Hartfalen met bewaarde pompfunctie ? Johan De Sutter.
Transcript of Hartfalen met bewaarde pompfunctie ? Johan De Sutter.
Hartfalen met bewaarde pompfunctie ?
Johan De Sutter
30/7/2007 : opname wegens hartfalen
Man, 70 jaar, voorgeschiedenis van groot voorwandinfarctProgressieve dyspnoe d’effort en oedemenRR: 110/70 mmHg, BNP 1150 pg/ml
30/7/2007 : opname wegens hartfalen
Vrouw, 75 jaar, voorgeschiedenis van hypertensieProgressieve dyspnoe d’effortRR: 180/100 mmHg, BNP 572 pg/ml
In hoeveel percent van de patienten met symptomen en tekenen van hartfalen blijkt de linker ventrikel pompfunctie normaal ?
1. 5 %2. 20 %3. 30 %4. 50 %
Fonarow, G. C. et al. J Am Coll Cardiol 2007;0:j.jacc.2007.04.064v1-13080
Distributie van de linker ventrikel ejectiefractie bij patienten opgenomen met hartfalen
Prevalentie van patienten met hartfalen volgens leeftijd
en systolische linker ventrikel functie
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
USA UK Zweden Portugal Nederland
LVEF < 45%
Leeftijd 78 76 75 68 65 jaar
%
Prevalentie van patienten met hartfalen volgens leeftijd
en systolische linker ventrikel functie
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
USA UK Zweden Portugal Nederland
LVEF > 45%LVEF < 45%
Leeftijd 78 76 75 68 65 jaar
%
Hoe is de morbiditeit en mortaliteit bij patienten met hartfalen en een normale
ejectiefractie in vergelijking met patienten met hartfalen en een verminderde
ejectiefractie ?
1. Beter2. Dezelfde3. Slechter
Overleving van patienten met hartfalen met bewaarde en verminderde ejectiefractie
Fonarow, G. C. et al. J Am Coll Cardiol 2007 Owan T et al. N Engl J Med 2006
Rehospitalisatie van patienten met hartfalen met bewaarde en verminderde
ejectiefractie
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
12 weken 1 jaar
bewaarde EF
verminderde EF
EuroHeart Failure SurveyEur Heart J 2004;25:1214
Dauterman et alJ Card Fail 2001;7:221
%
Wanneer aan hartfalen met bewaarde pompfunctie denken ?
• Vrouw (60%)• + 65 jaar• Hypertensie – « schommelende
bloeddrukken »• Obesitas, frequent met diabetes type 2• Kortademig bij inspanning• « flash » longoedeem
Pathofysiologie van hartfalen met bewaarde pompfunctie
HypertensieDiabetes
AtheroscleroseVeroudering
Bloedvatenhypertrofie
verandering elastine/collageencalcificaties
endotheliale dysfunctie
Verlies van compliantie
Myocardhypertrofie - vetopstapeling
fibrose/verandering collageencellulaire dysfunctie/ ischemie
Verminderde actieve relaxatie en verlies van compliantie
tijdens de vullingsfase (diastole)
Hartfalen
McGavock, J. M. et al. Circulation 2007;116:1170-1175
« Steatose » van het hart bij obesitas en diabetes patienten
NMR spectroscopie
Waarom dyspnoe bij inspanning bij patienten met hartfalen en bewaarde functie ?
Sympathische tonus Circulerende catecholamines
snelheid en intensiteit van LV relaxatie
minder efficiente vullingvan het linker ventrikel
minder oplopen van de cardiac output
dyspnoe en vermoeidheid bij inspanning
minder oplopen hartfrequentie(chronotrope incompetentie)
excessief oplopenvan de bloeddruk
Pathofysiologie van hartfalen met bewaarde pompfunctie
Gedilateerd LV
systolische functie diastolische functie
Niet gedilateerd LVmet hypertrofie
Normale of licht systolische functie diastolische functie
Mild (tot matig)symptomatisch CHF
(85%)
Ernstigsymptomatische
opstoten van CHF
Hypertensieve opstoot, onderbreken therapie,voorkamerfibrillatie, coronaire problematiek
nierinsufficientie (NSAID, …), infectie (pulmonaal, …)
15% asymptomatisch
4% in hospitaal sterfte
40% herval binnen1 jaar
Hoe de diagnose stellen van hartfalen met een bewaarde pompfunctie ?
1. Kliniek2. Kliniek + BNP3. Kliniek + echocardiografie4. Kliniek + BNP + echocardiografie5. Opname in het ziekenhuis
Wanneer heeft een patient hartfalen ?(aan 1 en 2 moet altijd voldaan zijn)
1. Symptomen van hartfalen (in rust of bij inspanning)
2. Objectief bewijs van cardiale dysfunctie (bij voorkeur met echocardiografie, screening adhv BNP bepaling)
3. Gunstige klinische respons op medicatie gericht naar hartfalen (bv diuretica)
ESC guidelines 2005
Diagnose stelling van hartfalen
klachten/symptomen van hartfalen± gekend structureel hartlijden
ECG – BNP bepaling
BNP > 100 pg/ml
(> 50 pg/ml indien BMI > 35)
(> 200 pg/ml indien nierinsufficientie)
echocardiografie
Cleland J et al. N Engl J Med 2007;357:829-830
Rates of Death or Hospitalization for Heart Failure at 1 and 2 Years after Randomization among Patients in the PEP-CHF
Trial, According to the Quartile of NT-proBNP Levels
Echocardiografisch evaluatie van diastolische functie (« vulling ») bij patienten met hartfalen
en bewaarde pompfunctie
Systolische functie Diastolische functie
De behandeling van hartfalen met bewaarde pompfunctie is goed omschreven door
evidence-base medicine ?
1. Juist2. Fout
Reductie van mortaliteit na 2 jaar behandeling bij CHF patienten
-60
-40
-20
0
20
40
60
80
NYHA II NYHA III-IV
Placebo
ACE-I
ACE + BBL
ACE + BBL + ALD
Aantal levens gered
157 levens geredper 1000 behandeld
465 levens gered per 1000 behandeld
Cleland, Eur J Heart Fail, 2003
%
Reductie van mortaliteit na 2 jaar behandeling bij CHF patienten
-60
-40
-20
0
20
40
60
80
NYHA II NYHA III-IV
Placebo
ACE-I
ACE + BBL
ACE + BBL + ALD
Aantal levens gered
157 levens geredper 1000 behandeld
465 levens gered per 1000 behandeld
Cleland, Eur J Heart Fail, 2003
%Pat
iente
n m
et e
jectie
fracti
e ≤
40%
!!
Medische behandeling voor patienten met hartfalen en bewaarde
pompfunctie
• Beta blockers ? – SENIORS study (nebivolol)
• ACE-inhibitors ?– PEP CHF study (perindopril)
• AT-2 rec blockers ?– CHARM PRESERVED
(candesartan)– I-PRESERVE (irbesartan)
• Digitalis ?– DIG trial (digoxine)
• …
Behandeling van hartfalen met bewaarde pompfunctie
• Strenge contrôle van de bloeddruk- inclusief diuretica, liefst ACE-I
• Ritme- behoud van sinusritme- vermijden van chronotrope
incompetentie (beta blokkers, diltiazem)
• Aanpak van obesitas en diabetes• Stimuleren van fysieke activiteit !
Take home messages
• Frequente aandoening – « de bejaarde, obese vrouw met dyspnoe klachten »
• Zo onbehandeld, evolutie naar acute opstoten met slechte prognose
• Screening adhv BNP door huisarts nuttig• Bevestiging van de diagnose adhv
echocardiografie (vaak niet eenvoudig)• Behandeling niet eenvoudig en sterk
geindividualiseerd, zeker in gevorderd stadium