HERHALING · X De kleding wordt gemaakt in landen waar men de werknemers veel te weinig betaalt. O...
51
vijfde leerjaar Deze bundel is van: ______________________________________ HERHALING WERELDORIENTATIE
Transcript of HERHALING · X De kleding wordt gemaakt in landen waar men de werknemers veel te weinig betaalt. O...
vijfde leerjaar
Deze bundel is van: ______________________________________
HERHALING WERELDORIENTATIE
Vijfde leerjaar 2
MAATSCHAPPIJ
Beroepen
1 Kevin De Bruyne verdient bijna 320 000 euro per week. Dat is ongeveer
de prijs van een huis. Sommige mensen hebben hier kritiek op omdat…
O ze vinden dat geld niet gelukkig maakt.
O ze ook goed kunnen voetballen.
X ze vinden dat sommige mensen te veel verdienen terwijl anderen met
weinig geld moeten rondkomen.
O ze vinden dat zo een knappe voetballer nog veel meer moet verdienen.
2 Alle beroepen staan open voor mannen en vrouwen. Toch zijn er in sommige beroepen meer mannen
dan vrouwen en omgekeerd. Kan je 2 beroepen opsommen typisch voor vrouwen en 2 typisch voor
mannen?
mannen vrouwen
Loodgieter Verpleegster
Architect poetsvrouw
3 In de klas vertelde Jan dat hij twee mama’s, twee papa’s en 8 grootouders heeft. Leg dit uit.
Zijn ouders zijn gescheiden._______________________________________________________
______________________________________________________________________________
Regels en afspraken
4 Wie controleert?
Tijdens de speeltijd
mag er niemand in de
klas.
Leerkracht Drankblikjes mag je
niet bij het metaal
gooien.
In het bos mag je geen
bloemen plukken.
Boswachter Als je in het donker
rijdt, moet het licht van
je fiets branden.
Politie
In de auto is iedereen
verplicht een gordel te
dragen.
Politie In het voetbal mag
alleen de doelman de
bal met de hand
spelen.
Scheidsrechter
Vijfde leerjaar 3
Na de maaltijd moeten
Tom en Joke altijd de
tafel opruimen thuis.
ouders Oversteken moet op
het zebrapad
gebeuren.
politie
De boeken moeten
binnen drie weken
terug.
bibliothecaris Het licht moet uit als je
je kamer uitgaat.
ouders
Geld
5 Op welke manieren kunnen we betalen? Noem 3 manieren.
- cash
- bankkaart
- online
6 De kostprijs van een product hangt van veel zaken af. Duid aan met fluo waarover we het hebben, kies
telkens uit: grondstof – productie – vervoer – reclame – omstandigheden – winst.
Rozen zijn dure bloemen geworden. Die worden nu vaak gekweekt in Afrikaanse landen. Die worden daar geplukt en met het vliegtuig naar hier gebracht.
Parfum heeft niemand echt nodig. Je moet dus de mensen echt overtuigen van wel. Je moet hen ook overtuigen dat jouw geurtje het beste is. Daarvoor moet je mooie foto’s tonen in dure tijdschriften, filmpjes voor de bioscoop …
grondstof - productie - vervoer - reclame - omstandigheden - winst
grondstof - productie - vervoer - reclame - omstandigheden - winst
De topkok maakt deze maand gerechten met truffels. Dat zijn heel dure paddenstoelen. Zijn gerechten zijn dan ook niet goedkoop.
De eerste asperges van het jaar zijn duur. Wanneer de oogst volop aan de gang is, kan iedereen asperges betalen.
Vijfde leerjaar 4
grondstof - productie - vervoer - reclame - omstandigheden - winst
grondstof - productie - vervoer - reclame - omstandigheden - winst
Een krant kost ongeveer een euro. Dat kan goedkoper, maar de uitgever wil graag nog iets over hebben als alle kosten betaald zijn.
Een auto maken is een ingewikkelde job. Duizenden onderdelen moeten in elkaar gezet worden. Dat vraagt de inspanning van heel wat goedgeschoolde arbeiders.
grondstof - productie - vervoer - reclame - omstandigheden - winst
grondstof - productie - vervoer - reclame - omstandigheden - winst
7 Waarom zijn de aardbeien duurder?
Het oogstseizoen van aardbeien is in de zomer. Het aanbod is groter, daarom kunnen ze goedkoper
aangeboden worden.
Hoogstraeten
4 juli
1,5 euro
voor een bakje
Hoogstraeten
4 december
3,5 euro
voor een bakje
Vijfde leerjaar 5
Diensten
8 Vul de tekst aan. Kies uit: beslissingen - gemeentehuis – schepenen - zes – diensten -
burgemeester – gemeentebestuur – inwoners – onderwijs - taken
Wie is de baas in Middelkerke? De burgemeester misschien? Of de schepenen? Of de gemeenteraad?
Het is allemaal een beetje waar. Maar eigenlijk zijn de inwoners van Middelkerke de baas. Want elke 6
jaar worden de mensen die de gemeente besturen, gekozen. Door de inwoners van Middelkerke!
De gemeente wordt bestuurd door het gemeentebestuur Dit bestuur bestaat uit de gemeenteraad, het
schepencollege en de burgemeester.
De burgemeester vergadert samen met de schepenen en de leden van de gemeenteraad in het gemeentehuis. Samen beslissen ze wat er in de gemeente moet gebeuren. Zo willen ze alles goed
laten verlopen.
De burgemeester staat aan het hoofd van de gemeente.
De schepenen helpen de burgemeester. Zo is er bijvoorbeeld een schepen voor jeugd, sport,
leefmilieu, geldzaken, toerisme, onderwijs, cultuur … De schepenen zorgen ervoor dat de
beslissingen van de gemeenteraad ook goed uitgevoerd worden. Het college van burgemeester en
schepenen zorgt voor het dagelijks bestuur van de gemeente.
De gemeente heeft allerlei taken. die belangrijk zijn voor de mensen die in de gemeente wonen. De
beslissingen van de gemeente voelen wij dan ook direct: de jeugdclub krijgt een nieuw lokaal, zone 30
wordt ingevoerd, de burgemeester verbiedt een fuif, in de hoofdstraat komen parkeermeters…
Vijfde leerjaar 6
De gemeente besturen vraagt veel werk. Dat kunnen de burgemeester en de schepenen niet alleen.
Daarom hebben ze een heleboel helpers. Die werken voor de gemeente. Dat gebeurt in verschillende
diensten die tegemoet komen aan de behoeften van de
bevolking. Heb je een vraag of een probleem? Dan kun je bij een
van die diensten aankloppen.
9 Bij welke dienst moet je zijn?
Kies uit: jeugddienst – onderwijs – burgerlijke stand – sportdienst
– welzijn en preventie
Burgerlijke
stand
Je hebt een
nieuwe
identiteitskaart
nodig.
Welzijn en
preventie
Je wil een
geval van
dierenmishan-
deling melden.
onderwijs
Je wil weten
welke scholen
er in
Middelkerke
zijn.
jeugddienst
Wil je in de
vakantie naar
het speelplein?
Even vragen of
het nog kan.
sportdienst
Je wil weten of
er een
basketbalclub is
in Middelkerke.
Vijfde leerjaar 7
Rijk en arm
10 Rijk en arm in Rio. In Brazilië is er een groot meningsverschil tussen de
mensen die in de sloppenwijken wonen en de politici. De bewoners van de
sloppenwijken protesteerden tegen de Olympische Spelen omdat…
O het te druk wordt in hun stad
X de Spelen te veel kosten waardoor er geen geld is voor de armen
O zij niet van sport houden
O de Spelen vervuilend zijn.
Reclame
11 Commerciële tv-zenders onderbreken hun programma’s voor reclame. Soms tonen ze daarin
fragmenten uit de nieuwste films. Waarom doen ze dit?
Om naar de bioscoop te gaan.__________________________________________________________
__________________________________________________________________________________
12 Het bedrijf IKEA vroeg aan Walter Van Beirendonck om een nieuwe collectie te ontwerpen omdat…
O ze fan zijn van Walter Van Beirendonck.
X ze zo hopen om meer te verkopen.
O de collectie van Van Beirendonck heel kleurrijk is.
Walter Van Beirendonck, modeontwerper?
De Zweedse meubelketen Ikea lanceerde op 1 juni 2016 een zestigtal huishoudelijke producten die
door Van Beirendonck werden voorzien van een nieuw design. Het gaat om bedlinnen, opbergdozen,
onderleggers en porseleinen serviezen bezaaid met kleurrijke figuurtjes. Dit zijn personages die in de
wolken wonen en uit zijn zelfgeschreven sprookje ‘Wondermooi’ komen. De collectie heet Glölande,
Zweeds voor ‘gloeiend’.
Vijfde leerjaar 8
Cultuur
13 Nieuwjaar wordt in de hele wereld gevierd:
- In België lezen kinderen nieuwjaarswensen voor.
- In China genieten de kinderen van drakendansen.
- In Spanje eten de kinderen om middernacht één druif per klokslag.
De manier waarop mensen Nieuwjaar vieren wordt bepaald door:
O het staatshoofd
X de gewoonten van het volk
O de wetten van het land
O de kalender
14 Sara, Rahid, Bas en Nora krijgen van de leraar de opdracht om samen een kunstenaar te interviewen.
Hoe gaan ze best te werk?
O Bas en Rahid voeren samen de opdracht uit.
O Sara zegt aan de anderen wat ze moeten doen.
X Ze verdelen de taken en doen elk hun deel.
O Nora doet al het werk want ze kan goed interviewen.
15 Bij de geboorte van een baby geeft men soms doopsuiker, maar in Nederland krijg je beschuit met
muisjes en nog ergens anders slacht men een dier om het tijdens een
geboortefeest op te eten.
Door wie of wat wordt dit bepaald?
O Sommige mensen lusten geen doopsuiker en kiezen iets anders.
O De wet schrijft voor wat je mag geven.
X Het is een traditie die voor iedereen anders is.
O De grootouders kiezen wat er gegeven wordt.
Vijfde leerjaar 9
Anders zijn
16 Laurent wil gaan winkelen. Hij zit in een rolstoel. Hij gebruikt de app ‘On Wheels’.
Wat zou de belangrijkste reden kunnen zijn om deze app te ontwikkelen?
X Ze willen dat rolstoelgebruikers vlotter kunnen deelnemen aan het dagelijks leven.
O De koning heeft gevraagd dit te ontwikkelen.
O Er gebeurden teveel ongelukken met rolstoelen.
O Ze hadden medelijden met mensen met een beperking.
Conflict
17 In ons land gaan mensen meestal niet akkoord met de beslissing om fabrieken te
sluiten. Hoe kunnen ze dit op een geweldloze manier laten zien?
O Door op reis te gaan.
X Door te staken.
O Door te veranderen van werk.
Vijfde leerjaar 10
Staatshuishoudkunde
18 Kleur de Vlaamse Gemeenschap op de kaart in het geel en vul de tekst in.
Alle Nederlandstaligen vormen de Vlaamse Gemeenschap.
Alle Franstaligen vormen de Franse Gemeenschap.
Alle Duitstaligen vormen de Duitstalige Gemeenschap.
19 Waar of niet waar?
In België zijn er 2 officiële talen:
O waar X niet waar
De mensen die in Brussel wonen horen tot de Franse Gemeenschap:
O waar X niet waar
20 Verbind de krantenkop met wie verantwoordelijk is voor deze taak.
Minister van onderwijs plant de bouw van 100 nieuwe scholen. O O De gemeente
O De provincie
O De Vlaamse regering
Nieuw speelplein geopend in de Dossestraat. O O De koning
Vijfde leerjaar 11
Rechten en plichten
21 In onze stad is er een nieuwe kledingzaak geopend. Ze verkopen daar leuke en vooral heel goedkope
spulletjes. Mama heeft ons nochtans verzekerd er nooit te willen winkelen omdat deze winkel de
rechten van de mens en van het kind niet respecteert. Wat bedoelt mama hiermee? Duid twee juiste
antwoorden aan.
X De kleding wordt gemaakt in landen waar men de werknemers veel te weinig betaalt.
O Mama vindt de kleding nog te duur.
O Ze vindt de kleren niet mooi genoeg.
X De kleren zijn gemaakt door kinderen.
O Mama vindt het te druk in de winkel.
22 Eind 2016 kwamen veel minderjarigen uit Syrië aan in ons land. In Aleppo waar ze leefden, werden er
verschillende kinderrechten geschonden. Welk kinderrecht past het best bij deze situatie?
X Geen enkel kind mag slachtoffer worden van oorlog en geweld.
O Kinderen mogen hun eigen geloof hebben.
O Ieder kind heeft recht om te spelen.
O Ieder kind heeft recht op genoeg en gezond eten.
Vijfde leerjaar 12
MENS
Sociale vaardigheden
23 Je koopt een nieuwe broek. Je vindt ze heel mooi. Mijn vriendin zegt dat het een lelijke broek is.
Welke houding toont het best dat je veel zelfvertrouwen hebt?
X Ik vertel waarom ik ze wel mooi vind.
O Ik draag de broek nooit meer.
O Ik wissel mijn broek in de winkel.
O Ik vraag aan andere vriendinnen of ze mijn broek mooi vinden.
Vijfde leerjaar 13
NATUUR
Algemene vaardigheden
24 Ik wil meer te weten komen over de ademhaling bij de mens. Duid twee bronnen aan waar je hierover
meer informatie kan vinden.
O boek: ‘Het Amazonewoud, de groene long.’
O boek: ‘De geschiedenis van de mens’
X boek: ‘Ons lichaam, een wonder’
O boekje: ‘Spreekwoorden over ons lichaam’
X internet: ‘Wikipedia’
Ecosystemen: aangepast aan de omgeving
25 Jo en Jeroen kijken naar het web van een spin. Jo zegt: ‘Kijk, de
spin doet een winterslaap.’ Jeroen zegt: ‘Volgens mij wacht ze op
een prooi.’ Wie heeft gelijk?
O Jo heeft gelijk.
X Jeroen heeft gelijk.
O Ze hebben allebei gelijk.
O Geen van de beiden heeft gelijk.
26 Verbind elke vogel met zijn voedsel.
O O O O
O O O O
zaden en insecten muizen groene kikkers waterplanten
Vijfde leerjaar 14
Ecosystemen: eten en gegeten worden
27 Bekijk deze prent aandachtig. Wat gebeurt er het eerst jaar nadat de mens alle vossen in deze biotoop
gedood heeft? Kruis het juiste antwoord aan. De pijl betekent ‘…wordt gegeten door….’.
O In dat jaar zullen er geen muizen meer zijn.
O Er zullen waarschijnlijk meer zaden en bessen zijn.
O In dat jaar zullen er minder konijnen zijn.
X Omdat er meer vogels zijn worden meer bessen opgegeten.
Ecosystemen: invloed van de mens
28 Kleur wat juist is:
Het broeikaseffect is een natuurlijk verschijnsel.
Zonder broeikaseffect is er geen leven op aarde mogelijk.
X Het broeikaseffect werkt als de ruiten van een serre.
X Gassen houden de zonnewarmte vast.
X Er komen te veel gassen in de atmosfeer. Daardoor wordt het effect
versterkt.
Vijfde leerjaar 15
29 Waar of niet waar, geef mondeling wat uitleg indien niet waar:
Het bekendste broeikasgas is CO2 (koolstofdioxide): het komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen. X waar O niet waar De laatste jaren komen er steeds minder broeikasgassen in de atmosfeer terecht. O waar X niet waar We kunnen de klimaatverandering niet stoppen, we kunnen wel de gevolgen ervan beperken. X waar O niet waar
Organismen: kenmerken
30 Schrijf de nummers van de dieren in de juiste kolom. Vertel waarom ze in die kolom horen.
1) krab
2) tijger
3) mier
4) slak
5) walvis
6) kikker
7) pinguïn
8) haai
9) krokodil
10) slang
11) mossel
12) goudvis
Gewervelde dieren ( met botten )
Vogels Vissen Zoogdieren Reptielen met
een schild Reptielen met
schubben amfibieën
pinguïn Haai, goudvis Tijger, walvis Slang, krokodil Kikker
Ongewervelde dieren ( zonder botten )
Spinachtigen Schaaldieren Insecten/veelpotigen Weekdieren
krab mier Slak, mossel
Vijfde leerjaar 16
31 Onderstaande dieren leven hoofdzakelijk in het water. Toch verschillen ze van elkaar. Schrijf elk dier
in de juiste kolom. (Opgelet: één kolom blijft leeg)
pinguïn – salamander – krokodil –dolfijn – walvis
REPTIEL VIS VOGEL AMFIBIE ZOOGDIER
krokodil
pinguïn salamander Dolfijn
Walvis
Organismen: levensfuncties (delen en werking)
32 Marijke is verliefd op Pieter. Ze bloost er helemaal van. Als je bloost, dan krijg je een rode kleur in je
gezicht. Hoe verklaar je dit?
O Je huid wordt dunner.
O Je bloed wordt roder.
X Je bloedvaten zetten uit.
O Je pezen zetten uit.
33 Welke zijn de zintuigen van de mens en hun functie?
Horen: oren
Zien: ogen
Ruiken: neus
Proeven: tong
Voelen: huid, handen
34 Wanneer je je prikt aan een scherp voorwerp, trek je automatisch je hand terug. Dat komt doordat er…
O spieren in je vingertoppen zitten.
X zenuwen in je vingertoppen zitten.
O botjes in je vingertoppen zitten.
O adertjes door je vingertoppen lopen.
Vijfde leerjaar 17
35 Deze prent illustreert onze ademhaling. Schrijf in een paar zinnen hoe
dit precies werkt. Gebruik zeker de woorden: longen, bloedsomloop,
zuurstof, koolstofdioxide, inademen en uitademen, neus en mond,
luchtpijp.
We ademen lucht in via onze neus of mond. Dit gaat via de luchtpijp naar onze longen. Deze longen
halen de zuurstof uit de lucht en transporteren dit naar de bloedsomloop. De koolstofdioxide wordt door
de longen uit ons bloed gehaald en dit ademen we weer uit.
36 Zet de juiste woorden bij de delen van de spijsvertering.
dikke darm – lever – mond – slokdarm – dunne darm – endeldarm – maag.
1 Mond
2 Slokdarm
3 Maag
4 Lever
5 Dunne darm
6 Dikke darm
7 Endeldarm
37 Zet de juiste woorden bij de delen van de bloedsomloop.
long – linkerkamer – aorta – rechterkamer -ader – longader.
1 Linkerkamer
2 Aorta
3 Ader
4 Rechterkamer
5 Long
6 Longader
Vijfde leerjaar 18
38 Spieren, duid aan wat juist is. Denk goed na!
X Spieren geven, samen met de botten en gewrichten, stevigheid en vorm aan ons lichaam.
Ons lichaam telt zo’n 100 spieren. Onze spieren zitten meestal vastgehecht aan ons skelet. Ze zijn rood van kleur.
X Spieren zetten ons lichaam in beweging. Ze zorgen ervoor dat we kunnen springen, dansen of met onze ogen knipperen.
Alle spieren samen vormen ongeveer 10 % van ons lichaamsgewicht.
Alle spieren doen hun werk zonder dat je erover moet nadenken. Ze werken automatisch.
Vaak werken twee spieren samen.
39 Ons skelet of geraamte heeft drie taken, invultekst: (kies uit: organen – ribbenkast – bewegen- geraamte- beenderen – kraakbeen- 206)
Ons lichaam is opgebouwd rond een skelet of geraamte We hebben
206 botten. Wanneer die beenderen ons niet zouden ondersteunen, zouden
we als een pudding in elkaar zakken. De beenderen geven vorm aan ons lichaam. Spieren, pezen en gewrichten houden de beenderen. bij elkaar en zorgen
ervoor dat we kunnen bewegen. De pezen en spieren zijn vastgehecht
aan de beenderen. Ons geraamte is de kapstok waaraan de spieren en pezen zijn
vastgemaakt. De uiteinden van beenderen passen in elkaar. Die uiteinden zijn bedekt
met kraakbeen . Dat zorgt voor een glad en veerkrachtig oppervlak.
Zo worden botten niet beschadigd wanneer we bewegen.
Een derde belangrijke functie van onze beenderen is het beschermen van onze organen. Zo zitten achter de ribbenkast de belangrijkste organen veilig verborgen.
Vijfde leerjaar 19
40 ‘Optische illusie’, soms ontdek je beelden die anders zijn dan ze eruit zien. Wat zorgt er voor dat
beelden van je ogen tot in je hersenen geraken?
X zenuwen
O spieren
O pezen
O aders
Organismen: voortplanting
41 Deze zwam….
O legt eitjes.
X plant zich voort met sporen.
O laat zaden vallen op de bodem.
O laat zaden meedrijven met de wind.
42 Zet de ontwikkelingsfasen van de vlinder in de juiste volgorde.
Vlinder – eitje – pop - rups
___________eitje______
____________vlinder_____ _____pop_____________
_______rups__________
Vijfde leerjaar 20
43 Op welke verschillende manieren planten deze organismen zich voort? (paren-eitjes)
………eitjes ……………………paren……………………
Natuurlijke verschijnselen
44 Kringloop van het water. Zet de zinnen in de goede volgorde, nummer van 1 tot 4.
2 Deze waterdamp stijgt op en vormt wolken. Deze worden door de wind meegevoerd.
1 Door warmte gaat water verdampen.
3 Als het kouder wordt gaan de waterdeeltjes samenhangen en vallen naar beneden onder
de vorm: regen, sneeuw of hagel.
4 Dit stroomt via rivieren en beken naar de zee of sijpelt in de grond en wordt grondwater.
1
2 3
4
Vijfde leerjaar 21
45 Sien tekent een huis op de ruit. Wat zit er op de ruit wanneer die is aangedampt?
O rookdeeltjes
X waterdruppeltjes
O zoutkorreltjes
O zuurstof
46 Aggregatietoestanden, vul in, kies uit:
stollen- verdampen – rijpen – condenseren – sublimeren – smelten.
Vijfde leerjaar 22
De ruimte
47 Wat zie je op deze afbeelding?
O de seizoenen
O een zonsverduistering
X het ritme van dag en nacht
O een maansverduistering
48 Duid aan wat juist is:
X De maan draait in ongeveer een maand rond de aarde.
O De maan draait in een dag rond de aarde.
O De aarde draait in een maand rond de zon.
O De zon draait in een maand rond de aarde.
Weer en klimaat
49 Noteer bij iedere foto de windkracht, uitgedrukt in Beaufort.
____ 0 Beaufort __________10 Beaufort
Vijfde leerjaar 23
_________9 Beaufort __________12 Beaufort
50 Bij welke dag past deze weerkaart het best?
X 1 februari
O 1 mei
O 1 juli
O 1 september
51 Hieronder zie je het klimatogram van Kleine-Brogel (België)
N= neerslag T= temperatuur
Kies uit: polair – gematigd – tropisch – subtropisch
Deze stad heeft een gematigd (zeeklimaat)klimaat.
Vijfde leerjaar 24
Welke twee kenmerken van een klimaat lees je af op dit klimatogram?
X temperatuur
X neerslag
O windrichting
O windkracht
52 Vul in:
1 noord 5 noordoost
2 oost 6 zuidoost
3 zuid 7 zuidwest
4 west 8 noordwest
De zon komt op in het O___________, staat ’s middags in het Z_________ en gaat onder in het W________.
De zon staat nooit in het ____________.
Voeding, beweging, welbevinden, hygiëne en veiligheid.
53 Voedingsdriehoek, even oefenen: kun jij de voedingsmiddelen op de juiste plaats in de
voedingsdriehoek plaatsen?
Melk – water – bruin brood – gekookt ei – smeerboter – kaas – choco – confituur – croissant – fruitsap;
Vijfde leerjaar 25
water
bruin brood,
fruitsap
kaas, melk, ei
smeerboter choco, confituur
croissant
54 Er is schade (aan je lichaam) die je kunt voorkomen. Vul + in als het goed is….
Ik ga in de schaduw zitten en gebruik zonnebrandcrème. +
Ik poets mijn tanden minstens 2 keer per dag. +
Ik ga dicht bij de tv zitten.
Ik zet mij lekker in de volle zon en gebruik matig zonnebrandcrème.
Ik ga op grote afstand van de tv zitten. +
Ik poets mijn tanden ’s avonds om de 2 dagen.
Ik draag mijn schooltas met 1 hand naar huis.
Ik draag mijn schooltas op mijn rug naar huis. +
Vijfde leerjaar 26
Risicogedrag
55 Zijn dit goede gewoonten of niet? Zet een + bij de prent als dit goed is.
Vijfde leerjaar 27
56 Welke informatie staat er op de verpakking van Mars? Vul het juiste cijfer in.
1. een lijst met ingrediënten
2. houdbaarheidsdatum
3. nettogewicht
4. voorschriften voor bewaring en gebruik
5. de voedingswaarde
6. GDA of dagelijkse voedingsrichtlijn
7. andere
Vijfde leerjaar 28
57 Alles wat leeft heeft water nodig, wij dus ook. Hoeveel glazen water drink je
best per dag?
X 7
O 4
O 15
58 Fruit is niet alleen lekker, het is ook supergezond. Hoeveel stukken fruit eet je best per dag?
O 10
O 5
X 3
Hulp inroepen / bieden
59 Wat moet je onmiddellijk doen als je neus bloedt? Duid aan.
X rechtop zitten en je neusvleugels dichtknijpen
O onmiddellijk snuiten om het bloed te verwijderen
O watten of een kompres in het neusgat stoppen
60 Wat moet je doen bij een brandwonde?
O ijs op de brandwonde houden
X afkoelen met stromend koud/lauw water
O de brandwonde afdekken
Milieu
61 Duid de twee meest milieuvriendelijke manieren aan om groene stroom op te wekken.
O steenkoolcentrale
X windmolens
O kerncentrale
X zonnepanelen
O stookoliecentrale
62 Geef een voorbeeld wat we kunnen doen om de luchtvervuiling te beperken?
Meer met de fiets rijden.
Vijfde leerjaar 29
63 Een kunstenaar wil een auto knutselen met weggeworpen voorwerpen. Welk materiaal zal de
kunstenaar vooral gebruiken?
O papier en karton
O GFT
O KGA
X PMD
64 Het inktpatroon van de printer is leeg. De juf gooit het patroon…
O bij het restafval.
X bij het klein gevaarlijk afval (KGA).
O in de papiermand.
O in de zak voor plastic, metalen en drankkartons (PMD).
Vijfde leerjaar 30
RUIMTE
65 Verbind de foto’s met de juiste soort omgeving.
O O stedelijke omgeving
O O landelijke omgeving
O O industriële omgeving
O O toeristische omgeving
66 Geef de naam van de provincies en hun hoofdplaatsen.
1 Antwerpen Antwerpen
2 Limburg Hasselt
3 Oost-Vlaanderen Gent
4 Vlaams-Brabant Leuven
5 West-Vlaanderen Brugge
6 Waals-Brabant Waver
7 Henegouwen Bergen
8 Luik Luik
9 Luxemburg Aarlen
10 Namen Namen
Vijfde leerjaar 31
67 Vul in voor jezelf:
Ik woon in de gemeente Middelkerke
Die gemeente ligt in de provincie West-Vlaanderen
Die provincie ligt in het Vlaams gewest.
Dit gewest ligt in het land België.
68 Schrijf de nummers op de kaart waar de volgende Europese hoofdsteden liggen.1 Londen, 2 Rome,
3 Brussel, 4 Parijs en 5 Amsterdam. ( Je mag je atlas gebruiken)
5
1
3
4
2
Vijfde leerjaar 32
69 Marthe en Thomas plannen een ritje met de fiets. Ze willen het openluchtmuseum in Bokrijk bezoeken.
Ze starten en eindigen bij knooppunt 72. Langs welke vijf verschillende knooppunten rijden ze nog?
72 → ……71…….→……92.……→ ………91..→ ………98…→……82…….→72
70 Lina gaat met haar ouders op vakantie naar de provincie Luxemburg. Ze logeren in het dorpje Barvaux.
Dat is een deelgemeente van Durbuy. In de tabel hieronder vind je het aantal inwoners en de
oppervlakte van Barvaux, Durbuy, de provincie Luxemburg en België. Welke gegevens horen bij
Barvaux?
AANTAL INWONERS (01/01/2014) Oppervlakte (afgerond)
O 11 282 156 km²
O 276 846 4 440 km²
X 3 142 135 km²
O 10 449 361 30 528 km²
Vijfde leerjaar 33
71 Tante Ilse en oom Bart sturen een vakantiekaartje. In welke streek van België zijn ze op vakantie?
X de Ardennen O de Kuststreek
O de Kempen O de Polders
72 Schelde, Maas en Ijzer stromen door ons land. Eén van deze rivieren vormt voor een deel de
natuurlijke grens met een buurland. Welke rivier en welk buurland? (Je mag je atlas gebruiken)
…………Maas………………………………. …………………Frankrijk……………………..
73 Welk Europees land is dit? (Je mag je atlas gebruiken)
………Griekenland……………………………………………….
74 Myriam en Jarne plannen een fietstocht. Ze gebruiken een
fietskaart van de streek. De schaal van de kaart is 1: 50 000.
Hoeveel kilometer is de fietstocht als de afstand van de route op
de kaart 50 cm is?
…………………………………25………………..km
km 100m 10m m dm cm mm
Vijfde leerjaar 34
75 Joppe vertrekt voor een fietstocht vanuit Nieuwvliet. In welke richting fiets hij om naar Breskens te
fietsen?
O in zuidwestelijke richting
O in noordwestelijke richting
x in noordoostelijke richting
O in zuidoostelijke richting
76 Welk werelddeel zie je op deze globe?
…………………Afrika………………………………..
Vijfde leerjaar 35
77 Bereken de afstand in vogelvlucht tussen Wenduine en Zeebrugge.
Schaal: 1:700 000
De afstand bedraagt….
O 4 kilometer
X 14 kilometer
O140 kilometer
O 300 kilometer
78 In welke richting rijden de wielrenners in de wielerwedstrijd Parijs – Nice? (Je mag je atlas gebruiken)
Nice ligt ten zuiden……………………………… van Parijs.
Vijfde leerjaar 36
TECHNIEK
Techniek begrijpen
79 Hoe komt het dat de hedendaagse skateboards veel sneller gaan dan 50 jaar geleden?
Men beschikt nu over…
O geschikt hout voor de plank.
O betere valhelmen.
O metaal om de lagers te maken.
X de juiste kunststof voor wielen.
80 Rangschik de volgende uitvindingen van oud naar nieuw: de oudste is 1, de modernste 5.
__4__
___2__ ___5___
___3___ __1____
Vijfde leerjaar 37
81 In de figuur hieronder zie je een reeks tandwielen. De richting waarin het eerst tandwiel draait, is
aangeduid. Teken de pijlen in welke richting de twee kleinste tandwielen draaien.
82 Kleur het bolletje van de tekening waar het lampje zal branden.
X
o
Techniek gebruiken / hanteren
Vijfde leerjaar 38
83 Koen wil een fototoestel kopen. Zijn foto’s moeten erg scherp zijn want hij wil ze groot afdrukken.
Omcirkel het toestel dat hij best koopt.
X
Specificaties
21 megapixel
Filmen in 4K Ultra-HD
25 x optische zoom
Specificaties
18,1 megapixel
Filmen in 4K Ultra-HD
60 x optische zoom
Specificaties
20,4 megapixel
Filmen in Full-HD
30 x optische zoom
Vijfde leerjaar 39
Techniek hanteren / maken
84 Omcirkel de drie onderdelen van de mixer die je nodig hebt om brooddeeg te kneden.
X X
x
85 Op de foto zie je een reeks dominosteentjes. Ze zijn 5 cm hoog en staan 3 cm van elkaar. Je wilt van
de hele rij maar één meter laten omvallen. Hoe kun je dat doen?
Enkele steentjes wegnemen.…………………………………
…………………………………………………………………
Vijfde leerjaar 40
86 Je kreeg een schilderij. Er is een haakje aan. Wat heb je nodig om het aan de stenen muur te
hangen? Omcirkel de vier voorwerpen aan die je nodig hebt om het schilderij aan de muur te
bevestigen.
87 Trek een cirkel rond het stevigste muurtje.
88 Brent gebruikt de broodrooster om een toast te maken. Na een poos ruikt hij verbrand brood. Wat
doet hij best eerst?
O Hij zet de ramen en deuren open.
X Hij trekt de stekker uit.
O Hij draait het apparaat om.
O Hij gooit een natte handdoek over het apparaat.
Techniek duiden
Vijfde leerjaar 41
89 Voor een e-reader hoeft men geen bomen te kappen. Je zou hieruit kunnen besluiten dat e-boeken
milieuvriendelijker zijn dan gewone boeken. Maar is dit wel zo? Geef een nadeel voor het milieu bij het
gebruik van e-readers.
Elektriciteit nodig voor opladen. Productie is vervuilend.………………………………………………………
90 De klas van meester Nick beslist om de Zoo van Antwerpen te bezoeken. Wat is het
milieuvriendelijkste gezamenlijke vervoermiddel als de kinderen vanuit Gent vertrekken?
Trein/bus…………………………………………………………………………………………………………
Vijfde leerjaar 42
TIJD
91 Lucien Dekoning is geboren op 4 februari 1957. Hoe oud is Lucien Dekoning?
…62……………………….. jaar.
92 Leefden volgende mensen voor of na de Tweede Wereldoorlog? Schrijf hun namen in de juiste kolom.
LodewijkXIV – Niels Destadsbaeder – Julius Caesar – premier van België
VOOR WO II NA
LodewijkXIV Niels Destadsbaeder
Julius Caesar Premier van België
93 Coco Chanel leefde van 1883-1971. Duid met een boog zo nauwkeurig mogelijk aan op de tijdsband
wanneer Coco Chanel leefde.
x x x x x x x x x x
/ / / /
1800 1900
94 Bob Dylan won in de herfst van 2016 de Nobelprijs voor Literatuur. Het hoogtepunt van zijn carrière
beleefde hij in 1965. In welke eeuw won hij de Nobelprijs?
De ………21…………………………. eeuw.
In welke eeuw beleefde hij zijn hoogtepunt?
De ………………20…………………..eeuw.
95 Lieven Bauwens bracht eind 18de eeuw deze spinmachine naar Vlaanderen. Je kan de machine in het
Gentse museum MIAT bewonderen.
Welke uitspraak is juist?
O De machine werd door een computer aangestuurd.
O Dagelijks maakt de machine nog kleding voor grote winkels in Brugge en
Gent.
O Dankzij het gebruik van zonnepanelen vervuilde de machine niet.
x Kinderen werkten aan deze machine.
Vijfde leerjaar 43
96 Na het bezoek aan Brussel komt de klasgroep van Jules om half vier in het station aan. Ze willen de
trein naar Ninove nemen. Ze gebruiken enkel de trein, geen bus. Hoe laat komen ze aan?
Om …………16u54…………………………. komen ze aan in Ninove.
Station Tijd Reistijd Overstappen Spoor en
vervoerwijze
Vrijdag, 22/03/2019
Van:
Brussel-Centraal Naar:
Ninove
15:41 Vertr 16:23 Aank
0:42 1
Vertr. 4 Aank. 1
Details reis & reisweg op kaart
Van:
Brussel-Centraal Naar:
Ninove
15:46 Vertr 16:54 Aank
1:08 0
Vertr. 6 Aank. 2
Details reis & reisweg op kaart
Van:
Brussel-Centraal Naar:
Ninove
15:53 Vertr 16:39 Aank
0:46 1
Vertr. 2 Aank. 1
Details reis & reisweg op kaart
Van:
Brussel-Centraal Naar:
Ninove
15:54 Vertr +0 Min. 16:39 Aank
0:45 2
Vertr. 4 Aank. 1
Details reis & reisweg op kaart
Vijfde leerjaar 44
België en de Olympische Spelen
In 1920 werde de Olympische Spelen in Antwerpen georganiseerd. De openingsceremonie werd
bijgewoond door koning Albert I (1875-1934).
Vijfde leerjaar 45
97 Onze huidige koning…
O is de kleinzoon van de koning die de Olympische Spelen van Antwerpen opende.
O opende zelf de Olympische Spelen in Antwerpen.
O is de zoon van de koning die de Olympische Spelen in Antwerpen opende.
x heeft de koning die de Olympische Spelen in Antwerpen opende nooit ontmoet.
98 Op 4 augustus is er een belangrijke voetbalwedstrijd. We zijn vandaag 20 juli.
Hoeveel nachten moeten we vanaf vandaag nog aftellen?
…………15…………………….. nachten.
99 Schrijf achter de uitspraak of het een feit of mening is.
Ik vind dat het openbaar vervoer voor iedereen
gratis moet zijn.
Mening
In de 19de eeuw was er veel kinderarbeid. Feit
Vijfde leerjaar 46
100 Jonas heeft het druk en zijn fiets is stuk. Daarom maakte hij een lijstje. Wanneer kan hij tijdens dit
weekend zijn fiets naar de fietsenwinkel brengen?
O vrijdagavond
x zaterdagvoormiddag
O zaterdagnamiddag
O zaterdagavond
O zondagvoormiddag
O zondagnamiddag
- CHIRO: zondag van 14 tot 17 uur,
- BASKETBAL tegen Dender zaterdag
van 2 uur tot half 6,
- SLAAPFEESTJE bij Chelsey: van
vrijdag onmiddellijk na school tot
zaterdagochtend 8u30,
- Op bezoek naar oma zondagavond,
- BOEK lezen
101 Tot 1935 reisden duizenden mensen van Antwerpen naar New York met de schepen van de Red Star
Line. Die schepen varen al lang niet meer tussen deze havensteden. Hoe komt dat?
O De overtocht is te gevaarlijk door de vele ijsbergen.
O Er reizen weinig mensen naar New York.
x De opkomst van het vliegtuig verkort de reistijd.
O Grote schepen mogen niet meer op de oceaan varen omdat ze te veel vervuilen.
Vijfde leerjaar 47
102 Geschiedenis van de dans’: trek een lijn van elke afbeelding naar de historische periode waarin die
dans is ontstaan. (kies enkel tussen: prehistorie, Middeleeuwen, Nieuwe Tijden en Onze Tijd)
103 Arne verzamelt postzegels. Op deze postzegel staat een afbeelding van Wolfgang Amadeus Mozart.
Waar kan Arne meer informatie vinden over deze postzegel?
O op het standsplan van Wenen
O in een atlas
O in het boekje met enkel posttarieven
x op een website voor postzegelverzamelaars
Vijfde leerjaar 48
VERKEER
Verkeers-en mobiliteitseducatie
104 Vooraleer je met je fiets op tocht gaat, controleer je eerst de fietsuitrusting. Je fiets moet immers tip top
in orde zijn. Bekijk onderstaand lijstje met fietsonderdelen en zet ze op de juiste plaats:
1 stuur 2 bel 3 zadel 4 achterlicht 5 handrem
6 zijreflector 7 voorwiel 8 voorlicht 9 trapper 10 gele trapreflector
11 achterwiel 12 kettingkast 13 rode reflector achter
105 De weg oprijden
Je vertrekt thuis, op school of aan de sportclub? Voor je echt de weg oprijdt, is het belangrijk eerst goed uit te kijken of er geen andere bestuurders naderen. Pas als de kust veilig is, kan je de baan op. Gelukkig is er een handige 5-stappenregel die ons helpt om niets te vergeten:
1 Eerst links kijken.
2 Dan rechts kijken.
3 Opnieuw links kijken.
4 Je arm uitsteken in de richting die je uit wilt.
5 Als de kust veilig is, mag je vertrekken.
Vijfde leerjaar 49
Kleur op de tekeningen een na een de juiste stappen (hierboven vermeld) die de fietser moet doorlopen als je weet dat zij richting muziekschool wil.
Vijfde leerjaar 50
106 Kijk naar de fietsers. Ze fietsen binnen de bebouwde kom. Duid de 3 fietser aan die op de verkeerde
plaats rijden.
Vijfde leerjaar 51
107 Kleur de fietser groen als hij volgens jou correct inhaalt en rood als hij verkeerd inhaalt.
0
8 4
108 Zet de nummers van het verkeersbord bij de goede zin.
1 De combinatie van deze twee verkeersborden betekent dat dit een verboden richting is voor alle bestuurders, behalve voor fietsers. Als fietser mag ik dus wel in deze richting rijden.
2 Verboden toegang in beide richtingen voor alle bestuurders, dus ook voor fietsers.
5 Ik heb geen voorrang. Ik moet de andere bestuurders voorlaten.
6 Verboden toegang voor fietsers. Als ik als fietser deze straat in wil, moet ik afstappen en met mijn fiets aan de hand verder gaan.
7 Fietsers en voetgangers zijn verplicht om dit deel van de openbare weg te gebruiken, dat voor hen voorbehouden is.
4 Alle bestuurders, uitgezonderd fietsers, zijn verplicht de door de pijl aangeduide richting te volgen. Als fietser mag ik ook andere richtingen volgen.
3 Verplicht fietspad. Fietsers zijn verplicht om aan die kant te rijden die door het fietssymbool op het verkeersbord wordt aangegeven. Voetgangers moeten gebruik maken van de kant die aangegeven wordt door het voetgangerssymbool.
1 2 3 4 5 6 7
