Henk Beijers Archiefcollectie · Web viewDe periode tussen de Vrede van Aken en de komst van de...

Resoluties Raad van State 1749-1795De periode tussen de Vrede van Aken en de komst van de Fransen

BHIC toegangsnummer 178 inv.nr. 361 dienstjaar 1749 deel 2 [mei-augustus] 17 microfiches Wie niet binnen het gebied van de Meierij van ’s-Hertogenbosch woont zal met deze digitale bewerkingen misschien niet veel [kunnen] doen en de ‘resoluties van de Raad van State’ niet zo snel raadplegen, maar het is goed om te weten dat het hier gaat om overheidsarchieven die de hele Republiek der Verenigde Nederlanden bestrijken, vooral toegespitst op de generaliteitslanden en de Zuidelijke Nederlanden en de centrale indexen geven heel veel informatie over bv. alle vestingsteden met forten en schansen in den lande van noord naar zuid van Bourtange naar Sluis in Zeeuws Vlaanderen, militaire functionarissen van soldaat tot generaal, ingenieurs, aannemers en opzichters van vestingwerken, kerkelijke functionarissen als predikanten en roomse geestelijken uit die periode, rekesten van regenten van afzonderlijke plaatsen, buitenlandse betrekkingen, activiteiten van rentmeesters van geestelijke goederen of rentmeesters van bepaalde geestelijke instellingen als gasthuizen, fundaties e.d., schoolmeesters, molens en pachthoeven die sinds 1648 aan het land toebehoorden, oude kapellen die als schoolhuis werden ingericht, allerhande militaire informatie m.b.t. munitie, artillerie, zeeslagen, regimenten, compagnieën, garnizoenen, kruitmagazijnen, commandanten, gouverneurs, verplaatsingen van troepen, militaire hospitalen, rapporten van de landsadvocaten rond bepaalde processen en noem maar op. Het is dus historisch gezien een uitzonderlijk interessante bron voor onderzoekers van allerlei pluimage.Ik heb me overigens beperkt tot de informatie die betrekking heeft op stad en Meierij van ’s-Hertogenbosch waaronder alle steden en dorpen in de vier kwartieren Peelland, Kempenland Oisterwijk en Maasland.

PSIn dit resolutieboek een veelvoud aan informatie over allerlei regimenten, bataljons, compagnieën zowel van infanterie, als artillerie en cavalerie.

folio 1 – donderdag 1 mei 1749Missive van de commanderend officier van het regiment van generaal Van Cronstrom van de 30e april inhoudende dat hij om te voldoen aan haar Ed: Mo: resolutie van de 21e april niets anders weet te doen als aan de solliciteur Meerloo te zenden de extracten die betrekking hebben op het gewezen regiment van Leiningen bij hem ontvangen via commies Cassa, aangezien hij gelooft dat de solliciteur het best geïnformeerd zal zijn waar de kapiteins die het aangaat zich bevinden

folio 20 – vrijdag 2 mei 1749Onderzoek van een missive van luitenant generaal De Guij commandeur van ’s-Hertogenbosch van de 28e waarbij hij aan haar Ed: Mo: overzendt een memorie van de aldaar aanwezige ingenieurs de Roij, van den Heuvel en Pierlink met een bericht op het rekest van de ordinaris gecommitteerden van de polders het Bosseveld, Vliert, den Ham, van der Eijgen en Empel bij de stad ’s-Hertogenbosch gelegen en uitwaterende in de rivier de Dieze en met hen de gecommitteerden van het Hoog en Laag Hemaal weliswaar niet uitwaterende in de

BHIC 178 inv.nr.361 Resoluties van de Raad van State dienstjaar 1749 deel 2

Dieze maar gelegen tegen de polders van der Eijgen en Empel, die er over kalgen nadeel ondervinden van de dam die in de Dieze is gelegd en ze verzoeken dat die zo snel mogelijk mag worden weggehaald; idem op een rekest van de magistraat van ’s-Hertogenbosch daarbij presenterende de bezwaren die door het leggen van de dam zijn ontstaan ten opzichte van de handel en scheepvaart en het nadeel dat is toegebracht aan de brouwerijen, waarin ook wordt verzocht die dam zo spoedig mogelijk te verwijderen [met nadere details] – zie ook folio 58 verso

folio 27 – maandag 5 mei 1749Missive van de commanderend officier van het regiment van generaal Van Cronstrom van de 2e inhoudende dat hij ter voldoening van de Ed: Mo: resolutie van de 14e april aanstonds aan de kapitein Grave van Isenburg van het gewezen regiment van Leiningen en aan de kapitein luitenant Hoppe van het regiment Van Cronstrom geschreven heeft en tot antwoord heeft gekregen dat die alle kwitanties van de betalingen in Frankrijk gedaan aan generaal major Cornabé gegeven had

folio 33 – maandag 5 mei 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling op een rekest van de regenten van Meerveldhoven in kwartier Kempenland gezonden aan de raad om advies

folio 34 verso – maandag 5 mei 1749Rekest van Hendrik van Weerden inwoner der heerlijkheid Sterksel in kwartier Peelland die aangeven op 18 januari 1748 het ongeluk hebben gehad dat zijn huis schuur en stallingen tot op de grond toe zijn afgebrand waardoor hij ook al zijn meubilair en 13 beesten is kwijtgeraakt, vandaar dat hij een verzoek om remissie indient

folio 39 verso – maandag 5 mei 1749Onderzoek van een bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De die verzoeken om ten laste van het corpus 2000 gl. te mogen opnemen

folio 42 verso – dinsdag 6 mei 1749Rekest van Thomas van der Hammen koster en schoolmeester te Hilvarenbeek in kwartier Oisterwijk te kennen gevende dat hij suppliant in 1741 het toegevoegde rekest aan haar Ed: Mo: had gepresenteerd tenderende om vermits zijn ouderdom en zwakheid van gezicht een substituut zou mogen inzetten op zijn kosten wat hem was gepermitteerd en mocht hij de persoon Pieter Verheft in dienst nemen; deze is echter naar elders vertrokken terwijl bij de suppliant de zwakheid van zijn gezichtsvermogen erger was geworden en er nog andere ongemakken bij gekomen waren, zodat hij zich totaal niet in staat voelde zijn functie naar behoren waar te nemen en was hij intussen geraden, met goedvinden van het grootste gedeelte van de ingezetenen van Hilvarenbeek een andere geschikte persoon te zoeken tot waarneming van de kerken schooldienst, maar wat niet kan gebeuren zonder vooraf de goedkeuring te hebben van de Ed: Mo:; voorgedragen wordt Dominicus Arnoldus van der Hammen de zoon van de suppliant die bij indispositie van de suppliant de dienst al heeft waargenomen; ingevolge art.6 van het 1e kapittel van het reglement voor de schoolmeesters

folio 43 – dinsdag 6 mei 1749Missive van de ingenieurs Van den Heuvel en Pierlink in garnizoen ’s-Hertogenbosch geschreven op de 5e waarbij ze te kennen geven dat ze ingevolge haar Ed: Mo: resolutie van de 24e april wegens het ruimen van de privaatkelders in s lands hospitaals behuizing met de


stads stille nachtwerker hebben geaccordeerd op approbatie van de Ed: Mo: en dat die heeft aangenomen die te zuiveren voor een som van 210 gl. te betalen op een zodanig kantoor als haar Ed: Mo; zullen gelieven te ordonneren; de commies van ’s lands magazijnen zal voor de betaling moeten zorgen

folio 43 verso – dinsdag 6 mei 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling geschreven te Utrecht op de 5e op een rekest van R.B.R. Grave van Rechteren hoog- en laagschout van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch dat te Oss is gevangen genomen een zekere Michiel Dort geboren in Bohemen die op basis van een vonnis van de Bossche schepenen is veroordeeld tot de strop vanwege veelvuldige paardendieverijen; te Helvoirt een zekere Marten Schier mede geboren te Bohemen die op basis van het vonnis van de Bossche schepenen vanwege het coöpereren in het stel van een koe ‘strengelijk is gegeesselt’; voorts een zekere Philip Jacob geboren in Beieren, Johannis Laurens geboren bij Donauwert, Martin Wesselie en Catharina Tubaing beiden geboortig van Bohemen, die allen te Vught zijn gearresteerd vanwege het bestelen van een kar en kopen en aanhouden van die gestolen goederen die op 4 januari door de Bossche schepenen voor altijd zijn verbannen en ten slotte nog een zekere Jan Baptista Castania, Bernardus Truffeli en Lasarus Truffeli alle drie Italianen die vanwege bedelarij op 10 februari door de Bossche schepenen voor altijd zijn verbannen, welke personen zijn veroordeeld op basis van het plakkaat van de Ho: Mo: van 1 april 1738 en verzocht wordt om de bijbehorende premies; vanwege de 1e delinquent volgt een rekest van George Willem Hallunguis schout van Roosendaal die daarin om de premie verzoekt

folio 49 – dinsdag 6 mei 1749Rekest van Anthony La Forme uit Deurne in kwartier Peelland te kennen gevende dat hij suppliant door B.Coijmans als Heer van Deurne en Liessel begiftigd is met de beneficies of vicarieën gefundeerd op de altaren van St.Maria en St.Barbara in de kerk van Deurne mitsgaders de andere beneficies of vicarieën aldaar volgens een akte van collatie van 18 september 1747 die aan het rekest is toegevoegd en mede volgens de akte door haar Ho: Mo: van 9 november 1748 aanvaard en de suppliant verzoekt om betaling via rentmeester De Kempenaer

folio 50 verso – dinsdag 6 mei 1749Bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant op een rekest van de regenten van Maren in kwartier Maasland die het curatorschap van Jacobus Hack over hun dorp accepteren [met details]

folio 52 verso – woensdag 7 mei 1749Missive van de borgemeesters en secretaris van Bergeijk op een rekest van Maria Adriana Hijberg van den Dungen wonende te Bergeijk te kennen gevende dat zij suppliante gedurende een periode van 5 maanden in en ten hare huize een wacht van 30 man van de Engelse troepen heeft gehad van ZKH de Hertog van Cumberland en verzoekt om een schadevergoeding van 100 gl., maar dat verzoek wordt van de hand gewezen

folio 57 verso – woensdag 7 mei 1749Bericht van rentmeester De Back Rekest van de kinderen en erfgenamen van Marten van Liemden te kennen gevende dat hu overleden vader in 1728 bij een publieke verkoping eigenaar is geworden van een hoeve te Haaren in kwartier Oisterwijk voor een som van 3950 gl. en nu hun vader is overleden willen ze graag overgaan tot een scheiding en deling, maar


dat kan niet geschieden omdat de gemelde hoeve onverdeeld voor de erfpacht moet blijven wat een groot nadeel inhoudt voor de supplianten en ze verzoeken de Ed: Mo: ermee akkoord te willen gaan om de genoemde erfpacht te lossen met die 3950 gl. en dat rentmeester De Back mag geautoriseerd worden om die som te ontvangen en daarvoor de cassatie van de erfpacht te doen; de raad gaat akkoord

folio 68 verso – donderdag 8 mei 1749Project van de verandering in het korps artillerie met een overzicht van alle bedienden en de salariëring

folio 70 – donderdag 8 mei 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant op een rekest van de regenten van Sint Oedenrode aan de raad gezonden om advies

folio 70 verso – donderdag 8 mei 1749Rekest van de magistraat van ’s-Hertogenbosch ivm de vrijdom van houtschat

folio 71 – donderdag 8 mei 1749Rekest van Franciscus Lelieveld geadmitteerd pastoor te Helvoirt verzoekende om verlof voor 3 of hooguit 4 weken om een aantal familiezaken te kunnen regelen en daarom van huis te moeten gaan en verzoekt of gedurende zijn verlof de dienst mag worden waargenomen door de naburige kapelaan van Udenhout met name Adrianus Mulders; de raad gaat akkoord met het verzoek waarvan men de officier van Helvoirt in kennis stelt

folio 72 verso – vrijdag 9 mei 1749Rekest van de drossaard en regenten van de heerlijkheid Asten in Peelland met verzoek om permissie om geld te mogen opnemen

folio 75 – vrijdag 9 mei 1749Rekest van Johannis Sterk predikant te Heeze in kwartier Peelland te kennen gevende dat hij ‘vermits de eenzame afgelegentheijd van de pastorijhuisinge’ aldaar en dat die aan gevaar is geëxponeerd , niet langer daarin niet heeft durven blijven wonen en op zijn kosten een huis heeft gehuurd midden in het dorp verzoekende om de 60 gl. huishuur die aan de gemeente betaald moet worden vanaf begin 1749, welk rekest wordt doorgestuurd naar de gecommitteerden van de Raad van State die in commissie op de verpachting der tienden komen

folio 85 verso – vrijdag 9 mei 1749Informatie over de 29e generaliteitsloterij met vermelding van alle lijsten van diverse klassen en de resp. bedragen [7 folio’s incl. toelichting]

folio 89 verso – vrijdag 9 mei 1749bericht van rentmeester de Back op een rekest van de regenten der vrijheid Oirschot met verzoek hun oude pastorie te mogen verkopen en geld op te nemen voor de bouw van een nieuwe pastorie

folio 93 verso – maandag 12 mei 1749Rekest van de regenten van Veldhoven Blaarthem en Zeelst met verzoek geld te mogen opnemen; idem van de regenten van Veghel – zie ook folio 152


folio 99 verso – maandag 12 mei 1749Secretaris Hop is erover geïnformeerd dat in het magazijn van Den Haag tegenwoordig geen plaats is om de fournitures en kribben te kunnen bergen die volgens een resolutie van de Ed: Mo: van 126 april vanuit ’s-Hertogenbosch daarheen getransporteerd zouden moeten worden waarop gedelibereerd zijnde is besloten luitenant generaal De Guij aan te schrijven als commandeur van de stad dat hij de aannemer van ’s lands hospitalen moet gelasten om de fournitures, gereinigd zijnde, bij provisie in het hospitaal te alten onder toezicht van de commies van ’s lands magazijnen Berchuijs en de kribben naar Vianen te sturen aan het adres van controleur Olingius

folio 100 – maandag 12 mei 1749Rekest van de regenten van Lage Mierde en Hulsel die een verzoek indienen om geld te mogen opnemen nl. ten laste van Lage Mierde 2500 gl. en ten laste van Hulsel 1500 gl. zodat ze hun schulden daarmee kunnen betalen

folio 101 verso – maandag 12 mei 1749Rekesten van de regenten van Helmond in kwartier Peelland en Eindhoven in kwartier Kempenland met een uitgebreide lijst van leveranties in goederen en pioniers en paarden voor rijtuigen ivm de het transport van bagage etc. aan het geallieerde leger nl. de levering aan Oostenrijkse, Engelse, Hessische en Hannoveraanse troepen [met veel details ruim 3 folio’s]

folio 106 – maandag 12 mei 1749Missive van de ingenieurs Van den Heuvel en Pierlink in garnizoen ’s-Hertogenbosch op een rekest van Johan van der Meulen koopman aldaar die permissie vraagt om acht bomen die achter zijn hof staan op de wal omtrent de Vughterpoort te mogen amoveren [verwijderen] waarvoor hij genegen is 1 gl. per boom te betalen; akkoord

folio 106 verso – maandag 12 mei 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling geschreven te Utrecht inhoudende dat tussen de dorpen Lommel en Luiksgestel waarvan het ene onder de soevereiniteit van de staat valt en het andere onder het gebied van de Prins van Luik, een grote heide ligt waarvan ieder dorp zowat de helft toekomt en hun beider jurisdictie gescheiden worden door een waterloopje in de hei waar een vonder over ligt genaamd Moersweijersvonder, waar naast een laagte is gelegen, althans met water bezet, waardoor de karren heen rijden, doch welk water zo sterk aangroeit, dat de passage aldaar moeilijk en gevaarlijk is en dat lange tijd geleden al eens noodzakelijk werd beoordeeld, dat ter plaatse ten laste van beider dorpen eeb brug zou worden gelegd, op basis waarvan hij in 1746, toen de schouw werd gevoerd over het kwartier en dus ook over Lommel, aan de regenten de boodschap heeft meegegeven dat ze met de regenten van Luiksgestel in overleg zouden moeten gaan over het aanleggen van een dijk zoals men die noemt, die linea recta op die brug zou aanlopen en daardoor de passage aanzienlijk te verbeteren ten voordele van de commercie; de raad en rentmeester meldt bovendien dat hij onlangs alle dorpen van de Meierij heeft aangeschreven om hun wegen in een behoorlijke staat te brengen en over de heidegebieden van het ene naar het andere dorpen dijken aan te leggen, waartoe ze verplicht zijn op basis van de orders van de Ed: Mo: zoals vastgelegd in het reglement van 16 oktober 1696, vandaar dat de regenten van Lommel bij hem zijn geweest om van hun kant de helft van de dijk te bekostigen en die helft ook te onderhouden omdat het een zeer goed en noodzakelijk werk zou zijn, maar dat Luiksgestel van hun kant hadden laten weten dit niet te durven doen zonder goedkeuring van de soeverein de Prins van Luik en ze stellen voor dat de


Ed: Mo: zelf in overleg gaan met de Prins van Luik over de noodzakelijkheid en nuttigheid van dit werk [met details] – zie ook folio 391

folio 142 – maandag 19 mei 1749Missive van de magistraat van ’s-Hertogenbosch met een voorstel, dat het stellen van de parade van de militie van het garnizoen ’s morgens op de markt binnen de stad veel belemmering teweeg brengt, deels aan de militie zelf en deels aan de commercie en de karren der buitenlieden die hun waren ter markt brengende en dat om die en andere redenen de militie sedert enige tijd de parade gesteld hebben dan in deze en dan in gene der straten van de stad hetgeen ook weer belemmerend werkt op de militie, de bewoners der huizen en de passerende personen, zodat in overweging is genomen om het begijnhof binnen de stad, wier grond buiten de twee ruiterstallen met de drie toegangen tot dezelfde en tot de grote pomp , gelaten is aan hun dispositie, om daarmede te handelen naar eigen goeddunken; volgens de meting beslaat de grond 556 vierkante roeden waarvan 20 roeden is bestraat, welk grond men graag zou appropriëren tot een parade en exercitieplaats voor het garnizoen, waartoe ze juist genegen zouden zijn omdat in het Ho: Mo: resolutie van 27 november 1743 al was begrepen dat het begijnhof een geschikte exercitieplaats voor het garnizoen zou zijn, zodat ze reeds geordonneerd hebben dat daarop geen barakken of kazernes zouden worden getimmerd; gezien echter dat het appropriëren van het begijnhof behoorlijke kosten met zich meebrengt en ze dus geld zullen moeten opnemen, wat overigens geen voordeel oplevert voor de stad zelf maar alleen voor het gemene land en dat bovendien boven de ruiterstallen die er staan tijdens de laatste troebelen nog twee loodsen zijn geplaatst; ze hebben nog een eindbeslissing kunnen nemen over het in eigendom overnemen van het begijnhof en het afbreken van die loodsen en bovendien dienen ze een verzoek in om ontlast te mogen worden van ’s lands verpondingen ter bedrage van 113:12:8 als ook van een rente van 10:14:0 die aan het kantoor van de episcopale goederen jaarlijks moet worden afgedragen; een kopie van alles wordt toegestuurd aan de gouverneur van de stad en bij diens absentie aan de commandeur of commanderend officier van het garnizoen en aan de rentmeester der geestelijke goederen Tengnagel en ontvanger der verpondingen Smits, om ieder afzonderlijk een bericht te retourneren aan de Ed: Mo: - zie ook folio 318 verso

folio 146 – maandag 19 mei 1749Rekest van de weduwe van Arnout Walraven en Gerrit Verbeet aannemers van ’s lands hospitalen met een lijst van zieken in het hospitaal van ’s-Hertogenbosch over de periode van 7 april tot de 22e mei met een verzoek om afrekening

folio 149 verso – maandag 19 mei 1749Missive van de drossaard en regenten van Sint Mixchielsgestel van de 16e n.a.v. een meningsverschil tussen hen en de regenten van Vught betreffende het onderhoud der wegen en het tonen van hun retroacta

folio 153 – maandag 19 mei 1749Rekest van de regenten van Venloon of Loon op Zand in kwartier Oisterwijk die verzoeken om remissie op de impost der gemene middelen ivm met geleden schade aan de ingezetenen

folio 155 – dinsdag 20 mei 1749Rekest van de classis van Peel- en Kempenland met verzoek om handopening tot het beroepen van een adjunct predikant te Lommel in plaats van en vermits het beroep van Jacob Ross tot predikant te Eersel


folio 159 verso – dinsdag 20 mei 1749Missive van luitenant generaal De Guij te ’s-Hertogenbosch waarbij hij doorstuurt en origineel declaratoir van de magistraat van ’s-Hertogenbosch ivm het leggen van een dam in de Dieze

folio 167 – dinsdag 20 mei 1749Onderzoek van een bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant op een rekest van drossaard en regenten van de heerlijkheid Asten in kwartier Peelland die hebben verzocht 3500 gl. te mogen opnemen om daaruit hun legerlasten te kunnen voldoen; gevolgd door een verzoek van de regenten van Sint Oedenrode die een verzoek hadden ingediend om enige leeg liggende percelen te mogen verkopen

folio 175 – donderdag 22 mei 1749Missive van luitenant generaal De Guij commandeur van ’s-Hertogenbosch aangevende dat aldaar op voorraad zijn 20472 palissaden en omtrent even zoveel voeten gordingen en dat er van dit aantal best 12.000 gemist kunnen worden; aan de ingenieur van garnizoen Nijmegen zal gevraagd worden hoeveel palissaden aldaar nodig zijn

folio 175 verso – donderdag 22 mei 1749Rekest van Jacobus Issinck als oudste ziekentrooster of ‘krankbesoeker’ in ’s lands hospitaal te ’s-Hertogenbosch te kennen gevende dat hij suppliant, geïnformeerd zijnde, dat door de Ed: Mo: in de barrièresteden, alsmede binnen ’s-Hertogenbosch, staan te worden aangesteld krankbezoekers voor de resp. gevangenen aldaar, verzoekende aan de Ed: Mo: hem als krankbezoeker in de stad te continueren en hem daarvan een akte te verlenen

folio 175 verso – donderdag 22 mei 1749Missive van de commies van de ammunitie van oorlog te velde Van de Wall geschreven te ’s-Hertogenbosch op de 21e daarbij berichtende dat hij op order van commandeur De Guij enige verlegging van de scherpe patronen voor het kanon heeft moeten maken in het groot magazijn op den Bril ter oorzake dat het genoemde magazijn door de scheuring al enige tijd daarin geweest zijnde, begint te zakken en bij die gelegenheid ondervonden heeft dat de patronen door de roest van de kogels gebeten worden, zelfs dat veel kogels reeds uit het parquement gevallen zijn; dat ook de patronen door de menigte van ratten worden beschadigd en afgegeten , alsmede aan meer andere goederen in de verdere magazijnen liggende geschiedt en nadien door de engte van de plaats niet naar behoren kunnen worden nagezien; dat bij die gelegenheid het groot magazijn en de overige latende zuiveren en verluchten en hij daartoe twee man heeft moeten inzetten; akkoord van de raad

folio 178 verso – donderdag 22 mei 1749Rekest van de stadhouder en ordinaris gecommitteerden van kwartier Kempenland met agendapunten voor de komende generale kwartiersvergadering

folio 187 – donderdag 22 mei 1749Instructie voor de verbusser van ’s lands geschut in 13 artikelen en een eedsformulier voor de verbussersknecht

folio 200 – vrijdag 23 mei 1749Missive van J.W.D. de Jongh stadhouder van de kwartierschout van kwartier Kempenland geschreven te Valkenswaard met een bericht over de onbetaalde fourage aan de conducteurs


der karren van genoemd kwartier Scholtz en Van Doorn aan aannemer Caters nog niet is voldaan

folio 204 – vrijdag 23 mei 1749Missive van Isaac Verster stadhouder van de kwartierschout van kwartier Oisterwijk over het nog niet voldaan zijn van de fourage van de conductuers der karren in zijn kwartier aan aannemer Caters

folio 204 verso – vrijdag 23 mei 1749bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling op een rekest van de regenten van Borkel en Schaft die hadden verzocht om 2500 gl. te mogen opnemen gezonden aan de raad om advies

folio 210 – dinsdag 27 mei 1749Missive van luitenant generaal De Guij commandeur van ’s-Hertogenbosch op een rekest van Alida Ophorst en kinderen van Johan Ophorst geweest zijn major en commies op het fort te Engelen met verzoek het gras te mogen jovisseren over het jaar 1749

folio 214 verso – dinsdag 27 mei 1749Missive van major ingenieur De Roij geschreven te ’s-Hertogenbosch op de 24e aangevende dat hij bij een visitatie heeft geconstateerd samen met de ingenieurs Van den Heuvel en Pierlink dat het zgn. kruitmagazijn staande op den Papenbril zeer oud en van tijd tot tijd scheuren oploopt vanwege verzakking der fundamenten waardoor af en toe zware ongelukken te duchten zijn en dat hij daarom in consideratie geeft dat, vermits haar Ed: Mo: bij een vorige resolutie van 22 november 1747 hebben gelieven te resolveren tot het zetten van een kruitmagazijn aldaar, zij de Ed: Mo: hebben voorgedragen of men niet een betere verdeling van het kruit te hebben in plaats van een groot twee kleine zouden behoren te maken, edoch vermits de tijdsomstandigheden waarin men zich in het gepasseerde jaar bevond, haar ED: Mo: daarop bij resolutie van 27 april 1748 alleen hadden goedgevonden enige houten souterrains onder de kapitale wal te laten maken ter verdeling en secure berging van het kruit, waarmede dan ook een begin is gemaakt; echter ook wederom conform haar Ed: Mo: orders gestaakt wegens de verandering der zaken in die tijd; doch vermits de noodzakelijkheid nu nog overblijft ter plaatsing of bouwinge van twee kleine kruitmagazijnen hij derhalve voordraagt of haar Ed: Mo: niet zouden gelieven goed te vinden om in plaats van dat oude en gebrekkige kruitmagazijn op den Papenbril een der twee kleine te plaatsen [te meer al schoon het oude wel in eenige manieren was te remedieeren met sware onkosten, het selve agter geensints voldoende sal wesen aan een soo nodig gebouw] als wanneer het oude ten profijte van den lande zou kunnen worden verkocht ofwel de goede afkomende stenen tot de nieuwe fundamenten gebruiken; voorts dat aldaar op de forten twee jaren geleden enige batterijen van fascines zijn gemaakt als nl.op Crevecoeur, Isabel en Antoin [vgl. Anthony] waarvan er wel enige op Crevecoeur en Isabel reeds zijn veranderd, doch vermits de gehele verandering niet ten laste van de aannemers van het ordinaris onderhoud kam gebracht worden, hij verzoekt dat haar Ed: Mo: orders gelieven te stellen dat dezelfde wederom worden geamoveerd [afgebroken] omdat ze zeer komen te vervallen en hetgeen wegens de geringheid in dagloon of ook wel bij aanbesteding zal kunnen geschieden, echter die op de forten Isabel en Antoin in het bestek van het driejarig onderhoud zullen kunnen worden gebracht; dewijl die onderhouding in de aanstaande maand september komt te expireren; na deliberatie is besloten de ingenieur te vragen, gezien het feit dat hij een van de kleine magazijnen wil plaatsen op den Papenbril, doch niet waar het ander dan geplaatst zou worden, dus vraagt de raad om


nadere informatie. Vervolgens vraagt men om een begroting mbt de bouw van de twee kleine kruitmagazijnen

folio 222 – dinsdag 27 mei 1749Missive van A. vd Straten en Alb. Versfeld resp. drossaards van Empel en Alem over een ontvangen missive rakende de pretensie van de aannemers Caters & Co ten laste van enige ingezetenen wegens geconsumeerde fourage waarvoor een betaling wordt gevorderd [met details]

folio 224 verso – dinsdag 27 mei 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling op een rekest van de officieren en regenten van de dorpen in kwartier Maasland met een verzoek om executoriaal ter invordering van achterstallige schulden

folio 227 verso – woensdag 28 mei 1749Bericht van Martinus van Litsenborg vicaris van het zgn. bisdom van ’s-Hertogenbosch en rooms pastoor der vrijheid Hilvarenbeek in kwartier Oisterwijk als reactie op een resolutie van de Ed: Mo: van de 12e genomen op een rekest van dezelfde vicaris die heeft verzocht om een assistent te mogen hebben omdat hij vanwege zijn functie als vicaris regelmatig verplicht is om zich van zijn pastorale functies te absenteren; naast zijn 1e kapelaan mag hij een 2e aanstellen mits door die nieuwe kapelaan wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in de resolutie van 19 juli 1730 en wordt van die kapelaan ook verwacht dat hij de verklaring ondertekent die in een speciaal register wordt bewaard

folio 229 – woensdag 28 mei 1749Onderzoek van een rekest van Damianus Mormentier rooms pastoor te Moergestel in kwartier Ositerwijk die een verzoek indient bij de Ed: Mo: om hem te permitteren zich voor enige tijd van zijn pastorie te mogen absenteren en gedurende zijn absentie de pastorale functies te laten waarnemen door een van de naburige pastoors zoals dat bv. op 7 november 1743 aan Franciscus Leliveld pastoor te Helvoirt is toegestaan; de raad gaat akkoord en de officier van Moergestel wordt daarover ingelicht

folio 229 verso – woensdag 28 mei 1749Rekest van Jan Jacobse Verberne inwoner van Asten in kwartier Peelland die om remissie heeft verzocht – zie ook folio 509 verso

folio 237 verso - donderdag 29 mei 1749Bericht van de regenten van Eindhoven en omliggende heerlijkheden op een rekest van Jan Willem Daniel de Jongh stadhouder van kwartier Kempenland gezonden aan de raad om advies

folio 240 – donderdag 29 mei 1749Rekest van Mr. Abraham Gerlacius auditeur militair te ’s-Hertogenbosch met een verzoek om prolongatie van zijn verkregen verlof om particuliere affaires te behartigen welke prolongatie voor 2 of 3 maanden hem wordt gegund

folio 240 – donderdag 29 mei 1749Zeer uitgebreid relaas over de instelling van een landelijke dank- en biddag als dankbetuiging voor de gesloten vrede met tevens de mededeling over de desolate toestand en de ruïne van zowel de kerk van Bergen op Zoom als van Sas van Gent en het organiseren van een collecte


ter ondersteuning van de getroffen kerken; idem dat op de 13e juni ‘alomme publicque demonstratie van vreugde over de geslote vrede zal worden gedaan door het luiden der klokken, lossen van het canon, en het branden van vreugdevuuren ter plaatse daar men gewoon is sulks te doen en dat daarvan mede kennisse zal worden gegeven aan de voorn: gouverneurs en commandeurs in de frontiersteden, om ’t zelve ieder inden haren voor soo veel haar aangaat werkstellig te doen maken; en dat de Raad van State zal worden versogt en geauthoriseert, soo als versogt en geauthoriseert wordt mits desen, om ten dien eijnde alhier in den Hage den voorschreeve dag met de festiviteiten en vreugdebedrijven, in sodanige gelegendheden gebruijkelijk van wegens den lande te doen celebreren’

folio 257 verso – vrijdag 30 mei 1749Rekest van Jacob Ross predikant te Eersel Duizel en Steensel die is bevestigd op de 11e mei in plaats van Wilhelmus Pijpers met een verzoek om betaling van zijn traktement dat ook zijn voorganger heeft genoten en ingaande op de dag van zijn bevestiging

folio 261 verso – maandag 2 juni 1749Rekest van de stadhouders der kwartieren Oisterwijk en Maasland met agendapunten voor hun jaarlijkse generale vergadering

folio 262 – maandag 2 juni 1749Resolutie van de Ho: Mo: aan de Raad gezonden waarbij besloten is dat aan de heren Torck en Van de Velde haar Ho: Mo: gedeputeerde in rekening gevalideerd zullen worden het defroijement van de gecommitteerde predikanten op de visitatie van de autographa van de nieuwe versie van het oude en nieuwe testament te Leiden bewaard wordende alsmede de vacaties en daggelden van deze gedeputeerden

folio 269 – maandag 2 juni 1749Rekest van de vier trompetters van de Staat verzoekende dat haar Ed: Mo: haar bij het afsteken van het vuurwerk en voorts alle twee jaren bij de nieuwe montering gelieven te verlenen aan ieder een paar handschoenen, een kwast aan de degen, en concarde op de hoed als ook een paar schragen daar de pauk op staat en linten die daar bij horen, waartoe gelast wordt kamerbewaarder Van Belle

folio 272 – maandag 2 juni 1749Missive van de kapitein der artillerie Althuijsen geschreven te ’s-Hertogenbosch op de 29e mei waarop na deliberatie is besloten de kapitein te autoriseren om de scherpe patronen voor zover nodig te laten ledigen, het kruit wat nog goed is in tonnen te laten kuipen waarvan kennis wordt gegeven aan commies Van de Wal, insgelijks overleg met de kapitein om nieuwe kruittonnen te alten maken zoals vereist zal worden, voorts het kruit te laten keren, de tonnen en het vaatwerk door een kuiper te laten controleren en voornamelijk de tonnetjes voor het musquetloot en indien enige nieuwe zouden worden vereist met overleg om in plaats van tonnen platte kistjes te laten maken; bovendien wordt de kapitein gelast uit te zien naar een of meer geschikte plaatsen waar de goederen, die door ratten worden beschadigd of door vochtigheid, op te bergen en hierover overleg te plegen met de ingenieurs of ook de zolder of enig ander vertrek van het huis dat tot een hospitaal gebruikt is geweest daartoe zou kunnen dienen en mocht dat niet bekwaam zijn of dan een loge tot berging dezer goederen zou kunnen worden opgeslagen en hoe hoog de kosten dan zouden oplopen – zie ook folio 322

folio 285 verso – dinsdag 3 juni 1749


Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling op een rekest van de regenten van de heerlijkheid Vlierden die verzocht hadden om geld te mogen opnemen, gevolgd door een verzoeke van regenten van diverse dorpen in kwartier Peelland met een verzoek om vernieuwing van het executoriaal ter invordering van achterstallige schulden van debiteuren om ze langs deze weg te kunnen dwingen tot betaling – zie ook folio 374, folio 380 verso

folio 293 verso – woensdag 4 juni 1749Rekest van de drossaard en schepenen der heerlijkheid Deurne en Liessel in kwartier Peelland inhoudende dat door de Ho: Mo: is vastgesteld in de resolutie van 7 september 1731, dat de regenten van de steden en dorpen en heerlijkheden onder Brabant, ressort van deze staat, niet verplicht waren om enige personen van elders komende onder hun resp. jurisdictie te ontvangen of te admitteren, die niet ieder tot 200 gl. onder hun jurisdictie gegoed waren, tenzij ze bij gerechtelijke attestaties van de magistraat van hun geboorteplaats of van de plaats van hun laatste residentie, blijk konden geven van hun goed en deugdelijk gedrag en daarenboven bij akte van borgtocht van de bedoelde magistraten of van andere suffisante lieden, ter concurrentie van 300 gl. voor ieder persoon kwamen te caveren [= wachten, verhoeden, borg blijven], dat zij lieden nog hare kinderen die reeds verwekt waren zouden komen ten late van de armen van die plaats waarin zij zich opnieuw kwamen te begeven, maar dat integendeel de zodanige borgen, hetzij magistraten dan wel particuliere personen de eventuele last van armoede en alimentatie van zulke personen en kinderen op zich zouden moeten nemen en mitsdien beloven, dat de magistraat en armbezorgers van de plaats waarin ze zich kwamen begeven, hen daarvan te allen tijde zouden ontlasten en bevrijden; dat bij nadere resolutie van haar Ho: Mo: van 12 februari 1734 was vastgesteld en gearresteerd, dat de resolutie van 7 september 1731 niet anders zou worden gepraktiseerd dan met deze modificatie, dat wanneer enige jonge lieden, in staat zijnde om de kost te kunnen winnen, uit hun geboorteplaats kwamen te vertrekken naar een andere plaats of dorp in Brabant, hetzij om aldaar te dienen dan wel om een andere kostwinning te exerceren, die jonge lieden aldaar zouden worden toegelaten, tot tijd en wijlen zij haar in huwelijk zouden begeven, dat Engelbert de Guij wonende binnen de heerlijkheid Deurne, weduwnaar geworden zijnde, bij zich had laten inwonen zijn zuster Anna Maria de Guij met haar dochter, welke Anna Maria de Guij voorgaf als dienstmaagd bij haar broer te wonen, dat haar kind te Antwerpen geboren was en zij voor ’t laatst had gewoond te Mechelen alwaar men niet gewoon zou zijn dusdanige borgbrieven of akten van cautie, die in de resolutie van 7 september 1731 wel geëist werden, te verlenen aan personen die vanuit de stad Mechelen naar elders vertrekkende, dat de 1e suppliant van dezelfde Anna Maria Guij eerst in der minne en daarna gerechtelijk wel gevergd had een dusdanige akte van cautie maar dat ze daaraan niet had gedefereerd [defereren = aanbrengen, overgeven, opdragen, verklikken], dat de supplianten vervolgens de voorn: Anna Maria Guij voor hen hebben laten komen en dat men toen een akte van cautie gevorderd heeft, waarop zij zei die niet te hebben omdat men in Oostenrijks Brabant zulke borgbrieven niet gewoon was af te geven en de supplianten verzoeken nu dat haar Ho: Mo: aan hen gelieven te alten toekomen een besluit hoe zij zich in deze hebben te gedragen; het rekest wordt doorgestuurd naar de Raad van State ter advisering die dat advies vervolgens zullen doorsturen naar de Ho: Mo: en waarop na deliberatie is besloten het toe te sturen aan de kwartierschout van Peelland of bij diens absentie aan zijn stadhouder om de Ed: Mo: over deze kwestie een bericht te sturen folio 306 verso – vrijdag 6 juni 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling geschreven te Veere zonder expressie van tijd, inhoudende een reactie op het rekest van de


regenten van Aarle Rixtel in kwartier Peelland die verzoeken om continuering van hun octrooi van 24 september 1738 om voor de tijd van nog eens 10 jaren de heffing van wegen bruggeld op een wagen met twee paarden bespannen als ook van een kar geladen zijnde een ½ stuiver, ledig zijnde half geld en van ieder ledig paard mitsgaders van ieder hoornbeest een duit, alles ingaande 20 september 1748 onder betaling van een jaarlijkse recognitiecijns van 4 gl. waarvan men de verbandbrieven zal laten passeren op de leen- en tolkamer; voorts verzoekt men om in plaats van om de 5 jaren een behoorlijke rekening te overleggen over alle inkomsten van dat wegen bruggeld die te mogen opnemen in hun jaarlijkse dorpsrekening in het kapittel van ontvangsten, zoals dat destijds ook is gepermitteerd aan de regenten van Sint Michielsgestel

folio 307 – vrijdag 6 juni 1749Missive van genoemde raad en rentmeester generaal der domeinen op een rekest van de regenten van Loon op Zand te kennen gevende dat door het leger in het jaar 1748 op hun heide een grote menigte van putten en kuilen is blijven liggen, die hinderlijk zijn voor eenieder die daar passeert, om die te dempen en weer gelijk en glad te maken, welk werk ze onmogelijk konden realiseren, waarop door de raad en rentmeester generaal niet alleen aan de supplianten maar ook aan die van Tilburg, Waalwijk, Drunen en Udenhout waren aangeschreven om met elkaar te overleggen en middelen te beramen die het beste zouden zijn om die putten en kuilen zo spoedig mogelijk te dempen en planeren en ze verzoeken dat dit werk publiek mag worden aanbesteed

folio 310 – vrijdag 6 juni 1749Missive van de commies van ’s lands magazijn te ’s-Hertogenbosch Berchuijs waarbij hij doorstuurt de condities waarop de defecte eikenbomen en grenen batterijenplanken en ribben die van de beddingen zowel in de stad als op de schansen zijn gekomen door de auditeur militair zijn verkocht, met tevens een verzoek om een ordonnantie van twee of ten minste een duizend gulden ter goeder rekening

folio 313 – vrijdag 6 juni 1749Missive van J.W.D. de Jongh stadhouder van de kwartierschout van Kempenland geschreven te Valkenswaard die de bezwaren bekend maakt waarom uit de reeds genegotieerde of nog te negotiëren gelden door de dorpen van genoemd kwartier niet gevoeglijk kan worden betaald de fourage door de conducteurs die nog verschuldigd is aan aannemer Caters

folio 321 – maandag 9 juni 1749Rekest van Maria Elisabeth Cremers weduwe van wijlen mr. Abraham Hubert wonende te ’s-Hertogenbosch, daarbij te kennen gevende dat haar Ed: Mo: op 9 juli 1717 van wijlen Thomas Hubert hebbende gehuurd diens huis genaamd ‘het Groot Keijsershof’ binnen de stad en het huurcontract op 27 november 1726 voor de tijd van nog eens 10 jaren op dezelfde condities hebben gecontinueerd en dat nu nog onlangs op 22 september 1734 die huur voor 15 jaren is vernieuwd op dezelfde condities en voorwaarden als van 9 juli 1717, uitgezonderd dat de huur voortaan jaarlijks zou bedragen 900 gl. door de ontvanger van de gemene middelen over de stad om de 6 maanden te betalen, verzoekende dat de Ed: Mo: met de supplianten die huur gelieven te continueren voor zoveel jaren als het Ed: Mo: zullen goedvinden na afloop van het huidige contract, welk rekest wordt overhandigd aan de commissie die eerdaags naar de Maas gaat om over die verlenging te praten

folio 328 – dinsdag 10 juni 1749


Rekest van Jenneke weduwe van Jan Huijbers wonende te Bakel in kwartier Peelland te kennen gevende dat zij suppliante bij het afsterven van haar man pachteres is gebleven van een hoeve en klamp tienden toebehorende aan de commanderij van Gemert en gelegen onder Bakel [met veel details]

folio 335 – donderdag 12 juni 1749Missive van luitenant Mulkhuijsen geschreven te ’s-Hertogenbosch te kennen gevende dat hij door de commies Cassa is gemaand tot betaling van 9 gulden Hollands die hij aan de banier Lambert te Parijs schuldig zou zijn en dat de reden daarvan is dat hij voor de krijgsgevangenen van de compagnie van luitenant kolonel Van Grotenraij in het regiment van luitenant generaal Van Kinschot voor de maand ingaande 2 december 1748 63 gl. heeft getrokken, waarop door solliciteur Van den Berg slechts 54 gl. is betaald [met nadere details]

folio 335 verso – donderdag 12 juni 1749 Missive van luitenant generaal De Guij commandeur van ’s-Hertogenbosch aangevende dat hij alle bomen op de kapitale wal en op de beide forten Isabel en Anthony heeft laten snoeien en het hout daarvan in twee dagen publiek heeft verkocht met een opbrengst van 1241:10:0 en waarvan aan aannemer Jan Schouw aan arbeidsloon is betaald voor dat snoeien een bedrag van 816:0:0 en ook voor het snoeien op Cevecoeur heeft hij contact opgenomen met ingenieur Pierlink en een akkoord gesloten met Schouw en heeft hem betaald 160 gl. zodat nog 265:120:0 overblijft die hij zal overhandigen aan ontvanger Bosschaart’ voorts meldt hij dat het houten paard [een der strafwerktuigen] dat bij de hoofdwacht staat door ouderdom uit een gevallen is met verzoek om een ander te mogen laten maken en na deliberatie wordt besloten hem te autoriseren een nieuw houten paard te laten maken en de 265 gl. te overhandigen aan de commies van ’s lands magazijnen die gelast wordt uit die 265 gl. de onkosten te betalen van dat nieuwe houten paard en hiervan zal een extract gestuurd worden aan de generaliteitsrekenkamer

folio 345 – maandag 16 juni 1749Missive van ingenieur De Roij inhoudende zijn beschouwing of consideratie omtrent de meest geschikte plaats op de wallen van de stad ’s-Hertogenbosch tot het oprichten van een kruitmagazijn met bijvoeging van een project ervan dienende tegelijk voor een dergelijk magazijn op de Papenbril, welk project wordt doorgestuurd naar enige heren van de raad om het te onderzoeken en daarover te rapporteren

folio 345 verso – maandag 16 juni 1749Missive van Tengnagel rentmeester der geestelijke goederen en van rentmeester De Back op een rekest van de regenten van Bergeijk Westerhoven en Borkel in kwartier Kempenland i.v.m. de verpachting der tienden in hun dorpen zowel de grove als smalle tienden [met details]

folio 346 – maandag 16 juni 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen De Schmeling op een rekest van P. van den Broek de zoon van Dirk van den Broek uit de heerlijkheid Stratum bij Eindhoven te kennen gevende dat achter diens woonhuis een erf ligt bekend onder de naam de Keijser en dat daar eertijds een bierbrouwerij op heeft gestaan met ketel kuip en verder brouwgereedschappen; de brouwerij is er in wezen nog wel maar zijn vader heeft, het huis in lijftocht bezittende, het brouwgereedschap laten vervallen en de brouwketel en gereedschap is verder weg geraakt en de brouwerij is onbruikbaar geworden en hij verzoekt nu om een akte van admissie en octrooi om op die plek toch weer een brouwerij te mogen oprichten om


er te brouwen zoals dat voorheen is gebeurd; idem heeft de raad en rentmeester gereageerd op een rekest van de regenten van Vessem die permissie hebben gevraagd om geld te mogen opnemen – zie ook folio 398 verso, zie voor Stratum ook folio 435

folio 347 – maandag 16 juni 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling op een rekest van de regenten van Haaren in kwartier Oisterwijk daarbij te kennen gevende dat de geërfden en ingezetenen van hun dorp gerechtigd zijn hun paarden koeien en schapen te laten weiden op de gemeente aldaar, dat ten dien einde het voorschreven vee langs ’s heren wegen naar de gemeijnt werd gedreven maar dat sommige baatzuchtige mensen hun vee van de weg af laten gaan in de akkers en weilanden van hun buren zonder daarop toezicht te houden, waardoor die landerijen als ook aan ’s heren wegen schade wordt toegebracht aan bomen en houtgewassen en om dat te voorkomen zijn door de regenten van diverse dorpen al schutskooien opgericht en schutters aangesteld die al dat vee dat in andermans land loopt en de houtgewassen beschadigt in een van de schutskooien te plaatsen, maar aangezien Haaren geen schutskooi heeft en de beesten zouden dan moeten worden gebracht in de schutskooi van Oisterwijk maar die is ver af gelegen; ze verzoeken daarom permissie om een schutter te mogen aanstellen die tevens als bedeljager of armenjager op een redelijk traktement in dienst kan worden genomen en ze verzoeken een schutskooi te mogen plaatsen in hun dorp en dat ze op basis van het schutrecht een vergoeding mogen vragen van de schade die door bepaalde eigenaars van vee wordt aangericht nl. voor elk paard 10 stuivers, voor een koe 15 stuivers en voor ieder schaap 3 stuivers, maar ’s nachts het dubbele daarvan, zoals dat op de meeste plaatsen usantie is; de raad gaat akkoord met dit verzoek

folio 348 – maandag 16 juni 1749Rekest van de regenten van Heesch in kwartier Maasland te kennen gevende dat de heren gecommitteerden die op de verpachting der tienden van 1739 waren op basis van een resolutie van 24 juni van dat jaar de gemeente van Heesch hebben gelieven aan te schrijven de tienden van hun dorp, voor zover die onder de administratie van rentmeester Tengnagel vallen te weten de grove tienden voor 60 mud rogge en de smalle tienden voor 50 gl. worden gerekend en dit wordt gecontinueerd vanaf 1749 op dezelfde basis

folio 354 verso – maandag 16 juni 1749De Nederduits gereformeerde gemeente te ’s-Hertogenbosch kan weer rekenen op een extraordinaire oort stuiver van alle gemene landsmiddelen bestemd voor de diaconie

folio 362 verso – dinsdag 17 juni 1749Rekest van de regenten van de vrije heerlijkheid Nieuwkuijk in de Langstraat die verzoeken hen te permitteren om voortaan binnen hun heerlijkheid de Heusdense el maten en gewichten te mogen gebruiken; een kopie hiervan wordt naar de raad van state gestuurd ter advisering en vervolgens doorgestuurd naar de Ho: Mo:; ten slotte vraagt men de kwartierschout van kwartier Oisterwijk om advies en hen daaromtrent te rapporteren

folio 365 verso – dinsdag 17 juni 1749Rekest van J.W.D. de Jongh stadhouder van kwartier Kempenland als bericht op een rekest van de regenten van Eindhoven en omliggende heerlijkheden over de betaling van hun aandeel in een zekere hoeveelheid hooi

folio 367 – dinsdag 17 juni 1749


Rekest van Florent Philippe de Courcelles major op het fort St.Antonij bij ’s-Hertogenbosch over de betaling van zijn traktement

folio 367 verso – dinsdag 17 juni 1749Rekest van Hiacintus Frericus de Vos van Steenwijk commandeur op het fort Isabella bij ’s-Hertogenbosch verzoekende om de vervallen en versleten kozijnen van de voorkamers van het huis dat hij bewoont te vernieuwen met Engelse ramen, welk bericht wordt doorgestuurd naar de heren gecommitteerden die op de verpachting der tienden komen om daar een besluit over te nemen en daarover te rapporteren

folio 369 – dinsdag 17 juni 1749Bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling en van de leenmannen van de leen- en tolkamer over de vrijdom van de houtschap voor de poorters van ’s-Hertogenbosch waarbij wordt verwen naar een octrooi van de aartshertogen Albertus en Isabella van 7 december 1612 dat aan Schijndel is verleend en vervolgens volgt een zéér uitvoerige beschouwing over deze materie [6 folio’s – interessant stuk]

folio 372 verso – dinsdag 17 juni 1749Onderzoek van een bericht van rentmeester De Back op een rekest vsan de classis van Peel- en Kempenland te kennen gevende hoe de plaatsen Eersel Duizel en Steensel in kwartier Kempenland door het overlijden van Willem Peijpers predikant aldaar vacant is en die van de classis van die tijd af tot ultimo maart van dit jaar, wanneer het jaar van gratie voor de overgebleven weduwe is geëindigd zonder interruptie de godsdienst hebben waargenomen en met grond verwacht dat genoemde weduwe of iemand in haar naam aldaar komende prediken zouden hebben gedefroijeerd of kost en schadeloos gehouden doch dat zulks niet was geschied en zelfs bij de voorschreven weduwe werd gesustineerd omdat zij daartoe ongehouden was, verzoekende dat haar Ed: Mo: rentmeester De Back geliefden te autoriseren om uit het jaar van gratie van de voorschreven weduwe aan de predikanten die de plaatsen bij beurten hebben waargenomen op een redelijke wijze te voldoen; besloten is een daalder te spenderen aan iedere waargenomen predikbeurt [met details]

folio 374 verso – woensdag 18 juni 1749Rekest van Balthasar Coijmans te kennen gevende dat hij suppliant als Heer van deurne mits de vrijwillige afstand van Anthony La Forme van de schoolmeesters-, kosters-, voorlezers- en voorzangersplaats te Deurne die bediening heeft geconfereerd op de persoon van Gerrit Hampen, verzoekende aan de Ed: Mo: dat zij deze collatie gelieven te laten welgevallen en aan genoemde Gerrit Hampen de nodige akte daarvan te verlenen; na deliberatie is besloten, gelet op het recht van presentatie van de suppliant dat hem toekomt op basis van een resolutie van de 24 december 1709, de heren Scheijderuijt en secretaris Hop van de raad van state te committeren om aanwezig te zijn als predikant Van Staveren de nieuwe kandidaat examineert om te zien of die over de vereiste bekwaamheden beschikt voor deze functie – zie folio 468 verso [akkoord]

folio 378 – woensdag 18 juni 1749Missive van rentmeester De Back die klachten heeft gekregen van de zijde van de pachter van de watermolen te Venbergen met verzoek die te visiteren vanwege de opgelopen schade vanwege hoog water in het voorjaar van 1749, van welke schade reparatie zal bedragen 709:16:0 waarop is besloten de rentmeester te vragen een aanbesteding te doen; voorts meldt hij dat wanneer de koper van het dak van de kerk van Hoge Mierde dat wil afbreken de regenten aldaar op zijn kantoor zijn komen klagen en ze van mening waren dat het gemene


land en de abt van Averbode verplicht waren de kerk te onderhouden , dat de renten gehorende aan de kerk ruim 40 gl. per jaar bedragen welk bedrag nu wordt genoten door de kerkmeester van Lage Mierde en ze verzoeken dat de afbraak van de kerk van Hoge Mierde enige tijd kan worden opgeschort [met nadere details]

folio 381 – woensdag 18 juni 1749Onderzoek van een missive van rentmeester De Kempenaer van de 29e april inhoudende dat enige dagen geleden weer bij hem zijn geweest op zijn kantoor een zekere Anthonij Haasen inwoners der heerlijkheid Asten om te vernemen of zekere goederen van Catharina Andriessen bij hem in mei 1740 bij executie gekocht, aan hem nog niet konden opgedragen worden en tevens te kennen gevende dat het huis daarop staande, wederom noodwendig moest worden gerepareerd en dat zonder verzekering, dat hij daarvan eigenaar zou blijven, hij geen verdere onkosten durfde te doen, verzoekende aan hem ontvanger de afdoening van die zaak bij haar Ed: Mo: te willen besolliciteren, hij ontvanger daarbij voegende naast de kopie van zijn missive van 27 oktober 1745 en nadere consideratie [met details]

folio 383 verso – donderdag 19 juni 1749Missive van de magistraat van ’s-Hertogenbosch die verzoeken de interpretatie te mogen ontvangen van het octrooi van 3 februari 1741 over het akkoord van het maken van een straatweg op Eindhoven en ze vragen om een verklaring ‘dat het straatgeld verschult is en betaald moet worden door de voitures en karren welke bij het afkomen van de Boxtelse Heijde niet direct op Boxtel inrijden maar de bijweg op Breukelen inslaan en dat het de magistraat van de stad geoorlooft is desen bijweg ter plaatse voorsz. met een barrière of ketting af te sluijten mits dat den pagter van het straatgeld aldaar altijd iemand present sal moeten hebben om de voitures en karren onder betaling van het gestelde straatgeld te laten passeren’ welk rekest na deliberatie wordt overhandigd aan de raad en rentmeester generaal der domeinen om haar Ed: Mog: op den inhoud ervan nader te berichten

folio 393 – vrijdag 20 juni 1749Rekest van de regenten van Eersel Steensel en Duizel met een zéér uitvoerige beschouwing op basis van een reglement van 3 augustus 1662 en een resolutie van 25 oktober 1662 over de vacatiekosten die men geniet en de verhoging ervan [met veel details]

folio 409 – maandag 23 juni 1749Missive van Tengnagel rentmeester der geestelijke goederen op een rekest van die van de classis van ’s-Hertogenbosch te kennen gevende, dat door de droevige brand van 2 of 3 jaren geleden die het dorp Kuijk [vermoedelijk Nieuwkuijk bedoeld] is overkomen de meeste huizen en ook de kerk geheel zijn afgebrand en tot op de dag van vandaag in zijn puinhopen is blijven liggen, doch dat nu gemeld dorp wederom tot zijn vorige staat teruggebracht zijnde, de huizen opgebouwd en ook het schoolhuis op kosten van de ingezetenen vernieuwd is, ondanks het feit dat ze door sterfte van het rundvee zijn getroffen; ze verzoeken nu de Ed: Mo: of ze hun kerk in een goede staat willen laten terugbrengen zodat daarin de godsdienst weer beoefend kan worden

folio 420 – dinsdag 24 juni 1749 Missive van ingenieur De Roij in garnizoen te ’s-Hertogenbosch met een bericht of de palissaden die aldaar op voorraad zijn gevoeglijk is ’s lands stallingen kunnen worden geborgen zonder die buiten enig gebruik te stellen, maar dar bericht brengt wel mee dat wanneer de palissaden in ’s lands stallingen worden gebracht die niet toereikend zullen zijn om de thans in garnizoen zijnde cavaleriepaarden te bergen als die uit de wei zullen komen,


doch dat de twee stallingen die in 1747 zijn gemaakt op het Begijnhof tot berging der artilleriepaarden in winterseizoenen en waarin geen bevloering is aangebracht, geheel met palissaden gevuld kunnen worden waarin er ongeveer 6000 zullen gaan die van buiten de boom zullen moeten getransporteerd worden ter welker plaatse er dan nog ongeveer 3000 zullen blijven onder een oude logie die aldaar in het gedetacheerde werk staat waarop alleen een strooien kap ligt; voorts heeft hij onderzocht of in een der nieuwe kazematten op het fort Crevecoeur niet de nodige luchtvensters kunnen worden gemaakt tot berging van het kruit dat zich aldaar bevindt; hij geeft de Ed: Mo: in overweging of in het achtervenster geen tralie kon worden gemaakt dicht gevlochten met koperdraad met nog een dubbel houten venster dat van tijd tot tijd wordt opengezet en het venster en de deur met palissaden af te sluiten waarin dan het kruit geborgen kan worden tot het moment waarop het kruitmagazijn hetgeen op het genoemde fort, al voor 2/3 is voltooid, verbouwd zal zijn

folio 425 – dinsdag 24 juni 1749Instructie voor de apotheker van het garnizoenshospitaal te Namen samengevat in 7 arikelen

folio 429 – dinsdag 24 juni 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen De Schmeling op een rekest van drossaard en regenten van de heerlijkheid Sint Michielsgestel die verzoeken om prolongatie van het octrooi tot het heffen van bruggeld gestuurd aan de raad om advies

folio 434 – dinsdag 24 juni 1749Onderzoek van een bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling op een rekest van de regenten der heerlijkheid Venloon of Loon op Zand te kennen gevende dat door het kampement van het leger op de heide aldaar in 1748 een grote hoeveelheid putten en kuilen zijn overgebleven die men wil dempen en planeren zodat de passage weer normaal kan zijn en dit na overleg met Tilburg Waalwijk en Drunen en welk werk publiek aanbesteed zou moeten worden ten laste van het kwartier van Oisterwijk [met details]

folio 438 verso – woensdag 25 juni 1749Rekest van de regenten der heerlijkheid Drunen in kwartier Oisterwijk die een verzoek indienen om jaarlijks drie vrije jaarmarkten te mogen houden nl. woensdag na 12 april, de 20e augustus en de 3e of laatste op 9 november en mocht die op zondag vallen dan een dag later en ze verzoeken om afgifte van een octrooi in communi forma; een kopie wordt doorgestuurd naar de raad van state wier bericht later wordt doorgestuurd naar de raad en rentmeester generaal der domeinen De Schmeling als mededeling

folio 442 – woensdag 25 juni 1749Rekest van Gerardus Tabbers rooms werelds priester en geboortig van Tilburg in kwartier Oisterwijk die zijn zending heeft bekomen als 2e kapelaan te Hilvarenbeek ingevolge een resolutie van de 28e mei jl. met verzoek om een akte van consent of admissie die hem wordt verleend omdat hij voldoet aan de eigen zoals vastgelegd in de resolutie van 19 juli 1730 en van hem wordt voorts verwacht dat hij de verklaring ondertekent die in een speciaal register wordt bewaard ter secretarie van de raad

folio 442 – woensdag 25 juni 1749Rekest van Mr. Abraham van den Heuvel vader van Leonard Willem van den Heuvel te kennen gevende dat de suppliant op 3 juni 1749 van haar Ho: Mo: had verworven de approbatie op de collatie van de gecombineerde beneficien der altaren van Sint Catharina,


Sint Antonius en Georgius binnen de kerk van Bakel te voren bezeten door Dankert de Kempenaar door de Baron van Sikkingen tot Ebernburg den ‘Hogen Duijtschen Ordens Ridder en Landcommandeur der Ballie Aldenbiesen’ op de genoemde Leonard en wel voor een periode van 7 jaren volgens de akte van collatie dd. 1 augustus 1748 en op 17 juni is de akte van zuivering afgelegd en aanvaard en de betaling geschiedt door de rentmeester der geestelijke goederen in kwartier Peelland De Kempenaar maar niet zonder toestemming der Ed: Mo:

folio 461 verso – vrijdag 27 juni 1749Ter illustratie opgenomen: in Bergen op Zoom betaalt men de krankbezoeker 100 gl. - voorlezer 50 gl. - koster 25 gl. – klokkenluiders 49:4:0 – organist 72 gl. – orgeltrapper 6 gl. – brood en wijn voor het avondmaal [nagtmaal] 165:12:0 en hetgeen overschiet trekken de predikanten 82:4:0 – samen 550 gl.; er zijn twee bedieningen die fluctueren nl. organist en orgeltrapper alsmede dat de wijn en het brood voor het heilige avondmaal in 1747 maar voor een ½ jaar en in 1748 voor ¼ jaar nl. op kerstmis geleverd is door de invasie der Fransen [met nadere details]

folio 463 – vrijdag 27 juni 1749Missive van de schout en regenten van Oisterwijk op een rekest van Jacob de Lessart lidmaat van de ware gereformeerde religie te kennen gevende dat hij suppliant in het huwelijk is getreden met Maria Anna Gerbaalert, zich vervolgens metterwoon heeft gevestigd te Leeuwarden en aldaar de jeugd heeft geïnstrueerd betreffende de Franse taal als ook in de spel-, schrijf- en rekenkunde en zijn huisvrouw de jonge meisjes leerde breien en naaien en in andere handwerken van die natuur; 20 jaren geleden is te Oisterwijk een Franse school opgericht zowel voor kostkinderen van buiten als voor kinderen van de lokale ingezetenen en dat die school ruim een jaar, vermits het vertrek van de laatste Franse schoolmeester Jan Baptista Guijon is komen op te houden en hij wel genegen is om aldaar een Franse school te stichten en te houden zowel voor kostkinderen en kinderen van Oisterwijkse ingezetenen, maar zulks mag niet geschieden zonder permissie van de Ed: Mo:, vandaar dat hij een verzoek indient om ten dienste van de jeugd met die Franse school te beginnen en verzoekt om een akte in forma, presenterende hij suppliant zich in alles te gedragen naar de richtlijnen van het schoolreglement dat door de Ho: Mo: is vastgesteld; de raad gaat akkoord

folio 464 – vrijdag 27 juni 1749Rekest van de stadhouder van kwartier Peelland met de agendapunten voor de komende generale kwartiersvergadering

folio 466 – maandag 30 juni 1749Missive van ingenieur de Roij te ’s-Hertogenbosch van de 28e te kennen gevende dat de twee loodsen op het Begijnhof in de stad met het appropriëren van dat Begijnhof tot exercitie- of paradeplaats plaats die loodsen verzet zullen moeten worden en het meest geschikte is om die te plaatsen op het Sint Jacobskerkhof, waarbij hij tevens voorstelt enige veranderingen aan te brengen aan die loodsen zodat ze kunnen dienen tot berging van artilleriebehoeften en opstapeling van palissaden – zie ook folio 497 verso

folio 469 verso – maandag 30 juni 1749Reactie op een bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen De Schmeling op een rekest van de regenten van Oerle die hebben verzocht geld te mogen opnemen gezonden aan de raad om advies


folio 471 – maandag 30 juni 1749Onderzoek van een bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen De Schmeling op een rekest van de regenten van Aarle Rixtel in kwartier Peelland die een verzoek hebben ingediend om het heffen van brug- of weggeld te mogen continueren [met veel details]

folio 474 verso – maandag 30 juni 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen De Schmeling met informatie over de weg tussen Lommel en Luiksgestel en wat de voortgang in deze is

folio 477 verso – maandag 30 juni 1749Rekest van die van de classis van Peel- en Kempenland verzoekende om approbatie van het door hen gedaan beroep van Henricus Voget tot adjunct predikant te Lommel in de plaats va Jacobus Ross die is vertrokken naar Eersel Duizel en Steensel

folio 479 verso – maandag 30 juni 1749Rekest van drossaard en regenten van Tilburg in kwartier Oisterwijk die verzoeken geld te mogen opnemen om hun schulden te kunnen voldoen

folio 501 – woensdag 2 juli 1749Onderzoek van een bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling op een rekest van drossaard en regenten van Sint Michielsgestel die een verzoek indienen tot prolongatie van hun octrooi tot het heffen van brug- of weggeld

folio 502 verso – donderdag 3 juli 1749Missive van rentmeester Tengnagel met een bericht op de missive van de magistraat van ’s-Hertogenbosch rakende het verplaatsen van de paradeplaats op het Begijnhof [bagijnhof] en een verzoek om remissie op de verpondingen en renten wegens genoemd Begijnhof, welke missive door enige heren van de raad nader zal worden onderzocht

folio 524 – maandag 7 juli 1749Onderzoek van een bericht van de ontvanger der verpondingen Smits en van rentmeester Tengnagel op een missive van de magistraat van ’s-Hertogenbosch daarbij voorslaande het bestraten en verder appropriëren van het Begijnhof tot een parade- en exercitieplaats van het garnizoen ten haren kosten, indien haar Ed: Mo: zouden gelieven te ordonneren dat het genoemde Begijnhof nadat het geapproprieerd zal zijn door de militie tot een parade- en exercitieplaats voortaan altoos zal gebruikt worden; ten 2e van het genoemde Begijnhof te amoveren de twee laatst nieuw gebouwde loodsen en ten 3e de stad te ontheffen van de betaling zowel van ’s lands verpondingen van 113:12:8 als van een rente van 10:14:0 welke wegens de grond jaarlijks aan het kantoor der episcopale goederen over ’s-Hertogenbosch vergolden werd; idem de missive van major ingenieur De Roij berichtende waar gevoeglijk de twee loodsen zouden kunnen worden geplaatst die op het Begijnhof staan ; idem een missive van commandeur De Guij aangevende dat hij diverse keren in gesprek is geweest met de ingenieurs De Roij, Van den Heuvel en Pierlinck met de gecommitteerden van de magistraat i.v.m. het bestraten van het Begijnhof en het appropriëren ervan tot parade- en exercitieplaats voor het garnizoen [met details]

folio 527 verso – maandag 7 juli 1749Missive van Henricus Carp predikant te Rosmalen te kennen gevende dat Martinus van Heijnsbergen schoolmeester te Gewande in kwartier Maasland en onder Rosmalen gehorende te kennen heeft gegeven dat zijn omstandigheden niet langer toelieten genoemde


schoolmeestersplaats te bedienen en daarom daarvoor bedankte; na deliberatie is besloten binnen 8 dagen een besluit te nemen aangaande die schoolmeestersplaats

folio 531 verso – maandag 7 juli 1749Missive van de hoog- en laagschout van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch de Graaf van Rechtere geschreven in Den Haag als reactie op een rekest van Henricus Paijmans rooms werelds priester en pastoor te Lith die verzoekt vanwege zijn indispositie om een assistent te mogen krijgen met tevens aan zijn rekest toegevoegd een attestatie over die indispositie, welk rekest wordt doorgestuurd naar secretaris Hop ter examinatie en waarover die verzocht wordt te rapporteren

folio 531 verso – maandag 7 juli 1749Rekest van de regenten van Bladel en Netersel met verzoek om geld te mogen opnemen ter voldoening van achterstallige legerschulden nl. voor Bladel 2500 gl. en Netersel 1000 gl.

folio 532 verso – maandag 7 juli 1749Rekest van Claas Goij, Jan Dunhart en Evert Bosboom schippers wonend ete Kampen te kennen gevende dat zij bij gelegenheid van het vertrek van het regiment Zwitsers van kolonel Graffenried uit genoemde stad naar ’s-Hertogenbosch, met de voornoemde kolonel een contract hebben afgesloten om die zieke manschappen met hun schepen van Kampen naar ’s-Hertogenbosch te transporteren en volgens contract voor ieder van hem 164:0:0 ofwel samen 492:0:0 zoals blijkt uit de attestatie van Graffenried die aan het rekest is toegevoegd, met het verzoek om een ordonnantie zoals afgesproken

folio 552 – woensdag 9 juli 1749Missive van rentmeester De Kempenaar inhoudende dat hij in gevolge de resolutie van 17 oktober 1748 het verval van de kerk van Stiphout nader heeft bekeken en een bestek heeft vervaardigd ter aanbesteding van de reparatie, die op 23 juni jl. is aanbesteed en is aangenomen door Jan Francis van de Weijer voor 2300 gl.

folio 552 – woensdag 9 juli 1749Missive van rentmeester De Kempenaar van de 8e juli inhoudende dat hij in januari jl. is geïnformeerd geworden dat door de storm in het laatst van december 1748 een groot gedeelte van de muur aan de zuidzijde van de ‘Capelle tot Vlierden’ is ingestort en het overige zeer uitgeweken was en dat tevens het strooien dak veel geleden zou hebben; dat hij bij provisie en precautie tot voorkoming van verdere schade had laten gebruiken en tegelijk de kerk van Stiphout nader te bekijken en dat hij een bestek van reparatie van de kapel alsmede van de Stiphoutse kerk heeft aanbesteed en waarvan aannemer is geworden Jan Francis van de Weijer voor een som van 1650 gl. volgens de kopie van het bestek en conditie die aan de missive is toegevoegd, welke missives en bestekken worden doorgestuurd naar thesaurier generaal Van der Does om nader te onderzoeken en daarover te rapporteren

folio 554 – woensdag 9 juli 1749Nadere informatie over het plan van negotiatie in de vorm van een loterij samengevat in 13 artikelen

folio 561 – woensdag 9 juli 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling en van de leenmannen van de leen- en tolkamer te ’s-Hertogenbosch op een missive van die van de


raad en rekeningen van Zijne Hoogheid de Prins van Oranje en Nassau i.v.m. de rekeningen der dorpen en heerlijkheden binnen de Meierij van ’s-Hertogenbosch

folio 561 verso – woensdag 9 juli 1749Missive van de raad en rentmeester generaal en de leenmannen van de leen- en tolkamer inhoudende dat van tijd tot tijd is voorgekomen dat de eigenaars der huizen binnen de stad ’s-Hertogenbosch in de goten langs de publieke straten ijzeren tralies of roosters hebben geplaatst waar voor de vuiligheid blijft staan en de afloop van het water wordt belemmerd en waaruit dan vooral ’s zomers met droog en warm weer een vuile stank wordt veroorzaakt en bij zware regens hetzij in de zomer of in de winter de straten en huizen onder water raken en dat ook sommige van die goten met dichtmetseling houten bruggen of stenen dorpels zijn bedekt en dus niet behoorlijk gezuiverd kunnen worden; de magistraat heeft in overweging genomen een publicatie te laten uitgaan een de ingezetenen om de roosters en andere beletselen af te breken, tenzij zij door een wettige permissie en onder betaling van een recognitiecijns aan de domeinen waren geautoriseerd of dat zij na verloop van enige tijd nadat de publicatie is verschenen daarover gelijk mede over de diepte en breedte der goten de schouw zouden voeren; ‘dan alsoo sij in opsigte van sodanige gooten tralien roosters en andere empeschementen geen particuliere placaten of ordres en dus ook geen penaliteiten hebben gevonden en zij hesiteerde off het placcaat op het voeren der schouwe, in dato den 20e

maart 1653 bij haar ten desen wel applicabel soude kunnen worden gemaakt, zij d evrijheid nemen haar Edele Mogende in bedenken te geven of zij niet souden kunnen worden geauthoriseert om bij publicatie op den voet en onder penaliteit als hier voor, het amoveren der roosters of tralien in d egooten langs de publique straten der stad te ordonneren, gelijk ook om de breedte en diepte der gooten, nevens en door de publique straten te bepalen en des noods daar over de schouw te voeren, in gevolge en op de penaliteiten vervat in haar Ho: Mo: placcaat van den 20e maart 1653 en of dan verder de magistraat der stad niet soude kunnen worden aangeschreven, omme het gilde der metselaars en de straatmakers aldaar te gelasten, geen goten te verhogen, te verdiepen, te verbreeden of smalder te maken, gelijk ook geen goten langs of door de publique straten met drempels of andersints te bemetselen of dekken, anders dan volgens de keure bij haar [daartoe geauthoriseert sijnde] te maken, sal sijn geordonneert’; de missive wordt overhandigd aan de magistraat van de stad om te dienen als bericht

folio 570 verso – donderdag 10 juli 1749Rekest van Johan Hubert van den Heuvel 1e aanwezige ingenieur te ’s-Hertogenbosch die opzichter was van de fortificatiewerken en het maken van een nieuw kruitmagazijn en kazematten te Crevecoeur en hij was ook betrokken bij het verder in staat stellen en opmaken van de nieuwe schans te Orthen; declaratie van daggeld en wagendienst en paardengeld van 12 februari tot en met 30 juni bedragende 625:10:0 met verzoek om afrekening

folio 572 verso – vrijdag 11 juli 1749Missive van rentmeester De Back die publiek heeft aanbesteed de reparatie en vernieuwing van ’s lands koren- water- en schorsmolen te Venbergen onder Valkenswaard begroot op 695:0:0

folio 573 – vrijdag 11 juli 1749Rekest van W.Neomagus weduwe van Willem Peijpers in leven predikant te Eersel Duizel en Steensel in kwartier Kempenland verzoekende om het ordinaris weduwetraktement en de betaling ervan, welke akte van betaling wordt verleend


folio 573 – vrijdag 11 juli 1749Rekest van Anthony van Hanswijk te kennen gevende dat hij heeft aangenomen de leverantie van 200.000 rations haver aan de Staatse troepen in de jaren 1747 en 1748 en 20021/2 rations fourage geleverd aan de huzaren van Frangipani in januari 1748 voor een bedrag van 500:12:6 nl. 5 stuivers per ration

folio 587 verso – maandag 14 juli 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant en de leenmannen van de leen- en tolkamer die enig bedenken hebben t.a.v. enige punten uit de ordonnantie op de houtschat van de 17e juni

folio 596 verso – dinsdag 15 juli 1749Bericht van de hoog- en laagschout van ’s-Hertogenbosch op een rekest van Henricus Paijmans rooms werelds priester die gevraagd heeft een assistent te mogen inzetten vanwege zijn indispositie breder gemeld in de notulen van 14 april 1749 waarop na deliberatie is besloten te permitteren dat gedurende de dispositie en absentie van de suppliant de pastorie van Lith door een rooms werelds priester en tevens inboorling van de staat als assistent mag worden aangenomen om de dienst aldaar waar te nemen, mits die een zending krijgt van de vicaris generaal van het bisdom en de aan te stellen assistent zal betaald moeten worden uit de inkomsten van de pastorie en dat zonder enig bezwaar van de ingezetenen

folio 597 – dinsdag 15 juli 1749Missive van de commies van ’s landds magazijn te ’s-Hertogenbosch Berchuijs die gelast is om de materialen uit het hospitaal door te sturen naar Bergen op Zoom nl. 400 matrassen en een gelijk aantal peluwen en dekens

folio 602 verso – dinsdag 15 juli 1749Rekest van de stadhouder van het kwartier van Oisteriwjk te kennen gevende dat de supplianten zijn geïnformeerd dat de regenten van het kwartier van Peelland in hun staat van schulden hebben opgenomen de daggelden van de conducteurs welke bij de karren en pioniers die vanuit dat kwartier hebben gediend te Bergen op Zoom en elders; idem de conducteurs uit kwartier Kempenland en de heren die op de verpachting der tienden komen zullen de rekeningen betreffende die conducteursgelden nader onderzoeken en vervolgens te zorgen dat die gelden worden voldaan

folio 611 – woensdag 16 juli 1749Rapport door heren van de Raad van State als reactie op de missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant en van de leenmannen van de leen- en tolkamer met een zéér uitvoerige beschouwing m.b.t. de nieuwe ordonnantie op de houtschat, waarbij de raad en rentmeester en de leenmannen worden geautoriseerd om de exceptie vervat in art.13 van die ordonnantie alwaar gesproken wordt van de vrijdom der poorters van ’s-Hertogenbosch, te dresseren in dezer voegen: ‘ten ware nogtans de reeds gedaane of nog te doene uijtgiften van de voorsz. nieuwe erven of concessien van op de gemeente te planten expresselijk inhielden, dat niemand aldaar van eenige vrijdom van den houtschat jovisseren sal of diergelijke woorden in substantie, waarvan in de lijst van verpagting specificq vermaan word gedaan; voorts om de regenten van de dorpen en plaatsen in de meijerije aan te schrijven, dat sij binnen sekeren korten tijd bij den gem: raad en rentmeester en leenmannen soo te bepalen, dat de verpagting op de nieuwe ordonnantie en lijst nog te rbehoorlijker tijd in dit jaat geschieden kan, ter leen- en tolkamer moeten overbrengen of oversenden copien authenticq van hunnen pootkaarten, privilegiën, octroijen of permissien, om voorhoofden of


gemeentens te beplanten ten einde na het ontfangen derselver daar van in de lijste sodanige mentie te maken, als sij Raad en Rentmeester en Leenmannen ter bereiking van haar Ed: Moogende oogmerk sullen oordeelen te behoren, en eindelijk om bij het 16e articul rakende het schutten van vreemde beesten op de gemeente komende te voegen sodanige pœnaliteiten en ordre van procederen, als sij bij hunne voorsz. missive hebben voorgeslgen, verdagt sijnde, dat het articul waar toe in die geprojecteerde bijvoeging relatie word gemaakt, sal sijn, soo als het aan haar Edele Mogende voorkomt niet het 21e maar het 22e en generalijk om d evoorsz. nieuwe ordonnantie, eer sij gedrukt word, in haar samenhang te revideren en te beschaven, ten einde eenige literale remarques, te gering om alhier te melden, die op deselve nog souden kunnen worden gemaakt, geen plaats meer mogen hebben en dat alles soo klaar en verstaanbaar sij, dat geringe menschen het konnen begrijpen, hoedanige klaarheid aan het art. sprekende van het hoven en erven over de dingbanken van Bergeijk etc. schijnt te ontbreken; wijder ste rescriberen aan den Raad en Rentmeester Generaal en Leenmannen bovengem: dat het is een notoir abuijs, wanneer in haar Edele Mog. resolutie van den 17e junij laastleden, ter plaatse daar gesproken word van het recht van de wage en verken te bezien tot Aarle, aangehaald word haar Edele Mogende resolutie van 17 juli 1644; dat het moet sijn 16 julij 1744, die te voren nog eens word gem: en dat sij wel sullen doen van dit erreur in het extract dat hun gesonden is, te corrigeren’ folio 616 – woensdag 16 juli 1749Onderzoek van een bericht van G.G.Tengnagel als raad en rentmeester generaal der episcopale en geestelijke goederen over de stad en kwartier Maasland op een rekest van de classis van ’s-Hertogenbosch te kennen gevende dat door de droevige brand die 2 à 3 jaren geleden heeft gewoed te Nieuwkuijk met de meeste huizen ook de kerk geheel is afgebrand en tot op de dag van vandaag in zijn puinhopen is blijven liggen , doch dat nu het dorp is teruggebracht in zijn vorige staat is teruggebracht, de huizen zijn opgebouwd en het schoolhuis op kosten van de ingezetenen aldaar is vernieuwd, niettegenstaande dat ze ook nog te maken hebben gehad met een ziekte en sterfte onder het rundvee; de classis neemt nu in overweging dat er genoegzaam niet sis overgebleven dat onhersteld is gelaten dan alleen de kerk en neemt haar toevlucht tot de Edele Mogenden ‘na derselver zugt voor de goedsdienst en als hoge voorstander van deselve’, mitsgaders dat de tiendheffers zich over hun kerk gelieven te ontfermen en ook die in de oude staat te herstellen zodat de godsdienst aldaar weer uitgeoefend kan worden; waarop is gedelibereerd en besloten de restauratie van ’s lands wegen te laten doen en voornoemde rentmeester te gelasten een bestek te formeren alsmede met d egesmolten klok zodanig te handelen als tot meeste menage van het land het beste zal kunnen geschieden en het werk op approbatie van de Ed: Mo: publiek aan te besteden; en verder is nog goedgevonden dat de predikstoel, doophuijsje, banken en boeken behoord hebbende tot de kerk van het fort Isabella en in het magazijn van ’s-Hertogenbosch berustende in de voorschreven te restaureren kerk zullen worden gebruikt met last aan de commies van ’s lands magazijn Berghuijs om die onder recepis van de raad en rentmeester generaal Tengnagel te extraderen, waarvan kennis zal worden gegeven aan Tengnagel en commies Berghuijs

folio 617 – woensdag 16 juli 1749Reactie op twee missiven van rentmeester De Kempenaar de ene met een bestek waarop door De Kempenaar op approbatie van haar Ed: Mo: de aanbesteding is gedaan tot het afbreken van de houten toren en kerk te Vlierden en het weder opmaken en metselen van een nieuwe stenen toren tegen het ‘choor van de capelle aldaar’ en de andere met een bestek over de reparatie, verandering en vernieuwing aan de kerk van Stiphout


folio 620 verso – donderdag 17 juli 1749Missive van rentmeester De Kempenaer inhoudende dat hij onder de restanten van zijn kantoor verscheiden renten vind staande ten name van een zekere Anthony van der Kampen wonende te Mierlo bedragende te samen 12:8:0 voor het laatst betaald in 1745 dus een achterstand van 4 jaren, dat het goed aan die rente gebonden het enigste goed is dat die man bezit en zo sober en gering dat het voor hem en de zijnen de armoedigste wijze van bestaan niet verschaft als hij de lasten daar uit gaande stipt betalen moet, dat het uit dien hoofde is dat hij, rentmeester, hem van tijd tot tijd door de vingeren heeft moeten zien zich vergenoegende met hem nu en dan te laten aanmanen en sommeren zonder dat hij rentmeester tot de verdere executie heeft durven komen [met nadere details]

folio 621 verso – donderdag 17 juli 1749Missive van B. van de Wall gewezen commies van de artillerie te velde geschreven te ’s-Hertogenbosch op de 15e juli te kennen gevende dat hij ingevolge haar Ed: Mo: orders de veldtrein aan de commies Berchuijs heeft overgegeven, uitgenomen de ‘heirpauk vanen’ die niet op de lijst geweest zijn, maar afzonderlijk aan hem zijn toegezonden, verzoekende te mogen weten of hij die aan haar Ed: Mo: ofwel aan de commies aldaar zal overleveren en wijders dat haar Ed: Mo: hem met een andere bediening ofwel een jaarlijks pensioen gelieven te begunstigen; na deliberatie is besloten Van de Wall te gelasten om de ‘heirpauk vanen’ mede aan de commies Berchuijs over te leveren die bij deze gelast wordt om ze in een kist te bewaren en er behoorlijk op te letten, maar in het verdere verzoek van Van de Wall kan niet getreden worden, maar hij wordt wel gelast zijn administratie bij te werken tot aan de dag van zijn ontslag en ook rekening te doen - zie ook folio 657 verso folio 622 – donderdag 17 juli 1749Missive van luitenant generaal De Guij commandeur van ’s-Hertogenbosch i.v.m. de aanbesteding van de verplaatsing van de twee houten loodsen die op het Begijnhof staan welk werk is aangenomen door Cornelis Snijers voor 1125 gl.; de raad gaat akkoord

folio 635 verso – maandag 21 juli 1749Missive van de magistraat van ’s-Hertogenbosch inhoudende dat het regiment van de Prins van Baden Baden in juni 1748 aldaar in garnizoen is gekomen zijnde, uit hoofde van de conventie de 10e oktober 1689 tussen de hoofden van het garnizoen en de magistraat aangegaan over het opnemen der militie in het gasthuis van de stad, door haar Ed: Mo: de 17e daar aan volgende geapprobeerd, tot de huidige dag aan het genoemde gasthuis zowel vanwege de wekelijkse contributie als tot het verplegen der zieken, salvo errore calculi is schuldig geworden een som van 1971:17:8 en nog vanwege de barakken een som van 1107:16:5 ingevolge het 5e art. van het reglement van 28 mei 1745 vastgesteld voor de militie die in de barakken logeert; ze hebben ter voldoening van die kosten al diverse aanmaningen gestuurd maar nog zonder resultaat; de Ed: Mo: gelasten de kolonel commandant van dat regiment om de verschuldigde kosten prompt te voldoen of in ieder geval een regeling te treffen in overleg met de magistraat folio 639 – maandag 21 juli 1749Rekest van de regenten van Geffen in kwartier Maasland daarbij te kennen gevende dat der supplianten plaats aan de ene zijde genoegzaam allleen voorzien zijnde van teelland, het stro derhalve in hun plaats schaars en voor de ingezetenen van meerder waarde is dan wel i nandere plaatsen, te meer omdat zij supplianten in het gepasseerde jaar waarin de Engelse artillerie in het dorp gekantonneerd is geweest, genoodzaakt zijn geweest al hun stro te leveren en wel zodanig dat er geen stro meer is overgebleven om hun huizen daarmee te ,


dekken en vermits zij supplianten beducht zijn dat bij de aanstaande verpachting der tienden de tienden van hun plaats door een buitengezetene mocht worden ingepacht en daardoor de ingezetenen des te meer van stro ontbloot zullen worden, verzoekende dat haar Ed: Mo: gelieven te permitteren dat de tienden van Geffen door de heren gecommitteerden die thans binnen ’s-Hertogenbosch zijn om de verpachting der tienden te regelen op voorbeeld van meer andere plaatsen voor een periode van 10 jaren mag worden aangeschreven; de gecommitteerden wordt verzocht hierover te disponeren

folio 640 – maandag 21 juli 1749Rekest van de regenten van Bergeijk in kwartier Kempenland inhoudende dat tussen de 7e en 8e juli ’s nacht som half 12 brand is uitgebroken in hun plaats waardoor twee huizen met schuren en stallen in de as zijn gelegd gelijk mede het rooms kerkenhuis waarvan niets is blijven staan, verzoekende aan de Ed: Mo: om hun kerkhuis op de gebouwde muren wederom te mogen optimmeren op dezelfde voet als het voorheen geweest is, met die verandering, dat de supplianten het dak zouden mogen maken van pannen indien ze daartoe konden geraken om het beter te beveiligen tegen brand en zulks op kosten van de roomse ingezetenen, welk rekest naar de Raad van State wordt gestuurd ter advisering ; later wordt de hoog- en laagschout van stad en meierij gelast de roomse ingezetenen daarover te horen en daarover te rapporteren – zie ook folio 814 verso

folio 640 verso – maandag 21 juli 1749Rekest van de regenten van de heerlijkheid Stiphout met een verzoek om een bedrag van 2000 gl. te mogen opnemen om daaruit te betalen de karren, hooi, stro, haver, hout, gidsen, pioniers, brood en boden die in 1746, 1747 en 1748 in dienst zijn geweest van het geallieerde leger en de doormarcherende troepen, welk rekest wordt doorgestuurd naar de Raad van State die advies stuurt naar de Ho: Mo:

folio 641 – maandag 21 juli 1749Rekest van de regenten van Aarle Rixtel die om dezelfde redenen als hierboven verzoeken een bedrag te mogen opnemen van 3000 gl.

folio 641 verso – maandag 21 juli 1749Rekest van de stadhouder van het kwartier van Maasland te kennen gevende dat hij is geïnformeerd dat de regenten van het kwartier van Peelland in hun staat van schulden van juni 1747 tot juni 1748 hebben gebracht de daggelden van de conducteurs die bij de karren en pioniers van dat kwartier gediend hebben te Bergen op Zoom en elders, wat die van Maasland eveneens willen doen

folio 668 verso – woensdag 23 juli 1749Rekest van Andries Clevers en Gijsbert van Hoof uit Maarheeze als ook van de weduwe van Christiaan Raarsen uit Soerendonk in kwartier Peelland inhoudende dat de woningen van de eerste twee supplanten op 16 juni 1747 na de middag tussen 4 en 5 uur geheel zijn afgebrand en de woning van de 3e suppliant op de 18e na de middag tussen, wat overigens niet door hun nalatigheid zou zijn gebeurd, maar vermoed werd dat het gebeurd zou zijn door kwaadaardige booswichten of landlopers; op het eerste geroep van de ontstane brand waren veel ingezetenen komen toelopen met brandgereedschappen waarvan de dorpen Maarheeze en Soerendonk zijn voorzien maar vanwege de grote droogte was zowel de ene als de andere niet te blussen en waren meubels, goederen, granen, hooi en stro niet te redden; bovendien waren bij de brand van de weduwe Raasen ook nog twee runderbeesten in de brand omgekomen; ze dienen nu


een verzoek in bij de Ed: Mo: om enige gracieuze reflectie op deze gebeurtenis in de hoop dat ze de ongelukkige slachtoffers remissie zouden willen schenken

folio 677 verso – dinsdag 22 juli 1749Rekest van Maria Hesselmont weduwe van Wouter Braakhuijsen en Catharina Bergmans weduwe van Martinus Tilemans wonende te Bergeijk in kwartier Kempenland inhoudende dat van de 1e suppliant huis schuur schop stalling brouwerij als ook paard, beesten, hooi, stro en van de 2e suppliant huis schop schuur stalling tegelijk op dinsdagnacht de 8e omtrent 12 uur totaal ellendig waren afgebrand tot grote smart en volslagen ruïne der supplianten door welk jammerlijk noodlot zij plotsklaps buiten staat zijn om hun afgebrande huizen weder op te bouwen en verzoeken daarom remissie van hun verpondingen en beden voor een periode van 10 jaren, zoals de Ed: Mo: dat ook hadden verleend aan Jenneke Gerit Thomas weduwe van wijlen Steven Lambers ook te Bergeijk bij resolutie van 27 april 1743

folio 671 – woensdag 23 juli 1749Rekest van Jacobus Issink gewezen krankbezoeker in ’s lands hospitaal te ’s-Hertogenbosch op een traktement van 250 gl. aan hem toegelegd bij resolutie van 20 september 1747 en 19 april 1748, verzoekende om betaling daarvan

folio 676 verso – donderdag 24 juli 1749Missive van luitenant generaal De Guij commandeur van ’s-Hertogenbosch die een memorie overzendt van de ingenieurs De Roij, Van den Heuvel en Pierlink op welke wijze twee vertrekken in de provoost aldaar zouden kunnen worden geapproprieerd tot secure berging der deserteurs die veroordeeld zijn om aan ’s lands fortificaties te werken; hem wordt verzocht door de ingenieurs bestekken daaromtrent te laten samenstellen en vervolgens daarop de publieke aanbesteding te doen en te laten uitvoeren wat in de memorie staat tot een betere bewaring der veroordeelde deserteurs

folio 677 – donderdag 24 juli 1749Missive van de stadhouder van de kwartierschout van kwartier Oisterwijk op een rekest van de regenten der vrije heerlijkheid Nieuwkuijk om de Heusdense elle maten en gewichten te mogen gebruiken, gezonden aan de raad om advies, welk bericht wordt doorgestuurd naar de thesaurier generaal om nader te onderzoeken en daarover te rapporteren – zie ook folio 755

folio 678 – donderdag 24 juli 1749Rekest van Johannes Helsemans rooms werelds priester en kapelaan te Oisterwijk die zijn zending heeft ontvangen als pastoor te Riethoven in kwartier Kempenland in de plaats van Mattheus Kewens die volgens diens declaratoir, bij het rekest ingevoegd, vermits hoge ouderdom afstand heeft gedaan van die pastorie en Johannes verzoekt om een akte van admissie of consent, die hem verleend wordt omdat hij voldoet aan de eigen zoals gesteld in de resolutie van 19 juli 1730 en wat hij nog moet doen is zijn handtekening plaatsen onder een verklaring die in een speciaal register wordt bewaard

folio 686 verso – vrijdag 25 juli 1749Rekest van Martinus de Zeeuw rooms werelds priester geboortig van Vlijmen in Holland en op 11 juni 1734 geadmitteerd is geweest als pastoor te Sluis doch die pastorie heeft verlaten en als nu ingevolge de permissie van de Ed: Mo: van de 15e juli om gedurende de absentie van Henricus Paijmans pastoor te Lith als assistent te fungeren, verzoekend eom een akte van consent of admissie en aangezien hij voldoet aan de eigen zoals verwoord in de resolutie van


19 juli 1730 wordt hem die akte verleend en rest hem nog de verklaring te ondertekenen die ter secretarie i neen speciaal register wordt bewaard

folio 687 – vrijdag 25 juli 1749Rekest van Constantinus Laurentius gewezen krankbezoeker in ’s lands hospitaal te ’s-Hertogenbosch verzoekende begunstigd te mogen worden met de krankbezoekersplaats bij de provoost te Doornik; hij wordt geëxamineerd door predikant Van Staveren om te zien of hij beschikt over de juiste bekwaamheden voor deze functie

folio 688 verso – vrijdag 25 juli 1749Missive van ontvanger De Lobel geschreven te ’s-Hertogenbosch i.v.m. de betaling van het collateraal dat is verkocht door de erfgenamen van Helena Partinget volgens een missive van schout en schepenen van de stad Grave

folio 693 verso – maandag 28 juli 1749Rekest van Constantinus Laurentius krankbezoeker geweest zijn in het hospitaal te ’s-Hertogenbosch aangevende dat hem suppliant in die kwaliteit nog in competerende een traktement van vier maanden te weten van 23 december 1748 tot 22 april 1749 op welke datum het hospitaal is opgebroken en hij verzoekt het lopende halfjaar een toeslag van 100 gl. zoals haar Ed: Mo: hebben gelieven toe te leggen aan N.Essink [misschien Issink bedoeld] en daarvan een ordonnantie te verlenen

folio 701 verso – maandag 28 juli 1749Rekest van Gregorius Cotermans kanunnik van de abdij van Tongerlo die zijn zending heeft ontvangen als pastoor te Mierlo in plaats van en vermits de afstand daarvan van Gabriel van Engelen eveneens kanunnik te Tongerlo verzoekende om een akte van consent die hem wordt verleend omdat hij voldoet aan de eigen gesteld in de resolutie van 19 juli 1730 en rest hem nog een handtekening te plaatsen onder de verklaring die ter secretarie i neen speciaal register wordt bewaard folio 702 – maandag 28 juli 1749Rekest van de gedeputeerden van de classis van ’s-Hertogenbosch met verzoek om de ordonnantie van 125 gl. i.v.m. het visiteren van hun kerken en scholen

folio 708 verso – dinsdag 29 juli 1749Missive van ontvanger Van Palland geschreven te ’s-Hertogenbosch op de 26e juli te kennen gevende dat alleen de secretaris te Nuenen Gerwen en Wetten alsmede te Tongelre nl. Draak over het jaar 1747 in gebreke is gebleven door nl. aan hem niet door te geven het aantal overledenen van wiens nalatenschap het recht van de 20e penning verschuldigd is en dat niettegenstaande de veelvuldige devoiren door hem daartoe aangewend, verzoekt hij ontvanger orders van de Ed: Mo: te mogen ontvangen hoe hij zich in deze dient op te stellen of te gedragen [met details] – zie ook folio 805

folio 711 verso – dinsdag 29 juli 1749Missive van major ingenieur De Roij van de 27e juli inhoudende een bericht op een rekest van Mr. Hieronymus Gerbade oud-schepen en raad der stad ’s-Hertogenbosch te kennen gevende dat hij suppliant in 1745 aan haar Ed: Mo: heeft verkocht een zeker huis staande naast des suppliants woning genaamd ‘het Oude State Logement’ dat huis geapproprieerd is geworden tot een ’s lands hospitaal; dat de suppliant niet lang na de verkoping van dat huis aan de aannemer van het hospitaal heeft ontdekt een kelder naast aan de woning van de suppliant als


zijnde alleenlijk door een enkele muur daarvan gesepareerd, dat dezelfde kelder tegen des suppliants intentie en verwachting en ook ten enen maal strijdig met art.31 en 32 tit: 9 van de costumen van de stad tot een privaat is geapproprieerd geworden, waardoor veroorzaakt is dat niet alleen vuiligheid van dat privaat in des suppliants kelder tot verscheiden maken is doorgedrongen zodanig, dat hij suppliant er gedurende lange tijd geen gebruik van heeft kunnen maken, maar ook daarenboven een ‘terible stank’ in het huis en waterput waarop verscheiden pompen staan veroorzaakt en zodanig geïnfecteerd geworden, dat al het water met geen mogelijkheid kan worden gebruikt en hij suppliant en de huurders van de kleine huisjes genoodzaakt zijn van elders water te halen tot des suppliants merkelijke schade en gemerkt dat de huisjes door de huurders zijn verlaten; hij heeft terecht zijn beklag ingediend bij de ingenieurs en bij de Ed: Mo: en dat ingevolge de resolutie van 24 april 1749 de major ingenieur De Roij de privaatkelder wel heeft laten leegmaken doch daarmee de overlast en het ongemak van de suppliant niet is weggenomen, vermits de grond door die stoffen zodanig is doortrokken dat alle lieden eenparig van gevoelen waren dat bij het minste opkomende water of opzwellen van d erivier de Dieze de suppliant een hetzelfde ongemak en overlast is blootgesteld tenzij daarin een behoorlijke voorziening wordt getroffen; hij verzoekt dat de privaatkelder ten spoedigste wordt afgebroken ofwel dat de Ed: Mo: dusdanige orders gelieven te stellen dat de suppliant in het vervolg van het ongemak en overlast mag worden bevrijd; na deliberatie is besloten ingenieur De Roij te autoriseren om met de suppliant over het dichtmaken van de zijmuur van zijn huis en het beleggen van de vloer te overleggen en zijn aandeel in de kosten op zich te nemen, vervolgens een bestek te formeren en over te gaan tot publieke aanbesteding en dat omtrent het dichtmaken van de pijpen van boven nederwaarts strekkende haar Ed: Mo: niet zien welke de nuttigheid daarvan zal zijn indien geen gebruik daarvan wordt gemaakt en hem daarom in overweging geeft of dat wel nodig is nu het hospitaal is opgebroken – zie ook folio 778

folio 720 – dinsdag 29 juli 1749Rang en namen van alle officieren in het regiment artillerie van de 15e compagnie [ca. 5 folio’s]

folio 725 verso – woensdag 30 juli 1749Rekest van de regenten van Riethoven in kwartier Kempenland die Anthonij Smits hebben aangesteld tot collecteur maar die weigerde de collectboeken aan te nemen maar vanwege de onredelijkheid van hun verzoek is hij uiteindelijk hiervan gevrijwaard

folio 726 verso – woensdag 30 juli 1749Misisve van drossaard en schepenen van de heerlijkheid Geldrop en een missive van Alb. Hanewinkel predikant aldaar beide geschreven op de 28e met een bericht over het overlijden van Isaac Ente schoolmeester koster en voorlezer aldaar en is gelezen het rekest van J. van der Scheer verzoekende met die schoolmeestersplaats begunstigd te mogen worden, vandaar dat hij geëxamineerd zal worden door predikant Van Staveren ten overstaan van twee gecommitteerden van de raad om te zien of hij over de juiste bekwaamheden beschikt

folio 729 verso – donderdag 31 juli 1749Een attestatie van predikant Van Staveren ter voldoening van haar Ed: Mo: resolutie van de 25e geëxamineerd hebbende Constantius Laurentius om te controleren of hij over de juiste bekwaamheden beschikt voor de functie van krankbezoeker; na deliberatie is besloten hem aan te stellen op basis van art.14 van het reglement op de bewaring van deserteurs en kan hij te Doornik zijn functie gaan uitoefenen als ziekentrooster op een traktement van 100 RDS [rijksdaalders?]


folio 731 verso – donderdag 31 juli 1749Missive van de kapitein der artillerie Althuijsen in garnizoen te ’s-Hertogenbsoch en commies Berchuijs te kennen gevende dat door ingenieur De Roij aan hen is gecommuniceerd haar Ed: Mo: resolutie van de 15e hem gelastende om in de twee loodsen op het Begijnhof staande, wanneer die op het Sint Jacobskerkhof zullen zijn verplaatst, 6000 palissaden te laten opbergen, dat het haar voorkomt dat zulks zeer nadelig voor het land zou zijn, aangezien in dezelfde loodsen beter geplaatst kunnen worden alle affuiten en voorwagens van de veldtrein, want indien die langer blijven op de plaatsen waar ze nu staan kan men ze niet buiten bederf houden, reden waarom men al genoodzaakt is geweest ze in de open lucht te zetten om te verluchten; ze worden uiteindelijk in de loodsen gezet

folio 732 – donderdag 31 juli 1749Bericht van de fiscaal van de generaliteit Mr. Jan Wijbo op een rekest van Johanna van Bree weduwe van Josias de Roij in zijn leven deurwaarder van de Ed: Mo: gewoond hebbende te ’s-Hertogenbosch daarbij verzoekende dat de fiscaal mag worden geautoriseerd aan haar bepaalde papieren en documenten die onder hem berusten over te geven folio 755 – maandag 4 augustus 1749Rekest van de regenten van Geldrop in kwartier Peelland met een verzoek om ten laste van het gemene corpus 1500 gl. te mogen opnemen gezonden aan de raad ter advisering

folio 756 – maandag 4 augustus 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling op een rekest van Henricus Verouden thans woonachtig die om een octrooi verzoekt om te Liempde een koopbierbrouwerij te mogen oprichten

folio 759 – maandag 4 augustus 1749Rekest van de regenten van Erp die een lijst doorsturen van alle pioniers die werkzaam zijn geweest in dienst van de fortificatiewerken te Breda en ’s-Hertogenbosch alsmede degenen die leveranties hebben uitgevoerd t.b.v. de Staatse troepen

folio 762 – dinsdag 5 augustus 1749Rekest van Antonius van der Bloemen rooms werelds priester geboortig van Deurne in kwartier Peelland die van vicaris van Litsenborg zijn missie heeft ontvangen als kapelaan te Oisterwijk in de plaats en vermits de verplaatsing van Johannes Helsemans aan wie de akte van consent wordt verleend omdat hij voldoet aan de eigen zoals gesteld in de resolutie van 19 juli 1730 maar rest hem om een handtekening te zetten onder de verklaring die ter secretarie in een speciaal register wordt bewaard

folio 763 – dinsdag 5 augustus 1749Rekest van Pieter Romer wonende te Woudrichem te kennen gevende dat hij in 1748 verschillende ’s lands werken heeft aangenomen die of helemaal of ten dele zijn voltooid en verzoekt om een ordonnantie van het werken aan de Orthenschans bij ’s-Hertogenbosch in april 1748 aangenomen voor 22025 gl. en wegens het maken van een kazemat op fort Crevecoeur in april 1748 aangenomen voor 6000 gl., het maken van een kruitmagazijn op fort Crevecoeur op 1 april 1748 aangenomen voor 6000 gl. alles bij elkaar een ordonnantie van 35329:2:0


folio 770 – woensdag 6 augustus 1749Missive van de weduwe Walraven aanneemster van ’s lands hospitalen geschreven te ’s-Hertogenbosch waarbij tot antwoord op haar Ed: Mo: resolutie van 29 juli jl. kennis geeft, dat voor het verzenden der matrassen en peluwen van ’s-Hertogenbosch naar Bergen op Zoom alle mogelijke devoiren bij haar zijn aangewend om die te reinigen en schoon te maken, doch dat die vooral door de besmettelijke ziekte van loop onmogelijk schoon te krijgen waren, alzo het linnen waarmee ze bekleed zijn daardoor aan stukken raakte en dus het ‘hair’ teloor zou gaan en tot nadeel van het land zou strekken, verzoekende dat haar Ed: Mo: de commies Van Genderen te Bergen op Zoom gelieven te contramanderen om geen nodeloze kosten ter zake voorschreven te maken om dat ze anderszins ten laste van het gemene land mogen worden gemaakt

folio 770 verso – woensdag 6 augustus 1749Missive van luitenant generaal De Guij commandeur te ’s-Hertogenbosch van de 4e waarbij hij overzendt de bestekken van de aanbesteding van het appropriëren van twee vertrekken inde provoost tot bewaring der deserteurs die veroordeeld zijn om aan ’s lands fortificaties te werken aangenomen door Willem Kente voor 3200 gl. waarvan de betaling geschiedt via het kantoor generaal en door Arie Verhellouw voor 2800 gl. indien de betaling geschiedt te ‘s-Hertogenbosch

folio 771 – woensdag 6 augustus 1749Rekest van Anthony van Hanswijk pachter van de grote Brabantse zwijgende landtol geleijde- en paardengeld van 1 oktober 1747 tot 1 oktober 1748 verzoekende aan de Ed: Mo: of ze de goedheid wouden willen hebben hem van zijn uitgeloofde en nog verschuldigde pachtpenningen over 1747 en 1748 voor een som van 10.000 gl. zouden willen remitteren de raad en rentmeester generaal der domeinen te autoriseren dat geld aan hem te laten valideren; na deliberatie is besloten de suppliant te gelasten om met exhibitie van zijn collectboeken van deze tol, na alvorens de deugdelijkheid daarvan aan handen van de raad en rentmeester een eed te hebben afgelegd

folio 778 verso – donderdag 7 augustus 1749Missive van de geweldige provoost Siedler in garnizoen te ’s-Hertogenbosch geschreven de 6e

waarbij tot het verzorgen van boeien en kettingen en sloten voor de deserteurs die tot de arbeid aan ’s lands fortificaties zijn veroordeeld en meer van dergelijke onkosten verzoekt om een ordonnantie van 1500 gl. ter goeder rekening; akkoord

folio 778 verso – donderdag 7 augustus 1749Missive van de schepenen van ’s-Hertogenbosch van de 6e inhoudende ‘dat de omstandigheden van de laa[t]st gepasseerde troubeltijden voor haar stad hebbende doen dugten, dat deselve een vijandelijken aanstoot soude kunnen ondergaan, op ordre van haar Edele Mogende onder het vrijdom van de stad buijten de Hinthamerpoort, de boomen en schaarhout van verscheijde perceelen van landerijen aldaar gelegen hebben moeten werden geruijmt en de slooten tuijnen en hekkens waar mede die landerijen gevreijd waren, gevuld en geamoveert, het geene de eijgenaars van de voorsz. landerijen met de uijterste bereijdwilligheid hebben gedaan, invoegen dat deselve zedert die tijd van haare landerijen geen vrugten of genot hebben gehad, dat de voorsz. trouble tijden althans gepasseert, de voorn: eijgenaars van de opgem: landerijen hebbende vermeend gehad, dat het aan haar gepermitteert zoude sijn van die landerijen door het graven van slooten, het poten van houtgewassen, het stellen van tuijnen en heckens, daar het nodig is, weder te mogen vrijen, ten einde daar door in staat te zijn om van deselve eenig genot of vrugten te trekken, dog het


geene aan haar van wegens het gouvernement der stad werd belet; dat op instantie van de voorn: eijgenaars welke voor het merendeel sijn burgers en inwoonders van haar stad, sij de voorsz: saak aan haar Edele Mogende voordragen, en in faveur van deselve versoeken dat het aan haar, gelijk als in vorige tijden van vreede, mag gepermitteert wesen om derselver landerijen gelegen tot Hintham onder het vrijdom van de voorsz: stad met slooten te begraven en met houtgewassen bepooten, mitsgaders met tuijnen en hekkens te bevrijden, om daar door in staat gesteld te worden van ’s lands verpondingen in ’t vervolg te betalen; of dat haar Edele Mogende de voorsz. hare landerijen tot dienst van den lande gelieven te occuperen en aan de voorn: eijgenaars als dan mogen werden gerestitueert de kooppenn: daar voor uijtgeschoten, mitsgaders de verdere onkosten aan de voorsz: landerijen geïmpendeert; waarop gedelibereert zijnde, is goedgevonden en verstaan de voorsz: missive te stellen in handen van den gouverneur en bij sijn absentie den commandeur of commanderend officier te ‘sBosch om haar Edele Mogende op desselfs inhoud te dienen van zijne consideratien en berigt’

folio 781 verso – vrijdag 8 augustus 1749Memorie van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling geschreven in Den Haag, inhoudende dat sedert het jaar 1744 de houtschatten en onderrentmeesterschappen over de Meierij van ’s-Hertogenbosch, die voorheen om de drie jaren werden verpacht iedere keer voor een termijn van een jaar, om dat i ndie tussentijd een concept ordonnantie over het voorsz: dominiaal lid ter tafel van haar Edele Mogende was gebracht en geëxamineerd geworden; dat haar Ed: Mo: via een resolutie van 17 juni en 16 juli jl. uit het voorsz: concept een nieuwe ordonnantie hebben geformeerd en gearresteerd en het te presumeren is, dat de houtschatten en onderrentmeesterschappen niet veel zullen gelden, zo wanneer die even na ’t arresteren van de nieuwe ordonnantie voor een lange termijn als voor een jaar worden verpacht, om dat de gegadigden nog niet hebben onderzocht en ondervonden het effect van die nieuwe ordonnantie, hij het zijn plicht heeft geacht aan haar Ed: Mo: te moeten voordragen of ze niet zouden kunnen goedvinden om hem te gelasten de voorsz: houtschatten en onderrentmeesterschappen die de 5e september verpacht staan te worden te verpachten voor de termijn van een jaar; hij wordt daartoe gelast

folio 795 verso – maandag 11 augustus 1749Rekest van Anthonij van Venroij rooms werelds priester en kapelaan te Zeelst, die in plaats en vermits de vrijwillge afstand van Petrus Alewijns, van de vicaris van Litsenborg zijn zending heeft ontvangen als kapelaan te Geldrop, verzoekende o meen akte van admissie die hem wordt verleend omdat hij voldoet aan de eigen zoals gesteld in de resolutie van 19 juli 1730 en van hem wordt gevraagd de verklaring te ondertekenen die in een speciaal register ter secretarie van de raad wordt bewaard

folio 796 – maandag 11 augustus 1749Attestatie van predikant Van Staveren die de persoon Adrianus Mans heeft geëxamineerd om te zien of hij de over juiste bekwaamheden beschikt om schoolmeester te zijn; na deliberatie is besloten hem aan te stellen tot schoolmeester koster en voorlezer te Gewande waarna de commissiebrief volgt

folio 796 verso – maandag 11 augustus 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen De Schmeling o peen rekest van Hendrik van Weerden inwoner der heerlijkheid Sterksel in kwartier Peelland met verzoek om remissie op zijn verpondingen – zie ook folio 847 folio 799 – maandag 11 augustus 1749


Memorie van kolonel Bouquet inhoudende bij controle der leveranties die gedaan zijn aan diverse troepen van het geallieerde leger 5 kwitantie sontbraken die het regiment van Frangipani raken nl. van kapitein Halvik aan het dorp Bladel 20 oktober 1747 in totaal 130 rations fourage, van kapitein Lukner aan ’t dorp Geffen 3 juli 1747 in totaal 78 rations, van kapitein Georgius Kormes aan ’t dorp Heeswijk 18 oktober 1747 in totaal 22 rations, van kapitein Halvik aan ’t dorp Hoogeloon 20 oktober 1747 in totaal 100 rations en van Van Bresschen aan ’t dorp Reusel van 19 oktober 1747 in totaal 25 rations en 25 rations brood [met veel details over twee akten] folio 814 verso – donderdag 14 augustus 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling op een rekest van de regenten van Venloon of Loon op Zand met een verzoek om remissie

folio 858 – donderdag 21 augustus 1749Bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen De Schmeling op een rekest van Jacobus van Wolfbergen uit ’s-Hertogenbosch te kennen gevende dat hem, suppliant, in eigendom is competerende een kamp land genaamd de Dalenkamp gelegen in het Empelsveld in kwartier Maasland welk perceel geschikt is gesitueerd om tot een vlucht of vogelkooi te worden gemaakt en dat hij wel genegen is dit te realiseren, maar men gaat op zijn verzoek niet in

folio 866 – maandag 25 augustus 1749Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen De SChmeling op een rekest van de dorpen en plaatsen van kwartier Kempenland die hebben verzocht om letteren executoriaal om achterstallige schulden te kunnen invorderen

folio 866 – maandag 25 augustus 1749Rekest van de gecommitteerden en deputatis synodi van de classis van ’s-Hertogenbosch die de synode te Zutphen hebben bijgewoond verzoekende om de bijbehorende ordonnantie van 250 gl.

folio 875 – dinsdag 26 augustus 1749Rekest van Antoni Coolen rooms werelds priester geboortig van Leende in kwartier Peelland die zijn zending heeft ontvangen als kapelaan te Goirle in kwartier Oisterwijk mitsgaders van Bernardus van Roij rooms werelds priester geboren te Oirschot, die zijn zending heeft ontvangen als kapelaan te Zeelst en Meerveldhoven, beiden verzoekende om een akte van admissie of consent, die verleend wordt omdat ze voldoen aan de eisen zoals gesteld in de resolutie van 19 juli 1730 en resteert alleen nog de plaatsing van hun handtekening onder de verklaring die in een speciaal register wordt bewaard ter secretarie

folio 880 verso – woensdag 27 augustus 1749Rekest van Jacob Michael Pierius predikant te Alem en Maren in kwartier Maasland te kennen gevende dat de regenten van Alem tot nu toe in gebreke zijn gebleven het pastoriehuis aldaar in die staat te stellen, als tussen de regenten van Alem en Maren en de suppliant ten overstaan van de substituut rentmeester Verster was overeengekomen, verzoekende dat de Ed: Mo: de regenten van Alem gelieven te ordonneren en te gelasten zonder uitstel het pastoriehuis te laten repareren volgens het akkoord; de raad gaat akkoord en stuurt hierover een bericht naar rentmeester Tengnagel

folio 881- woensdag 27 augustus 1749


Rekest van de classis van Peel- en Kempenland verzoekende om de ordonnantie van 125 gl. i.v.m. de visitatie van hun kerken en scholen; idem een rekest van de gedeputeerde van deze classis die de synode te Zutphen hebben bijgewoond en verzoeken om de gebruikelijke ordonnantie van 400 voor geleden onkosten; akkoord

EINDE VAN DIT INVENTARISNUMMER


Henk Beijers Archiefcollectie · Web viewDe periode tussen de Vrede van Aken en de komst van de...

Documents

Transcript of Henk Beijers Archiefcollectie · Web viewDe periode tussen de Vrede van Aken en de komst van de...