Haspengouw publicatie preview
-
Upload
sarahmartens -
Category
Documents
-
view
228 -
download
5
Embed Size (px)
description
Transcript of Haspengouw publicatie preview

MOOISTE DORPEN VAN
HASPENGOUW


MOOISTE DORPEN VAN
HASPENGOUW

Publicatie
V.U.
ISBN
Met steun van:
De mooiste dorpen van HaspengouwRedactie: Oswald Devisch, Sarah Martens, Peter Bongaerts, Hannelore Goyens, coverfoto: Franky Larousselle m.m.v. Koen Dirix, Leadersecretariaat, Provincie Limburg
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”
9789089130334

INHOUD
Voorwoord
I. Over omgaan met spontante ruimtelijke transformatieprocessen
II. Haspengouw in lagen
III. Mooiste dorpen van HaspengouwVoorstelling van het Leaderproject
Mooie projecten
. Haspenwood. Maak het Dorp!
. Guigoven speelt!. Onderzoek kerkenplan Kortessem
. Scenario’s voor herbestemming religieus erfgoed. Riemst voor iedereen
. Puur Limburg. Het fort van Jonkholt
. Ssss(Stilte)! Haspengouw Spreekt
IV. Call for projects
5
11
27
454773
9197103109115121127133139
145


VOORWOORD
Haspengouw wordt van oudsher gekenmerkt door zijn vele dorpen met prachtige vergezichten in een glooiend landschap. De schaarste van de gronden en de maatschappelijke veranderingen zorgen ook voor heel wat veranderingen in onze dorpen. De typische dorpsschool, het rijke sociale en culturele verenigingsleven die belangrijk zijn voor de vitaliteit en leefbaarheid van onze dorpen komen meer en meer onder druk te staan. Invulling van woonuitbreidingsgebieden zorgt weliswaar voor zuurstof in de dorpen maar wijzigt ook de structuur van dorpen. Economische functies zoals de bakker, de slager, de landbouwer vinden we minder en minder terug in de dorpen. Dorpen krijgen hierdoor meer een sterke en recreatieve woonfunctie toegewezen. De typische en streekgebonden plattelandsidentiteit dreigt hierdoor verloren te gaan. De afbrokkeling van identiteit en het verdwijnen van functies verzwakt de leefbaarheid van het platteland. Nochtans beschikt de leefomgeving van Haspengouw vandaag de dag nog zeker over bijzondere kwaliteiten, die het karakter en de identiteit van het dorp kunnen bepalen. Het is daarom van groot belang ons te richten op het behoud en waar nodig het opwaarderen en versterken van deze kwaliteiten.
Het plattelandsprogramma Leader biedt via zijn wervendheid en gedragenheid kansen om in te zetten op die regiospecifieke waarden en opportuniteiten. Via een bottom-up benadering schept dit Europese initiatief ruimte voor projecten en initiatieven die een nieuwe dynamiek kunnen geven aan een regio en die tegelijk de samenwerking tussen de publieke sector en de plattelandsactoren stimuleert.
“De mooiste dorpen van Haspengouw” fungeert binnen die context dan ook als een waar hefboomproject om het woonklimaat in Zuid-Limburg te versterken. Door bewoners van Haspengouw bewust te maken van de ruimtelijke

veranderingsprocessen die plaatsgrijpen in hun regio en de rol die zij kunnen spelen in deze processen, zet het project burgerparticipatie in om de kwaliteit van de woonomgeving in plattelandsdorpen te versterken. De opzet om vanuit een veelheid aan sectoren tot een gedeelde visie te komen maken dat dit project niet alleen een sterk geïntegreerd karakter heeft. Laat het nu deze integratie van sectoren zijn die plattelandsdorpen heden ten dage nodig hebben om hun leefbaarheid te verhogen en te versterken.
Inge MoorsGedeputeerde van Landbouw en Platteland



I.INLEIDING

12 INLEIDING

13 I. INLEIDING
OVER OMGAAN MET SPONTANE RUIMTELIJKE TRANSFORMATIEPROCESSENOswald Devisch
1. EEN UNIEKE REGIO IN EUROPA
Haspengouw is een landschapsregio verspreid over vijf Belgische provincies. De regio is gekend voor haar cultureel erfgoed, met prehistorische silex exploitaties; tumuli, heirbanen en villa’s uit de periode van de Gallo-Romeinen; religieuze elementen en nederzettingen uit de Middeleeuwen; steden, kastelen, burchten en vierkantshoeves uit de periode van het Graafschap Loon (11e tot 18e eeuw); en industriële relicten en treinsporen uit de 19e eeuw. Daarnaast is de regio ook gekend voor haar open landschap van weides en fruitboomgaarden, in het Noorden en akkers in het Zuiden. Dit erfgoed en dit landschap leven in een sterke symbiose. Factoren zoals topografie, waterhuishouding en bodemsamenstelling bepaalden waar nederzettingen opgericht werden en hoe deze doorheen de tijd transformeerden. En omgekeerd, kasteelheren, landbouwers en ondernemers introduceerden nieuwe landschapselementen zoals monumentale lanen, bossen, en fruitboomgaarden. Het unieke aan Haspengouw is dat deze symbiose erg tastbaar aanwezig is. Een tweede bijzonder element is de grote consistentie tussen de erfgoedelementen, en dit ondanks de bewogen geschiedenis die een aantal van hen doorgemaakt hebben. Al deze zaken samen -het groot aantal erfgoedelementen, het open landschap, de duidelijke relatie tussen beiden en de grote coherentie maken dat Haspengouw een unieke regio is in Europa1.
2. SPONTANE TRANSFORMATIEPROCESSEN
De geschiedenis van Haspengouw is er één van geïsoleerde en kleinschalige transformaties. Een landbouwer die een schuur bijbouwt, de zoon en de dochter die het perceel
1 Deze stelling komt uit ‘Alle tijd in Haspengouw van alle tijden. Het masterplan voor de ruimtelijke ontsluiting van het cultuurhistorisch erfgoed van Haspengouw’ opgesteld door Bureau Bongaerts en Stramien in 2002 in opdracht van het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed van de Provincie Limburg.

14 INLEIDING
naast de ouders erven, een laagstamboomgaard die een hoogstam vervangt, en kleine boerderijen die plaats maken voor vrijstaande woningen. Deze transformaties zijn niet gestuurd vanuit een overheid, maar zijn het werk van een hele reeks individuele actoren. Het zijn, met andere woorden ‘spontane transformatieprocessen’. Dit is heel anders dan, bijvoorbeeld, in centraal Limburg, waar de ontdekking van steenkool in het begin van de twintigste eeuw tot een reeks grootschalige en geplande transformaties heeft geleid met de bouw van volledig nieuwe tuinwijken. De ruilverkaveling is misschien de enige uitzondering. Deze operatie heeft in een aantal delen van Haspengouw een schaalvergroting in de landbouw geïntroduceerd en het landschap op een korte tijd radicaal hertekend. Voor de rest is elke orkestratie afwezig.
Om de impact van spontane transformatieprocessen te schetsen, zijn deze voor twee dorpen in Haspengouw gereconstrueerd2, namelijk Rosmeer(een deelgemeente van Bilzen) en Horpmaal (een deelgemeente van Heers).
In Rosmeer zijn volgens het gemeentearchief tussen 1990 en 2005, 143 bouwaanvragen ingediend. En dit zowel voor afbraak, verbouwingen als voor nieuwbouw. Op een totaal van 300 woningen is dit een wel erg hoog aantal. In een periode van 15 jaar heeft de helft van de woningen één of andere transformatie ondergaan. Tel hier nog eens 15 jaar bij en alle woningen van het dorp zijn aangepakt. Ten minste, in theorie.
In Horpmaal zijn de bouwaanvragen tussen 1980 en 2005 geanalyseerd. In deze periode zijn 188 bouwaanvragen ingediend, op een totaal van 200 woningen. Net zoals in Rosmeer, heeft Horpmaal een volledige make-over gekregen, in een tijdspanne van 25 a 30 jaar. En dit opnieuw zonder sturing van de overheid.
Wat deze twee reconstructies duidelijk maken is dat de impact van afzonderlijke ingrepen misschien wel beperkt is, maar dat deze, samengeteld en over de periode van een
2 Deze reconstructies zijn gemaakt door Oswald Devisch en An Dreesen in het kader van het PDPO As3-project ‘Naar interactieve dorpsontwikkelingsvisies voor Haspengouw’

15 I. INLEIDING
Rosmeer 1990-2005 (donkergroen = nieuwbouw, lichtgroen = verbouwing, lichtste groen = afbraak)
Horpmaal 1980-2005 (donkergroen = nieuwbouw, lichtgroen = verbouwing, lichtste groen = afbraak)
Rosmeer 1990-2005 (eigen kaart)
Horpmaal 1980-2005 (eigen kaart)

16 INLEIDING
generatie, wel degelijk een grote, en zelfs regionale impact hebben. Zo lijken dorpen in Haspengouw meer en meer op elkaar. Niet alleen omdat alle nieuwbouw woningen uit één en dezelfde sleutel-op-de-deur catalogus lijken te komen, maar ook omdat renovaties regionale en zelfs ruimere trends lijken te volgen. Daarnaast trekken woningen zich meer en meer terug achter hagen en automatische poorten, waardoor het openbaar domein transformeert van verblijfsruimte tot doorgangsruimte. En blijft lintbebouwing toenemen, wat dan weer zorgt voor een verdere versnippering van het landschap.
Maar, zoals we eerder aanhaalden, knagen deze transformaties nog niet aan het unieke karakter van Haspengouw. De vraag is echter hoe lang nog3. Een dorp kan immers zo generiek worden, dat het haar eigenheid verliest en zo haar aantrekkingskracht voor nieuwe bewoners. Woningen kunnen zich zo ver terugtrekken van het openbaar domein, dat dorpelingen elkaar niet meer tegenkomen en de sociale cohesie onder druk komt te staan. Het landschap kan zo versnipperd raken dat ecosystemen uiteenvallen en verdwijnen. Tel daarbij nog de hoge maatschappelijke kost van wonen in lage dichtheid, als gevolg van dure nutsleidingen, onbetaalbare dienstverlening, toenemende autogebruik, enz.4, en het unieke karakter van Haspengouw komt onder druk te staan. De vraag is dan ook hoe spontane transformatieprocessen gestuurd kunnen worden zodat de unieke symbiose tussen landschap en (historische) bebouwing tastbaar blijft.
3 Het Vlaams Plattelandsbeleidsplan 2013-2015 schetst een aantal plattelandsproblema-tieken en formuleert doelstellingen om deze aan te pakken. 4 In ‘In de ban van het lint – lintbebouwing in Vlaanderen’ beschrijft Kim Wouters een aantal van de problematieken eigen aan lintbebouwing. Deze zijn ook toepasbaar op verspreide bebouwing in het algemeen.

17 I. INLEIDING
3. RUIMTELIJKE CAPACITEITSOPBOUW
Als je aan een inwoner van Horpmaal of Rosmeer vraagt of er veel veranderd is in zijn dorp, is het antwoord steevast: ‘Ja, er is veel veranderd, maar alles is hetzelfde gebleven.’ De boomgaard is weg, maar het hek staat er nog. De school is toe, maar de nieuwe eigenaars hebben het gebouw wel mooi gerenoveerd. Mijn zicht op het landschap is verdwenen, maar het is hier nog altijd rustig. En er zijn heel wat bewoners bijgekomen, maar mijn buren zijn gebleven en mijn ouders wonen nog altijd om de hoek.
Het tempo van het transformatieproces is juist traag genoeg, voor bewoners om dit telkens te kunnen verwerken. Tegelijkertijd, bij wat dieper doorvragen, blijkt er achter dit standaard antwoord ook een gevoel van onmacht en berusting te zitten. Bewoners zijn het niet altijd eens met de veranderingen. Ze ervaren de regionale impact en beseffen dat het unieke karakter van Haspengouw niet eindeloos rekbaar is. Maar, ze zien niet in wat zij hier zelf, als individuele inwoner, aan kunnen doen. ‘De mensen leven nu eenmaal anders dan vroeger’. En: ‘Iedereen moet op zijn perceel toch kunnen doen wat hij wil’. Tijdens een tweede gesprek, al wandelend doorheen het dorp, en met beelden van andere projecten in de hand, sneuvelen echter meestal ook deze argumenten. En komen bewoners zelf met voorstellen over hoe het anders zou kunnen. Hoe een nieuwe wijk zo georganiseerd kan worden dat de boomgaard misschien toch niet volledig gekapt moet worden. Hoe een trage weg misschien toch nog, onder bepaalde voorwaarden open kan blijven. Hoe een nieuwbouw woning misschien zo vormgegeven kan worden dat het zicht op het landschap toch bewaard kan blijven. Enzoverder.
Met andere woorden, omgaan met spontane transformatie-processen vraagt om capaciteitsopbouw. Capaciteit staat hier voor het vermogen van een persoon, een organisatie of een instelling om een vooropgesteld doel te bereiken. Capaciteitsopbouw verwijst dan naar het proces om dit vermogen te verbeteren. Toegepast op spontane ruimtelijke transformatieprocessen is dit het vermogen van bewoners, regionale actoren en lokale overheden om

18 INLEIDING
(1) deze processen te herkennen, de impact van hun eigen beslissingen en deze van anderen op deze processen in te schatten, en alternatieve toekomsten te verbeelden, en om (2) - al dan niet gezamenlijk - actie te ondernemen om deze toekomsten daadwerkelijk vorm te geven. Het is een proces waar we in de rest van de tekst naar verwijzen als ‘ruimtelijke capaciteitsopbouw’.
4. EEN STADSDEBAT VOOR HASPENGOUW?
Het Witboek Stedenbeleid5 heeft een gelijkaardige ambitie, namelijk, het verhogen van de capaciteit van burgers, organisaties en overheden om deel te nemen aan het proces van stadsvernieuwing. De auteurs introduceren hiervoor het principe van het stadsdebat. Het uitgangspunt is het organiseren van een wisselwerking tussen het formuleren van lange termijn visies voor een stad en het uitvoeren van projecten voor een concrete locatie. Deze wisselwerking moet vervolgens een debat op gang trekken over de concrete projecten (vb. de bouw van een nieuwe school) maar ook, over ruimere maatschappelijke dynamieken of transformatieprocessen (vb. de rol van een school in een multiculturele samenleving). De centrale stelling achter het stadsdebat is dat participatie niet ten dienste staat van het formuleren van visies en het realiseren van projecten, maar dat deze visies en projecten juist ten dienste staan van het participatieproces. Met andere woorden, het coproduceren van projecten als insteek voor ruimtelijke capaciteitsopbouw.
“Nu is het stadsproject een doel, de participatie één van de middelen. Beter zou zijn de projecten te zien als middelen, als hefbomen tot betere stedelijke participatie”6.
Het organiseren van ruimtelijke capaciteitsopbouw in Haspengouw vraagt dus om een stadsdebat. Maar hoe realistisch is dit? In tegenstelling tot de grote centrumsteden zijn er in dorpen als Rosmeer en Horpmaal amper investeringen in openbare ruimten of publieke voorzieningen.
5 Boudry, L. e.a. (ed.), 2003. De eeuw van de stad. Over stadsrepublieken en rastersteden. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel.6 Corijn, E., 2006. Deelnemen is belangrijker dan winnen. In: Boudry, L. (eds.), Inzet, Opzet, aanzet: stadsprojecten in Vlaanderen. Garant, Antwerpen, pp. 164-173.

19 I. INLEIDING
Het aantal projecten is er, met andere woorden, erg beperkt. En zonder projecten valt het debat stil. Dus, hoe doe je aan ruimtelijke capaciteitsopbouw als er geen projecten zijn? Wat volgt zijn twee experimenten.
5. EERSTE EXPERIMENT: DORPSONTWIKKELINGSVISIES
Les plus beaux villages de Wallonie7 werkt met een kwaliteitslabel. Elk dorp dat aan een lijst criteria voldoet, wordt opgenomen in een netwerk van mooiste dorpen. Deze criteria zijn vooral gericht op erfgoed, maar ook op de relatie tussen het eigen perceel en het openbaar domein, op het openstellen van het eigen perceel, enz. In het Verenigd Koninkrijk wordt dan weer met Village Design Statements8
gewerkt, documenten die de typische elementen van een dorp beschrijven en vastleggen hoe inwoners hier in de toekomst mee moeten omgaan. Het uitwerken van een Village Design Statement gebeurt in samenspraak met inwoners. Ondertussen vormen deze documenten een vast onderdeel van het planningsapparaat.
Het principe van de Village Design Statements vormde de inspiratie voor een eerste experiment9. Het opzet was het uitwerken van een dorpsontwikkelingsvisie voor Horpmaal en Rosmeer, en dit in samenspraak met de inwoners van beide dorpen. Elke visie bestaat uit een reeks stellingen gericht aan de (toekomstige) inwoners en aan de besturen van beide gemeenten. Zo moeten Horpmalers die gaan bouwen of verbouwen rekening houden met de typische bouwstijl van het dorp. En moeten bestaande bermen en doorzichten behouden blijven. Naast deze dorpsontwikkelingsvisie is ook een wandelkaart uitgewerkt die de wandelaar langs de typische kenmerken van beide dorpen voert. En een draaiboek voor het coproduceren van een dorpsontwikkelingsvisie, zodat het mogelijk wordt om dit proces ook in andere dorpen te herhalen. Belangrijk om te vermelden is dat dit experiment op eigen initiatief uitgevoerd is, en niet op vraag van een overheid.
7 www.beauxvillages.be8 http://publications.naturalengland.org.uk/publication/21340819 Een experiment gefinancierd binnen PDPO Vlaanderen 2007-2013, As 3 gebiedsgerichte werking

20 INLEIDING
Het experiment is ten dele geslaagd. De capaciteit van de deelnemers om de ruimtelijke eigenheid van hun dorp te lezen nam duidelijk toe doorheen het proces. Aanvankelijk was het antwoord op de vraag wat nu typisch was voor hun dorp steevast ‘landbouw’. Als gevraagd werd wat ze hier concreet mee bedoelden bleef dit beperkt tot ‘vierkantshoeves’. Na een aantal ontmoetingsmomenten spraken deelnemers ook over de topografie, de zichten, de bermen, het stratenpatroon, de relatie tot het openbaar domein, enz. Ook het vermogen om de impact van spontane transformatieprocessen in te schatten, nam toe en leidde uiteindelijk tot de stellingen van de dorpsontwikkelingsvisie. Maar toen liep het experiment af en viel het proces stil. De visie hangt nu ergens ingekaderd aan een muur en de wandelkaart ligt hoogstwaarschijnlijk ergens in een kast. Dat is ook begrijpelijk want capaciteitsopbouw vraagt om tijd. Gedrag verander je immers niet zomaar. En al zeker niet als het gaat over gedrag dat te maken heeft met het gebruik, het beheer of het beleid van zoiets onwrikbaars als privaat eigendom. Eigendommen die samen het unieke landschap van Haspengouw maken.
Bewoners ondertekenen charter voor levenslang wonen in Horp-maal, september 2008(rechts) Wandelkaart met typische kenmerken Horpmaal

De
to
po
gra
fie
ma
ak
t d
at
he
t n
iet
ov
era
l e
ve
n
ma
kk
eli
jk i
s o
m t
e b
ou
we
n. H
ierd
oo
r zi
jn e
r n
og
ee
n g
roo
t a
an
tal
gro
en
e b
erm
en
bin
ne
n i
n h
et
do
rp.
De
ze b
ren
ge
n h
et
om
rin
ge
nd
e l
an
dsc
ha
p
in h
et
do
rp e
n b
ep
ale
n z
o m
ee
he
t g
roe
ne
ka
rak
-
ter
va
n h
et
do
rp. D
aa
rna
ast
ve
rste
rke
n z
e s
am
en
me
t h
et
gri
llig
e s
tra
ten
pa
tro
on
oo
k h
et
ge
vo
el
va
n b
esl
ote
nh
eid
.
Da
ar
wa
ar
be
rme
n
we
l b
eb
ou
wd
w
ord
en
,
mo
ete
n e
r d
ikw
ijls
erg
ve
el t
rap
pe
n e
n h
ell
ing
en
vo
orz
ien
wo
rde
n.

22 INLEIDING
6. TWEEDE EXPERIMENT: MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
Het tweede experiment11 speelt expliciet in op het aspect ‘tijd’. Het opzet was het ontwikkelen van een platform dat ruimte biedt voor netwerkvorming, kennisuitwisseling en debat tussen actoren die op een bewuste manier omgaan met het unieke karakter van Haspengouw. In tegenstelling tot het eerste experiment, is hier ingezet op twee schaalniveaus: opnieuw het niveau van lokale actoren, maar ook het niveau van regionale actoren. Deze laatste zijn organisaties die actief zijn op schaal van de regio Haspengouw. Ze zijn bij het project betrokken om tegemoet te komen aan de zwakke punten van het eerste experiment. Deze actoren hebben elk immers een eigen netwerk, waar ze actief mee communiceren, en ze zullen ook in de regio actief blijven eens het experiment afgelopen is. Via een reeks interventies is getracht om deze regionale actoren samen te laten reflecteren over de impact van ruimtelijke transformatieprocessen, en hun (potentiële) rol in het sturen van deze processen.
Het niveau van de lokale actoren bestaat uit individuele burgers en organisaties die actief zijn in één dorp. Deze zijn benaderd in één dorp, namelijk Hoepertingen. Anders dan Rosmeer en Horpmaal is hier vertrokken zonder a priori doelstellingen (zoals het uitwerken van een dorpsontwikkelingsvisie), zonder beeld van een eindresultaat (zoals een draaiboek), en zonder einddatum. Het proces liep/loopt ongeveer als volgt: (1) via gesprekken met sleutelactoren werden de (spontane) transformatieprocessen en huidige dynamieken in kaart gebracht; (2) vervolgens werd met een brede groep gezocht naar mogelijke antwoorden op deze processen en dynamieken en werd expliciet gevraagd naar de rol die iedereen zou willen opnemen in deze antwoorden. Deze gesprekken vonden plaats al wandelend doorheen het dorp; (3) tenslotte werden deze antwoorden met elkaar geconfronteerd op zoek naar nieuwe dynamieken en synergiën tussen de actoren. Deze confrontatie gebeurde in de vorm van een debat waarop ook het lokale beleidsniveau
11 Een experiment gefinancierd binnen Leader As 4 – Maatregel 2 - Het verhogen en versterken van de leefbaarheid van plattelandsdorpen.

23 I. INLEIDING
aanwezig was. Een reeks parallelle initiatieven, zoals tijdelijke ingrepen in de publieke ruimte, en deelname aan lokale activiteiten (vb. De dag van het Park), zorgde ervoor dat er voortdurend nieuwe actoren bij het proces betrokken werden, en dat het engagement van de deelnemers op pijl bleef.
Deelnemers tijdens opdracht eerste spelversie ‘Maak het dorp, Hoepertingen!’ op 1 juni 2013

24 INLEIDING
7. EEN VERTRAAGD DEBAT
Naar analogie met het stadsdebat, verwijzen we naar het tweede experiment als een ‘vertraagd debat’. Ook dit debat moet aanzetten tot (ruimtelijke) capaciteitsopbouw en uiteindelijk tot nieuwe dynamieken en synergiën. Het debat is (ver)traag(d) omdat het sleutelen aan capaciteiten nu eenmaal tijd vraagt. Met intense momenten, maar soms ook met lange stiltes. De ene keer met een grote groep actoren, de andere keer met drie enthousiastelingen. Meestal rond een lokale problematiek, maar af en toe ook rond regionale uitdagingen. Soms via debat, soms via een evenement. Enzoverder. De tempowisselingen, de veelheid aan instrumenten, de lange termijn en de herhaling laten toe dat iedereen onder zijn/haar eigen voorwaarden kan deelnemen, in het format dat hem/haar past en binnen dat medium waarbinnen hij/zij zich goed voelt.
Laat ons, om de zaken scherp te krijgen, het principe van het vertraagd debat vergelijken met dat van het stadsdebat. Beiden streven naar ruimtelijke capaciteitsopbouw. Maar waar het stadsdebat van projecten vertrekt, zet het vertraagd debat in op interventies. In beide gevallen moeten deze een debat op gang trekken, en de kiemen zaaien van nieuwe dynamieken en synergiën. Waar verschilt een project dan precies van een interventie? Ten eerste, de projecten uit het stadsdebat passen in een beleidskader. De burger wordt uitgenodigd om deel te nemen aan een geregisseerd coproductieproces. Bij een interventie ligt het vertrekpunt heel anders. Er is geen agenda, geen vooropgesteld doel (project) dat bereikt moet worden, geen procedure die gevolgd moet worden en geen deadline die gehaald moet worden. Ten tweede, de projecten vormen de inzet van het debat en domineren dit dan ook helemaal. Het gaat dan over zaken als de materialisatie van het project, de hinder die het veroorzaakt, de impact op het eigen perceel, enz. Een interventie, daarentegen, is tijdelijk, en loopt meestal zonder een overheid. Het gaat daardoor veel sneller over de potentiële meerwaarde van de interventie, over het gebruiken van de aanwezige dynamiek en over de positieve

25 I. INLEIDING
kracht die een project zou kunnen hebben. Ten derde is het stadsdebat, zoals eerder aangegeven, afhankelijk van projecten, van aanwezige middelen en vaardigheden. En deze zijn er niet altijd en overal. Interventies spelen daarentegen in op sociale dynamieken. En deze zijn er zelfs in het kleinste dorp.
Het vertraagd debat lijkt zo meer op maat van spontane ruimtelijke transformatieprocessen in een regio zoals Haspengouw. Het richt de focus op de kracht van aanwezige dynamieken. Om dan pas te kijken naar wat deze -al dan niet- voor het individu zouden kunnen betekenen.
Kort nog iets over de opbouw van de publicatie. Deel twee is een kennismaking met Haspengouw en haar ruimtelijke eigenheid. Deel drie beschrijft het project ‘Mooiste Dorpen van Haspengouw’: de aanleiding, doelstellingen, aanpak en resultaten (deel 3.1), en enkele cases van ruimtelijke capaciteitsopbouw (deel 3.2). Deel vier sluit af met een oproep voor nieuwe projecten.


II. HASPENGOUW IN LAGEN

28 HASPENGOUW IN LAGEN

29 II. HASPENGOUW IN LAGEN
O God! I could be bounded in a nutshell, and count myself a King of infinite space ...
Hamlet, Act II, scene 2 line 1354 (geciteerd in ‘De Aleph’ Jorge L. Borges)
HASPENGOUW IN LAGENPeter Bongaerts
In de beleving is Haspengouw klein en groots tegelijk: mooie ontvangende plekjes, opgenomen in het grote omvattende landschap. Dat geeft een voldaan gevoel van eenheid, har-monie en rust, ver weg van het hectische en gefragmen-teerde netwerkgedoe. Laat dit de romantische kant van Haspengouw zijn; een landschap badend in bloesems, blije fietstoeristen en knusse dorpjes met vriendelijke B&B’s.
Maar het Haspengouwse landschap is ook productie zoals fruit, graan, suikerbieten en melkvee, en om het land te be-werken, steeds grotere machines, die bredere wegen nodig hebben en moderne landbouwbedrijven, die geen plaats meer vinden in de dorpen. Haspengouw is ook bedrijvig-heid in steden en gemeenten die concurrentieel op de markt willen verschijnen, die goed bereikbaar willen zijn. Haspen-gouw, dat zijn ook de mensen die er willen wonen en bou-wen, liefst in het groen van dat mooie landschap. Hoe kun-nen die romantische en realistische benadering samengaan?
1. HASPENGOUW; HET LANDSCHAP ALS LEIDRAAD
Haspengouw dat is een oud en tegelijkertijd een actueel ver-haal. Water, reliëf en bodem of het substraat, is het basisge-geven, dat mensen steeds geïnterpreteerd hebben, altijd ge-actualiseerd, aangepast en ten dienste gesteld van de steeds wisselende noden en behoeften. Het landschap is daardoor altijd een actueel landschap, het is telkens het antwoord op de vragen en noden die er op dat moment leven. Het land-schap is de optelsom van tijd en ruimte, zoals die vandaag waarneembaar is.

30 HASPENGOUW IN LAGEN
De interpretaties en ingrepen of de verschillende tijdslagen volgen elkaar op en worden op elkaar gelegd. Soms leidt dit tot vernietiging of op zijn minst vervaging van wat vooraf ging. De nieuwe tijdslaag bedekt de voorgaande. Maar veel-al blijven er sporen zichtbaar, zoals bij een palimpsest, een afgeschraapt en hergebruikt perkament, waarop nog vage inktsporen van vroegere teksten te zien zijn. Neem bijvoorbeeld de Romeinse weg Tongeren - Tienen. De lijn is door de tijd vervaagd, soms zelfs lichtjes verschoven, maar op kaart en luchtfoto is ze nog steeds duidelijk aflees-baar. De vernieuwde aandacht voor de weg heeft zelfs tot een betere leesbaarheid en een hergebruik geleid1.
Afb. 1. Romeinse weg – Borgloon
1 ‘Masterplan Romeinse weg’ Stramien-Bongaerts – Provinciebestuur Limburg 2007/ Kastanjeproject

31 II. HASPENGOUW IN LAGEN
Het Haspengouws landschap van vandaag verschilt wel de-gelijk van dat van 50 jaar geleden. Laagstam ‘fruitakkers’ hebben veelal de plaats ingenomen van de hoogstam boom-gaarden. De bloesems zijn dezelfde, maar het zicht op het landschap is totaal verschillend. De hoogstamboomgaarden met koeien in de wei, omzoomden de dorpen en lieten een diffuus en overschaduwd zicht open op de omgeving. De laagstamboomgaarden sluiten het zicht af, de zachte over-gang tussen dorp en open landschap is er niet meer. Maar ook een recente teelt zoals maïs, beïnvloedt de visuele waar-neming van het landschap. De industrialisatie van de land-bouw brengt met nieuwe teelten, gebouwen en machines ook nieuwe beelden, vooruitgang heeft een eigen taal en drukt zich ruimtelijk uit.
Afb. 2. boomgaard versus fruitakker

32 HASPENGOUW IN LAGEN
De boerderijen in de dorpen verdwijnen jaar na jaar, een modern landbouwbedrijf heeft nu eenmaal meer ruimte no-dig en moet ook aan tal van nieuwe voorschriften voldoen. Landbouwbedrijven zijn nu grote clusters van gebouwen die geïsoleerd liggen in het open landschap, weg van de dorps-kern. De oorspronkelijke vierkantshoeve is immers niet ge-schikt als hedendaags landbouwbedrijf. Niet alleen akkers en gebouwen veranderen. Voor de sei-zoensarbeid wordt de familie niet meer ingezet, maar wordt de klus nu geklaard door Oost-Europeanen en Sikhs. De kleurrijke tulbanden in de aardbeienvelden horen bij de nieuwe verscheidenheid.
Het landschap verandert, maar Haspengouw was nog nooit zo in trek bij de toerist als vandaag. De overrompeling bij bloesemfeesten en meivieringen, illustreert dit duidelijk. In wat volgt bespreken we de kenmerken die Haspengouw typeren op drie schaalniveaus: (1) op schaal van het land-schap kijken we naar de verschillende landschapstypes en de landschappelijke structuur; (2) op schaal van het dorp gaan we in op hoe een dorp wordt opgebouwd; en tot slot (3) bespreken we kort de typologie van gebouwen die Has-pengouw kenmerken.
(1) landschap
Haspengouw in Limburg omvat twee onderscheiden streken of landschapstypes. Beide hebben een vruchtbare leemlaag als afdekking, maar de ondergrond verschilt, waardoor de landschappen wezenlijk verschillend zijn en een totaal ander uitzicht en karakter hebben.
Vochtig Haspengouw, is nat en groen, omdat de ondergrond van klei nauwelijks water doorlaat. De fijn vertakte beek- en riviervalleien van Demer en Herk voeren het overtollige wa-ter af. De beken worden afgezoomd door natte weiden of beemden en aanplant van canadapopulieren, die parallel aan de waterstromen lange groene lijnen in het landschap aftekenen. Hier minder akkers maar wel veeteelt en fruit. Want dit was oorspronkelijk de fruitstreek bij uitstek, met siroopfabrieken, verschillende veilingen en aan de zuidkant het zogenoemde Fruitspoor, dat Tongeren met Sint-Truiden

33 II. HASPENGOUW IN LAGEN
verbond. Het landschap is minder open, meer gefragmen-teerd met houtwallen, hagen, bosjes, boomgaarden en klei-nere akkers.
De dorpen ontwikkelden zich veelal parallel aan de beekval-leien en op een zekere afstand ervan. Typisch zijn dan ook de langwerpige straatdorpen met het groen tot in het kern-gebied. Dit basispatroon heeft zich met de lintbebouwing verder uitgespreid langs de oorspronkelijke landbouwwe-gen. De bebouwing is in dit deel van Haspengouw meer ver-spreid, zonder echter in een onherkenbare ‘sprawl’ of einde-loze versnippering te verzanden, zoals elders in Vlaanderen wel gebeurde.
Droog Haspengouw, met leem op een waterdoorlatende krijt- en zandondergrond, is zeer vruchtbaar. De weidse landschappen zijn open en glooiend, met hier en daar een bos, een kasteelpark, een tumulus en uiteraard dorpen en
Afb. 3. Vochtig Haspengouw - Kortessem

34 HASPENGOUW IN LAGEN
boerderijen. De dorpen zijn meestal kern- of hoopdorpen, waar de huizen en boerderijen geconcentreerd liggen rond de kerk, het schooltje, het voormalig gemeentehuis en een hoofdstraat met enkele verbrede plekken of pleintjes. De verspreiding van de bebouwing is nog matig, maar generieke verkavelingen met een veel te lage densiteit, verstoren meer en meer het oorspronkelijke karakter van landschap en dorp.Naarmate men meer naar het zuiden gaat, naar de taalgrens en het mergelland van Riemst, worden de landschappen nog grootser en indrukwekkender. Dit is het landschap van verre einders en van het grote gebaar, met honderden hectaren graangewas, suikerbieten, boomgaarden en zelfs vlas. In de verte de trotse toren van de Tongerse basiliek, de Sint-Pietersberg en de schouwen van de cement- en suikerfabrie-ken. Zouden windmolens in een strakke lijn echt misstaan in dit landschap of een veld met zonnepanelen, afgezoomd met struiken en hagen? Het landschap is al eeuwenlang in-gezet voor productie, dat is één van zijn essentiële functies. Waarom geen energieproductie?
Afb. 4. Droog Haspengouw - Overrepen

35 II. HASPENGOUW IN LAGEN
(2) Dorpen
De steden worden in dit verhaal slechts ter zijde meegeno-men. Ze horen onmiskenbaar bij het landschap, maar de ruimtelijke problematiek is er anders en complexer. De Haspengouwse nederzettingen, steden en dorpen, liggen in een quasi volmaakt Christallermodel2, als veelhoeken op ongeveer gelijke afstand van elkaar op de kaart. Het land-schap was al in de tijd van de eerste nederzettingen overal vruchtbaar, elk dorp was omgeven door boomgaarden en ak-kers, bewerkt vanuit de boerderijen in het dorp. Dit heeft ge-leid tot een gelijkmatige ruimtelijke spreiding van kernen, die vooral in Droog Haspengouw zeer typerend is voor het land-schap. De dorpen liggen er bijna altijd los van elkaar, met de open ruimte van akkers en boomgaarden als tussenruimte. Het gewestplan laat helaas op vele plaatsen toe dat woon-linten aan elkaar groeien, waardoor de open tussenruimte, essentieel voor de dorpseigenheid, verdwijnt.
Elk dorp heeft een uniek karakter. Toch zijn er een aantal ge-meenschappelijke kenmerken die een dorp eigenheid geven en die bepalend zijn voor dorpen in Haspengouw. Alle dorpen hebben in hun oorspronkelijk kerngebied een zekere beslotenheid. De gevelwand die door de huizen ge-vormd wordt omvat de ruimte van de straat en het plein. Doorkijken zijn er, maar ze zijn secundair. De oorspronkelijke straten zijn ook in hun lengterichting besloten, telkens is er een bocht, een vernauwing, een vooruitspringend gebouw of een boom die het zicht sluit. Dat geeft geborgenheid. Het dorp is gradueel en bijna hiërarchisch opgebouwd, maar niet concentrisch zoals oude steden. De voornaamste ge-bouwen, de kerk, de boerderijen en de school vormen de kern. Daarop sluiten de andere straten aan met ook minder belangrijke en meer recente woningen. In de dorpsstraat sluiten muurtjes, bijgebouwen, poorten, hekken en hagen met mondjesmaat alles aan elkaar. Samen met de in- en uit-
2 Walter Christallen ‘Theorie der centralen Orten’ 1933 - Christaller stelde vast dat de steden en dorpen in een gelijkmatig landschap een patroon vormen van zeshoeken (isopolygonen) omdat kernen van eenzelfde niveau op een quasi gelijke afstand van elkaar liggen. Dit is het gevolg van het noodzakelijke landbouwareaal dat elk dorp nodig heeft; het hinterland en van de voetgangersafstanden die Middeleeuwse mensen op een dag, heen en terug, konden afleggen.

36 HASPENGOUW IN LAGEN
sprongen, de open en gesloten delen, geeft dit de straten een pittoreske nuancering. Eén boom op de juiste plaats is voldoende om een plek te vatten (Piringen). De grote boer-derijen hebben huisweiden, waardoor groen tot in de kern komt. De boomgaarden en de beemden vormen de over-gang naar het open landschap of de beekvallei. Doorheen de hoogstamboomgaarden zie je de omgevende akkers, dit geeft een diffuse overgang tussen dorp en omgeving.
Hoe anders is dit met laagstamboomgaarden? En hoe anders is dit alles in actuele verkavelingen? Geen enkele van de op-gesomde kenmerken is er aanwezig. Als deze verkavlingen
Afb. 5. Boom - Piringen Afb. 6. dorpsstraat - Heks

37 II. HASPENGOUW IN LAGEN
stap voor stap het dorp innemen en de bestaande gebou-wen vervangen, dan verdwijnt het Haspengouwse dorp om plaats te maken voor een generieke woonvorm die vandaag overal in Vlaanderen en zelfs in een deel van West-Europa de toon aangeeft. ‘Een banale verkaveling met ergens tussen de verspreide huizen een kerk’, dat zou een spookbeeld voor Haspengouw kunnen zijn.
(3) Typologie van gebouwen.
De basisvorm van de gebouwen is het breedhuis. Breedhui-zen richten hun langste gevel met de kroonlijst of regengoot meestal naar de straat of binnenkoer en hebben hun toe-gang en raamopeningen in de brede gevel. Dit in tegenstel-ling tot de diephuizen zoals in Amsterdam of Brugge, met hun typerende smalle trapgeveltjes waarin de toegangen en raamopeningen zijn uitgespaard.
De ontwikkeling van de typologie van gebouwen is een lang verhaal van gebouwen die voor wonen en werken de best mogelijke vorm creëerden, nauw afhankelijk van middelen en materialen. Het is ook een verhaal van invloeden van el-ders en beïnvloeding van het ene type door het andere.Zonder verder in detail te treden onderscheiden we voor dorpen in Droog Haspengouw vijf basistypes: (1) de vier-kantshoeve, (2) de koerwoning of het daglonershuis, (3) het lijstgevelhuis of rijhuis als invloed vanuit de stad, (4) de meer vrijstaande woning en (5) het vrij liggende landbouwbedrijf. De twee laatste zijn van recentere datum en zijn niet type-rend voor het traditionele dorp. In Vochtig Haspengouw on-derscheiden we dezelfde types, maar is er een toevoeging en beïnvloeding door het meer noordelijke langgeveltype.
Huizen vormen straten, de straten vormen het dorp. De rela-tie van een type met de straat en het dorp wordt in belang-rijke mate bepaald door de inplanting op het perceel: op de rand of losstaand, met de bouwlijn op de rooilijn of terug liggend. Maar ook detaillering en kleine bouwelementen zo-als muren, afschermingen en poorten zijn in hun veelvoud bepalend. Alle oorspronkelijke types hebben een overeen-stemmende en eenvoudige materiaalkeuze, dit geeft een grote eenheid.

38 HASPENGOUW IN LAGEN
Bouw je appartementen in Haspengouwse dorpen? Ja, dat kan, maar niet met een stedelijk type van drie tot vier hoog gestapeld. Stapelen van bouwlagen en functies komt in een landelijke omgeving zelden voor, maar het type vierkants-hoeve kan inspirerend zijn voor vormen van collectief wo-nen.
In het traditionele dorp liggen de voornaamste woningen en boerderijen in de hoofdstraat (o.m. in Gutshoven) en ook afgelegen, zoals bijvoorbeeld in Horpmaal. De tussenruim-tes en zijstraten worden ingenomen door de koerwoningen, destijds de kleinere woningen van het dienstpersoneel. Om-streeks de wisseling naar de twintigste eeuw kwamen hier de lijstgevelwoningen bij. Essentieel voor het besloten ka-rakter van de dorpskern is de bouwlijn. Al de oorspronkelijke woningtypes werden op de rand van de straat gebouwd of hadden een muur en hek op de rooilijn met aansluitend de koer.
Afb. 7. Typologie
type 1
type 4type 2
type 3

39 II. HASPENGOUW IN LAGEN
II. HET LANDSCHAP IS DE LEIDRAAD, DE MENSEN MAKEN DE WEG
De verscheidenheid aan landschappen met grote ruimtelijke structuren, de typerende eigenheid van de dorpen en de specifieke typologie van de woningen en boerderijen vor-men de vaste waarden of ‘het terroir’ van Haspengouw. Net zoals een goede wijn, die het unieke product is van een lange traditie van wijn maken en van de druiven die de smaak mee-krijgen van de aarde en de gesteenten waarop ze groeien. Dat is streekeigenheid.
Dit zijn de kwaliteiten waarom men Haspengouw bijna ly-risch het ‘Toscane van het noorden’ noemt. Dit is wat toe-risten aantrekt en wat ook bewoners waarderen. Maar dit landschap is geen vast en onveranderbaar gegeven. Het evolueert en verandert veel meer dan we kunnen waarne-men, dat zie je al meteen op oude postkaarten en zelfs op foto’s van nog maar enkele decennia geleden. In de inlei-ding werd de invloed van de industrialisatie in de landbouw aangehaald, maar de voornaamste wijzigingen sluipen bijna onzichtbaar binnen, stap voor stap, woning na woning, die anders wordt. Dit landschap wordt permanent en overal be-dreigd.
(1) Stille transformaties – de onzichtbare stedenbouw
Een paars geschilderd huis in een straat is een fait divers. Tien paarse huizen vormen een paarse straat. Eén huis te-rug liggend gebouwd in het midden van het perceel is geen probleem, maar als elk huis in de voorheen gesloten dorps-straat zo gebouwd wordt, dan ontstaat er een ander dorp, dat niet meer de ruimtelijke kwaliteiten heeft van het oor-spronkelijke. Zoals in verkavelingen met enkel open bebou-wing wordt de ruimte tussen de huizen enorm breed, alle nuances van in- en uitsprongen, van verholen zichten; het dorpseigen pittoreske is weg. Omdat ze overal en veelvuldig opduiken tasten ze het traditionele beeld van Haspengouw meer aan dan op zichzelf staande eenmalige grote ingrepen. Het lijkt misschien onschuldig, maar dit is een weid om zich heen grijpende algemene verprutsing.

40 HASPENGOUW IN LAGEN
De kleintjes eten de groten ... stap voor stap verdwijnt het dorp en transformeert tot een banale generieke woonwijk of verkaveling. En het gaat snel, veel sneller dan men in een dorp zou verwachten. In Horpmaal bijvoorbeeld, een dorp met 190 woningen, waren er tussen 1985 en 2005, 185 aan-vragen voor een stedenbouwkundige vergunning3. Voor het landschap is de overal om zich heen grijpende lintbebouwing erger dan enkele windmolens. Het landschap is maar zo kun-nen blijven omdat er eeuwenlang volgens verwante princi-pes werd gewerkt. Nu worden grenzen overschreden.
De vrijstaande ‘modernette’ met gele of zwarte baksteen, de enorme Vlaamse pastorijwoning op de helling, grote huizen met oud gemaakte kleine bakstenen, hoge ramen met grijze luiken en het lagere dak afgedekt met een dik pak stro zijn al-lemaal ‘invasieve soorten’ in het traditionele Haspengouwse landschap. Bewoners kiezen voor ‘een stijl die in het dorp past’ al hebben dergelijke ‘opgetutte’ huizen nauwelijks iets met Vlaamse eigenheid te maken en al zeker niet in Haspen-gouw. Het is echter niet de stijl die fout zit, het gaat eerder om de inplanting: hoe het huis op het perceel straat, hoe het zich verhoudt tot de straat. Stijl is niet belangrijk.
3 Universiteit Hasselt, Faculteit Architectuur en Kunst. Seminarie stedenbouw – studie transformatieprocessen en scriptie Elke Mouha ‘Transformatieprocessen in Vechmaal’. 2009

41 II. HASPENGOUW IN LAGEN
(2) Beleid en betrokkenheid
Hoe bouwen in Haspengouw? Weten we dat nog? Weet een gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar nog met welke criteria een aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning moet beoordeeld worden? Er zijn natuurlijk de bestem-mingsplannen met o.m. het gewestplan als houvast en er is de inventaris van bouwkundig erfgoed. Is er overeenstem-ming met de regeltjes, … dan wordt de vergunning verleend. Het resultaat is overal zichtbaar en maakt duidelijk dat bou-wen volgens de bestaande regels absoluut onvoldoende is. De taak van ruimte ordenen wordt steeds complexer.
Misschien moeten we alle bestaande regels durven opzij zet-ten en vertrekken van een aantal zeer eenvoudige uitgangs-punten. Zo is de locatie van het gebouw, de plaats in het landschap of het dorp van primordiaal belang. De oplossing zit verder in een vernieuwde en hedendaagse interpretatie van het bestaande, maar als het bestaande te weinig gekend is en gebruikt wordt dan blijven de nieuwe voorstellen eerder irrelevant, schraal en oneigen.Ook bewo-ners en architecten zien te weinig hoe het bestaande een bron van inspiratie kan zijn. Nadenken over hoe we willen wonen, vertrekt bij het leren kennen en zien van wat er is, wat leeft en verandert. Wat betekent wonen in een Haspengouws dorp? Hoe moeten dorpen in de toekomst ontwikkelen? Welke landschappelijke en dorpseigen waarden erkennen we en welke willen we be-houden en verderzetten? Wie beslist hierover?
Beleidsverantwoordelijken én bewoners dragen hierin ver-antwoordelijkheid. Een tweesporenbenadering is noodza-kelijk: de grote lijnen van bovenaf, de persoonlijke invulling van onderuit, met meer verantwoordelijkheid en ook meer bewust van het gemeenschappelijke resultaat. De overheid moet de landschappelijke waarden en de sociaal-ruimtelijke eigenheid van woonkernen bestuderen en documenteren. Weten hoe dorpen veranderen en zullen evolueren bij on-gewijzigd beleid. Samen met de bewoners kan men kwalitei-ten van het dorp kunnen kennen, begrijpen wat er verandert en wat wie hierover denkt en wie hier welke rol in kan spe-len. Samen moet we meer bewust worden van de meer- of

42 HASPENGOUW IN LAGEN
minwaarde van individuele ingrepen op wat collectief is. Een dorp lijkt een voor de hand liggende collectiviteit, waar men samen kan instaan voor bijvoorbeeld energiebeheer, zorgvoorziening, autodelen, spelvoorzieningen en andere basisbehoeften en waar men samen verantwoordelijkheid kan nemen voor het uitzicht van het dorp; kleine paadjes, de zichten, overgang tussen tuin en publieke ruimte, een ge-meenschappelijk moestuin, ….
(3) een streekeigen karakter
Is streekeigen bouwen een must? De gemeente Noorbeek in Zuid-Limburg (NL) maakt er alvast een punt van; de authen-ticiteit van het dorp is enkel maar gediend met het bouwen naar historisch model, met een authentiek materiaalgebruik, uitgedrukt in vakwerk met houten stijlen en regels en wit ge-vulde vlakken. Dit is een keuze, maar ze gaat erg ver. Ook de eigen tijd heeft het recht om zich ruimtelijk uit te drukken, om met straataanleg, woningbouw, tuinaanleg en de omge-ving aan te geven wat wonen vandaag betekent.
Geen historiserende benadering, maar wat dan wel? De absolute vrijheid ‘het is mijn grond en ik bouw wat ik wil’? Het wordt een moeilijke evenwichtsoefening om het dorp als eigenheid te behouden en toch alle kansen te geven aan hedendaagse woonwensen.
De kenmerkende ruimtelijke structuur van het landschap, van het dorp en de typologie van gebouwen kunnen de lei-draad zijn.
Voor het landschap; geen angst voor vernieuwing, het land-schap was altijd al productie. Zo zouden we moeten bouwen met het landschap en niet tegen het landschap. Als we graaf-machines nu eens enkel bij uitzondering zouden inzetten? Voor het dorpsbeeld; groen is meer dan een kleur. Een ferme boom kan een straat of plein bepalen en structureren. Groen kan veel onheil verbergen, kijk maar naar het effect van ha-gen als perceelscheiding in de mijncités; tuinhokken en rom-mel, het stoort niet.

43 II. HASPENGOUW IN LAGEN
Voor de gebouwen; stijl is ondergeschikt aan type inplanting. Het belang van de bouwlijn, de wandvorming, het subtiele spel van open en gesloten, de zichten op het landschap, de beslotenheid van het straatbeeld en de graduele opbouw van het dorp zijn belangrijk.
Dorpen hebben nood aan eenvoudige voorschriften en in-spirerende hedendaagse voorbeelden en het is verder aan de dorpsgemeenschap zelf om met kennis van zaken te on-derzoeken wat kan en wat niet. Ook erfgoed moet met een bredere bril bekeken worden. Het gaat uiteindelijk niet om een inventarisering van afzonderlijke gebouwen, maar om wat die gebouwen samen doen. Wat er in een gebouw mag of niet mag is nauwelijks relevant. Functies of bestemmin-gen van gebouwen zijn tijdelijk en zijn minder permanent dan het bouwvolume zelf. Erfgoed is meer dan een kamer vol herinneringen en snuisterijen uit een ver verleden, erf-goed is actueel.
Niet het bouwen of renoveren van een woning, maar wat er aan kwalitatieve gemeenschappelijke ruimte overblijft is belangrijk. Het mooie dorp krijgt maar een kans als het van iedereen is, dat is romantisch en toch realistisch.
‘And the essential basis of all village character is true sim-plicity’
Thomas Sharp4
Alle foto’s: Peter Bongaerts
4 Thomas SHARP, ‘The Anatomy of the village’ uitg. Penguin Books 1946


III. MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW


III.1 LEADERPROJECT

48 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
2015
2014
2013
2012
20111.Verkennen dynamiek / gespreksronde
3.Uitvoering / Spel, Maak het Dorp! Hoepertingen
Aug. - Nov.
2.Vormgeven label / workshoptraject Feb. - Sept.
4.Collage en debat / Projectmarktdag
Apr. - Okt.
Febr.
5. Collectieve actie ...

49 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT
MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUWSarah Martens
Haspengouw verandert. In het LEADER1-project ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ zochten we hoe we met verschillende actoren hierover een gesprek kunnen aangaan. Wat betekenen deze veranderingen voor wie, in welke rol, op welke schaal - voor het dorp dan wel voor de regio -, en op welke termijn? In dit hoofdstuk lichtten we toe hoe we dit aanpakten: we stelden voor een label te maken, gaven dit vorm, zetten vervolgens een meer concreet initiatief op dat dit label zou kunnen verdienen, en brachten alles terug samen.
1. HET LABEL
Het label is een noemer voor activiteiten waarbij we inzicht willen opbouwen in de verschillende uitdagingen waar Haspengouw voor staat; kennis willen maken met de verschillende perspectieven en projecten; en op zoek gaan naar mogelijke samenwerkingen, nieuwe projecten of leren van een gedeelde aanpak. Het label wil initiatieven verzamelen waarmee met bewoners of andere actoren een gesprek wordt aangegaan over de eigenheid van hun dorp of de streek, en antwoorden zoekt hoe men er wil wonen, leven en werken. Onder de noemer van het label willen we de diversiteit en dynamiek van dergelijke initiatieven in de kijker zetten en er van leren. Zo wordt er al gewandeld, gekookt, erfgoed verzorgd, natuur onderhouden, enz. Het label beloont bestaande ‘goede praktijken’ niet vanuit een afgebakende lijst van criteria, maar vanuit een debat. Op basis van concrete initiatieven proberen we veranderingen te lezen vanuit het perspectief van de streek, of als uitdaging van verschillende dorpen. Zo kan het debat worden opengetrokken.
1 Leader is een zelfstandig plattelandsontwikkelingsprogramma van de Europese Unie dat staat voor Liaison Entre Actions de Developpement de l’Economie Rurale.Leader wordt beschouwd als een aanvulling op de programma’s voor plattelandsontwik-keling en beoogt de ontwikkeling en ondersteuning van kwalitatief hoogstaande, geïnte-greerde en duurzame strategieën voor regiogebonden plattelandsontwikkeling.

50 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
Het label zet in op verschillende schaalniveau’s in ruimte en in tijd. We willen actoren samenbrengen over de hele regio, en in de lokale en concrete context van een dorp. Op beide niveau’s is het doel het ondersteunen van bestaande acties. Zo willen we een effect beogen op langere termijn en aansluiten bij de aanwezige dynamiek. Door samen te werken met bestaande organisaties of lokale actoren, is de kans groter dat er een netwerk uit voortkomt, dat blijft bestaan na afloop van de activiteit, of nadat onze rol is uitgespeeld.
2. AANPAK
Het label werd tijdens dit leader-project participatief vormgegeven. We kunnen vijf stappen onderscheiden, waarbij de eerste en laatste stap voornamelijk uitgaan van de aanwezige context of dynamiek, dat wat er momenteel gebeurt (stap 1) of gaat gebeuren (stap 5) in het dorp of in de regio. In stap 2, 3 en 4 proberen we hier al ontwerpend op aan te haken en grijpen we in, of proberen we iets te veranderen in het dorp of voor de regio. Gecombineerd zullen deze stappen veranderingen initiëren of sturen, zoals ieder ruimtelijk ontwerp dat wil doen. Anders dan bij de opmaak van een plan gaat het echter niet om het ontwerpen van een welbepaalde oplossing voor een specifiek probleem, maar om het creëren van een ruimte waar meningen, ideeën, conflicten en breuklijnen zichtbaar kunnen worden. Om zowel problemen als actoren te leren kennen en begrijpen en inzicht te krijgen in hoe de veranderingen in die bepaalde context in mekaar zitten: hoe ermee wordt omgaan, hoe ze bepaalde synergiën tegenhouden of versterken en een nieuwe dynamiek kunnen doen opstarten.
Deze vijf stappen pasten we toe zowel op schaal van het de regio voor het ontwerp van het label, als op de schaal van het dorp voor het ontwerp van het spel. In wat volgt bespreken we de stappen meer in detail.

51 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT
1. d
ynam
iek
2. v
orm
geve
n
3. u
itvoe
ren
4. c
olla
ge e
n de
bat
5. c
olle
ctiev
e ac
tie
bestaande realiteit
actie-onderzoekin
kaa
rt b
reng
en d
ynam
iek
in H
aspe
ngou
w
wor
ksho
ptra
ject
: ont
wer
pen
van
labe
l: Ho
e ka
n w
ie h
et
labe
l ver
dien
en?
uitw
erke
n va
n ac
tie in
Hoe
perti
ngen
proj
ectm
arkt
dag,
eer
ste
toek
enni
ng v
an la
bel
onts
taan
van
sam
enw
erki
ngsv
erba
nden
, nie
uwe
proj
ecte
n va
nuit
netw
erk,
pla
tform
en
kenn
isuitw
issel
ing
platf
orm
/ to
ol
onde
rzoe
ker
ande
re a
ctor
en
actie
sst
ap
land
elijk
e
gild
en
vzw
ste
bo
toer
ism
eLi
mbu
rgvz
w
bele
idsd
omei
nen
regi
onaa
l
land
scha
pna
tuur
punt
de w
roet
er
vzw
rim
oka
stee
l
mar
iaga
arde
groe
nwer
k
boer
enbo
nd
ruim
te
ontwikkeling
plattelands -
natuur
locale
eco
nom
iela
ndbo
uw
erfg
oed
cultuur
wonen welzijn
toer
isme
DE
MO
OIS
TE D
ORP
EN V
AN H
ASPE
NG
OU
W
acto
ren
ontm
oet i
n di
t lea
derp
roje
ctac
tore
n
natuur
economiewelzijn
cultuursociale economieplattelandsbeleving
���
vrijw
illige
rs
bele
id
proj
ect
vrijw
illige
rs
mid
denv
eld
onde
rzoe
k
publ
iek
Vlaams
regionaal
lokaal
vzw
AKS
Isc
hole
nje
ugdb
eweg
inge
n
agro
aan
nem
ing
lisro pr
ovin
ciaa
l inf
orm
atie
loke
t won
en
stre
ekta
fel
acad
emie
has
peng
ouw
PUU
R Li
mbu
rg
de p
asto
rie
erfg
oedc
el h
aspe
ngou
w
POM
RESO
C
soci
aal-c
ultu
rele
ver
enig
inge
n
lead
erse
cret
aria
at
vzw
Tra
ge W
egen
CER
A fo
unda
tion
ILVO
- L&
Mj.o
oral
ias
plat
tela
nd p
latfo
rmPH
L Ar
cK.
geco
rolo
kaal
woo
nove
rleg
Z��
plat
tela
ndsl
oket
dien
st r
uim
telijk
e pl
anni
ng e
n be
leid
Prov
inci
aal
cent
rum
voo
r cul
ture
el e
rfgoe
d
ERSV
Lim
burg
Prov
inci
e Li
mbu
rg
Vlaa
mse
La
ndm
aats
chap
pij
Bilz
en, B
orgl
oon,
Hal
en,
Gin
gelo
m, H
asse
lt, H
eers
,
Her
k de
Sta
d, H
erst
appe
, Hoe
selt,
Korte
ssem
, Nie
uwer
kerk
en, R
iem
st,
Sint
-Tru
iden
, Ton
gere
n,
Voer
en, W
elle
n
ipo
inte
rbes
tuur
lijk p
latte
land
sove
rleg
VVSG
pla
ttela
nd
VLM
- pl
atte
land
sbel
eid
VVP
- pla
ttela
nd
kast
eel m
aria
gaar
decu
ltuur
Bor
gloo
n vz
wco
nviv
ere
vzw
boer
enbo
ndto
eris
me
Lim
burg
vzw
uniz
o Li
mbu
rg
de w
roet
ergr
oenw
erk
natu
ur -
en la
ndsc
haps
behe
erte
r eng
elen
vzw
Ste
bovz
w R
imo
steu
npun
t gro
ene
zorg
CAW
son
ar
land
elijk
e gi
lden
KVLV
regi
onaa
l lan
dsch
apna
tuur
punt
natio
nale
- bo
omga
arde
n
plaatselijke groep
land
elijk
e
gild
en
vzw
ste
bo
toer
ism
eLi
mbu
rgvz
w
bele
idsd
omei
nen
regi
onaa
l
land
scha
pna
tuur
punt
de w
roet
er
vzw
rim
oka
stee
l
mar
iaga
arde
groe
nwer
k
boer
enbo
nd
ruim
te
ontwikkeling
plattelands -
natuur
locale
eco
nom
iela
ndbo
uw
erfg
oed
cultuur
wonen welzijn
toer
isme
DE
MO
OIS
TE D
ORP
EN V
AN H
ASPE
NG
OU
W
acto
ren
ontm
oet i
n di
t lea
derp
roje
ctac
tore
n
natuur
economiewelzijn
cultuursociale economieplattelandsbeleving
���
vrijw
illige
rs
bele
id
proj
ect
vrijw
illige
rs
mid
denv
eld
onde
rzoe
k
publ
iek
Vlaams
regionaal
lokaal
vzw
AKS
Isc
hole
nje
ugdb
eweg
inge
n
agro
aan
nem
ing
lisro pr
ovin
ciaa
l inf
orm
atie
loke
t won
en
stre
ekta
fel
acad
emie
has
peng
ouw
PUU
R Li
mbu
rg
de p
asto
rie
erfg
oedc
el h
aspe
ngou
w
POM
RESO
C
soci
aal-c
ultu
rele
ver
enig
inge
n
lead
erse
cret
aria
at
vzw
Tra
ge W
egen
CER
A fo
unda
tion
ILVO
- L&
Mj.o
oral
ias
plat
tela
nd p
latfo
rmPH
L Ar
cK.
geco
rolo
kaal
woo
nove
rleg
Z��
plat
tela
ndsl
oket
dien
st r
uim
telijk
e pl
anni
ng e
n be
leid
Prov
inci
aal
cent
rum
voo
r cul
ture
el e
rfgoe
d
ERSV
Lim
burg
Prov
inci
e Li
mbu
rg
Vlaa
mse
La
ndm
aats
chap
pij
Bilz
en, B
orgl
oon,
Hal
en,
Gin
gelo
m, H
asse
lt, H
eers
,
Her
k de
Sta
d, H
erst
appe
, Hoe
selt,
Korte
ssem
, Nie
uwer
kerk
en, R
iem
st,
Sint
-Tru
iden
, Ton
gere
n,
Voer
en, W
elle
n
ipo
inte
rbes
tuur
lijk p
latte
land
sove
rleg
VVSG
pla
ttela
nd
VLM
- pl
atte
land
sbel
eid
VVP
- pla
ttela
nd
kast
eel m
aria
gaar
decu
ltuur
Bor
gloo
n vz
wco
nviv
ere
vzw
boer
enbo
ndto
eris
me
Lim
burg
vzw
uniz
o Li
mbu
rg
de w
roet
ergr
oenw
erk
natu
ur -
en la
ndsc
haps
behe
erte
r eng
elen
vzw
Ste
bovz
w R
imo
steu
npun
t gro
ene
zorg
CAW
son
ar
land
elijk
e gi
lden
KVLV
regi
onaa
l lan
dsch
apna
tuur
punt
natio
nale
- bo
omga
arde
n
plaatselijke groep
Proj
ectm
arkt
dag,
Moo
iste
dor
pen
van
Has
peng
ouw
, 201
4 (p
oste
rs: S
arah
Mar
tens
)
Samenvatting tijdstraject van het LEADER-project

52 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
(1) leren kennen van de dynamiek
Er vonden gesprekken plaats met verschillende actoren, te vertrekken van de leden van de LAG (of Plaatselijke Groep1) van Haspengouw. In deze gesprekken werden de krijtlijnen van het project toegelicht en afgetoetst. Het bestaande netwerk van Haspengouw werd als volgt in kaart gebracht: 1) de actoren, welke organisaties, verenigingen (zowel bestuurlijk, middenveld, …) en 2) welke initiatieven worden genomen, welke beleidsinstrumenten worden ingezet. Deze stap werd herhaald, met voornamelijk publieke actoren, met als doel de bestaande beleidsstructuren in kaart te brengen en de zin en onzin van een label hier tegen af te toetsen.
Deze ‘kaart’ liet ons toe om in een volgende stap het workshoptraject met een concreet en realistisch beeld van het bestaande netwerk in Haspengouw te starten. De bestaande dynamiek rond ‘plattelandsontwikkeling’ in Haspengouw vatten we samen in enkele schema’s. Hiervoor deden we beroep op het theoretisch kader rond sociaal kapitaal dat eveneens de ruggensteun vormt van de evaluatie van de LEADER-methodiek. In deze schema’s probeerden we volgende dimensies van sociaal kapitaal1 te visualiseren:
(1) de structurele dimensie: in dit schema brachten we in kaart welke actoren we ontmoetten gelinkt aan plattelandsontwikkeling.(2) de relationele dimensie: we visualiseerden de link die de verschillende actoren met elkaar hebben op basis van samenwerkingsverbanden in lopende projecten. Door de link te leggen naar het subsidiërende beleidsdomein en contactpersoon werden ook de ‘resources’ in kaart gebracht. Samenvattend bracht dit schema de actoren, projecten en resources weer. (3) de cognitieve dimensie ten slotte verwijst naar de gedeelde visie die onder actoren heerst.
1 De Plaatselijke Groep staat in voor de uitvoering van de ontwikkelingsstrategie voor het Leadergebied en wordt voorgezeten door gedeputeerde voor landbouw en plattelands-ontwikkeling. Ze organiseert projectoproepen in het gebied en is verantwoordelijk voor de beoordeling en selectie van projectaanvragen.

53 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT
De schema’s werden met de deelnemers teruggekoppeld en bijgestuurd. Er werden ook schema’s gemaakt over de inzet en capaciteit van de organisaties, waarmee we de intensiteit visualiseren waarmee de organisaties inzetten op verschillende beleidsdomeinen. Deze schema’s werden gemaakt op basis van wat de contactpersoon zelf als speerpunten naar voorschoof en zijn dus enkel op die manier representatief. Deze visualisaties zijn eerder een experiment om de dynamiek in Haspengouw weer te geven en zijn geen correcte representatie.
(2) vormgeven label
In de volgende stap gaven we het label vorm. Hiertoe zetten we drie workshops op waarin een vijftal gemeentes en een tiental organisaties betrokken werden.
Workshop 1 (17 november ‘11): kennismaken en project aflijnen in werkthema’s en -gebiedenWorkshop 2 (14 maart ‘12): ontwerpen: concrete en collectieve acties om het label te verdienenWorkshop 3 (5 september ‘12): ontwerpen van het label: stimulans, ondersteuning, bepalen van (evaluatie)criteria
Tijdens de eerste workshop werd het project afgelijnd. De verschillende organisaties stelden zichzelf voor door hun visie en actieplannen te linken aan enkele uitdagingen waar Haspengouw voor staat. Na deze kennismaking werden samen twee werkthema’s en -gebieden geselecteerd.
In de volgende twee workshops werkten we volgens de Map-it methode (ZIE kader) en dachten we verder na hoe je dan dat label zou kunnen verdienen. Een eerste vraag die hier bij komt kijken is: wat zou je er voor moeten doen? (workshop 2) Of welke initiatieven kan je nemen om met bewoners in gesprek te gaan over hun dorp of streek. Niet door mensen samen te brengen als in een klassieke hoorzitting of vergadering, maar wel door actie te ondernemen. In deze sessie kwamen we tot een 10-tal ideeën, gaande van een bongobon voor streekverkenning tot nadenken over agrarische bedrijvenzones, waarvan er enkele verder werden uitgewerkt en ingediend als projectconcept binnen een LEADER oproep.

54 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
MAP-it werd ontwikkeld door de onderzoeksgroep Social Spaces van de Media en Design Academie. De toolkit bestaat uit een open en uitbreidbare set van iconen en ‘spelregels’ die deelnemers ondersteunt om hun ideeën visueel in kaart te brengen. In een eerste ronde wordt er gezocht naar kernwaarden, of vertrekposities. Hiertoe kiest iedere deelnemer voor zichzelf en in stilte drie waarden uit de tagcloud op het stickervel. Deze tagcloud werd nu samengesteld op basis van de resultaten van de gesprekronde (reeks van interviews die voorafging aan het workshoptraject) en de resultaten van workshop 1. In een tweede ronde worden er minimum vijf ideeën verzameld rond allerlei mogelijke acties om het label te behalen. En aangevuld met: (1) sleutelactoren, (2) sleutelinstrumenten en (3) randvoorwaarden. Als afsluitende stap wordt de kaart vervolgens toegelicht aan de andere groep, die nu ideeën of actoren ‘bombarderen’. Er volgt een discussie over kansen en valkuilen.
Een tweede vraag (workshop 3) die hier bij komt kijken is dan: hoe kan je dergelijke initiatieven versterken, aanmoedigen of erkennen? Hoe willen we het label toekennen? Op basis van criteria, een evaluatie- of stimuleringssysteem? Hoe kan het label de initiatieven een extra hefboomeffect geven, of bijdragen aan de zichtbaarheid van de vele initiatieven. Ook in deze sessie kwamen we tot verschillende ideeën waarvan er enkele werden uitgewerkt: een netwerk en opleiding voor ambassadeurs, een projectmarktdag en een prijs voor trekkers.
(3) uitvoeren
In de laatste workshop onderschreven de verschillende ac-toren de zin en doelstelling van het label, maar benadrukten hierbij de nood aan dragers en trekkers die het label structu-reel willen ondersteunen. Er worden al heel wat initiatieven genomen met aandacht voor landschapsbehoud en -herstel, natuur, welzijn, het voorzieningenniveau, etc. Anderzijds komen zowel in de gespreksrondes en workshops als in ver-schillende beleidsdocumenten knelpunten naar voor die

55 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT
te maken hebben met bepaalde ruimtelijke tansformatie-processen: woonuitbreidingsgebieden, appartementisering, voortzettende verlinting. Vanuit de betrokken actoren en binnen deze dynamiek van plattelandsontwikkeling worden rond deze knelpunten minder acties en initiatieven opgezet.
Om in het vormgeven van het label niet enkel in ‘abstracte termen’ te spreken over initiatieven waarin we met bewoners in gesprek gaan over de veranderingen (al dan niet meer specifiek de ruimtelijke impact ervan), gaan we in deze uitvoeringsfase concreet aan de slag in een Haspengouws dorp. In Hoepertingen, deelgemeente van Borgloon wandelden we met bewoners onder de noemer van ‘Maak het dorp!’. Op die manier probeerden we de ideeën uit de workshops in praktijk te brengen. In het hoofstuk 3 p. 61) lichten we toe hoe deze wandelingen en spel werden opgezet.
(4) collage en debat
In deze stap organiseerden we een projectenmarktdag waar via een debat met de regio-actoren een eerste maal een label wordt toegekend. Doorheen het proces van dit leader-project werd duidelijk dat het label niet ingevuld zal worden als een limitatieve lijst van toekenningscriteria en een strikte gunningsprocedure. Het debat om tot de toekenning van het label te komen en het aanzetten tot initiatief is even belangrijk. Op basis van concrete projecten leerden we in dit debat over de uitdagingen waar Haspengouw voor staat, over de diversiteit aan perspectieven en methodes en over samenwerkingen. Vanuit deze activiteit wilden we komen tot een netwerkvorming op niveau van Haspengouw, tot nieuwe samenwerkingsverbanden en een voortdurend debat over streekidentiteit, gedeelde uitdagingen en waarden.
De projectenmarktdag bestond uit een postersessie, en een map-it sessie. De map-it sessie werd opnieuw begeleid door Social Spaces op initiatief van de dienst plattelandsontwikkeling van de Provincie Limburg. Ze zetten deelnemers aan het werk rond de vraag “Hoe kunnen en willen Limburgs lokale besturen burgers betrekken in initiatieven rond de invulling van ruimte?”

56 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
In de postersessie werden de projecten gezamenlijk besproken en bediscussieerd met als doel op zoek te gaan naar gedeelde uitdagingen, knelpunten en te leren van elkaars aanpak. Deelnemers werden hier in bijgestaan door enkele externe deskundigen op vlak van participatie, landschapsontwerp en ruimtelijke planning. Samen zochten ze de verbanden tussen de projecten en naar nieuwe samenwerkingsvormen. De projecten werden samengevat in posters op basis van enkele criteria en een interview met de trekker. De posters werden verder verwerkt in deze publicatie.
De discussie tijdens de postersessie bleek op verschillende manieren leerrijk. Het opzet om dat te doen op basis van concrete projecten, nemen we verder op om een ‘lerend netwerk’ uit te bouwen.
(5) collectieve actie
In deze laatste fase kunnen we de initiatieven onderbrengen die ontstonden in de loop van het project. Alle activiteiten hadden immers tot doel nieuwe acties te initiëren. Zowel op het niveau van de regio als van het dorp. Enkele van de projecten die verder in deze publicatie zijn opgenomen kunnen in dit licht gelezen worden, als resultaat van één van de workshops. Of de samenwerkingen en nieuwe initiatieven die als gevolg van de projectenmarktdag werden opgezet. Ook het spel ‘Maak het dorp! leidde in het dorp Hoepertingen tot nieuwe acties en kan op haar beurt als methodiek voor andere dorpen inspirerend zijn. In een volgende hoofdstuk gaan we meer uitgebreid in op de opbouw en resultaten.
Het label ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ is zo de noemer van enkele activiteiten om een lerend netwerk uit te bouwen. Dit netwerk wil verschillende actoren (bewoners, ambtenaren, organisaties, ... ) samenbrengen rond de vraag hoe te wonen, leven en werken in Haspengouwse dorpen. Concrete activiteiten zijn een tentoonstelling, een projectendebat, een publicatie rond goede praktijken, het delen van kennis via workshops, masterclasses, studiedagen, ... en tot slot, met de ondersteuning van een ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’-trekker.
Detail uit het tijdstraject van het LEADER-project

Wat willen we doen?
Nieuwsbrief 2, maart 2012
met steun van
In het Leader-project ‘De mooiste dorpen van Haspengouw’ willen we bewoners engageren om het streekgebonden karakter van hun dorp te versterken. We zoeken met lokale actoren, ambtenaren en verenigingen naar concrete collectieve acties; nieuwe initiatieven of bestaande acties die we samen kunnen opzetten. Samen staan deze actoren voor de uitdaging bewoners te engageren en betrekken in hun visie, dagelijkse werking en projecten. De mogelijkheden en kansen die Haspengouw biedt, net als het streekeigen karakter is een waarde die deze actoren bindt. Eén van die dragers van dit karakter is de beeldwaarde van Haspengouwse dorpen, het authentieke patrimonium, de geconcentreerde dorpskernen. Een andere drager van die eigenheid op het platteland zijn de bewoners.In dit project willen we het label “Mooiste dorpen van Haspengouw” introduceren, dat zowel ingaat op die beeldwaarde als op het engagement, de lokale dynamiek van de bewoners die inspeelt op dit karakter. We willen een ‘levend netwerk’ uitbouwen rond verenigingen en organisaties om samen dit label uit te werken en dorpen te helpen dit label te verdienen.
Momenteel loopt er een workshoptraject waarin we als een eerste stap het project aflijnen, het label zullen vormgeven en enkele acties initiëren. In een zaaltje van het Klokhuis van vzw Gors in Gors-Opleeuw brachten we organisaties en gemeenten voor een eerste keer samen om te kijken op welke uitdagingen zij, specifiek voor Haspengouw en vanuit hun dagelijkse werking, inzetten. Vervolgens werden er casegebieden geslecteerd net als enkele ruimtelijke uitdagingen die de deelnemende actoren samen willen aanpakken. In een eerste groep viel de consensus op ‘leefbare landbouw’ en de (ruimtelijke) impact van de groei of veranderingsprocessen die hiermee gepaard gaan. De organisaties rond de tafel zijn vooral in de Zuidelijke gemeenten van Haspengouw actief. Als casegebied werd gekozen voor de regio Borgloon, Tongeren, Gingelom.
Workshop 1
Mooiste dorpen van HaspengouwStimuleren van langdurig engagement rond het versterken van het streekgebonden karakter van dorpen in Haspengouw
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”
Nieuwsbrief 3, april 2012
met steun van
vertrekwaarden
Mooiste dorpen van HaspengouwStimuleren van langdurig engagement rond het versterken van het streekgebonden karakter van dorpen in Haspengouw
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”
Op 14 maart waren we te gast in het Kasteel Mariagaarde voor een tweede stap in het workshoptraject. Rond een topografische kaart van de twee gekozen casegebieden; Riemst en de regio Tongeren-Borgloon, gingen we aan de slag met de MAP-it toolkit. De toolkit bestaat uit een open en uitbreidbare set van iconen en ‘spelregels’ die deelnemers ondersteunt om hun ideeën visueel in kaart te brengen. Vooraleer na te denken over concrete, collectieve acties; het doel van deze sessie, zochten we naar kernwaarden of vertrekposities van waaruit we verder aan de slag konden.
Landelijke regio’s ondergaan heel wat veranderingen en staan voor allerlei uitdagingen. In Haspengouw willen we bewoners betrekken om het karakter van deze bijzondere streek in die veranderingen te versterken en op een duurzame manier de uitdagingen aan te gaan. Hierbij staat de leefbaarheid van de dorpen centraal. En vertrekken we van het authentieke patrimonium; niet enkel de gebouwen, maar evenzeer de boomgaarden, de dorpzichten, de open ruimte, ... . Het ‘verruimde erfgoed’ zoals het door deelnemers werd benoemd. Het versterken of behoud van dit erfgoed mag een dynamiek niet in de weg staan en moet ruimte laten aan ondernemen en initiatief. Met aandacht voor het zoeken naar een harmonie tussen actoren, tussen sectoren en beleidsdomeinen, tussen behoud en vernieuwing. Open ruimte kent veel claims en belangen. Willen we acties nemen die de ‘leefbaarheid’ ten goede komen, dan wordt deze bepaald door de kwaliteiten van mensen onder elkaar. Acties moeten geborgen zijn, gedragen in een duurzaam perspectief.
Vervolgens verzamelden we ideeën rond mogelijke acties om het label ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ te behalen. Welke initiatieven kan je nemen om bewoners te betrekken en te werken aan ‘leefbare landbouw’ en ‘leefbaar wonen’ in een landelijke dorp, in een landelijke omgeving en in de streek Haspengouw? Als eerste manier om deze acties te stimuleren willen we ze laten aansluiten op de eigen ambities en speerpunten van de verschillende organisaties aan de tafel. We willen ze dus samen bedenken en niet ontwerpen binnen vastomlijnde of aangereikte (beleids)instrumenten.
acties
workshop 2
23/06/201110/2011
17/11/2011
Gespreksronde I: ERSV-streektafel, Landelijke Gilden,vzwConvivere, gemeente Wellen, Kortessem, Gingelom, Voeren, Riemst, Kasteel Mar
14/03/2012
05/09/2012
09/05/2012
Gespreksronde II: vzw Stebo, Regionaal Landschap, vzw Toerisme Limburg, Provinciale Dienst Ruimte & Planing, dienst Wonen, Provinciaal Centrum
Cultureel Erfgoed, VLM, gemeente Riemst
07-08/2012voorbereidend gesprek Stebo
Workshop 1Nieuwsbrief 1
Workshop 2
Workshop 3
Werkvergadering: projectconcepten
Nieuwsbrief 2
Nieuwsbrief 3
20112012
20132014
junjul
augsept
oktnov
decjan
febm
aaapr
mei
junjul
augsept
oktnov
decjan
febm
aaapr
mei
junjul
augsept
oktnov
decjan
febm
aaapr
mei
junjul
augsept
okt
Wat willen we doen?
Nieuwsbrief 1, november 2011
met steun van
Haspengouw ondergaat, net als verscheidene andere landelijke regio’s, belangrijke demografische, ruimtelijke en economische veranderingen. Deze veranderingen brengen nieuwe uitdagingen mee. Zo wordt de open ruimte, die zo kenmerkend is voor Haspengouw, al maar meer belast met belangen en claims vanuit recreatie, landbouw, natuur, woonuitbreiding, enz. Niet alleen de open ruimte, maar ook de bebouwde structuur staat voor nieuwe uitdagingen zoals appartementisering, inbreiding, schaalver-groting, enz.Het gevolg is dat het streekgebonden karakter van dorpen in Haspen-gouw onder druk komt te staan. Zo volgen renovaties en nieuwbouw ge-nerieke (inter)nationale trends zonder rekening te houden met de lokale eigenheid waardoor landelijke dorpen meer en meer op elkaar beginnen te lijken.
Uitgaande van deze uitdagingen, gaan we met dit project op zoek naar de kansen en mogelijkheden die Haspengouw biedt. Het streekgebonden karakter is hierbij een waarde die vele actoren bindt en zo een antwoord kan bieden op de heersende veranderingsprocessen.Eén van die dragers van dit karakter is de beeldwaarde van Haspengouw-se dorpen, het authentieke patrimonium, de geconcentreerde dorps-kernen. Een andere drager van die eigenheid op het platteland is het informele en sociale netwerk.In dit project willen we het label “Mooiste dorpen van Haspengouw” in-troduceren, dat zowel ingaat op die beeldwaarde als op het engagement, de lokale dynamiek die inspeelt op dit karakter. Om dorpen te helpen om dit label te verkrijgen worden in het project twee instrumenten ontwik-keld: 1) een ‘levend netwerk’ opgebouwd rond verenigingen en organisa-ties die zich vandaag al inzetten voor Haspengouw en activiteiten orga-niseren rond de eigenheid van hun regio en 2) een ‘beeldkwaliteitsplan’ dat, vertrekkende van bestaande kwaliteiten en concrete troeven, een strategie wil zoeken hoe om te gaan met nieuwe ontwikkelingen. Een beeldkwaliteitsplan geeft de aanzet tot scenario’s voor concrete projec-ten.
In een leefbare omgeving hebben bewoners ook greep op deze omgeving. Met dit project willen we bewoners bewust maken van de ruimtelijke veranderingsprocessen die plaatsgrijpen in hun omgeving en van de rol die ze kunnen spelen in het sturen van deze processen.
Wat maakt dit project anders?
Mooiste dorpen van HaspengouwStimuleren van langdurig engagement rond het versterken van het streekgebonden karakter van dorpen in HaspengouwEen Leaderproject van de PHL
met steun van Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”
LEADER projectMooiste dorpen van Haspengouw
LEADER projectMooiste dorpen van Haspengouw
stimuleren van een langdurig engagement rond het versterken van het streekgebonden karakter van dorpen in Haspengouw
Hoe kan je bewoners betrekken in een sociaal, duurzaam en ruimtelijk beleid? ...van erf, naar straat, naar buurt, naar dorp, naar streek, ...
met steun van Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”
LEADER projectMooiste dorpen van Haspengouw
LEADER projectMooiste dorpen van Haspengouw
stimuleren van een langdurig engagement rond het versterken van het streekgebonden karakter van dorpen in Haspengouw
Hoe kan je bewoners betrekken in een sociaal, duurzaam en ruimtelijk beleid? ...van erf, naar straat, naar buurt, naar dorp, naar streek, ...
landelijke
gilden
vzw stebo
toerismeLimburg
vzw
beleidsdomeinen
regionaal
landschapnatuurpunt
de wroeter
vzw rimokasteel
mariagaardegroenwerk
boerenbond
ruimte
ontw
ikkeli
ng
plat
tela
nds
-
natuurlocale economielandbouw
erfgoed
cultu
ur
wonen welzijn
toerisme
DE MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
actoren ontmoet in dit leaderproject actoren
natu
ur
econ
omie
wel
zijn
cultu
urso
cial
e ec
onom
iepl
atte
land
sbel
evin
g
��� vrijwilligers
beleid
project
vrijwilligers
middenveld
onderzoek
publiek
Vlaams
regionaal
lokaal
vzw AKSIscholen
jeugdbewegingen
agro aanneming
lisro
provinciaal informatieloket wonen
streektafel
academie haspengouw
PUUR Limburg
de pastorie
erfgoedcel haspengouw
POM
RESOC
sociaal-culturele verenigingen
leadersecretariaat
vzw Trage WegenCERA foundation
ILVO - L&Mj.oor
alias platteland platformPHL ArcK.
gecorolokaal woonoverleg
Z��
plattelandsloket
dienst ruimtelijke planning en beleid
Provinciaal centrum voor cultureel erfgoed
ERSV Limburg
Provincie Limburg
Vlaamse Landmaatschappij
Bilzen, Borgloon, Halen,
Gingelom, Hasselt, Heers,
Herk de Stad, Herstappe, Hoeselt,
Kortessem, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren,
Voeren, Wellen
ipo interbestuurlijk plattelandsoverleg
VVSG platteland
VLM - plattelandsbeleid
VVP - platteland
kasteel mariagaardecultuur Borgloon vzw
convivere vzw
boerenbondtoerisme Limburg vzw
unizo Limburg
de wroetergroenwerknatuur - en
landschapsbeheerter engelen
vzw Stebovzw Rimo
steunpunt groene zorgCAW sonar
landelijke gildenKVLV
regionaal landschapnatuurpuntnationale -
boomgaarden
plaa
tsel
ijke
groe
p
landelijke
gilden
vzw stebo
toerismeLimburg
vzw
beleidsdomeinen
regionaal
landschapnatuurpunt
de wroeter
vzw rimokasteel
mariagaardegroenwerk
boerenbond
ruimte
ontw
ikkeli
ng
plat
tela
nds
-
natuurlocale economielandbouw
erfgoed
cultu
ur
wonen welzijn
toerisme
DE MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
actoren ontmoet in dit leaderproject actoren
natu
ur
econ
omie
wel
zijn
cultu
urso
cial
e ec
onom
iepl
atte
land
sbel
evin
g
��� vrijwilligers
beleid
project
vrijwilligers
middenveld
onderzoek
publiek
Vlaams
regionaal
lokaal
vzw AKSIscholen
jeugdbewegingen
agro aanneming
lisro
provinciaal informatieloket wonen
streektafel
academie haspengouw
PUUR Limburg
de pastorie
erfgoedcel haspengouw
POM
RESOC
sociaal-culturele verenigingen
leadersecretariaat
vzw Trage WegenCERA foundation
ILVO - L&Mj.oor
alias platteland platformPHL ArcK.
gecorolokaal woonoverleg
Z��
plattelandsloket
dienst ruimtelijke planning en beleid
Provinciaal centrum voor cultureel erfgoed
ERSV Limburg
Provincie Limburg
Vlaamse Landmaatschappij
Bilzen, Borgloon, Halen,
Gingelom, Hasselt, Heers,
Herk de Stad, Herstappe, Hoeselt,
Kortessem, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren,
Voeren, Wellen
ipo interbestuurlijk plattelandsoverleg
VVSG platteland
VLM - plattelandsbeleid
VVP - platteland
kasteel mariagaardecultuur Borgloon vzw
convivere vzw
boerenbondtoerisme Limburg vzw
unizo Limburg
de wroetergroenwerknatuur - en
landschapsbeheerter engelen
vzw Stebovzw Rimo
steunpunt groene zorgCAW sonar
landelijke gildenKVLV
regionaal landschapnatuurpuntnationale -
boomgaarden
plaa
tsel
ijke
groe
p
landelijke
gilden
vzw stebo
toerismeLimburg
vzw
beleidsdomeinen
regionaal
landschapnatuurpunt
de wroeter
vzw rimokasteel
mariagaardegroenwerk
boerenbond
ruimte
ontw
ikkeli
ng
plat
tela
nds
-
natuurlocale economielandbouw
erfgoed
cultu
ur
wonen welzijn
toerisme
DE MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
actoren ontmoet in dit leaderproject actoren
natu
ur
econ
omie
wel
zijn
cultu
urso
cial
e ec
onom
iepl
atte
land
sbel
evin
g
��� vrijwilligers
beleid
project
vrijwilligers
middenveld
onderzoek
publiek
Vlaams
regionaal
lokaal
vzw AKSIscholen
jeugdbewegingen
agro aanneming
lisro
provinciaal informatieloket wonen
streektafel
academie haspengouw
PUUR Limburg
de pastorie
erfgoedcel haspengouw
POM
RESOC
sociaal-culturele verenigingen
leadersecretariaat
vzw Trage WegenCERA foundation
ILVO - L&Mj.oor
alias platteland platformPHL ArcK.
gecorolokaal woonoverleg
Z��
plattelandsloket
dienst ruimtelijke planning en beleid
Provinciaal centrum voor cultureel erfgoed
ERSV Limburg
Provincie Limburg
Vlaamse Landmaatschappij
Bilzen, Borgloon, Halen,
Gingelom, Hasselt, Heers,
Herk de Stad, Herstappe, Hoeselt,
Kortessem, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren,
Voeren, Wellen
ipo interbestuurlijk plattelandsoverleg
VVSG platteland
VLM - plattelandsbeleid
VVP - platteland
kasteel mariagaardecultuur Borgloon vzw
convivere vzw
boerenbondtoerisme Limburg vzw
unizo Limburg
de wroetergroenwerknatuur - en
landschapsbeheerter engelen
vzw Stebovzw Rimo
steunpunt groene zorgCAW sonar
landelijke gildenKVLV
regionaal landschapnatuurpuntnationale -
boomgaarden
plaa
tsel
ijke
groe
p
boerenbond
toerism
e Limburg
vzw
regi
onaa
l lan
dsch
ap
natuurpunt
vzw stebo
vzw
rimo
de wroeter
groenwerk
kasteel mariagaarde
boerenbond
toerism
e Limbur
g vzw
regi
onaa
l lan
dsch
ap
natuurpunt
landelijke gilden
vzw stebo
vzw
rimo
de wroeter
groenwerk
kasteel mariagaarde
ERSV
WLM
VLM
erfgoed
mooiste d
orpen
VLM
VLM
wonen
mooiste
dorpe
n
mooiste d
orpen
erfgoed
mooiste dorpen
mooiste dorpen
erfgo
ed
Z��
mooiste dorpen
mooiste dorpen
mooiste dorpen
extra
act
oren m
ooiste dorpen
mooiste dorpen
externe relaties
boerenbond
toerism
e Limbur
g vzw
regi
onaa
l lan
dsch
ap
natuurpunt
landelijke gilden
vzw stebo
vzw
rimo
de wroeter
groenwerk
kasteel mariagaarde
Z��
steunpunt hoeveproductenLISRO
agro-aanneming
CERA-foundationKoning Boudewijn Stichting
nationale boomgaardenstichting
samenlevingsopbouw
Toerisme Vlaanderen
VMSW
Vlaamse Bouwm
eester
Trage Wegen
ERSV
VLM
wonen
ruimtelijke planning
plattelandsbeleid
erfgoed
externe relaties
Riemst
Tongeren
Heers
Borgloon
Kortessem
Hoeselt
Bilzen
Wellen
Sint-Truiden
Nieuwerkerken
Gingelom
Halen
Herk-De-Stad
Hasselt
Voeren
Herstappe
landschapspark
Haspengouw woonbeleidsplan
lokaalwoonoverleg
woonbeleidsplan
lokaalwoonoverleg
woonbeleidsplan
lokaalwoonoverleg
woonbeleidsplan
lokaalwoonoverleg
woonbeleidsplan
lokaalwoonoverleg
woonbeleidsplan
lokaalwoonoverleg
woonbeleidsplan
lokaalwoonoverleg
hogebescherming
gebieden
hogebescherming
gebieden
hogebescherming
gebieden
hogebescherming
gebieden
hogebescherming
gebieden
lagebescherming
gebieden
lagebescherming
gebieden
dorpsmanagement
woonbeleidsplan
lokaalwoonoverleg
infocentrumwonen
Hanspengouw
landschapherstel
interlokaleatriumZuid-
LimburgIGSwonen
IGSwonen
kastanje plattelandsloket
leadersecretariaat
ruilverkavelingJesseren
ruilverkavelingWellen
masterplanLoons
verleden
erfgoedcelHaspengouw
erfgoedcelHaspengouw
erfgoedcelHaspengouw
erfgoedcelHaspengouw
erfgoedcelHaspengouw
erfgoedcelHaspengouw
erfgoedcelHaspengouw
erfgoedcelHaspengouw
erfgoedcelHaspengouw
erfgoedcelHaspengouw
dagvan de
landbouw
toeristisch infopunt
toeristisch infopunt
toeristisch infopunt
fruitspoortoeristisch infopunt
fruitspoor
dagvan de
landbouw
dorpsrestaurant
dorpsconciërge
dorpspunt
dorpsrestaurant
groenonderhoud
dorpsrestaurant
onderons
onsoptrekje obos
de pastorie
dorpsrestaurant
dorpsrestaurant
dagvan de
landbouw
dagvan de
landbouw
dagvan de
landbouw
brugvan
Vroenhoven
openmonumenten
dag
openmonumenten
dag
openmonumenten
dag
greenspot
wandeling
wandeling
wandeling
Voerenop weg
wandelingwandeling
dorpmet toekomst
dorpmet toekomst
dorpmet toekomst
dorpmet toekomst
dorpin de kijker
����
plattelandsklassen
plattelandsklassen
Z-OUT
PIT
greenspot
verborgenmoois
verborgenmoois
verborgenmoois
verborgenmoois
verborgenmoois
verborgenmoois
greenspot
boerderijwinkel
vzw gors
groenonderhoud
greenspot
greenspot
greenspot
stiltegebied
zin inZ-OUT
haspengouwtoscane
academieHaspengouw
academieHaspengouw
academieHaspengouw
academieHaspengouw
academieHaspengouw
academieHaspengouw
academieHaspengouw
academieHaspengouw
academieHaspengouw
kunstop
het hof
openmonumenten
dagstreek
producten
greenspot
greenspot
landschapsloket
actoren
projecten

Projectmarktdag, Mooiste dorpen van Haspengouw, 2014 (posters: Sarah Martens)
Spel-Wandeling 1 01/06/2013
Spel-Wandeling 2 23/08/2013Spel-Wandeling 3 26/08/2013Spel-Wandeling 4 01/09/2013
27/10/2013
28/02/2014Projectmarktdag
Nieuwsbrief 4
Veldwerk Hoepertingen
hoepertingen by kids, dag v/h park
Finale: maak het dorp, Hoepertingen
Oproep Projectmarktdag
01-02/2014
interview project-trekkers als voorbereiding voor opmaak projectmarktdag werden alle projecten voorgesteld op een poster
26/05/2013
04-05/2013
Cross-Overstudio Hoepertingen
Nieuwsbrief 4, maart 2013
met steun van
Haspengouw verandert
Mooiste dorpen van HaspengouwStimuleren van langdurig engagement rond het versterken van het streekgebonden karakter van dorpen in Haspengouw
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”
Haspengouw verandert zowel sociaal als ruimtelijk en staat voor enkele uitdagingen die vragen om nieuwe en andere vormen van gebruik en beheer van onze ruimte. We moeten op zoek naar andere vormen om de verschillende noden en verwachtingen een plaats te geven. Waar ontmoeten we elkaar? Hoe gaan we om met verschillende claims en belangen? Welke ruimte krijgt natuur, water, landbouw?
Het dorp blijft hiervoor een belangrijk vertrekpunt: de dichtheid van een dorpskern kan een troef zijn om op zoek te gaan naar nieuwe vormen van samenwerken en leven. Een goed beheer van de (semi) publieke ruimte lijkt hiervoor een goede aanzet te zijn. In dorpen is dit goede beheer in grote mate afhankelijk van particuliere initiatieven. De beperkte draagkracht van ambtenaren maakt dat niet alles vanuit de gemeente gestuurd en gesteund kan worden. Er is nood aan initiatief van onderuit.
Met het label ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ nodigen we bewoners uit om mee te werken aan het ruimtelijk beheer van hun dorp. Het label beloont initiatieven die uitnodigen tot een breed debat en aanzetten tot actie. Op die manier bouwen we niet alleen een inzicht op in de ruimtelijke veranderingsprocessen: “Wat verandert er allemaal in het dorp, in de streek?”. We leren ook de verschillende standpunten kennen: de meningen en verwachtingen. We zoeken samen hoe we er mee kunnen omgaan. Het label beloont goede praktijken: zowel het engagement als de acties om het streekgebonden karakter van Haspengouw te versterken.
Door het label participatief vorm te geven ontstaat er een platform voor kennisuitwisseling en debat. In de zoektocht naar een gedeelde visie kwamen de prioriteiten van de verschillende organisaties voor de streek naar boven. Het betrekken van bewoners is voor de organisaties rond de tafel een startpositie. Vanuit die positie willen ze werken aan een kwaliteitsverhoging van de leefbaarheid, van een goed beleid. Op die manier wordt duidelijk dat het label niet ingevuld zal worden als een limitatieve lijst van toekenningscriteria
Mooiste Dorpen
platform voor debat
met steun van
Mooiste dorpen van HaspengouwStel een project voor dat het streekgebonden karakter van je dorp versterkt.
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”
Uitnodiging aan alle Haspengouwse
dorpen:
In Haspengouw worden allerlei initiatieven genomen die het streekgebonden karakter versterken. Er wordt gewandeld, gekookt, erfgoed verzorgd, natuur onderhouden, ... en in tal van deze activiteiten spelen bewoners en vrijwilligers een rol.
Voor wie, welke projecten en hoe
deelnemen?
leren, reflectie en netwerk
We willen de diversiteit en dynamiek van deze initiatieven in de kijker zetten om van elkaar te leren. Stel je kandidaat en kom je meest geslaagde initiatief voorstellen op onze projectmarktdag. Je project kan er rekenen op een boeiende reflectie van experts, academici, en andere enthousiaste trekkers. De verschillende projecten worden door ons in posters samengevat, belicht vanuit een aantal criteria (vb. duurzaamheid, betrokkenheid, meervoudig gebruik, ...) en gebundeld in een publicatie.
Met je deelname word je bovendien lid van het lerend netwerk ‘De Mooiste Dorpen van Haspengouw’ en kan het ‘mooiste’ project rekenen op onze ondersteuning tot aan de volgende projectmarktdag (februari 2016).
Zowel organisaties, verenigingen, buren, als lokale ambtenaren mogen zich kandidaat stellen met een initiatief dat op elke mogelijke manier bijdraagt aan de de streekeigenheid van hun dorp. Waarbij het in de eerste plaats gaat om het creëren van een platform waar ideeën worden uitgewisseld over wat mensen bezig houdt. Over wat verloren ging en behouden bleef, over wat er bij kwam en welke mogelijkheden er nu zijn voor het dorp als plek en lokale samenleving.
Dus:1. stel je kandidaat voor 31 december 2013 via mail2. in de loop van januari, nemen we contact op en brengen we je
project in beeld3. stel je project voor op de projectmarktdag op 28 februari 2014
contact Sarah Martens: [email protected], Tel. 0479 93 54 22blog http://mooiste-dorpen-haspengouw.blogspot.com/
projectmarktdag 28 februari 2014
20112012
20132014
junjul
augsept
oktnov
decjan
febm
aaapr
mei
junjul
augsept
oktnov
decjan
febm
aaapr
mei
junjul
augsept
oktnov
decjan
febm
aaapr
mei
junjul
augsept
okt

59 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT
3. MAAK HET DORP! HOEPERTINGEN
Hoepertingen, een deelgemeente van Borgloon werd het ‘case-dorp’ waar van januari tot eind oktober 2013 enkele acties werden uitgewerkt en getest. Samen met lokale organisaties, verenigingen en bewoners gingen we op zoek naar een manier om de specifieke ruimtelijke en sociale identiteit van het dorp te leren kennen. We keken hierbij zowel naar aspecten van samenleven (voorzieningen, ontmoeten, nieuwe inwoners) als aspecten van ruimtelijke eigenheid (patrimonium, open ruimte, tuinen, groen, …). In de eerste plaats werd er een inzicht opgebouwd in wat er nu precies verandert, wat de verschillende plannen en ambities zijn, en wat wie hierover denkt.
Met deze acties werkten we niet aan aanbevelingen of aan het structureren van richtlijnen zoals in een masterplan of structuurplan. We stelden geen charter of ‘dorps- ontwikkelingsvisie’ op en evenmin een beeldkwaliteitsplan. Het spel werd in de eerste plaats opgezet als een platform voor actie en debat. Het gaat hierbij dus niet om het ontwerpen van een oplossing voor een bepaald probleem, maar om het creëren van een ruimte voor het zichtbaar maken van meningen en ideeën, van conflicten en breuklijnen. Om zowel problemen als actoren te leren kennen, te begrijpen en inzicht te krijgen in hoe de veranderingen in die bepaalde context in mekaar zitten. Hier ontstaat participatie en dit creëert mogelijkheden. Van hieruit kan een ontwerpbenadering groeien, kunnen nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan en worden op die manier veranderingsprocessen gestuurd.
Om tot het spel ‘Maak het Dorp’ vorm te geven, volgden we in grote lijnen dezelfde methode of stappen die we namen bij het label van het label (cf. 2. aanpak). Waarbij we opnieuw in de eerste en de laatst stap voornamelijk uitgaan van de aanwezige context of dynamiek, dat wat er momenteel gebeurt (stap 1) of gaat gebeuren (stap 5) in het dorp. In stap 2, 3 en 4 proberen we hier al ontwerpend op aan te haken en grijpen we in, of proberen we iets te veranderen in het dorp. In wat volgt bespreken we de stappen opnieuw meer in detail.

60 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
1. d
ynam
iek
2. v
orm
geve
n
3. u
itvoe
ren
4. c
olla
ge e
n de
bat
5. c
olle
ctiev
e ac
tie
bestaande realiteitactie-onderzoek
vert
rekk
en v
an a
anw
ezig
e dy
nam
iek
en n
etw
erk
van
acto
ren
veld
wer
k, a
naly
se v
an k
aart
en, o
ntw
ikke
lings
visie
, int
er-
view
s, k
inde
rwor
ksho
p, ..
. ver
tale
n na
ar sp
elop
zet
(1) i
nzic
ht o
pbou
wen
in ru
imte
lijke
ver
ande
ringe
n, (2
) in
elka
ars s
tand
punt
en
(3) f
orm
uler
en v
an v
oors
telle
n
sam
enbr
enge
n va
n id
eeën
, men
inge
n, b
ezw
aren
, bew
oner
s,
regi
odes
kund
igen
, am
bten
aren
, bel
eids
mak
ers,
org
anisa
ties,
...
onts
taan
van
sam
enw
erki
ngsv
erba
nden
platf
orm
/ to
ol
onde
rzoe
ker
ande
re a
ctor
en
actie
sfa
se

61 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT
(1) leren kennen van de dynamiek
In het workshoptraject (waar het label werd vormgegeven, zie p. 55) reikten de betrokken actoren verschillende aanleidingen aan die ons lieten landen in Hoepertingen. Zo werd er vanuit de vzw Stebo een studie gemaakt in kader van de opmaak van een gemeentelijk woonbeleidsplan. De Vlaamse Landmaatschappij bereidde een ruilverkaveling voor met plannen voor een toeristische fietsontsluiting en inrichting van hoogstamboomgaarden. De vzw Kasteel Mariagaarde, een lokale culturele organisatie trok het project ‘Dorpskasteel, Kasteeldorp’ met financiering van de Koning Boudewijnstichting om de verbinding tussen het kasteel en dorp te versterken. Hiernaast zetten de ambities van de gemeente om Hoepertingen uit te breiden als woondorp, vergeten of in onbruik geraakte karakteristieke landschapselementen en verborgen binnengebieden onder druk.
Als eerste stap maakten we een ruimtelijke analyse van het dorp op basis van beleidsdocumenten, veldwerk, studie van kaartmateriaal, interviews met bewoners, een foto-etnografische wandeling met kinderen, en een focusgroep met regiodeskundigen waar de eerste sociaal-ruimtelijke hypotheses over het dorp werden afgetoetst.
kaart ‘Hoepertingen by kids’ gemaakt op dag van het Park op 26 mei 2013

62 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
1771-1777 Ferrariskaart
1847-1853 Vandermaele-
kaart
1879FRUITSPOOR
1771-1777 1847-1853 1934
voorzieningen
voetbalterreinspeelterreinschool en naschoolse opvangkerk en kerkhofKasteel MariagaardelandbouwbedrijvenbedrijvenTer Heide en Intesahoreca, winkels en diensten
tijdslijn, evolutie Hoepertingen in kaarten

63 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT
1934 topografische
kaart
1960 topografische
kaart
1976topografische
kaart
2005topografische
kaart
1960 1976 2005
groene binnengebieden boomgaarden
fruitspoor trage wegen

64 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
(2) vormgeven van het spel
We baseerden ons op ‘The Making of’ van Hans Venhuizen (2010). Dit spelopzet heeft tot doel om de spelers zelf de rol van ontwerper toe te kennen. In dat opzet maakten we een spelbord met verschillende elementen uit de analyse. Dit spelbord geeft een overzicht van de huidige situatie in Hoepertingen. Aan de ene kant plaatsen we de ambities. Deze zullen in de toekomst gaan zorgen voor de veranderingen, bv.: inrichten van ontmoetingsplekken, woonuitbreiding, ... . Aan de andere kant staan de fenomenen, die geven richting en kleur aan de verandering, bv. een mentaliteitsverandering, rekening houden met water, ... . Op het kruispunt van de twee krijgen we een opdracht. We combineerden deze opdrachten vervolgens met concrete locaties, waartussen de deelnemers een route moesten zoeken. Op die manier voegden we het dorp als speelvlak en de activiteit van het wandelen toe aan het spelopzet ‘The Making of’. Alle ‘inhoud’ van het spelbord werd geformuleerd op basis van de interviews en analyse en afgetoetst met VLM in kader van het ontwerp ruilverkaveling, met Stebo naar het woonbeleidsplan, met Kasteel Mariagaarde als lokale actor en met PCCE (Provincial Centrum Cultureel Erfgoed) in kader van de ontsluiting van het ‘fruitspoor’. De gedeelde ambities werden op volgende punten geformuleerd:- versterken van landschapselementen- versterken sociale structuur- woningverdichting- verbeteren doorwaadbaarheid
Eén van de parcourskaarten van een ‘Maak het Dorp’ wandeling.

65 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT
Dambord met ambities, fenomenen, raakt ingevuld met collages van ideeën en voorstellen gemaakt door de bewoners tijdens de wandelingen.

66 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
(3) uitvoeren
We wandelden in de zomer van 2013 met verschillende teams van bewoners, maar ook met actoren uit regionale organisaties en lokale ambtenaren. Per wandeling maakten we twee routes met telkens drie verschillende locaties met onderling vergelijkbare sociaal-ruimtelijk karakteristieken. Tussen de verschillende wandelingen werden zowel het speelvlak, de plekken en routes, als de opdrachten aangepast naar nieuwe thema’s die aan bod kwamen tijdens de wandelingen.
Het spelparcours werd afgelegd met bewoners op 1 juni, 23 augustus en 1 september. Op 28 augustus wandelden we het parcours met twee teams van ‘regio-deskundigen’ of ‘open-ruimte-partners’. (Vlaamse Landmaatschappij, Regionaal Landschap, Landelijke Gilden, Boerenbond, Stebo, Toerisme Limburg, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, stedenbouwkundig ambtenaren).
Alle voorstellen die tijdens deze wandelingen werden gemaakt, kregen een plaats op het spelbord. Ze werden in visuele leesbare collages verwerkt en spelers konden op die manier reageren op voorstellen gemaakt in andere spelrondes.
BRIKHOF, kasteel
Kasteelpark Snede
Afsluitbare parktoegang
Verbinding fruitspoor enkasteelpark
Pijpenkop wordt verhard plein
collages Jente Luts

67 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT
Sihks betrekkenbij het feest
Het zoetspoor
Ingesloten(hogere haag)
Ingesloten(hogere haag)
Picknickplaatsen
Zacht voetpad doorHoepertingen
Markt met streekproductenen braderie 2 x per jaar
Speeltuigen voor de buurt
Schoofs-fruitspoor
binnengebied daalhofstraat-beekstraat
Pad naar kerkWeg achter huizen
Situatieschets
poel op het laagste punt van de weiBegijnhof-typologie
Gemeenschappelijk en autovrijbinnengebied
bOOMGAARD sT. JOB
LocatieKerstconcert
Uitbating en opbrengst voor verenigingen
StartpuntWandelingen
Terras
Afsluitbarezelfplukweide

68 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
(4) collage en debat
Op 27 oktober werd het spel afgesloten in een feestelijke ‘debat-finale’, waarbij de verschillende voorstellen werden samengebracht. In deze stap werden ook de lokale beleidsmakers betrokken. Tijdens de finale ‘won’ er één voorstel: eigenlijk het voorstel met de minste weerstand of bezwaren, dus niet noodzakelijk het meest vernieuwende voorstel. Het gaat in essentie ook niet om dat ene, of het meest ‘populaire’ voorstel, maar om alle ideeën die in het debat worden gegenereerd. Met die ideeën kan er in volgende projecten concreet aan de slag worden gegaan.
De wandelingen kunnen we beschouwen als de voorbereiding op dit debat, dat in feite het eigenlijke spel was, opnieuw naar het concept van Hans Venhuizen. Zes teams verdedigen ieder een voorstel, dat we selecteerden uit de oogst aan ideeën uit de wandelingen. Elk team krijgt 5 minuten om een voorstel voor een bepaalde plek te presenteren. De moderator vat kort samen, en formuleert een duidelijke slagzin. Zo kan het publiek duidelijk zien wie waar voor staat. De moderator moedigt iedereen in het publiek aan om bij elk voorstel bedenkingen te formuleren, zonder echt in discussie te gaan. Per voorstel nodigt hij één (of max twee) deelnemers uit het publiek uit om mee aan tafel bij de ‘voorstellers’ te gaan zitten. Per tafel volgt dan een kort debat tussen ‘voorstellers’ en ‘bezwaarmakers’. Het publiek kijkt gewoon toe. Na een 5 à 10 tal minuten debat volgt er een stemming door het publiek. Ze evalueren de mate waarin het voorstel het debat doorstond, of er misschien sterker door werd. Na deze debatronde krijgt het publiek de tijd om lobbykaarten uit te delen aan de ‘voorstellers’ en zo wordt het winnende voorstel bepaald.
Het belangrijkste van deze stap is het samenvoegen van verschillende ideeën, om zo inzicht op te bouwen in wat verandert, wat de plannen en ambities zijn. Die op die manier tegen mekaar worden afgewogen of kunnen bijdragen in een open debat over de toekomst van het dorp, eerder dan dat één welbepaald project wordt beoordeeld.

69 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT
Nu willen we de bevindingen en ideeën uit de wandelingen, de spelfinale en de verschillende interviews terug naar de straat brengen in Hoepertingen: op de gevels, stoepen, op die plekken die we hierboven bespraken. Op die manier willen we dit debat dat geïnitieerd werd met de wandelingen en de spelfinale verderzetten en faciliteren als een ‘vertraagd debat’. In tegenstelling tot een infosessie of hoorzitting gericht op klassieke beleidsparticipatie, gaan verschillende actoren niet rechtstreeks met elkaar in debat. We zoeken naar andere en meer diverse manieren om met mensen in dialoog te gaan, o.a. door deelnemers te laten reageren op voorstellen van vorige wandelingen. Als zodanig willen we niet enkel bewoners betrekken in het lokale of regionale (ruimtelijke) beleid, maar alle actoren stimuleren om stil te staan bij de rol die ze opnemen in het ruimtelijke beheer van het dorp. Vanuit ieders agenda en engagement wordt de ruimte anders ervaren, gebruikt of toegeëigend. Doorheen het vertraagde debat trachten we opportuniteiten te creëren waarin diverse actoren elkaar kunnen vinden.
(5) collectieve actie
De uiteindelijke doelstelling van het spel is (1) bewoners inzicht geven in wat er (ruimtelijk) verandert in het dorp, (2) in mekaars standpunt hier tegenover om zo (3) te komen tot nieuwe acties.Er zijn nu al een aantal acties die genomen worden naar aanleiding van de wandeling. Ter Heide een verblijfscentrum voor mensen met een beperking, werkt een project uit om het fruitspoor te betrekken bij hun terrein. Ze zoeken naar mogelijkheden om er een wandelpad aan te leggen en te onderhouden. Naar aanleiding van de Maak het dorp wandelingen willen ze de kinderen en bewoners van de nabijgelegen verkaveling hier in betrekken en zo wordt hun terrein een groene speelschakel tussen dit spoor en de wijk.
De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) nam ideeën mee in het voorontwerp voor het ruilverkavelingsplan dat enkele maanden na de debatfinale werd ingediend. Initieel planden ze om in kader van deze ruilverkaveling het fruitspoor in te richten als een bovenlokaal en functioneel fietspad. Een dergelijk plan werd echter door bewoners

70 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
niet voorgesteld. Tijdens de wandelingen werden wel verschillende voorstellen geformuleerd om deze zone een lokale betekenis te geven. VLM nam deze ideeën mee bij de finale indiening van het plan. Hetzelfde deden ze met de voorstellen die tijdens de wandelingen gemaakt werden voor de hoogstamboomgaarden.In al deze voorstellen valt op dat bewoners denken vanuit de schaal van het dorp en verschillende plekken ten opzichte van mekaar afwegen. Ook de vzw Kasteel Mariagaarde wil een rol opnemen in het beheer van deze boomgaarden en de link leggen met de schoolmoestuin die ze reeds een plaats geven in hun park. In samenwerking met de Landelijke Gilden willen ze met een nieuw ‘plattelandspad’ bovendien meer aandacht geven aan het hele trage weefsel in het dorp en de nodige knooppunten, en niet enkel stil staan bij de ‘didactische’ ontsluiting van dit pad. Kasteel Mariagaarde werkt hiernaast vanaf het voorjaar 2014 aan een musical met de bewoners. Op die manier willen ze het kasteel terug een baken laten zijn in zowel het lokale dorpsweefsel als in de regio Haspengouw. De lokale ambtenaren (jeugd, ruimte en cultuur) tot slot vinden in de verschillende ideeën, bedenkingen en deze initiatieven argumenten voor het lokale beleid. En kijken anders naar het betrekken van bewoners in hun beleidsdomein.
Spelfinale ‘Maak het dorp’

71 III.1 VOORSTELLING LEADERPROJECT


III.2 MOOIEPROJECTEN

74 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
In dit hoofdstuk stellen we de projecten voor die werden toegelicht op de eerste projectenmarktdag op 28 februari 2014. De projecten werden er samengevat in posters op basis van enkele criteria en een interview met de trekker. Vooraleer we de posters hier zelf tonen, situeren we eerst de verschillende trekkers als organisatie. We gaan in op volgende elementen:
1. Situering binnen de beleidsomeinen van LeaderIn een taartschema stellen we per trekker visueel voor waar ze zich als organisatie zelf zouden situeren in de 7 beleidsdomeinen die LEADER-werking naar voor schuift (i.e. economie, landbouw, sociale economie, natuur, welzijn, plattelandsbeleving en tot slot cultuur).
2. Geografische situering van het projectUit deze kaart valt onmiddellijk op dat de projecten zich concentreren in Borgloon (4) Kortessem (3), Riemst (1) en Bilzen (1). Eén project is bestrijkt heel Haspengouw.
3. ImpulsVerder situeren we ieder project nog op een ‘roos’ met 4 kwadranten waar het project een impuls aan wil geven in volgende categorieën:
1. ruimte of landschap, 2. ontmoeten, 3. betrokkenheid en partnerschap, en 4. ecologische duurzaamheid.

75 III.2 MOOIE PROJECTEN
VOORSTELLING TREKKERS
Cultivating Communities
Arck
Kind & Samenleving
Centraal Kerkbestuur Kortessem
Stebo
Jeugddienst Riemst
De Wroeter
ZOLAD+
Kasteel Mariagaarde

76 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
SECTOREN
beleid
vrijwilligers
project
sectoren

77 III.2 MOOIE PROJECTEN
SECTOREN TOEGEPAST OP TREKKER
CultivatingCommunities
Arck
10
landbouw
sociale economienatuur
welzi
jn
econ
omie
cultuur
plattelands beleving
landbouw
sociale economie
natuur
welzi
jn
econ
omie
cultuur
plattelands beleving

78 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
SECTOREN TOEGEPAST OP TREKKER
Kind & Samenleving
Centraal Kerkbestuur
Kortessem
8
landbouw
sociale economie
natuur
welzi
jn
econ
omie
cultuur
plattelands beleving
landbouw
sociale economie
natuur
welzi
jn
econ
omie
cultuur
plattelands beleving

79 III.2 MOOIE PROJECTEN
SECTOREN TOEGEPAST OP TREKKER
Stebo
JeugddienstRiemst
landbouw
sociale economie
natuur
welzi
jn
econ
omie
cultuur
plattelands beleving
landbouw
sociale economie
natuur
welzi
jn
econ
omie
cultuur
plattelands beleving

80 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
De Wroeter
ZOLAD+
{141
landbouw
sociale economie
natuur
welzi
jn
econ
omie
cultuur
plattelands beleving
landbouw
sociale economie
natuur
welzi
jn
econ
omie
cultuur
plattelands beleving
SECTOREN TOEGEPAST OP TREKKER

81 III.2 MOOIE PROJECTEN
KasteelMariagaarde
Buurtbewoners
landbouw
sociale economienatuur
welzi
jn
econ
omie
cultuur
plattelands beleving
SECTOREN TOEGEPAST OP TREKKER

82 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
LOCATIE project
Haspengouw Haspenwood
Hoepertingen Maak het dorp!
Guigoven Guigoven Speelt!
6 kerken in Kortessem Onderzoek Kerkenplan Kortessem
GuigovenKuttekovenBorgloon
Millen Genoelselderen
Borgloon Puur Limburg
Hoelbeek Het Ford van Jonkholt
HoepertingenBorgloon
Scenario’s voorherbestemmingreligieus erfgoed
Riemst voor iedereen
SSSS(Stilte)!Haspengouw Spreekt
LOCATIE

83 III.2 MOOIE PROJECTEN
LOCATIE

84 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
opbouw schema
IMPULS
We situeren ieder project tenslotte in een schema dat toont aan welke van de vier thema’s: duurzaamheid, ruimte, ontmoeting en betrokkenheid, het project vooral een impuls wil geven.
De trekkers kenden een waarde toe aan deze thema’s, op een schaal van 0 tot 4. Waarbij we met 0 uiteraard vertrekken als: binnen dit thema wordt geen impuls verwacht, dit is niet belangrijk voor dit project; 1 kunnen we dan lezen als: het is geen onderdeel van doelstelling van het project, maar er wordt wel een impuls verwacht; 2: een subdoelstelling van het project; 3: één van de hoofddoelstellingen van het project en er wordt een impuls verwacht (bv. omdat er tijdens project samenwerkingsverband ontstaat met partner), en een impuls van 4 tenslotte geeft de hoofdoelstelling aan van van het project.
Ecologische Duurzaamheid
Ruimte/Landschap
Ontmoeten
Betrokkenheid

85 III.2 MOOIE PROJECTEN
IMPULS
CultivatingCommunities
Haspenwood
Arck
Maak het dorp!
Productie
Bronnen
Dorpsb
ewon
ers
Buiten
staan
ders Organisaties
Vrijwilligers
Open r
uimte
Bebou
wing
Productie
Bronnen
Dorpsb
ewon
ers
Buiten
staan
ders Organisaties
Vrijwilligers
Open r
uimte
Bebou
wing

86 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
IMPULS
Productie
Bronnen
Dorpsb
ewon
ers
Buiten
staan
ders Organisaties
Vrijwilligers
Open r
uimte
Bebou
wing
Productie
Bronnen
Dorpsb
ewon
ers
Buiten
staan
ders Organisaties
Vrijwilligers
Open r
uimte
Bebou
wing
Kind & Samenleving
Guigoven speelt!
Centraal Kerkbestuur
Kortessem
Onderzoek KerkenplanKortessem

87 III.2 MOOIE PROJECTEN
IMPULS
Productie
Bronnen
Dorpsb
ewon
ers
Buiten
staan
ders Organisaties
Vrijwilligers
Open r
uimte
Bebou
wing
Productie
Bronnen
Dorpsb
ewon
ers
Buiten
staan
ders Organisaties
Vrijwilligers
Open r
uimte
Bebou
wing
Stebo
Scenario’s voorherbestemmingreligieus erfgoed
JeugddienstRiemst
Riemst voor iedereen

88 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
IMPULS
De Wroeter
Puur Limburg
ZOLAD+
Het Fort van Jonkholt
Productie
Bronnen
Dorpsb
ewon
ers
Buiten
staan
ders Organisaties
Vrijwilligers
Open r
uimte
Bebou
wing
Productie
Bronnen
Dorpsb
ewon
ers
Buiten
staan
ders Organisaties
Vrijwilligers
Open r
uimte
Bebou
wing

89 III.2 MOOIE PROJECTEN
IMPULS
KasteelMariagaarde
SSSS(Stilte)!Haspengouw Spreekt
Productie
Bronnen
Dorpsb
ewon
ers
Buiten
staan
ders Organisaties
Vrijwilligers
Open r
uimte
Bebou
wing

CultivatingCommunities

HASPENWOODCultivatingCommunities

92 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
HASPENWOOD
Cultivating Communities Haspengouw is een design-onderzoek dat streeft naar het opzetten van een duurzaam productiesysteem gebaseerd op lokale grondstoffen en kennis uit Haspengouw. Via een reeks workshops en experimenten werd het ecosysteem van actoren, artefacten en settingen -gerelateerd aan fruitproductie in Haspengouw-in kaart gebracht. Dit proces bracht verschillende uitdagingen en opportuniteiten aan het licht. Elk jaar worden er in de regio Haspengouw 800.000 appelbomen gerooid. Deze materiaalstroom wordt momenteel als afval verwerkt door het te versnipperen of verbranden. Naast het appelhout komt er jaarlijks ook een grote stroom fruit vrij die momenteel haast niet gevaloriseerd wordt. Fruit van hoogstamboomgaarden blijft bijvoorbeeld te vaak liggen en ook rebusfruit wordt aan bodemprijzen verkocht. Het ontwerpen van een duurzame oplossing voor deze case studie vereist de expertise van diverse lokale actoren, zoals de fruitboeren, wijnbouwers, wetenschappers, milieuorganisaties, sociale tewerkstellings-organisaties, ontwerpers, ... .
Om de samenwerking tussen actoren met diverse achtergrond te faciliteren ontwikkelde Social Spaces de Make-&-Tell toolkit. Een ontwerpinstrument om de betrokken actoren te ondersteunen in het expliciet maken van; (1) hun persoonlijke perspectief ten opzichte van de fruitindustrie in Haspengouw, (2) de rol die ze willen opnemen binnen een toekomstscenario van een productiesysteem voor Haspengouw en (3) hoe ze zich verhouden ten opzichte van andere actoren, artefacten en settingen. Via deze participatieve ontwerpmethode werd een blauwdruk ontwikkeld voor een productiesysteem gebaseerd op fruitbomen uit Haspengouw. Een staalkaart van de mogelijke toepassingen en karakteristieken van appelhout en verschillende prototypes gebaseerd op materialen uit de regio Haspengouw zoals een smaakfilter, een fruitwijn en herbruikbare verpakking.In de volgende fase van het onderzoek zal een piloot project opgestart worden van een productiesysteem en business-model gebaseerd op appelhout en op maat van de regio Haspengouw.
lokale grondstoffen
duurzaam productieproces

93 III.2 MOOIE PROJECTEN
Mrt.
Jul.
Okt.
Dec. - Mrt.
Start Project Workshop C-mine
Workshop UHasselt
Workshop Borgloon Stroopfabriek
Tentoonstelling Conflict & Design
TIJDSLIJN
start project CiCi ‘de tafel van Haspengouw’
indien subsidiedossier CiCi
2015
2014
2013
2012
2011

94 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
PROCES
3. PROTOTYPESsmaakfilter, fruitwijn, herbruikbare verpakking
1. BLAUWDRUK productiesysteem
1. 800 000 APPELBOMEN / JAARwaar niets mee gebeurd
2. REBUSFRUIT
1. SOCIALE WIN-WINlokaal produceren, lokaal consumeren
2. CULTIVATING COMMUNITIES
AAN
LEID
ING
AA
NPA
K RE
SULT
ATEN
DUU
RZAA
M P
RODU
CTIE
SYST
EEM
2. STAALKAARTmogelijke toepassingen en karakteristieken van appelhout
Prob
leem
-st
ellin
g
Vraa
g-st
ellin
g
Veld
-w
erk
Wor
k-sh
opLa
b-w
erk
Wor
k-sh
op

95 III.2 MOOIE PROJECTEN
A. Social Spaces, MAD-faculty (onderzoekstraject)B. Haspenwood (initatiefnemer)C. UHasselt (smaaklabo)D. De Wroeter (verdelen ijswijn)
Met steun van LRM, in kader van doctoraatsproject
TOEKOMST
Systeem-kaartSystemmap
StroopfabriekCoöperatie
GRONDSTOFFENa. Hoogstam boomgaardb. Particuliere boomgaardc. Laagstam boomgaard
PRODUCTIE/DISTRIBUTIEd. Sapmobiele. Smaaklabof. Stoomstroopfabriekg. Fruitveilingh. Streekproductenwinkel
VERKOOPi. Horecaj. Supermarkt
RESOURCESa. High stem orchardb. Private orchardc. Low stem orchard
PRODUCTIE/DISTRIBUTIEd. Juice mobilee. Taste labf. Syrup factoryg. Fruit Auction h. Regional product shop
VERKOOPi. Local restaurantsj. Supermarkets
ACTOREN PROJECT
Een interdisciplinair team van wijntelers, lokale sociale organisaties, wetenschappers en ontwerpers ontwikkelde samen het toekomstscenario ‘de stroopfabriek coöperatie’, een blauwdruk voor een lokaal ecosysteem gebaseerd op de lokale grondstoffen en kennis uit de regio Haspengouw.

Arck

MAAK HET DORP!Arck

98 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
betrekken bewoners
MAAK HET DORP!
In het dorp Hoepertingen gingen we op zoek naar een manier om bewoners te betrekken in het ruimtelijk beheer van hun dorp. Het spel vertrok van zowel een lokale als regionale dynamiek. Zo werd er vanuit de vzw Stebo een studie gemaakt in kader van de opmaak van een gemeentelijk woonbeleidsplan. De Vlaamse Landmaatschappij bereidde een ruilverkaveling voor met o/a plannen voor een toeristische fietsontsluiting en inrichting van hoogstamboomgaarden. De vzw Kasteel Mariagaarde, trok verschillende projecten om de verbinding tussen het kasteel en dorp te versterken. Hiernaast zijn er de ambities van de gemeente om Hoepertingen uit te breiden als woondorp, en raken vergeten of in onbruik geraakte karakteristieke landschapselementen en verborgen binnengebieden onder druk. Na een eerste fase van veldwerk en interviews werden vanuit al deze initiatieven en ambities enkele stellingen geformuleerd over het dorp en werd alles samengebracht in een spelopzet.
Het spel kent de spelers zelf de rol van ontwerper toe, door de complexiteit van veranderingsprocessen op te breken in kleinere en meer handelbare opdrachten. Die opdrachten worden vervolgens gecombineerd met concrete locaties, waartussen de deelnemers een route zoeken. We wandelden in de zomer van 2013 met verschillende teams van bewoners, maar ook met actoren uit regionale organisaties en lokale ambtenaren. Tussen de verschillende wandelingen werden zowel het speelvlak, de plekken en routes, als de opdrachten aangepast naar nieuwe thema’s die aan bod kwamen tijdens de wandelingen.
We visualiseerden de verschillende voorstellen in collages om de teams te confronteren met de diverse mogelijkheden. Alle voorstellen, ideeën en meningen werden tenslotte samengebracht in een afsluitend debat. Op dat moment kwamen de beleidsmakers er bij. Vanuit dit spelopzet werd er niet gewerkt naar een gericht eindresultaat, wel werden thema’s en uitdagingen verkend, die aanleiding geven tot het opzetten van concrete initiatieven.
spel / wandeling

99 III.2 MOOIE PROJECTEN
TIJDSLIJN
2015
2014
2013
2012
2011
Mrt.Apr.Mei.
Aug. - Jan.
Jul. - Aug.
Okt.
Feb.
Mei
Voorbereiding veldwerkVeldwerk
Ontwerp spelbord
In kaart brengen dynamiek Haspengouw
Spelen/Wandelen
Spelfinale
Terug naar de straat: Cross-over studio
Terug naar de straat: Terugkoppelen bewoners

100 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
PROCES
AAN
LEID
ING
AA
NPA
K RE
SULT
ATEN
BETR
OKK
ENH
EID
EN
DEB
AT
1. HASPENGOUWSE VERANDERTtypische kerkdorpenopen omliggend landschap
2. HOE BEWONERS BETREKKEN BIJ RUIMTELIJKE ONTWIKKELING VAN HUN DORP?
1. SPELBORDin kaart brengen verschillende veranderingen,agenda’s en verwachtingen
2. WANDELEN inzicht in veranderingen + formuleren voorstellen
3. SPELFINALEcollage en debat
1. INZICHT IN WAT ER NU SPEELT IN HET DORP:(zoals een andere rol voor publieke of gedeelde plekken, een veranderende benadering van het centrum tegenover het open omliggende landschap, beheer en eigendom, ... .)
2. WAAR HET DORP NAAR TOE WIL EN GAAT met nieuwe samenwerkingsverbanden, kleine acties, andere projecten
4. TERUG NAAR DE STRAATsamen met bewoners ‘resultaten’ van het spel zichtbaar in de straat, niet in een plan

101 III.2 MOOIE PROJECTEN
TOEKOMST
ACTOREN PROJECT
met financiering van LEADER, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling
A. Bewoners (spelers, interviews)B. Lokale Verenigingen (lokale kennis)C. Kasteel Mariagaarde (co-creatie spel, ondersteuning)D. VLM (co-creatie spel)E. Stebo (co-creatie spel)F. Regio-actoren (spelers)G. Stad Borgloon (finale (jury)publiek)
Dit is het winnende voorstel waar in het omliggende, open en typische landschap terug ruimte gegeven wordt aan ontmoeten en spel.

Kind &Samenleving

GUIGOVEN SPEELTKind &
Samenleving

104 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
woonuitbreiding
begeleidings- inspraaktraject
speelweefsel
GUIGOVEN SPEELT
In de kern van het dorp Guigoven vind je een uitgestrekt en verruigd binnengebied. Het is een informele, maar favoriete speelplek. Eerstdaags starten hier wegeniswerken voor een nieuwe sociale woonwijk die nagenoeg het volledige binnen-gebied zal invullen. De nieuwe woningen brengen nieuwe jonge gezinnen met kinderen, maar tegelijk valt ook een groot deel van de bestaande speelruimte weg.
Begin 2013 lanceerde de vzw Kind & Samenleving een pro-jectoproep, vijf gemeenten kwamen in aanmerking voor een begeleidings- en inspraaktraject om het speelweefsel in een landelijke woonkern te onderzoeken en uit te werken. Een speelweefsel is een samenhangend geheel van alle plekken die betekenis hebben voor kinderen en jongeren als verblijfs- of als passageplek.
Onder begeleiding van Kind&Samenleving kreeg de gemeen-te Kortessem een genuanceerd beeld van het ruimtegebruik, de beleving en de betekenis die kinderen en jongeren er aan geven in het dorp Guigoven. Op een speelse en creatieve manier (her)ontdekten de kinderen bijzondere en span-nende plekken in het dorp, en formuleerden ze hun noden en wensen. Ideeën die naar boven kwamen waren bv. een speelboomgaard, een zelf te sjorren ontmoetingsplek, een avontuurlijke groene speelplek met klimbomen en holle struiken, een speelse moeraszone,… . De lokale chiro blijkt een belangrijke trekker en is bereid om zelf de handen uit de mouwen te. Tot slot blijken er veel informele speelplek-ken te zijn in het dorp, waar het niet altijd duidelijk is of je er wel mag spelen. Dit werd allemaal samengevoegd in een speelweefsel synthese kaart en een actieplan dat inspeelt en aanhaakt op andere projecten, zoals de herlocatie van het chiroheem en een (boog)schietbaan.
Door de integrale en participatieve benadering kunnen de speelweefsel-oplossingen een belangrijke maatschappelijk gedragen en ruimtelijke schakel worden tussen verschillen-de lopende projecten.

105 III.2 MOOIE PROJECTEN
TIJDSLIJN
2015
2014
2013
2012
2011
Jan.Mrt.
Apr. - Okt.
Sept.Nov.Dec.
Projectoproep Kind&SamenlevingEerste ooverleg
Inspraak met jeugd
Synthese in speelweefselkaartBeleidseminarie: maken van actieplan
Uitvoering acties
Meiplan volksboomgaard
Jul.engamement peterschap volksboomgaard

a.
b.c.
1. OPROEP KIND & SAMENLEVING
1. IN KAART BRENGEN SPEEL- EN DORPSBELEVING
1. SPEELWEEFSELcommunicatie: waar mag gespeeld worden
2. WOONUITBREIDING OP BESTAANDE SPEEL-RUIMTE
3. INRICHTING OPEN-BAAR DOMEIN
ruimtelijke screening publieke ruimtenetwerk inspraakrondes:a. waar-is-wally fotokwisb. foto-opdrachten: bestaande kwaliteitenc. collageopdracht: noden en wensen
2. (SPEEL)WEEFSELKAART 3. ZOEKEN NAAR OPLOSSINGEN
diversiteit aan speelkanseneigenaarsschap naar landschap: volksboomgaardavontuurlijke speelplekop straat spelen
2. ACTIEPLAN = lijst van dingen waarvan de gemeente zegt dat ze die gaan doen
106 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
PROCES
AAN
LEID
ING
AA
NPA
K RE
SULT
ATEN
SPEE
LWEE
FSEL

107 III.2 MOOIE PROJECTEN
TOEKOMST
A. Gemeente Kortessem B. Kind&Samenleving C. ChiroD. JeugdraadE. Kinderen & Jongeren
(ondersteuning)(ondersteuning participatie)(steekt handen uit de mouwen)(kenners)(kenners)
ACTOREN PROJECT
met financiering van de Vlaamse Overheid
Eén van de resultaten of ideeën uit het inspraaktraject haakt aan en wordt verder uitgewerkt in interactie met andere projecten: zo wordt er een volksboomgaard als speelzone ingericht achter de kerk waar verschillende organisaties de verantwoordelijkheid nemen voor het beheer inspelend op hun noden en wensen, zoals een park-barbeque, petanquebaan en schietstand.

Centraal Kerkbestuur
Kortessem

ONDERZOEKKERKENPLANKORTESSEM
Centraal Kerkbestuur
Kortessem

110 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
toekomstvisie
onderzoek
ONDERZOEK KERKENPLAN KORTESSEM
Door de nota van minister Bourgeois over de toekomst van de Vlaamse parochiekerken (2011) komt de voorzitter van het centraal kerkbestuur (CKB) van Kortessem in actie. Bourgeois vraagt aan elk centraal kerkbestuur om een toekomstvisie te ontwikkelen. De voorzitter van het Kortessemse CKB neemt die vraag ter harte en roept de hulp in van Roel De Ridder en Sylvain de Bleeckere (ArcK, UHasselt). Het onderzoek vanuit ArcK vindt plaats tussen december 2013 en juli 2014.
Het onderzoek vertrekt telkens vanuit de lokale confrontatie van (1) de performance van het kerkgebouw (het effect ervan op de lokale gemeenschap), (2) het -eventueel impliciete of potentiële- draagvlak waarover de gebouwen beschikken, en (3) concrete lokale noden en vragen om ruimte van lokale verenigingen of organisaties. Het onderzoek zweert kerkgebruik niet af, maar zoekt integendeel naar een versterking ervan op schaal van het dorp in kwestie.Het traject biedt omwonenden diverse inspraak-mogelijkheden. Een stuurgroep met daarin afgevaardigden van het CKB, de kerkraden, het pastoraal team, het bisdom en de gemeente stemt het onderzoek af op de eigenheid van de zes kerkdorpen.
Naast interviews en gesprekken met lokale actoren vinden er zes dorpsvergaderingen plaats. De resultaten worden verwerkt in functie van (architecturale) voorstellen voor de kerken. In een forumsetting (verenigingen stellen hun werking voor in de kerken, amateurkunstenaars presenteren hun productie,…) reageren diverse passanten op de voorstellen. Het gaat niet om definitieve plannen; de voorstellen zijn instrumenten in het onderzoek naar het lokale draagvlak en de mogelijkheden die de kerken bieden voor de dorpen. De forumsetting is tegelijkertijd een opportuniteit om te experimenteren met tijdelijk gebruik. Doorheen het traject trachten de onderzoekers bij te dragen aan een gedeeld eigenaarschap van de gebouwen. Na het kerkenforum volgt een kerkkrant (verdeeld over heel Kortessem) en een Staten-Generaal in het cultureel centrum. Het onderzoek resulteert in een rapport.

111 III.2 MOOIE PROJECTEN
TIJDSLIJN
2015
2014
2013
2012
2011
Dec.
Feb. - Mrt.Apr.
Eind Jul.
Start
DorpsvergaderingenOnderzoeksactie
Afronden rapport

AAN
LEID
ING
AA
NPA
K RE
SULT
ATEN
HET
KER
KGEB
OU
W A
LS
PUBL
IEKE
RU
IMTE
112 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
PROCES
6.
4.
1. OPROEP TOT VISIEVORMING GEERT BOURGEOIS
1. STUURGROEP2. DESKONDERZOEK3. INTERVIEWS4. STUDIETRIP5. DORPSVERGADERING6. ONTWERPEND ONDERZOEK7. PRESENTATIE IN 6 KERKEN
2. OVERLEG MET ARCK 3. OVERLEG GEMEENTE KORTESSEM
3.
2.
7.
5.
1. RAPPORT 2. OPEN
(...

113 III.2 MOOIE PROJECTEN
TOEKOMST
BETROKKEN ACTOREN
Het kerkgebouw is nog steeds een ruimtelijk baken in het dorp, als herkenningspunt, als vast onderdeel van het ‘dorpszicht’. Het kerkgebouw kan ook een publiek baken zijn in het dorp, als hefboom in het weefsel, als vrijplaats voor een vorm van engagement. Wat betekent het kerkgebouw dan voor deze lokale gemeenschap: voor gelovigen, niet-gelovigen, voor twijfelaars, … ? Wie beroert het, wie beheert het, tot wie behoort het, wat gebeurt er, …?
A. Bewoners B. Kerkfabrieken
C. Pastoraal Federatieteam
D. Organisaties, verenigingen E. Arck, Universiteit Hasselt
(maken de gemeenschap)(ondersteunen, openstellen kerkgebouwen)(pastorale en maatschappelijke noden)(betrekken vrijwilligers)(coördinatie, onderzoek)
met financiering van de gemeente Kortessem

Stebo

115 III.2 MOOIE PROJECTEN
SCENARIO’S VOORHERBESTEMMINGRELIGIEUS ERFGOEDStebo

116 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
religieuze sites
originele bestemming
inspireren en aanreiken
SCENARIO’S VOOR HERBESTEMMING
Religieuze erfgoedsites zijn vaak bakens in het ruimtelijke of sociale dorps- of stadsnetwerk. Bisdommen, kerkbesturen en gemeentelijke overheden staan echter voor de moeilijke opgave deze gebouwen te onderhouden. Het is dan ook niet vreemd dat een rondvraag van Stebo onder gemeente besturen naar potentieel te herbestemmen sites, verschillende kerken aanduidt. De Faculteit Architectuur en Kunst van de Universiteit Hasselt gaat samen met Stebo de uitdaging aan om sterke herbestemmingsscenario’s te ontwikkelen via een ontwerpoefening. Studenten gaan op zoek naar een evenwicht tussen mogelijke (neven-)functies en de bewaarde eredienst.
De vraag is of het meer openstellen van de kerken hun originele functie niet net beter kan bewaren. We mogen ons niet enkel concentreren op voor de hand liggende aspecten zoals voorschriften vanuit de erfgoedsector en economische motieven. Het sociale en ruimtelijke veranderingsproces van kleine dorpen kan hier het vertrekpunt zijn. In de ontwerpstudio starten we een denkoefening waarbij ruimtelijke en spirituele kwaliteiten van de gebouwen het uitgangspunt vormen. De context of omgeving kan doorslaggevende invalshoeken aangeven. Verder hebben omwonenden ook bijzondere herinneringen aan kerken omdat ze geassocieerd worden met belangrijke momenten in het leven. Hieruit kan een engagement ontstaan ten voordele van de te onderhouden site. Een verlies op ruimtelijk en sociaal vlak kan omgezet worden in een kans: een gebouw dat vraagt om nieuwe gebruikers kan aansluiting vinden bij functies die op zoek zijn naar een site.
Via een toon- en publieksmoment willen we deze zoektocht naar herbestemmingsprogramma’s onder de aandacht brengen. En starten zo een mogelijk proces ter determinering en visualisatie van deze opportuniteiten. Vervolgens wordt afgestemd welke suggesties aan wereldlijke en kerkelijke beleidsmakers kunnen worden doorgegeven voor toekomstige instrumenten en regelgeving. Het proces, visualisaties en suggesties worden gebundeld in een digitale brochure.

117 III.2 MOOIE PROJECTEN
TIJDSLIJN
2015
2014
2013
2012
2011
Dec.
Jul.
Okt.
Feb. - Mei
Eind Mei. 26 Juni
Verkennend gesprek Arck en Stebo
Projectsubsidie PCCE goedgekeurd
Eerste samenkomst stuurgroep
Uitwerking programma en ontwerp
Jury ontwerpoefeningPublieksmoment
20 Nov. Voorstelling brochure

118 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
PROCES
AAN
LEID
ING
AA
NPA
K RE
SULT
ATEN
SCEN
ARIO
’S V
OO
R HE
RBES
TEM
MIN
G
2. PROJECTSTUURGROEP
1. GEMEENTEBEVRAGING
2. NOOD AAN CONTEXTbelang van concrete cases bij ontwerpoefening herbestemming
1. ONTKERKELIJKINGzoektoch naar duurzame, flexible, hybride programma’s
2. TOON- EN/OF PUBLIEKSMOMENTGekoppeld aan interessante lezingen, waarop diverse betrokken stakeholders worden uitgenodigd
3. KEUZE CASES
1. PROGRAMMA’Sdoor studenten
economyheritage
userssurroundings
4. ONTWERPEND ONDERZOEK
3. PUBLICATIE

119 III.2 MOOIE PROJECTEN
TOEKOMST
A. zolad+ (expert)B. centrum voor religieuze (expert)kunst en cultuur C. erfgoed haspengouw (expert)D. bisdom hasselt (expert, vertegenwoordiging gebruikers)E. kerkbestuur (beheerder)F. bewoners (gebruikers, maken de gemeenschap)G. gemeente /ocmw (eigenaar)H. Universiteit Hasselt (ontwerpend onderzoek)I. STEBO (procebegeleiding, coördinatie project)
Met financiering van Provincie Limburg, PCCE
BETROKKEN ACTOREN

JeugddienstRiemst

RIEMST VOOR IEDEREENJeugddienst
Riemst

122 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
luisteren en kijken
publieke plekken
RIEMST VOOR IEDEREEN
Met ‘Ruimte voor Iedereen’ wil het gemeentebestuur van Riemst het dorp bekijken en beleven vanuit de mensen zelf. Zoveel mogelijk bewoners met een variërend referentiekader (kinderen en jongeren, volwassenen, senioren, toeristen, …) worden betrokken bij een inspraakproces dat leidt naar een specifieke dorpsvisie. Dit proces leert de gemeente wat de belangrijkste plekken zijn in het dorp en waar de pijnpunten liggen. Al deze vergaarde kennis moet het gemeentebestuur helpen om in de toekomst juiste en gedragen prioriteiten te stellen voor dat bepaald dorp en om problemen beter en integraal aan te pakken. Dit vergt ook een inspanning van de interne gemeentelijke diensten om beter samen te werken.
Op twee concrete plekken in de dorpjes Millen en Genoelselderen, zal de publieke ruimte anders worden ingericht. Om te komen tot kwalitatieve ontmoetingsplekken die een heel dorp kunnen verbinden. Als samenleving, maar ook ruimtelijk, als ‘knoop’ in een weefsel van trage wegen of veilige speelplekken.
Op basis van het inspraakproces zal de gemeente kiezen waar en wat er zal gebeuren. Het is niet ongewoon om bij het inrichten van een openbare ruimte de buurt te betrekken. Vanuit dit idee en het feit dat ‘bruikbare’ openbare ruimte op het platteland schaars is, wil men in Riemst nog een stap verder gaan door alle potentiële gebruikers van deze plekken te betrekken. Samen met al deze groepen bepalen ze een visie, stellen een concrete aanbesteding op en zoeken hierna en bij de uitvoering hoe alle mogelijke gebruikers blijvend betrokken kunnen worden bij de inrichting en het beheer van deze plekken.

123 III.2 MOOIE PROJECTEN
TIJDSLIJN
2015
2014
2013
2012
2011
Okt.
Feb.
Mrt. - Apr.
Mei. - Jul.
Sept. - Okt.
Nov.
Afspraak met Kind & Samenleving
Ontwerpproces
Participatiemomenten
Bespreking resultaten
Voorstelling
Keuze
Uitvoering

F
124 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
PROCES
AAN
LEID
ING
AA
NPA
K
1. GEBREK AAN KWA-LITATIEVE PUBLIEKE RUIMTE
2. VEILIGHEID: VERBLIJVEN EN BEWEGEN
3. DORPSWEEFSEL: STERKTEN EN KANSEN
1. DOELGROEPGERICHT
a.foto’s van vroeger en nub. verhalenc. wandelen
2. SOCIO-CULTURELE VERENIGINGEN
muziekvereniging, parochiale werkgroep, jeugdbeweging, …
3. ERFGOED
1. VISIEDOCUMENT VOOR MILLEN EN GENOELSELDEREN
2. EEN PLAN 3. REALISATIE
waterburcht Millen wijnkasteel Genoelselderen
RESU
LTAT
EN
VERB
INDE
N O
NTM
OET
ING
S-RU
IMTE
S

125 III.2 MOOIE PROJECTEN
3. REALISATIE
TOEKOMST
VERB
INDE
N O
NTM
OET
ING
S-RU
IMTE
S
15u00
16u30
20u30
10u00: markt22u00: feest
Open en (semi)publieke ruimte wordt toegeeigend en ge-bruikt door diverse groepen op diverse tijdstippen.
ACTOREN PROJECT
A. Bewoners B. Middenstanders en landbouwers C. Rusthuis D. School E. Rimo F. Stebo G. Millerse Gazet H. Gemeentelijke diensten I. Zolad +
(schetsen van de dorpssituatie)(schetsen van de dorpssituatie)
(favoriete wandelroutes)(schetsen favoriete plekken, behoeften)(begeleiden van participatieproces) (inventarisatie, opmaak visiedocument)(communicatie)(uitvoering)(erfgoed een rol laten spelen)
met financiering van LEADER

De Wroeter

PUUR LIMBURGDe Wroeter

128 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
lokale producten
open samenwerking
stroopsite
PUUR LIMBURG
Puur Limburg is een overkoepelend merk voor producten van Limburgse bodem. Maar wat zijn nu precies ‘Limburgse producten’? Het gaat om producten die een duidelijke relatie met Limburg hebben, via ingrediënten die uit de provincie komen, doordat de productie ervan plaatsvindt in Limburg of omdat het product verweven is met tradities uit de regio. Het gaat om houdbare en verse producten, producten voor dagelijks gebruik en cadeauproducten. Kortom, Puur Limburg bundelt al het goede van de regio.
Sleutelwoorden voor Puur Limburg zijn kennis en transparantie. Puur Limburg ondersteunt de producent, verzorgt de communicatie met de klant en overbrugt zo de kloof tussen boer en consument. Het merk zorgt voor een goed uitgebouwde logistiek, zodat Limburgse producten gemakkelijk verkrijgbaar zijn voor de consument. Puur Limburg houdt sterk aan openheid en authenticiteit. Dat gebeurt door de mens of het bedrijf achter een product te tonen, met zijn persoonlijke verhalen, drijfveren, idealen en passies, op verpakkingen, of via reclamecampagnes.
Verder richt de Wroeter de leegstaande garages in het niet-geklasseerde deel van de stroopsite van Borgloon in als depot en frigoruimte voor bewaarbare en verse producten. Dit betekent ook dat er meer werkgelegenheid voor sociale economie op de stroopsite ondergebracht wordt. Bijkomend zal er ook ingezet worden op een productie- en werkruimte waar afwerking en verpakking van de producten kan plaatsvinden.
Op die manier wordt dit leegstaande patrimonium functioneel hergebruikt. Dit initiatief moet doelbewust leiden tot een verdere exploitatie en uitbouw van de stroopsite en handhaving van de stroopstokerij.

129 III.2 MOOIE PROJECTEN
TIJDSLIJN
2015
2014
2013
2012
2011
Jan.Feb.
Najaar
Medio zomer
Start ProjectOntruiming gebouwen
Productieruimte
Tewerkstelling op de site

130 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
PROCESPROCES
1. HOOGSTAM + 2. SOCIALE ECONOMIE / ARBEID
3. STROOPSITE 4. VERGROTEN MAATSCHAPPELIJK DRAAGVLAK STREEKPRODUCTEN
1. ONTRUIMING GEBOUWEN / VER-BOUWINGSWERKEN
2. PRODUCENTEN-BIJEENKOMSTEN
3 OVERLEG > SAMENWERKINGS-MODELLEN
a. PRODUCTIERUIMTE: VERPAKKING, PRODUCTIE IJSWIJNb. VOORTZETTING STROOPSTOKERIJc. LOUNGE: EVENEMENTEN, WERKINGd. STREEKPRODUCTENWINKEL
1. OP DE SITE 3. COOPERATIE PRODUCENTEN
2. TEWERKSTEL-LING VOLLE PLOEG
a. b.
c. d.
AAN
LEID
ING
AA
NPA
K RE
SULT
ATEN
VERZ
ELFS
TAN
DIG
EN
PUU
R LI
MBU
RG

131 III.2 MOOIE PROJECTEN
4. VERGROTEN MAATSCHAPPELIJK DRAAGVLAK STREEKPRODUCTEN
a. PRODUCTIERUIMTE: VERPAKKING, PRODUCTIE IJSWIJNb. VOORTZETTING STROOPSTOKERIJc. LOUNGE: EVENEMENTEN, WERKINGd. STREEKPRODUCTENWINKEL
TOEKOMST
ACTOREN PROJECT
De renovatie van dit stukje stroopsite, moet een hefboom zijn en zuurstof geven voor de renovatie van de rest van de site.
A. Producenten
B. Eindgebruiker: u en ik C. Winkels D. Kasteel Mariagaarde E. Loonse bevolking
F. AGB Borgloon G. Jeugdhuis Bieke H. Toerisme Borgloon I. Professor Houben J. Universiteit Hasselt
K. Provincie Limburg
(lokale ondernemer, verwerken lokale producten)(houden bestaan streekpoducten,producenten mogelijk)(verbinding stad en platteland)(partner in streekproductenwinkel)(aandacht voor Hartenboer-model en lokale producten)(toekomst en exploitatie site)(lounge, evenementen)(rondleidingen site, streekwinkel)(productie ijswijn)(samenwerkingsmodellen voor Puur Limburg)(ondersteunen en stimuleren lokaal ondernemerschap)
met financiering van LEADER

ZOLAD+

HET FORT VANJONKHOLTZOLAD+

134 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
boek en lesmap
mythes
ontsluiting
HET FORT VAN JONKHOLT
De intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst Zolad+ kreeg van de stad Bilzen een toelage om een historisch-archeologische studie over de ruïne van Jonkholt uit te voeren en een lesmap voor het basisonderwijs over de vijf Bilzerse kastelen te realiseren. Het fort van Jonkholt was destijds een leengoed van het graafschap Loon. Dankzij archeologisch onderzoek is het grondplan van dit postmiddeleeuws fort nog steeds te bewonderen.
Het fort van Jonkholt had een uniek dubbel grachtensysteem uit de periode van de eerste vuurwapens. De mergelstenen fundamenten van de muren en de vier robuuste hoektorens kwamen haast onbeschadigd uit de moerassige bodem. De ruïne ligt verscholen in de Hoelbeekse bossen en beemden. Heel weinig mensen kennen het verhaal achter deze historische site. Omdat het belangrijk is dat de inwoners van deze streek de geschiedenis van hun woonplaats meekrijgen, werd het boek ‘Loonse ridders of Spaanse soldaten?’ uitgewerkt. Mensen komen zo vaak voorbij de ruïne, maar weten er veel te weinig over. Met het boek voor een eerder volwassen publiek en de lesmap voor de toekomstige generatie wil Zolad+ daar absoluut verandering in brengen.
Met deze initiatieven wordt er gewerkt aan een nieuwe verhaal voor Jonkholt. Door de site te ontsluiten, letterlijk en fysiek, maar ook in de hoofden: als verhaal, als mythe, als misterie, als iets van het dorp ..., kan deze site een bijzondere plaats innemenen.

135 III.2 MOOIE PROJECTEN
TIJDSLIJN
2015
2014
2013
2012
2011Sept.Voorstel dieptestudie
Goedkeuring aanpak en financiële middelen
Historisch onderzoek : herinterpretatie archeologische dataRedactie van het boek
Publicatie van het boekRedactie en uitgave lesmap
Ontsluiting

C
136 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
PROCES
AAN
LEID
ING
AA
NPA
K RE
SULT
ATEN
1. ARCHEOLOGISCHE SITE “JONKHOLT” KENNIS OPBOUWEN
2. ‘VERBORGEN MOOIS’ SITE OPENSTELLEN
1. VOORSTUDIEinventarisatie bronnen, data verzameling + lokale (indianen) verhalen
2. DIEPTESTUDIE +DISCUSSIE databronnenstudie, analyse van data: historische <> archeolo-gische
3. PUBLICATIE
1. LESPAKKET VOOR 2DE GRAAD ASO
2. PUBLICA-TIE: ‘LOONSE RIDDERS OF SPAANSE SOLDATEN?’
3. VERBORGEN-MOOIS-WANDE-LING
4. ONTSLUITING SITE EE
N N
IEU
W V
ERHA
AL V
OO
R JO
NKH
OLT

137 III.2 MOOIE PROJECTEN
TOEKOMST
ACTOREN PROJECT
Het Fort van Jonkholt wordt verbonden met het weefsel van het dorp, en verbonden in het landschap, in een weefsel van fiets- en wandelwegen.
A. Regionaal Landschap (inrichting en beheer wandeling)B. vzw Toerisme Limburg (verkoop wandeling)C. lokale jeugd en Bilzerse (doelgroep lesmap) scholen D. Erfgoedcel Haspengouw (ondersteuning lesmap)
met financiering van LEADER en de gemeente BILZEN

KasteelMariagaarde

SSSS(STILTE)!HASPENGOUWSPREEKTKasteel
Mariagaarde

140 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
SSSS(STILTE)! HASPENGOUW SPREEKT
Kasteel Mariagaarde Hoepertingen (KMH) herontdekt zichzelf als een unieke stilteplek. De traditie van adel, onderwijs en bezinning (en parochiaal werk) wordt vandaag vertaald in een centrum dat vooral verbindingen wil leggen. De fysieke verbinding met dorpsbewoners, met de stad Borgloon en met de hele regio van Haspengouw geeft een belangrijke impuls aan bewoners, bezoekers en organisaties om de meerwaarde te ontdekken van alle streekeigen troeven. Die troeven worden in het project voluit uitgespeeld. Naast de fysieke verbinding (sociaal) is ook de verbinding met stilte als metafoor (en spirituele/metafysische taal) een nieuwe impuls.
Erfgoed (kasteel), natuur (park, tuin en moestuin), economie (streekproducten en verblijfscentrum), kunst en spiritualiteit (beeldende kunst, workshops, bezinning en stiltedagen) zijn het format waarmee KMH zich met dit nieuwe project duidelijk wil profileren.
Het organiseren van een musical mobiliseert bewoners van de hele regio in een evenement dat de geschiedenis van het graafschap met de actualiteit verbindt. De installatie van een kunstproject met Frederic Geurts op basis van een socratische dialoog over de waardering van de eigen regio en de stilte als taal, is een ander herkenbaar resultaat van
‘Haspengouw spreekt’.
Alle troeven en elementen van dit bijzondere format worden samengebracht in een uitzonderlijk feest. Daarin staat ontmoeting centraal. Het dorp, de stad, de regio zijn levende gemeenschappen niet het minst op het platte land van Haspengouw waarin de antipool van de verstedelijking in de meerwaarde van erfgoed, gemeenschapszin en gezond levensgenieten andere ‘waarden’ promoot. Stilte, rust – verlangzaming en verstilling- hebben de ambitie de vermenselijking van de samenleving op een duurzame wijze te herstellen.Die ambitie is tevens een overtuiging.
verbinding
format
musical
stilte

141 III.2 MOOIE PROJECTEN
TIJDSLIJN
2015
2014
2013
2012
2011
Okt.
Dec.
Jan.
Mrt. - Apr.Mei. Jun.
Sept. - Mrt.
Jan.
Apr. - Mei. 31 Mei.
Aanzet Project vanuit finale ‘Maak het Dorp’
overleg gemeentelijke partners
Afspraken Music Factory / Frederic Geurts
Scenario Musical / Conceptuitwerking kunstwerksocratische gesprekken
Auditie Musical / Conceptbespreking kunstwerd
Repetitie Musical / uitvoering kunstwerk
Start promotie / uitvoering kunstwerk
Voorstellingen MusicalSlothappening / inauguratie kunstwerk

142 MOOISTE DORPEN VAN HASPENGOUW
PROCES
AAN
LEID
ING
AA
NPA
K RE
SULT
ATEN
1. DIALOOGverschillende werkvormen:
2. KUNSTals taal, format, evocatie, meta-fysische da-Stellung
1. EVENEMENT: musical
2. KUNSTWERK
1. TROEF VAN DE PLEK: STILTE
3. KASTEEL ALS UITVALSBASIS VOOR STREEKVERKENNING (en zelfreflectie over streek)
3. FEEST (dorp - stad - Zuid Limburg Regio - ...)
aantal ‘socratische gesprekken met deel-groepen musical als ‘dialogaal’ format
VERH
OG
EN V
AN B
ETRO
KKEN
HEID
2. DORPSBEWONERS <> KASTEEL – bij uitbreiding stad Borgloon en deelge-meentes

143 III.2 MOOIE PROJECTEN
TOEKOMST
BETROKKEN ACTOREN
A. dorpsbewonersB. buurten, wijken en individuenC. verenigingen (van sport tot cultuur)D. kunstenaar E. bestuur van stad BorgloonF. betrokken Leaderpartners
foto: Kristof Vranken
(deelnemers)(gesprekspartners)
(vorm geven/maken)(ondersteuning)(ondersteuning)
met financiering van LEADER


IV.CALL FOR PROJECTS

146 CALL FOR PROJECTS

147 IV CALL FOR PROJECTS
TOEKOMST
Het label is een noemer voor activiteiten om een lerend netwerk uit te bouwen in en voor Haspengouw. Vanuit de onderzoekgsgroep Arck (Faculteit Architectuur en Kunst, Universiteit Hasselt) willen we volgende initiatieven nemen: een projectendebat, zoals we organiseerden in febuari 2014, zullen we opnieuw vormgeven in februari 2016. Het project ‘Ruimte voor Riemst’ werd erkend als de ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ trekker, in het voorjaar van 2015 werken we samen met de gemeente Riemst en vzw Stebo aan een project waarin we samen met bewoners de handen uit te mouwen steken en experimenteren met ‘uitvoeringspartici-patie’. Wordt vervolgd.
Hiernaast gaan we in de toekomst met studenten in ‘live project’ aan de slag. Enkele live project zullen doorgaan in Haspengouw. Hieronder lees je meer in de oproep naar voor-stellen.
CALL FOR PROJECTS
Dit is een oproep voor concrete, te realiseren projecten in Haspengouw en kadert binnen het opstarten van ‘live projects’ in de opleiding architectuur van de Universit-eit Hasselt.
BOUWEN AAN GEDEELDE RUIMTE
In september 2015 gaan we samen met studenten en lokale betrokkenen aan de slag in één Haspengouws dorp. We willen een concrete plek vormgeven en letterlijk bouwen aan een gedeelde ruimte waar plaats is voor gezamenlijk initiatief, voor actie, voor ontmoeten, zorg en spel, … . Op deze plek kunnen de grenzen tussen privé en publiek vervagen, maar ook tussen eigendom, beheer en gebruik (van wie is de ruimte, wie zorgt er voor en wie gebruikt ze?).

148 CALL FOR PROJECTS
WAT IS EEN LIVE PROJECT?
Het is een methodiek die stoelt op het inzetten van studenten en onderzoekers bij het uitvoeren van fysieke ruimtelijke projecten. De projecten komen er op vraag van een lokale actor en worden in samenwerking met deze trekker ontworpen, uitgewerkt en gerealiseerd. In een internationale summerschool gaan we met een 20-tal studenten twee weken aan de slag in één (of enkele) Haspengouws dorp(en). Parallel gaat er een summerschool door in de University of East London die reeds jarenlang ervaring heeft met het organiseren van LIVE projects. En is er een uitwisseling van docenten.
VOOR WIE EN HOE DEELNEMEN?
Alle trekkers uit ieder Haspengouws dorp kunnen een voorstel doen. Net als binnen het netwerk ‘Mooiste dorpen van Haspengouw’ kunnen zowel organisaties, verenigingen, buren, als lokale ambtenaren trekker zijn, en bepalen jullie zelf wat een dorp is. Haspengouw is de regio onder de Demer. Het dorp is niet enkel de locatie, maar ook de gemeenschap waarmee we het project willen bouwen. Trekkers worden betrokken in alle fases, zoals het uiteenzetten, maken en concretiseren van keuzes en materialisering. We kiezen voor een participatief ontwerpproces en streven naar een optimale toeëigening van het initiatief op lange termijn.
Dus: 1. stel je kandidaat voor 1 maart 2015 via [email protected]. stel je project voor in tekst en beeld in maximum 3 pagina’s
Van de trekkers verwachten we samenwerking in de logistieke ondersteuning: bouwmateriaal, huisvesting, transport (bv. fietsen) en catering studenten.

149 IV CALL FOR PROJECTS

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”
Met steun van: