Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het...

15

Transcript of Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het...

Page 1: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat
Page 2: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Hebreeën 12:3 HSVWant let toch scherp op Hem Die zo'n tegenspraak van de zondaars tegen Zich heeft verdragen, opdat u niet verzwakt en bezwijkt in uw zielen.

Hebreeën 12:3 BoekDenk aan Hem die zoveel heeft doorstaan, zodat je niet verzwakt of onverschillig wordt. Hij heeft verdragen dat slechte mensen vreselijke dingen van Hem zeiden.

Als u niet onverschillig of zwak wilt worden, moet u denken aan wat Jezus heeft doorstaan; Hij heeft verdragen dat slechte mensen de lelijkst dingen van Hem zeiden.

Page 3: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

.

Jozua 23:1111Wees daarom, omwille van uw leven, zeer op uw hoede dat u de HEERE, uw God, liefhebt.12Want als u zich op enigerlei wijze hiervan afkeert en u vastklampt aan de rest van deze volken, deze hier die bij u overgebleven zijn, en u huwelijksbanden met hen aangaat, en u zich met hen zult inlaten en zij met u,13weet dan zeker dat de HEERE, uw God, niet zal doorgaan met het verdrijven van deze volken uit hun bezit van voor uw ogen. Maar zij zullen een strik en een val voor u zijn, een gesel op uw zijden en prikkels in uw ogen, tot u verdwenen bent uit dit goede land, dat de HEERE, uw God, u gegeven heeft

Jozua 23:88Maar u moet zich aan de HEERE, uw God, vasthouden, zoals u tot op deze dag gedaan hebt.

Page 4: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Deuteronomium 7:2-2Hoe Israël zich moet gedragen ten opzichte van de Kanaänieten

Wanneer de HEERE, uw God, u gebracht heeft in het land waar u naartoe gaat om het in bezit te nemen, en Hij vele volken van voor uw ogen verdreven heeft, de Hethieten, de Girgasieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten, zeven volken, die groter en machtiger zijn dan u,en wanneer de HEERE, uw God, hen aan u overgegeven heeft en u ze verslaat, dan moet u hen volledig met de ban slaan; u mag geen verbond met hen sluiten en hun niet genadig zijn.

Deuteronomium 31:33De HEERE, uw God, Hij zal voor u uit overtrekken. Hij zal deze volken van voor uw ogenwegvagen, en u zult hen uit hun bezit verdrijven. Jozua zal voor u uit overtrekken, zoals de HEERE gesproken heeft.

Page 5: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Numeri 33:51-5351Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: Wanneer u de Jordaan oversteekt naar het land Kanaän,52dan moet u alle inwoners van het land van vóór uw ogen verdrijven, en al hun beeldhouwwerken vernielen; ook moet u al hun gegoten beelden vernielen en al hun hoogten wegvagen.53En u moet het land in bezit nemen en daarin wonen, want Ik heb u dat land gegeven om het in bezit te nemen.

55Maar als u de inwoners van het land niet van voor uw ogen verdrijft, dan zal het gebeuren dat zij die u van hen liet overblijven, als dorens zullen worden in uw ogen en tot prikkels in uw zijden; zij zullen u benauwen in het land waar u woont.

Prikkels = insnoeren, binden, benauwen, in het nauw brengen, vijandig bejegenen.

Page 6: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Deuteronomium 20:16-18Maar van de steden van deze volken die de HEERE, uw God, u als erfelijk bezit geeft, mag u helemaal niets wat adem heeft, in leven laten.Voorzeker, u moet hen volledig met de ban slaan: de Hethieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten, zoals de HEERE, uw God, u geboden heeft,opdat zij u niet leren handelen overeenkomstig alle gruwelijke dingen die zij voor hun godengedaan hebben, zodat u tegen de HEERE, uw God, zou zondigen.

Page 7: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Jozua 15:6363Maar de nakomelingen van Juda konden de Jebusieten, de inwoners van Jeruzalem, niet verdrijven. Daarom wonen de Jebusieten bij de nakomelingen van Juda in Jeruzalem, tot op deze dag.Jozua 16:1010De Kanaänieten die in Gezer woonden, verdreven zij echter niet. Daarom hebben die Kanaänieten tot op deze dag in het midden van de Efraïmieten gewoond. Wel moesten zij herendiensten verrichten.

Jozua 17:12-1312De nakomelingen van Manasse waren niet in staat de inwoners van die steden te verdrijven, want de Kanaänieten wilden in dat land blijven wonen.13En het gebeurde, toen de Israëlieten sterk werden, dat zij de Kanaänieten herendienst lieten verrichten, maar helemaal verdreven hebben zij hen niet.

Page 8: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Richteren 1:1919En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat zij ijzeren strijdwagens hadden.

Jozua 17:18 maar het bergland zal van u zijn. [En] omdat het een bos[gebied] is, moet u daar [de bomen] omhakken, dan zullen de uitlopers ervan voor u zijn. U zult de Kanaänieten voorzeker verdrijven, al hebben zij ijzeren strijdwagens [en] al zijn zij sterk.

Page 9: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Richteren 1:21-36Traagheid van de andere stammen

21Maar de Benjaminieten hebben de Jebusieten, die in Jeruzalem wonen, niet verdreven. De Jebusieten wonen tot op deze dag met de Benjaminieten in Jeruzalem.22En het huis van Jozef trok ook op naar Bethel. En de HEERE was met hen.23Verder stuurde het huis van Jozef verkenners naar Bethel. De naam van deze stad was vroeger Luz.

24Toen de wachters een man de stad uit zagen komen, zeiden zij tegen hem: Laat ons de ingang van de stad toch zien, dan zullen wij u goedertierenheid bewijzen. 25Toen hij hun de ingang van de stad had laten zien, sloegen zij de stad met de scherpte van het zwaard. Maar de man en zijn hele gezin lieten zij gaan.26Daarop ging de man naar het land van de Hethieten, bouwde er een stad en gaf die de naam Luz. Dit is haar naam tot op deze dag.

27Manasse verdreef de inwoners van Beth-Sean en de bijbehorende plaatsen niet, en evenmin die van Taänach en de bijbehorende plaatsen, de inwoners van Dor en de bijbehorende plaatsen, de inwoners van Jibleam en de bijbehorende plaatsen en de inwoners van Megiddo en de bijbehorende plaatsen; de Kanaänieten wilden in dit land blijven wonen.

Page 10: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

28Toen Israël echter sterker werd, gebeurde het dat het de Kanaänieten herendienst oplegde, maar het verdreef hen niet helemaal.29Ook heeft Efraïm de Kanaänieten die in Gezer woonden, niet verdreven, maar de Kanaänietenbleven te midden van hen in Gezer wonen.30Zebulon heeft de inwoners van Kitron en de inwoners van Nahalol niet verdreven.De Kanaänieten bleven te midden van hen wonen en werden tot herendienst gedwongen.31Aser heeft de inwoners van Acco en de inwoners van Sidon, Achlab, Achzib, Chelba, Afik en Rehob niet verdreven.32De Aserieten bleven echter te midden van de Kanaänieten wonen, de bewoners van het land, want zij verdreven hen niet.33Naftali heeft de inwoners van Beth-Semes en de inwoners van Beth-Anath niet verdreven. Zij bleven te midden van de Kanaänieten wonen, de bewoners van het land. De inwoners van Beth-Semes en Beth-Anath werden echter tot herendienst voor hen gedwongen.34En de Amorieten drongen de Danieten het Bergland in, want zij lieten hun niet toe af te dalen naar het dal.35Verder wilden de Amorieten in Har-Heres, in Ajalon en in Saälbim blijven wonen. De hand van het huis van Jozef drukte echter zwaar op hen en zij werden tot herendienst gedwongen.36En het gebied van de Amorieten strekte zich uit vanaf de Schorpioenenpas, vanaf Sela en hoger.

Page 11: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Richteren 2: 1-4Een Engel van God bestraft Israël

1En een Engel van de HEERE ging van Gilgal naar Bochimen zei: Ik heb u uit Egypte geleid en u in het land gebracht dat Ik aan uw vaderen gezworen heb. En Ik heb gezegd: Ik zal Mijn verbond met u niet verbreken, voor eeuwig.2En wat u betreft, u mag geen verbond sluiten met de inwoners van dit land. Hun altaren moet u afbreken. U bent Mijn stem echter niet gehoorzaam geweest. Waarom hebt u dit gedaan?3Daarom heb Ik ook gezegd: Ik zal hen niet van voor uw ogenverdrijven, maar zij zullen u tot prikkels in uw zijden zijn, en hun goden zullen u tot een valstrik zijn.

Page 12: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Hebreeën 12:1-3Met volharding lopen1Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt,

Verstrikt = ‘gemakkelijk omringend, gemakkelijk de bewegingsvrijheid belemmerend’

Mattheüs 13:22En bij wie in de dorens gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort; maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar

Page 13: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Hebreeën 12:1-3Met volharding lopen1Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt,

2terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God.

3Want let toch scherp op Hem Die zo'n tegenspraak van de zondaars tegen Zich heeft verdragen, opdat u niet verzwakt en bezwijkt in uw zielen.

Page 14: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Nehemia 9 (HSV)36Zie, vandaag zijn wij slaven, en het land dat U aan onze vaderen hebt gegeven om de vrucht en het goede daarvan te eten, zie, wij zijn slaven daarin.

Page 15: Hebreeën 12:3 HSV · Richteren1:19 19En de HEERE was met Juda, zodat hij de bewoners van het Bergland verdreef. Het lukte hem echter niet de bewoners van het dal te verdrijven, omdat

Hebreeën 12:3 Boek3 Denk aan Hem die zoveel heeft doorstaan, zodat je niet verzwakt of onverschillig wordt. Hij heeft verdragen dat slechte mensen vreselijke dingen van Hem zeiden.

Als u niet onverschillig of zwak wilt worden, moet u denken aan wat Jezus heeft doorstaan;