HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR...

14
HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL De herinneringen van mijn moeder beginnen met de vermelding dat haar vader Martinus Johannes Korpershoek op 8 januari 1872 op de Breedeplaats in Rotterdam een smidse opent. In deze inlei- ding wil ik eerst wat vertellen over de geschiedenis van dit bedrijf. Aanvankelijk houdt Korpershoek zich bezig met het vervaardi- gen van kachels en haarden, fornuizen en brandkasten en kleine scheepsreparaties. In 1875 wordt de smederij verplaatst naar de Herderinnestraat nr. 6. De werkzaamheden krijgen steeds meer betrekking op de haven. Daar liggen de grote mogelijkheden. Kor- pershoek vervaardigt onder meer rol- en steekwagens, graan- en ertsbakken en stuwadoorsgereedschap. Men wil nóg dichter bij de haven zitten en de zaak verhuist naar de Cronjestraat nr. 6, waar zich ook de stuwadoors Thomsen, Swarttouw en Hoogewerff vestigen, van wie Korpershoek veel opdrachten krijgt. In 1917 wordt de firma M.J. Korpershoek omgezet in de NV Maatschappij tot Staal- en Ijzerbewerking voorheen M.J. Kor- pershoek. Een van M.J.'s zoons, Willem (1880-1939), wordt direc- teur. De maatschappij huurt een terrein aan de Brielselaan tussen de Stoommeelfabriek De Maas en de firma Kalker & Visser en zet er een loods op om een grote order van Defensie te kunnen uitvoe- ren, namelijk het vervaardigen van gasketeltjes. De werkplaats aan de Cronjestraat wordt enige tijd later ook verplaatst naar de Brielselaan. In 1925 verhuist de Stoommeelfabriek De Maas; op het vrijgekomen terrein bouwt Korpershoek een nieuwe fabriek. Men maakt daar nog van alles: maal- en breekmolens, jacobslad- ders, transportschroeven, loodkabelpersen. Een echte specialisatie is er niet. In 1927 verwezenlijkt Korpershoek een idee van A. Schat, die een methode heeft bedacht om reddingssloepen ook bij ruwe zee en grote slagzij te beveiligen tegen het stukslaan tegen de huid van het schip. Korpershoek ontwerpt hiervoor een zelfrem- mende lier zodat de sloep met een veilige daling het schip kan ver- 375

Transcript of HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR...

Page 1: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD

DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t

INGELEID DOOR TINE VAN BUUL

De herinneringen van mijn moeder beginnen met de vermeldingdat haar vader Martinus Johannes Korpershoek op 8 januari 1872op de Breedeplaats in Rotterdam een smidse opent. In deze inlei-ding wil ik eerst wat vertellen over de geschiedenis van dit bedrijf.

Aanvankelijk houdt Korpershoek zich bezig met het vervaardi-gen van kachels en haarden, fornuizen en brandkasten en kleinescheepsreparaties. In 1875 wordt de smederij verplaatst naar deHerderinnestraat nr. 6. De werkzaamheden krijgen steeds meerbetrekking op de haven. Daar liggen de grote mogelijkheden. Kor-pershoek vervaardigt onder meer rol- en steekwagens, graan- enertsbakken en stuwadoorsgereedschap. Men wil nóg dichter bij dehaven zitten en de zaak verhuist naar de Cronjestraat nr. 6, waarzich ook de stuwadoors Thomsen, Swarttouw en Hoogewerffvestigen, van wie Korpershoek veel opdrachten krijgt.

In 1917 wordt de firma M.J. Korpershoek omgezet in de NVMaatschappij tot Staal- en Ijzerbewerking voorheen M.J. Kor-pershoek. Een van M.J.'s zoons, Willem (1880-1939), wordt direc-teur. De maatschappij huurt een terrein aan de Brielselaan tussende Stoommeelfabriek De Maas en de firma Kalker & Visser en zeter een loods op om een grote order van Defensie te kunnen uitvoe-ren, namelijk het vervaardigen van gasketeltjes. De werkplaatsaan de Cronjestraat wordt enige tijd later ook verplaatst naar deBrielselaan. In 1925 verhuist de Stoommeelfabriek De Maas; ophet vrijgekomen terrein bouwt Korpershoek een nieuwe fabriek.Men maakt daar nog van alles: maal- en breekmolens, jacobslad-ders, transportschroeven, loodkabelpersen. Een echte specialisatieis er niet. In 1927 verwezenlijkt Korpershoek een idee van A.Schat, die een methode heeft bedacht om reddingssloepen ook bijruwe zee en grote slagzij te beveiligen tegen het stukslaan tegen dehuid van het schip. Korpershoek ontwerpt hiervoor een zelfrem-mende lier zodat de sloep met een veilige daling het schip kan ver-

375

Page 2: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

laten. Praktisch alle schepen van de Rotterdamsche Lloyd, deHolland-Amerika Lijn en vele andere scheepvaartmaatschappijenin binnen- en buitenland bestellen bij Korpershoek de zelfremmen-de lier. Terzelfder tijd krijgt Korpershoek de eerste opdracht vande Bataafsche Petroleum Maatschappij, eerst voor eenvoudigplaatwerk en vaten voor lage druk, later voor hoge- en middel-drukapparatuur en drukvaten, die steeds ingewikkelder worden.Klant worden ook de Staatsmijnen, de Hoogovens, het Gemeente-lijk Electriciteitsbedrijf, het Gemeente Gas Bedrijf, de Nederland-se Aardolie Maatschappij en Heineken's Bierbrouwerij Maat-schappij. In 1933 werkt men met zo'n 150 man. Op verzoek vande BPM ontwerpt Korpershoek in 1935 een reduceerventiel- druk-regelaar, die in staat is in één trap een druk van bijvoorbeeld vier-entwintig atmosfeer te reduceren tot één atmosfeer. Patent voor deuitvinding wordt aangevraagd en verkregen.

In 1938 wordt een nieuwe montagehal gebouwd. Korpershoekwordt ingeschakeld bij het draaien van granaten voor Defensie. Deoorlogsjaren zijn ook voor Korpershoek zeer moeilijk, maar het isgelukt het bedrijf buiten opdrachten van de Wehrmacht te hou-den. Als de Duitsers alle fabrieken langsgaan om het laatste mate-riaal en de laatste machines te vorderen, heeft men bij Korpers-hoek alle machines gedemonteerd laten onderduiken; zo kon menna de Bevrijding direct aan de slag, onder andere voor de Staats-mijnen. Men legt kilometers pijpleiding aan bij de BPM te Pernis,werkt voor Caltex, het GEB, de Oranje-Nassaumijnen, de Hoog-ovens, het research-laboratorium van Unilever in Vlaardingen.Men bouwt een complete proeffabriek in een van de gebouwen vande Technische Hogeschool te Delft en een vloeibare-luchtinstalla-tie in het Kamerlingh Onnes-laboratorium in Leiden. In 1953 moetalweer een nieuwe fabriekshal worden gebouwd omdat de appara-ten steeds groter en zwaarder worden.

Al in 1953 koppelt Korpershoek een statutair geregelde winstde-ling voor zijn werknemers aan het uit te keren dividend op de ge-wone aandelen. Er is dan bij Korpershoek ook al wat we nu eenondernemingsraad noemen, ingesteld.

In 1960 kunnen het elektrisch lassen en het autogeen brandengeautomatiseerd worden. Twee jaar later koopt men in Amerikaeen Lahr-boormachine, die in staat is automatisch langs elektroni-sche weg door numerieke besturing een bepaald gatenpatroon ineen pijpenplaat te boren. Ook in 1967 en 1968 blijft men uitbrei-den. Men vervaardigt nu apparaten met een gewicht van zesender-

376

Page 3: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

tig ton. In 1969 wordt op een buitengewone vergadering van aan-'deelhouders besloten tot het oprichten van een dochtermaatschap-pij in Brunssum: de NV Luchtkoelerfabriek Korpershoek Bruns-sum, die in 1971 geopend wordt. Er is werk voor dertig man perso-neel.

Kort na de viering van het honderdjarig bestaan gaat het mindergoed met de fabriek in Rotterdam; het dochter bedrij f overvleugeltde moeder. De fabriek krijgt het steeds moeilijker. Men doet ver-geefse pogingen om genoeg geld aan te trekken ten einde de zaakdraaiende te houden. In 1989 wordt het faillissement uitgesprokenvan Machinefabriek Korpershoek BV, van LuchtkoelerfabriekKorpershoek Brunssum en van de geassocieerde vennootschappen.Lian Beheer en Investeringsbank Liof in Maastricht nemen de acti-va over. Een klein deel van personeel en machines verhuist in 1990van Rotterdam naar Brunssum. Het bedrijf staat dan bekend alsHeat Transfer Equipment BV. In 1992 wordt ook dit bedrijf fail-liet verklaard. De activa worden overgenomen door Helpman inGroningen, die het bedrijf in Brunssum voortzet onder de naamKorpershoek-Helpman.

OverDe schrijfster van deze herinneringen, mijn moeder Maria vanBuul-Korpershoek, wordt op 14 december 1885 geboren als hetvijfde van de zes kinderen uit het huwelijk van Martinus JohannesKorpershoek (1843-1918) en Catharina Elisabeth van der Heijden(1848-1922). Na de lagere school gaat zij naar de Industrieschoolwaar zij Ida Heijermans, de bekende pedagoge en schrijfster vanvele jeugdboeken, ontmoet. Deze blijft haar, ook na haar huwe-lijk, lang opzoeken; ze brengt voor ons, vier kinderen, tijdschrif-ten mee: het meisjesblad Droom e^ fifoat/, Zo/7/7esc/z//>? en A7e£e-&oe. Wat een weelde! Na de Industrieschool werkt Maria als cor-rect rice bij het /?o//e/ï/tfmsc/j Meuwró/ai/ en schrijft zij voor hetdoor D. van Sijn & Zonen uitgegeven kinderblad /o/7ge oge/ï, yo/7-ge /zarte/2 onder de peudoniemen Tante Marie en Mej. M.K. verha-len en versjes. In 1913 trouwt zij met Willem Pieter van Buul, le-raar bouwkunde aan de Academie van Beeldende Kunsten enTechnische Wetenschappen in Rotterdam. Zij wonen lang op deSchieweg nr. 7 tegenover de houtmolen van Van Stolk, onder delandschapsschilder Theodor Koch en enige huizen voorbij de fami-lie Elffers. Later woont het gezin in de lerarenstraat, de Saftle-venstraat op nr. 9. Wanneer haar man is gestorven, trekt zij na

377

Page 4: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

enige tijd in bij haar jongste dochter in Limburg. Daar schrijft zijmij, de tweede dochter in Amsterdam, enige jeugdherinneringen.Helaas houdt haar laatste brief midden in een verhaal op. Haarzicht was toen zo slecht geworden dat schrijven niet meer ging.Wat ik van haar brieven heb ontcijferd, volgt hierna als i/eA7>me-r/>ige/2 flow AW///! y'ei/gfif. In de tekst zijn geen veranderingen aange-bracht. De smederij van haar vader speelt een belangrijke rol inhet verhaal. Gelukkig heeft zij de neergang van Korpershoek nietmeegemaakt. Zij verheugde zich op de viering van het honderdja-rig bestaan van het bedrijf in 1972, maar zij stierf kort daarvoorin 1971.

* Voor deze inleiding heb ik gebruik gemaakt van gegevens uit het boekjeTV. K. A/ac/jme/ö&r/eA: Aorpers/ioeA: 7572-7P72, verschenen ter gelegenheidvan het honderdjarig bestaan, en van inlichtingen verstrekt door WillemKorpershoek, kleinzoon van de oprichter.

HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD

Op 8 januari 1872 opent M.J. Korpershoek - Mr. Smid - zijn smid-se op de Breede Plaats in het centrum van Rotterdam. Er is eenvergunning van B. en W. Rotterdam om een 'smidshaard te mogenplaatsen tot het uitoefenen eener smederij'. Verder is er een briefover het huren van een pakhuis aan de Raamstraat, waar de smid-se zou worden gevestigd. De huur werd bedongen op f. 2,50 perweek. Al in 1875, het jaar van zijn huwelijk, wordt de smederijverplaatst naar Herderinnestraat 6. Het is een kleine ruimte metdaarachter een nog kleinere woonruimte, waar de kinderenCathrien en Henk geboren worden. Maar dan komt het café naastnummer 6 leeg en deze lokaliteit wordt bij de smederij getrokken.Dat betekent een dubbele werkruimte en boven de nu vrij grotesmederij komen kamers vrij. Het gezin trekt naar de bovenwoningen ook de vrij gevallen woonruimte wordt bij de smidse getrokken.

Vader M.J. was zeer bedreven in het openen van de vreemdstesloten. Hij bezat een grote bos sleutels en lopers met de meest uit-eenlopende baarden, die hij, te hulp geroepen, meenam. Het run-nen om werk was, als het ijs op de rivier lag, een moeilijke zaaken een harde tijd voor het gezin. Voor een huissmid was er name-lijk nadat een kachel of haard geplaatst was niet veel meer te doen.

378

Page 5: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

Als kachelsmid verzorgde Korpershoek de kachels voor de Schotseen Duitse kerk in Rotterdam. Wanneer het reparatiewerk aan deschepen uitviel, was er dus practisch niets te doen.

Vader Korpershoek was bekend als een bekwaam vakman. Er iseen oud boekje met vele getuigschriften die hiervan spreken. Hijhad zijn leertijd doorgebracht bij de Grofsmederij in Delft. Sindshij een eigen smederij bezat, had hij veel scheepsreparaties met alsvaste klant het toen nog kleine bedrijf van Thomson. M.J. voer,vergezeld van een scheepstimmermanspatroon, de grote binnenko-mende schepen tegemoet tot de Waterweg om de kapiteins te vra-gen of hij de eventuele averij mocht herstellen. Een manier omkarweien op te lopen, die blijkens de groei van de zaak heel vaaksucces had. In de familie herinnert men zich nog twee regels uit eenrijm dat voor M.J.'s zeventigste verjaardag werd gemaakt en datals volgt luidde:

'Samen met het oude baasje LundWerd het karwei hem (M.J.) vaak gegund.'

Ook M.J.'s vrouw werkte in het begin ijverig mee in het bedrijf,'s Avonds schreef zij de leien waarop de knechts werkuren en be-zigheden noteerden, over in het Tijdboek. Uit dit Tijdboek werdenlater door M.J. de rekeningen opgesteld, die moeder M.J. dan inhaar keurige handschrift uitschreef en verzond. M.J. was erg blijmet dit fraaie handschrift van zijn stukken en toen hij eens voltrots aan een kapitein vertelde: 'Mijn vrouw heeft de rekening ge-schreven', zei deze: 'Geeft niets Korpershoek, als ik het maar kanlezen'.

Rotterdam groeide en daarmee ook de havenbedrijven. De sche-pen kregen ligplaats aan de grote havens aan de overkant,Rotterdam-Zuid, en zo verhuisden de havenbedrijven mee en ookM.J. opende in zuid een (voorlopig tweede) bedrijf aan de Cron-jéstraat bij de Rijnhaven. De ruimte was zo behoorlijk dat er voorhet eerst een hoekvertrek als kantoor werd ingericht. M.J.'s zoonWillem kwam na de Mulo en Academie en enige tijd praktijk bijde 'Maatschappij Feijenoord' bij zijn vader in het bedrijf. Hij isjong, energiek, gewild bij de klanten en het bedrijf groeit verderuit. De werkruimte is bij de tijd, er zijn gasmotoren. In het boekjeWütf A'orpers/zoe/c matfAï is hierover een en ander terug te vinden.

Vader M.J. deed het inmiddels kalmer aan, maar bleef zeernauw bij de zaak betrokken. Er waren nog wel klanten voor desmidse aan de Herderinnestraat maar in 1918, toen M.J. ging ver-huizen, werd deze smederij gesloten. Inmiddels was in 1917 het

379

Page 6: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

HERDERS NE STHAAT 3 HERDER STRAAT en* ZalmhaverL.

H;v B.Arps, Oppert*^ v

55. K#5/ Af. 7. M/7 7575.

e/z7P7O.

o/? cfe / /oo^e KwM/*5c/ie m

Page 7: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

Metaalbedrijf tot verwerking van Uzer en Staal M.J. Korpershoekomgezet in een N.V. De oude M.J. bleef de eerste directeur tot hijin 1918 stierf.

In 1922 vierde men in huiselijke kring het vijftig-jarig bestaan.M.J.'s zoon Henk deed vanaf het moment dat hij van de Mulokwam de schrijverij voor de smederij (die tot dan M.J.'s vrouwhad gedaan), later de boekhouding; en in latere jaren deed hij al-leen de Hoofdboekhouding en verzorgde de Balans en Verlies- enWinstrekening.

Na het overlijden van zijn vader werd Wim directeur. De zakengingen goed tot de crisis kwam. Ook de smederij leed hieronder entelkens weer moesten mensen ontslagen worden. Op een bepaaldmoment waren er alleen nog de werkbaas Petterson en acht manpersoneel, alleen voor het geval er weer werk kwam. De vrouw vanWim vertelt zijn overwegingen: 'Moest de zaak gesloten worden?Dan zou hij zeker nooit meer open gaan. Dan nog maar evenwachten? Telkens werd besloten tot het laatste. En op een goededag werd dit wachten beloond. Er was een grote order binnenge-komen en Willem maakte zelf de begroting om te zien hoeveel hij'maximaal op de eventuele order zou kunnen verliezen'. Het ver-lies was maximaal, maar de order werd in de wacht gesleept en erwerd weer gewerkt. Er kwamen meer aanvragen, men werkte tegende allerlaagste prijzen. De verliezen konden langzamerhand steedskleiner worden en zo kwam er weer werk dat tegen kostprijs werduitgevoerd. Langzaamaan haalde men weer enigszins verlichtadem, er werd weer winst gemaakt. Er kon weer nieuw personeelworden aangetrokken. En zoon Willem sleepte zoveel orders bin-nen dat zaken als Stork, Werkspoor, Bakker Ruen probeerden eenfusie aan te gaan. Het was uiteraard verleidelijk om een zeker be-staan te hebben, maar Willem voelde toch niet voor een ambte-naarschap. Er werd geen fusie aangegaan, Korpershoek bleefzelfstandig.'

De zaken gaan weer goed, er moet worden uitgebreid, en weeruitgebreid. In 1939, na een aantal zeer zorgelijke jaren, in het be-sef dat alles weer goed gaat worden, sterft Willem aan een hartver-lamming. Broer Henk, inmiddels geheel in de zaak opgenomen,hield op zijn beurt de zaak draaiende; en hoewel hij zelf allerminsttechnisch was, had hij zoveel jaren bemoeienissen en zorgen voorde zaak gehad, dat hij het met betrouwbare hulp kan.

Vermeld dient hier nog te worden de persoonlijke hulp van defamilie Mees aan vader en zoon M.J. De familie Mees die groot

381

Page 8: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

vertrouwen toonde in de zaak en zijn leiding kreeg later van M.J.als dank een aandeel in de zaak.

Wij woonden in die heerlijke, vuile, rommelige werkstad Rotter-dam, waar slecht geklede mensen in liepen te wandelen. Welke af-brekende bijvoeglijke naamwoorden zijn er nog meer? Weet u ze,zet ze er dan bij, het kan niet erg genoeg zijn.

Ik ben er geboren en heb er tot mijn 79ste met plezier gewoonden nu ik mijn laatste dagen in het mooie Limburg woon, voel iken weet ik dat ik mijn stad nog steeds liefheb.

Wij woonden in de Herderinnestraat, aan het einde van deSchiedamse Dijk, dan kwam een kort stukje Vasteland, dwars ge-legen op de Schiedamse Dijk. Stak je het Vasteland over, een kortstukje, dan kwam je in de Herdersstraat. Het korte eindje Schie-damse Dijk, Herdersstraat, Herderinnestraat werd onderbrokendoor het water van de Zalmhaven. Aan de ene kant liepen de hui-zen, allemaal pakhuizen, door.

Aan de kant waar wij woonden, stonden acht huizen, dan waser een blinde muur, dan de hoek om, daar stonden ook wat hui-zen, een stuk straatweg, grote stenen, en dan lag er het water vande Zalmhaven, waar de beurtschippers een plaats vonden, die aan-getrokken werden door de twee graankantoren. Tegen vijf uurwerden de schippers aangenomen voor vrachten op de binnenwa-teren. Ongeveer vijfentwintig schippers stonden in clubjes te pra-ten. Wij slierden dan om deze groepjes heen, aan een stevige schip-persarm het hoekje om. Na een half uur was het vervoer geregeld,de schippers verdwenen en onze spelletjes waren uit. Maar danhadden we de vlaszolder; de deur stond altijd open, een wenteltrapging naar boven, zonder leuning, met een touw om je vast te hou-den. Wij liepen naar boven, pakten het touw en lieten ons slinge-rend zakken, ook een heerlijk spel. Verder hadden wij de zoldersvan het graanpakhuis, waar de bootwerkers werden aangenomenvoor laad- en loskarweien. Deze bootwerkers, waar de straat somsvol mee stond, waren graanbootwerkers en dat betekende zoveelals de elite onder hun soort. Het was ruw volk, maar voor ons kin-deren waren ze aardig en als de jongens mee hielpen trekken omde vrachten naar boven in het pakhuis te sjouwen, kregen ze na af-loop allemaal een cent. En dat was toen een hele schat voor eenkind, want bij de snoepvrouw op de Schiedamse Dijk kon je heelwat kopen voor je cent. Als je het winkeltje binnenging, moest je

382

Page 9: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

een trapje af en dan zag je op de tafel een grote houten doos metglazen deksel en daar lagen op schoteltjes alle heerlijkheden die jeje maar wensen kon: suikere spinnekoppen, gekleurde pepermunt-jes, zoethout, kaneel- en pepermuntstokken, toverballen en na-tuurlijk 's winters polkabrokken! Er hingen tollen en zwepen, vlie-gers, bouwkartons en er lag altijd een behoorlijke stapel prente-boekjes van 1 cent met versjes en verhaaltjes; er waren ganzebor-den en zevenzakken van 1 en 2 cent. griffels, vier voor 1 cent, to-verboekjes, waarvan je de blaadjes snel door je vingers moest latengaan zodat de plaatjes gingen bewegen en je kon zo zien hoe dedienstbode matten klopte of hoe een kleine jongen een pak op zijnbroek kreeg.

Op het Vasteland stond de Engelse kerk (Schotse kerk, red.),daaraan grensde het huis waarin een Engelse familie woonde. Be-neden was een groot pakhuis, daarboven het woonhuis. Het gezinbestond uit moeder, twee dochters en twee zoons. De moeder waseen lieve oude dame, die iets vorstelijks over zich had; de tweedochters zaten alle dagen achter het raam te borduren, Engels bor-duurwerk? Misschien was het beter dan het bier dat de twee broersverhandelden, Engels bier en volgens alle bewoners en bezoekersvan de straat zeer slecht.

Naast ons huis was een pakhuis van Brandel, de bookmaker, dieook handelde in restanten die hij kocht van Indische en Ameri-kaanse boten. Een soort vroege dumphandelaar. Behalve de voorons kinderen aangename restanten van zeekaken en cacaobonenkocht hij van mijn vader, de smid, het onbruikbare ijzer, dat zotypisch 'de hel' heette. Twee maal per jaar werd de hel verkocht.Daarvoor werd het uitgezocht en in ijzeren manden gegooid. Alleswerd gewogen, het koper apart, want dat was het meeste waard.De ochtend dat de hel werd verkocht, werd er niet gewerkt. Wasal het oude materiaal weg dan werd de smederij gelijk schoon ge-maakt. Vader zei dan tegen Brandel als grap die goed verstaanwerd: 'Nu geef je de knechts geen jodenfooi'. Maup Brandel zei:'Nee, je weet het, zij krijgen een christelijke fooi'. De opbrengstvan het oude ijzer was namelijk voor de knechten van de smederij!

De kinderen Brandel waren onze beste vrienden. Vaak heb ikhet sabbathmaal mee gegeten en het paasbrood. Lang deed ikdienst als sabbathmeisje en ontstak de lichten na zonsondergang.

Aan de andere kant van ons huis woonde de opkoper Wouters.Hij kocht alleen graan op, waar de bootwerkers mee aankwamen.Zij mochten na het lossen van het graanschip het ruim aanvegen

383

Page 10: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

en dat aanveegsel mochten ze meenemen en verkopen. De haven-politie hield het pakhuis van Wouters scherp in het oog. Somswerd er danig graan gestolen, maar zelden kon de politie Woutersbetrappen. Er kwam één bootwerker met een zak graan, die werddoor de politie meegenomen. Zodra had de politie de hielen gelichtof er kwam een kleine sleperswagen de straat binnengereden vólmet zakken graan. De deuren van Wouters pakhuis gingen wijdopen en paard, wagen en graan verdwenen achter die deuren. Af-laden, paard en wagen naar buiten, 't Was als de bliksem gebeurden voor de agenten terug waren, was de straat weer in rust.

De melkwinkel in de straat verkocht Zevenbergs roggebroodvoor de schippers; zwaar, donker brood dat lang houdbaar was.Verder hadden ze wat kruidenierswaren. Een druk schipperswin-keltje, waar de melk in twee grote koperen kannen stond. De moe-der dreef de winkel met de boerendienstbode, die de koperen kan-nen fanatiek boende. De man die tbc had, zat ondertussen stildood te gaan voor het raam.

Wij woonden, zoals verteld, boven de smederij of smidse (zoals inde oprichtingspapieren staat). Wij zijn er allen geboren, Cathrien,Henk, Willem, Jo, Marie, Martien. Wij hadden nog een broertjemaar deze is, vier jaar oud, overleden. Wij hebben een heerlijkejeugd gehad. Wij hadden ouders, die hun huis en bedrijf bij stuk-jes en beetjes hebben opgebouwd. Moeder, die op zevenjarige leef-tijd al wees was, werd grootgebracht door een welgestelde oom entante. Oom had een grote zaak in scheepsuitrustingen en een zeil-makerij. 'Oom van Andel', zoals wij zeiden, ging met zijn gezinin Amsterdam wonen, een jongen en twee meisjes, met moe erbijdus drie. Maar moe ging niet mee naar Amsterdam. Zij kwam bijeen goede vriend van oom in huis, was toen 19 of 20 jaar. Dezefamilie, Van Wageningen, bestond uit een zuster en twee broers.Zij woonden in een groot pand; het liep van de Herdersstraat totaan de Zalmhaven. Op de Zalmhaven was de hoofdingang van dewoning en in de Herdersstraat kantoor- en pakhuisingang. In hetpakhuis een azijnstokerij door de broers gedreven. Het maken enbereiden van de azijn was een geheim. Zij waren groothandelarenen zeer welgesteld, misschien wel rijk. Zij hadden behalve heteigen pand nog enige panden in de Herderinnestraat. Toen moederzich met vader verloofde, zij kenden elkaar van het tegenkomenop straat, heeft vader een groot pakhuis van Van Wageningen ge-

384

Page 11: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

. A/ar/a van Z9/2//3. Co//ec//e 7*. van

Page 12: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

huurd, het kwam juist leeg, en daar zijn smidse geplaatst. Toen zijtrouwden, had juffrouw Van Wageningen het hele huis op haarkosten ingericht. De keuken was zelfs gevuld met levensmiddelen,zij had het voor een eigen dochter niet beter kunnen doen. Voormoeder wegging, had zij nog een van de broers die ernstig ziek wasgeworden, verpleegd. Hij overleed en bij het openen van het testa-ment bleek dat hij moe f. 200,- had nagelaten, een hele som in dietijd. Met dit geld werd de smederij en de woning opgezet. Vaderbegon als Meester fornuizenmaker, kachelsmid, slotenmaker enbrandkastmaker. Hij voer met een runner, huurde een boot envoer de schepen tegemoet voor reparaties. Soms ging hij samenmet een timmerman aan boord. Zo is Bart Wilton ook begonnen.Oorspronkelijk waren zij concurrenten. Wilton zat toen in deBaan. Onze smederij groeide met de groei der havens. Er vestigdenzich stuwadoors als Thomson, Swartouw en Hogewerf. Vaderkreeg het reparatiewerk van hen; zo stonden voor de smederij rol-en steekwagen, graan- en ertsbakken, ijzermanden. Er kwam zo-veel werk dat de smederij te klein werd. Naast onze smederij kwameen herberg leeg, dit werd erbij gehuurd. Er werden machines bij-gekocht, een halfwas werd aangenomen en daarna nog een vuur-en bankwerker.

Vader was echt het hoofd van het gezin. Mijn moeder was zacht-zinnig en had een goed verstand. Zij deed sedert haar trouwen va-ders boekhouding. Zij deed dit werk 's avonds laat en dikwijls 'snachts. Daardoor ontbrak zij vaak aan het ontbijt. Het dienst-meisje zette de tafel klaar en ik sneed het brood voor allen. Iedersmeerde zelf. Ik zorgde ook voor het ontbijt van het meisje. Deknechts kregen om negen uur thee. Dan aten zij een boterham enhadden een half uur schafttijd. Zij begonnen 's morgens om zesuur en werkten tot 's avonds acht. Om elf uur kregen ze een kopkoffie. Om twaalf precies gingen ze naar huis om te eten tot tweeuur. Om vier uur kregen ze thee en om zes uur koffie waarbij zeweer brood aten.

Vader las na het maal een hoofdstuk uit de bijbel, voor het etensprak hij een gebed en na het eten dankte hij uitvoerig. Het warengeen vaste gebeden, maar het was wat bij hem opkwam. Van kleinaf hadden wij kinderen geleerd stil te zitten en te luisteren. Hetdienstmeisje at mee aan tafel en luisterde dus ook.

Toen mijn verloofde voor het eerst mee at, zei hij eens tegenmij: 'Wat las je vader een gek stuk uit de bijbel', waarop ik vroeg:'Wat las hij dan? Ik zat er wel bij maar ik heb er geen woord van

386

Page 13: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

gehoord. Ik hoor alleen als de stem ophoudt te praten.' Hij geloof-de mij niet, tot hij na een halfjaar zei: 'Je hebt gelijk, ik hoor hetook niet meer', 's Zondags las vader extra lang. Omdat wij, oudergeworden, niet meer naar de kerk gingen, hield hij thuis kerk. Wijzijn altijd rustig blijven zitten wachten tot hij klaar was. Moe wasniet sterk en viel tijdens het lange lezen vaak in slaap. Op zondag-avonden later las broer Jo vaak voor uit de toen opkomendeschrijvers, Heijermans, Borel, Maetherlinck, Israel Querido, Rob-bers, De Meester, De Balzac, Zola. Mijn ouders luisterden mee enals Jo geen aanstalten maakte, dan zei vader: ' Jo, lees je vanavondniet?'

Wij hadden een heerlijke jeugd. Het spelen op straat, het lopenlangs de havens, de in- en uitgaande boten, het fluiten van de sche-pen bij uitvaren en binnenkomen, het lossen en laden, het afblazenvan de stoom, de sleperswagens met een of meer sleperspaardenervoor, grote forse beesten. De open rijtuigen en gesloten koetsjes,handkarren. Een opstootje, een ongeluk, een vechtpartij. Wat waser veel te zien en wat viel er veel te beleven. Voor ons kinderen waselke dag een nieuw avontuur. Zondag was het stil, er heerste eensaaie rust. De kerkklokken galmden over de stad, mensen zaten opterrassen, de hoefslag van een paard tot laat in de nacht. Om vijfuur 's morgens weer de eerste geluiden van de vroege winkeliers dienaar de markt en de veiling gingen. Nu ben ik afgedwaald, ik wildeschrijven over ons gezin, maar de sfeer van de stad is mede zeerbepalend geweest. En Rotterdam is nu eenmaal een werkstad meteen heel eigen sfeer, 's Winters tussen licht en donker gingen wenaar de smederij. Vanwege de kou waren dan de deuren toe, maarvoor de ramen zag je het vuur; het gloeiende ijzer dat met een tanguit het vuur werd gehaald, werd geklopt met de grote voornamer,in het goede model geslagen. De vonken vlogen er van af. We ston-den er vaak naar te kijken.

Toen wij klein waren, las moeder vaak voor, of zei versjes voorons op. Ze kende er een massa uit het hoofd. Toen ik een jaar oftien was, liet ze mij voorlezen en ging zelf de steekjes aan de wasdoen. Zo heb ik elke dag wel haast gelezen tot ik een jaar of der-tien, veertien was en te veel huiswerk kreeg. In huis waren veelboeken. Wij waren toen de enige in de familie met een boekenkast,een kast met glazen deuren. Hoe groter wij werden, hoe meer boe-ken er kwamen.

Uit de smederij kregen wij bakjes als een cent zo groot; dezekwamen uit de boormachine. Wij deden er een steekspel mee, een

387

Page 14: HERINNERINGEN AAN MIJN JEUGD - Rotterdamrjb.x-cago.com/GARJB/1996/12/19961231/GARJB... · DOOR MARIA VAN BUUL-KORPERSHOEK t INGELEID DOOR TINE VAN BUUL ... de Stoommeelfabriek De

spel dat niet meer bestaat en in mijn tijd ook niet ieder kind kende.Er werd een streep op straat gezet met krijt, op een afstand vandrie a vier meter kwam weer een streep. De eerste streep was devertrekplaats. Je legde je blikje neer op die vertrekstreep en sloeger met een riem op. Als je dat goed deed, vloog het blikje een aar-dig end weg. Sloeg je mis dan was de volgende aan de beurt, 't Wasde kunst om met de minste slagen aan de andere streep te komen.Wie won, mocht de blikjes van de medespelers hebben.

388