hbo-master Logistiek & Supply Chain Management advies NCOI hbo... · NVAO uitgebreide Toets nieuwe...
Transcript of hbo-master Logistiek & Supply Chain Management advies NCOI hbo... · NVAO uitgebreide Toets nieuwe...
NVAO uitgebreide Toets nieuwe opleiding Paneladvies
hbo-master Logistiek &
Supply Chain Management
Hogeschool NCOI
18 juni 2015
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 2
1 Samenvattend advies 3
2 Werkwijze panel 5
3 Beschrijving van de opleiding 6 3.1 Algemeen 6 3.2 Profiel instelling 6 3.3 Profiel opleiding 6
4 Opleidingsbeoordeling 8 4.1 Beoogde eindkwalificaties 8 4.2 Programma 10 4.3 Personeel 15 4.4 Voorzieningen 18 4.5 Kwaliteitszorg 19 4.6 Toetsing 20 4.7 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen 22 4.8 Toedeling CROHO-onderdeel en toevoeging graad 22 4.9 Algemene conclusie over kwaliteit van de opleiding 23 4.10 Aanbevelingen 23
Bijlage 1: Samenstelling panel 26
Bijlage 2: Programma locatiebezoek 27
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten 28
Bijlage 4: Lijst met afkortingen 30
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 3
1 Samenvattend advies
In deze samenvatting geeft het panel zijn voornaamste overwegingen en conclusies over de
kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-master Logistiek & Supply Chain Management van
Hogeschool NCOI.
De opleiding is in het jaar 2013/2014 van start gegaan. In dat jaar zijn zeven studenten
begonnen. In het jaar 2014/2015 zijn nog eens drie studenten toegelaten. De opleiding telt
nu tien actieve studenten. Geen van hen is afgestudeerd als gevolg waarvan het panel het
gerealiseerde niveau niet heeft kunnen beoordelen. Het panel heeft zowel het
informatiedossier (oktober 2014) als een addendum daarop (februari 2015) ontvangen. In
het addendum zijn de standaarden 1, 2 en 15 herschreven.
De opleiding heeft naar het oordeel van het panel het beroepsprofiel en opleidingsprofiel op
gedegen wijze opgesteld. Beide zijn onderbouwd vanuit relevante literatuur en vanuit de
benchmark met andere opleidingen in Nederland en in het buitenland. De eindkwalificaties
zijn een goede weergave van het beroepsprofiel en omvatten de voor dit domein
voornaamste onderwerpen. Het onderwerp identificatie en analyse van problemen ontbreekt
echter grotendeels. Dat zou in de ogen van het panel aangepast moeten worden. De
opleiding heeft het masterniveau van de eindkwalificaties overtuigend aangetoond, ook door
de inhoudelijke vergelijking tussen het niveau van de bachelor en van de master voor dit
domein. De functies die de afgestudeerden kunnen vervullen, zijn realistisch.
Het panel vindt de relatie tussen de eindkwalificaties en de leerdoelen c.q. de inhoud van
het curriculum (masterclasses) niet voldoende helder. Noch uit de betreffende tabel noch uit
de beschrijvingen van de masterclasses is eenduidig af te leiden op welke wijze en in welke
mate de eindkwalificaties in het curriculum aan de orde komen. Evenmin is gewaarborgd of
de opdrachten in de masterclasses en de eindscripties met de eindkwalificaties overeen
zullen stemmen. Het panel beoordeelt dit daarom als onvoldoende. Het curriculum zoals dat
in het addendum is omschreven, voldoet overigens wel volgens het panel. Ook leren de
studenten de beroepspraktijk voldoende kennen. De inhoud van de masterclasses en de
opdrachten die de studenten daarbinnen uitvoeren, waarborgen dat. Toch heeft het panel
moeite met de relatief beperkte omgeving waarin de studenten zullen leren. Dat zal voor de
studenten alleen hun eigen organisatie zijn, terwijl zij zich in den brede zouden moeten
ontwikkelen. Het panel is wel positief over het aandeel en de diepgang van het onderzoek in
het curriculum. De studenten leren alle fases van de onderzoekcyclus kennen. Ook de
literatuur is qua inhoud en niveau passend. De actualiteit van het curriculum voldoet. De
opleiding beschikt in het kernteam en de werkveldcommissie over experts die in staat zijn
de inhoud en de actualiteit van de opleiding te bewaken.
Het panel acht de toelatingseisen relevant, zowel betreffende de inhoud en het niveau van
de vooropleiding en de gevraagde werkervaring. Het panel staat positief tegenover de
mogelijkheden die de opleiding de studenten biedt om een instroomprogramma te volgen.
Het verlenen van vrijstellingen gebeurt volgens het panel op een deugdelijke wijze.
Het didactisch concept en de werkvormen van de opleiding sluiten volgens het panel aan op
de leer- en werkomgeving van de studenten en bevorderen hun leerproces. Het aantal
contacturen voldoet en de studielast is evenwichtig verdeeld. De studenten ervaren de
studie wel als zwaar. De opleiding biedt studenten met een functiebeperking voldoende
faciliteiten. De duur en omvang van de opleiding zijn conform de wettelijke eisen.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 4
Het personeelsbeleid van de opleiding is in de ogen van het panel voldoende. Aan de
ontwikkelaars, docenten en beoordelaars worden relevante eisen gesteld. De didactische
eisen aan de docenten en de eisen te stellen aan de scriptiebegeleiders verdienen nog
explicitering. De opleiding ziet naar behoren toe op het functioneren van de verschillende
medewerkers. Het aandeel van de gepromoveerde docenten is voldoende. Wel is een
minderheid van hen op het vakgebied van de logistiek gepromoveerd. De vakinhoudelijke
en didactische capaciteiten van de docenten zijn ruim voldoende. Het aantal medewerkers
voldoet en kan gemakkelijk uitgebreid worden, als het aantal studenten toe zou nemen.
Het panel acht de informatievoorziening en de studiebegeleiding van de opleiding passend.
De opleiding beschikt volgens het panel over een gedegen systeem voor kwaliteitszorg
waarbinnen streefdoelen zijn gesteld. Ook worden met een behoorlijke frequentie evaluaties
onder zowel studenten als docenten gehouden om hun tevredenheid over een aantal
relevante aspecten van de opleiding te meten. Wel heeft het panel vastgesteld dat het
sluiten van de PDCA-cyclus niet in alle gevallen slaagt. Dat zou verbeterd moeten worden.
De verschillende stakeholders, zijnde de examencommissie, studenten, docenten, alumni
en vertegenwoordigers van het beroepenveld zijn voldoende bij de opleiding betrokken.
Het toetsbeleid van de opleiding, gericht op optimalisering van validiteit, betrouwbaarheid en
transparantie van toetsen en beoordelen, voldoet volgens het panel. Daarnaast vervult de
examencommissie haar taken in het toezicht op toetsing en beoordeling naar behoren. Wel
beveelt het panel aan dat de examencommissie ook de relatie tussen de leerdoelen en de
inhoud van de toetsen controleert. Om het beleid uit te voeren heeft de opleiding gedegen
procedures ontwikkeld. Dat geldt zowel voor het opstellen als voor het beoordelen van de
toetsen. Omdat de toetsvormen enigszins eenzijdig zijn en alleen de schriftelijke rapportage
omvatten, raadt het panel de opleiding aan de diversiteit van toetsvormen te vergroten. De
opzet en beoordeling van de masterscriptie zijn naar behoren. De studenten weten waaraan
ze moeten voldoen. De beoordeling is in handen van meerdere beoordelaars en de eisen
waaraan de scriptie moet voldoen, zijn neergelegd in beoordelingscriteria.
Het panel vindt de afstudeergarantie naar behoren en beschouwt de financiële spankracht
van de instelling als toereikend om deze opleiding te ontwikkelen en te verzorgen.
Het panel acht de toedeling van de opleiding aan het onderdeel Economie van CROHO
passend. De toevoeging ‘Master of Arts’ is volgens het panel de meest toepasselijke toe-
voeging aan de graad.
Het panel adviseert de NVAO om positief onder voorwaarden te besluiten ten aanzien van
de kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-master Logistiek & Supply Chain Management van
Hogeschool NCOI. Het is van oordeel dat de onvoldoende score op standaard 3 binnen een
redelijke termijn, bijvoorbeeld een jaar, weggewerkt kan worden.
Den Haag, 18 juni 2015
Namens het panel ter beoordeling van de uitgebreide Toets nieuwe opleiding voor de
opleiding hbo-master Logistiek & Supply Chain Management van Hogeschool NCOI,
R. Hendrix drs. W.J.J.C. Vercouteren RC
(voorzitter) (secretaris)
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 5
2 Werkwijze panel
De NVAO heeft een panel vastgesteld met volgende samenstelling:
– R. Hendrix, director Operations Benelux, Iron Mountain (voorzitter);
– ing. R. Meylaers MSc, opleidingscoördinator bachelor Logistiek, Hogeschool Thomas
More Kempen (panellid);
– prof. dr. K.J. Roodbergen, hoogleraar Kwantitatieve Logistiek, Rijksuniversiteit
Groningen (panellid);
– F. van Heest BA, student master Nieuwste Geschiedenis, Universiteit van Amsterdam
(student-lid).
Het panel werd terzijde gestaan door drs. G.H. Lansink, beleidsmedewerker NVAO en
procescoördinator en drs. W.J.J.C. Vercouteren RC, extern secretaris.
Bij de toetsing heeft het panel het Beoordelingskader voor de uitgebreide Toets nieuwe
opleiding van de NVAO (Stcrt. 2010, nr 21523) in acht genomen.
Het panel heeft zich aan de hand van de door de opleiding verstrekte documenten (het
aanvraagdossier van oktober 2014 en een addendum van februari 2015) op de beoordeling
voorbereid. Op 16 maart 2015 is het panel voor vooroverleg bij elkaar geweest. Tijdens
deze bijeenkomst zijn de eerste bevindingen van het panel besproken en zijn ook nadere
vragen geformuleerd voor de aanvrager. Deze vragen zijn geïnventariseerd door de
secretaris. Een deel van de vragen is vooraf aan de instelling voorgelegd. Deze heeft die
vragen op 10 april 2015 beantwoord. Een ander deel heeft het panel als input gebruikt voor
het locatiebezoek.
Op 22 april 2015 heeft het panel een bezoek afgelegd bij Hogeschool NCOI. Tijdens dit
bezoek is het panel in verschillende gespreksrondes van nadere informatie voorzien en zijn
de vraagpunten aan de orde gesteld en in discussie gebracht. Het programma van het
locatiebezoek is toegevoegd in bijlage 2. Na afloop van het locatiebezoek hebben de
panelleden de bevindingen onderling besproken en vertaald naar voorlopige conclusies.
Uiteindelijk zijn aan de hand van de uitkomsten daarvan beargumenteerde oordelen per
standaard en een eindoordeel over de kwaliteit van de opleiding als geheel gegeven. De
panelvoorzitter heeft aan het slot van het locatiebezoek een korte mondelinge
terugkoppeling gegeven aan de vertegenwoordigers van de opleiding.
Na het locatiebezoek heeft de secretaris een conceptadvies opgesteld dat voor commentaar
aan de panelleden is voorgelegd. Vervolgens heeft het panel dit concept van commentaar
voorzien, waarna de definitieve tekst is vastgesteld. Na afronding van het traject binnen het
panel is in het kader van de hoor/wederhoorprocedure het conceptrapport voorgelegd aan
de instelling om feitelijke onjuistheden te signaleren. Dit heeft geleid tot een beperkt aantal
wijzigingen. Op 18 juni 2015 is het definitieve advies aan de NVAO vastgesteld
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 6
3 Beschrijving van de opleiding
3.1 Algemeen
Instelling: Hogeschool NCOI
Opleiding: hbo-master Logistiek & Supply Chain Management
Oriëntatie en niveau: post-initiële hbo master
Varianten: deeltijd, duaal
Locaties: Almere, Amsterdam, Arnhem, Breda, Den Haag, Eindhoven,
Rotterdam, Utrecht, Zwolle
Studieomvang (EC): 60 EC
Onderdeel CROHO: Economie
3.2 Profiel instelling
Hogeschool NCOI is een onderdeel van NCOI Opleidingsgroep. Deze richt zich op de
werkenden in Nederland en biedt voor hen ruim 1.000 opleidingen aan. NCOI Opleidings-
groep maakt gebruik van meer dan 1.200 freelance docenten die werkzaam zijn in geheel
Nederland. Het hoofdkantoor van de instelling staat in Hilversum. Daar zijn ruim 240 eigen
medewerkers in de planning, organisatie en ontwikkeling van de opleidingen werkzaam.
Hogeschool NCOI heeft de status van rechtspersoon voor hoger onderwijs.
Hogeschool NCOI maakt gebruik van de infrastructuur van NCOI Opleidingsgroep. Deze
omvat onder meer de afdeling advies en voorlichting die studenten advies geeft over het
door hen te lopen opleidingstraject, de afdeling docentenmanagement die belast is met de
werving, selectie, ontwikkeling en inzet van docenten en het examenbureau dat zorgt voor
de planning, uitvoering en beoordeling van de schriftelijke en mondelinge examens.
3.3 Profiel opleiding
De opleiding hbo-master Logistiek & Supply Chain Management is voor Hogeschool NCOI
een nieuwe opleiding. De opleiding is geen nieuwe opleiding voor Nederland. Er zijn andere
hogescholen en ook universiteiten die deze of een gelijksoortige opleiding aanbieden.
De opleidingscompetenties ofwel eindkwalificaties zijn de volgende:
- Ketens regisseren. De Master organiseert ketens en netwerken. Hij stimuleert daarbij de
samenwerking, initieert verbeteringsprocessen en regisseert de uitvoering ervan.
- Ondernemen. De Master zoekt en identificeert mogelijkheden voor de ontwikkeling in de
logistieke en supply chain-functie die de organisatie strategische of commerciële kansen
bieden.
- Bijdrage leveren aan strategie. De Master draagt bij aan de logistieke invulling van de
bedrijfsstrategie door het analyseren, formuleren en evalueren van alternatieve
(netwerk)structuren en processen die de strategisch gewenste prestatie kunnen leveren.
- Implementeren van verbeteringen. De Master initieert, implementeert en realiseert
logistieke verbeteringen binnen de eigen organisatie en de supply chain.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 7
- Leiding geven. De Master Logistiek & Supply Chain Management geeft leiding aan een
organisatie-eenheid of project voor het uitvoeren of verbeteren van logistiek en/of supply
chain management.
- Professionaliseren. De Master Logistiek & Supply Chain Management bevordert zijn
professionele deskundigheid en draagt bij aan deskundigheidsbevordering in het beroep,
de functie en/of het werkveld waarin hij werkzaam is.
- Communiceren. De Master is in staat om conclusies, en de kennis, motieven en
overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te
brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten.
- Onderzoeken. De Master is in staat op methodische wijze praktijkgericht onderzoek te
doen binnen het werkveld van logistiek en supply chain management.
Het curriculum van de opleiding is als volgt opgebouwd
Fase 1 (kernprogramma; eerste jaar) Studiepunten
Masterclass Organisatie en Management 6 EC
Masterclass Internationale Logistiek, Distributie en Transport 6 EC
Masterclass Facility Logistics and Warehouse 6 EC
Masterclass Bedrijfskundig Procesmanagement 6 EC
Integrale eindopdracht fase 1 5 EC
Fase 1 totaal 29 EC
Fase 2 (topprogramma; tweede jaar)
Masterclass Logistiek & Supply Chain Management 6 EC
Masterclass Strategisch Informatiemanagement 6 EC
Keuze Masterclass 6 EC
Eindscriptie 13 EC
Fase 2 totaal 31 EC
Totaal opleiding 60 EC
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 8
4 Opleidingsbeoordeling
Van toepassing is het Beoordelingskader voor de uitgebreide Toets nieuwe opleiding van de
NVAO (Stcrt. 2010, nr 21523).
Het kader wordt gebruikt als de instelling niet beschikt over een positief oordeel over de
instellingstoets kwaliteitszorg. De beoordeling is gericht op zeven vragen:
1. Wat beoogt de opleiding?
2. Met welk programma?
3. Met welk personeel?
4. Met welke voorzieningen?
5. Hoe wordt de kwaliteit geborgd?
6. Hoe wil de opleiding dit toetsen?
7. Zijn er voldoende financiële middelen?
Deze zeven vragen zijn vertaald in zeven onderwerpen en 16 standaarden. Over de
standaarden geeft het visitatiepanel een gemotiveerd oordeel op een tweepuntschaal:
onvoldoende of voldoende. Vervolgens geeft het panel een gemotiveerd eindoordeel over
de kwaliteit van de opleiding als geheel, ook op de tweepuntschaal.
Bij de beoordeling worden de volgende definities gehanteerd. Deze definities hebben zowel
betrekking op de scores van de standaarden als op de scores van de opleiding in totaal.
Basiskwaliteit
De kwaliteit die in internationaal perspectief redelijkerwijs verwacht mag worden van een
bachelor- of masteropleiding binnen het hoger onderwijs.
Onvoldoende
De opleiding voldoet niet aan de basiskwaliteit.
Voldoende
De opleiding voldoet aan de basiskwaliteit.
Indien een opleiding niet volledig nieuw is of omgevormd wordt, worden bij de
oordeelsvorming ook de gerealiseerde eindkwalificaties betrokken.
4.1 Beoogde eindkwalificaties
4.1.1 Standaard 1
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie
geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen.
Bevindingen
De eindkwalificaties van de opleiding zijn volgens de bij Hogeschool NCOI gebruikelijke
methode opgesteld door het kernteam van de opleiding, bestaande uit externe experts op
dit gebied en de onderwijskundige deskundigen van de hogeschool. Zowel de leden van de
werkveldcommissie alsook een lid van de academic board van de hogeschool hebben in dit
proces geparticipeerd. Het aanvraagdossier van oktober 2014 presenteerde een aantal
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 9
eindkwalificaties die echter in februari 2015 op aandringen van de werkveldcommissie
werden aangevuld c.q. aangescherpt.
Voorafgaand aan de totstandkoming van de eindkwalificaties van de opleiding heeft het
kernteam van de opleiding het beroepsprofiel van de afgestudeerden opgesteld. Dat is
mede gebeurd na de bestudering van bestaande nationale en internationale
competentieprofielen. Ook is daar hedendaagse literatuur bij betrokken om de huidige
ontwikkelingen in het vakgebied in beeld te brengen. Daarnaast is een studie gemaakt van
andere opleidingen op dit niveau in dit domein. Dat zijn onder andere opleidingen van
Saxion Hogeschool, Hogeschool Rotterdam, Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit
Maastricht, en opleidingen in Zweden, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Op basis van
het beroepsprofiel is het opleidingsprofiel opgesteld waarvan de eindkwalificaties deel
uitmaken. De eerste vijf eindkwalificaties zijn domeinspecifiek en de laatste drie zijn gericht
op het niveau van de master in generieke zin (zie paragraaf 3.3 van dit rapport).
De leden van het kernteam van de opleiding hebben het panel meegedeeld dat binnen de
eindkwalificaties het regisseren van de keten voorop staat. Dat houdt ook in dat de
afgestudeerden over het geheel van de logistieke keten heen kunnen kijken en binnen dat
geheel de passende oplossingen kunnen vinden. Daarnaast zijn de afgestudeerden volgens
de eindkwalificaties niet alleen in staat het management te adviseren over oplossingen en
verbeteringen maar weten zij binnen de mogelijkheden ook een keuze te maken, zaken te
implementeren en aan de uitvoerenden leiding te geven.
De opleiding heeft de relatie tussen de eindkwalificaties en de Dublin-descriptoren zichtbaar
gemaakt. De leden van het kernteam en de leden van de werkveldcommissie hebben
tegenover het panel de voornaamste verschillen tussen het niveau van de bachelor en het
niveau van de master in dit domein uiteengezet. Deze verschillen zijn de volgende.
– Op het masterniveau worden oplossingen voor logistieke vraagstukken of verbeteringen
van logistieke processen verwacht, die op theoretische concepten zijn gebaseerd en die
generiek toepasbaar zijn. Op het niveau van de bachelor worden eerder specifieke of
bedrijfseigen oplossingen voor deze vraagstukken gevraagd.
– De studenten op masterniveau dienen zowel inzicht als vaardigheden in praktijkgericht
onderzoek te hebben en dienen vraagstukken vanuit dat onderzoek te benaderen. Op
het niveau van de bachelor is dat een stuk minder het geval.
– De studenten op masterniveau moeten vraagstukken of verbeteringen behandelen
vanuit het perspectief van de omgeving van de onderneming. Op het niveau van de
bachelor wordt eerder naar vraagstukken binnen de grenzen van de onderneming
gekeken. Door vanuit de omgeving van de onderneming te redeneren, is de invalshoek
om naar vraagstukken te kijken anders en worden dikwijls ook andere oplossingen of
verbeteringen gevonden.
Naast de graad die de afgestudeerden volgens het Nederlandse stelsel voor het verlenen
van graden zullen ontvangen, hebben ze het recht de titel EMlog (European Master
Logistician) te voeren. Deze titel is ingesteld door de European Logistics Association. In
Nederland is de vereniging Logistiek management verantwoordelijk om vast te stellen welke
afgestudeerden de titel mogen voeren. Deze vereniging heeft deze opleiding van
Hogeschool NCOI en de opleiding van de Wagner Group daartoe gecertificeerd.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 10
De werkveldcommissie zal een belangrijke rol blijven spelen waar het gaat om afstemming
van de eindkwalificaties van de opleiding op de eisen van de beroepspraktijk. De commissie
zal tweemaal per jaar bijeenkomen.
De afgestudeerden van de opleiding kunnen werkzaam zijn als supply chain manager,
logistiek manager, procesmanager, projectleider, ketenregisseur en adviseur. Volgens de
opleiding is er veel vraag naar deze afgestudeerden.
Overwegingen
Het panel beoordeelt de wijze waarop het beroepsprofiel en het opleidingsprofiel opgesteld
zijn door de opleiding als gedegen. Allereerst is dit naar de waarneming van het panel een
proces geweest waarin alle deelnemers vanuit hun eigen specifieke perspectief hebben
geparticipeerd. Dat geldt met name ook voor de werkveldcommissie die de profielen aan de
beroepspraktijk getoetst heeft. Daarnaast is het beroepsprofiel deugdelijk onderbouwd
vanuit de literatuur en vanuit de benchmark die met andere opleidingen in Nederland en
daarbuiten uitgevoerd is.
De eindkwalificaties die uit het beroepsprofiel afgeleid zijn, zijn een goede weergave van het
beroepsprofiel en omvatten naar het oordeel van het panel de voornaamste onderwerpen
en aspecten die de afgestudeerden zouden moeten beheersen. Op één punt vindt het panel
deze niettemin tekortschieten en dat betreft de identificatie en analyse van problemen. Het
oplossen van vraagstukken en het verbeteren van processen kan alleen na een zorgvuldige
identificatie en analyse van de problemen die er zijn. Dat onderwerp heeft het panel niet
voldoende in de eindkwalificaties teruggezien. Daarom meent het panel dat de
eindkwalificaties in dit opzicht versterkt moeten worden.
Het panel heeft de relaties tussen de eindkwalificaties en de Dublin-descriptoren bestudeerd
en acht op grond daarvan het masterniveau van de eindkwalificaties aangetoond. Het panel
vindt de inhoudelijke vergelijking tussen het niveau van de bachelor en het niveau van de
master voor dit domein verhelderend. Daardoor heeft de opleiding het masterniveau
duidelijk in beeld gebracht en afgebakend.
Het panel ziet zowel in de inhoudsdeskundigen binnen het kernteam als in de
werkveldcommissie experts op dit vakgebied die in staat zijn de eindkwalificaties en de
inhoud van de opleiding op de juiste wijze vorm te geven. Het panel heeft veel waardering
voor hun inbreng en voor hun actieve opstelling.
De functies die de afgestudeerden volgens de opleiding kunnen vervullen, komen het panel
als realistisch voor.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.2 Programma
4.2.1 Standaard 2
De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het
gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 11
Bevindingen
De opleiding biedt in de masterclasses waaruit het curriculum is opgebouwd, onderwerpen
aan die aan de beroepspraktijk zijn ontleend. De voorbeelden die de opleiding heeft
genoemd in dat verband zijn talrijk. Enkele ervan zijn integraal logistiek proces, beheersen
van voorraden, transfer pricing en sourcing. Ook concepten als Response, Agile,
warehousing en facility logistics worden behandeld.
Binnen de masterclasses worden de studenten geacht opdrachten uit te voeren. De duale
studenten doen dat in hun eigen werkomgeving. De deeltijdstudenten die niet over een
relevante werkplek beschikken, krijgen door de opleiding ontwikkelde opdrachten binnen
fictieve organisaties aangeboden. De studenten dienen deze opdrachten vanuit de literatuur
en theoretische concepten die zij aangereikt krijgen, te behandelen. Van de studenten wordt
aldus in de uitwerking van de opdrachten conceptuele en theoretische verdieping verwacht.
Bij de aanpassing van de opleiding tussen oktober 2014 en februari 2015 zijn niet alleen de
eindkwalificaties aangescherpt maar is ook de onderzoekslijn in het curriculum verder
geëxpliciteerd. De studenten worden opgeleid om zowel het onderzoek van anderen te
beoordelen als zelf onderzoek te doen. Met het oog daarop zijn door het gehele curriculum
heen bijeenkomsten onderzoekvaardigheden opgenomen. De volledige onderzoekcyclus
wordt daarin behandeld. De studiepunten voor deze bijeenkomsten en de voorbereiding
daarvan, zijn niet apart benoemd maar zijn ondergebracht bij de masterscriptie (13 EC) en
bij de integrale eindopdracht (5 EC). De studenten worden geacht onderzoek te doen
binnen één van de drie thema’s die de opleiding in dat verband heeft gekozen. De thema’s
zijn de regierol in de keten, informatie- en communicatietechnologie en lean and agile. Aan
het einde van het kernprogramma (eerste jaar) doen de studenten al een deel van het
onderzoek, zijnde het formuleren van de probleemstelling, het bestuderen van literatuur, het
opzetten van een conceptueel model en het ontwerpen van het onderzoek. Daarin lopen zij
vooruit op de masterscriptie die zij aan het einde van het tweede jaar schrijven. Bij de
opleiding is een lector betrokken die mede voor de kwaliteit van het onderzoek instaat. Ook
kunnen de studenten zich wenden tot het Onderzoeksinstituut van de hogeschool waar ze
informatie over onderzoek kunnen krijgen.
Overwegingen
Het panel is van mening dat de studenten in voldoende mate in aanraking komen met de
beroepspraktijk. De inhoud van de masterclasses en de opdrachten die de studenten
daarbinnen in de praktijk uitvoeren, zijn daar een voldoende waarborg voor. Het panel
twijfelt niet aan de kwaliteit van de fictieve cases in dat verband, die de deeltijdstudenten
aangeboden krijgen. Wel heeft het panel moeite met de relatief beperkte omgeving waarin
de opdrachten worden gedaan. Volgens de opzet van het curriculum zullen de meeste
studenten hun opdrachten in één organisatie, namelijk die waar zij werkzaam zijn,
uitvoeren. Het panel vindt dat niet wenselijk, omdat de studenten zich juist in den brede
zouden moeten ontwikkelen en daarom met verschillende situaties in aanraking zouden
moeten komen. Daarom bepleit het panel het curriculum zo aan te passen dat de studenten
die mogelijkheden worden geboden. Hogeschool NCOI beschikt over een Stage Instituut
om studenten aan opdrachten te helpen. Het panel juicht dat zeer toe.
Het panel is te spreken over het aandeel en de diepgang van het onderzoek in het
curriculum. De studenten worden opgeleid in het praktijkgerichte onderzoek en leren alle
fases van de onderzoekcyclus kennen. Zowel aan het einde van het eerste jaar als bij de
masterscriptie dienen zij aan te tonen het onderzoek in dit domein te beheersen.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 12
Het panel acht de literatuur die de opleiding voorschrijft, vakinhoudelijk en qua niveau
passend voor deze opleiding. Het panel heeft tot zijn genoegen vastgesteld dat er ook
voldoende Engelstalige literatuur in de opleiding verplicht is gesteld.
Het panel vindt de actualiteit van het curriculum voldoende. Mede door de actieve houding
van zowel het kernteam als de werkveldcommissie die bij standaard 1 al is genoemd, acht
het panel de actualiteit van het curriculum in voldoende mate gewaarborgd.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.2.2 Standaard 3
De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde
eindkwalificaties te bereiken.
Bevindingen
De opleiding heeft in de vorm van een tabel de relatie tussen de eindkwalificaties van de
opleiding en de masterclasses zichtbaar gemaakt. De leerdoelen van de masterclasses zijn
volgens de opleiding ontleend aan de eindkwalificaties.
De opleiding heeft voor elk van de masterclasses een beschrijving gemaakt waarin
achtereenvolgens de te behandelen onderwerpen, de leerdoelen, de werkvormen, de
toetsing, de verplicht te bestuderen literatuur en de docenten opgenomen zijn.
De studenten worden geacht de masterclasses volgens de voorgeschreven programma te
volgen (zie daarvoor paragraaf 3.3 van dit rapport). Ze mogen de eindopdracht aan het
einde van het eerste jaar alleen maken, als ze de vier masterclasses van het eerste jaar
hebben afgerond. De studenten kunnen één masterclass naar keuze nemen waardoor zij
zich op het gebied van deze masterclass kunnen specialiseren. De studenten kunnen een
keuze maken uit ongeveer tien verschillende masterclasses.
Overwegingen
Het panel heeft de relatie tussen de eindkwalificaties en de leerdoelen c.q. de inhoud van
de masterclasses bestudeerd. Deze relatie is in de ogen van het panel niet voldoende
helder. Het is uit de tabel noch uit de beschrijvingen van de masterclasses eenduidig af te
leiden op welke wijze en in welke mate de eindkwalificaties in de masterclasses aan de orde
komen. Evenmin is gewaarborgd of de opdrachten in de masterclasses en de eindscripties
met de eindkwalificaties overeen zullen stemmen. Het panel beoordeelt het curriculum,
zoals dat uit het addendum blijkt, wel als voldoende. Dat gold niet voor het curriculum in het
oorspronkelijke aanvraagdossier.
Het panel beseft dat bij een Toets nieuwe opleiding het beoogde programma nog niet
volledig is uitgeschreven en heeft er begrip voor dat nog niet alle onderdelen ervan tot in
detail zijn uitgewerkt. Anderzijds ontkomt men er naar het oordeel van het panel niet aan om
in ieder geval a. eindkwalificaties van de opleiding, b. leerdoelen van de programma-
onderdelen (in dit geval vnl. de masterclasses) en c. de inhoud daarvan helder voor ogen te
hebben. Deze drie onderdelen en vooral hun onderlinge verbanden vormen gezamenlijk het
fundament van het gebouw dat de opleiding vormt. Wanneer voldoende helderheid op deze
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 13
punten ontbreekt of blijft ontbreken, kan men beter eerst terugkeren naar de tekentafel dan
verder gaan op een ongewisse koers.
Ook vindt het panel van belang dat in de praktijk een wijze van toetsing plaatsvindt die
logisch gekoppeld is aan de beoogde eindkwalificaties. Informatie daarover is echter nog
beperkt omdat de opleiding pas in 2013 van start is gegaan. Het panel heeft van de zijde
van de NVAO echter begrepen dat bij een eventuele positieve beslissing na een
uitgebreide Toets nieuwe opleiding er standaard na 3 jaar een tussentijdse beoordeling van
het niveau van toetsing en van het afstudeerniveau zal plaatsvinden. Op die manier is voor
het panel geborgd dat een formele weging op dat aspect zal plaatsvinden en wel op een
moment dat zich daar beter voor leent, d.w.z. wanneer ook de eerste afstudeerwerken zijn
verschenen.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen op dit moment
onvoldoende. Het heeft wel de indruk dat een reparatie ten aanzien van zijn kernbezwaar,
namelijk het ontbreken van een helder overzicht van de relatie tussen eindkwalificaties,
leerdoelen en inhoud van de programma-onderdelen, op afzienbare termijn (bijvoorbeeld
binnen een jaar) te realiseren valt.
4.2.3 Standaard 4
De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid
om de beoogde eindkwalificaties te bereiken.
Bevindingen
Het didactisch concept van de opleiding is het Actief Leerprincipe, een beginsel dat zowel
rekening houdt met het verwerven van kennis en inzicht door de kennisoverdracht door de
docent als door het zelf leren van de studenten door nieuwe informatie te verbinden met
ervaringen en met eerder opgedane kennis in de beroepspraktijk. Omdat veel studenten al
wat ouder zijn en in de praktijk werkzaam zijn, kan de tweede vorm volgens de hogeschool
in deze opleiding met vrucht toegepast worden.
De opleiding maakt gebruik van drie werkvormen die in een onderlinge samenhang de
leeromgeving van de studenten vormen. Dat zijn de bijeenkomsten, de werkomgeving van
de studenten en de online leeromgeving (e-Connect). In de bijeenkomsten krijgen de
studenten kennis overgedragen door de docent. In de werkomgeving passen de studenten
deze kennis toe en verbinden ze deze met hun eerdere ervaringen en kennis. In de online
leeromgeving bespreken de studenten de leerstof onderling. De studenten krijgen veel
literatuur aangeboden. Volgens de opleiding heeft dat ook tot doel de studenten te leren de
essentie uit de literatuur te halen.
De studenten hebben acht bijeenkomsten binnen elk van de masterclasses. Daarnaast zijn
er zes bijeenkomsten in het kader van de onderzoekvaardigheden. In totaal hebben de
studenten 110 contacturen in het eerste jaar en 88 contacturen in het tweede jaar.
Overwegingen
Naar de mening van het panel beschikt de opleiding over een didactisch concept dat
aansluit op de leer- en werkomgeving van de studenten. De studenten zijn overwegend
werkzaam in de beroepspraktijk en kunnen de leerstof in de bijeenkomsten verbinden met
de ervaringen die zij in de praktijk opdoen.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 14
De werkvormen die de opleiding inzet, sluiten aan op het didactisch concept. Het panel stelt
vast dat de combinatie van werkvormen de studenten ruime en gevarieerde mogelijkheden
biedt om hun leerproces vorm te geven. Deze werkvormen sluiten ook aan op de situatie
van de studenten.
Het panel acht het aantal bijeenkomsten en het totaal aantal contacturen voldoende voor
het leerproces van de studenten.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.2.4 Standaard 5
Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten.
Bevindingen
De opleiding geeft voorlichting over het programma aan de aankomende studenten. Voordat
zij aan de opleiding beginnen worden de studenten ingelicht over de inhoudelijke en
organisatorische aspecten daarvan. Ze kunnen de website van Hogeschool NCOI
raadplegen, contact opnemen met de studieadviseur of een voorlichtingsavond bezoeken.
De eisen voor toelating tot de opleiding zijn een bachelordiploma van een opleiding op het
gebied van logistiek en economie, (technische) bedrijfskunde, (commerciële) economie of
facilitair management. Daarnaast dienen de aspirant-studenten te beschikken over minstens
twee jaar relevante werkervaring. Wanneer de student niet één van deze opleidingen heeft
voltooid, kan hij of zij een instroomprogramma volgen waarin de student de deficiënties kan
opheffen. Ook in het geval een student niet de gevraagde relevante werkervaring heeft, kan
een instroomprogramma uitkomst bieden.
Wanneer de student een relevante werkkring heeft, kan hij of zij toegelaten worden tot de
duale variant. Als dat niet zo is, dan kan de student alleen in de deeltijdvariant ingeschreven
worden.
De studenten hebben recht op de vrijstelling van het afleggen van toetsen van één of meer
masterclasses. Vrijstellingen worden verleend op grond van diploma’s en op grond van
eerder verworven competenties. Het is aan de examencommissie om daarin een besluit te
nemen.
Overwegingen
De informatievoorziening aan aspirant-studenten voldoet.
Het panel acht de toelatingseisen voor de opleiding naar behoren. De eisen die gesteld
worden, zijn relevant om deze opleiding met een voldoende kans op succes te volgen. Dat
geldt zowel voor de inhoud en het niveau van de vooropleiding als voor de werkervaring.
Het panel staat positief tegenover de mogelijkheden die de opleiding de studenten biedt om
een instroomprogramma te volgen.
Het verlenen van vrijstellingen gebeurt volgens het panel op een gedegen wijze.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 15
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.2.5 Standaard 6
Het programma is studeerbaar.
Bevindingen
De opleiding telt in totaal 60 EC die verdeeld zijn over twee studiejaren. De opleiding heeft
de studielast binnen de studiejaren evenwichtig verdeeld. De studielast is tussen 15 uur en
20 uur per week. Studenten kunnen uitstel vragen voor het inleveren van een opdracht en
op deze wijze de studielast aanpassen aan hun mogelijkheden. De studenten hebben twee
herkansingen bij het afleggen van de toetsen. Na drie kansen moeten ze de masterclass
opnieuw volgen.
De locaties waar het onderwijs wordt verzorgd, zijn toegankelijk voor studenten met een
functiebeperking. Deze studenten kunnen ook hun toetsen onder afwijkende condities
afleggen. Over dat laatste beslist de examencommissie.
Overwegingen
De opleiding biedt de studenten in de ogen van het panel voldoende mogelijkheden om de
studie in het gewenste tempo te doorlopen. De studielast is evenwichtig verdeeld.
De studenten met wie het panel heeft gesproken, hebben gezegd de studie als zwaar te
ervaren. Ook zeiden ze dat veel studenten een studieachterstand hebben.
De opleiding biedt studenten met een functiebeperking voldoende faciliteiten.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.2.6 Standaard 7
De opleiding voldoet aan wettelijke eisen met betrekking tot de omvang en de duur van het
programma.
Bevindingen
Het programma van de opleiding telt in totaal 60 EC en heeft een nominale studieduur van
twee jaar.
Overwegingen
De omvang van het curriculum is met 60 EC in overeenstemming met de wettelijk gestelde
eisen.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.3 Personeel
4.3.1 Standaard 8
De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 16
Bevindingen
Het personeel dat aan de opleiding is verbonden, bestaat enerzijds uit vaste medewerkers
die zorgen voor de organisatie van het onderwijs en voor de onderwijskundige
ondersteuning en anderzijds uit freelance medewerkers die onder meer de functie van
ontwikkelaar, docent, begeleider of beoordelaar vervullen. De laatstgenoemden zijn de
domeindeskundigen van de opleiding. Zowel voor de vaste als de freelance medewerkers
zijn functieprofielen opgesteld waarin de eisen voor de functie zijn opgenomen.
In de selectieprocedure van de freelance medewerkers zijn de vakinhoudelijke, didactische
en organisatorische capaciteiten bepalend. Ook het niveau van de docenten speelt een
voorname rol. Van deze medewerkers wordt verwacht dat zij hun vakinhoudelijke kennis
zelf bijhouden. Ze hebben in voorkomende gevallen wel recht op didactische scholing. In de
evaluaties beoordelen de studenten de docenten. Docenten die een score hoger dan 8 (op
een tienpuntschaal) hebben, worden bij voorrang ingezet. Met het oog op de beoordeling
van docenten worden ook lesbezoeken afgelegd en wordt jaarlijks een voortgangsgesprek
gevoerd.
De opleiding organiseert twee bijeenkomsten per jaar voor de docenten. Het kernteam komt
vaker bijeen.
Overwegingen
Het panel beschouwt het personeelsbeleid van de opleiding als gedegen. De eisen die aan
de ontwikkelaars, docenten en beoordelaars worden gesteld, zijn relevant. Wel vindt het
panel dat de didactische eisen aan de docenten nog wat kunnen worden verduidelijkt. De
opleiding ziet op verschillende manieren en naar behoren toe op het functioneren van de
verschillende medewerkers.
Het panel heeft waargenomen dat de scriptiebegeleiders instaan voor de begeleiding van
de scriptie, terwijl gepromoveerde docenten belast zijn met het onderzoek daarin. Het panel
acht de eisen waaraan de scriptiebegeleiders moeten voldoen, niet helder en pleit ervoor
deze te expliciteren.
Het panel vindt de frequentie van de periodieke bijeenkomsten van de docenten voldoende.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.3.2 Standaard 9
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische
realisatie van het programma.
Bevindingen
Er zijn in totaal 23 docenten die aan deze opleiding onderwijs zullen kunnen verzorgen. Van
de docenten heeft 72 % een titel op masterniveau en is 28 % gepromoveerd.
De docenten beschikken over de benodigde vakkennis om de modules te geven. Zij zijn ook
goed ingevoerd in de beroepspraktijk waardoor zij de praktijk in hun colleges naar voren
kunnen laten komen. Tot slot hebben ze didactische vaardigheden, die ze indien nodig
kunnen versterken in door de opleiding aangeboden cursussen.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 17
De studenten met wie het panel heeft gesproken, oordelen positief over de vakkennis en de
didactische vaardigheden van de docenten. Wel vonden ze dat er sprake was van veel
verschillende docenten.
Overwegingen
Het panel acht het aandeel van de gepromoveerde docenten in het totaal van de docenten
voldoende. Wel stelt het panel vast dat slechts een minderheid van de gepromoveerden op
het vakgebied van de logistiek is gepromoveerd.
Het panel beoordeelt de vakinhoudelijke en didactische capaciteiten van de docenten als
ruim voldoende.
Het panel is positief gestemd over de docenten en ontwikkelaars met wie het panel een
gesprek heeft gevoerd. De positieve mening van de studenten over de docenten draagt aan
dat oordeel nog bij.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.3.3 Standaard 10
De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma.
Bevindingen
Het aantal vaste medewerkers van Hogeschool NCOI wordt afgestemd op het totaal aantal
opleidingen waaronder deze opleiding.
Het aantal freelance medewerkers wordt bepaald aan de hand van het aantal te verwachten
studenten. De opleiding kan dat aantal gemakkelijk aan de eventuele groei in het aantal
studenten aanpassen.
Volgens de opgave van de opleiding varieert de groepsgrootte van 8 tot 16 studenten. De
uitval van colleges is zeer beperkt.
Overwegingen
Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding beschikt over voldoende medewerkers in de
ondersteuning en ook over voldoende ontwikkelaars, docenten en beoordelaars. Het aantal
van de laatstgenoemden is tamelijk snel aan te passen aan het aantal te verwachten
studenten.
Het panel vindt de groepsgrootte van tussen 8 en 16 studenten aanvaardbaar en is te
spreken over de zeer geringe lesuitval.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 18
4.4 Voorzieningen
4.4.1 Standaard 11
De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het
programma.
Bevindingen
De opleiding wordt verzorgd op verschillende locaties in Nederland. Volgens de gegevens
van de opleiding zijn deze locaties alle voldoende uitgerust om het onderwijs te kunnen
geven. De locaties hebben onder meer leslokalen met audiovisuele hulpmiddelen, catering,
een goede bereikbaarheid en parkeerfaciliteiten. De studenten kunnen een abonnement op
een universiteitsbibliotheek nemen. De kosten daarvan kunnen eenmalig bij Hogeschool
NCOI gedeclareerd worden.
Hogeschool NCOI gebruikt het informatiesysteem Olympus, dat de bedrijfsprocessen
ondersteunt en zorgt voor de planning en registratie. De docenten en studenten hebben
toegang tot de online leeromgeving e-Connect die studiemateriaal, studie-informatie en
mogelijkheden tot communiceren biedt.
Overwegingen
De locaties waar de bijeenkomsten worden gehouden, beschikken over de benodigde
faciliteiten.
Het informatiesysteem van Hogeschool NCOI (Olympus) is toereikend voor de opleiding. De
digitale leeromgeving (e-Connect) biedt de studenten en docenten de gewenste
mogelijkheden en functioneert kennelijk naar behoren.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.4.2 Standaard 12
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de
studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten.
Bevindingen
De studenten hebben, zoals onder standaard 11 al werd vermeld, via de digitale
leeromgeving toegang tot onder meer de studiewijzers, de roosters en de door hen
behaalde cijfers. Daarnaast kunnen zij langs die weg met docenten en medestudenten
discussies voeren, bijeenkomsten voorbereiden en aanvullend lesmateriaal raadplegen.
Voor inhoudelijke vragen kunnen de studenten zich wenden tot de docenten of in het geval
van de masterscriptie tot de scriptiebegeleider. Voor vragen over de organisatie van de
studie en bij knelpunten in de voortgang kunnen studenten de studieadviseur raadplegen.
Iedere student heeft een studieadviseur toegewezen gekregen.
Overwegingen
Het panel acht de informatievoorziening voor de studenten op niveau. De studenten kunnen
in de vorm van de digitale leeromgeving e-Connect beschikken over de benodigde
informatie over de opleiding.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 19
Het panel vindt ook de studiebegeleiding naar behoren. De studenten hebben voldoende
mogelijkheden om zich bij vragen van uiteenlopende aard tot docenten, scriptiebegeleiders
of studieadviseurs te wenden. Het panel vindt het aantal van acht tot tien uur begeleiding in
het kader van de scriptie wel aan de krappe kant.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.5 Kwaliteitszorg
4.5.1 Standaard 13
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen.
Bevindingen
Het kwaliteitssysteem van de opleiding is conform dat van Hogeschool NCOI en gaat uit van
de PDCA-cyclus. De hogeschool is gecertificeerd volgens het kwaliteitszorgsysteem ISO
9001:2008. Dit systeem bestrijkt de processen van ontwerp, ontwikkeling, uitvoering en
evaluatie van de opleidingen. De opleidingsmanager is verantwoordelijk voor de bewaking
van de kwaliteit van de opleiding.
Om de resultaten te meten en te bewaken voert de opleiding periodieke evaluaties uit onder
met name de studenten en docenten. De opleiding heeft een aantal streefdoelen opgesteld
waaronder een afstudeerpercentage van 70 % binnen drie jaar en een gemiddelde
tevredenheid van studenten over de docenten en de dienstverlening van 8,0 (op een schaal
van 1 tot 10).
De opleiding laat elke masterclass tweemaal per (aangeboden) masterclass door de
studenten evalueren, tijdens de module en na afloop daarvan. Daarnaast wordt het
bijbehorende tentamen geëvalueerd. Ook de docenten evalueren de masterclass. Als de
resultaten van deze evaluaties tegen zouden vallen, nemen de afdelingen die daarvoor
verantwoordelijk zijn, maatregelen ter verbetering. Het opleidingsmanagement ziet daarop
toe.
Overwegingen
De opleiding beschikt volgens het panel over een gedegen systeem voor kwaliteitszorg.
Binnen dat systeem heeft de opleiding een aantal streefdoelen gesteld.
De opleiding houdt met een behoorlijke frequentie evaluaties onder zowel studenten als
docenten om hun tevredenheid over een aantal relevante aspecten van de opleiding te
meten. Wel heeft het panel vastgesteld dat het dichten van de PDCA-cyclus niet in alle
gevallen slaagt. Zo waren de punten die de werkveldcommissie naar voren bracht niet door
de opleiding opgepakt. Het panel beveelt de opleiding beter te bewaken dat de laatste stap
in de PDCA-cyclus ook daadwerkelijk wordt gezet.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 20
4.5.2 Standaard 14
Bij de interne kwaliteitszorg zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers,
studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken.
Bevindingen
De examencommissie ziet toe op de kwaliteit en het niveau van de toetsing en beoordeling.
Deze commissie komt driemaal per jaar bij elkaar. Haar taakstelling is vastgelegd in de
Regeling Examencommissie en is conform hetgeen in de WHW op dit punt is bepaald.
De studenten zijn in de vorm van evaluaties bij de kwaliteit van de opleiding betrokken. De
opleiding beschikt niet over een opleidingscommissie maar wel over een zogenoemde
opleidingsvertegenwoordiging waarin studenten hun stem kunnen laten horen. Deze komt
tweemaal per jaar bijeen.
De docenten evalueren ook de door hen gegeven masterclass. Daarnaast komen de
docenten tweemaal per jaar bijeen om over de opleiding als geheel van gedachten te
wisselen.
Een jaar na afstuderen meet de opleiding de tevredenheid en de loopbaanontwikkeling van
de alumni.
Zoals eerder gezegd, kent de opleiding een werkveldcommissie. Deze vergadert tweemaal
per jaar en adviseert de opleiding over de aansluiting op de beroepspraktijk.
Overwegingen
De examencommissie kwijt zich naar de waarneming van het panel naar behoren van haar
taken.
De betrokkenheid van de studenten bij de kwaliteit van de opleiding is volgens het panel
voldoende. De docenten zijn door middel van evaluaties bij de opleiding betrokken. Dat
geldt ook voor de afgestudeerden. Het beroepenveld spreekt in de vorm van de
werkveldcommissie periodiek met vertegenwoordigers van de opleiding.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.6 Toetsing
4.6.1 Standaard 15
De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing.
Bevindingen
Hogeschool NCOI beschikt over een beleid inzake toetsing en beoordeling, dat vastgelegd
is in het Beleidsplan van de hogeschool. De doelstellingen daarvan zijn te zorgen voor een
optimale validiteit, betrouwbaarheid en transparantie van toetsen en beoordelen. Toetsen
zijn in de ogen van de instelling en de opleiding bedoeld om het leerproces te bevorderen
en de studenten te informeren over hun vorderingen. De instelling beschikt over een
centrale examencommissie. Op de toetsing en beoordeling van deze opleiding wordt
toegezien door de examencommissie van het domein Bedrijfskunde. Deze commissie werkt
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 21
volgens de wet en ziet toe op de kwaliteit en het niveau van de toetsen en op het
eindniveau van de studenten. De examencommissie van het domein keurt het toetsplan van
de opleiding goed waarin staat hoe de opleiding vaststelt of de studenten aan het einde van
de opleiding de beoogde eindkwalificaties behaald hebben. Ook benoemt de commissie de
beoordelaars en controleert zij steekproefsgewijze de gemaakte toetsen.
Conform de regels van de hogeschool streeft de opleiding in de verschillende fasen van het
proces naar het waarborgen van de kwaliteit van toetsing en beoordeling. Zo worden de
toetsen ontwikkeld door speciaal daarin opgeleide tentamenontwikkelaars. Zij gebruiken
toetsmatrijzen om de inhoud van de toetsen te verbinden met de leerdoelen van de
masterclasses. De opleiding hanteert een strikte scheiding tussen doceren en begeleiden
enerzijds en beoordelen anderzijds om de betrouwbaarheid van de beoordeling te
bevorderen. De opleiding belegt zogenoemde kalibreersessies om de beoordeling van
opdrachten en de masterscriptie tussen de beoordelaars te ijken. De beoordeling gebeurt
aan de hand van beoordelingscriteria. De studenten kennen deze criteria en werken
volgens een heldere opdracht. Zo weten ze waar ze aan moeten voldoen. De beoordelaars
worden geacht hun cijfer te onderbouwen.
Na afloop van elk van de masterclasses leggen de studenten een afsluitende toets af. Dat is
in alle gevallen een praktijkopdracht die overigens een verschillende vorm kan hebben.
Deze vormen zijn het praktijkplan (oplossen van een probleem of verbeteren van een
proces in de eigen organisatie), het praktijkonderzoek (onderzoeken en behandelen van
vraagstuk in de eigen organisatie) of de examencase (analyseren van een vraagstuk aan de
hand van literatuur, gebruikmakend van eigen ervaringen). Daarnaast voeren de studenten
aan het einde van het eerste jaar in de vorm van de integrale eindopdracht kernprogramma
en aan het einde van het tweede jaar in de vorm van de masterscriptie een praktijkgericht
onderzoek uit.
Aan het einde van de opleiding schrijven de studenten de masterscriptie. De regels rond
deze scriptie zijn vastgelegd in een handleiding. De studenten moeten op basis van de
studie van relevante literatuur een vraagstuk uit de beroepspraktijk behandelen en tot een
oplossing brengen. De student dient niet alleen een rapport in te leveren maar ook een
mondelinge verdediging te voeren. De beoordeling van de afstudeerscriptie is in handen
van de scriptiebegeleider en een tweede, onafhankelijke beoordelaar. Bij grote verschillen in
de becijfering tussen hen beiden wordt een derde beoordelaar ingeschakeld. Zij beoordelen
aan de hand van een beoordelingsformulier. De studenten moeten overigens voor alle
criteria een voldoende hebben.
Het schriftelijk werk van de studenten wordt op plagiaat gecontroleerd, ook op het
hergebruik van eigen teksten.
Overwegingen
Het panel oordeelt positief over het toetsbeleid. De doelstellingen ervan, t.w. te zorgen voor
een optimale validiteit, betrouwbaarheid en transparantie van toetsen en beoordelen, komen
op het panel degelijk over. De examencommissie vervult volgens het panel haar taken in
het toezicht op de toetsing en beoordeling naar behoren. Wel beveelt het panel aan dat de
examencommissie ook de relatie tussen de leerdoelen en de inhoud van de toetsen
controleert.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 22
Ook in de uitvoering van het beleid neemt de opleiding volgens het panel de benodigde
maatregelen. De opleiding heeft gedegen procedures opgezet om de kwaliteit en het niveau
van toetsing en beoordeling te waarborgen. Dat geldt zowel voor het opstellen van de
toetsen als voor het beoordelen daarvan. Het panel is te spreken over de strikte scheiding
van begeleiden/doceren en beoordelen. De opleiding ziet naar behoren toe op plagiaat en
ook eventueel hergebruik van eigen werk door studenten.
Het panel heeft kennisgenomen van de toetsvormen en beoordeelt deze als enigszins
eenzijdig. De enige toetsvorm lijkt het schriftelijk rapport te zijn. Het panel beveelt de
opleiding aan de diversiteit van toetsvormen te vergroten en onder meer de mondelinge
communicatieve vaardigheden van de studenten beter te toetsen.
De opzet en beoordeling van de masterscriptie zijn in de ogen van het panel naar behoren.
De studenten weten waaraan ze moeten voldoen. De beoordeling is in handen van meer
dan één beoordelaar en de eisen waaraan de scriptie moet voldoen, zijn neergelegd in
beoordelingscriteria. Ten tijde van het locatiebezoek waren er overigens nog geen
masterscripties beschikbaar.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.7 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen
4.7.1 Standaard 16
De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden
doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar.
Bevindingen
Hogeschool NCOI heeft in zijn aanvraagdossier de garantie aan de studenten gegeven dat
het resultaat van de door hen afgelegde tentamens zes jaar blijft staan. Dat geeft de
studenten volgens de instelling genoeg tijd om de opleiding af te ronden.
De instelling heeft de directie van de NVAO de jaarrekening ter beschikking gesteld. Daaruit
kan worden afgeleid dat de instelling over de financiële middelen beschikt om de opleiding
te ontwikkelen en te verzorgen.
Overwegingen
Het panel acht de afstudeergarantie naar behoren.
Het panel beschouwt de financiële spankracht van de instelling voldoende om deze
opleiding te ontwikkelen en te verzorgen.
Conclusie
Het panel acht deze standaard op grond van bovenstaande overwegingen voldoende.
4.8 Toedeling CROHO-onderdeel en toevoeging graad
Hogeschool NCOI heeft de volgende motivering gegeven voor indeling van de voorge-
nomen opleiding in het CROHO:
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 23
Gezien de aard van de opleiding is toedeling ervan aan het domein economie het meest
van toepassing. De profilering van de opleiding is gericht op het management van inter-
nationale supply chains waarbij ‘synchromodaliteit’ een essentieel onderdeel is van de
opleiding. Synchromodaliteit is het effectief, efficiënt en duurzaam inzetten van transport-
modaliteiten. Deze continue afweging is een economisch vraagstuk, ergo het domein
economie.
Op grond van de aangereikte informatie en motivering acht het panel toedeling van de
voorgenomen opleiding aan het CROHO-domein Economie passend.
Wat betreft de meest passende formulering van de graad heeft Hogeschool NCOI aangege-
ven een duidelijke voorkeur te hebben voor toekenning van de graad Master of Arts met de
toevoeging EMLog.
Het panel heeft anderzijds kennis genomen van de clusterlijst van de NVAO in verband met
de aanpassing van de hbo-titulatuur. Voor het cluster Logistiek binnen het CROHO-onder-
deel Economie is voorzien in een toevoeging ‘of Arts’ aan de te verlenen mastertitel.
Het panel is op grond van het bovenstaande van oordeel dat de toevoeging ‘of Arts’ aan de
mastertitel op zijn plaats is, waarbij het er kennis van heeft genomen dat in onderling
overleg tussen de opleiding en de beroepsvereniging Logistiek management (vLm) kan
worden overgegaan tot de toevoeging EMLog. Het laatste aspect is wat het panel betreft
een zaak tussen de opleiding en de beroepsvereniging.
4.9 Algemene conclusie over kwaliteit van de opleiding
Het panel heeft alle standaarden beoordeeld als voldoende behalve standaard 3. Op grond
daarvan komt het panel tot het oordeel ’voldoende onder voorwaarde’. Het is wel van
mening dat de onvoldoende score op standaard 3 van zodanige aard is dat deze binnen
een redelijke termijn, bv. een jaar, weggewerkt kan worden, wanneer de opleiding erin
slaagt om een overzicht te presenteren waaruit helder naar voren komt hoe eindkwalificaties
van de opleiding, leerdoelen van de programma-onderdelen en inhoud van de programma-
onderdelen op een logische wijze aan elkaar gekoppeld zijn.
4.10 Aanbevelingen
In de tekst van dit rapport heeft het panel de opleiding een aantal aanbevelingen gedaan.
Hieronder zijn deze vanuit een oogpunt van overzichtelijkheid samengebracht. Het panel
heeft de volgende aanbevelingen aan de opleiding:
– In de eindkwalificaties het onderwerp van de identificatie en analyse van problemen veel
sterker tot uitdrukking laten komen.
– De studenten met verschillende situaties in de praktijk, ook buiten hun eigen organisatie
in aanraking brengen, opdat zij zich in den brede kunnen ontwikkelen.
– De criteria waaraan de begeleiders van de masterscripties moeten voldoen, duidelijker
beschrijven.
– De laatste stap in de PDCA-cyclus beter uitvoeren oftewel scherper bewaken dat deze
ook daadwerkelijk wordt gezet.
– De relatie tussen de leerdoelen van de masterclasses en de inhoud van de afsluitende
toetsen door de examencommissie laten controleren.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 24
– De diversiteit van toetsvormen vergroten en onder meer de mondelinge communicatieve
vaardigheden van de studenten beter toetsen.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 25
Overzicht oordelen
Onderwerp
Standaarden
Oordeel
1 Beoogde
eindkwalificaties
1. De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat
betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en
voldoen aan internationale eisen
V
2 Programma 2. De oriëntatie van het programma waarborgt de
ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van
wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk
V
3. De inhoud van het programma biedt studenten de
mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken
O
4. De vormgeving van het programma zet aan tot studeren
en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde
eindkwalificaties te bereiken
V
5. Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de
instromende studenten
V
6. Het programma is studeerbaar V
7. De opleiding voldoet aan wettelijke eisen met betrekking
tot de omvang en de duur van het programma
V
3 Personeel 8. De opleiding beschikt over een doeltreffend
personeelsbeleid
V
9. Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke,
onderwijskundige en organisatorische realisatie van het
programma
V
10. De omvang van het personeel is toereikend voor de
realisatie van het programma
V
4 Voorzieningen 11. De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn
toereikend voor de realisatie van het programma
V
12. De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan
studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan
bij de behoefte van studenten
V
5 Interne kwaliteitszorg 13. De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de
hand van toetsbare streefdoelen
V
14. Bij de interne kwaliteitszorg zijn de opleidings- en
examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en
het afnemend beroepenveld van de opleiding actief
betrokken
V
6 Toetsing 15. De opleiding beschikt over een adequaat systeem van
toetsing
V
7 Afstudeergarantie en
financiële
voorzieningen
16. De instelling geeft aan studenten de garantie dat het
programma volledig kan worden doorlopen en stelt
toereikende financiële voorzieningen beschikbaar
V
Algemene conclusie
V
V = voldoende O = onvoldoende
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 26
Bijlage 1: Samenstelling panel
De NVAO heeft een panel vastgesteld met volgende samenstelling:
– R. Hendrix, director Operations Benelux, Iron Mountain (voorzitter);
– ing. R. Meylaers MSc, opleidingscoördinator bachelor Logistiek, Hogeschool Thomas
More Kempen (panellid);
– prof. dr. K.J. Roodbergen, hoogleraar Kwantitatieve Logistiek, Rijksuniversiteit
Groningen (panellid);
– F. van Heest BA, student master Nieuwste Geschiedenis, Universiteit van Amsterdam
(student-lid).
R. Hendrix (voorzitter)
De heer Hendrix is director Operations Benelux bij de onderneming Iron Mountain. Daarvoor
was hij (onder)officier Logistiek bij de Koninklijke Landmacht in welke functie hij onder meer
deelnam aan twee buitenlandse uitzendingen in het kader van de VN en de NAVO. Vanaf
2001 bekleedt hij logistieke functies bij verschillende ondernemingen. De heer Hendrix is
ook gastdocent Supply Chain Management aan Hogeschool Avans
ing. R. Meylaers MSc (panellid)
De heer Meylaers is opleidingscoördinator van de bachelor Logistiek van Hogeschool
Thomas More Kempen. Hij is industrieel ingenieur Elektromechanica en haalde daarnaast
een master Industrieel Beleid aan de KU Leuven en een master Logistiek Management aan
de Vlaamse Ingenieurs Kamer. De heer Meylaers is onder andere docent Warehouse
Management en auteur van een aantal business games.
prof. dr. K.J. Roodbergen (panellid)
De heer Roodbergen is hoogleraar Kwantitatieve Logistiek aan de Faculteit Economie en
Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Daarvoor was hij achtereenvolgens
universitair docent en universitair hoofddocent aan de Rotterdam School of Management
van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De heer Roodbergen is onder meer gastdocent aan
de Management School van Bordeaux in Frankrijk.
F. van Heest BA (student-lid)
De heer Van Heest studeert de masteropleiding Nieuwste Geschiedenis van de Universiteit
van Amsterdam. Hij was onder meer bestuurslid bij de ASVA studentenunie en lid van de
raad van toezicht van het cultureel centrum van de Universiteit van Amsterdam. Ook heeft
hij stage gelopen als researcher bij het televisieprogramma Andere Tijden. Heden is de heer
Van Heest werkzaam als redacteur bij ScienceGuide.nl.
Alle panelleden en de secretaris hebben een onafhankelijkheids- en geheimhoudingsverkla-
ring ingevuld en ondertekend.
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 27
Bijlage 2: Programma locatiebezoek
Het panel bracht een bezoek aan de locatie van de opleiding in Utrecht op 22 april 2015.
08.30 uur – 09.45 uur Ontvangst en overleg panel (besloten)
09.45 uur – 11.00 uur Directie en opleidingsmanagement
J. Smit BBA (directeur Hoger Onderwijs), mr. M. Pieters (directeur
Accreditatie & Kwaliteit Hoger Onderwijs), E.W. Hof Bc (manager
hoger onderwijs), F.V. van Straalen (specialist opleidingsmanager
Hogeschool NCOI)
11.15 uur – 12.00 uur Docenten en ontwikkelaars
M.M. de Boer MSc (opleidingsmanager Hogeschool NCOI), dr. ir.
Ing. R. Kwikkers (lector, lid kernteam), ir. H. Visser (kerndocent, lid
kernteam), dr. R.J. de Boer (lid kernteam, scriptiebegeleider
docent,), dr. P.J.M. Nientied (docent, ontwikkelaar,
scriptiebegeleider), ir. J.W. Vieveen (docent, ontwikkelaar)
12.00 uur – 13.00 uur Lunch en overleg panel (besloten)
13.00 uur – 13.45 uur Examencommissie en kwaliteitszorg
prof. dr. D.J. Eppink (voorzitter Academic Board), J.A.J. van
Ebbenhorst Tengbergen BBA (manager kwaliteit en innovatie,
voorzitter centrale examencommissie), drs. I. Kolkman
(kwaliteitsmanager, voorzitter examencommissie domein
Bedrijfskunde), B.H.J. Vroom EMlog (lid examencommissie domein
Bedrijfskunde), drs. P.S.H.J. Schenkeveld MBA (lid
examencommissie domein Bedrijfskunde), P. de Roon
(studieadviseur)
14.00 uur – 14.30 uur Studenten
L. van Hulst (fase 2, duaal), E. Schrover (fase 2, duaal)
14.30 uur – 15.15 uur Vertegenwoordigers beroepenveld (leden werkveldcommissie)
F.M. Krijnen MBA, P. Roerig BEc, ing. R. van Mierlo MBA, CPIM,
ing. R.J.M. Cools MB, EMlog, drs. N.P.F. Kuipers EMlog
15.15 uur – 16.45 uur Overleg panel (besloten)
17.30 uur Korte terugkoppeling door panelvoorzitter naar opleiding
J.A.J. van Ebbenhorst Tengbergen BBA (manager kwaliteit en
innovatie), J. Smit BBA (directeur Hoger Onderwijs), mr. M. Pieters
(directeur Accreditatie & Kwaliteit Hoger Onderwijs), E.W. Hof Bc
(manager hoger onderwijs), F.V. van Straalen (specialist
opleidingsmanager Hogeschool NCOI), M.M. de Boer MSc
(opleidingsmanager Hogeschool NCOI)
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 28
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten
Documenten vooraf door de opleiding beschikbaar gesteld
- Informatiedossier uitgebreide TNO hbo-master Logistiek & Supply Chain Management
- Addendum bij informatiedossier
- Profiel van de professional
- Toetsplan
- Programmabeschrijvingen
- Onderwijs- en examenreglement Hogeschool
- Overzicht van in te zetten personeel
- Overzicht van contacten met het werkveld
- Onderzoeksleerlijnen
- Toegang verstrekt tot de digitale leeromgeving
- Antwoorden op de vooraf door het panel gestelde vragen
- Geactualiseerd overzicht van in te zetten personeel
Documenten beschikbaar gesteld tijdens locatiebezoek
- Beleidsplan hoger onderwijs Hogeschool NCOI
- Onderwijs- en examenregeling van opleiding
- Landelijke documenten gebruikt bij opstellen beroeps- en opleidingsprofiel
- Programmabeschrijvingen kern- en topprogramma
- Literatuurlijst, literatuur en readers
- Instructie aansturing ontwikkelaars eindopdrachten en materiaal masterclasses
- Instructie examenbeoordelaars
- Inhoud masterclasses kernprogramma
- Inhoud onderzoeksvaardigheden
- Voorbeelden van examenproducten
- Toetsing eindopdrachten masterclasses
- Toelatingsbeleid, toelatingsformulieren en toelatingsdossiers
- Vrijstellingen
- Overzicht leerdoelen versus eindkwalificaties
- Toetsmatrijzen
- Visie op onderzoek
- Onderzoeksinstituut
- Onderzoekslijnen
- Personeelsbeleidsplan
- Beleidsplan freelance professionals
- Functieprofielen medewerkers afdeling Opleidingsmanagement
- Functieprofielen freelance professionals, betrokken bij opleiding
- Werving en begeleiding freelance professionals
- Curricula vitae freelance professionals
- Beleidsplan voorzieningen
- Beleidsplan studenten met een functiebeperking
- Beleidsplan kwaliteit
- Handboek ISO
- Verbetermatrix
- Evaluatieformulieren
- Regeling examencommissie
- Notulen centrale examencommissie en examencommissie domein Bedrijfskunde
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 29
- Notulen werkveldcommissie
- Notulen vergaderingen kernteam
- Notulen vergaderingen beoordelaars
- Notulen bijeenkomsten opleidingsvertegenwoordiging
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 30
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
ba bachelor
CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs
EC studiepunten conform het European Credit Transfer System
hbo hoger beroepsonderwijs
ma master
NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie
WHW Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek
wo wetenschappelijk onderwijs
NVAO | Hogeschool NCOI | hbo-master Logistiek & Supply Chain Management | 18 juni 2015 |
pagina 31
Het paneladvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op uitgebreide
toetsing van de nieuwe opleiding hbo-master Logistiek & Supply Chain Management van
Hogeschool NCOI.
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)
Parkstraat 28
Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG
T 31 70 312 23 30
W www.nvao.net
Aanvraagnummer 003376