracht van The Times naar Arras gestuurd. Lang zou zijn verblijf echter niet duren: in juni
1940 keert hij terug naar Londen.88
81
PAGE, B., LEITCH, D. en KNIGHTLEY, P., o.c., 78-86. 82
MUNRO, R.K., l.c., 76. 83
PAGE, B., LEITCH, D. en KNIGHTLEY, P., o.c., 86. 84
PHILBY, H.A.R., o.c., 19. 85
Ibid., 20-21. 86
SEALE, P. en MCCONVILLE, M., o.c., 117. 87
Ibid., 125. 88
PHILBY, H.A.R., o.c., 23.
30
Waar hij niet veel later zijn entree zou maken binnen de Britse inlichtingenwereld. Wanneer
Philby op het bureau van Ralph Deakin89 wordt geroepen ontdekt hij dat het War office gebeld
had met de vraag of hij bereid was dienst te nemen. Enkele dagen later heeft hij een eerste
gesprek met Marjorie Maxse. Dit gesprek gaat voornamelijk over de internationale politiek.
Hij slaagt voor deze eerste test en enkele dagen later spreken beiden opnieuw af. Deze keer
was Maxse vergezeld door niemand minder dan Guy Burgess. Philby ging akkoord en moest
zich melden bij Burgess, die reeds sinds 1939 werkte binnen Section D90. Philby verwonderde
zich vooral over het gemak waarmee hij binnengeraakte.91
Het enige onderzoek dat uitgevoerd werd door MI5 naar de achtergrond van Philby was louter
routinematig, zijn naam werd door de databank gehaald met als resultaat: ‘Nothing Recorded
Against’.92 Hoewel Philby hier in zijn autobiografie geen melding van maakt kan een
mogelijke verklaring van de NRA een brand zijn die enkele weken daarvoor uitbrak. Door
deze brand werden allerlei veiligheidsdocumenten vernietigd en werden de microfilms
onleesbaar.93 Bewijs voor een mogelijke betrokkenheid van de Sovjet-Unie is er niet, al is het
m.i. wel heel toevallig. Enkele dagen later kreeg hij door Burgess een bureau aangewezen en
kon hij beginnen aan zijn werk binnen Section D.94 Melding moet nog gemaakt worden van
het feit dat Philby hier neerschrijft dat de Secret Intelligence Service (SIS), waarvoor hij gaat
werken, beter bekend is als MI5.95
Hoewel hij het verder steeds heeft over SIS is dit een onjuistheid. De Secret Intelligence
Service is nu gekend onder de naam MI6 terwijl MI5 gekend is als de Britse veiligheidsdienst,
de zogenaamde ‘Security Service’. Hier kan tevens melding gemaakt worden van het feit dat
het eufemisme voor SIS er pas gekomen is na de hervorming van 1940. Sindsdien werden
MI6 en SIS door elkaar gebruikt. Voor de hervorming sprak men steevast over ‘SIS’, ‘Secret
Sevice’, of ‘C’s Department’ maar nooit werd er met MI6 naar SIS verwezen.96
89
Foreign News Editor, The Times. 90
Zie infra. 91
PHILBY, H.A.R., o.c., 24-25. 92
SEALE, P. en MCCONVILLE, M., o.c., 148. 93
MUNRO, R.K., l.c., 76. 94
PHILBY, H.A.R., o.c., 26. 95
Ibid., 25. 96
DAVIES, P.H.J., ‘MI6’s requirements directorate: integrating intelligence into the machinery of British central
government’, Public Administration, 2000(78), 36.
31
Section D97 werd in maart 1938 opgericht en stond onder leiding van majoor Laurence Grand.
De opdracht van deze sectie was voornamelijk alternatieve oorlogsvoering. In 1940 zou
Section D en het MI(R)98 opgaan in Special Operations Executive (SOE).99
In de eerste dagen had Philby weinig om handen tot Burgess langs kwam met het idee om een
trainingschool voor agenten op te richten. Philby stortte zich hierop en begon met het
organiseren van syllabussen, selectieprocedures, accommodatie en dergelijke. Deze school
zou gevestigd worden in Brickendonburry Hall. In deze school zouden vooral Belgische,
Noorse en Spaanse agenten worden opgeleid. Hun voornaamste opdrachten waren sabotage
maar de instructeurs brachten de meeste tijd door aan de zee.100
Het verhaal bleek evenwel geen succes te zijn, dit had echter een voordeel voor Philby. Hij
kon terug naar het machtscentrum in Londen.101 Medeoorzaak voor het opdoeken van
Brickendonburry Hall was de oprichting van SOE, Special Operations Executive. SOE werd
opgedeeld in drie afdelingen. SO1 zou zich bezighouden met ‘black propaganda’102, SO2 nam
de subversieve en sabotage taken van Section D over en tot slot was er SO3 dat fungeerde als
planningsorgaan maar snel ten dode was opgeschreven.103 Al gauw kwam men opnieuw met
het idee om een centrale school voor sabotage en subversie op te richten. Het was Colin
Gubbins die Philby vroeg om een syllabus op te stellen in verband met politieke propaganda.
Philby aanvaardde de opdracht en zou les geven in Beaulieu, Hampshire, hoewel dit ernstige
implicaties had voor zijn andere activiteiten in Londen. Philby aanvaardde de job omdat hij
hierdoor enerzijds binnen de inlichtingenwereld bleef, anderzijds omdat hij hierdoor kon
achterhalen wat er allemaal gebeurde binnen de trainingprogramma’s.104
Volgens Philby was het grote verschil tussen Beaulieu en Brickendonbury dat men in
Beaulieu effectief mensen trainde.105
97
D staat voor Destruction 98
Military Intelligence (Research), militair inlichtingen directoraat van het ministerie van oorlog. 99
WEST, N., MI6, British Secret Intelligence Service Operations 1909-45, Londen, Weidenfeld and Nicolson,
1983, 60-61. 100
SEAL, P. en MCCONVILLE, M., o.c., 160. 101
PHILBY, H.A.R., o.c., 29-35. 102
Subversieve propaganda 103
SEAL, P. en MCCONVILLE, M., o.c., 160-161. 104
PHILBY, H.A.R., o.c., 37-39. 105
Ibid., 44.
32
Dit is correct, Beaulieu werd in tegenstelling tot Brickendonbury opgevat als een ‘finishing
school’ voor agenten die hun commando- en parachutisten training reeds achter de rug
hadden.106
Philby kon zich in deze periode niet van de mening ontdoen dat de Britten een status quo van
de situatie pre-Hitler nastreefden met als gevolg een cordon sanitaire tegen de Sovjet-Unie.107
Deze gedachte moet onhoudbaar geweest zijn voor een overtuigde communist als Philby. Dit
werd echter mede versterkt door het feit dat de meeste van zijn leerlingen afkomstig waren uit
Oost-Europese landen waarvoor het niet uitmaakte of ze nu tegen Hitler of tegen Stalin de
wapens opnamen.108 Philby benadrukte dan ook dat het in het belang van de geallieerden was
dat ze eerst en vooral de Duitsers moesten bestrijden.109
Wanneer Hitler de Sovjet-Unie binnen valt, is voor Philby één ding duidelijk: hij moet zo snel
mogelijk weg zien te geraken uit Beaulieu. In juli 1941 vraagt zijn vriend Tommy Harris110 of
hij geïnteresseerd is in een job waarvoor zijn kennis met betrekking tot het Spanje van Franco
van pas zou komen. Het is hier dat Philby aan de slag gaat binnen Section V (SIS).111 Het
echte werk kan beginnen.
106
SEALE, P. en MCCONVILLE, M., o.c., 161. 107
PHILBY, H.A.R., o.c., 41. 108
Als voorbeeld kan hier herinnerd worden aan het feit dat Polen opgesplitst werd tussen Hitler en Stalin.
Stalin heeft kort daarna de massamoord op Poolse krijgsgevangen, voornamelijk hogere officieren, bevolen. 109
SEALE, P. en MCCONVILLE, M., o.c., 164-165. 110
Philby leerde Harris kennen in Brickendonburry. Harris werkte voor MI5. 111
PHILBY, H.A.R., o.c., 46-47.
33
2. Van SOE opnieuw richting SIS: het echte werk kan beginnen
“In short, I was happy to find solid
ground beneath my feet, and to get
down to real work.”
Kim Philby
2.1 De Secret Intelligence Service
In september 1941 voltooit Philby zijn overstap van SOE naar SIS, Section V.112 Section V is
als onderdeel van SIS bevoegd voor counterespionage. Zij verzamelen inlichtingen met
betrekking tot vreemde mogendheden en dit meestal op een illegale basis. De grootste
afnemer van de inlichtingen verzameld door Section V, is MI5.113 Sinds 1919 is er binnen het
Joint Intelligence Committee (JIC) afgesproken dat SIS het monopolie heeft met betrekking
tot het inwinnen van inlichtingen buiten het Britse grondgebied. Deze centralisatie werd
opgezet met de bedoeling de informatiestroom te optimaliseren vanuit één centrale
overheidsinstelling. Voorheen konden verschillende ministeries zoals landsverdediging,
buitenlandse zaken en binnenlandse zaken tevens inlichtingen inwinnen. Deze informatie
bleef vaak onbenut en werd niet verspreid. SIS werd dan zo georganiseerd dat er binnen de C
Sections (Circulating) telkens een liaison van de verschillende ministeries aanwezig was die
de titel Deputiy Director SIS meekreeg. Naast deze C Sections waren er de G Sections,
verantwoordelijk voor het organiseren en sturen van het operationele werk van SIS in het
buitenland. Section V bekleedt hier echter een ambigue positie. Binnen deze sectie worden
zowel de taken van een C Section als van een G Section geïntegreerd.114 Voor de volledigheid
moet hier ook melding gemaakt worden van de GC & CS115 als onderdeel van SIS.
112
Ibid., 49. 113
WEST, N., o.c., 128-129. 114
DAVIES, P.H.J., l.c., 32-33. 115
Government Code and Cipher School
34
Zij hielden zich bezig met het lezen en decoderen van SIGINT116.117 Binnen Section V kreeg
Philby de leiding over de subsectie bevoegd voor het Iberische schiereiland.118
De belangrijkste SIS hoofdkwartieren op het Iberische schiereiland waren gestationeerd in
Madrid, Lissabon, Gibraltar en Tanger119.120 Deze subsectie was uitermate belangrijk voor de
Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten en wel om twee redenen. Ten eerste is de Straat
van Gibraltar van strategisch belang. Ten tweede bevinden zich hier twee ‘neutrale’ landen,
met name Spanje en Portugal.121
Philby moest tegelijkertijd zijn job leren en uitvoeren. Hiervoor beschikte hij over zes
medewerkers maar de hoeveelheid werk was immens. Steeds werden ze overspoeld door
telegrammen afkomstig vanuit Madrid, Lissabon, Tanger, andere SIS secties en MI5.122 Het
was een ware warboel, aldus Philby.
Een SIS agent in Madrid kon beslag leggen op een dagboek van ene Alcazar de Velasco. Uit
het dagboek bleek dat hij in opdracht van de Abwehr een netwerk van spionnen had opgericht
in het Verenigd Koninkrijk. Het bleek vrij snel onschuldig te zijn. Velasco’s enige bedoeling
was geld los te krijgen van de Duitsers. Eén van de namen die voorkwam in het dagboek was
die van een Spaans journalist, een zekere Luis Calvo.123 Calvo werd in december 1941
ingelijfd in het XX Committee124. Tot april 1943 zou hij zich, onder de codenaam Peppermint,
voornamelijk bezighouden met het doorgeven van informatie met betrekking tot het militaire,
de fabrieken en de vliegtuigproductie.125
Niet veel later zou een telegram van de Abwehr onderschept worden met de melding dat er
agenten van Spanje naar Zuid-Amerika zouden vertrekken aan boord van het Spaanse schip
SS Cabo de Hornos. Phiby liet de familie van Leopold Hirsch in Trinidad arresteren hoewel
hij hiervoor geen bevoegdheid had. Hirsch bekende meteen.126
116
Signal Intelligence 117
WEST, N., o.c., 67. 118
PAGE, B., LEITCH, D. en KNIGHTLEY, P., o.c., 163-164. 119
Noord-Afrika en Italië werden later toegevoegd aan de subsectie van Philby. 120
WEST, N., o.c., 134. 121
PAGE, B., LEITCH, D. en KNIGHTLEY, P., o.c., 164. 122
PHILBY, H.A.R., o.c., 57. 123
Ibid., 57-58. 124
Double-Cross System, zal in hoofdstuk IV met betrekking tot Dusko Popov uitvoerig besproken worden. 125
MASTERMAN, J.C., The Double-Cross System in the war of 1939 to 1945, Londen, Yale University Press, 1972,
193. 126
PHILBY, H.A.R., o.c., 58-59.
35
Een echt succes kwam er pas wanneer men er achter kwam dat de Duitsers bezig waren met
de installatie van een detectiesysteem in de Straat van Gibraltar. Dit systeem moest hen
toelaten schepen gedurende de nacht te signaleren. Philby stelde voor dat enkele documenten
van SIS, met de melding dat de Britten op de hoogte waren van de gehele operatie, in handen
moesten komen van de Spaanse regering. Het was aan Sir Samuel Hoare, de Britse
ambassadeur in Madrid, om druk uit te oefenen op Franco. Enkele dagen later werden allerlei
telegrammen onderschept tussen Madrid en Berlijn. De buit was binnen toen Berlijn aan
Madrid liet weten dat de hele operatie stop gezet moest worden. Een gelijkaardig plan werd
uitgevoerd in Portugal maar met minder succes. Volgens Philby had dit te maken met het feit
dat Dr. Salazar in tegenstelling tot Franco voorzichtiger was en een eerder neutrale positie
wou bewaren.127
Het is ook rond deze periode dat Philby bijna serieus in de problemen geraakte. Een vriend
van Philby, Bill Woodfield stond aan het hoofd van het Central Registry binnen SIS. Via zijn
contacten met Woodfield kon hij sneller en gemakkelijker dossiers en source-books opvragen.
Philby had vooral interesse in de source-books, omdat deze boeken informatie bevatten met
betrekking tot SIS-agenten die operatief waren in het buitenland. Het is logisch dat Philby
informatie opvraagt over de agenten die actief zijn onder zijn bevel, met name het Iberische
schiereiland. Interessant wordt het wanneer blijkt dat Philby tevens het tweedelig source-book
met betrekking tot de Sovjet-Unie opvraagt. Een week nadat Philby het source-book had
terugbezorgd belde Woodfield met de vraag waar het tweede volume gebleven was.
Net voordat Woodfield Stewart Menzies128 moest inlichtingen bleek dat een assistente het
tweedelig boek samengevoegd had.129 Later zou blijken dat een onbekend aantal
anticommunistische verzetstrijders tussen 1941 en 1944 hun dood tegemoet gingen door het
verraad van Philby. Er werd ook een lijst opgesteld van de oppositie in Duitsland die de
geallieerden zouden helpen met het oprichten van een anticommunistische regering. In 1945
was bijna iedereen op die lijst geliquideerd.130
127
Ibid., 61-65. 128
‘C’, later Generaal-majoor Sir Stewart Menzies. Hoofd van SIS van 1939 tot 1953. 129
PHILBY, H.A.R., o.c., 67-68. 130
MUNRO, R.K., l.c., 78.
36
Verder zal meestal naar Menzies verwezen worden als ‘C’. In tegenstelling tot de James Bond
films waar het hoofd van MI6 ‘M’ wordt genoemd, is het in werkelijkheid ‘C’. ‘C’ is afgeleid
van Sir Mansfield Cummings het eerste hoofd van MI6.131
In het volgende hoofdstuk geeft Philby louter een organisatorische beschrijving van de Britse
inlichtingen- en veiligheidsdiensten en gaat hij tevens dieper in op hun onderlinge
verhoudingen en hun verhoudingen tot de Amerikaanse diensten. Vooreerst merkt hij op dat
het binnen Section V onder leiding van kolonel Felix Cowgill niet moeilijk was om te weten te
komen waar collega’s mee bezig waren en wat er allemaal geweten was.132
Philby zocht vooral contact met luitenant-kolonel Valentine Vivian. Toen Vivian als DCSS133
benoemd werd, volgde Cowgill hem op als hoofd van Section V.134 Steeds moest Menzies
optreden als scheidsrechter tussen Cowgill en Vivian. Wanneer de post als hoofd van Section
IX (zie infra.) vrijkwam, werd Philby door Vivian naar voor geschoven in plaats van
Cowgill.135 Philby beweert echter het volgende:
“I had little idea in the early months of my cultivation of Vivian how much it would assist me
in attaining the one position in SIS which I wanted above anything the service could offer.
Cowgill was to regret bitterly his premature dismissal of Vivian as a nonentity.”136
Dit is een inaccurate weergave van de feiten. Philby opende een oorlog tegen Cowgill. Zijn
eerste stappen waren het overtuigen van Vivian van de deloyale houding van Cowgill.137
Philby wist meteen wat hij wilde bereiken en maakte hiervoor handig gebruik van Vivian.
Ook het feit dat Vivian een oude bekende van Philby’s vader was, zal ongetwijfeld een rol
gespeeld hebben.138
Volgens Philby gaat MI5 veel professioneler tewerk dan SIS. Dit heeft volgens hem te maken
met het feit dat MI5 operatief is op Brits grondgebied en om die reden gevoeliger is voor de
wet en het parlement. Dit succes schrijft hij volledig toe aan tijdelijke rekruten als Anthony
Blunt, John Masterman en anderen.139
131
WEST, N, o.c., 20. 132
PHILBY, H.A.R., o.c., 69. 133
Deputy Chief binnen SIS. 134
WEST, N., o.c., xviii-xx. 135
Ibid., 238-239. 136
PHILBY, H.A.R., o.c., 71. 137
PAGE, B., LEITCH, D., KNIGHTLEY, P., o.c., 186. 138
SEALE, P. en MCCONVILLE, M., o.c., 168. 139
PHILBY, H.A.R., o.c., 72-73.
37
Masterman zelf is bescheidener door te stellen dat zij als ‘amateurs’ ideeën konden
aanbrengen en de ‘professionelen’ waar nodig konden bijstaan.140
Het lijkt er meer op dat Philby hier louter tracht schade toe te brengen aan de Britse
inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Voor de lezer is het quasi onmogelijk om vast te stellen
wat nu moet verstaan worden onder ‘professioneler’.
Masterman drukt het als volgt uit:
“Failures are exaggerated, successes are never mentioned.”141
Philby haalt aan dat in de eerste maanden na Duinkerken MI5 overstelpt werd met meldingen
over mysterieuze vreemdelingen, buitenlandse accenten in pubs, vreemde lichtflitsen en het
mogelijke bestaan van een Duitse Fifth Column op Brits grondgebied.142 Hier kan melding
gemaakt worden van onlangs vrijgegeven archiefmateriaal waaruit blijkt dat MI5 bezorgd was
over de Hitlerjugend die hun fietsvakanties in het Verenigd Koninkrijk doorbrachten, de
zogenaamde ‘spyclists’.143 De dossiers, vrijgegeven op acht maart 2010, maken melding van
het feit dat de mogelijkheid bestond dat de Hitlerjugend verkenningsopdrachten uitvoerde. Al
werd het waarschijnlijker geacht dat het louter om een Duitse toenadering ging ten opzichte
van de ‘Boy Scouts Organisation’.144
In 1943 verhuisde Section V van St. Albans opnieuw naar Londen. Dit moest de contacten met
MI5 ten goede komen. Toen over een mogelijke verhuis gestemd werd, stemde twee derde
voor een verhuis. Philby’s lobby werk tegen het voorstel van Cowgill was gelukt.145 Hoogst
waarschijnlijk lag het in de bedoeling van Philby om dichter bij het machtscentrum, Londen,
te komen. Naar het einde van 1943 toe reist Cowgill naar de Verenigde Staten voor een
officieel bezoek. Tijdens dit bezoek zou hij samen met Sir William Stephenson146 de
samenwerking tussen de Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de Amerikaanse met
name de FBI en het pas opgerichte OSS147 bespreken. Cowgill benoemt Philby tot zijn
plaatsvanger.148
140
MASTERMAN, J.C., o.c., xvi-xvii. 141
Ibid., xvi. 142
PHILBY, H.A.R., o.c., 72. 143
X, MI5 bezorgd om Duitse ‘spyclists’, De Standaard, 9 maart 2010, p.17. 144
KV5/85 en KV5/89 145
PHILBY, H.A.R., o.c. 75-76. 146
Hoofd van British Security Coordination in de Verenigde Staten. 147
Office of Strategic Services, voorloper van de CIA. 148
SEALE, P. en MCCONVILLE, M., o.c., 205.
38
Voor Philby was het meteen duidelijk:
“This was the first formal intimation that I was on the ladder for promotion. Poor
Cowgill!”149
2.2 Fritz Kolbe
Net voor zijn vertrek overhandigde Cowgill aan Philby een dossier, met de opdracht dit
tijdens zijn afwezigheid door te nemen en hierover te rapporteren bij Claude Dansey.150
Luitenant-kolonel Claude Dansey was op dat moment Assistant Chief SIS (ACSS).151
Het dossier bevatte documenten afkomstig van Allen Dulles die ze zou ontvangen hebben van
een Duitse overloper, Fritz Kolbe. Allen Dulles, diplomaat en advocaat, werd in 1942
benoemd als hoofd van het OSS hoofdkwartier in Bern.152 Het is in die hoedanigheid dat hij in
contact komt met Fritz Kolbe. Later zou Dulles door president Eisenhower benoemd worden
als Director van de CIA153. Deze functie zal hij uitoefenen van zesentwintig februari 1953 tot
en met negenentwintig november 1961.154
Fritz Kolbe werd als diplomatiek koerier in de zomer van 1941 aangeworven door Karl
Ritter.155 Karl Ritter was op dat moment aangesteld als liaison van Joachim von Ribbentrop
bij het Oberkommando der Werhmacht (OKW).156 Joachim von Ribbentrop was sinds 1938
minister van Buitenlandse Zaken.157 Het is in die hoedanigheid dat Kolbe via een vriend, Dr.
Ernesto Kocherthaler in Zwitserland contact zoekt met de Britse militaire attaché, kolonel
Henry Cartwright. Wanneer hij Cartwright uitlegt wat hij komt doen en hem enkele
telegrammen overhandigt, gooit Cartwright hem buiten.158
149
PHILBY, H.A.R., o.c., 83. 150
Ibid., 84. 151
WEST, N., o.c., xviii. 152
VON LINGEN, K., ‘Conspiracy of Silence: How the “Old Boys” of American Intelligence Shielded SS General
Karl Wolff from Prosecution’, Holocaust and Genocide Studies, 2008(22), 75. 153
Central Intelligence Agency 154
X(2009/12/09) A Look Back … Directors of Central Intelligence [WWW]. Central Intelligence Agency:
https://www.cia.gov/news-information/featured-story-archive/2008-featured -story-archive/directors-of-
central-intelligence.html [17/03/2010] 155
KROSS, P., ‘The Allies’ Greatest Agent’, World War II, 2005, 16. 156
WEST, N., o.c., 224. 157
VAN CAPELLE, H. en VAN DE BOVENKAMP, P., Hitlers Handlangers, Soest, Verba, 2004, 155. 158
WEST, N., o.c., 224.
39
Men achtte de kans groot dat het een Duitse spion was die zich voordeed als overloper,
meestal werd er gesproken over ‘agents provocateur’.159
De volgende dag nam Kolbe contact op met Dulles die hem de codenaam George Wood gaf.
Tijdens de volgende zestien maanden zou Kolbe nog een drietal bezoeken aan Dulles
brengen. Kolbe zou Dulles in totaal 1600 geheime staatsdocumenten overhandigen. In
overeenstemming met de afspraken tussen OSS en SIS werden de documenten zowel naar
Washington als naar Section V gestuurd.160 Uiteindelijk kwamen ze dus in handen van Philby
terecht. Hij moest trachten te achterhalen of deze al dan niet authentiek waren.
Het merendeel van de documenten die hij in zijn bezit kreeg waren telegrammen afkomstig
van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken. De eerste stap die Philby nam was contact
opnemen met de experts van de Government Code & Cypher School.
Hij overhandigde een twaalftal telegrammen aan Alexander Denniston161.162 Denniston laat
even later aan Philby weten dat enkele telegrammen overeenkomen met eerder onderschepte
telegrammen en dat de documenten van niet te onderschatten belang zijn voor het kraken van
de Duitse diplomatieke code.
Op basis van de gegevens die hij verkregen had van Denniston concludeerde Philby als volgt:
“I felt that I had no choice but to circulate the documents as genuine.”163
Sommige auteurs, zoals Peter Kross, ontkennen het feit dat Philby de documenten als
authentiek zou hebben bestempeld. Kross beweert dat Philby aan Dulles zou medegedeeld
hebben dat de documenten vals waren.164 Dit is m.i. een foute analyse. Nadat Denniston de
documenten authentiek had verklaard begint Philby met de verspreiding van de documenten
over de verschillende diensten die baat zouden kunnen hebben met de verzamelde
documenten.165 Dit lijkt mij, ook voor Philby een ideale kans om Cowgill, die de documenten
in zijn kluis liet zitten, in diskrediet te brengen.
159
SHULSKY, A. en SCHMITT, G., Silent Warfare. Understanding the world of intelligence, Washington D.C.,
Potomac Books, inc., 2002, 16. 160
WEST, N., o.c., 225. 161
Binnen GC & CS verantwoordelijk voor het diplomatieke radio verkeer. 162
PHILBY, H.A.R., o.c., 86-87. 163
Ibid., 87. 164
KROSS, P., l.c., 18. 165
SEALE, P. en MCCONVILLE, M., o.c., 205.
40
Dit is zeer aannemelijk gelet op het feit dat Philby het volgende verklaart:
“I was very anxious to get a certain job that would soon become available...”166
Later zal blijken dat zijn grootste concurrent voor die job Cowgill was, waarschijnlijk zat deze
mogelijkheid reeds in zijn achterhoofd (zie infra.).
In dezelfde periode werden nog enkele successen geboekt door de arrestatie van spionnen op
Brits grondgebied. Deze spionnen waren een belangrijke bron van informatie met betrekking
tot de organisatiestructuur van de Abwehr op het Iberische schiereiland.167
3. Richting Section IX “The reason for the flap old man is that
Kim was head of our anti-Soviet section.”
Leslie Nicholson
3.1 Op zoek naar promotie
Het einde van de Tweede Wereldoorlog is in zicht en Philby is op zoek naar promotie, een
promotie met ongekende gevolgen. Hoewel de prioriteiten van de Britse inlichtingen- en
veiligheidsdiensten tijdens het interbellum voornamelijk gericht waren tegen het bolsjewisme
bleek dit nu niet het geval te zijn. Philby, Burgess en Maclean rapporteerden aan de Sovjets
dat het Verenigd Koninkrijk hun spionageactiviteiten tegen hen tijdens de Tweede
Wereldoorlog hadden opgeschort en dit in tegenstelling tot de agressieve activiteiten van de
Sovjets. Volgens Stalin, die dit met ongeloof aanhoorde, was dit een mogelijk bewijs dat de
kans bestond dat deze heren dubbelspionnen waren.168 Desondanks begon binnen SIS het idee
te groeien om een kleine sectie, Section IX, op te richten. Deze sectie zou zich nu nog
voornamelijk bezighouden met het bestuderen van eerder verzameld materiaal met betrekking
tot de Sovjet-Unie en het communisme. Jack Currie werd aan het hoofd geplaatst. De bijna
pensioengerechtigde Curry werd beschouwd als overgangsfiguur.
166
PHILBY, H.A.R., o.c., 86. 167
Ibid., 89-91. 168
KLEHR, H., ‘Reflections on espionage’, Social Philosophy and Policy, 2004(21), 164.
41
Vanaf wanneer het werk tegen de Duitsers het zou toelaten zou hij vervangen worden.169 Het
wekt geen verbazing dat de gesprekken die Philby voert met zijn Sovjet contact uitsluitend
betrekking hebben over de toekomst van Section IX. Philby ziet twee mogelijke oplossingen.
De eerste mogelijkheid bestaat er louter uit dat Currie vervangen wordt door een andere
officier. Bij de tweede mogelijkheid zou Section IX opgaan in Section V met Cowgill aan het
hoofd.170 Deze laatste oplossing was ook het initiële voorstel van Menzies.171 Philby wist
meteen wat hem te doen stond:
“I must do everything, but everything, to ensure that I became head of Section IX, whether or
not it merged with Section V.”172
Enkel Cowgill loopt nog in de weg en Philby is genoodzaakt bondgenoten te zoeken die zijn
kandidatuur zouden steunen. De eerste die hij contacteerde was Vivian. Samen met Vivian
discussieerde Philby over Cowgill en wie er nog zou kunnen helpen om ‘C’ te overtuigen. De
personen die in aanmerking kwamen waren Christopher Arnold-Forster173 en Guy Liddell174.
Vivian zou een afspraak maken met deze heren om de zaak eens doornemen.175
Na zijn gesprek met Arnold-Forster en Liddell liet Vivian weten dat alles onder controle was.
Philby kreeg niet veel later bevestiging. Arnold-Forster verzocht Philby om eens langs te
komen. Tijdens dit gesprek ging het voornamelijk over SIS in het algemeen en de toekomst
ervan in het bijzonder. De volgende stap was steun zoeken binnen het ministerie van
Buitenlandse Zaken, deze steun vond hij in de persoon Patrick Reilly. Wanneer Cowgill in
conflict geraakt met twee officieren van de GC & CS kan niets de kandidatuur van Philby nog
in gevaar brengen. Philby wordt naar voorgedragen als opvolger van Currie. Hij verbaast er
zich echter over dat zijn kennis over het communisme als kwalificatie is weggelaten.176
Menzies geeft zijn zegen na, op aandringen van Philby, Sir David Petrie177 te hebben
consulteren. In 1944 worden Section V en Section IX samengevoegd onder leiding van Philby.
169
WEST, N., o.c., 237-238. 170
PHILBY, H.A.R., o.c., 92. 171
WEST, N., o.c., 238. 172
PHILBY, H.A.R., o.c., 93. 173
Principal Staff Officer binnen SIS. 174
Hoofd van B division binnen MI5. Zou later nog benoemd worden als Deputy-Director-general. 175
PHILBY, H.A.R, o.c., 94-95. 176
Ibid., 95-97. 177
Hoofd MI5.
42
Hij is nu verantwoordelijk voor het verzamelen en het interpreteren van inlichtingen met
betrekking tot de Sovjet-Unie buiten het Britse grondgebied.178
3.2 Section IX in handen van een Sovjet spion
3.2.1 Philby gaat aan de slag
Tijdens zijn eerste dagen aan het hoofd van Section IX hield Philby zich voornamelijk bezig
met het organiseren van zijn staf, kantoorruimte en de uitrusting. Als snel begon hij met het
rekruteren van extra werkkrachten, deze verdeelde hij onder in vier categorieën. De eerste
categorie omschrijft hij als ‘duds’: aan hen besteedde hij geen tijd. De tweede categorie
bestond uit diegenen die niets liever wilden dan terugkeren naar hun vroegere job. Philby
heeft er echter één van kunnen overtuigen te blijven. De derde omschrijft hij als oudere,
ervaren officieren, die nog enkele jaren willen blijven alvorens op pensioen te gaan. De
meeste rekruten haalde hij uit de vierde categorie die bestond uit diegenen die reeds geproefd
hadden van het inlichtingenwerk en binnen deze wereld ook na de oorlog actief wilden
blijven. De twee opmerkelijkste figuren die hij rekruteerde waren Robert Carew-Hunt en Jane
Archer. Beiden werden gerekruteerd op basis van hun kennis met betrekking tot het
communisme.179 Jane Archer werkte bij MI5 en het was zij die in 1937 generaal Walter
Krivitsky moest verhoren. Krivitsky, die naar het Westen vluchtte, verklaarde aan MI5 dat
tijdens de Spaanse burgeroorlog de Sovjet-Unie een jonge Britse journalist naar Spanje had
gestuurd.180 Het blijft tot op vandaag een groot vraagteken waarom de Britten toen geen
onderzoek geopend hebben. Indien zij het kleine aantal Britse onderdanen dat in die tijd in
Spanje als journalist werkte hadden onderzocht, had Philby waarschijnlijk dertig jaar eerder
ontmaskerd kunnen worden. Nadat Philby richting Moskou gevlucht was, werd er in het
dossier van Krivitsky naast ‘young Englishman’ het volgende bijschreven: ‘Prob181
Philby’.182
Wanneer begin 1945 alles in zijn plooi begon te vallen begint Philby aan een reis langs alle
SIS hoofdkwartieren onder zijn bevoegdheid in het buitenland.
178
PHILBY, H.A.R., o.c., 98-99. 179
Ibid., 100-103. 180
PAGE, B., LEITCH, D. en KNIGHTLEY, P., o.c., 120. 181
Probably 182
MILMO, C., Kim Philby ‘was ordered by Stalin to kill Franco, The Independent, 14 november 2001,x.
43
3.2.2 Reorganisatie binnen SIS
De eerste maanden na de Tweede Wereldoorlog kwam het er voor SIS op aan een
reorganisatie door te voeren. Ook Philby zal zich hier binnen dit subcomité van het Joint
Intelligence Committee mee bezig houden.
Het eerste probleem was het opkuisen van de slordige en inadequate financiële en
administratieve toestand. Alvorens daarover te kunnen oordelen diende men zich uit te
spreken over een verticaal of een horizontaal organisatiemodel. Het verticale zou inhouden
dat er geopteerd werd voor een model waarbij de verschillende regionale structuren
verantwoordelijk zouden zijn voor het verzamelen, verwerken en verspreiden van informatie
gerelateerd aan hun regio. Bij een horizontale structuur zou alles centraal gestuurd worden.
Philby bekent dat hij nog steeds niet weet wat het juiste antwoord is, hoewel hij tijdens de
bespreking opteerde voor het horizontale organisatiemodel.183 Dit is niet verwonderlijk,
mocht er voor het verticale geopteerd worden, zou hij heel wat controle verliezen. Hij weet
duidelijk waar hij aan toe is:
“If the vertical solution were adopted, work against the Soviet Union and Communism
generally would be divided regionally. ... I therefore threw my weight behind the horizontal
solution, in the hopes of keeping, for the time being at any rate, the whole field of anti-Soviet
and anti-Communist work under my own direct supervision.”184
Het horizontale organisatiemodel lijkt m.i. het meest aannemelijke. Het grootste gevaar dat in
een verticale organisatiestructuur schuilt is waarschijnlijk het feit dat de secties met alles en
iedereen bezig zijn binnen hun regio zonder rekening te houden met andere secties waardoor
de informatiestroom in gevaar komt. Uiteindelijk werd toch geopteerd voor de horizontale
organisatiestructuur en er werd aanbevolen om de gehele SIS structuur onder te brengen in
vijf directoraten die onderling op voet van gelijkheid staan.185 Het eerste was Finance &
Administration, daarnaast had men Production, vervolgens Requirements, ten vierde was er
Training & Development en tot slot War Planning. War Planning, dat overigens niet lang zou
bestaan, moest tevens de taken van SOE overnemen.
183
PHILBY, H.A.R., o.c.,109-111. 184
Ibid., 111. 185
Ibid., 112.
44
Deze taken waren voornamelijk sabotage, subversie en het bieden van clandestiene hulp aan
verzetsgroepen in vijandig gebeid.186
Philby gaat ondertussen een moeilijke periode tegemoet en zijn positie komt ernstig in gevaar
wanneer ene Konstantin Volkov, viceconsul van het Sovjet Consulaat-generaal in Istanbul,
asiel aanvraagt in het Britse Consulaat-generaal. Wanneer Philby in 1967 in Moskou
terugblikt op het Volkov incident schrijft hij hierover in zijn autobiografie ‘My Silent War’:
“...it nearly put an end to a promising career.”187
3.2.3 Het Volkov incident
Het Volkov incident neemt een aanvang in augustus 1945 wanneer Consul-generaal
Konstantin Volkov zich in Istanbul aanmeldt bij de Britse Consul-generaal Chantry Page.
Tegenover Page verklaard Volkov dat hij in feite een officier is binnen de NKVD. In ruil voor
een aardige som geld en een vrijgeleide richting Cyprus zou hij geheime informatie aan de
Britten overhandigen. Deze informatie omvatte onder andere adressen en beschrijvingen van
NKVD gebouwen en agenten in Turkije. Echt belangrijk wordt het wanneer hij beweert dat
hij de namen kent van drie Sovjet agenten actief in overheidsinstellingen in Londen. Het zou
gaan om twee diplomaten bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en een officier actief
binnen de counter-intelligence.188 Wanneer deze informatie Londen bereikte belastte ‘C’
Philby met deze gevoelige en uiterst geheime zaak.189 Philby kreeg van ‘C’ tot de volgende
dag om dieper in de achtergrond van de zaak te graven en een aanbeveling te doen. Tijd achtte
Philby als de meest vitale factor. Hij was zich er tevens van bewust dat hij alles in het werk
moest stellen om zelf naar Istanbul af te reizen. Wanneer hij bij ‘C’ verslag uitbracht,
benadrukte hij dat het noodzakelijk was dat iemand vanuit Londen naar Istanbul zou afreizen
om daar het verdere verloop van dichtbij op te volgen. Philby had niet verwacht dat ‘C’
Douglas Roberts van MI5 voorstelde in plaats van hemzelf. Het geluk was echter aan Philby’s
zijde. Roberts bleek een onoverwinnelijke vliegangst te hebben en Philby kon alsnog
vertrekken.190 Door enkele vertragingen, zowel in Londen, tijdens de vliegreis als in Istanbul
bleek dat er geen contact meer met Volkov kon gelegd worden.
186
DAVIES, P.H.J., l.c., 37. 187
PHILBY, H.A.R., o.c., 112. 188
PAGE, B., LEITCH, D. en KNIGHTLEY, P., o.c., 196-198. 189
SEALE, P. en MCCONVILLE, M., o.c., 220. 190
PHILBY, H.A.R., o.c., 112-116.
45
Enige tijd later werd er op de luchthaven van Istanbul onverwacht een Russisch militair
vliegtuig gesignaleerd. Een man, die goed was ingepakt met allerlei verbanden, werd op een
draagberrie naar het vliegtuig gebracht. Het vliegtuig vertrok vrijwel onmiddellijk.191
Philby maakt echter bewust geen vermelding in zijn rapport over de speculaties dat de Sovjet-
Unie mogelijk getipt is in verband met Volkov.192
Zelf schrijft hij hierover:
“It was not worth including in my report.”193
De vraag die zich hier opdringt betreft het feit waarom Philby’s aanwezigheid in Istanbul
vereist was indien hij de Sovjets reeds op de hoogte had gebracht. In zijn verslag schuift hij
alle schuld voor de vertragingen op Volkov zelf. Deze treft schuld omdat hij er op aandrong
alle communicatie via de diplomatieke post te laten geschieden.194 Het feit dat er bijna drie
weken tussen het eerste contact met Volkov en de aankomst van Philby in Istanbul zaten,
spreekt voor zich.195 Philby heeft hier niet enkel zijn eigen vel gered. Omdat er tevens sprake
was van twee diplomaten werkzaam binnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken mag er
m.i. vanuit gegaan worden dat Philby hier voor het eerst ook zijn vrienden Burgess en
Maclean redde.
John Reed, de Britse agent met wie Philby in Istanbul samenwerkte in verband met Volkov,
zou nadien verklaren dat Philby ofwel totaal incompetent ofwel een verrader was.196
Wanneer we Philby’s versie van de feiten over het algemeen bekijken kan er niet anders
geconcludeerd worden dan dat Philby bewust of onbewust enkele feiten verdraaid en/of
achterwege gelaten heeft. Dit zowel met betrekking tot de rol die Page gespeeld heeft als met
de mogelijke tip die de Sovjet-Unie zou ontvangen hebben. Ook laat hij achterwege wat er
mogelijk met Volkov gebeurd is.197
191
PAGE, B., LEITCH, D. en KNIGHTLEY, P., o.c., 199. 192
PHILBY, H.A.R., o.c., 116-120. 193
Ibid. 194
SEALE, P. en MCCONVILLE, M., o.c., 221. 195
Ibid., 199. 196
MUNRO, R.K., l.c., 78. 197
In het besluit met betrekking tot My Silent War zal hier dieper op ingegaan worden.
46
4. Het verrichten van overzeese plichten
“Every single agent was captured
…all thanks to Kim Philby”
Gene Poteat
4.1 Richting het SIS hoofdkwartier in Turkije
Januari 1947 vertrekt Philby richting Turkije waar hij de leiding zal opnemen van het SIS
station in Turkije met als hoofdkwartier Istanbul. Er werd besloten dat Philby wat meer
praktijkervaring moest opdoen. In Istanbul moest Philby samenwerken met het Turkse
Security Inspectorate. De inlichtingen betreffende de Sovjet-Unie waren hoofdzakelijk
afkomstig van smokkelaars en vluchtelingen vanuit de Balkan en Centraal Europa. Omdat
deze inlichtingen als ontoereikend werden beschouwd moest Philby enerzijds enkele spionnen
over de grens met de Sovjet-Unie krijgen en anderzijds in opdracht van het War Planning
Directorate een topografische analyse van het grensgebied uitvoeren. Uiteindelijk werden
enkele agenten ingezet met als opdracht het grensgebied oversteken: ze gingen hun dood
tegemoet. Eén van hen werd zelfs na enkele minuten neergeschoten. Deel twee van zijn
opdracht zou hij echter niet uitvoeren omdat hij in de zomer van 1949 overgeplaatst wordt
naar de Verenigde Staten.198 Philby maakt hier echter geen melding van het feit dat in de
aanloop van deze benoeming Burgess hem kwam bezoeken.199 Hoewel hij reeds hier een
grote rol speelt bij het mislukken van infiltraties binnen de Sovjet-Unie, is dit niet te
vergelijken met het verraad dat hij pleegt tijdens zijn aanwezigheid in Washington.
198
PHILBY, H.A.R., o.c., 121-134. 199
MUNRO, R.K., l.c., 80.
47
4.2 Richting het machtscentrum: Washington
Voor Philby was een mogelijke verhuis naar de Verenigde Staten om tweeërlei redenen
onweerstaanbaar. Ten eerste omdat hij hierdoor in het midden van het beleidscentrum
aangaande de inlichtingen- en veiligheidsdiensten kwam. Ten tweede kreeg hij hierdoor
tevens toegang tot de Amerikaanse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Alvorens af te reizen
naar de Verenigde Staten werd hij uitvoerig gebrieft over de rol die hij daar te spelen had. Hij
zou hoofdzakelijk fungeren als liaison tussen SIS, FBI en CIA.
Tijdens deze briefing werd hij ook op de hoogte gebracht van een mogelijk lek binnen de
Britse Ambassade te Washington, er zou ook sprake zijn van een lek binnen het Amerikaanse
atoomagentschap te Los Alamos.200
Er mag vanuit gegaan worden dat hier gedoeld werd op Burgess en/of Maclean. Ook Philby
wist toen meteen uit welke hoek het gevaar kwam:
“But a swift check of the relevant Foreign Office list left me in little doubt about the identity of
the source of the British Embassy.”201
Binnen de CIA moest Philby vooral samenwerken met het Office of Strategic Operations
(OSO), onder leiding van Jim Angleton, en met het Office of Policy Co-ordination (OPC),
onder leiding van Frank Wisner. Samen met het OPC moest Philby instaan voor de penetratie
van Albanië.202 De initiële bedoeling was om een klein aantal spionnen via de kust Albanië
binnen te laten trekken. Zij zouden zich zuidwaarts door het land begeven richting
Griekenland. Gedurende deze tocht moesten zij ‘spioneren’.203 De gevolgen laten zich al
raden, volgens schattingen van The Sunday Times zouden er minsten 300 doden gevallen zijn
tijdens deze operaties onder leiding van de CIA en liaison Philby.204 Exacte cijfers zijn
vooralsnog niet bekend, hiervoor zal het wachten zijn tot de ‘Philby Files’ vrijgegeven
worden. Niet enkel hier speelde het triumviraat Philby, Burgess en Maclean een rol. Zij
worden ook voor een groot stuk verantwoordelijk gehouden voor het doorspelen van
strategische plannen met betrekking tot de Koreaanse Oorlog die uitbrak op 25 juni 1950.205
200
PHILBY, H.A.R., o.c., 134-136 201
PHILBY, H.A.R., o.c., 136. 202
Ibid., 139-141. 203
Ibid., 143. 204
EVANS, H., The Sunday Times and Kim Philby, The Sunday Times, 20 september 2009, x. 205
MUNRO, R.K., l.c., 80.
48
Naast deze contacten binnen de CIA, moest Philby ook contact houden met de FBI in het
algemeen en de afdeling counterespionage in het bijzonder. Over deze samenwerking is hij op
zijn minst uitgedrukt ontevreden:
“…its counter-espionage work, and its record in that field was more conspicuous for failure
than for success. Hoover did not catch Maclean or Burgess; he did not catch Fuchs, and he
would not have caught the rest if the British had not caught Fuchs and works brilliantly on his
tangled emotions; he did not catch Lonsdale; he did not catch Abel for year, and then only
because Hayhanen delivered him up on a platter; he did not even catch me.”206
Deze weinig tot de verbeelding sprekende uitspraak toont een chauvinistische Philby die het
uitstekende werk van de Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten in schril contrast ziet met
het werk van de Amerikaanse FBI.207 Het is dan ook in deze periode dat Philby de meeste
aandacht schonk aan het traceren van de lekken binnen de Britse ambassade en binnen het
atoomagentschap te Los Alamos.
In de winter van 1949-1950 komen Philby en zijn collegae, op basis van een analyse
uitgevoerd aan de hand van de Venona documenten208 van zijn voorganger Peter Dwyer, tot
het besluit dat Dr. Klaus Fuchs het lek binnen Los Alamos is. Wanneer Fuchs een
routinebezoek brengt aan het Verenigd Koninkrijk wordt hij door William Skardon, MI5,
opgewacht. Hij bekende meteen.209 Niet enkel leidde dit tot de arrestatie van Fuchs, het gaf
tevens aanleiding tot de arrestatie van zijn contactpersoon Harry Gold en tot de arrestatie van
Julius en Ethal Rosenberg.210 We weten echter dat Philby Moskou op de hoogte bracht van
het bestaan van Venona. Wat we niet met zekerheid kunnen vaststellen is het feit waarom hij
Fuchs niet op de hoogte bracht.211 Een mogelijke verklaring vinden we bij Nigel West die
eenvoudigweg stelt dat Philby trachtte Fuchs te waarschuwen maar door onvoorziene
omstandigheden vertraging opliep.212
206
PHILBY, H.A.R., o.c., 148. 207
In het volgende hoofdstuk zijn gelijkaardige bevindingen waar te nemen wanneer Popov met de FBI moet
samenwerken. 208
Deze documenten kwamen tot stand door een samenwerking tussen de Britse en Amerikaanse diensten. De
documenten zelf hadden betrekking op de ontcijfering van de militaire en diplomatieke code van de Sovjet
Unie. 209
PHILBY, H.A.R., o.c., 150. 210
KROSS, P., ‘The Venona project reveales Sovjet espionage in the United States after WWII – until it was in
turn compromised.’, Military History, 2006, 72. 211
GOODMAN, M.S., ‘Who is trying to keep what secret from whom and why?’, Journal of Cold War Studies,
2005 (7), 128. 212
WEST, N., Venona: the greatest secret of the Cold War, Londen, HarperCollins, 1999, 46.
49
Philby was dus te laat. Ook Philby zelf laat ons hier enigszins in het ongewisse door louter te
stellen dat ondanks zijn inspanningen de zaak tegen Fuchs voor de Britten en Amerikanen
goed afliep.213
Met betrekking tot het ambassadelek is er weinig beweging waar te nemen tot Philby in de
zomer van 1950 een brief van Burgess ontvangt met de vraag of hij kon blijven logeren nu hij
naar Washington werd overgeplaatst. Philby ging hierop in omdat zijns inziens hier
professioneel niets op in te brengen was en omdat hun associatie algemeen bekend was.
Bedoeling van zijn overplaatsing was volgens Buitenlandse Zaken dat de excentriciteit van
Burgess beter over het hoofd kan gezien worden in een grote dan in een kleine ambassade. Sir
Robert Mackenzie, de Security Officer binnen de ambassade, was dan ook opgelucht dat
Philby contact had met Burgess zodat beiden de verantwoordelijkheid konden delen.214 De
redenering die Philby volgt, is te begrijpen. Waarom zou hij zijn associatie met Burgess
verbergen terwijl deze link in vijf minuten achterhaald kon worden.
Hij trachtte hierdoor mogelijke verdachtmakingen te voorkomen maar komt tijdens het
schrijven van zijn autobiografie ‘My Silent War’ tot volgende conclusie:
“But, on reflection, I think that my decision to accommodate Burgess speeded by a few
weeks at most the focussing of the spotlight on me.”215
Omdat het onderzoek naar het lek binnen de Britse ambassade vorm begon te krijgen en enkel
Philby op de hoogte was van de betrokkenheid van Maclean betrok hij onmiddellijk Burgess
in dit hele verhaal. Samen met hun Sovjetcontact werd besloten dat Maclean in veiligheid
moest gebracht worden, maar dit zeker niet vroeger dan strikt noodzakelijk. Er waren echter
twee complicaties. Ten eerste was Philby maar benoemd tot de herfst van 1951, zodat
Maclean daarvoor in veiligheid moest gebracht worden. Ten tweede was er Burgess, die ze
terug richting Londen moesten krijgen.216 Om verdachtmakingen van zich af te houden hielp
Philby het onderzoek in de richting van Maclean. Hij suggereerde dat de informatie verkregen
van zowel Volkov als Krivitsky (zie supra.) moest bekeken worden in het licht van
diplomaten gestationeerd in Washington.
213
PHILBY, H.A.R., o.c., 160-161. 214
Ibid., 151-152. 215
Ibid., 152. 216
Ibid., 153-154.
50
Zodoende bleven er vier namen over, waaronder die van Donald Maclean. Het was aan
Burgess, die ondertussen werd terug geroepen om een diplomatieke rel te vermijden, om
Maclean te verwittigen en hem op het juiste spoor te zetten. Wanneer iedereen richting
Maclean keek, was de vogel reeds gaan vliegen. Ondanks de waarschuwing aan het adres van
Burgess om niet mee te gaan met Maclean was ook hij verdwenen.217
Hoewel Burgess hiermee trachtte de aandacht van Philby af te leiden, bleek het
tegenovergestelde waar te zijn. Philby zal dan ook Washington moeten verlaten op twaalf juni
1951. Quasi tegelijkertijd voeren de troepen in Korea een tegenoffensief uit waarbij aan
communistische zijde meer dan 100 000 slachtoffers vallen. Dit leidde uiteindelijk tot een
communistische vraag tot een wapenstilstand op drieëntwintig juni 1951.218 Het zal dan ook
niet lang duren alvorens Philby zelf in het midden van de belangstelling komt te staan.
5. Het doek valt
“So, after seven years, I left Beirut
and turned up in the Soviet Union.
Why? Maybe I was tipped off by a
Fourth Man. Maybe someone had
blundered. It is even possible that
I was just tired.”
Kim Philby
Nu Burgess en Maclean op de vlucht zijn, moet Philby rekening houden met het feit dat deze
vlucht voor hem wel eens compromitterend zou kunnen zijn. De vraag die iedereen zich op dit
moment stelt is: wie heeft Maclean en Burgess getipt? Wie is de Third Man?
217
Ibid., 155-157. 218
MUNRO, R.K., l.c., 80.
51
Samen met zijn Sovjetcontact hadden ze reeds een ontsnappingsplan uitgewerkt indien de
situatie echt gevaarlijk zou worden. Ondanks het feit dat met alle mogelijke situaties rekening
werd gehouden was Philby toch bijzonder zelfzeker.219 Zelf drukt hij dit als volgt uit:
“I felt that I knew the enemy well enough to foresee in general terms the moves he was likely
to make. I knew his files – his basic armament – and, above all, the limitations imposed on his
procedures by law and convention.”220
Met dit in het achterhoofd begon hij na te denken over het bewijsmateriaal dat ze tegen hem
konden gebruiken en welke stappen de Britse diensten zouden zetten. Vooreerst waren er zijn
associaties met de linkervleugel in Cambridge. Omdat hij nooit lid was geweest van de Britse
communistische partij was dit te verwaarlozen. Hij vreesde echter dat ze de link gingen
leggen met zijn activiteit in Wenen en de transformatie die hij onderging na zijn terugkeer.
Daarnaast was er Krivitsky die beweerde dat er tijdens de Spaanse burgeroorlog een Britse
journalist voor de Sovjet-Unie spioneerde.
Ook het mislukken van de Volkov affaire zou hem kunnen aangerekend worden. De grootste
bedreiging waar hij echter mee geconfronteerd kon worden was zijn relatie met Burgess.
Ondanks deze mogelijke bewijzen had hij het gevoel dat hij elke schakel kon weerleggen.
Wanneer hij elke schakel weerlegd had zou de hele keten instorten.221
Toen ‘C’ hem de opdracht gaf zich in Londen aan te melden was het vrij duidelijk hij zich
aldaar diende te verdedigen in verband met een mogelijke betrokkenheid. Na de
ondervragingen door MI5 vroeg ‘C’ aan Philby om ontslag te nemen, hetgeen hij ook deed.222
Het was november 1951 wanneer Philby ondervraagd werd door de voormalige MI5-agent en
King’s Counsellor Helenus Milmo. De ondervragingen en het ‘proces’ in de zomer van 1952
draaiden echter op niets uit. Philby beantwoordde elke vraag met de nodige voorzichtigheid
en terughoudendheid. Alvorens te antwoorden bestudeerde hij elke vraag vanuit alle mogelijk
hoeken.223 Na de pogingen van Milmo was het nu de beurt aan William Skardon: hij dwong
onder andere Klaus Fuchs tot bekentenissen (zie supra.), maar ook dit draaide op niets uit.224
219
PHILBY, H.A.R., o.c., 157-159. 220
Ibid., 159. 221
Ibid., 160-161. 222
Ibid., 163-167. 223
PAGE, B., LEITCH, D., en KNIGHTLEY, P., o.c., 278-279. 224
PHILBY, H.A.R., o.c., 169-170.
52
Na enkele jaren gewapende vrede begint de affaire wederom op te laaien. Hoewel er geen
nieuw bewijs gevonden is contra Philby roept Marcus Lipton in het House of Commons op tot
een nieuw onderzoek. Desondanks komen ze tot de conclusie dat er geen harde bewijzen zijn
en dat er Philby niets ten laste kan gelegd worden. Het was Harald Macmillan van
Buitenlandse Zaken die tot de conclusie kwam dat er Philby niets ten laste kon gelegd
worden.225 Gedurende deze periode heeft Philby zich ten aanzien van de pers verscholen
achter de Official Secrets Act tot hij van SIS de toestemming kreeg een persconferentie te
organiseren.226
Enige tijd later, in 1956, vertrok Philby als correspondent voor The Observer en The
Economist naar het Midden Oosten, Beiroet.227 Geruchten deden echter de ronde dat Philby in
het Midden Oosten actief was in opdracht van SIS. Philby bekende nog ontkende deze
mogelijkheid.
Ondanks het feit dat we dit niet met zekerheid kunnen vaststellen geeft Philby toch een hint in
de goede richting:
“…it would have been odd of SIS not to take advantage of my presence in the Middle East, it
would have been odder still if the Soviet intelligence service had ignored me.”228
Aan zijn zorgeloze leven komt echter abrupt een einde wanneer tijdens de Kerstperiode van
1961 een KGB officier overloopt en George Blake, SIS, aanwijst als Sovjet spion. Blake wijst
op zijn beurt Philby aan als Third Man.229 De bal is definitief aan het rollen gegaan. Het is 23
januari 1963 wanneer Philby met zijn vrouw Eleanor op weg is naar een feestje georganiseerd
door de First Secretary, Glen Paul. Onderweg laat Philby de taxi stoppen om een telegram te
versturen, hij zou niet meer terugkeren.230 De vogel is gaan vliegen richting Sovjet-Unie.
Wanneer hij uiteindelijk aankomst in de Sovjet-Unie wordt hij beloond met de Red Banner
Order. Ondanks het feit dat er weinig eervol is aan het verraad dat Philby gepleegd heeft blijft
hij inspireren.
225
THOMAS, R.M., Espionage and secrecy: the official secrets acts 1911-1989 of the United Kingdom, Londen,
Routledge, 1991, 176. 226
PHILBY, H.A.R., o.c., 170-175. 227
Ibid., 177. 228
Ibid., 178. 229
PAGE, B., LEITCH, D., en KNIGHTLEY, P., o.c., 316. 230
Ibid., 317.
53
In februari 2001 bijvoorbeeld arresteerde de FBI een zekere Robert Hanssen op beschuldiging
van spionage voor de Sovjet en later de Russische inlichtingen- en veiligheidsdiensten en dit
tussen 1985 en 2000. Hij bekende echter dat zijn rolmodel sinds zijn veertiende ene Harold
Adrian Russel ‘Kim’ Philby was.231
6. Inhoudelijk besluit
“The best and most successful spies are the quiet,
apparently boring and dull people who go on
doing the same thing in an unostentatious way
year after year.”
Dame Stella Rimington
Daar waar Popov grotendeels een praktijk verhaal zal brengen, spitst de autobiografie van
Kim Philby zich grotendeels toe op het organisatorische aspect binnen de Britse inlichtingen-
en veiligheidsdiensten. Hoewel beiden hun leven om ideologische redenen op het spel zetten,
kan men beide personen moeilijk over dezelfde kam scheren. Wanneer we Philby beschouwen
als een verrader kunnen we hem ook moeilijk op een zelfde lijn zetten met andere
‘landverraders’ als Graaf Claus Schenk von Stauffenberg. Het doel heiligt immers de
middelen. Het doel dat Philby voor ogen had, is op zijn minst uitgedrukt laakbaar, of zoals
Harvey Klehr het passend samenvat:
“There are countries whose values are worth defending, even if that defense sometimes
requires betraying one’s friend or other unpalatable deeds. Some causes are not worth
betraying either friend or country: Communism was one of these causes.”232
Philby was een verrader zonder scrupules, hij zette alles op alles voor het communisme waar
hij zo een grote verwachtingen van had. Hoewel er nog begrip kan opgebracht worden voor
zijn activiteiten tijdens de Tweede Wereldoorlog, daar de geallieerden samen de wapens
opnamen tegen nazi-Duisland, is dit tijdens de Koude Oorlog niet evident.
231
MUNRO, R.K., l.c., 82. 232
KLEHR, H., l.c., 166.
54
Hoewel hij zijn leven wijdde aan het totalitaire Stalinistische regime waren Stalin en zijn
KGB niet zo zeker van Philby. Zij waren zeer paranoia en hielden rekening met het feit dat
Philby een triple spion kon zijn. Philby moet echter in Moskou het ware gelaat van de Sovjet-
Unie gezien hebben, in 1988 heeft hij zichzelf werkelijk dood gedronken.
Het is in 1968 dat Philby in Moskou zijn autobiografie schrijft. Nadat er verscheidene artikels
verschenen waren in de The Sunday Times en The Observer vond hij het tijd om zijn eigen
verhaal te vertellen. Bedoeling is voornamelijk een aantal fouten recht te zetten en een
volledig beeld van de situatie te geven.233 Reeds in 1967 waren er geruchten over een
mogelijke autobiografie en werd er luidop nagedacht of het een bijdrage tot de geschiedenis
zou zijn, of het louter propaganda zou zijn en of het materiaal schadelijk zou zijn voor de
belangen van het Verenigd Koninkrijk.234 Het feit dat Philby gevlucht is en zich in de Sovjet-
Unie bevindt moet in herinnering gebracht worden. Hoogstwaarschijnlijk keek de KGB
tijdens het schrijven over zijn schouder mee.
Philby mag dan wel een accurate weergave voor ogen gehad hebben, toch kan men zich niet
van de indruk ontdoen dat hij in sommige passages bijzonder rancuneus en arrogant is ten
aanzien van zijn vroegere collegae en ten aanzien van de Britse en Amerikaanse inlichtingen-
en veiligheidsdiensten. Een voorbeeld hiervan vinden we bij een passage waarin hij de
kwaliteit en waarde van ‘C’ in twijfel trekt.235 De beschrijving die Philby van Menzies geeft is
volledig tegenovergesteld aan deze die we vinden bij Popov (zie infra.).
Met betrekking tot zijn rekrutering door de NKVD is weinig geweten. Wat we wel kunnen
afleiden is dat spionnen zich aanpassen aan hun opdracht. Zo gaat Philby zijn communistische
verleden begraven en een andere politiek-ideologische identiteit aannemen. Ook het feit dat
hij in de eerste plaats aan de slag ging als journalist is niet verwonderlijk. Naar het einde van
zijn autobiografie deelt hij ons het volgende mede:
“The first duty of an underground worker is to perfect not only his cover story but also his
cover personality.”236
Als journalist beschikt een spion over een uitstekende cover. Beide beroepscategorieën
hebben quasi het zelfde doel voor ogen: het verzamelen van informatie.
233
PHILBY, H.A.R., o.c., 11-12. 234
X, ‘The Sunday Times’ and Mr Philby, The Times, 6 november 1967, X. 235
PHILBY, H.A.R., o.c., 105-106. 236
Ibid., 180.
55
Ook wanneer in 1956 wanneer de beschuldigingen de kop opsteken zou Philby nog steeds op
de loonlijst van SIS hebben gestaan, hij was gelast met een opdracht in Beiroet met als cover
journalist voor The Observer.237
Wanneer we de rekrutering vanuit Brits oogpunt bekijken zien we dat zij contact opnemen
met potentiële rekruten. In tijden van oorlog is het normaal dat het kader wordt uitgebreid
met, al dan niet tijdelijke, rekruten. Waarom er geen diepgaand onderzoek is uitgevoerd naar
de achtergrond van Philby is onduidelijk. Philby zelf verbaast zich over het gemak waarmee
hij binnen geraakte.238 Ook de ‘Krivitsky case’ had een vroegtijdig einde aan zijn carrière
kunnen maken.239 Dit heeft m.i. te maken met het feit dat zowel SIS als MI5 zich geheel op
nazi-Duitsland richtten terwijl het communisme niet meer als een prioriteit ervaren werd.
Wanneer Philby het heeft over de interne strijd tussen de verschillende inlichtingen- en
veiligheidsdiensten kan men zich niet van de mening ontdoen dat de KGB hierin een rol
gespeeld heeft. Deze vaststellingen vinden we nergens terug in de autobiografie van Popov.
Er zullen wel strubbelingen en meningsverschillen geweest zijn maar in tijden van oorlog
vindt men elkaar steeds in de strijd tegen een gezamenlijke vijand.
Aan de hand van Philby krijgen we ook een beeld van de trainingscholen zoals Beaulieu.
Hieruit leren we onder andere wat de cursussen inhouden, hoe er les gegeven wordt en hoe
deze georganiseerd zijn. Met betrekking tot zijn periode binnen de counterespionage op het
Iberische schiereiland zien we vooral het strategische belang van neutrale landen. Neutrale
landen zijn, in tijden van oorlog, steeds een verzamelplaats voor spionnen uit de hele wereld.
De source-books, die informatie bevatten over agenten operationeel in het buitenland, zijn een
gevaarlijke bron van informatie voor diegene met slechte bedoelingen. Het feit dat Philby het
source book van agenten binnen de Sovjet-Unie opvraagt, hoewel hij hiervoor niet bevoegd is,
spreekt voor zich.240
Wanneer Philby de documenten verkregen via Alles Dulles in handen krijgt, zien we het
belang van de GC & CS binnen de Britse inlichtingenwereld.241
237
MUNRO, R.K., l.c., 82. 238
Ibid., 25. 239
PAGE, B., LEITCH, D. en KNIGHTLEY, P., o.c., 120. 240
PHILBY, H.A.R., o.c., 67-68. 241
Ibid., 87.
56
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hielden zij zich vooral bezig met het decoderen van de
Duitse militaire en diplomatieke code. Gedurende de Koude Oorlog was dit ook het geval
maar dan gericht tegen de Sovjet-Unie en de andere communistische staten. Het kraken van
dergelijke codes is een belangrijke sleutel voor succes binnen de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten. Wanneer men de intenties van de vijand kent, kan men hier handig op
inspelen. Ook de Sovjet-Unie hadden experts die zich hiermee bezighielden.
Dit was dan ook voor Volkov (zie supra.) de aanleiding om de diplomatic bac als
communicatiemiddel te gebruiken.242 Dit heeft echter een groot praktisch nadeel daar het
complex is en vertragingen genereert.
Als Philby in Istanbul gestationeerd is wordt hij aldaar benoemd tot eerste secretaris binnen
de ambassade. Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog werden SIS officieren steevast
benoemd als ‘Passport Control Officer’. Omdat iedereen hier van op de hoogte was werd dit
niet meer als cover gebruikt. Het Britse ‘Passport Control Office’ werd echter wel nog
gebruikt als bron van inlichtingen. Het belang van ambassades voor inlichtingen- en
veiligheidsdiensten is algemeen bekend, toch is hier een evolutie waarneembaar.
De code die Philby meekreeg was de volgende: BFX/51. ‘BFX’ is de landcode voor Turkije,
de Verenigde Staten kreeg bijvoorbeeld als afkorting BEE. ‘51’ staat voor het hoofd van het
SIS hoofdkwartier in het desbetreffende land.243 Bij briefwisselingen worden aldus geen
namen genoemd maar worden de unieke landcodes gebruikt en de toegevoegde
cijfercombinatie laat toe te achterhalen wie er communiceert. Tevens geeft Philby een intern
beeld van toen hij werkte binnen Section D. ‘D’ werd gebruikt om naar het hoofd van deze
sectie te verwijzen. Elke sectie is echter onderverdeeld in subsecties waar naar de
leidinggevende wordt verwezen als ‘DA’, ‘DB’ enzovoort. Om naar de assistenten binnen een
subsectie te verwijzen wordt gebruik gemaakt van een letter of cijfertoevoeging zoals ‘DA-1’
of ‘DAD’.244
Als we kijken naar het gevolg van het verraad is dit het meest duidelijk in de verslechterende
relaties tussen SIS en de CIA. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging het pas opgerichte OSS
richting het Verenigd Koninkrijk om daar het vak te leren.
242
Ibid., 120. 243
Ibid., 124-125. 244
Ibid., 28.
57
Philby zorgde ervoor dat er een wantrouwen ontstond.245 Binnen de CIA worden klachten
geuit over het omvangrijke aantal spionnen binnen de Britse inlichtingen- en
veiligheidsdiensten. Toch moet dit niet steeds negatief geïnterpreteerd worden gelet op
volgende bezorgdheid geuit door een lid van de CIA:
“Well, at least the British manage to find theirs.”246
Tot slot kan het deceptiemodel van James Angleton uiteengezet worden. Dit model bekijkt de
deceptiestroom vanuit de KGB.247 De KGB desinformeerde de Westerse inlichtingen- en
veiligheidsdiensten door onder andere dubbelspionnen en overlopers. Feedback hierover
ontvingen zij door spionnen binnen de Westerse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Op deze
manier was het voor de KGB mogelijk de diensten van de tegenstander te manipuleren.248
245
JULIAN, E., ‘The Third Man’, U.S. News & World Report, 2003 (134), 63. 246
KING, R.D., l.c., 333. 247
Een visuele weergave is opgenomen in Bijlage II. 248
ROBARGE, D., ‘Moles, Defectors, and Deceptions: James Angleton and CIA Counterintelligence’, The Journal
of Intelligence History, 2003 (3), 31.
58
Hoofdstuk IV: Dusko Popov
1. Becoming a spy “Okay, Johnny, I’ll do it for you with one
proviso. Don’t ask for more than that.”
Dusko Popov
Het is 1936 wanneer Dusko Popov afreist naar Duistland om een doctoraat in de rechten te
behalen aan de Universiteit van Freiburg. Zijn intentie was om studeren met sport en plezier
te combineren.249 Hij was zich niet bewust van het feit dat een vriendschap die hij daar zou
sluiten tekenend zou zijn voor zijn verdere leven tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het zou echter nog drie jaar, tot één september 1939, duren alvorens Adolf Hitler definitief
het startschot geeft voor een nieuwe wereldoorlog. Dit doet hij door Polen binnen te vallen.
Toch waren er in 1936 al enige tekenen van een nakend conflict. Sinds Hitler in 1933
rijkskanselier werd, holde hij het verdrag van Versailles steeds verder uit.
Tijdens zijn verblijf in Freiburg had Popov vooral contact met Johann ‘Johnny’ Jebsen en
Friedrich Graaf von Kaghaneck. Vooral de vriendschap met Jebsen zal een belangrijke
invloed hebben op Popov’s werkzaamheden tijdens de oorlog. De drie heren waren quasi
onafscheidelijk, niet enkel hadden ze vergelijkbare familiale achtergronden ook politiek
konden ze elkaar vinden in hun afgunst voor de nazi’s.
In de zomer van 1937 beslist Popov om het behalen van zijn doctoraat te vieren in Parijs. Dit
zou echter verhinderd worden door de Gestapo. Op een ochtend staan vier Gestapo agenten
voor de deur die hem bevelen zich aan te kleden en mee te komen. Dag en nacht wordt hij
ondervraagd. Ze beschuldigen hem van een zekere affiniteit met het communisme, het in
Duitsland brengen van verboden boeken en het in twijfel trekken van het nazisme.250 De
Gestapo agenten wilden alles weten. Omdat ze hem niets ten laste konden leggen was het
hoogstwaarschijnlijk dat hij zou eindigen in een concentratiekamp.
249
POPOV, D., Spy/Counterspy, Londen, Book Club Associates, 1974, 3. 250
MILLER R., Codename Tricycle, Londen, Pimlico, 2005, 17.
59
Ongeveer tweehonderd personen werden ondervraagd, slechts twee zouden het opnemen voor
Popov: Jebsen en Graaf von Kaghaneck. Jebsen zag meteen de ernst van de situatie in en reed
naar Zwitserland met de bedoeling Popov’s vader in Dubrovnik op de hoogte te brengen.
Nadat zijn vader contact had opgenomen met de eerste minister van Joegoslavië kreeg Popov
van Göring vierentwintig uur om het land te verlaten. Popov stond voor altijd bij Jebsen in het
krijt. Dit omdat hij enerzijds de vader van Popov op de hoogte gebracht had van de penibele
situatie waarin hij zat en anderzijds omdat Jebsen, nadat de trein tot stilstand werd gebracht,
Popov binnen de gestelde tijdslimiet het land uitbracht.251
Deze gebeurtenissen vat hij als volgt passend samen:
“It was a lesson in terror … and in the product of terror.”252
Veilig terug in Dubrovnik, begon Popov zijn eigen praktijk en nam hij de draad van zijn
sociaal leven opnieuw op, tevens bleef hij in contact met Jebsen zeker nu de internationale
situatie steeds verslechterde.
Op de eerste september 1939, rond 04:45 ’s morgens, is het dan zover Duitse troepen steken,
gesteund door de Luftwaffe, de Poolse grens over richting Warschau. Twee dagen later
verklaren het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk nazi-Duitsland de oorlog.253 De Tweede
Wereldoorlog, hoewel nog grotendeels een Europees conflict, is een feit.
Enkele maanden later ontmoeten Jebsen en Popov elkaar in het winterhuis van de familie
Popov te Belgrado.254 De bedoelingen van Jebsen zijn niet louter vriendschappelijk, hij komt
ook een wederdienst vragen. Jebsen weet zijn vriend te vertellen dat hij ondertussen, om een
mogelijke dienstplicht binnen het leger te ontlopen, werkt voor de Brandenburg Divisie255.
Met een nakende invasie van Frankrijk in het vooruitzicht vroeg Jebsen aan Popov om zijn
contacten aan te spreken met de bedoeling een verslag op te stellen betreffende de politieke
situatie in Frankrijk.256 Hij moest voornamelijk op zoek gaan naar politici die bereid waren
om met Duitsland samen te werken indien Frankrijk zou capituleren.257
251
POPOV, D., o.c., 9-13. 252
Ibid., 11. 253
BOYLE, D., World War II in Photographs, Lisse, Rebo Productions, 2003, 46-48. 254
Ibid. 17. 255
De Brandenburg Divisie is een onderdeel van de Abwehr die zich voornamelijk met sabotage bezig houdt. 256
POPOV, D., o.c., 17. 257
MILLER, R., o.c., 21.
60
Popov accepteerde de opdracht en begon aan het opstellen van een vrij gedetailleerd verslag
dat hij opmaakte in twee exemplaren. Drie namen kwamen naar voor in zijn rapport: gewezen
eerste minister en minister van buitenlandse zaken Pierre Flandin, maarschalk Philippe Pétain
en gewezen eerste minister Pierre Laval.258
Alvorens zijn verslag te overhandigen aan Jebsen, gaf hij tijden een receptie op de Britse
ambassade een exemplaar aan een Britse ambtenaar, Dhr. Dew259.260 Niet veel later, op 10
mei 1940 richtte Hitler zijn oorlogspijlen op het Westen en werden Nederland, België,
Luxemburg en Frankrijk onder de voet gelopen. De Britten worden de zee ingedreven nabij
Duinkerken. Op 14 juni 1940 triomferen de Duitse troepen in Parijs, het verdrag van
Versailles is gewroken.261
Onder de indruk van de accuraatheid en het detaillisme van het Laval-rapport zou het niet
lang duren vooraleer de Abwehr de eerste voorzichtige stappen zet richting een mogelijke
rekrutering van Popov. Niet enkel door het Laval-rapport kwam Popov in het vizier van de
Abwehr. Dit werd enerzijds mede bepaald door het feit dat hij geregeld als zakenman naar
Londen kon reizen zonder argwaan te wekken, anderzijds had Popov toegang tot de hogere
lagen in de Britse samenleving.
De eerste stappen richting een mogelijke rekrutering werden gezet in de zomer van 1940.
Jebsen, die de hele zomer bij Popov verbleef, stelde voor om hem aan iemand van de Duitse
ambassade voor te stellen. Deze man stelde zichzelf voor als majoor Müntzinger maar gaf
voor de rest niets prijs.262 Tijdens het eten kwam dan ook het Duitse voorstel ter sprake.
De Abwehr wilde gebruikmaken van Popov zijn talenten door hem in het Verenigd
Koninkrijk bepaalde informatie te laten verzamelen, voornamelijk met betrekking tot de
politieke en militaire situatie, waarvoor toegang nodig was tot de hogere regionen van de
Britse samenleving.263 Popov vroeg bedenktijd maar eigenlijk stond zijn besluit reeds vast.
Hij zou het aanbod aanvaarden indien de Britten zouden meespelen.
258
POPOV, D., o.c., 20. 259
Popov kende hem enkel als ‘Mr. Dew’. 260
MILLER, R., o.c., 22. 261
MANTANLE, I., Gedenkboek van de Tweede Wereldoorlog, Lisse, Rebo Productions, 1995, 37-47. 262
POPOV, D., o.c., 23. 263
MILLER, R., o.c., 22-23.
61
Hoewel hij overtuigd was van het feit dat Jebsen geen nazi was lag hij toch enige tijd wakker
van zijn woorden:
“If you want to destroy a team, the best way is to become part of it.”264
De volgende dag zou hij zich haasten naar de Britse ambassade en zocht hij Dew op, het spel
kon beginnen. Dew zorgde voor een afspraak met het kantoor van het Britse ‘Passport
Control Office’, waar het hoofdkwartier van SIS was ondergebracht. Daar moest hij
uitgebreid verslag uitbrengen over alles wat Müntzinger en Jebsen vertelt hadden. Niet veel
later adviseerde Londen in te gaan op het voorstel en was hij klaar om aan het werk te gaan
als dubbelspion.265 Müntzinger die uitermate blij was, overhandigde Popov enkele
vragenlijsten met betrekking tot de militaire en politieke situatie in het Verenigd Koninkrijk.
Voor de volgende maanden kwam het er voor de Britten enerzijds op aan snel antwoorden te
geven op de vragenlijsten. Anderzijds konden ze uit de vragenlijsten afleiden wat de Duitsers
niet wisten. Daarenboven moesten ze Popov zo snel mogelijk naar Londen zien te krijgen.
Voor Popov kwam het er op aan uit de problemen te blijven. De problemen zouden echter niet
lang uitblijven.
Op een dag kwam Jebsen bij Popov met niet al te best nieuws. Popov was verraden door
Bozidar, de chauffeur van zijn vader. Deze had nauwgezet alle activiteiten van Popov
opgetekend waaronder een zestal bezoeken aan het Britse ‘Passport Control Office’,
algemeen bekend als het hoofdkwartier van SIS in Joegoslavië. Jebsen besloot het rapport te
herschrijven, Popov zou het probleem Bozidar oplossen. Enkele dagen later werd de
collaborateur Bozidar dood teruggevonden aan een spoorweg.266
264
POPOV, D., o.c., 27. 265
MILLER, R., o.c., 23-24. 266
POPOV, D., o.c., 32-36.
62
Het zou dan ook niet lang meer duren alvorens het echte spel kon beginnen en Popov naar
Londen zou afreizen. Het lokmiddel was een brief die Popov moest overhandigen aan de
Duitsers:
“Dear Dusko,
I understand your impatience. I have collected quite a number of the Ming porcelain you want as a
present for your mother, but unfortunately, I cannot send it through the diplomatic pouch. For one
thing, it is too fragile and too bulky. More important, the British Foreign Office is becoming sticky and
we have been asked to limit our mail to the strictly essential. I suggest you collect the porcelain
yourself when you come to London or arrange for it to be collected. Otherwise, you’ll have to wait
until my next trip to Belgrade. Incidentally, the money you advanced for the purchases has been spent.
If you want to complete the collection, I suggest you bring more funds.
Yours,
Bata.”267
Het is volkomen duidelijk dat met het ‘porselein’ de antwoorden op de vragenlijst bedoeld
worden en het voor de fictieve contactpersoon te gevaarlijk wordt deze door te sturen. Popov
moet naar Londen zien te komen. De Duitsers happen toe en niet veel later zit Popov, via een
tussenstop in Lissabon, op het vliegtuig richting Londen. Alvorens richting Lissabon te
vertrekken had hij nog een gesprek met Müntzinger en Jebsen, dit gesprek ging voornamelijk
over de nakende invasie van het Verenigd Koninkrijk door de Duitse troepen. Popov trachtte
zoveel mogelijk te weten te komen zodat hij de Britten op de hoogte kon brengen van de
plannen.268 Toen Müntzinger vertrok liet Jebsen Popov weten dat:
“When I’m in Berlin I’ll try to get some information to satisfy your “natural” curiosity about
Sea Lion.”269
In Lissabon leerde Popov zijn nieuwe ‘spymaster’ majoor Ludovico von Karsthoff270 kennen,
waarmee hij vrij goed kon opschieten.
267
Ibid., 37-38. 268
Ibid., 40-41. 269
Ibid., 40. 270
Von Karsthoff was het hoofd van de Abwehr in Lissabon, zijn echte naam was von Auenrode.
63
De trip naar Lissabon had voornamelijk de bedoeling Popov vertrouwd te maken met
spionagetechnieken zoals het schrijven met onzichtbare inkt, het maken van foto’s en
dergelijke. Nadien was hij klaar om richting Londen te vertrekken en kreeg hij van de
Duitsers de codenaam ‘Ivan’.271
Aangekomen in Londen moest Popov meteen enkele verhoren ondergaan, dit met de
bedoeling zijn verhaal te verifiëren en zijn oprechtheid te testen. De verhoren uitgevoerd door
zowel MI5, SIS, Naval Intelligence als door de Air Force Intelligence hadden vooral tot doel
het vergaren van interne informatie met betrekking tot de Abwehr.
Hij doorstond deze testen met glans en werd overgedragen aan Sir John Masterman, hoofd
van het XX Committee, die hem de codenaam ‘SCOUT’ meegaf. De volgende dagen van zijn
verblijf in het Verenigd Koninkrijk werden volledig besteed aan zijn opleiding. Popov zou
ingeschakeld worden voor deceptiedoeleinden en voor de penetratie van de Abwehr.
Zodoende kwam hij in contact met het hoofd van MI5, Sir David Petrie en Sir Steward
Menzies, het hoofd van SIS.272
2. Het spionagespel neemt een aanvang “Imagine controlling the
Abwehr paymaster in England!”
Dusko Popov
2.1 Plan Midas
In Londen begint de verveling toe te slaan. Het is steeds de zelfde routine: de meest geschikte
antwoorden vinden op de vragenlijsten en deze memoriseren. Popov ziet zichzelf in deze
periode meer als een bureaucraat dan als een spion.273 Aan de hand van de verschillende
vragenlijsten die Popov ontvangt kan afgeleid worden dat Duistland een invasie in het
Verenigd Koninkrijk op de lange baan heeft geschoven en er niet snel een eind aan de oorlog
zal komen.
271
Ibid., 45-54. 272
Ibid., 55-63. 273
Ibid., 96.
64
Ondertussen begint Popov zijn spionagenetwerk uit te breiden met Friedl Gaertner en Dickie
Metcalfe. Deze hadden als codenaam respectievelijk ‘Gelatine’ en ‘Balloon’. Nu Popov twee
subagenten stuurt, wordt ook zijn codenaam, ‘SCOUT’274 aangepast. Vanaf nu staat hij bij de
Britten bekend als ‘Tricycle’.275 ‘Tricycle’ als codenaam is gekozen omdat het netwerk uit
drie personen bestaat. Sommige beweren echter dat het meer te maken heeft met een
voorliefde voor triootjes.276
Naar aanleiding van deze gebeurtenissen begint hij na te denken over de betalingen die de
Abwehr verricht om de spionnen, in het buitenland in het algemeen en het Verenigd
Koninkrijk in het bijzonder, te betalen. Plan Midas kan van start gaan.
Plan Midas was in eerste instantie een financieringsplan uitgewerkt door Popov. Via een
financiële constructie konden de Duitsers, zich van geen kwaad bewust, alle spionnen op Brits
grondgebied betalen. In feite kwam het geld in handen van de Britse inlichtingen- en
veiligheidsdiensten.
In die tijd was het voor elke inlichtingen- en veiligheidsdienst bijzonder moeilijk om hun
agenten, operationeel in het buitenland, te betalen. Nu Popov met twee subagenten werkt,
wijst hij von Karsthoff op de gevaren die zich kunnen voordoen wanneer hij vanuit Lissabon
het geld moet meenemen om Gelatine en Balloon operationeel te houden. Er mocht slecht een
bepaald aantal ponden Engeland binnen gebracht worden en alle buitenlandse valuta werden
omgeruild in ponden, de nummers van de biljetten werden zorgvuldig opgetekend. Het is dan
ook begrijpelijk dat als Popov zijn subagent Balloon zou betalen en deze laatste gevat werd in
het bezit van bepaalde biljetten dit direct naar Popov zou leiden.277 Dit was voor Popov de
aanleiding om een plan uit te werken zodat enerzijds de fondsen die hij en anderen van de
Abwehr moesten ontvangen eenvoudiger in Engeland geraakten, anderzijds moest het plan de
Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten in staat stellen de fondsen van de Abwehr op Brits
grondgebied te controleren. Op die manier konden de Britten Duitse agenten opsporen die nog
niet ingeschakeld waren binnen het XX Committee.
274
De juiste schrijfwijze is niet volledig duidelijk. ‘SCOUT’ en ‘SKOOT’ worden door elkaar gebruikt. 275
Ibid., 97-98. 276
MILLER, R., o.c., 65. 277
POPOV, D., o.c., 98-99.
65
Het plan zou er als volgt uit zien:
“In Lisbon TRICYCLE represented to the Germans that he knew a rich Jewish theatrical
agent who was anxious to build up a reserve of dollars in America as he was afraid England
might lose the war. The arrangement made, therefore, was that TRICYCLE should receive
dollars in Lisbon or America from the Germans and that the Jew should pay over £ 20,000 in
sterling to TRICYCLE’s nominee in England. ... As a result the dollars were paid by the
Germans to TRICYCLE ... and the Germans instructed TATE278
to collect the sterling from the
Jew in London. All this was carried out and the money was notionally handed over to TATE,
who reported its safe receipt to the Germans.”279
Hoewel de Abwehr dit plan onmiddellijk naar waarde wist te schatten en akkoord ging,
maakte Popov een niet te onderschatten geheugenfoutje. In Lissabon vertelde Popov dat de
Jood Charles Sand heette en dat zijn adres Haymarket 15, Londen W1 was. Het was echter
Charles Glass. Zich bewust van zijn fout en het feit dat de Abwehr deze persoon en adres zou
controleren werd in Londen vrijwel onmiddellijk het naambordje aan de deur veranderd en
werd tijdelijk een MI5 receptioniste in het bureau geïnstalleerd.280
Met de hulp van Jebsen stelde Popov een lijst samen met personen zowel binnen als buiten de
Abwehr met anti-Hitler gevoelens. Hoewel ‘C’ bijzonder opgezet was met de lijst waren zijn
medewerkers eerder sceptisch.281 Bevestiging van het belang hiervan zou er komen op twintig
juli 1944 (zie infra.).
2.2 Plan Machiavelli
Samen met Robertson en Mantagu werd een plan uitgewerkt om de Duitsers te misleiden
betreffende de positie van mijnen rond de Engelse oost kust. Popov moest misleidende
informatie doorspelen over de plaatsen waar zich de mijnen bevonden. Het probleem was
echter de manier waarop hij deze informatie vergaard zou hebben.
278
TATE is als spion ingeschakeld binnen het XX Committee. Hij zou meer dan vier jaar actief zijn binnen het XX
Committee. 279
MASTERMAN, J.C., The Double-Cross System in the war of 1939 to 1945, Londen, Yale University Press, 1972,
85. 280
POPOV, D., o.c., 101. 281
Ibid.
66
Er werd afgesproken dat hij de informatie zou ontvangen hebben van Montagu. Over
Montagu zou hij vertellen dat het een jood was die in ruil voor informatie bescherming wilde
mocht Duitsland de oorlog winnen. Deze bescherming zou hij niet krijgen en het spel
eindigde hier.282
Masterman als hoofd van het XX Committee zou hier later over schrijven:
“This plan required the transmission through TRICYCLE of certain fictitious charts of east coast
minefields. Some of the documents reached the Germans, but did not arouse their interest or
establish their confidence to the extent which we had hoped.”283
3. Vanuit het vertrouwde naar het ongewisse: ‘The Pearl Harbor
Questionnaire’
“The lesson is, no doubt, that once
an agent is firmly established, any
questionnaire given to him has a much
greater and immediate intelligence value
than that usually attributed to is.”
Sir John Masterman
3.1 Voorbereiding vertrek richting de Verenigde Staten
In Lissabon ontmoet Popov bij von Karsthoff ene kolonel Maurer, die in het westen aan het
hoofd staat van de Abwehr. Maurer wil Popov naar de Verenigde Staten sturen en vraagt of
hij in staat is om via de in ballingschap opererende Joegoslavische regering een betrekking in
de Verenigde Staten te bemachtigen. De initiële bedoeling van de Duitsers was om opnieuw
vanaf nul te beginnen met een spionagenetwerk.
282
Ibid., 103-105. 283
MASTERMAN, J.C., o.c., 83.
67
Het reeds bestaande netwerk kan men niet echt een succes noemen omdat er uitsluitend met
Duitsers werd gewerkt die aan elkaar verslingerd waren. Op die manier was het voor FBI vrij
gemakkelijk om Duitse spionnen op te sporen. Popov daarentegen had geen rechtstreekse
band met Duitsland, dit werd als een pluspunt ervaren.284 Popov moest dus, net zoals hij in
Londen gedaan had (cf. Gellatine en Balloon), een klein maar betrouwbaar netwerk van
personen rond zich vormen om zo de nodige inlichtingen te verwerven.285
Ook de Britse inlichtingendiensten zagen mogelijkheden in dit avontuur vooral met
betrekking tot de ‘Battle of the Atlantic’. Op die manier zou men via deceptie het grote verlies
aan vrachtschepen vetrekkend vanuit de Verenigde Staten kunnen verminderen. Deze vielen
vooral ten prooi aan de Duitse onderzeeërs.286
Een geschikte betrekking krijgen binnen de Joegoslavische regering mocht geen probleem
vormen aangezien de nieuwe eerste minister generaal Simovich een oude bekende was van
Popov.
Samen met Robertson trok Popov naar het kabinet van Simovich. Ondanks het feit dat er
weinig uitleg kon gegeven worden met betrekking tot de activiteiten die Popov uitvoerde was
Simovich onmiddellijk bereid te helpen. Belangrijk was wel dat de cover een betrekking
moest zijn met een behoorlijke vrijheid en onafhankelijkheid. Op die manier werd de post van
‘Delegate of the Yugoslav Ministry of Information’ in de Verenigde Staten gecreëerd.287 Deze
functie zou Popov enerzijds in staat stellen zijn aanwezigheid overal in de Verenigde Staten
waar landgenoten verblijven, te rechtvaardigen, anderzijds had hij toegang tot politieke
kringen in Washington D.C.
Op tien mei 1941 kreeg ook Popov het bericht dat Rudolf Hess, de plaatsvervanger van Hitler,
met een Messerschmidt in Schotland was terechtgekomen.288 Deze daad van Hess spreekt nog
altijd tot de verbeelding en de wildste complottheorieën doen de ronde. Zo kan het een
vredesmissie geweest zijn in opdracht van Hitler, zodat deze zich volledig tegen de Sovjet-
Unie kon keren. Binnen deze strekking zouden ook het XX Committee, SOE en de Hertogen
van Kent en Hamilton betrokken zijn.
284
POPOV, D., o.c., 108-111. 285
MASTERMAN, J.C., o.c., 79. 286
HINSLEY, F.H., THOMAS, E.E., RANSOM, C.F.G. en KNIGHT, R.C., British intelligence in the Second World War
Its influence on strategy and operations, Londen, Her Majesty’s stationary office, 1981, 679. 287
Ibid., 112-113. 288
POPOV, D., o.c., 114.
68
Deze operatie zou gekend geweest zijn onder de naam ‘Operatie-HHHH’289.290 Anderen
beweren dan weer dat de parachutist niet Rudolf Hess was maar een dubbelganger. De
beklaagde in Neurenberg en de gevangene in Spandau zouden dus de dubbelganger van Hess
geweest zijn.291
Alvorens af te reizen naar de Verenigde Staten verbleef Popov nog enkele dagen in Lissabon.
Hier wachtte hij op zijn vriend Jebsen en op nadere orders van von Karsthoff.
Toen Jebsen uiteindelijk in Lissabon aankwam bracht deze hem op de hoogte van een missie
die hij uitgevoerd had in Italië. Jebsen had in Taranto een ontmoeting met de Japanse minister
van Buitenlandse Zaken, Matsuoka Yosuke. Japan had de Abwehr verzocht een gedetailleerd
rapport met betrekking tot de Britse aanval in Taranto op te stellen. In Taranto had de Britse
vloot een succesvolle aanval uitgevoerd en de helft van de Italiaanse marine buiten strijd
gesteld.292 Deze aanval, uitgevoerd op elf november 1940, had als doel de Britse suprematie
over het Middellandse zeegebied te behouden. Hoewel deze aanval ogenschijnlijk veel weg
heeft van deze op Pearl Harbor, kunnen beide aanvallen moeilijk vergeleken worden qua
aanvalsstijl. Beiden vergelijken zou aldus irrelevant zijn.293 De Japanners wilden elke detail
weten: schade, effectiviteit van beschermingsnetten, opslagplaatsen. Het is hier dat Jebsen
zijn bezorgdheid uit tegenover Popov dat de Japanners iets gelijkaardigs aan het voorbereiden
zijn. Op basis van gegevens verkregen via Baron Wolfgang von Gronau met betrekking tot de
Japanse oorlogsreserves, vooral de oliereserves, werd geconcludeerd dat het aanvalsdoel
logischer wijze de Verenigde Staten zal zijn en dit binnen het jaar.294 De vraag die zich nu
opdringt is waar in de Verenigde Staten de Japanners zullen toeslaan.
Enkele dagen voor zijn vertrek wordt hij op het kantoor van von Karsthoff ontbonden. Daar
maakt hij kennis met de ‘mikropunkt’ en met de vragenlijst die hij zal moeten beantwoorden
tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten. Het is op basis van die vragenlijst dat Popov tot de
conclusie komt dat Japan binnen het jaar Pearl Harbor zal aanvallen. In tegenstelling tot de
vorige vragenlijsten moest Popov deze niet memoriseren.
289
Rudolf Hess, Sir Samuel Hoare, Albrecht Haushofer en Gareth Alan Hillgarth. 290
ALLEN, M., Het Hitler-Hess Bedrog, Leuven, Van Halewyck, 2003, 216-224. 291
THOMAS, H., The Murder of Rudolf Hess, Londen, Hodder & Stoughton, 1979, 13. 292
STEVENSON, W, A man called Intrepid, New York, Ballantine Books, 1976, 283. 293
HALLION, R.P., ‘Dress Rehearsal for Pearl Harbor?’, World Warr II, 2007, 61. 294
POPOV, D., o.c., 116-120.
69
Deze vragenlijst die algemeen bekend staat onder de naam de ‘Pearl Harbor questionnaire’295
was verwerkt in de ‘mikropunkt’, quasi onzichtbaar met het blote oog, ongeveer zo groot als
het puntje op de ‘i’296 en enkel leesbaar onder een microscoop.
Wat Popov onmiddellijk opviel was de tweede hoofdding betreffende Hawaï. Daarnaast kreeg
Popov van von Karsthoff de instructie om bij aankomst in de Verenigde Staten zo snel
mogelijk een bezoek aan Hawaï te brengen.297
Popov is zich op dit moment niet bewust van de moeilijke tijden die hem in de Verenigde
Staten te wachten zullen staan. Met betrekking tot Pearl Harbor verschillen de Britten en
Amerikanen grondig van mening. De relatie tussen Popov en de FBI onder leiding van Edgar
Hoover raken ernstig verzuurd.
Ook de Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten kunnen het met hun Amerikaanse collega’s
maar moeilijk eens worden over de rol die Popov te spelen heeft. Terwijl Popov niets anders
kan doen dan machteloos afwachten worden de Abwehr in het algemeen en von Karsthoff in
het bijzonder uitermate ongeduldig en wordt er luidop getwijfeld aan Popov.
De Britten en hijzelf beginnen te twijfelen of zijn bestaan als dubbelspion nog houdbaar zal
zijn. Wanneer hij terug naar Lissabon afreist, weet niemand of hij nog levend in Londen zal
verschijnen.
3.2 Richting New York
Vol vertrouwen stapte Popov op 10 augustus 1941 op het vliegtuig richting New York, waar
zijn moraal een historisch dieptepunt zou bereiken. Om moeilijkheden met de douane op de
luchthaven te voorkomen gaf Popov zijn aktetas aan John Pepper, een Britse inlichtingen
officier, die de tas zou bezorgen aan kolonel Dick Ellis, ‘Deputy Director British Securit
Coorination (zie infra.)298, om ten slotte in handen te komen van Percy Foxworth, hoofd FBI
te New York. Popov, enigszins geïrriteerd door de bureaucratische gang van zaken, werd de
volgende dag ontbonden op het kantoor van Foxworth. Popov werd opgewacht door Charles
Lehman, die door de FBI belast werd met hem.
295
De ‘Pearl Harbor Questionnaire’ is integraal opgenomen in Bijlage I. 296
Zie bijlage III. 297
POPOV, D., o.c., 121-124. 298
WEST, N., MI6: British Secret Intelligence Service Operations 1909-45, Londen, Weidenfeld & Nicolson, 1983,
xxii.
70
De FBI weet niet goed raad met het materiaal dat ze via Ellis ontvangen hebben, dit omdat het
ogenschijnlijk voornamelijk persoonlijk materiaal betrof. Het is hier dat Popov de FBI laat
kennis maken met de ‘mikropunkt-technologie’ en hen waarschuwt voor het nakende gevaar.
Op basis van de informatie van Jebsen, Baron von Gronau en de ‘questionnaire’ deelde Popov
hen mede dat er binnen het jaar een Japanse aanval zal plaats vinden op Pearl Harbor. Deze
informatie werd door de FBI met ongeloof beantwoord, het leek allemaal te simpel.299
Hoewel hij nog geen verdere instructies van de FBI gekregen had begon Popov zijn trip naar
Hawaï te plannen. Als cover voor zijn trip naar Hawaï had hij Terry Brown, een Engels model
dat in New York verbleef. De voorbereidingen zijn echter een maat voor niets. Op bevel van
Hoover moet Popov zijn voorbereidingen staken en wordt hij gedwongen nog enkele weken
alle acties op te schorten. Dit was echter niets voor Popov, hij nam Terry mee naar Florida in
plaats van naar Hawaï. Deze trip zou echter van korte duur zijn. De dag na hun aankomst
werd Popov door de FBI ingelicht over de inhoud van de ‘Mann act’. Popov riskeerde
minimum een jaar en één dag omdat hij een vrouw over de staatsgrenzen vervoerd had met
immorele bedoelingen. Om te voorkomen dat hij de ‘Mann act’ verschillende keren zou
overtreden moest hij Terry op het eerst volgend vliegtuig zetten. Popov keerde razend met de
auto terug naar New York.300
Tien dagen later had hij eindelijk een ontmoeting met Hoover. Deze ontmoeting draaide
helemaal niet positief uit voor Popov. Hoover kon vooral niet goed om met Popov’s
extravagante levensstijl en hij trok Popov als spion volledig in twijfel. 301 Het gesprek was
volkomen nutteloos. De FBI had helemaal de intentie niet om Popov als een dubbelspion te
laten functioneren. Het enige doel van de FBI in het algemeen en Hoover in het bijzonder was
om Popov te gebruiken als lokmiddel.302 Het verbaasde Hoover dan ook dat nog geen enkele
Duitse agent contact met Popov gezocht had,303 hetgeen niet te verwonderen viel aangezien
dit de initiële bedoeling van de Abwehr was. Het was een clash tussen persoonlijkheden en
met immense gevolgen (zie infra.). Na de publicatie van zijn autobiografie ‘Spy/Counterspy’
ontkende de FBI echter formeel dat Popov en Hoover elkaar ooit ontmoet zouden hebben.304
299
POPOV, D., o.c., 128-134. 300
Ibid., 135-139. 301
Ibid., 140-141. 302
MILLER, R., o.c., 94. 303
POPOV, D., o.c., 141. 304
MILLER, R., o.c., 104.
71
Popov, radeloos, zoekt hulp bij Elllis en het hoofd van het BSC, Stephenson. Het is Ellis die
Popov probeert te kalmeren terwijl Stephenson zijn invloed in het Witte Huis zou aanwenden
om Popov toch opnieuw in het spel te krijgen.305 Het zou echter niet lang duren alvorens
Popov opnieuw botst met de FBI.
Voor een onbenullig onderzoek plaatst de FBI in het appartement van Popov allerlei
afluisterapparatuur. Popov gaat hiermee akkoord indien hij over een schakelaar beschikt
waarmee hij steeds de apparatuur kan aan en af zetten. Hij krijgt hij in ruil ook informatie
voor het beantwoorden van de Duitse vragenlijst. Deze informatie was niet echt waardevol
maar beter dan niets. Popov zou er echter snel achterkomen dat de schakelaar niet aangesloten
was zodat de FBI voortdurend zijn doen en laten kon registreren. Popov stopte de
microfoontjes vol met watten tot de FBI argwaan kreeg en de bal weer aan het rollen ging.306
Zijn reactie tegenover de FBI is als volgt kernachtig samen te vatten:
“I not only believe in the privacy of the individual, I practice it.”307
In samenspraak met de FBI zou Popov enkele dagen later afreizen naar Rio de Janeiro met de
vraag voor communicatieapparatuur, omdat de communicatie via onzichtbare inkt te
moeizaam verloopt.308
Voor zijn vertrek overhandigde de FBI hem nog wat informatie die van een ondermaatse
kwaliteit was. Extra informatie verzamelde hij door de kranten van de afgelopen zes weken
door te nemen en te koppelen aan fictieve bronnen.309 In Rio zocht Popov contact met Alfredo
(Albrecht Gustav Engels) van de ‘Allgemeine Elektrizität Gesellschaft’ dat dienst deed als
cover voor de Abwehr. Daar kreeg hij de instructie om de nodige apparatuur in Canada op te
halen zodra hij hiervoor bericht kreeg.310 Deze apparatuur heeft hij echter nooit kunnen
ophalen doordat hij de grens met Canada niet mocht overschrijden omdat hij niet in het bezit
was van een ‘income-tax declaration’.311
305
POPOV, D., o.c., 142-143. 306
Ibid., 143-148. 307
Ibid., 145. 308
MILLER, R., o.c., 108-109. 309
POPOV, D., o.c., 150. 310
Ibid., 151-154. 311
Ibid., 176.
72
Met tegenzin diende hij terug te keren richting New York. Omdat hij een paar dagen rust kon
gebruiken annuleerde hij zijn vliegtuig en nam de boot zodat hij zich een tweetal weken kon
ontspannen.
Dit kon hij zeker met de ballerina’s van het ‘Colonel de Basil Ballet’ aan boord.312 Onderweg
werd het schip tot stilstand gebracht en werd Popov door majoor Freckles Wren verzocht de
dag met hem door te brengen. Majoor Wren was het toenmalige hoofd van SIS te Trinidad.313
Hier lichtte Popov de majoor in over zijn ontmoetingen in Rio. Op zondag zeven december
kreeg Popov door de luidsprekers van het schip te horen dat de Japanse marine Pearl Harbor
had aangevallen. Popov was aangeslagen van het nieuws en aangekomen in New York zocht
hij naar antwoorden op de vraag hoe dit is kunnen gebeuren. Deze antwoorden kreeg hij
echter nooit, hoewel deze vraag hem nooit losliet.314
3.3 Kon de Japanse aanval vermeden worden?
De vraag die men steeds blijft stellen is of de Japanse aanval op Pearl Harbor vermeden kon
worden?
Popov was overtuigd van het feit dat het drama voorkomen kon worden. De Japanners hadden
met succes een verrassingsaanval kunnen uitvoeren terwijl “we knew they were coming. We
knew how they were coming. Exactly like at Taranto. And that’s how they came, combines
torpedo and dive-bomber attacks, exactly as employed by Admiral Cunningham against the
Italians.”315
Op basis van de informatie die hij meebracht naar de Verenigde Staten kan
moeilijk anders geconcludeerd worden.
Men had de informatie verkregen via Jebsen, Baron von Granou en de ‘Questionnaire’.
Vooral die ‘questionnaire’ was een belangrijke indicatie voor de plaats van de aanval. Hoewel
slechts één derde van de vragenlijst betrekking heeft op Hawaï en Pearl Harbor zijn deze
vragen echter veel specifieker dan de anderen. Men vraagt hier details over exacte posities en
schetsen terwijl de andere vragen eerder als algemene informatie te beschouwen zijn. Popov
en de Britten hebben hun plicht gedaan. Ze hebben hun Amerikaanse collegae op de hoogte
gebracht van de informatie die ze hadden, meer konden ze ook niet doen.
312
Ibid., 155. 313
MILLER, R., o.c., 113. 314
POPOV, D., o.c., 157-169. 315
POPOV, D., o.c., 158.
73
Het was aan de Amerikanen, de FBI, om hun analyse van de verstrekte inlichtingen te maken
en hiernaar te handelen. Ook Masterman deelde deze mening. Op basis van de ‘questionnaire’
kon hij niets anders afleiden dan dat indien Amerika werd aangevallen dit in Pearl Harbor zou
gebeuren.316
Ook met betrekking tot de rol die de Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten hierin hadden
te spelen is hij eenduidig:
“Obviously it was for the Americans to make their appreciation and to draw their deductions
from the questionnaire rather than for us to do so.”.317
Deze weinig tot de verbeelding sprekende analyse legt de volle verantwoordelijkheid bij de
Verenigde Staten. Dit is m.i. een juiste analyse omdat op het ogenblik van de
informatieoverdracht de Verenigde Staten nog niet betrokken waren bij het Europese conflict
en er officieel geen samenwerking was tussen de verschillende inlichtingen- en
veiligheidsdiensten van beide landen. Nadat in Europa de oorlog uitbrak, verbrak de FBI zijn
verbindingen met de Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Om aan dit tekort enigszins tegemoet te komen werd het BSC opgericht. Onder leiding van
William Stephenson moest het BSC ervoor zorgen dat er toch enige samenwerking mogelijk
zou zijn.318
Onder politieke, isolationistische, druk en het feit dat Hoover niet veel van de Britten moest
weten was de samenwerking gedoemd.319 Er zou zelfs sprake geweest zijn van een virtuele
oorlog tussen SIS en de FBI.320 Een gevaarlijke conclusie zou kunnen zijn dat de Verenigde
Staten een ‘Pearl Harbor’ nodig hadden als excuus om deel te nemen aan de Tweede
Wereldoorlog die zich nog voornamelijk op Europees grondgebied afspeelde. Een aanval op
het Amerikaanse grondgebied zou het isolationisme onmogelijk maken. Ook zou dit de
terughoudende houding van de Britten met betrekking tot de informatie kunnen verklaren. Als
de Verenigde Staten en nazi-Duitsland elkaar de oorlog verklaarden zouden ook zij niet meer
alleen staan.
316
MASTERMAN, J.C., o.c., 80. 317
Ibid. 318
STEVENSON, W., o.c., xiii-xiv. 319
GENTRY, C., J. Edgar Hoover. The man and the secrets, New York, W.W. Norton & Company, 264-265. 320
STEVENSON, W., o.c., 160-165.
74
De hoofdrolspeler in dit verhaal zijn de FBI in het algemeen en Hoover in het bijzonder. De
vraag wat zij deden met deze informatie is reeds lang voorwerp van discussie en heen en weer
geroep tussen historici en de FBI. In concreto gaat het erover dat de FBI belangrijke
informatie via Popov in handen kreeg, waarvan de vragenlijst waarschijnlijk het meest tot de
verbeelding spreekt. Al snel zal blijken dat Hoover niet zorgvuldig met deze inlichtingen
omsprong. Waarom, is een vraag die misschien nooit beantwoord zal kunnen worden.
Het gedrag van Hoover had belangrijke implicaties, niet alleen voor Popov die zijn positie als
dubbelspion bijna in rook zag opgaan maar ook voor de Verenigde Staten met betrekking tot
Pearl Harbor. Volgens Hoover had de FBI geen hulp nodig van buitenlandse spionnen.
Hoover had dan ook enkel oog voor de ‘mikropunkt’ waarvan hij de ontdekking toeschreef
aan een FBI labo.
Daarnaast zag de FBI de link niet met eerder onderschepte informatie met betrekking tot Pearl
Harbor. Deze informatie afkomstig van een Duitse spion opererend in een opgerold netwerk,
bevatte een uitgebreid rapport met betrekking tot de verdedigingswerken in Hawaï. Omdat
deze informatie Duitsland nooit bereikt heeft, is het ook niet uitgesloten dat het mede
daardoor is dat Popov met een gelijkaardige opdracht naar de Verenigde Staten werd
gestuurd. Hoover weigerde deze informatie aan elkaar te koppelen, vanuit zijn natuurlijke
aversie tegenover dubbelspionnen.321 Ook het feit dat Hoover en Popov persoonlijk immens
van elkaar verschillen zou een mogelijk rol gespeeld hebben.
Het was als het ware een ‘clash of personalities’.322 Hoewel dit echter speculaties zijn kan
men duidelijk zien dat het een aaneenschakeling van feiten is die een mogelijke invloed gehad
hebben op Hoover’s beoordeling van het verkregen materiaal maar dit kan moeilijk hard
gemaakt worden. Anders wordt het wanneer blijkt dat Hoover niet volledig open kaart
gespeeld heeft zowel ten aanzien van de andere Amerikaanse veiligheids- en
inlichtingendiensten als ten aanzien van het Witte Huis.
321
GENTRY, C., o.c., 270-273. 322
HAUFLER, H., ‘Did J. Edgar Hoover’s distaste for a British spy result in the war’s most tragic missed
opportunity?’, World War II, 2001 (15), 72-73.
75
John Bratzel en Leslie Rout komen begin jaren tachtig tot een ontnuchterende conclusie over
de rol van Hoover in deze hele discussie. Zij concluderen:
“Regardless of Hoover’s assessment of Popov’s character, the director’s failure to transmit
the entire Popov questionnaire to the White House and to military and naval intelligence
agencies shows both a poverty of judgment on his part and the crippling consequences of
rivalry among those governmental agencies charged with gathering and evaluating
information essential to the defense of the United States at a critical time in its history.”323
Zij komen tot deze conclusie op basis van brieven die Hoover verzonden had naar het Witte
Huis, de Military Intelligence Division en het Office of Naval Intelligence. Hierin gaat zijn
aandacht volledig naar het ontdekken van de ‘mikropunkt’ in plaats van naar de inhoud.
Onbegrijpelijk wordt het wanneer hij niet de volledige ‘questionnaire’ verzend maar een
onschuldig, onbeduidend, deel324 waarin niets terug te vinden is over de specifieke vragen met
betrekking tot Hawaï en Pearl Harbor.325 Hoover heeft hier een immense beoordelingsfout
gemaakt. Het wekt dan ook geen verbazing dat reacties op dit artikel niet lang uitbleven.
De FBI reageerde op dit artikel door te stellen dat het gebaseerd is op inaccurate gegevens en
het een ongeoorloofde aanval is op de persoon Hoover.326 De auteurs verdedigen zich door te
stellen dat ze Hoover niet aanvielen maar dat hij een beoordelingsfout gemaakt had. Als de
FBI de volledige ‘questionnaire’, in plaats van een niets zeggend gedeelte had verzonden, had
men een ander verhaal gehad.
De auteurs kunnen zich niet van de mening ontdoen dat zij tijdens het schrijven van hun
artikel werden tegengewerkt door de FBI. Tijdens het schrijven hadden zij regelmatig
aanvragen verzonden om de documenten met betrekking tot Popov in te kijken, deze brieven
werden echter vaag of niet beantwoord.327
Ondanks het feit of Pearl Harbor vermeden had kunnen worden en wie hiervoor de
verantwoordelijkheid draagt heeft dit feit belangrijke implicaties gehad voor het verdere
verloop van de oorlog.
323
BRATZEL, J.F. en ROUT, L.B., ‘Pearl Harbor, Microdots, and J. Edgar Hoover’, The American Historical Review,
1982 (87), 1349. 324
Zie bijlage IV. 325
BRATZEL, J.F. en ROUT, L.B., l.c., 1347. 326
X, ‘Once more: Pearl Harbor, Microdots, and J. Edgar Hoover. Letters and Replies.’, The American Historical
Review, 1983(88), 954. 327
Ibid., 955.
76
Het opsommen van slachtoffers en gezonken of beschadigde slagschepen is een statistisch
gegeven. De echte impact van de Japanse aanval ligt in het feit dat de Verenigde Staten
gedwongen werden om deel te nemen aan de oorlog. Door de aanval had Japan de oorlog
reeds verklaard. Niet veel later zou Hitler dit doen, door in de Reichstag de oorlog te
verklaren aan de Verenigde Staten.328 Het Verenigd Koninkrijk staat er niet langer meer
alleen voor. Het grotendeels Europese conflict is uitgegroeid tot een ware wereldoorlog.
3.4 Richting de Abwehr
Volledig gedesillusioneerd verlaat Popov New York om te gaan skiën in Sun Valley.
Ondertussen staat de FBI via een transmissietoestel in contact met de Abwehr te Lissabon. De
inhoud van deze berichten wordt niet medegedeeld aan Popov. Hij wordt overal
buitengehouden en wordt nergens van op de hoogte gebracht. Wanneer de Abwehr hem zou
ondervragen met betrekking tot de informatie die de FBI in zijn naam hadden verzonden, zou
hij geen enkele uitleg kunnen geven. Het wekt dan ook geen verbazing dat het niet lang
duurde alvorens Popov zich wederom richtte tot kolonel Ellis en het BSC. Dit keer met de
vraag een SOS naar Londen te sturen.329 Londen gaf onmiddellijk gevolg aan het bericht en
stuurde Ian Wilson, MI5, richting New York.
Zich bewust van de gevaren die een mogelijke terugkeer naar Lissabon met zich meebrachten
was Popov vastberaden het risico te nemen. Samen met MI5 bereidde Popov zijn terugkeer
voor.330
Het is veertien oktober 1942 wanneer Popov in Lissabon aankomt. Aangekomen in zijn hotel
maakt hij een afspraak met von Karsthoff voor de volgende dag. Tijdens deze ontmoeting valt
von Karsthoff meteen met de deur in huis en wil hij weten wat er nu eigenlijk allemaal
gebeurd is en wat er misgelopen is tijdens het Amerika avontuur.
Popov zette de situatie volledig naar zijn hand door er meteen aan toe te voegen dat het een
lang verhaal was, waarna hij onmiddellijk nieuw verzamelde informatie in verband met
operatie Torch331 overhandigde.
328
X, DUITSCHLAND en ITALIE verklaren den OORLOG aan de VEREENIGDE STATEN, Het Laatste Nieuws, 12
december 1941, p. 1. 329
POPOV, D., o.c., 170-178. 330
Ibid., 178-180. 331
Operatie Torch is de geallieerde invasie in Noord-Afrika.
77
Nu von Karsthoff afgeleid was opende Popov met de ramp in de Verenigde Staten. Hij
verdedigde zichzelf door te stellen dat hij in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk geen
persoonlijke contacten had in de Verenigde Staten.
Vooral het gebrek aan geld was een immens probleem.332 Hij had von Karsthoff waar hij hem
wilde hebben: in het defensief. De aandacht verplaatste zich van Popov naar de radio-operator
die door de Abwehr verdacht werd onder Amerikaanse supervisie te werken.333 Popov schreef
hier later over:
“the ease with which I was being reintegrated in the Abwehr made me slightly suspicious. I
had come prepared for a thorough interrogation and at least a good dressing down.
Apparently, the Abwehr placed greater value on my cooperation than I thought.”334
Tijdens zijn verblijf in Lissabon had Popov nog een ontmoeting met Jebsen. Gedurende deze
ontmoeting hadden ze het vooral over Popov zijn familie in Joegoslavië. Daarnaast heeft
Jebsen ook het idee om een ontsnappingsroute voor prominente Joegoslavische gevangenen
op te zetten.335
4. Back in the game “Now it was the Nazis themselves
who would help set it op”
Dusko Popov
4.1 Britse deceptieplannen met betrekking tot de nakende invasie in Sicilië
In Londen stijgt de spanning. Het XX Committee is volop bezig met het desinformeren van de
Duitse vijand in verband met een nakende invasie te Sicilië, ‘Operation Husky’. Ook worden
de eerste stappen gezet richting een invasie van het continent, ‘Operation Overlord’.
‘Operation Husky’ omvat een gezamenlijke amfibische landing van Britse en Amerikaanse
troepen.
332
POPOV, D., o.c., 182-184. 333
RUSSEL, M., o.c., 156-157. 334
POPOV, D., o.c., 185. 335
Ibid., 185-192.
78
Het Britse achtste leger onder leiding van generaal Bernard Law Montgomery zou landen in
Syracuse terwijl generaal George Smith Patton jr. met zijn zevende legergroep zou landen in
Gela, hoewel deze laatste de voorkeur gaf aan Palermo.336 Het opzet van het XX Committee
was de vijand te desinformeren over de plaats van de landing.
Het kroonstuk van deze hele operatie was ‘Major Martin’ een plan uitgewerkt door Ewen
Montagu. ‘Major Martin’, een lijk, werd door de Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten
zorgvuldig voorzien van allerlei brieven tussen Britse en Amerikaanse generaals en plannen
waaruit de Duitsers zouden moeten afleiden dat Sicilië geen potentieel doelwit van de
geallieerden is. Ook enkele brieven van het ‘Supreme Headquarters Allied Expeditionary
Force’ (SHAEF) en tot zelfs theatertickets werden op het lijk aangebracht. Het lijk werd via
een duikboot tot voor de Spaanse kust gebracht.
Eens aangespoeld begon de Britse ‘Naval Attaché’ meteen met deel twee. Zijn opdracht was
Spanje onder druk te zetten en zenuwachtig trachten de documenten zo snel mogelijk terug in
handen te krijgen. Voor hij de documenten terug kreeg werden ze door Spanje gefotografeerd
en doorgespeeld aan de Duitsers.337
Popov’s bijdrage aan ‘Operation Husky’ was het rapporteren aan von Karsthoff dat
Joegoslavische parachutisten aan het trainen waren in Schotland. Omdat het terrein in
Schotland vergelijkbaar is met dat in Griekenland, zouden de Duitsers logischerwijze moeten
afleiden dat Griekenland een mogelijk doelwit was.338
4.2 De Joegoslavische ontsnappingsroute
Popov werd ondertussen benoemd als ‘Assistant Military Atteché’ van de Joegoslavische
regering te Londen, in die hoedanigheid begon hij de ontsnappingsroute te organiseren. Voor
de Abwehr was deze route belangrijk omdat zij hierdoor meer agenten ter beschikking zouden
krijgen binnen het Verenigd Koninkrijk.339 De Britten, met D-Day in het vooruitzicht, zagen
dezen graag komen omdat zij op die manier de deceptiestroom konden vergroten.340 Op die
manier liet Popov in samenwerking met Jebsen, de Abwehr en Duitsland hun eigen ondergang
financieren en organiseren.
336
PATTON, G.S., War As I Knew It, New York, Houghton Mifflin Company, 1995, 53. 337
MASTERMAN, J.C., o.c., 133-137. 338
POPOV, D., o.c., 206. 339
MILLER, R., o.c., 182. 340
POPOV, D., o.c., 194.
79
Opmerkelijk is ook dat Popov met de organisatie van de ontsnappingsroute samenwerkte met
zijn broer Ivo. Ivo Popov, bij het XX Committee gekend als ‘Dreadnought’, zocht personen die
in aanmerking kwamen om aan deze operatie deel te nemen. Meestal ging het om
jeugdvrienden of oude bekenden van zowel Dusko als Ivo Popov. Niet iedereen zou echter
‘veilig’ het Verenigd Koninkrijk bereiken. Om verdachtmakingen te voorkomen werden
enkele arrestaties gesimuleerd.341 In concreto kwam het erop neer dat de Abwehr in de
veronderstelling was dat zij via deze route nieuwe agenten op Britse bodem kregen op een
moment dat het echt nodig was. Zij waren zich onbewust van het feit dat ze dubbelspionnen
hielpen ontsnappen.
Popov zelf bleef niet volledig buiten schot. De Abwehr bleef achterdochtig en was niet echt
tevreden over zijn werk.342 Alvorens te starten met ‘Operation Fortitude’343 wou het XX
Committee het vertrouwen van de Abwehr in Popov bevestigd zien. Voor het eerst gewapend
met een luger reisde Popov op 10 november 1943 naar Lissabon. Aangekomen in de villa van
von Karsthoff werd Popov verzocht nog eventjes te wachten.
Toen von Karsthoff de kamer binnenkwam verzocht hij Popov zich rustig en zonder bruuske
beweging om te draaien. Popov hield zijn geweer vast zonder het te trekken. Terwijl de
adrenaline door zijn lichaam stroomde draaide hij zich langzaam om.
Zijn verbazing was echter groot toen hij von Karsthoff zag staan met een aap op zijn schouder
in plaats van met een pistool.344 Von Karsthoff was uitermate tevreden met het materiaal dat
Popov met zich had meegebracht.345 Jebsen, ondertussen op vraag van Popov ook
gerekruteerd door het XX Committee en gekend onder de codenaam ‘Artist’, liet MI5 weten
dat de Abwehr Popov beschouwde als hun beste agent in het Verenigd Koninkrijk.346
Tijdens een gesprek tussen Popov en ‘C’, deelde deze laatste mee dat SIS interesse had in de
desastreuze situatie in Duitsland. Met name ging het over een mogelijke aanslag op Hitler
door enkele generaals en maarschalken. De gedachte om de oorlog enkele jaren in te korten
was voor ‘C’ bijzonder aantrekkelijk.347
341
Ibid., 195-201. 342
MILLER, R., o.c., 176. 343
Het deceptie plan voor D-Day 344
POPOV, D., o.c., 210-211. 345
MILLER, R., o.c., 195. 346
Ibid., 205-206. 347
POPOV, D., o.c., 203.
80
Het boeiende aan dit hele verhaal is dat SIS reeds jaren voor de eigenlijke aanslag op de
hoogte was over onrusten tussen de Duitse generale staf en de nazi partij. Tevens kende SIS
de identiteit van samenzweerders zoals Bock, von Stauffenberg, von Manstein enzovoort.348
De vraag die zich hier opdringt, is waarom er niets met die informatie is gedaan? Een
mogelijk antwoord vinden we bij niemand minder dan Kim Philby. Toen Philby actief was
binnen Section V kwam ook hij in contact met de rapporten waarin verwezen werd naar een
mogelijke aanslag. Met de belangen van de Sovjet-Unie in het achterhoofd beoordeelde hij
deze rapporten als speculaties.349 Hoewel de beoordeling van de inlichtingen door Philby
ongetwijfeld een rol zal gespeeld hebben, kan dit niet de enige reden zijn. Een andere
mogelijkheid vinden we bij de finaliteit van SIS en bij de inlichtingencyclus. De rol van SIS
tijdens de Tweede Wereldoorlog was het verzamelen van open en gesloten informatie. Het
was niet de opdracht van SIS om op basis van die inlichtingen een analyse te maken en een
beleid uit te stippelen. Dit was de opdracht van de politici.350
Eén van die politici, Winston Churchill, zou in 1949 aan een overlevende opposant verklaren
dat hij misleid werd door zijn assistenten over de grootte en de sterkte van de Duitse
oppositie.351
348
WINTER, P.R.J., ‘British Intelligence and the July Bomb Plot of 1944: a reappraisal’, War in History, 2006 (13),
479. 349
TREVOR-ROPER, H., The Philby Affair: Espionage, Treason, and Secret Services, Londen, William Kimber,
1968, 78. 350
WINTER, P.R.J., l.c., 472. 351
VON SCHLABRENDORFF, F, The Secret War Against Hitler, Londen, Westview Press, 98.
81
5. Richting de Normandische stranden: ‘Operation Fortitude’
“But even at this stage we should not be
guilty of hubris if we claimed that the
double-cross system did what was
demanded of it with efficiency and success.”
Sir John Masterman
5.1 Het opzet
Met ‘Operation Overlord’ in het vooruitzicht keek het XX Committee aan tegen één van zijn
grootste uitdagingen. Het was aan hen om de Duitse vijand ten eerste te misleiden in verband
met de datum van een mogelijke invasie. Ten tweede te misleiden over de plaats van de
invasie. Ten derde moesten zij ervoor zorgen dat wanneer de invasie effectief plaats vond, de
Duitsers ervan overtuigd moesten worden dat het om een afleidingsmanoeuvre ging in
afwachting van de echte invasie in het Pas de Calais.352 Het wekt dan ook geen verbazing op
dat de voornaamste opdracht in de tweede helft van 1943 het achterhalen was van de waarde
die de Duitsers toekenden aan hun verschillende agenten op Brits grondgebied. Ook Popov
hield zich nu voornamelijk bezig met het geallieerde deceptieplan.353
Het XX Committee selecteerde voor het grootste deel van de operatie uit het net rond Popov
en dat van GARBO354.355 GARBO was een Spanjaard die reeds in 1941 trachtte een Brits
spion te worden maar werd afgewezen. Nadien ging hij op eigen houtje naar de Abwehr in
Madrid. De Abwehr dacht dat hij aan het werk was in het Verenigd Koninkrijk maar eigenlijk
opereerde hij vanuit Lissabon.
352
MASTERMAN, J.C., o.c., 146. 353
POPOV, D., o.c., 219-222. 354
Juan Pujol Garcia 355
MASTERMAN, J.C., o.c., 149.
82
Op basis van een toeristengids, enkele kranten en een openbare bibliotheek verzamelde hij
informatie die door de Abwehr hoog naar waarde werd geschat. Toen de Britten dit spelletje
ontdekten zagen ze direct het belang van GARBO als dubbelspion. Meer dan een jaar later, op
24 april 1942 zette GARBO voor het eerst een voet op Britse bodem.356
Het zwaartepunt van de hele operatie was het laten geloven dat de invasie zou plaats vinden
ter hoogte van Pas de Calais. Deze deceptie zou voornamelijk uitgevoerd worden door het
stationeren van zowel reële als denkbeeldige troepen in het Zuidoosten van het Verenigd
Koninkrijk. Denkbeeldige legergroepen waren onder andere het FUSAG357 en het
éénentwintigste Britse.358 Waarschijnlijk één van de belangrijkste legergroepen binnen dit
deceptieplan was ongetwijfeld het Amerikaanse derde leger onder leiding van Generaal
George Patton. Omdat de vijand er steevast van overtuigd was dat de invasie zou plaats
vinden onder leiding van Patton werd hiervan handig gebruik gemaakt. Patton werd naar
Engeland teruggeroepen zonder dat hij een actief commando toebedeeld kreeg. Dit gaf mede
aanleiding tot het feit dat de Duitse generaals en maarschalken openlijk twijfelden of
Normandië wel degelijk de echte invasieplaats was.359 Om onder andere het vijftiende Duitse
leger rond Calais te houden terwijl Patton reeds met zijn derde leger actief was in Normandië
mocht de pers hierover niets schrijven tot half augustus 1944.360
Popov brengt ondertussen Kerstmis door in Lissabon samen met von Karsthoff waar zij
discussiëren over een nakende invasie. Niet veel later wordt hij dankzij Jebsen voor eventjes
verenigt met zijn broer Ivo. Wanneer Ivo terugkeert naar Joegoslavië neemt Popov nog enkele
dagen vakantie en verblijft hij bij vrienden. Wanneer hij zijn auto uitleent aan Lilian Gladwill
om te gaan zwemmen komt deze tot zijn verbazing met een taxi terug. Terwijl zij aan het
zwemmen was, ontplofte zijn auto. Popov zal er nooit achter komen wie hier achter zat, het
enige dat hij te weten kon komen was dat een Amerikaanse dienst enkele weken daarvoor
interesse toonde in hem.361
356
BUDIANSKY, S., ‘The Art of the Double Cross’, World War II, 2009, 42-43. 357
First United States Army Group. 358
MASTERMAN, J.C., o.c., 155-156. 359
BARAITRE, I., Patton een generaal in de Ardennen, Tielt, Lannoo, 2006, 148-149. 360
Ibid., 176. 361
POPOV, D., o.c., 223-236.
83
5.2 Bedreigingen
Een eerste bedreiging voor ‘Operation Fortitude’ kwam er in februari 1944. Door de
inefficiëntie en politieke onbetrouwbaarheid van de Abwehr werd Admiraal Wilhelm Canaris
ontzet uit zijn functie als hoofd van de Abwehr.362 Na de mislukte aanslag op Hitler onder
leiding van Graaf Claus Schenk von Stauffenberg werd Canaris gevangen gezet zonder enig
bewijs.363 Popov komt tot het volgende besluit: “The Führer had reached the stage of
tolerating only what he wanted to hear.”364
Niet veel later zou Hitler de Abwehr laten opgaan in de Sicherheitsdienst (SD) met de
bedoeling één enkele Duitse inlichtingendienst te creëren.365 Ook voor Popov had dit
belangrijke implicaties. Von Karsthoff werd teruggetrokken en Popov moest zich nu in
Lissabon verantwoorden tegenover de SD. Zowel zijn positie als die van Garbo kwamen
hierdoor mogelijk onder druk komen te staan. Tijdens hun eerste ontmoeting overhandigde
Popov het verzamelde materiaal. Dit omvatte zowel de plaats, de insignes als de namen van
de Britse en Amerikaanse bevelhebber van de echte en van de fictieve legergroepen. Jebsen
bracht Popov ook op de hoogte van Sodium thiopental366 dat vaak gebruikt werd door de SD
en de Gestapo. Als voorbereiding op een mogelijke toediening door de SD, testte Jebsen dit
bij Popov uit. Popov doorstond deze test met glans.367 Alvorens naar het Verenigd Koninkrijk
terug te keren kreeg hij van de SD de opdracht zoveel mogelijk havensteden in het zuiden en
zuidoosten te bezoeken. De vragenlijst die hij meekreeg bevatte voornamelijk vragen met
betrekking tot de eerste minister, Winston Churchill.368 Het is negen maart 1944 als de Britten
een bericht onderscheppen van het OKW369 waaruit blijkt dat ze het verhaal van Popov
slikken. Het deceptieplan werkt.370
Het is mei 1944, een maand voor D-Day, wanneer alles plots weer in gevaar komt. Jebsen
werd door de Gestapo gearresteerd en opgesloten in de Prinz Albrechtstrasse.
362
MASTERMAN, J.C., o.c., 151. 363
KNOPP, G., Complot tegen Hitler, Kampen, Omniboek, 2009, 216. 364
POPOV, D., o.c., 237. 365
RUSSEL, M., o.c., 209. 366
Soort waarheidsserum 367
POPOV, D., o.c., 238-245. 368
RUSSEL, M., o.c., 218-219. 369
Oberkommando der Wehrmacht 370
RUSSEL, M., o.c.., 214.
84
Als gevolg van deze gebeurtenis werd het Tricycle netwerk opgedoekt en werd besloten het
deceptieplan enkel met Garbo verder te zetten. Om het netwerk rond Popov te deactiveren
werden Meteor en Freak door de marine op missie gestuurd. Popov zelf liet aan de Duitsers
weten dat hij zijn activiteiten opschortte tot Jebsen in vrijheid was gesteld.371 Masterman zag
meteen het mogelijke gevaar en schreef hier later het volgende over:
“He was in fact a double-cross agent living on the Continent, and whatever his motives and
however strong his attachment to us, he was in a position to betray us if he wished.”372
Enige opluchting kwam later. Jebsen werd niet verdacht van spionage, de arrestatie was het
gevolg van enkele illegale financiële transacties. Toch werd er rekening mee gehouden dat
wanneer Jebsen gefolterd zou worden hij meer zou kunnen verraden. Enkele weken later werd
ook Ivo Popov met dezelfde aanklacht gearresteerd.373 Ivo wist echter te ontsnappen en werd
op bevel van ‘C’ gerepatrieerd naar het Verenigd Koninkrijk.374
6. ‘Operation Overlord’: 6 juni 1944 “He lived how
he wanted to live”
Jill Popov
6.1 Normandië in plaats van het Pas de Calais
De deceptie werkte, Normandië werd niet beschouwd als DE invasie, versterking werd aldus
niet naar Normandië gestuurd. Zowel de SS tankkorpsen als de infanteriedivisies werden
geconcentreerd rond het Pas de Calais. Masterman vat het resultaat van het deceptieplan als
volgt samen:
“It not only deceived the Germans as to the main assault, but maintained the threat after the
real assault had taken place.”375
371
POPOV, D., o.c., 247. 372
MASTERMAN, J.C., o.c., 154. 373
POPOV, D., o.c., 249. 374
Ibid., 250-254. 375
MASTERMAN, J.C., o.c., 158.
85
Ook na de invasie bleven de dubbelspionnen informatie doorsturen. Het succes van het XX
Committee blijkt vooral uit het feit dat de Duitse generale staf nog steeds niet twijfelde aan
hun spionnen op Brits grondgebied. Popov schrijft hier over:
“When the Generalstab realized they had been deceived, it didn’t blame me or their other
agents for the error. It clearly was felt that we had all been equally deceived.”376
Na D-Day werd door de top van de Britse inlichtingenwereld een galabal georganiseerd ter
ere van Popov. In gedachte zat hij echter bij Jebsen.377 Gedurende het verdere verloop van de
oorlog zou Popov zich voornamelijk bezighouden met het vrij krijgen van Jebsen.
Op het moment dat een mogelijke vrijlating binnen de verwachtingen lag, werd Jebsen
gefusilleerd. Popov was uit op wraak.378
6.2 De zoektocht naar de moordenaar van een vriend
Al snel kwam Popov erachter wie verantwoordelijk was voor de dood van Jebsen. Het bevel
werd gegeven door Kaltenbrunner. SS-Obergruppenführer379 Ernst Kaltenbrunner was op dat
moment hoofd van het Reichssicherheitshauptamt.380 Bedoeling van het RSHA was alle
politiediensten zoals bijvoorbeeld de SD en de Gestapo onder te brengen in een
overkoepelend orgaan. Ondanks een interne concurrentie strijd kreeg het RSHA steeds meer
autonomie.381 Via Kaltenbrunner kwam Popov terecht bij de naam Walter Salzer, tevens
beschikte hij over een persoonsbeschrijving. De zoektocht kon beginnen. Popov was van plan
om elk krijgsgevangenkamp waar SS of SD officieren verbleven te inspecteren. Hij bezocht
ook de burgerlijke autoriteiten van elke stad of dorp dat hij doorkruiste.382 Wanneer hij
Freiburg bezocht was zijn verbazing groot wanneer hij op de lijst van verdachte
oorlogsmisdadigers de naam van zijn studiegenoot Friedrich Graaf von Kaghaneck zag staan.
De Graaf vertelde Popov dat hij aan het hoofd stond van de SD te Monte Carlo waar hij
enkele prominente joden hielp onderduiken. Popov zorgde ervoor dat von Kaghaneck een
twintigtal brieven kon versturen.
376
POPOV, D., o.c., 248. 377
Ibid., 249. 378
Ibid., 256-263. 379
Rang binnen de SS vergelijkbaar met die van een generaal. 380
MASER, W., Tribunaal van Neurenberg. Het nazi-regime voor zijn rechters, Antwerpen, Spectrum, 1980, 11. 381
GELLATELY, R., ‘Situating the “SS-State” in a Social-Historical Context: Recent Histories of the SS, the Police,
and the Courts in the Third Reich’, The Journal of Modern History, 1992 (64), 341. 382
POPOV, D., o.c., 264-265.
86
De mensen die hij tijdens de oorlog heeft kunnen helpen ontsnappen zorgden ervoor dat de
beschuldigingen werden weerlegd. Even later was zijn naam gezuiverd en werd hij in vrijheid
gesteld.383
Uiteindelijk ontdekte Popov dat Salzer in Minden verbleef onder de naam Hugo Ulrich. Toen
hij Ulrich verraste met een bezoekje nam hij hem mee naar een afgelegen bosweg. Hoewel hij
van plan was Salzer te vermoorden deelde hij uitsluitend enkele rake klappen uit.384 Hij
schreef hierover:
“At the end I felt empty. Empty and somehow free. Free of all that. It was behind me. I got in
the jeep and drove off. I think Salzer was still lying on the ground. I didn’t turn to see.”385
7. Het spel is gespeeld
Op twaalf juni 1946 kreeg Popov het Brits staatsburgerschap. Het zou tot achtentwintig
november 1947 duren alvorens zijn OBE386 werd uitgereikt. Zijn broer Ivo zou vereerd
worden met een KMC387. Onder normale omstandigheden zou dit plaats gegrepen hebben in
Buckingham Palace. Omdat MI5 zijn agenten uit de publieke belangstelling wilde houden,
kreeg hij een discrete plechtigheid. Het is niet verwonderlijk dat de ceremonie doorging in de
cocktail bar van het Ritz in Piccadilly.388
Popov verhuist naar Parijs en gaat in het mondaine zestiende arrondissement wonen, waar hij
tot ieders verbazing op vierendertigjarige leeftijd trouwt. Minder verbazing wekt het feit dat
zijn echtgenote een achttienjarige Française is. Wanneer hij op zakenreis vertrekt naar de
Verenigde Staten luidt dit wederom een conflict met Hoover in.
383
Ibid., 266-267. 384
Ibid., 268-278. 385
Ibid., 278. 386
Order of the British Empire 387
King’s Medal for Courage 388
RUSSEL, M., o.c., 246-247.
87
Popov wordt daar geconfronteerd met een artikel dat Hoover publiceerde in Reader’s Digest.
In dit artikel beschrijft Hoover hoe de FBI een ‘Balkan Playboy’, waarvan men dacht dat hij
spioneerde voor de Duitsers, onderzocht en de ‘mikropunkt’ ontdekt werd. Wanneer Popov
hierop wil reageren bij Hoover, weigert deze laatste een confrontatie.389
Het is in 1951 wanneer Popov Château de Castelleras nabij Nice koopt. Niet veel later
hertrouwt hij met een Zweedse studente. Bijna twintig jaar later, in 1972, komt er een einde
aan zijn zorgeloze leven.390 Tot groot ongenoegen van MI5 publiceert Sir John Masterman het
boek ‘The double-cross system in the war of 1939 to 1945’. Hierin wordt melding gemaakt
van een agent, ‘Tricycle’ en de ‘Pearl Harbor Questionnaire’. De Pearl Harbor-bal gaat aan
het rollen en dit is meteen het begin van een boeiende discussie (zie supra). Het is wachten tot
Popov zichzelf in 1974 bekend maakt als ‘Tricycle’. Dit doet hij door zijn autobiografie
‘Spy/Counterspy’ te publiceren.
Popov trekt zich kort daarna terug in Opio waar hij tot aan zijn dood blijft genieten van het
leven, roken en drinken. Hij sterft op tien augustus 1981 op negenenzestigjarige leeftijd.391
8. Inhoudelijk besluit
“One must think like a hero to behave
like a merely decent human being”
May Sarton
In tegenstelling tot de autobiografie van Kim Philby geeft deze van Popov ons meer inzicht in
de praktische werking, het praktische, van inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Het is de
inside view van een spion die beschrijft hoe hij in het veld operationeel tewerk ging.
Hoewel Popov er voor had kunnen kiezen de rest van zijn leven in de anonimiteit door te
brengen besloot hij een autobiografie te schrijven. Rechtstreekse aanleiding was de publicatie
in 1972 door Sir John Masterman van zijn interne nota met betrekking tot het XX Committee
en de dubbelspionnen ressorterend onder dit comité.
389
Ibid., 248-249. 390
Ibid., 250. 391
Ibid., 255.
88
Ondanks het feit dat MI5 zich verzette tegen de publicatie maakte heel de wereld kennis met
de ‘Pearl Harbor Questionnaire’ en een opmerkelijke dubbelspion, ‘Tricycle’ genaamd.392 Het
protest vanwege MI5 was echter van korte duur.
Nu wordt men op hun website voor meer informatie met betrekking tot dubbelspionnen en
hun werking zelfs doorverwezen naar de publicatie van Masterman.393 Waarom Popov uit de
anonimiteit kwam is niet geheel duidelijk. Het meest plausibele heeft m.i. te maken met
Hoover en het feit dat hij eindelijk eens zijn versie van de feiten wou geven. Popov kon zich
nu uiten doordat Masterman zijn boek gepubliceerd had, anders zou hij allicht door MI5 en de
‘Official Secrets Act’ tegen gehouden zijn. Wat ook ongetwijfeld heeft meegespeeld zijn de
mogelijke verkoopscijfers. Dit is ook te zien aan de opbouw van het boek. Het is in ware
romanstijl opgebouwd, dit in tegenstelling tot het ‘droge’ verslag van Philby. Nog een
verschilpunt met Philby is het feit dat Popov geen politieke bedoelingen heeft. Popov heeft
een duidelijke vriendschap/affiniteit met de Britse inlichtingenofficieren, daar waar dit voor
Philby in se vijanden waren. Tekenend voor deze vriendschap is wellicht het feit dat Popov
later dooppeter werd van de eerste zoon van majoor Ian Menzies, broer van ‘C’.394 Er mag
dan ook vanuit gegaan worden dat het hier om een accurate weergave gaat met betrekkingen
tot de Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Ook mag er hier vanuit gegaan worden wanneer hij het heeft over de Duitse diensten. Al kan
er wel sprake zijn van een mogelijke verbloeming van de feiten om de eigen rol nog
spectaculairder te doen overkomen.
Hiermee wordt zeker geen afbreuk gedaan aan het fantastische werk dat Popov geleverd heeft,
maar gelet op de verkoopcijfers kunnen er bepaalde zaken uitvergroot/gedramatiseerd zijn.
Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de passages waarin de naam Hoover voorkomt.
Hier kan, gelet op de problemen die zich voordeden395, een persoonlijke aversie de bovenhand
krijgen. Er moet ook opgepast worden voor vertekeningen in het geheugen doordat
‘Spy/Counterspy’ bijna dertig jaar na dato is geschreven.
392
RUSSEL, M., o.c., 251-252. 393
X (2006/03/1) 1 March 2006 Releases: Double Cross Agents [WWW]. MI5:
https://www.mi5.gov.uk/output/double-cross-agents.html [12/04/2010] 394
POPOV, D., o.c., 59. 395
Zie supra.
89
De reden waarom Popov zijn eigen leven en dat van zijn familie op het spel zette moet m.i.
enerzijds gezocht worden in zijn haat tegenover het nazisme, zijn geloof in het kapitalisme en
het geloof in de liberale rechten en vrijheden van de mens, anderzijds zal zijn persoonlijkheid
en zin voor avontuur een niet te onderschatten rol gespeeld hebben.
Hoewel het nu duidelijk is dat Popov oprecht zijn diensten aanbood aan de Britten, werd hij
toch met de nodige terughoudendheid ontvangen. Wanneer inlichtingen- en
veiligheidsdiensten met dubbelspionnen werken, moeten deze vooreerst met de nodige
reserves behandeld worden. Deze agenten kunnen op de spreekwoordelijke twee paarden
wedden of functioneren als ‘triple cross’ agenten. Het is dan ook wachten tot de kerstperiode
1940-1941 vooraleer MI5 Popov volledig accepteert en vertrouwd.396
Vertrekkend vanuit de ervaringen van Popov kunnen we heel wat te weten komen over de
werking van inlichtingen- en veiligheidsdiensten ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in het
algemeen en over het werken met dubbelagenten in het bijzonder. Met betrekking tot deze
dubbelspionnen moeten we het volgende toch in het achterhoofd houden:
“The methods evolved for controlling double agents must be regarded as illustrations and
guides to conduct and not as fixed principles or invariable rules.”397
Wanneer we specifiek gaan kijken wat we kunnen afleiden en leren uit deze autobiografie
lijkt het m.i. aangewezen te beginnen bij het begin, de rekrutering.
Alvorens hierop in te gaan moeten we ons in de eerste plaats het waarom en de bedoeling van
spionnen in vijandig gebied afvragen.
Vanuit Duits oogpunt zijn spionnen op Britse bodem noodzakelijk om accurate, up-to-date,
informatie te verkrijgen vanuit het vijandige gebied zelf. Wanneer nazi-Duitsland niet
beschikt over spionnen in vijandig gebied zijn er naar mijn persoonlijke mening maar weinig
opties meer over, gelet op het feit dat het Verenigd Koninkrijk een eiland is, meer over om de
behoefte aan informatie te bevredigen. In de eerste plaats kan gebruik gemaakt worden van
verkenningsvliegtuigen. Ten tweede kan het communicatieverkeer onderschept worden. Het
nadeel hiervan is echter dat deze communicatie gecodeerd is. Ook krijgsgevangenen kunnen
als bron van informatie gebruikt worden.
396
KV 2/845 397
MASTERMAN, J.C., o.c., 4.
90
Daarnaast kan de informatie verzameld voor 1940 aangewend worden. Tot slot zijn er nog de
open bronnen zoals dagbladen, magazines en reisgidsen die basisinformatie kunnen
verstrekken. Een onmiskenbaar nadeel van deze bronnen is het feit dat er geen informatie van
binnenuit kan verkregen worden. Zo is het bijvoorbeeld onmogelijk om de moraal van het
Britse volk te meten na het onafgebroken bombarderen van Londen. Hier moeten dus
spionnen ingeschakeld worden.
Naar mijn mening moet er gebruik gemaakt worden van drie soorten spionnen om een zo
breed mogelijke lading te dekken. Ten eerste ‘low profile’ spionnen die zich voornamelijk op
de achtergrond bezighouden met onder andere bezighouden met het doorgeven van namen en
havenplaatsen van schepen, het fotograferen van fabrieken en het volgen van
troepenbewegingen. Ten tweede ‘high profile’ spionnen die zich proberen te mengen onder de
hogere regionen van de samenleving en van daaruit de nodige inlichtingen verzamelen. Ten
derde kunnen de ‘verraders’ onderscheiden worden, deze gaan vanuit hun dagdagelijkse
werkomgeving informatie doorspelen aan een vijandige mogendheid.
De Duitse toenadering naar Popov toe was er op gericht hem in te schakelen als spion van de
tweede categorie. Doordat Popov reeds contacten had binnen de hogere lagen van de Britse
samenleving werd dit door de Abwehr als een belangrijk pluspunt ervaren. Daar kwam nog
eens bij dat hij reeds over een ‘cover’ beschikte. Doordat hij zakelijke belangen had in het
Verenigd Koninkrijk zouden de vele bezoeken aan Londen geen argwaan mogen wekken.398
Het veelvuldig heen-en-weer reizen in oorlogstijd zouden anders vrij zeker tot
verdachtmakingen aanleiding geven.
De Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten waren zich terdege bewust van een mogelijke
penetratie door Duitse spionnen. Hierin ligt dan ook de aanzet tot de oprichting van het XX
Committee, waaronder Popov als agent fungeerde. De doelstellingen die bij de oprichting
voorop werden gesteld laten weinig aan de verbeelding over. Ten eerste is het ultieme doel
het gehele Duitse spionagesysteem op Brits grondgebied te controleren. Ten tweede moeten
de spionnen die reeds onder Britse controle staan helpen om contact te zoeken met andere
agenten en spionnen. Als derde doelstelling moet getracht worden zoveel mogelijk te weten te
komen over de werking en methoden van de Duitse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ten
vierde moet men informatie verzamelen betreffende de Duitse coderingsprocedures.
Vervolgens moet men in staat zijn te achterhalen wat de vijandelijke intenties zijn.
398
DUSKO, P., o.c., 24-25.
91
Hierop aansluitend is de zesde doelstelling het beïnvloeden van de operationele intenties van
de Duitse vijand. Als laatste doelstelling is het finaal misleiden van de vijand opgenomen.399
Op basis van ‘Spy/Counterspy’ kunnen we vooral de derde, vijfde, zesde en zevende
doelstelling beter begrijpen en de praktische uitwerking ervan bestuderen. Tevens stelt deze
autobiografie ons in staat de praktische werking van de Britse inlichtingen- en
veiligheidsdiensten beter te begrijpen.
Het is dan ook met deze doelstellingen in het achterhoofd dat de Britten ingingen op het
aanbod van Popov om als dubbelspion te fungeren. Hoewel dit een mogelijk gevaar inhield
waren de Britten toch bereid, met de nodige voorzichtigheid, dit risico te nemen. Iemand die
zomaar belangeloos zijn diensten komt aanbieden en hierdoor zijn eigen leven op het spel zet
moet steeds met de nodige zorg, om het woord achterdochtigheid niet te gebruiken, behandeld
worden.
De informatie die Popov moest verzamelen in het belang van de Duitsers was vooral
algemeen, soms hadden de Duitsers ook specifiek nood aan militaire en/of economische
informatie. Als voorbeeld van algemene informatie kan één van de eerste vragenlijsten
gebruikt worden. Hierin worden vragen gesteld betreffende de oppositie tegen Churchill, hoe
deze opposanten het best benaderd kunnen worden, wat hun hobby’s en zwakheden400 zijn.401
Het werken met vragenlijsten is niet evident, daar deze steeds gememoriseerd moeten worden.
Daarom wordt er steeds verder gezocht naar efficiëntere manieren om te werken. Zo is men
ook van start gegaan bij de ontwikkeling van de zogenaamde ‘mikropunkt’. Wanneer men een
spion gevonden heeft, en deze weet wat hij moet doen kan het echte werk beginnen.
Deze spion moet in het buitenland de nodige informatie verzamelen en moet contact blijven
houden, zodat de nodige inlichtingen ontvangen kunnen worden. Wanneer Popov
communiceerde met Lissabon gebeurde dit in de meeste gevallen in persoon, via de
onzichtbare inkt, de ‘mikropunkt’ en via w/t402. Indien persoonlijk contact gemaakt werd,
moesten de antwoorden gememoriseerd worden omdat er bij vertrek steeds gecontroleerd
werd door de douane.403
399
MASTERMAN, J.C., o.c., 8-9. 400
Zwakheden in de zin van verslavingen, buitenechtelijke relaties en dergelijke. 401
RUSSEL, M., o.c., 30. 402
Wireless telegraphy 403
POPOV, D., o.c., 71.
92
Wanneer gewerkt werd met onzichtbare inkt moest dit aangebracht worden op de achterkant
van een onschuldig ogende brief, in Popov zijn geval meestal een liefdesbrief. Ook dit was
niet zonder gevaar omdat deze methode vrij bekend was.
Indien de antwoorden foto’s vereisten moest Popov het target fotograferen met een vrouw
poserend op de voorgrond om bij een mogelijke controle de aandacht van het target af te
leiden.404 Het moest met andere woorden alle schijn hebben van een eenvoudige toeristenfoto.
Het moeilijkste aan het werk als dubbelspion is wellicht het steeds wisselen van rol. In het
Verenigd Koninkrijk kon Popov zijn vrolijke zelf zijn. Wanneer hij echter in contact stond
met de Abwehr moest hij de rol van Duits spion op zich nemen. Het kleinste foutje kon fataal
zijn. Het doel van het Duitse spionagesysteem is bij de rekrutering van Popov vrij offensief te
noemen. Men speelt hier dan ook nog met het idee van een ontscheping op Brits grondgebied.
Gedurende het verdere verloop van de oorlog, wanneer zij op de retour zijn, zullen de Duitse
diensten meer nood hebben aan informatie met betrekking tot de geallieerde oorlogsintenties.
Het was aan de Britse inlichtingen- en veiligheidsdiensten om hierop in te spelen. Via Popov
kregen zij informatie over zowel de interne werking als over de personen werkzaam binnen de
Abwehr. Het kwam er voor Popov op neer steeds goed te luisteren en te observeren, hoe
onbenullig de informatie op het eerste zicht ook leek.405 De meeste informatie haalden ze
echter uit de vragenlijsten die Popov diende te beantwoorden en uit de communicatiestromen
tussen Popov en Lissabon.406 In eerste instantie kwamen de Britten via deze
informatiestromen te weten wat de Duitsers niet wisten en kon hier handig op ingespeeld
worden. Naarmate de oorlog vorderde konden zij beginnen met de misleiding van de vijand.
Zoals we gezien hebben tijdens de deceptie met betrekking tot ‘Operation Husky’ en
‘Operation Overlord’ werd er niet met één deceptiestroom gewerkt maar met meerdere. Het
was aan de Duitsers om vanuit de beschikbare informatie tot inlichtingen te komen en hieruit
hun conclusies te trekken. Als voorbeeld kunnen de oorlogsschepen klasse ‘King George V’
gebruikt worden. Bedoeling was om de vijand te doen geloven dat deze uitgerust werden met
torpedobuizen. Agent A rapporteert dat hij in een pub matrozen heeft horen praten over hun
vakantie nu hun schip voor minstens een week in een droogdok staat in verband met
torpedo’s.
404
Ibid., 50. 405
Ibid., 40. 406
KV 2/847
93
Agent B weet te melden dat hij een oorlogsschip klasse ‘King George V’ in een droogdok
heeft zien staan. Tot slot hoort Agent C op de bus twee arbeiders werkzaam in een fabriek
waarvan de productielijn is aangepast voor het produceren van torpedobuizen.407
Ook met betrekking tot ‘Pearl Harbor Questionnaire’ blijkt duidelijk het belang van de
vragenlijst en verzamelde informatie.408
Hoewel het XX Committee met ruim veertig dubbelspionnen werkte, was dit niet steeds
zonder gevaar.409 Niet elke Duitse spion op Brits grondgebied kon zomaar ingeschakeld
worden. Zoals we gezien hebben bij de ‘Yugoslav escape route’ moesten er enkele arrestaties
volgen om de Duitsers zand in de ogen te strooien.410 Hier is ook een duidelijk verschil tussen
MI5 en de FBI waarneembaar. Terwijl de FBI onder leiding van Hoover alles inzette om
spionnen op te pakken en hiermee de voorpagina’s van verscheidene kranten haalde, was de
aanpak in het Verenigd Koninkrijk subtieler. MI5 trachtte de gevatte spionnen in te schakelen
binnen het XX Committee, éénmaal onder Britse controle communiceerden zij met Duitsland.
Om geloofwaardig te blijven werd er melding gemaakt van enkele arrestaties of werd na
enkele maanden actieve dienst de arrestatie geënsceneerd.
Hoewel de methoden en technieken die gehanteerd werden vrij simpel en logisch lijken, blijft
het een gevaarlijk spelletje. De minste fout of misstap kan het zorgvuldig opgebouwde
kaartenhuisje ineen doen vallen. Men diende constant in te schatten welke waarde er aan
iedere spion werd gehecht.
Dankzij de ‘GC & CS’ kon men de Duitse SIGINT lezen en zich op elk moment vergewissen
van de status toegekend aan een spion. Met behulp hiervan kwam er ook het verontrustende
nieuws dat de Abwehr niet onder de indruk waren van het werk dat Popov verrichtte in de
Verenigde Staten.411 Gelukkig werden er kort daarna positievere signalen opgevangen412 en
konden zowel Popov als zijn collegae binnen het XX Committee de deceptieoorlog een
succesverhaal noemen met als sluitstuk de succesvolle landing van zowel Amerikaans, Britse,
Franse als Canadese soldaten op de stranden in Normandië.
407
MILLER, R., o.c., 44. 408
POPOV, D., o.c., 132-133. 409
MASTERMAN, J.C., o.c., 191-195. 410
POPOV, D., o.c., 201. 411
KV 2/850 412
KV 2/853
94
Wanneer we terugkoppelen naar de initiële doelstelling van het XX Committee kunnen we niet
anders dan concluderen dat deze quasi perfect in de praktijk werden gebracht. Aan de tweede
doelstelling hielp Popov invulling te geven door zijn netwerk uit te breiden en het opzetten
van de Joegoslavische ontsnappingsroute. Via Popov kreeg men informatie over de methoden
en technieken gehanteerd door de Abwehr, met Johann Jebsen werd zelfs een Abwehr officier
gerekruteerd. Aan de hand van de vragenlijsten wist men waar de prioriteiten van de vijand
lagen en wat deze vijand niet wist.
Door het voorzichtig en weldoordacht selecteren van antwoorden op deze vragenlijsten kon
men de vijandelijke operationele intenties perfect inschatten en beïnvloeden. Tot slot werd
Duitsland volledig misleid en misbruikt door dubbelspionnen als Popov.
95
Hoofdstuk V: Besluit
1. Inleiding
In dit laatste hoofdstuk zal getracht worden tot een besluit te komen betreffende de centrale
onderzoeksvraag. Aldus zal hier een antwoord geformuleerd worden op de vraag of het al dan
niet nuttig is om in het kader van inlichtingenstudies onderzoek te verrichten op basis van
egodocumenten.
Vooreerst zal nog eens teruggekoppeld worden naar de inlichtingenstudies. In onderstaande
tabel worden inlichtingenstudies voorgesteld als een wetenschappelijke discipline waarbinnen
onderzoek gedaan wordt naar onder andere de inlichtingen- en veiligheidsdiensten zelf, de
inlichtingen, de inlichtingencyclus en de methoden en technieken aangewend door deze
diensten. Wat betreft de methodologie zal vaak gebruik gemaakt worden van een case study.
De bronnen die binnen de inlichtingenstudies gehanteerd worden zijn zeer verscheiden. Zo
kunnen wetgeving, vrijgegeven documenten, egodocumenten, eerder verschenen
wetenschappelijk werk of artikels van onderzoeksjournalisten gebruikt worden. Elk van deze
bronnen heeft echter nadelen en voordelen.
INLICHTINGENSTUDIES Onderzoeksobjecten -Inlichtingen- en veiligheidsdiensten;
-Inlichtingen; -Inlichtingencyclus; -Methoden en technieken.
Methodologie -Case study Bronnen -Wetgeving;
-declassified documenten; -Egodocumenten; -Officiële geschiedenissen; -Wetenschappelijke publicaties; -Onderzoeksjournalisten.
Binnen deze masterproef is geopteerd om egodocumenten te bestuderen. Er is gekozen om te
kijken naar de nadelen en voordelen van deze documenten door gebruik te maken van de
autobiografieën van twee voormalige spionnen, met name Kim Philby en Dusko Popov. Deze
autobiografieën werden uiteengezet met de bedoeling te achterhalen wat hieruit kan afgeleid
worden met betrekking tot de werking en organisatie van inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
96
Het belang van egodocumenten in het kader van inlichtingenstudies aan de hand van Kim Philby en Dusko Popov
Onderzoeksobject Kim Philby en Dusko Popov Methodologie Case Study Bronnen Egodocumenten: ‘My Silent War’ en
‘Spy/Counterspy’ Doel Onderzoeken belang egodocumenten
Wanneer gekeken wordt naar de opbouw van inlichtingenstudies is gekozen voor de
vierdelige kaderaanpak. Daar waar het historische kader zich toespitst op de geschiedkundige
evolutie, kijkt het juridische kader naar de wettelijke context waarbinnen deze inlichtingen- en
veiligheidsdiensten functioneren. Het functioneringskader bestudeert de maatschappelijke
fenomenen die de opdracht van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten uitmaken. Tot slot zal
binnen het sociaal-wetenschappelijk en bestuurskundig kader gekeken worden naar de
verhouding, de overeenkomsten, en de verschillen tussen deze diensten onderling.413
Bedoeling van dit besluit is om beide autobiografieën toe te passen op elk van de vier kaders.
Op die manier kan een antwoord geformuleerd worden op de vraag welke meerwaarde deze
autobiografieën hebben. Na elke toelichting zal het betreffende kader schematisch
weergegeven worden. Philby en Popov zullen steeds naast elkaar gezet worden. Bedoeling is
de vergelijking van beiden te vergemakkelijken en te vereenvoudigen. Achtereenvolgens zal
dit gebeuren voor het historisch-, het juridisch-, het functionerings- en het sociaal-
wetenschappelijk en bestuurskundig kader.
Vierdelige kaderaanpak Historisch kader -Geschiedkundige evolutie;
-Bronnen: Kim Philby en Dusko Popov; -Gevaren: subjectiviteit, unauthorised disclosure’, ontstaanscontext, motieven, optekening.
Juridisch kader -Wettelijke context inlichtingen- en veiligheidsdiensten; -Bronnen: Kim Philby en Dusko Popov;
Functioneringskader -Maatschappelijke fenomenen/prioriteiten/opdrachten inlichtingen- en veiligheidsdiensten; -Bronnen: Kim Philby en Dusko Popov.
Sociaal-wetenschappelijk en
Bestuurskundig kader
-Verhoudingen, overeenkomsten en verschillen tussen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten; -Wie: SIS, MI5, XX Committee, FBI, (OSS) CIA, (NKVD) KGB; -Bronnen: Kim Philby en Dusko Popov
413
COOLS, M. en PONSAERS, P., ‘Inlichtingenstudies, een aanzet to besluit’, in De Staatsveiligheid. Essays over
175 jaar Veiligheid van de Staat, COOLS, M., DASSEN, K., LIBERT, R. en PONSAERS, P. (eds.), Brussel, Politeia,
373-379.
97
2. Het historisch kader
Om binnen dit kader tot een besluit te komen is het vooral belangrijk terug te koppelen naar
en de link te maken met de historische kritiek. Zowel ‘My Silent War’ als ‘Spy/Counterspy’
zijn bronnen die vanuit het verleden tot ons zijn gekomen. Niet alleen zijn deze
autobiografieën in dezelfde tijdsperiode tot stand gekomen, ze hebben tevens grotendeels
betrekking op dezelfde periode: de Tweede Wereldoorlog. Zo hadden Popov en Philby niet
enkel vergelijkbare invloeden van buitenaf tijdens hun dienstjaren maar ook tijdens het
schrijven van hun autobiografieën. Specifiek moet opgelet worden voor de ‘unauthorised
disclosure’ van Philby. Hij begon te schrijven nadat hij gevlucht was naar Moskou. Er moet
rekening gehouden worden met het feit dat hij zal trachten zichzelf te rechtvaardigen en zijn
voormalige werkgever in de verlegenheid te brengen. Verwacht mag worden dat de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten van de Sovjet-Unie tijdens het schrijven over de
schouders van Philby hebben meegekeken en hun invloed hierop hebben gehad.
Bij Popov krijgen we een ander verhaal. De rechtstreekse aanleiding was de publicatie in
1972 door Sir John Masterman van het werk ‘The Double-Cross System in the War of 1939 to
1945’. Daarnaast zullen het conflict met Hoover en de mogelijke verkoopcijfers een rol
gespeeld hebben. In het algemeen kan gesteld worden dat Popov in tegenstelling tot Philby
bezig is met een stuk zelfverheerlijking.
Als we kijken wat deze autobiografieën ons in historisch opzicht kunnen vertellen over de
werking van inlichtingen- en veiligheidsdiensten zien we bij beiden een ander verhaal. Daar
waar Popov grotendeels een praktisch verhaal brengt, is dit bij Philby een eerder
organisatorisch verhaal. Philby laat ons kennis maken met de organisatiestructuren en de
werking van deze diensten van binnenuit. Aan de hand van ‘My Silent War’ is het mogelijk
om een beeld te vormen over hoe deze diensten georganiseerd zijn en hoe zij te werk gingen.
Niet enkel kan dit vastgesteld worden voor wat betreft de Britse diensten, dit is tevens het
geval bij de Amerikaanse diensten. Op die manier is het mogelijk om zich een totaal beeld te
vormen van de Britse en Amerikaanse inlichtingen- en veiligheidsdiensten tijdens de Tweede
Wereldoorlog en tijdens de Koude Oorlog. Wat betreft Philby moet specifiek opgepast
worden voor het feit dat hij een communist is en zijn land verraden heeft. Zijn motieven
kunnen zeer uiteenlopend zijn. Hij kan op zoek zijn naar wraak of rechtvaardigingsgronden.
Daarnaast moet ook in het achterhoofd gehouden worden dat hij zijn autobiografie in het hol
van de leeuw geschreven heeft.
Bij Popov betreft het eerder een praktisch verhaal. Hier zien we hoe vooral de Britse en
Duitse inlichtingen- en veiligheidsdiensten in de praktijk te werk gaan, hoe zij functioneren en
wat hun interesses zijn. Concreet kan vastgesteld worden hoe operaties opgezet worden, hoe
communicatie verloopt en wat de methoden en technieken zijn. In het geval van Popov zien
we ook hoe spionnen werken op het terrein, welke relatie ze hebben tot de desbetreffende
inlichtingen- en veiligheidsdienst en waarvoor spionnen ingeschakeld worden.
98
Hier moet specifiek aandacht besteed worden aan de mogelijke zelfverheerlijking. Hierdoor
kunnen bepaalde feiten en de eigen rol uitvergroot worden. Bewust of onbewust kunnen
mogelijke verkoopcijfers een rol gespeeld hebben.
Wanneer specifiek naar de gevaren gekeken wordt, kan vooreerst de subjectiviteit aangehaald
worden. Hoewel alles subjectief is, moet er voorzichtig met dergelijke werken omgegaan
worden. Het schrijven van een autobiografie is mensenwerk. In vele gevallen is het dan ook
belangrijker te weten wie het geschreven heeft dan wat er in staat. Het is de auteur die zijn
interpretatie van de feiten weergeeft. Verder kan er naast het louter informeren van latere
generaties ook andere onderliggende bedoelingen aan de grondslag van het ontstaan liggen.
Omdat beide autobiografieën jaren na de feiten geschreven zijn is het niet ondenkbaar dat
zowel Popov als Philby geheugenfouten gemaakt hebben. Om aan deze tekorten tegemoet te
komen is het m.i. belangrijk om de bron met de nodige afstand en terughoudendheid te
benaderen. Alles moet in vraag gesteld worden en waar mogelijk moet getracht worden dit te
verifiëren door andere bronnen te gebruiken.
Schematisch:
Historisch kader Kim Philby Dusko Popov
Autobiografie My Silent War Spy/Counterspy Tijdsperiode WO II en Koude Oorlog WO II Subjectiviteit Subjectief Subjectief unauthorised
dusclosure
Ja Nee
Ontstaanscontext -1976; -Op de vlucht; -Contact met KGB; -Moskou.
-1974; -Publicatie Masterman; -Conflict met Hoover; -Mogelijke verkoopcijfers.
Motieven achter creatie Rechtvaardiging Zelfverheerlijking Optekening Na de feiten Na de feiten Meerwaarde -Organisatiestructuur
inlichtingen- en veiligheidsdiensten: SIS, MI5, FBI en CIA (OSS); -Totaal beeld onderzochte (rekrutering, verhoudingen, context, politiek-economische situatie); -Interpretatie onderzochte; -Mogelijkheid gebeurtenissen, relaties, interacties en setting van dichtbij te bestuderen.
-Praktijkwerking inlichtingen- en veiligheidsdiensten: SIS, MI5, XX
Committee, FBI, Abwehr, SD (interesses, functioneren); -Totaal beeld onderzochte (rekrutering, operaties, werking, communicatie); -Interpretatie onderzochte; -Mogelijkheid gebeurtenissen, relaties, interacties en setting van dichtbij te bestuderen.
Concreet -Inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden van binnenuit bestudeerd;
-Inlichtingen- en veiligheidsdiensten praktisch bestuderen;
99
-Inzicht wordt verworven over het organisatorische (werking, functioneren en het doel van deze diensten); -De inlichtingencyclus in de praktijk; -Methoden en technieken gehanteerd door deze diensten.
-Hoe werken spionnen op het terrein, wat is hun functie binnen de organisatie, waarvoor worden zij gebruikt en waarom; -Methoden en technieken: vooral hoe inlichtingen vergaren, deceptie en beïnvloeding.
Specifieke gevaren -Communist; -Rancuneus; -Ontstaan in het hol van de leeuw; -Wraak; -Verantwoording; -Schade toebrengen.
-Verbloeming feiten; -Geld/verkoopcijfers.
Gevaren algemeen -Te grote waarde hechten aan het egodocument; -Mogelijke onderliggende bedoelingen; -Geheugenfouten; -Subjectieve interpretatie van de feiten.
Gevaren inperken -Afstand bewaren; -Bronnentriangulatie.
3. Het juridisch kader
Wat betreft het juridische en wettelijke kader bieden deze autobiografieën weinig informatie
of meerwaarde. Bij Popov is er geen enkele verwijzing naar een wettelijke basis terug te
vinden. Philby daarentegen verwijst een paar keer naar de Official Secrets Act. Wanneer hij
door de pers onder vuur genomen wordt, verschuilt hij zich hier steevast achter, tot wanneer
hij van SIS toestemming krijgt om een persconferentie te geven.
Schematisch:
Juridisch Kader Kim Philby Dusko Popov
Meerwaarde Nihil Geen
4. Het functioneringskader
De maatschappelijke fenomenen die de opdrachten van de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten uitmaken zullen steeds onderhevig zijn aan maatschappelijke evoluties. In
het licht van de inlichtingencyclus worden deze prioriteiten bepaald door de overheden. Het is
ook de taak van de politieke beleidsmakers om te beslissen wat er uiteindelijk met het
eindproduct gedaan wordt.
100
Bij Philby is geopteerd om het functioneringskader op te delen in twee tijdskader om de
evolutie beter te kunnen inschatten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stellen we vast de
Britse en Amerikaanse diensten zich geheel met een militaire/strategische finaliteit richten op
nazi-Duistland.
Gedurende de Koude Oorlog hadden deze diensten bijna uitsluitend interesse voor het
communisme en voor communistische staten. De evolutie die hier waar te nemen is, heeft
betrekking op het verschil tussen de inlichtingen die verzameld moesten worden tijdens de
Tweede Wereldoorlog en die tijdens de Koude Oorlog. Het militaire/strategische luik blijft
evenwel belangrijk omdat de dreiging blijft. Daarnaast hadden zowel het Verenigd
Koninkrijk, de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog nood aan
economische, industriële en wetenschappelijke informatie. Een mooi voorbeeld hiervan is de
zaak rond Klaus Fuchs. Deze fysicus, werkzaam in het Amerikaanse atoomagentschap in Los
Alamos, speelde belangrijke wetenschappelijke informatie door naar de Sovjet-Unie.
Aan de hand van Popov kan afgeleid worden dat MI5, SIS en het XX Committee uitsluitend
richting nazi-Duitsland keken met een militaire finaliteit. Deze trachtten niet enkel te weten te
komen waarmee de Duitse vijand bezig was, zij probeerden hem ook te beïnvloeden in hun
besluitvorming. Ook Duitse diensten zoals de Abwehr en de SD hadden dezelfde militaire
finaliteit. De evolutie die hier waarneembaar is, heeft meer te maken met de functie van de
inlichtingen. In het eerste deel van de oorlog waren de Duitsers aan de winnende hand. De
inlichtingen die zij nodig hadden, waren dan ook offensief. Als voorbeeld kan hier herinnerd
worden aan de informatie die zij nodig hadden voor het plannen van een invasie op Brits
grondgebied. Naarmate de oorlog vorderde, werden zij in het defensief gedrongen. De
inlichtingen die zij dienden te vergaren, waren er dan bijvoorbeeld op gericht te achterhalen
waar en wanneer een mogelijke ontscheping van de geallieerde troepen zou plaats vinden.
Vanuit Brits oogpunt is een soortgelijke evolutie waar te nemen, zij het in omgekeerde
volgorde. Gedurende het eerste deel van de oorlog werden zij in het defensief gedrongen maar
naarmate de oorlog vorderde, konden zij zich toespitsen op het offensieve werk.
Uit bovenstaande is af te leiden dat inlichtingen- en veiligheidsdiensten zich razendsnel
aanpassen aan nieuwe fenomenen, opdrachten en situaties.
Schematisch:
Functioneringskader Kim Philby Dusko Popov
Tijdskader WO II: Koude Oorlog WOII Fenomenen/Prioriteiten -SIS, MI5, OSS: nazi-
Duitsland; -NKVD: nazi-Duitsland en Westerse landen.
-SIS, MI5, CIA en FBI: communisme; -KGB: Westerse landen.
-SIS, MI5 en XX
Committee: nazi-Duistland; -Abwehr, SD: geallieerde troepen
Finaliteit -Militair/stragisch -Militair, economisch, wetenschappelijk.
-Militair
Evolutie -Verschuiving finaliteit -Defensief/Offensief
101
5. Het sociaal-wetenschappelijk en bestuurskundig kader
In dit kader werd specifiek gekeken naar de verhoudingen, overeenkomsten en verschillen
binnen de verschillende inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Het komt er hier op aan om te
kijken naar hoe het ‘spionagespel’ in elkaar zit en gespeeld wordt. Globaal hebben de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten dezelfde opdrachten maar de invulling ervan verschilt
grotendeels. De opdrachten die we eerder hebben onderscheiden waren:
1. Het verzamelen, interpreteren en distribueren van informatie;
2. Het opzetten van clandestiene operaties om gebeurtenissen in het buitenland te
manipuleren;
3. Bescherming bieden tegen vijandige operaties opgezet door buitenlandse diensten.
Philby geeft ons een intern beeld van de Britse en Amerikaanse organisatorische situatie met
betrekking tot deze drie opdrachten. Als voorbeeld kunnen zijn activiteiten in Turkije
aangehaald worden. Wat betreft de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van de Sovjet-Unie
wordt er niets expliciet vermeld. Philby zelf is wellicht het beste voorbeeld om hierover iets te
weten te komen: hij is namelijk diegene die door de Sovjet-Unie werd ingezet om inlichtingen
te vergaren. De beschrijvingen die hij geeft van lopende zaken betreffende overlopers en de
zoektocht naar spionnen (zoals Maclean en Fuchs) kunnen ook een bron van informatie zijn
om een beeld te vormen over deze diensten.
Popov brengt grotendeels een zelfde verhaal. Het grootste verschil is echter dat het aan de
hand van Popov mogelijk is om de praktische werking van deze diensten te bestuderen. Hier
wordt deze werking uitvoerig besproken aan de hand van de opgezette operaties en dit zowel
aan Britse als aan Duitse kant. Zowel SIS, MI5 als de Abwehr komen aan bod. Het meeste
komen we evenwel te weten over de organisatie en de praktische uitwerking van de
doelstellingen van het XX Committee. Wat betreft de FBI, komt vooral de Brits-Amerikaanse
samenwerking naar voren. Deze onderlinge relaties worden door Popov eerder negatief
geëvalueerd. Hier dient aandacht besteed te worden aan het feit dat de evaluatie geïnspireerd
kan zijn op persoonlijke ervaringen.
Schematisch:
Sociaal-wetenschappelijk en bestuurskundigkader Kim Philby Dusko Popov
SIS -Organisatie; -Relaties met MI5, FBI en CIA.
-Organisatie en praktijkwerking
MI5 -Organisatie; -Relaties met SIS, FBI en CIA.
-Praktijkwerking
XX Committee - -Praktijk en organisatie FBI -Organisatie;
-Samenwerking met SIS en MI5.
-Relaties met SIS en MI5
102
CIA (OSS) -Organisatie; -Samenwerking met SIS en MI5
-
KGB (NKVD) - -
Tot slot kunnen we stellen dat deze autobiografieën een waardevolle bron aan informatie zijn
mits ze met de nodige voorzichtigheid/terughoudendheid benaderd worden. Er moet rekening
gehouden worden met alle mogelijke gevaren. Door hieraan voldoende aandacht te besteden,
kunnen ze tot een minimum beperkt worden. De subjectiviteit moet niet steeds een nadeel zijn
of een gevaar inhouden. De meerwaarde die hierin schuilt is drieërlei:. ten eerste kan men
eruit afleiden hoe deze individuen de (inlichtingen-)wereld rond hen interpreteren, begrijpen
en definiëren; ten tweede stellen deze autobiografieën ons in staat verwarringen om
ambiguïteiten en contradicties beter te begrijpen en te verklaren; ten derde ligt de meerwaarde
in het feit dat zodoende een compleet beeld verkregen wordt.414
Daarnaast kunnen aan de hand van deze autobiografieën belangrijke gebeurtenissen, de relatie
tot derden, het interactienetwerk en de institutionele setting vanuit een ander oogpunt
benaderd worden.415 M.i. wegen de nadelen niet op tegen de schat aan informatie die hierin
verborgen ligt, mits de nodige voorzorgsmaatregelen, zoals het bewaren van voldoende
afstand en de bronnentriangulatie, in acht genomen worden.
414
KING, N., ‘Plotting the lives of others: narrative structure in some recent British autobiography’, Qualitative
Research, 2008 (8), 339-341. 415
WESTER, F., Strategieën voor kwalitatief onderzoek, Muiderberg, Coutinho, 1991, 120-121.
103
Bibliografie
ALLEN, M., Het Hitler-Hess Bedrog, Leuven, Van Halewyck, 2003, 316 p. BARAITRE, I., Patton een generaal in de Ardennen, Tielt, Lannoo, 2006, 418 p. BOONE, M., Historici en hun métier: een inleiding tot de historische kritiek, Gent, Academia Press, 2007, 363 p. BOYLE, D., World War II in Photographs, Lisse, Rebo Productions, 2003, 600 p. BRATZEL, J.F. en ROUT, L.B., ‘Pearl Harbor, Microdots, and J. Edgar Hoover’, The
American Historical Review, 1982 (87), 1342-1351. BUDIANSKY, S., ‘The Art of the Double Cross’, World War II, 2009, 38-45. DAVIES, P.H.J., ‘MI6’s requirements directorate: integrating intelligence into the machinery of British central government’, Public Administration, 2000(78), 29-49. De Staatsveiligheid. Essays over 175 jaar Veiligheid van de Staat, COOLS, M., DASSEN, K., LIBERT, R. en PONSAERS, P. (eds.), Brussel, Politeia, 383 p.. DE VALK, G., Dutch Intelligence, Towards a Qualitative Framework for Analysis, Den Haag, Boom Juridische uitgeverij, 2005, 416 p. DT. 1-34. DVORNIK, F., Origins of Intelligence Services: The Ancient Near East, Persia, Greece,
Rome, Byzantium, The Arab Muslim Empires, The Mongol Empire, China, Muscovy, New York, Rutgers University Press, 1974, 334 p. Egodocumenten: nieuwe wegen en benaderingen, BAGGERMAN, A. en DEKKER, R. (eds.), Amsterdam, Aksant, 2004, 160p. EVANS, H., The Sunday Times and Kim Philby, The Sunday Times, 20 september 2009, x. Exploring Intelligence Archives. Enquiries into the secret state, HUGHES, G., JACKSON, P. en SCOTT, L., New York, Routledge, 2008, 332 p. FARADAY, A. en PLUMMER, K., ‘Doing Life Histories’, Sociological Review, 1979 (27), 773-798. GELLATELY, R., ‘Situating the “SS-State” in a Social-Historical Context: Recent Histories of the SS, the Police, and the Courts in the Third Reich’, The Journal of Modern History, 1992 (64), 338-365. GENTRY, C., J. Edgar Hoover. The man and the secrets, New York, W.W. Norton & Company, 846 p.
104
GOLDSWORTHY, A., Caesar, Londen, Weidenfeld & Nicolson, 2006, 696 p. GOODMAN, M.S., ‘Who is trying to keep what secret from whom and why?’, Journal of
Cold War Studies, 2005 (7), 124-146. HALLION, R.P., ‘Dress Rehearsal for Pearl Harbor?’, World Warr II, 2007, 55-61.
Handbook of Intelligence Studies, JOHNSON, L.K. (ed.), New York, Routledge, 2009, 382 p. Handbook of Qualitative Research, DENZIN, N.K. en LINCOLN, Y.S. (eds.), Londen, Sage Publications, 1065 p. HAUFLER, H., ‘Did J. Edgar Hoover’s distaste for a British spy result in the war’s most tragic missed opportunity?’, World War II, 2001 (15), 70-75. HINSLEY, F.H., THOMAS, E.E., RANSOM, C.F.G. en KNIGHT, R.C., British intelligence
in the Second World War: its influence on strategy and operations, Londen, Her Majesty’s stationary office, 1981, 850 p. JOHNSON, L.K., ‘Bricks and Mortar for a Theory of Intelligence, Comparative Strategy, 2003 (22), 1-28. JOHNSTON, J. en JOHNSTON, R.(2008/06/28) Testing the Intelligence Cycle Through Systems Modeling and Simulation [WWW]. Central Intelligence Agency: https://www.cia.gov/library/center-for-the-study-of-intelligence/csi-publications/books-and-monographs/analytic-culture-in-the-u-s-intelligence-community/chapter_4_systems_model.htm [06/04/2010] JOHNSTON, J. en JOHNSTON, R.(2008/06/28) Testing the Intelligence Cycle Through Systems Modeling and Simulation [WWW]. Central Intelligence Agency: https://www.cia.gov/library/center-for-the-study-of-intelligence/csi-publications/books-and-monographs/analytic-culture-in-the-u-s-intelligence-community/page_46.pdf [06/04/2010] JOHNSTON, J. en JOHNSTON, R.(2008/06/28) Testing the Intelligence Cycle Through Systems Modeling and Simulation [WWW]. Central Intelligence Agency: https://www.cia.gov/library/center-for-the-study-of-intelligence/csi-publications/books-and-monographs/analytic-culture-in-the-u-s-intelligence-community/page_48.pdf [06/04/2010] JOZ. 1-24. JULIAN, E., ‘The Third Man’, U.S. News & World Report, 2003 (134), 61-63. KING, N., ‘Potting the lives of others: narrative structure in some recent British autobiography’, Qualitative Research, 2008 (8), 339-346. KING, R.D., ‘Treason and Traitors’, Society, 1998, 329-338. KLEEMANS, E.R., KORF, D.J. en STARING, R., ‘Mensen van vlees en bloed. Kwalitatief onderzoek in de criminologie.’, Tijdschrift voor Criminologie, 2008 (50), 323-336.
105
KLEHR, H., ‘Reflections on espionage’, Social Philosophy and Policy, 2004(21), 141-166. KNIGHTLEY, P., The Second Oldest Profession: Spies and Spying in the Twentieth Century, Londen, A. Deutsch, 1986, 436 p. KNOPP, G., Complot tegen Hitler, Kampen, Omniboek, 2009, 270 p. KROSS, P., ‘The Allies’ Greatest Agent’, World War II, 2005, 14-18. KROSS, P., ‘The Venona project reveales Sovjet espionage in the United States after WWII – until it was in turn compromised.’, Military History, 2006, 70-73. KV 2/845 KV 2/847 KV 2/850 KV 2/853 KV5/85 KV5/89 Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie, DECORTE, T. en ZAITCH, D. (eds.), Leuven, Acco, 2009, 544 p. LESKELÄ-KÄRKI, M., ‘Narrating life stories in between the fictional and the autobiographical’, Qualitative Research, 2008 (8), 325-332. LUKEN, P. en VAUGHAN, S., ‘Life History and the Critique of American Sociological Practice’, Sociological Inquiry, 1999 (69), 404-425. MADEIRA, V., ‘Moscow’s Interwar Infiltration of British Intelligence, 1919-1929’, The
Historical Journal, 2003 (46), 915-933.
MANTANLE, I., Gedenkboek van de Tweede Wereldoorlog, Lisse, Rebo Productions, 1995, 400 p. MASER, W., Tribunaal van Neurenberg. Het nazi-regime voor zijn rechters, Antwerpen, Spectrum, 1980, 352 p. MASTERMAN, J.C., The double-cross system in the war of 1939 to 1945, Londen, Yale University Press, 1972, 203 p. MENCILL, P. en Chapman, S., Research Methods Third Edition, New York, Routledge, 2005, 214 p. MILLER, R., Codename Tricycle, Londen, Pimlico, 2005, 290 p.
106
MILMO, C., Kim Philby ‘was ordered by Stalin to kill Franco, The Independent, 14 november 2001,x. MUGGERIDGE, M., Chronicles of Wasted Time, II: The Infernal Grove, Londen, Collins, 1973, 280 p. MUNRO, R.K., ‘Kim Philby had a remarkably long career with British Intelligence – spying for the other side.’, Military History, 2001, 76-82. PAGE, B., LEITCH, D. en KNIGHTLEY, P., Philby, the spy who betrayed a generation, Londen, Sphere Books, 1979, 336 p. PATTON, G.S., War As I Knew It, New York, Houghton Mifflin Company, 1995, 425 p. PHILBY, H.A.R., My Silent War, St. Albans, Panther, 1976, 189p. POPOV, D., Spy/Counterspy, Londen, Book Club Associates, 1974, 278p. ROBARGE, D., ‘Moles, Defectors, and Deceptions: James Angleton and CIA Counterintelligence’,
The Journal of Intelligence History, 2003 (3), 21-50.
RUSSEL, F., Information Gathering in Classical Greece, Ann Arbor, University of Michigan Press, 1999, 267 p. SEALE, P. en MCCONVILLE, M., Philby the long road to Moscow, Harmondsworth, Penguin Books, 1978, 349 p. SHULSKY, A. en SCHMITT, G., Silent warfare. Understanding the world of intelligence, Washington D.C., Potomac Books inc., 2002, 249 p. STEVENSON, W., A man called Intrepid, New York, Ballantine Books, 1976, 541 p. TAYLOR, A.J.P., English History 1914-1945, Oxford, Oxford University Press, 1965, 708 p. THOMAS, H., The Murder of Rudolf Hess, Londen, Hodder & Stoughton, 1979, 224 p. THOMAS, R.M., Espionage and Secrecy: The Official Secrets Acts 1911-1989 of the United
Kingdom., Londen, Routledge, 1991, 304 p. TREVOR-ROPER, H., The Philby Affair: Espionage, Treason, and Secret Services, Londen, William Kimber, 1968, 129 p. VAN CAPELLE, H. en VAN DE BOVENKAMP, P., Hitlers Handlangers, Soest, Verba, 2004, 192 p. VAN MELKEBEEK, M., Historische kritiek en postmoderne geschiedschrijving, Gent, Academia Press, 2003, 247 p. VON LETTOW-VORBECK, P.E., Die Weltkriegspionage (Origonal-Spionage-Werk), München, Moser, 1931, 688p.
107
VON LINGEN, K., ‘Conspiracy of Silence: How the “Old Boys” of American Intelligence Shielded SS General Karl Wolff from Prosecution’, Holocaust and Genocide Studies, 2008(22), 74-95. VON SCHLABRENDORFF, F., The Secret War Against Hitler, Londen, Westview Press, 1994, 360 p. WEST, N., MI6: British Secret Intelligence Service Operations 1909-45, Londen, Weidenfeld & Nicolson, 1983, 266 p. WEST, N., Venona: the greatest secret of the Cold War, Londen, HarperCollins, 1999, 46. WESTER, F., Strategieën voor kwalitatief onderzoek, Muiderberg, Coutinho, 1991, 208 p. Wet 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst, B.S., 18 december 1998. WINTER, P.R.J., ‘British Intelligence and the July Bomb Plot of 1944: a reappraisal’, War in
History, 2006 (13), 468-494. X, ‘Once more: Pearl Harbor, Microdots, and J. Edgar Hoover. Letters and Replies.’, The
American Historical Review, 1983(88), 953-960. X(2009/12/09) A Look Back … Directors of Central Intelligence [WWW]. Central Intelligence Agency: https://www.cia.gov/news-information/featured-story-archive/2008-featured -story-archive/directors-of-central-intelligence.html [17/03/2010] X (2006/03/1) 1 March 2006 Releases: Double Cross Agents [WWW]. MI5: https://www.mi5.gov.uk/output/double-cross-agents.html [12/04/2010] X, Dubbelspion pleegde aanslag tegen CIA-kamp, De Standaard, 6 januari 2010, p.13 X, DUITSCHLAND en ITALIE verklaren den OORLOG aan de VEREENIGDE STATEN,
Het Laatste Nieuws, 12 december 1941, p. 1.
X, MI5 bezorgd om Duitse ‘spyclists’, De Standaard, 9 maart 2010, p.17.
X, ‘The Sunday Times’ and Mr Philby, The Times, 6 november 1967, X.
108
Bijlage I: de Inlichtingencyclus
Fig. 1416
-De Intelligence cycle vereenvoudigd weergegeven als een quasi ‘eeuwigdurend’ proces.
416
JOHNSTON, J. en JOHNSTON, R.(2008/06/28) Testing the Intelligence Cycle Through Systems Modeling and
Simulation [WWW]. Central Intelligence Agency: https://www.cia.gov/library/center-for-the-study-of-
intelligence/csi-publications/books-and-monographs/analytic-culture-in-the-u-s-intelligence-
community/page_46.pdf [06/04/2010]
109
Fig. 2417
-De Intelligence cycle in de vorm van een tabel. Geeft een duidelijker beeld van wat er precies
in elke fase dient te gebeuren.
417
JOHNSTON, J. en JOHNSTON, R.(2008/06/28) Testing the Intelligence Cycle Through Systems Modeling and
Simulation [WWW]. Central Intelligence Agency: https://www.cia.gov/library/center-for-the-study-of-
intelligence/csi-publications/books-and-monographs/analytic-culture-in-the-u-s-intelligence-
community/page_48.pdf [06/04/2010]
110
Bijlage II: model of Soviet Strategic Deception418
Double Agent, Danglers, False Defectors
KGB CIA, FBI
Western Agencies
SOVIET MOLES IN
Western Agencies
(feedback, disinformation
418
ROBARGE, D., ‘Moles, Defectors, and Deceptions: James Angleton and CIA Counterintelligence’, The Journal
of Intelligence History, 2003(3), 31.
111
Bijlage III: de ‘Pearl Harbor Questionnaire’
Popov’s AMERICAN QUESTIONNAIRE419
Naval Information. – Reports on enemy shipments (material foodstuffs – combination of
convoys with names of ships and speeds).
Assembly of troops for oversea transport in U.S.A. and Canada. Strength – number of ships –
ports of assembly – reports on ship building (naval and merchant ships) – wharves
(dockyards) – state and private owned wharves – new works – list of ships being built or resp.
having been ordered – times of building.
Reports regarding U.S.A. strong point of all descriptions especially in Florida – organisation
of strong points for fast boats (E-boats) and their depot ships – coastal defence – organisation
districts.
Hawaii. – Ammunition dumps and mine depots.
1. Details about naval ammunition and mine depot on the Isle of Kushua (Pearl
Harbour). If possible sketch.
2. Naval ammunition depot Lualuelei. Exact position? Is there a railway line (junction)?
3. The total ammunition reserve of the army is supposed to be in the rock of the Crater
Aliamanu. Position?
4. Is the Crater Punchbowl (Honolulu) being used as ammunition dump? In not, are there
other military works?
Aerodromes.
1. Aerodrome Lukefield. – Details (sketch if possible) regarding the situation of the
hangars (number?), workshops, bomb depots, and petrol depots. Are there
underground petrol installations? – Exact position of the seaplane station?
Occupation?
2. Naval air arm strong point Kaneche. – Exact report regarding position, number of
hangars, depots, and workshops (sketch). Occupation?
419
MASTERMAN, J.C., The Double-Cross System in the war of 1939 to 1945, Londen, Yale University Press, 1972,
196-198.
112
3. Army aerodromes Wicham Field and Wheeler Field. – Exact position? Reports
regarding number of hangars, depots and workshops. Underground installations?
(Sketch.)
4. Rodger’s Airport. – In case of war, will this place be taken over by the army or the
navy? What preparations have been made? Number of hangars? Are there landing
possibilities for seaplanes?
5. Airport of the Panamerican Airways. – Exact position? (If possible sketch.) Is this
airport possibly identical with Rodger’s Airport or a part thereof? (A wireless station
of the Panamerican Airways is on the Peninsula Mohapuu.)
Naval Strong Point Pearl Harbour.
1. Exact details and sketch about the situation of the state wharf, of the pier installations,
workshops, petrol installations, situations of dry dock No. 1 and the new dry dock
which is being built.
2. Details about submarine station (plan of situation). What land installations are in
existence?
3. Where is the station for mine search formation [Minensuchverbaende]? How far has
the dredger work progressed at the entrance and in the east and and southeast lock?
Depths of water? (sic.)
4. Number of anchorages [Liegeplaetze]?
5. Is there a floating dock in Pearl Harbour or is the transfer of such a dock to this place
intended?
Special tasks. – Reports about torpedo protection nets newly introduced in the British and
U.S.A. navy. How far are they already in existence in the merchant and naval fleet? Use
during voyage? Average speed reduction when in use. Details of construction and others.
1. Urgently required are exact details about the armoured strengths of American
armoured cars, especially of the types which have latterly been delivered from the
U.S.A. to the Middle East. Also all other reports on armoured cars and the
composition of armoured (tank) formations are of greatest interest.
2. Required or the Tables of Organisation (TO) of the American infantry divisions and
their individual units (infantry regiments, artillery “Abteilung”, and so forth) as well
113
as of the American armoured divisions and their individual units (armoured tank
regiments, reconnaissance section, and so forth). These TO are lists showing strength,
which are published by the American War Department and are of a confidential
nature.
3. How is the new light armoured car (tank)? Which type is going to be finally
introduced? Weight? Armament? Armour?
1. Position of British participations and credits in U.S.A. in June 1940. What are
England’s payment obligations from orders since the coming into force of the Lend
Lease Bill? What payments has England made to U.S.A. since the outbreak of war for
goods supplied, for establishment of works, for the production of war material, and for
the building of new or for the enlargement of existing wharves?
2. Amount of state expenditure in the budget year 1939/40, 1940/41, 1941/42, 1942/43
altogether and in particular for the army and the rearmament.
3. Financing of the armament programme of the U.S.A. through taxes, loans and tax
credit coupons. Participation of the Refico and the companies founded by is (Metal
Reserve Corp., Rubber Reserve Corp., Defence Plant Corp., Defence Supplies Corp.,
Defence Housing Corp.) in the financing of the rearmament.
4. Increase of state debs and possibilities to cover this debt.
All reports on American air rearmament are of the greatest importance. The answers to the
following questions are special urgency:
I. How large is –
(a) the total monthly production of aeroplanes?
(b) the monthly production of bombers [Kampfflugzeuge]?
(c) “ “ “ “ fighter planes?
(d) “ “ “ “ training planes [Schulflugzeuge]?
(e) “ “ “ “ civil aeroplanes [Zivilflugzeuge]
II. How many and which of these aeroplanes were supplied to the British Empire, that
is to say –
(a) to Great Britain?
114
(b) to Canada?
(c) to Africa?
(d) to the Near East?
(e) to the Far East and Australia?
III. How many U.S.A. pilots finish their training monthly?
IV. How many U.S.A. pilots are entering the R.A.F.?
Reports on Canadian Air Force are of great value.
All information about number and type (pattern) of front aeroplanes [Frontflugzeuge].
Quantity, numbers and position of the echelons [Staffeln] are of great interest. Of special
importance is to get details about the current air training plan in Canada, that is to say: place
and capacity of individual schools and if possible also their numbers. According to reports
received every type of school (beginners’ – advanced – and observer school) is numbered,
beginning with 1.
115
Bijlage IV: de ‘Mikropunkt’420
420
BRATZEL, J.F. en LESLIE, B.R., ‘Pearl Harbor, Microdots, and J. Edgar Hoover’, The American Historical Review,
1982(87), 1344.
116
Bijlage V: brief J.E. Hoover421
421
BRATZEL, J.F. en LESLIE, B.R., ‘Pearl Harbor, Microdots, and J. Edgar Hoover’, The American Historical Review,
1982(87), 1346-1348.
117