Harry Potter in Zweedse en Franse vertaling...Bij de release van de vierde band Harry Potter and the...
Transcript of Harry Potter in Zweedse en Franse vertaling...Bij de release van de vierde band Harry Potter and the...
Universiteit Gent
Academiejaar 2008-2009
Harry Potter in Zweedse en Franse vertaling
Cultuurspecifieke items en universele vertaalstrategieën
Verhandeling voorgelegd aan de
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
voor het verkrijgen van de graad van
master in Taal- en Letterkunde
Frans - Scandinavistiek
door Ine Du Gernier
Promotor: Prof. Dr. K. Willems
i
VOORWOORD
Eerst en vooral wil ik mijn promotor Professor Klaas Willems bedanken, voor de vele ideeën die
mij op weg hebben geholpen. Ook voor geschikte literatuur, feedback en hulp bij
methodologische problemen kon ik steeds bij hem terecht. Ik heb graag aan deze scriptie gewerkt
en het onderwerp dat hij heeft voorgesteld heeft mij bijzonder geboeid.
Vervolgens wil ik ook mijn dank betuigen aan Lisa Lampaert, een medestudente die me dag en
nacht heeft vergezeld bij het schrijven van deze scriptie. Haar bemoedigende woorden konden
mij telkens weer motiveren. De voorbije maanden heeft ze mij met haar onvermoeibare energie
en optimisme ettelijke malen weten te verbazen.
Een bijzonder woord van dank gaat uit naar mijn vader Hans Du Gernier, die me steeds moreel
en financieel gesteund heeft tijdens mijn opleiding en op wie ik steeds kan terugvallen.
Mijn vriend Kevin Ongenae verdient alle lof voor het geduld dat hij heeft getoond. Ik kon
bovendien steeds op hem rekenen voor een kritische kijk op mijn werk. Ik besef dat dit veel
energie heeft gevraagd en hoop dat ik hem bij zijn masterproef met dezelfde toewijding kan
bijstaan.
Tenslotte wil ik Sanne, mijn zus en neerlandica in spe, bedanken voor haar deskundige
taaladvies. Ze is een steun voor het leven.
iii
INHOUDSTAFEL
1. Inleiding 1
2. Het fenomeen Harry Potter 4
2.1 Rags to riches 4
2.2 Vertaalbaar? 5
2.3 Plot van Harry Potter and the Philosopher‟s Stone 6
3. Vertalen van kinderliteratuur 9
3.1 Tussen equivalentie en functionele benadering 9
3.2 Tussen vervreemdende en exotiserende vertaalstrategieën 15
4. Cultuur en vertaalwetenschap 19
4.1 Cultural Turn 19
4.2 Het cultuurbegrip 20
4.3 Cultuurspecifieke items 20
5. Realia 23
5.1 Methode van Eirlys E. Davies en haar kritiek op het systeem van Aixelá 23
5.2 Individuele procedures 25
5.2.1 Preservation 26
5.2.2 Addition 27
5.2.3 Omission 29
5.2.4 Globalization 30
5.2.5 Localization 30
5.2.6 Transformation 32
5.2.7 Creation 33
iv
5.3. Realia in de Franse en de Zweedse vertaling 33
5.3.1 Kledij 33
5.3.2 Schooltermen 38
6. Eigennamen 49
6.1 Eigennamen: lost in translation? 49
6.2 Eigennaam versus soortnaam 51
6.3 Functies van eigennamen en verschillende vertaalstrategieën 55
6.4 Eigennamen in de Franse en de Zweedse vertaling 61
6.4.1 Methode van Van Coillie 61
6.4.2 Persoonsnamen en dierennamen 64
6.4.2.1 Persoonsnamen 64
6.4.2.2 Dierennamen 71
6.4.3 Toponiemen 74
6.4.3.1 Bestaande toponiemen 74
6.4.3.2 Toponiemen die behoren tot de magische wereld 75
6.4.4 Magische realia 77
6.4.5 Andere 82
7. Algemeen besluit 84
8. Bibliografie 86
9. Bijlagen 90
vi
LIJST MET AFKORTINGEN
PS: Harry Potter and The Philosopher‟s Stone
ES: Harry Potter à l‟école des sorciers
VS: Harry Potter och De vises sten
OED: Oxford English Dictionary
CCED: Collins Cobuild English Dictionary
PR: le Petit Robert
TLF: le Trésor de la Langue Française
NE: Nationalencycklopedin
E-NL: Van Dale woordenboek Engels - Nederlands
F-NL: Van Dale woordenboek Frans - Nederlands
Z-NL: Van Dale handwoordenboek Zweeds - Nederlands
NL: Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal
1
1. Inleiding
De Harry Potter-boeken bulken van expliciete verwijzingen naar de Britse onstaanscontext
(eigennamen, kledij, merknamen, eetgewoontes, schoolorganisatie…). Bij de confrontatie van
enerzijds het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk in de Franse vertaling en anderzijds het Verenigd
Koninkrijk en Zweden in de Zweedse vertaling denken we niet meteen aan een culturele kloof
waardoor de vertaler op onoverbrugbare culturele verschillen zou stuiten. Grootschalige
manipulaties, die overigens niet ongebruikelijk zijn binnen de vertaalpraktijk van
kinderliteratuur, ten gevolge van divergerende normen in bron- en doelcultuur zullen dan ook niet
worden ontdekt. Vergelijkingen van het origineel en de vertaling kunnen de culturele normen die
buiten de wil van de vertaler liggen in kaart brengen. De vertaler wordt bij elke vertaling immers
gedwongen, (al dan niet bewust) universeel geldende keuzes te maken (tussen equivalentie en
functionele benadering, tussen een vervreemdende en een adapterende vertaalstrategie). De
vertaling van cultuurgebonden elementen is een veelbesproken studieobject en kan overigens als
een indicator worden beschouwd van adapterende of exotiserende vertaalstrategieën. De
vergelijking van de weergave van realia en eigennamen in brontekst en doeltekst wordt echter
niet door iedereen als even zinvol beschouwd. Vreemde eigennamen en realia kunnen worden
afgedaan als “Chiffren einer oberflächligen Fremdheit, Elemente aus einem Reservoir von
Motiven, derer sich die Touristik bedient” (O‟Sullivan 2000: 240). Deze stelling gaat echter niet
op voor de weergave van bacon (>“ei”) in de Arabische vertaling van Harry Potter and the
Chamber of Secrets. Deze vertaling wijst op een religieuze norm: het taboe van varkensvlees in
de Arabische context (Mussche 2008: 153). Realia zijn net als andere elementen in het boek bij
vertaling onderhevig aan de waarden van de doelcultuur. Bovendien mag het belang van de realia
in de Harry Potter-boeken niet onderschat worden. De Britse realia fungeren als een
tegengewicht voor de fantastische aspecten van de tovenaarswereld en dit contrast verdient de
nodige aandacht in vertaling (Davies 2003: 90; Jentsch 2002: 286). De Britse lezer wordt
meegesleurd in een magisch verhaal over tovenaars en heksen maar vindt daarnaast constante
verwijzingen naar alledaagse en vertrouwde entiteiten. Het noodzakelijke criterium voor het
lezen van fictionele teksten, de willing suspension of disbelief is hier dus minder absoluut dan in
traditionele fantasy-verhalen omdat er voortdurend wordt teruggekoppeld naar realistische
elementen. In deze verhandeling worden enkele realia en eigennamen uit de volledige eerste
2
band, Harry Potter and The Philosopher’s Stone, bekeken in de Franse en de Zweedse vertaling.
Deze vertalingen sluiten het best aan bij mijn opleiding en betekenen, in tegenstelling tot de
Nederlandse vertaling, een persoonlijke verrijking.
Vooraleer er wordt overgegaan naar de presentatie van het eigenlijke empirische
onderzoek, worden in de eerste hoofdstukken enkele theoretische kwesties aangesneden om het
onderwerp van deze masterproef beter te situeren. In hoofdstuk 2 komt het succesverhaal van de
Harry Potter-boeken aan bod, wat aanleiding gaf tot vertalingen in alle uithoeken van de wereld.
Na een korte inleiding over het fenomenale succes (§ 2.1) wordt ingegaan op de vraag in
hoeverre de avonturen van een toch typisch Britse jongen vertaalbaar zijn (§ 2.2). In § 2.3 wordt
beknopt de plot van de eerste band geschetst met oog op een beter begrip van de eigennamen en
de realia die in het onderzoek worden besproken.
De Harry Potter-boeken worden, ondanks het feit dat ze ook volwassenen kunnen boeien,
tot de kinderliteratuur gerekend. In het derde hoofdstuk worden enkele basisbegrippen uit de
vertaawetenschap toegelicht (§ 3.1 equivalentie en functionele benadering; § 3.1 vervreemdende
en adapterende vertaalstrategieën) en wordt hun relevantie voor het onderzoek naar vertaalde
kinderliteratuur wordt uiteengezet.
In een vierde hoofdstuk wordt de relatie tussen vertaalwetenschap en cultuur behandeld.
Vertaalwetenschap is geen louter taalkundige bezigheid. Vertalers krijgen in hun werk immers
niet alleen te maken met linguistic diversity, ook culturele verschillen moeten worden overbrugd.
Vertalers worden daarom vaak als bemiddelaars tussen twee culturen beschouwd. Cultural
studies kunnen dus een bijdrage leveren in vertaalwetenschappelijk onderzoek.. Eerst wordt de
verschuiving in focus van vertaalwetenschappelijk onderzoek toegelicht die de laatste twee
decennia heeft plaatsgevonden (§ 4.1). In § 4.2 wordt een gangbare definitie van het
cultuurbegrip voorgesteld. Tenslotte wordt het begrip cultuurspecifieke items besproken volgens
de definitie van Aixelá (1996). Hij beschouwt het begrip als een tool om culturele componenten
in vertaling te onderzoeken.
In het vijfde en zesde hoofdstuk wordt het “veldwerk” besproken. Eerst wordt de
vertaling van de realia bekeken (hoofdstuk 5). Hiervoor wordt de methode van Davies (2003)
gehanteerd. Davies neemt Aixelá‟s (1996) categorisatie en labels van vertaalstrategieën als
uitgangspunt. Na enkele kritische bedenkingen komt Davies (2003) tot een eigen systeem om de
3
diverse vertaalstrategieën, die toegepast worden op cultuurgebonden elementen, te beschrijven (§
5.1). De zeven individuele procedures van Davies (2003) worden toegelicht in § 5.2 waar ze ook
verder geëxpliciteerd worden zodat duidelijk blijkt welk materiaal uit het eigen corpus in deze
categorie kan worden ondergebracht. Onder § 5.3 worden kledij (§ 5.3.1) en schooltermen (§
5.3.2) uit het origineel vergeleken met de Franse en de Zweedse vertaling. Elke vertaling krijgt
een van Davies‟ labels toegewezen.
Eigennamen zijn ook cultuurgebonden maar worden toch in een eigen hoofdstuk
(hoofdstuk 6) behandeld. Ze vormen een specifiek vertaalprobleem dat niet volledig kan worden
gevat in een analyse van realia. In § 6.1 worden enkele argumenten aangehaald voor het al dan
niet vertalen van eigennamen. In een volgende sectie wordt het onderscheid tussen soortnamen en
eigennamen geproblematiseerd (§ 6.2). In § 6.3 wordt een overzicht gegeven van de mogelijke
functies van eigennamen in de tekst. Hoe eigennamen in vertaling kunnen worden weergegeven
wordt zowel beschreven in de categorisatie van Hermans (1988) als in die van Van Coillie
(2006). In § 6.4 wordt de weergave van de eigennamen in de Franse en de Zweedse vertaling met
de eigennamen in het origineel. Hiervoor wordt de categorisatie van Van Coillie gebruikt. Eerst
volgt een uiteenzetting over problemen die we hebben ondervonden bij het onderbrengen van de
vertalingen in Van Coillie‟s categorieën (§ 6.1). De eigennamen worden ingedeeld in
persoonsnamen en dierennamen (§ 6.4.2) toponiemen (§ 6.4.3) en magische realia (§ 6.4.4).
Overige eigennamen worden in een restgroep geplaatst (§ 6.4.5).
In het zevende hoofstuk trachten we een overzicht te geven van de analyse en enkele
verschillen te duiden tussen de Franse en de Zweedse vertaling.
4
2. Het fenomeen Harry Potter
2.1 Rags to riches
De onstaansgeschiedenis van het fenomeen Harry Potter is genoegzaam bekend. Aanvankelijk
werd Rowlings manuscript geweigerd door negen uitgeverijen waaronder de grote uitgeverij
Penguin1. Uiteindelijk verscheen in juni 1997 een eerste beperkte oplage van 500 exemplaren bij
uitgeverij Bloomsbury (Mussche 2008: 5). Het zevende en tevens laatste boek van de serie,
Harry Potter and the Deathly Hallows, verscheen in 2007. Sinds de uitgave van de eerste band
gingen al meer dan 400 miljoen exemplaren van de serie over de toonbank2.
Het succes van de Harry Potter-boeken kan nauwelijks worden onderschat. In het
Verenigd Koninkrijk verscheen het derde boek Harry Potter and the Prisoner of Azkaban (1999)
in de namiddag, naar verluidt op een tijdstip secuur gekozen om schoolverzuim te voorkomen.
Bij de release van de vierde band Harry Potter and the Goblet of Fire (2000) had Bloomsbury al
5,3 miljoen exemplaren verkocht. Jonge fans, verkleed als Harry en zijn makkers, stonden tot in
de vroege uurtjes in de rij om een exemplaar te bemachtigen. Boekhandels zagen hun kans
schoon om munt te slaan uit de release en organiseerden “Harry Potter parties” (Whited 2002: 2).
Er was dus al heel wat heisa rond de kleine tovenaar vóór de verfilming van het eerste boek
(november 2001) die het commerciële succes in een stroomversnelling heeft gebracht. Dat zelfs
spin-offs zoals Fantastic Beasts and where to Find Them en Quidditch Through the Ages op
bestsellerlijsten prijken, getuigt van het uitzonderlijk succes van Rowlings Harry Potter-boeken
(Whited 2002: 3). Voorts heeft Harry Potter het onderwijs van het Latijn nieuw leven ingeblazen.
Het aantal inschrijvingen voor lessen Latijn is in de Verenigde Staten spectaculair gestegen. Veel
toverspreuken (bijvoorbeeld Locomotor Mortis) zijn immers gebaseerd op het Latijn en minstens
twee boeken zijn naar het Latijn vertaald (onder andere Harrius Potter et Philosophi Lapis)3.
Verder vinden we in het dagelijkse leven voortdurend verwijzingen naar Harry Potter. Nel vond
enkele voorbeelden in de New York Times: zo vergeleek columnist Gail Collins Hillary Clinton
met Hermione: “Mrs. Clinton as a candidate is Hermione Granger. She wants to sign up for all
1 http://wwwc.aftonbladet.se/bokbanken/0007/01/rowling.html (geraadpleegd op 2 april 2009) 2 http://www.guardian.co.uk/books/2008/jun/18/harrypotter.news (geraadpleegd op 2 april 2009) 3 http://www.nytimes.com/2008/10/07/nyregion/07latin.html (geraadpleegd op 4 april 2009)
5
the courses, and if there‟s a scheduling conflict, she‟ll replicate”4(Nel 2002: 282). Nel verwijst
ook naar een artikel in de Wall Street Journal gewijd aan dit fenomeen: De “Potterisms” sijpelen
onze dagelijkse taal binnen en de wereld van Harry Potter is dikwijls een referentiekader die
“ingewijden” de mogelijkheid biedt zich op een korte manier uit te drukken. Zo kan je
bijvoorbeeld verwijzen naar een plaats die je niet vindt met Platform Nine and Three-Quarters
(Nel 2002: 283). Dit zijn slechts enkele voorbeelden om aan te tonen hoe ver het succes van de
serie reikt, hoe diep Harry Potter is doorgedrongen in de gemeenschappelijke cultuur en hoe de
boeken een soort gedeelde kennis gaan vormen.
Harry Potter en zijn vrienden genieten intussen wereldfaam. De Harry-Potter boeken
werden al in 67 talen vertaald5. De verfilming en de merchandising van bedrijven zoals de
speelgoedmagnaat Mattel hebben uiteraard ook bijgedragen tot de globalisering van de Potter-
gekte (Feral 2006: 477). De Franse en Zweedse vertalingen van de eerste band verschenen
respectievelijk in 1998 en in 1999. Doordat de verschillende vertalingen kort na het origineel
verschenen, zijn ze een dankbaar studieobject voor een vergelijkend vertaalwetenschappelijk
onderzoek (Jentsch 2002: 288).
2.2 Vertaalbaar?
Jentsch (2002: 285) weerlegt de opvatting dat de Harry Potter-boeken gemakkelijker te vertalen
zijn dan kinderliteratuur waarin taal een grotere rol speelt zoals Alice’s Adventures in
Wonderland van Lewis Caroll. Volgens haar houdt de vertaling van de boeken een unieke
uitdaging in: de beschrijving van een constante wisselwerking tussen magische en realistische
elementen. Feral (2006: 468) wijst op de flexibiliteit van de brontekst als voorwaarde voor
“vertaalbaarheid”: de grenzen van de tovenaarswereld, die door Rowling geconcipieerd zijn
kunnen door de vertaler op een andere manier getrokken worden, waardoor de culturele
verschillen - die tot stand komen door een confrontatie van de eigen en de Britse cultuur -
volgens Feral kunnen vertaald worden als verschillen tussen realiteit en magische elementen.
Elementen die typisch zijn voor de Britse setting kunnen door de vertaler worden voorgedragen
als magische elementen. Het gevolg is dan wel dat de oorspronkelijk Britse realia voor de lezer
4 In het derde boek krijgt Hermione een Time-turner van Professor McGonagall. Hiermee kan ze door de tijd reizen
en meer vakken volgen dan normaliter normaliter zou mogelijk zijn. 5 http://www.guardian.co.uk/books/2008/jun/18/harrypotter.news (geraadpleegd op 2 april 2009)
6
van de vertaling onafscheidbaar worden van elementen van de fantastische tovenaarswereld. Dit
illustreert Feral aan de hand van de Franse vertaling van prefect, een typisch kenmerk van het
Britse boarding school-systeem. De Franse vertaler opteert hier voor addition (“toevoeging”) (cf.
§ 5.2.2): hij last op een natuurlijke manier extra informatie in de tekst door een personage een
ander personage om uitleg te laten vragen. Deze ingreep is mogelijk omdat een dergelijke
conversatie strookt met de rest van het verhaal, Ron die Harry inwijdt in de tovenaarswereld en
allerlei voor Harry onbekende zaken toelicht (Feral 2006: 467). De lezer wordt er echter niet op
gewezen dat prefect een Brits concept is en kan dit niet onderscheiden van magische
nieuwigheden die Ron moet uitleggen. De verstrengeling uit het origineel van realistische
elmenten in het fantastische verhaal gaat verloren in de Franse vertaling. Feral (2006) beweert
dan ook dat de Franse vertaling, meer dan het origineel, naar een fantasy-verhaal neigt. Davies
vindt daarom dat omzichtig moet worden omgesprongen met dit verschil in “otherness”: “It is all
too easy to blur or even lose this contrast by a translation in which unadapted British CSIs
[culture-specific items] may seem as exotic and alien as the elements of magic and wizardry
“(Davies 2003: 97).
Feral (2006) oppert bovendien de idee dat de „vertaalbaarheid‟ van de boeken niet te
danken is aan de universaliteit van thema‟s zoals Schafer beweert (geciteerd in Feral 2006: 477).
Deze thema‟s worden volgens haar zelfs regelmatig gemanipuleerd in de Franse vertaling om de
gedachten en gedragingen meer aanvaardbaar te maken in een Franse context (Feral 2006: 478).
Davies (2003) stelt dan weer dat als er universele kenmerken bestaan van literatuur die door
kinderen wordt gesmaakt, deze aspecten makkelijker getransponeerd kunnen worden naar een
andere taal en cultuur en bijgevolg makkelijker te vertalen zijn.
2.3 Plot van Harry Potter and the Philosopher’s Stone
In deze sectie wordt de plot geschetst van het eerste boek, Harry Potter and the Philosopher’s
Stone. Dit om termen die in het onderzoek van de vertalingen ervan aan bod komen, adequaat te
kunnen contextualiseren. James en Lily Potter, twee briljante tovenaars, worden vermoord door
Voldemort, een duistere magiër. Hun eenjarig zoontje Harry overleeft wonder boven wonder. Hij
houdt er alleen een litteken in de vorm van een bliksemschicht op zijn voorhoofd aan over, terwijl
de ooit machtige Voldemort zijn krachten verliest en gedoemd is tot een leven als schim op de
grens tussen leven en dood. Terwijl de tovenaarswereld de ondergang van Voldemort viert,
7
beslist Albus Dumbledore, groots tovenaar en directeur van de Hogwarts-tovenaarsschool, Harry
te laten opgroeien bij zijn oom Vernon Dursley en zijn tante Petunia, Lily‟s zus. Deze niet-
tovenaars, onder tovenaars ook wel Muggles genoemd, leiden een doodgewoon leven en moeten
niets weten van die vreemde lui in lange mantels. Zij vertellen Harry nooit de ware toedracht van
de dood van zijn ouders. Harry heeft het hard te verduren bij de familie Dursley: hij slaapt in de
bezemkast onder de trap en is het mikpunt van de pesterijen van zijn corpulente neef Dudley. De
zomer dat Harry elf wordt arriveert een mysterieuze brief voor hem. Zijn oom Vernon, die al
zenuwachtig wordt bij de gedachte aan tovenaars, stelt alles in het werk opdat Harry deze niet te
lezen zou krijgen. Dan maar de grove middelen: Rubeus Hagrid wordt door Dumbledore op
missie gestuurd om Harry te vertellen dat hij een tovenaar is en om hem uit te nodigen voor de
start van zijn opleiding aan Hogwarts. Overdonderd wordt Harry door Hagrid meegenomen om
schoolbenodigdheden te kopen in Diagon Alley, een winkelstraat voor tovenaars die toegankelijk
is via een Londense pub de Leaky Cauldron. Al gauw beseft Harry er dat hij een beroemdheid is
in de tovenaarswereld. Op 1 september moet Harry in het Londense station King‟s Cross de trein
nemen naar Hogwarts. Hij kan echter perron 9 ¾, zoals staat aangegeven op zijn treinbiljet, niet
vinden. Hij maakt kennis met het kroostrijke en roodharige tovenaarsgezin Weasley dat hem het
perron op helpt. Op de trein sluit Harry vriendschap met Ron, de jongste zoon van het gezin. Hij
leert er ook de betweterige studiebol Hermione kennen en Draco Malfoy die door een giftige
opmerking over Rons familie Harry‟s gezworen vijand wordt. Eens aangekomen in Hogwarts
worden Harry, Ron en Hermione door de Sorting Hat ingedeeld in Gryffindor House, een van de
vier afdelingen. Het drietal ontdekt gauw dat in Hogwarts de Philosopher’s Stone bewaakt wordt
door Fluffy, een driekoppige hond. Deze steen heeft men eerder proberen stelen uit Gringotts, de
tovenaarsbank. Hij is een uitvinding van alchemist Nicolas Flamel, verandert elk metaal in goud
en brouwt het Elixir of Life dat eeuwig leven schenkt. Professor Snape, de leraar Potions, heeft
duidelijk een piek op Harry en het trio is er van overtuigd dat hij uit is op de Steen. In het
Forbidden Forest, een griezelig bos vol magische wezens dat aan het schooldomein grenst, ziet
Harry een in een mantel gehulde figuur het bloed van een dode eenhoorn drinken. Een centaur,
half man half paard, vertelt Harry dat dit bloed iemand in leven kan houden maar de drinker zal
een vervloekt leven leiden. Dat is de tol die men betaalt voor het doden van zo een puur en
weerloos dier om zichzelf te redden. De centaur geeft te verstaan dat deze figuur die zich
8
onverzettelijk probeert vast te klampen aan het leven wel eens Voldemort zou kunnen zijn. Harry
begrijpt dat Snape slechts een pion is van Voldemort die de Philosopher’s Stone wil veroveren
om zijn krachten te herwinnen. Wanneer Harry, Ron en Hermione vermoeden dat Snape weet hoe
hij langs de driekoppige hond Fluffy en de andere obstakels kan komen, gaan ze zelf op pad om
hem te stoppen. Blijkt dat niet Snape maar Professor Quirell al die tijd Voldemorts handlanger
was. Harry vindt de Steen vóór Quirell en Voldemort geeft Quirrell de opdracht Harry te doden.
Harry wordt gered door Dumbeldore maar de terugkeer van Voldemort is ophanden.
9
3. Vertalen van kinderliteratuur
Hoewel volwassenen ook kunnen genieten van de avonturen van Harry Potter, wordt de serie als
kinderliteratuur beschouwd6. Onder onderzoekers van kinderliteratuur bestaat geen unanimiteit
over het antwoord op de vraag of vertaalde kinderliteratuur waardevol is. Men kan bijvoorbeeld
de mening toegedaan zijn dat vertaalde kinderliteratuur kinderen bewust kan maken van het
bestaan van andere landen en culturen (Nikolajeva 2006: 277). Of er een verschil is tussen het
vertalen van kinderliteratuur of het vertalen van volwassenenliteratuur is ook een hevig
discussiepunt. Nikolajeva (2006: 278) beweert dat er een fundamenteel verschil is tussen vertalen
voor kinderen en vertalen voor volwassenen:
Adults reader can be assumed to be familiar with the phenomena of foreign cultures or at least
accept that names, places, ways, and habits can be different if a book they read comes from
another country. Young readers may lack both the knowledge and tolerance.
Volgens Nikoljeva (2006: 278) kunnen we kinderen wel aanmoedigen om vertaalde
kinderliteratuur te lezen en om op die manier iets bij te leren over andere culturen, maar moeten
bewust zijn van “the risks of translated literature being rejectet by readers as too “strange””.
In dit hoofdstuk worden enkele basisbegrippen uit de vertaalwetenschap toegelicht alsook
hun betekenis binnen het onderzoek naar vertaalde kinderliteratuur. Eerst en vooral wordt
gekeken naar twee tegengestelde standpunten wat de autoriteit van de brontekst betreft (cf. § 3.1).
In tweede instantie gaan we na hoe in vertaling kan worden omgegaan met voor het doelpubliek
vreemd aandoende aspecten van de broncultuur (cf. § 3.2).
3.1 Tussen equivalentie en functionele benadering
Vertalers worden geconfronteerd met twee lijnrecht tegenovergestelde eisen die ze bijgevolg niet
allebei kunnen inwilligen: trouw aan de brontekst, waarbij de vertaling bij benadering wordt
gelezen “as the original”, staat tegenover trouw aan de doeltekst (of eerder doelpubliek) waarbij
de vertaling wordt gelezen “as an original”7 (Toury, geciteerd in Aixelá 1996: 53). Nikolajeva
6 Er bestaan zelfs “versies” voor volwassenen, weliswaar met dezelfde inhoud maar met een minder kinderachtige
omslag die niet “verraadt” dat je een kinderboek leest. 7Aixelá (1996: 56) voegt hier aan toe dat hedendaagse vertalingen doorgaans lezen “as an original on the stylistic
level and as the original on socio-cultural one”.
10
(2006: 278) maakt een onderscheid tussen de twee fundamenteel verschillende benaderingen:
enerzijds wordt voorrang gegeven aan de brontekst waarbij “a maximal approximation of the
target text to the source text” van kracht is. Hier wordt “equivalence” hoog in het vaandel
gedragen en is de hoofdvraag “wat?”. Vanuit dit perspectief wordt van de vertaler verwacht dat
hij zich niet al te veel vrijheden veroorlooft. Anderzijds wordt de vertaler vanuit een meer
functionele visie geacht aanpassingen te maken tenminste als “the translated text in its specific
context is to function somewhat similarly to the way in which the original functions in its initial
situation”. Hier is vooral de vraag “voor wie?” belangrijk.
De twee mogelijke strategieën in vertaling kunnen aan de hand van de verschillende
vertalingen van de Harry Potter-boeken, die tot stand kwamen dankzij het wereldwijde succes
van de serie, geïllustreerd worden (Nikolajeva 2006: 279). De vertaler staat in het bijzonder in
deze boeken voor de keuze die hierboven werd uiteengezet: of trouw blijven aan het origineel en
het doelpubliek onthouden van het plezier dat het Engelstalige publiek ervaart bij het lezen van
de brontekst, dan wel objecten, namen enz. vervangen door nieuwe connotaties, een aanpassing
waarbij men in grote mate rekening houdt met het doelpubliek.
Ook in onderzoek van vertaalde kinderliteratuur wordt het dilemma dat ontstaat door een
loyaliteit aan twee tegenstrijdige basisprincipes aangehaald. Vertalers, voor wie equivalentie het
hoogste goed uitmaakt, reageren met hun categorische aanpak tegen de wijdverspreide praktijk
van aanpassing binnen vertaalde kinderliteratuur. Dergelijke aanpassingen doen een inbreuk op
de originele tekst. Kinderliteratuur is in vertaling veel meer dan vertaalde literatuur die gericht is
op volwassenen onderhevig aan aanpassingen. De aanpassingen zijn gebaseerd op gangbare
pedagogische ideeën over wat voor het doelpubliek toegankelijker is en over wat door het
doelpubliek vermoedelijk wordt gesmaakt: “All such adaptations are based on the assumptions –
often arbitrary – about young readers‟s needs and interests. (Nikolajeva 2006: 280). Ben-Ari
(1992: 222) beweert dat vertaalde kinderliteratuur zich buiten het centrum van het literaire
systeem bevindt en daardoor in grotere mate overheerst wordt door normen die ook gelden in
literatuur voor volwassenen. Daarbij komen nog een set pedagogische normen die doorgaans
werkzaam zijn in kinderliteratuur en nog meer in vertaalde kinderliteratuur (Ben- Ari 1992: 222).
O‟Sullivan (2003: 198-9) wijst op de “asymmetrische aard van de communicatie” in
kinderliteratuur als oorzaak van de prominente “aanwezigheid” van de vertaler in
11
kinderliteratuur: de volwassen implied author roept een implied reader8 op die gebaseerd is op
veronderstellingen van wat de jonge lezers interesseert, van hun beheptheid en capaciteiten in een
zekere fase van hun ontwikkeling (O‟Sullivan 2003: 199). De implied author moet dus een brug
slaan tussen de volwassene (auteur) en het kind (lezer). Deze communicatieve wanverhouding
waarbij volwassenen optreden ten behoeve van kinderen zorgt ervoor dat de vertaler meer
voelbaar is in vertaalde kinderliteratuur dan in vertaalde volwassenenliteratuur: “contemporary
and culture-specific notions of childhood play some part in determining the contsruction of the
implied reader” (O‟Sullivan 2003: 205). O‟Sullivan (2003: 205) biedt dus een “model of
narrative communication” om exact na te gaan waar aanpassingen gebeuren: in de vertaling van
kinderliteratuur gebeurt bijvoorbeeld dikwijls een verschuiving in opvatting over de implied
reader. Enkele mogelijke aanpassingen die Nikolajeva aanhaalt (2006: 280- 284) worden
hieronder toegelicht met eigen voorbeelden uit de Franse of de Zweedse vertaling van het eerste
Harry Potter-boek.
Kinderliteratuur wordt in vertaling dikwijls ingekort, waarbij zaken die niet relevant zijn
voor de verhaallijn als eerste worden weggelaten. Fragmenten worden overigens niet altijd louter
geknipt: volgens Nikolajeva (2006: 280) kan de vertaler het verhaal in eigen bewoordingen
navertellen. Zo worden dialogen dikwijls samengevat. De Franse vertaler van het eerste Harry
Potter-boek beroept zich ook op deze strategie. Dit gebeurt weliswaar op kleine schaal en dus
met een minder grote impact op de lengte van de vertaling. Hij vervangt de directe rede frequent
door een beschrijving van de situatie. Een voorbeeld hiervan is de conversatie tussen Hagrid en
een Gringotts-goblin. In de vertaling komt enkel Hagrid aan het woord en wordt het deel
weggelaten dat bijdraagt tot de karaktertekening van Hagrid, die opgetogen is over de geheime
missie die hem door Dumbledore werd toegewezen:
„Got it,‟ said Hagrid at last, holding up a tiny golden key.
The goblin looked at it closely.
8 Met implied author wordt het beeld van de auteur bedoeld dat de lezer op basis van tekstuele elementen
construeert. Belangrijk hier is dat deze niet samenvalt met de “levende schrijver die ook zijn ideeën, vooroordelen en
overtuigingen heeft” maar dat het om een constructie van de lezer/onderzoeker gaat op basis van vormelijke en
inhoudelijke elementen uit de tekst (Pieters 2006: 192-3). De implied reader is de tegenhanger van de implied
author: “the audience presupposed by the narrative itself” (Chatman, geciteerd in O‟Sullivan 2003: 199) dus de lezer
die in de tekst door de implied author wordt gegenereerd.
12
„That seems to be in order.‟
„An‟ I‟ve got a letter here from Professor Dumbledore,‟ said Hagrid importantly, throwing out his
chest. „It‟s about the You-Know-What in vault seven hundred and thirteen.‟
The goblin read the letter carefully. (PS: 57)
-La voilà, dit Hagrid en montrant une minuscule clé d‟or. J‟ai aussi reçu une lettre de professeur
Dumbledore, au sujet de Vous-Savez-Quoi, dans le coffre numéro 713.
Le gobelin examina la clé et lut attentivement la lettre. (ES: 81)
Nikolajeva (2006: 280) bespreekt een tweede mogelijk interventie van de vertaler: toevoeging. Al
lijkt deze interventie in strijd met de voorgaande, waar de vertaler het verhaal condenseert om het
geschikt te maken voor het jonge publiek, toch pleegt een vertaler passages toe te voegen om
bepaalde aspecten uit de brontekst (zoals bijvoorbeeld handelingen van personages) uit te leggen.
In volgend fragment raakt Hagrid onwel van de wilde rit door de onderaardse gangen van
Gringotts:
He did look very green when the cart stopped at last beside a small door in the passage wall,
Hagrid got out and had to lean against the wall to stop his knees trembling.
Griphook unlocked the door. (PS: 58)
Enfin, le wagonnet s‟arrêta devant une petite porte. Le teint verdâtre, Hagrid alla s‟appuyer contre
le mur, les genoux tremblants.
-Ça me rend malade de voyager là dedans, dit-il d‟une voix sourde.
Gripsec ouvrit la porte. (ES: 83)
Alterations kunnen betrekking hebben op inmenging van de vertaler in de originele plot opdat
deze beter zou aanslaan bij het doelpubliek zoals bijvoorbeeld een wijziging van de afloop
(Nikolajeva 2006: 281). Indien fragmenten worden weggelaten of gewijzigd uit politieke,
culturele of religieuze overwegingen spreekt Nikolajeva (2006: 281) van purification.
Aanstootgevende passages worden aangepast in functie van het doelpubliek: krasse taal,
verwijzingen naar lichaamsfuncties en ideeën die volgens de gangbare opvattingen binnen de
doelcultuur niet thuishoren in kinderboeken kunnen dus gecensureerd worden (Nikolajeva 2006:
281). Dergelijke aanpassingen onthullen de kijk op kinderen en op kinderliteratuur die binnen de
doelcultuur heerst (Nikolajeva 2006: 82). De vertalingen van het eerste Harry Potter-boek die in
deze verhandeling aan bod komen ondergaan geen diepgaande wijzigingen. Toch schuilt er
volgens Feral (2003: 464) een politieke correctheid in de Franse weergave van Malfoy‟s
laatdunkende uitlatingen over “eerste-generatie-tovenaars”. Tijdens hun eerste ontmoeting wil
Malfoy te weten komen of Harry net als hem uit een rasechte tovenaarsfamilie stamt. Malfoy
13
vraagt naar Harry‟s ouders: “But they were our kind, weren‟t they?” (PS: 60-1; nadruk in
origineel). Our kind wordt de notre monde in de Franse versie, the other sort wordt ceux qui
viennent d’autres familles, en they’ve never been brought up to know our ways wordt ils n’on pas
eu la même éducation. Malfoy‟s poging om Harry op de maatschappelijke ladder te plaatsen door
zijn surname te vragen ontgaat de Franse lezer doordat Malfoy in de Franse versie een neutralere
vraag stelt : “[C]omment tu t‟appelles?” (ES: 87). Ook bij een tweede ontmoeting wordt Malfoy‟s
superioriteitgevoel getemperd in de Franse vertaling:“You‟ll soon find out some wizarding
families are much better than others, Potter. You don‟t want to go making friends with the wrong
sort. I can help you there” (PS: 81) wordt er “[f]ais bien attention à qui tu fréquentes, Potter. Si tu
veux éviter les gens douteux, je peux te donner des conseils” (ES: 116). Naar Feral (2006: 465)
beweert, suggereert douteux dat Harry‟s vrienden eerder immoreel zijn dan dat ze van lage
afkomst zouden zijn. Feral (2006: 465) besluit dat “French children […] need to be protected
from the values of birth and heredity which go against France‟s republican ideology”.
Een vierde manier van aanpassen aan het doelpubliek is vereenvoudiging (Nikolajeva
2006: 282). Een vreemd aandoende of specifieke term wordt vervangen door een minder
specifieke. Deze aanpassing is veel voorkomend in het corpus dat in deze verhandeling wordt
onderzocht. De Franse vertaler kiest bijvoorbeeld quelque chose à manger voor bun. De Zweedse
vertaler vervangt bijvoorbeeld paisley pyjamas door rutiga pyjamas.
Met rewording bedoelt Nikolajeva (2006: 282) het verlies in de vertaling van verbaal spel
uit de brontekst. De vertaler geeft een omschrijving of explicietere term voor een stijlfiguur
waarvoor geen evenwaardig equivalent beschikbaar is in de doeltaal. Dat woordspelingen niet
vertaalbaar zouden zijn wordt vaak aangehaald als rechtvaardiging voor een dergelijke interventie
(Nikolajeva 2006: 282). De winkelstraat voor tovenaars uit Harry Potter, Diagon Alley vormt een
uitdaging voor de vertaler. De Franse vertaler probeert beide betekenissen te vatten met le
Chemin de Traverse maar verliest de talige speelsheid van het origineel. De Zweedse vertaler
kiest voor Diagongränden en weet hiermee slechts één betekenis over te brengen. De vertaler
hoeft volgens Hickey (geciteerd in Davies 2003:95) niet noodzakelijk een van de twee
betekenissen te kiezen of een alternatief zoeken om beide betekenissen van het woordspel te
behouden. Hij raadt de vertaler aan to “extricate the underlying formula on which the potential
effect is based and thereupon generate another, new, text or joke in the target language, keeping
14
as close as possible, or relevant, to the propositional context of the original”. In de Hongaarse
versie wordt een nieuwe woordspeling bedacht, die de Engelse opzet volgt maar waarmee een
andere betekenis gecreëerd wordt: in Abszol út betekent út „straat‟ en suggereert het geheel het
Hongaarse woord voor absoluut (Davies 2003: 95). Ook de Nederlandse vertaler, Wiebe
Buddingh, komt met een creatief en - in bovenstaand opzicht- geslaagd voorstel met Wegisweg.
Modernization beoogt een update van “everyday details, objects, and concepts”
(Nikolajeva 2006: 282). Deze wijziging of weglating kan puur betrekking hebben op de taal
evenals op aanstootgevende ideeën. Deze ingreep lijkt legitiem als de tekst verouderd is, hoewel
de vertaler met een minieme stilering doch begrijpelijke taal voor het moderne doelpubliek, het
cachet van die vroegere periode kan behouden (Nikolajeva 2006: 283). Gezien het geringe
tijdsverschil tussen de datum van uitgave van het origineel (1997) die van de Zweedse en de
Franse vertaling (respectievelijk 2005 en 2007 voor de edities die het corpus vormen) is deze
strategie niet van toepassing op het corpus.
Een laatste soort aanpassing wijzigt het gedrag van kinderen wanneer dit in de doelcultuur
als onbetamelijk wordt beschouwd (harmonization) (Nikolajeva 2006: 283). Dergelijke
aanpassingen sluiten nauw aan bij de hierboven genoemde purification. Volgens Feral (2006)
worden in de vertaling van het eerste Harry Potter-boek gedragingen van de protagonisten
aangepast aan wat in een Franse context (doelcultuur) aanvaardbaar en wenselijk is (cf. § 2.2).
Feral (2006: 466) beweert onder andere dat de weglating van the sandwiches lay forgotten, in het
volgende fragment, het respect voor eten en de moeder die het heeft klaargemaakt toont, hetgeen
in Frankrijk van kinderen wordt verwacht (in de Zweedse vertaling wordt deze zin overigens wel
weergegeven). Ron heeft geen zin in de droge sandwiches die zijn moeder heeft klaargemaakt en
gaat maar al te graag in op Harry‟s aanbod:
Go on, have a pasty, said Harry, who had never had anything to share before or, indeed, anyone to
share it with. It was a nice feeling, sitting there with Ron, eating their way through all Harry‟s
pasties and cakes (the sandwiches lay forgotten). (PS: 76)
-Vas-y, sers-toi, proposa Harry, ravi de pouvoir partager quelque chose avec quelqu‟un pour la
première fois de sa vie. (ES: 109)
Jentsch (2002: 288) poneert dat “the relationships among characters are important aspects of their
portrayal and development. One way to determine this relationship is to look at how the
characters address one another”. Hagrid wordt in de Duitse en de Spaanse vertaling door Harry,
15
Hermione en Ron respectievelijk aangesproken met het informele du en tu (Jentsch 2002: 289).
Ook de Zweedse vertaler kiest voor du. In de Franse vertaling spreken de kinderen Hagrid aan
met het formele vous waardoor de vriendschappelijke aard van hun relatie niet wordt
overgebracht in de vertaling. Feral (2006: 466) beweert dat hierdoor een meer wenselijke relatie
tussen volwassenen en kinderen wordt uitgebeeld. Kinderen dienen zich op een beleefde manier
en met ontzag tot volwassenen te richten. Feral (2006: 466) geeft een tweede voorbeeld waaruit
zou blijken dat de Franse vertaler het gedrag van kinderen jegens volwassenen voorbeeldiger
voorstelt. Wanneer McGonagall op het punt staat Harry onterecht te straffen nemen zowel Parvati
Patil als Ron het voor hem op. In de Franse versie is het alleen Ron (volgens Feral niet
onbelangrijk, een jongen) die het gezag van de leerkracht aanvecht.
Bovenstaande interventies van de vertaler worden als censuur beschouwd en bijgevolg
veroordeeld (Nikolajeva 2006: 285). Nikolajeva beschouwt deze eerder als een extreme vorm van
aanpassing aan het doelpubliek. Of aan iets al dan niet aanstoot wordt genomen hangt sterk af van
de cultuur en de tijdsgeest. Nikolajeva (2006: 285-6) ziet dan ook geen verschil tussen aanpassing
van doelteksten aan de doelcultuur binnen de vertaalpraktijk en inspanningen die auteurs en
uitgevers van het origineel leveren om hun tekst gelijk te stemmen met eigen opvattingen over
kinderliteratuur en opvoeding.
3.2 Tussen vervreemdende en exotiserende vertaalstrategieën
Vertalers stuiten in de doeltekst niet zelden op zaken waarmee de doelcultuur niet vertrouwd is,
zodanig dat het behoud van deze elementen de verstaanbaarheid in het gedrang zouden brengen
(Nikolajeva 2006: 284). De vertaler kan hier op twee verschillende manieren mee omgaan: hij
kan vervreemdend of adapterend vertalen en dus kiezen voor foreignizing of domesticating
translation (cf. Venuti 1998, 2008). Vervreemdend vertalen houdt in dat vreemde elementen, die
verwijzen naar de broncultuur, worden bewaard. Vertaalt men adapterend, dan worden elementen
die door het doelpubliek als ongewoon, ongebrijpelijk of aanstootgevend worden ervaren,
vervangen door vertrouwde fenomenen en concepten. De domestication-strategie betekent niet
alleen de neiging naar vertrouwde zaken (“domestic literary canons”) wanneer men een
vertaalmethode ontwikkelt, deze vindt eerst en vooral zijn weerklank in de keuze van de te
vertalen tekst (Venuti 1998: 241). Ben-Ari (1992) maakt een onderscheid tussen “preliminary
16
norms [that] affect the initial [act] of choosing a text to be translated” (222) en “operational
norms [… ][that dictate] the actual process of translation” (223).
De foreignizing en domesticating strategies kunnen in verband worden gebracht met
historische ontwikkelingen. Al in de Klassieke Oudheid is de tendens duidelijk adapterend en dus
gericht op het doelpubliek (Venuti 1998: 240). Nietzsche (1974, geciteerd in Venuti 1998: 241)
stelt zelfs dat “translation was a form of conquest”. Niet alleen werden de cultuurbepaalde
elementen uit Griekse teksten weggelaten door de Latijnse vertalers, ook verwijzingen naar de
Romeinse cultuur werden toegevoegd en de naam van de auteur werd vervangen door die van de
vertaler (Venuti 1998: 241). Pas in de romantiek verschuift de focus en wordt het origineel en
diens exotische kenmerken op een piëdestal geplaatst. Friedrich Sleiermacher kan hier als een
ware pionier beschouwd worden worden en pleit volgens Venuti voor “an ethnodeviant pressure
on [target-language cultural values] to register the linguistic and cultural difference of the foreign
text” (Venuti 1998: 242; cf. 2008: 84-98). Het ontzag voor het nagenoeg heilige origineel krijgt
in de jaren 70 heel wat kritiek te verduren wanneer enkele vertaalwetenschappers (Theo
Hermans, Gideon Toury e.a.) voor een functionelere benadering ijveren (Mussche 2008: 57;
Bassnett 2007: 14). Ook Nikolajeva kan in deze groep geplaatst worden. Afwijkingen van het
origineel kunnen nu worden beschouwd als volwaardige vertalingen omdat ze “rekening houden
met de plaats van het werk als een product in de doeltaal en met de plaats van de vertaling in de
doelliteratuur en doelcutluur” (Mussche 2008: 57). Venuti is dan weer een onmiskenbare
pleitbezorger voor de “foreignizing strategies” (cf. Venuti 2008). Venuti (1998: 240) beschrijft de
domesticating strategie als “a translation project [that] conform[s] to values currently dominating
the target-language culture, taking conservative and openly assimilationist approach to the
foreign text appropriating it to support domestic canons, publishing trends, political alignments”
en oppert voor de foreignizing strategie als alternatief (Venuti 1998: 240). Wat in een tekst als
vreemd aandoend of vertrouwd wordt ervaren beschouwt Venuti (1998: 243) overigens als
relatief; dergelijke ervaring hangt nauw samen met de aan verandering onderhevige hiërarchie
van de waarden binnen de doelcultuur.
Nikolajeva (2006: 284) beweert dat in vertaling van kinderliteratuur het niet ongewoon is
dat bijvoorbeeld “foreign food, weights and measures, currency, flora and fauna, customs and
traditions” vervangen worden door vertrouwde elementen. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de
17
vervaning van merknamen uit de broncultuur door merknamen uit de doelcultuur. Localization
slaat volgens Nikolajeva (2006: 284) op een ver doorgevoerde domestication waarbij de originele
setting van het verhaal getransponeerd wordt naar een setting waarmee het doelpubliek meer
vertrouwd is. Dergelijke verregaande aanpassingen vinden we nooit in vertaling van
volwassenliteratuur (Nikolajeva 2006: 285). Adapterende vertaalstrategieën verraden dus
(cultuurbepaalde) gangbare opvattingen van volwassenen over het cognitief vermogen van
kinderen.
Door een tekst vervreemdend te vertalen hoopt de vertaler het exotische kader te bewaren
en daarmee de kinderen iets bij te leren. Nikolajeva (2006: 286-7) beweert dat het behoud van
een vreemd element in de doeltekst echter de aandacht van de lezer trekt, zelfs afleidt met details
die de lezer van brontekst ongetwijfeld niet eens opmerkt. Deze nadruk strookt niet met het effect
van het origineel op zijn lezers. Daarenboven vraagt het behoud van een vreemd element soms
toegevoegde verklaringen wat dan weer niet overeenstemt met de stijl van het origineel. Deze
incongruenties kunnen worden door een vertrouwd element te introduceren (Nikolajeva 2006:
286). Nikolajeva (2006: 287) beweert dat dergelijke substituties mogelijk zijn zonder de
betekenis van de tekst te vervormen.
Nikolajeva (2006: 287) fungeert dus als advocaat voor de functionele benadering waar
“the goal is to approximate the response of source-text readers, and substituting a familiar notion
for a foreign would be considered more appropriate”. Het spreekt vanzelf dat zowel
domestication als localization door aanhangers van de equivalentietheorie wordt afgedaan als een
verfoeilijke aanpak (Nikolajeva 2006: 285).
Naast “die exotisierend-dokumentierende Übersetzung, die versucht das Fremde zu
bewahren” en “die adaptierende bzw. einbürgernde Übersetzung, in der aus der Kulturspezifik
des Fremden eigen kulturelle Elemente werden” onderscheidt O‟Sullivan (2000: 237) nog een
derde strategie die in zekere zin een nuancering van de adapterende strategie inhoudt: “die
neutralisierende Übersetzung, die versucht, das Fremde zu entkonkretisieren”. Een voorbeeld van
deze derde strategie vinden we in de Engelse vertaling Lollipop (Christine Nöstlinger): “Viele der
Personennamen […] werden in ihrer Originalform beibehalten, wobei lediglich Anrede oder Titel
sowie Phantasie- und Spitznamen übersetzt werden (aus Herr Bierbaum wird Mr. Bierbaum
usw.)” (O‟Sullivan 2000: 239). Een vergelijkbaar voorbeeld van neutraliserende vertaling uit het
18
eigen corpus is de vervanging van Professor Quirrell door professeur Quirrell of Duddydums
(koosnaam voor Dudley) door Dudlynouchet. Met het oog op de beschrijving van realia
eigennamen in vertaling lijkt het aangewezen de driedeling van O‟Sullivan (2000) te hanteren.
De vervreemdende strategie is van toepassing wanneer vreemde elementen worden bewaard.
Wanneer deze vreemde elementen worden vervangen door functionele equivalenten die
verankerd zijn in de doeltaal/-cultuur spreken we van een adapterende strategie. Vaak wordt bij
het vertalen van cultuurgebonden elementen echter gemakshalve gekozen voor een minder
radicale strategie: de vreemde elementen worden “entkronketisiert” en van vreemde connotaties
ontdaan maar toch niet vervangen door elementen die expliciet naar de doelcultuur verwijzen.
We denken hierbij aan attenuaties (cf. attenuation Aixelá 1996: 64), subtiele weglatingen enz.
Door frequente toepassing van dergelijke ingrepen verliest de tekst reliëf in vergelijking met het
origineel. Merknamen kunnen ,zoals Nikolajeva (2006) (cf. supra) opmerkt, worden vervangen
door een merknaam uit de doelcultuur. Men gaat op zoek naar een analogon uit de doelcultuur
wat duidelijk een adapterende strategie is. In de onderzochte vertalingen wordt voor een
neutraliserende vertaling gekozen voor Sellotape > Fr. du papier collant, Zw. tejpbitar en voor
Mars Bars > Fr. des barres de chocolat (de Zweedse vertaler daarentegen behoudt de merknaam
in het laatste geval: Mars ). Een vervaning door Dajm in de Zweedse vertaling zou duidelijk
adaptatie beogen en dit in sterkere mate dan het voorstel van de Franse vertaler
“chocoladerepen”. Om dergelijke gradaties in kaart te brengen biedt een derde neutraliserende
vertaalstrategie soelaas. In deze verhandeling worden de Zweedse en de Franse vertaling van
realia van naderbij beschouwd en wordt getracht deze vertalingen interpreteren volgens de drie
vertaalstrategiën.
19
4. Cultuur en vertaalwetenschap
4.1 Cultural Turn
Een vertaler wordt in zijn werk steeds geconfronteerd met wat Aixelá (1996: 53) “linguistic
diversity” noemt:
Linguistic codes in themselves are arbitrary systems in which the function and meaning of each
sign depend mainly on the sign in opposition to other signs, and not on a supposed objective
relation of equivalence with the continuum we call reality.
Door deze arbitraire relatie tot de werkelijkheid delen talen de werkelijkheid in op verschillende
manieren. We hebben hier niet te maken met een één-op-één-relatie tussen twee taalelementen
(ook wel anisomorfisme genoemd). Het is dus niet mogelijk om voor elk taalelement een
absoluut equivalent te vinden in een andere taal omdat de tegenhanger in een andere taal steeds
een andere plaats/functie inneemt in het woordveld. Een voorbeeld van “linguistic diversity” is de
Zweedse tegenhanger van dressing gown . In het Zweeds wordt dit nattrock of morgonrock
naargelang van het tijdstip waarop de kamerjas gedragen wordt. Het Zweeds kent geen
overkoepelende term en men moet noodzakelijkerwijs naar een specifiekere term grijpen.
Vertaling is echter al lang geen zuiver taalkundige bezigheid meer. Aixelá (1996: 53) stelt
dat culturen een “variability factor” vormen waarmee de vertaler rekening dient te houden. Ben-
Ari (1992: 222) beschrijft vertaling als “far more of a culturall process than a linguistic or literary
one”. Bassnett (2007: 13) merkt op dat binnen het vertaalwetenschappelijk onderzoek een
verschuiving heeft plaatsgevonden “from a more formalist approach to translation to one that laid
greater emphasis on extra-textual factors”. De focus ligt niet langer op equivalentie of
getrouwheid aan de doeltekst; bredere kwesties zoals ideologie, ethiek en cultuur zijn nu
prioritaire discussiepunten (Bassnett 2007: 13-4). De taak van de vertaler wordt bijgevolg
omschreven als “mediating between cultures”(Bassnett 2007: 14; cf. Davies 2003: 68). Bassnett
(2007) noemt dit de “cultural turn” binnen de vertaalwetenschap. Ook House constateert (2004:
494) een toenemende interesse voor “cultural studies” binnen de vertaalwetenschap. Gentzler
(2001: 70) meent de laatste twee decennia twee belangrijke ontwikkelingen op te merken zijn
binnen vertaalwetenschappelijke theorieën: de verschuiving van brontekstgerichte naar
doeltekstgerichte benaderingen alsook de tendens om naast linguïstische factoren ook culturele
factoren onder de aandacht te brengen. Aanhangers van de conservatieve visie dat
20
vertaalwetenschap zich enkel dient te focussen op talige aspecten van het vertaalproces probeert
Bassnett (2007: 23) op volgende manier van hun ongelijk te overtuigen:
Language is embedded in culture, linguistic acts take place in a context and texts are created in a
continuum not in a vacuum. A writer is a product of a particular time and a particular context, just
as a translator is a product of another time and another context. Translation is about language, but
translation is also about culture, for the two are inseparable.
4.2 Het cultuurbegrip
Het voorstel van Goodenough om het cultuurbegrip te definiëren dateert uit 1964 en wordt vaak
geciteerd (House 2004; Mussche 2008; Davies 2003) en bijvolg als gangbaar beschouwd:
[A] society‟s culture consists of whatever it is one has to know or believe in order to
operate in a manner acceptable to its members, and do so in any role that they accept for
one of themselves […] Culture is not a material phenomenon; it does not consist of
things, people, behavior, or emotions. It is rather an organization of these things. It is the
forms of things that people have in mind, their model of perceiving, relating, and
otherwise interpreting them. (geciteerd in House 2004: 495)
Het cultuurbegrip krijgt echter uiteenlopende invullingen. Uit postmodernistische hoek wordt het
cultuurbegrip bijvoorbeeld fel bekritiseerd en als een nutteloos concept ervaren: “cultures
themselves are […] mere ideologies, idealized systems simply serving to reduce real differences
that always exist between human beings in particular socially and geographically delimited
areas” (House 2004: 495).
4.3 Cultuurspecifieke items
In een tekst kan cultuur zich op verschillende niveau‟s manifesteren. Davies (2003: 68)
onderscheidt cultuurbepaalde elementen op tekstniveau: “discourse structure, rhetorical devices
and genre-specific norms”. Daarnaast kan culturele inhoud op het lexicaal of semantisch niveau
aanwezig zijn onder de vorm van verwijzingen naar cultuurgebonden gewoontes, tradities, kledij,
eten, drank en instellingen (Davies 2003:68). Kujamäki (2004: 920) onderscheidt “Realien im
logischen Sinne” en “Realien im weiteren Sinne”. In de eerste groep gaat het om voorwerpen,
zowel soortnamen (“Tierarten, Sitten und Gebräuche, Speisen und Getränke etc.”) als
eigennamen (“ein bestimmter Berg, eine bestimmte Behörde oder die Hauptstadt eines Landes”)
(Kujamäki 2004: 920). Vanuit een breder perspectief kunnen volgens Kujamäki (2004: 920)
echter ook talige kenmerken tot de realia gerekend worden. In deze scriptie worden echter enkel
21
cultuurgebonden elementen op lexicaal of semantisch niveau en “Realien im engeren Sinne”
onderzocht alsook de problemen waarvoor zij de vertaler stellen.
Om het onderzoek naar culturele aspecten (hierbij pragmatische en linguïstische aspecten
buiten beschouwing gelaten) van vertaling te operationaliseren gebruikt Aixelá (1996: 56-7) de
notie culture specific item (CSI). Aixelá wijst op de moeilijkheid om een definitie te geven: “[I]n
a language everything is culturally produced, beginning with language itself” (Aixelá 1996: 57;
nadruk in origineel). Auteurs gaan doorgaans een definitie uit de weg met het argument dat het
om een intuïtief gegeven gaat. Volgens Aixelá (1996: 57) is deze uitleg te arbitrair en stoelt hij
bovendien op een statische invulling van het begrip CSI. Aixelá (1996: 57) beweert dat de notie
CSI sterk afhankelijk is van de brontaal:
[I]n translation a CSI does not exist of itself, but as the result of a conflict arising from any
linguistically represented reference in a source text which, when transferred to a target language, poses a translation problem due to the nonexistence or to the different value (wheter determined
by idology, usage, frequency, etc.) of the given item in the target language culture.
Een term kan dus cultuurspecifiek zijn in een tekst die wordt vertaald naar taal A, terwijl
diezelfde term niet als zodanig wordt beschouwd als hij naar taal B wordt vertaald. „Ham‟ levert
in de meeste Europese landen geen vertaalprobleem terwijl dit in confrontatie met de Arabische
cultuur een taboewoord wordt en een andere behandeling vereist (Mussche 2008: 166).
Een tweede variabele component in Aixelá‟s definitie van een CSI is diens functie in de
tekst (2): CSIs ontstaan in een concrete context (Aixelá 1996: 58). Zo wordt de verwijzing naar
een varkensstaart in Arabische vertaling van Harry Potter and The Philospher’s Stone als
onschuldiger beschouwd (en dus bewaard) dan deze naar het varkensvlees (voedsel), hierboven
vermeld (Mussche 2008, 166).
Ten derde is de notie CSI ook sterk variabel in de tijd (3). Waarden, voorwerpen en
gebruiken die ooit tot een welbepaalde cultuur behoorden kunnen na verloop van tijd tot een soort
gemeenschappelijke cultuur gerekend worden (Aixelá 1996: 58). Wij zijn bijvoorbeeld allen
onderhevig aan een “culturele globalisering” (Aixelá 1996: 54) waarbij de Angelsaksische
cultuur terrein wint. Wij worden niet alleen meer vertrouwd met waarden en realia uit deze
cultuur, onze graad van tolerantie gaat ook hoger liggen terwijl we op elementen van andere
culturen eerder een procedure uit een heel repertoire van adapterende vertaalstrategieën zullen
toepassen (Aixelá 1996: 54): “[T]he receiving society is subject to a progressive familiarity with
Anglo-Saxon culture” (Aixelá 1996: 55). “Anderen” worden op den duur dus deelgenoot van
22
zaken die ooit typisch waren voor een welbepaalde cultuur. Dit heeft uiteraard gevolgen voor het
optreden van de vertaler: de ingreep op cultuurspecifieke elementen om deze bij transfer naar een
andere cultuur aanvaardbaar te maken voor de doelcultuur wordt miniem (Aixelá 1996: 55).
Aixelá (1996: 55) vindt dan ook dat de vergelijking van verschillende versies van een vertaling
veelzeggend kan zijn om de toegepaste strategieën op eenzelfde cultuurelement doorheen de tijd
te vergelijken.
De dynamische definitie van Aixelá is een wankel uitgangspunt indien men uitspraken wil
doen over vervreemdende en adpaterende houdingen. Daarom worden in deze verhandeling
enkele thematische en dus ook statische categorieën afgebakend: kledij, schooltermen en
eigennamen. In de analyse worden ook elementen opgenomen die volgens Aixelá‟s definitie geen
CSIs zijn.
23
5. Realia
In de meeste discussies over hoe men dient om te gaan met cultuurbepaalde termen en
uitdrukkingen pleegt men verschillende soorten culturele verwijzingen op te lijsten en een aantal
mogelijke procedures aan te reiken om met elke soort om te gaan (Davies 2003: 70). Het aantal
categorieën en „oplossingen‟ voor deze culturele transfer verschilt sterk van auteur tot auteur. Dit
geldt ook voor de terminologie die eraan wordt gekoppeld, maar er zijn heel wat overlappingen:
het is vaak een kwestie van graad van specificiteit en soms worden gewoon verschillende labels
gekozen voor eenzelfde concept. Wat bijvoorbeeld Aixelá (1996) absolute universalization
noemt, lijkt overeen te komen met het concept kernvertaling van Grit (2004), globalization van
Davies (2003) en hyperonymische Übersetzung van Kujamäki (2004). Omwille van de
duidelijkheid zal ik in wat volgt dan ook de classificatie van één auteur, Davies (2003),
bespreken, en het is ook de categorisatie van vertaalstrategieën door Davies (2003) die ik in mijn
onderzoek zal hanteren.
5.1 Methode van Eirlys E. Davies en haar kritiek op het systeem van Aixelá
Volgens Davies (2003: 70) vormt Aixelá‟s taxonomie een interessant uitgangspunt (zij zal er dan
ook ettelijke malen naar verwijzen) hoewel ze bedenkingen heeft bij enkele onderstellingen. Al
licht Aixelá zijn indeling op een heldere manier toe, toch blijken enkele onderscheidingen
moeilijk te operationaliseren. De grenzen tussen Aixelá‟s limited universalization, absolute
universalization en neutralization bijvoorbeeld (onder de strategieën waarbij de doeltekst
primeert op de brontekst) zijn volgens Davies nogal flou. Limited universalization omvat de
substitutie van een CSI van de broncultuur door een ander meer transparant CSI van de
broncultuur (an American footbal > un balón de rugby (een rugby-bal))9. Bij absolute
universalization wordt geopteerd voor een neutrale referentie, volledig ontdaan van enige
vreemde gevoelswaarde (corned beef > lonchas de jamón (sneetjes ham)). Wanneer dollars
vervangen worden door duros, spreekt Aixelá van naturalization of substitutie door een CSI van
de doelcultuur. Davies merkt terecht op dat men zich de vraag kan stellen of rugby een
kenmerkend Engels CSI is en of ham zo universeel en neutraal is zoals wordt beweerd in de
definitie van absolute universalization. Ham wordt met bepaalde culturen geassocieerd maar kan
9 De voorbeelden die Davies aanhaalt zijn voorbeelden waarmee Aixelá zelf zijn strategieën illustreert.
24
in bijvoorbeeld Egypte zeker niet als neutraal worden beschouwd (Davies 2003: 70-71). Aixelá
neemt hier een al te westers perspectief in en maakt onderscheidingen die niet houdbaar zijn.
Verder kan Davies zich ook niet vinden in de rangorde die Aixelá voorstelt: hij rangschikt
zijn vertaalprocedures volgens hun graad van “intercultural manipulation” (zie figuur) (Aixelá
1996: 60). Het is tevens niet ongewoon dat vertaalstrategieën geclassificeerd worden volgens hun
graad van adaptatie. Davies vernoemt Ghazala (2002) die zijn procedures zelfs van de “beste”
(culturele equivalenten) naar de “slechtste” (glossen, verklarende woordenlijsten en voetnoten)
ordent (Davies 2003: 70). Davies twijfelt aan de mogelijkheid van dergelijke absolute
rangschikkingen: er is geen voorspelbare, ondubbelzinnige relatie tussen de aangewende
vertaalprocedures en hun graad van getrouwheid aan de tekst. Het is haar niet duidelijk waarom
bijvoorbeeld deletion verder van de brontekst zou liggen dan naturalization maar wel dichter bij
de brontekst dan autonomous creation (Davies 1993: 71). Noch bestaat er volgens Davies zo een
ondubbelzinnige relatie tussen de procedures en hun graad van “domestication” of
“foreignization”. Davies beweert dat men enerzijds een vervreemdend effect kan bekomen zowel
door een CSI te behouden (repitition) als door een nieuwe te creëren (autonomous creation).
Anderzijds kan men kan een tekst toegankelijker maken voor het doelpubliek zowel door een CSI
te expliciteren via extra informatie (intratextual gloss) als door de weglating ervan (deletion)
(Davies 1993: 97). Op basis van deze kritische bedenkingen verkiest Davies dus een eigen
terminologie om de vertalingstrategieën die gebruikt worden in Harry Potter te beschrijven.
25
Als laatse punt van kritiek verwerpt Davies Aixelá‟s indeling van cultuurbepaalde termen
in “proper names” en “common expressions” (Aixelá 1996: 59). Dit onderscheid wordt afgedaan
als irrelevant, of toch tenminste voor een onderzoek naar CSIs. Ze confronteert Aixelá met zijn
eigen dynamische definitie van een CSI (cf. § 4.3): zij stelt immers dat niet elke eigennaam als
een CSI beschouwd moet worden. Eigennamen kunnen ook “intercultureel” (indien zij thuis
horen in meerdere culturen) of “acultuureel” zijn (indien ze onmogelijk aan een bepaalde taal of
cultuur gelinkt kunnen worden) (Davies 2003: 71). Ook Nord (2003: 185) merkt op dat eenzelfde
eigennaam zowel in de broncultuur als in de doelcultuur kan bestaan. In de vertaling verandert de
nationaliteit van het personage dan louter door een verschil in uitspraak: een Franse Robert wordt
b.v. een Engelse Robert. Wanneer sommige eigennamen bicultureel zijn en andere niet, dan kan
dit de homogeniteit van de setting echter enigszins verstoren.
Hierbij komt dat Rowling het niet zo nauw neemt met het traditionele onderscheid tussen
soortnamen en eigennamen. Zij voorziet alle magische voorwerpen van een hoofdletter, zo ook
bijvoorbeeld Keeper, een bestaande Engelse soortnaam. Dit gebruik van hoofdletters geeft aan
dat deze woorden een unieke betekenis krijgen in de tovenaarswereld (Jentsch 2002: 300). De
hoofdletter is hier dus bij uitstek functioneel. Zowel de semantische context (er is geen unieke
buitentalige referent) als de grammaticale context (ze zijn bijvoorbeeld vaak vergezeld van een
determinant en kwalificerende elementen) wijzen erop dat deze woorden nog dicht aanleunen bij
hun oorspronkelijke statuut van soortnaam. Omdat de overgang tussen soortnamen met een
hoofdletter (bijvoorbeeld Keeper) en eigennamen met een min of meer transparante, appellati-
vische betekenis (bijvoorbeeld Fat Lady) heel moeilijk te maken is, zullen in deze verhandeling
alle termen met hoofdletter onder eigennamen behandeld worden. De vertaling van eigennamen
zal in een aparte sectie worden opgenomen en er zal een ander systeem gehanteerd worden dan
hetgeen Davies aanwendt voor haar beschrijving van CSIs omdat de vertaling van eigennamen
een veelbesproken vertaalprobleem is en dus een diepere en meer specifieke analyse verdient (cf.
hoofdstuk 6).
5.2 Individuele procedures
In deze paragraaf licht ik de procedures toe die Davies van toepassing acht in de Harry Potter-
vertalingen. Zij hamert erop dat zij geen absolute rangschikking ambieert in het perspectief van
domestication/foreignization. We illustreren volgende vertaalstrategieën zowel met voorbeelden
26
aangehaald in Davies‟ artikel (en dan vooral types van voorbeelden die ook in mijn corpus
voorkomen) als met voorbeelden uit het eigen corpus die relevant zijn om de definitie van Davies
verder te expliciteren.
5.2.1 Preservation
Binnen deze categorie maakt Davies nog een onderscheid tussen formal en semantic preservation.
In het eerste geval wordt geopteerd voor het ongewijzigde behoud van het CSI (of wat Aixelá
(1996: 55) ook wel non-translation noemt) omdat in de doelcultuur geen cultureel equivalent te
vinden is. Davies (2003: 72) wijst erop dat dit proces aan de basis ligt van leenwoorden. Vanuit
een vertaalwetenschappelijk perspectief is de vraag of het woord wordt overgenomen uit de
brontekst dan wel of het woord al is geïntegreerd in de doeltaal. Hoewel dit een louter gradueel
verschil is en Davies beide fenomenen geen verschillend label toekent, kan dit onderscheid
worden nagegaan door te kijken of het woord in kwestie als lemma in het woordenboek is
opgenomen. Dat een woord in het woordenboek voorkomt, is volgens Davies (2003: 73) geen
garantie dat kinderen dit woord zullen verstaan; laat staan er dezelfde gevoelswaarde bij hebben
als de lezers van het oorspronkelijke werk. Zij denkt hierbij aan de overname van het woord
porridge in de Franse vertaling. Ze stelt dat welwillendheid ten aanzien van dergelijke processen
overigens verschilt naargelang de taalgemeenschap en het doelpubliek.
Onder een tweede subcategorie, semantic preservation, verstaat Davies cultuurspecifieke
termen die een “letterlijke” of, om het met een term van Aixelá (1996: 61) te zeggen, een
“linguïstische (niet-culurele) vertaling” vereisen. Men grijpt hierbij terug op reeds “gevestigde”
vertalingen (bijvoorbeeld dollars > dóllares in het Spaans) of men speelt in op de transparantie
van het CSI (bijvoorbeeld Grand Jury > gran jurado). Het CSI wordt dus “vertaald” maar die
vertaling verwijst naar een referent in de broncultuur, waarbij de zaak in kwestie zelfs niet kan
bestaan in de doelcultuur. Davies (2003: 74) illustreert deze strategie met de Duitse vertaling inch
> Zoll. De Zweedse vertaalster, Lena Fries-Gedin, heeft ook voor deze strategie geopteerd (inch
> tum). Omdat het niet altijd duidelijk is hoe uniek bepaalde CSIs in een bepaalde cultuur- of
taalgemeenschap zijn, zullen in de subcategorie semantic preservation ook CSIs opgenomen
worden, die dat maar in beperkte mate zijn, namelijk als in de doelcultuur equivalenten bestaan
voor de termen uit de broncultuur en de referent dus in zekere mate intercultureel blijkt te zijn.
27
De Franse vertaler Jean-François Ménard vertaalt tailcoat in Harry Potter bijvoorbeeld door frac
à queue-de-pie en ook de Zweedse vertaler heeft een gevestigde term voorhanden: jacket.
Als men het CSI klakkeloos, zonder verklaring overneemt (formal preservation), kan
soms verwarring ontstaan. Wanneer Ron gefascineerd is door de vorm van een fifty pence-
muntstuk, moet de lezer weten dat dit de ongewone vorm heeft van een zevenhoek om het
gesprek te begrijpen. Een lezer die deze achtergrondkennis niet heeft, blijft in het ongewisse over
de oorzaak van Rons uitroep: “Weird What a shape! This is Money?”(Davies 2003: 74).
Het vervreemdende effect dat bewerkstelligd wordt door het behoud van de originele term
in de doeltekst, kan afnemen naarmate de term terugkeert in de tekst. Dit geldt zeker voor de
Harry Potter-boeken waarin bepaalde CSIs (Brits eten, personages, plaatsnamen…) een
bestendig motief zijn en na enige tijd bijna vertrouwd gaan aanvoelen voor de lezer (Davies
2003: 77). Aixelá (1996: 70) geeft aan dat “recurrence” van het CSI meespeelt in de keuze van de
vertaler. De frequentie van het CSI is net als de “textual centrality” “a force that pushes the
translator to give it the biggest possible degree of conservation” Aixelá (1996: 70). Deze
uitspraak wordt echter genuanceerd: ook andere factoren, zoals stilistische normen van de
doelcultuur, hebben deel in de beslissing van de vertaler. Aixelá (1996: 70) merkt verder ook nog
op dat in de Engelstalige traditie lexicale herhaling gangbaar is, waardoor de term vaak herhaald
wordt en er bij de lezer gemakkelijk gewenning optreedt. In Spanje daarentegen zou men lexicale
herhaling eerder proberen te vermijden.
5.2.2 Addition
In een tweede geval kan men ervoor kiezen informatie toe te voegen. Ten eerste kan dit door het
CSI te behouden en wat extra informatie te verschaffen, wat de facto een combinatie van
preservation en addition inhoudt. Een dergelijke ingreep houdt het risico in dat het verhaal
onnodig wordt opgehouden door details (Davies 2003: 77). Davies illustreert dit met de Franse
vertaling van prefect in de Harry Potter-boeken (cf. supra). In de Franse vertaling wordt
onopvallend informatie ingevoegd doordat een personage een ander personage om uitleg vraagt:
“Préfet? Qu‟est-ce que c‟est que ça? demanda Harry” (ES: 107). Het kan uiteraard minder
discreet gebeuren door verwijzingen naar voetnoten of naar een verklarende woordenlijst.
Voetnoten verplichten de lezer wel het lezen te onderbreken wat als hinderlijk kan ervaren
worden. De tolerantie tegenover deze procedure hangt nauw samen met de vertaaltraditie en de
28
verwachtingen van het doelpubliek: zo zouden Chinese kinderen vertrouwd zijn met het gebruik
van voetnoten (Davies 2003: 78). De toegevoegde informatie is echter niet altijd even relevant.
Zo werd in de Chinese vertaling van het vierde boek volgende voetnoot toegevoegd aan bugging:
can also mean „turn into a beetle‟10
(Davies 2003: 79).
Ten tweede kan het CSI ook louter vervangen worden door een verklaring of beschrijving
van de zaak zodat het behoud van de oorspronkelijke term overbodig wordt. Als voorbeeld geeft
Davies de Franse vertaling van Dundee > la côte est de l’Écosse in de volgende passage:
Viewers from as far apart as Kent, Yorkshire and Dundee have been phoning in to tell me that
instead of the rain I promised yesterday, they‟ve had a downpour of shooting stars! (PS: 11)
Rowling wil aantonen dat de telefoontjes van over het hele land kwamen. De exacte locatie van
Dundee doet niets ter zake en de Franse vertaler heeft dit duidelijk begrepen. Kent en Yorkshire
laat hij echter onvertaald (preservation): hij gaat er dus vanuit dat de lezers vertrouwd zijn met
deze termen. De vertaler moet zijn lezerspubliek dus goed kunnen inschatten en weten over
welke kennis het beschikt opdat hij de juiste beslissing neemt over welke informatie moet
geëxpliciteerd worden (Davies 2003: 78).
Ten derde spreekt men ook van addition als de graad van expliciteit toeneemt: zaken die
impliciet blijven in de brontekst worden in de doeltekst expliciet gemaakt. Wanneer Snape in de
Franse vertaling vertaald wordt door Rogue (arrogant, laatdunkend, uit de hoogte) wordt een
subtiele allusie meteen veel uitdrukkelijker (Davies 2003: 79). Mogelijke dubbelzinnigheden
kunnen hierdoor verloren gaan. Een ander voorbeeld van grotere explicietheid vinden we in de
Zweedse vertaling van boater: roddarhatt. In de Zweedse vertaling geven de constitutieve
elementen van de samenstelling immers beter aan waarover het gaat in vergelijking met de
originele term. Hieronder vallen ook idiomatische begrippen die een transparantere en explicie-
tere vertaling krijgen. Het verschil met semantic preservation is hier wel heel miniem, zeker
wanneer het idioom al behoorlijk transparant blijkt te zijn. Bobble hat wordt bijvoorbeeld door de
Franse vertaler weergegeven door bonnet à pompons en hoewel bobble hat als idioom kan
beschouwd worden, stijgt de transparantie niet spectaculair in de vertaling in bonnet à pompons.
Daarenboven vormt bobble hat geen lemma in de Oxford English Dictionary of in Collins
Cobuild English Dictionary (indien dit wel het geval was, zou dit op het idiomatische karakter
van het begrip wijzen) en komt het begrip in beide woordenboeken slechts in een voorbeeldzin
10 http://www.cjvlang.com/Hpotter/miscellaneous/footnotes.html (geraadpleegd op 8 april 2009)
29
onder het lemma bobble aan bod. In het vertalend worodenboek (E-NL) wordt bobble hat
daarentegen wel opgenomen als een lemma. Als we dit geval vergelijken met de Zweedse
vertaling van top hat (idioom) dat ook door een equivalent (weliswaar transparanter) idioom hög
hatt vertaald wordt, kan men hier eerder van preservation spreken dan in in het geval van bobble
hat > bonnet à pompons. Het feit dat een begrip als lemma voorkomt in het woordenboek (in het
vertalend woordenboek of het eentalig woordenboek) zal hier als criterium gehanteerd worden
om te beslissen over het idiomatische karakter van het begrip. Het in zekere mate artificiële
karakter van dit criterium indachtig wordt hierbij echter niet naar een absolute categorisatie
gestreefd.
5.2.3 Omission
Bij deze strategie wordt de cultuurbepaalde term eenvoudigweg weggelaten, bijvoorbeeld omdat
hij als te problematisch wordt beschouwd. Er zijn echter verschillende oorzaken die deze
strategie motiveren:
(1) het kan een soort ultieme uitweg zijn omdat geen andere strategie soelaas biedt;
(2) de vertaler kan menen dat het vinden van een oplossing niet opweegt tegen de inspanning die
de vertaler of de lezer hiervoor moet leveren: “Sometimes the cost of finding an effective
alternative for a cultural reference which is not readily transferable may be judged to outweigh
the benefit which would be gained by providing one” (Davies 2003, 81). Denk hierbij aan de
Franse vertaling van fifty pence (cf. supra). De vertaler zou hier met veel kunst- en vliegwerk tot
een tevredenstellende oplossing kunnen komen zodat de lezer de verwondering van Ron zou
begrijpen. Davies (2003: 74) stelt zich echter de vraag of het vertalen van zulk een detail de
moeite loont;
(3) een verklaring of omschrijving (addition) kan het CSI zodanig in de verf zetten dat het meer
nadruk krijgt dan in de oorspronkelijke tekst.
Volgens deze drie argumenten hoeft omission niet zo een radicale ingreep te zijn zoals
Aixelá (1996) het voorstelt in zijn rangschikking. De Franse vertaler opteert dikwijls voor deze
strategie als aan typisch Britse eetgewoonten wordt gerefereerd: in de beschrijving van het
kerstdiner wordt Yorkshire pudding weggelaten en wordt peas and carrots vervangen door
légumes divers (deze laatste ingreep is een vorm van globalization, cf. § 5.2.4). Met zo een
gedetailleerde weergave van de gerechten wil Rowling aangeven dat het lievelingskostje van
30
ieder kind voorhanden was. De gerechten die hier worden weggelaten zijn echter niet gekend
onder Franse kinderen (Yorkshire pudding) of komen hen niet bepaald feestelijk of smakelijk
voor (peas, carrots) (Davies 2003: 81).
Omission kan voor Davies ook betrekking hebben op een enkel aspect van de realia,
namelijk het register. Ze beschouwt de vertaling van Hagrids taal als “a systematic application of
the omission strategy” (Davies 2003, 82) omdat slang consequent wordt weergegeven als
standaardtaal in de Franse vertaling. Volgens haar is de weglating van dit aspect nadelig voor de
karaktertekening van het personage. Als je deze ingreep in zijn totaliteit bekijkt, lijkt het mij
echter meer om globalization (§ 5.2.4) te gaan of het neutraliseren van enkele cultuurspecifieke
en dus voor het doelpubliek vreemde associaties. Hoewel we voor beide strategieën argumenten
kunnen leveren, wordt in dit eigen onderzoek steeds geprobeerd om elk voorbeeld onder slechts
één (dominante) categorie te classificeren, om zo ook een eenduidiger overzicht te verkrijgen van
de toegepaste vertaalstrategieën.
5.2.4 Globalization
“Globalizing of texts” betekent dat termen typisch voor een specifieke cultuur vervangen worden
door algemenere of neutralere zodat ze begrijpelijk zijn voor een rist verschillende culturen
(Davies 2003: 83). Het voordeel van deze strategie spreekt voor zich: “Clearly, this is a
convenient method of opening up the text to a wider audience, since it succeeds in conveying the
essential characteristics of a referent while avoiding what might be disconcertingly unfamiliar.
(Davies 2003: 83). Een mogelijk nadeel voor de doeltekst is echter dat veelvuldig gebruik van
deze procedure resulteert in de “inhoudelijke en stilistische vervlakking ten opzichte van het
origineel” (Grit 2004: 283) of zoals Davies het zelf noemt “loss of association”(Davies 2003: 83).
In de Franse vertaling wordt bun bijvoorbeeld quelque chose à manger. De globalization-
strategie wordt door de Franse vertaler vaak gehanteerd om Brits eten te transponeren, en de
Franse kinderen krijgen hierdoor een vagere beschrijving.
5.2.5 Localization
In plaats van vervanging door een “cultuurvrije” term (Davies 2003: 83) hierboven beschreven
kan ook geopteerd worden voor een term die verankerd is in de doelcultuur. Een veelvuldige
toepassing van deze strategie resulteert in een tekst die in de doelcultuur ontstaan lijkt te zijn
31
(Davies 2003: 84). In het perspectief van “reading as an original” versus “reading as the
original”, aangehaald door Toury (1980), neigt men hier dus meer naar het eerstgenoemde.
Deze procedure wordt dikwijls tegenover globalization gesplaatst en biedt ook een
oplossing voor de “vervlakking” die globalization in de hand kan werken. Het gevaar is evenwel
dat kenmerkende elementen van de doelcultuur onverenigbaar worden met de Britse setting. Ook
deze strategie wordt door de Franse vertaler toegepast op Britse gerechten: zo worden boiled
potatoes > gratin en Christmas cake > bûches de Noël. Er moet dus een compromis gevonden
worden tussen enerzijds gerechten die appetijtelijk zijn voor Franse kinderen en gerechten die
niet afsteken tegen de Britse context anderzijds: “There is a very fine line between passable and
implausible localization” (Davies 2003: 84).
De vertaler moet er wel rekening mee houden dat het invoeren van sommige localizations
voor mogelijke dwingende implicaties kan zorgen voor rest van de tekst. In volgende vertaling
schuilt een chronologische incongruentie:
Perhaps people have been celebrating Bonfire Night early- it‟s not till next week, folks! (PS: 10-1)
Folk kanske har firat valborgsmässoafton i förväg – det är inte förran nästa vecka, got folk! (VS:
15-6)
Bonfire Night wordt gevierd op 5 november en hiermee wordt Harry‟s aankomst bij de familie
Dursley gesitueerd (een week vóór 5 november). Bij dit feest horen vreugdevuren vergelijkbaar
met deze op valborgsmässoafton dat naar Zweedse traditie echter in het voorjaar gevierd wordt
(30 april). De datum 5 november moet evenwel behouden worden want later zal blijken dat Harry
bij zijn oom en tante aankomt op 31 oktober.
Sommige localizations doet Davies af als te gretig. De Franse vertaler vertaalt de
afmeting van een toverstaf 13 ½ inch door 33,75 centimètres, allicht om informatief te zijn. Ze
vraagt zich af of het wel nodig was om dit zo nauwkeurig, tot op een kwart van een centimeter, te
vertalen.
Het verschil tussen de categorie semantic preservation en localization is niet altijd even
duidelijk. De vraag is of het alternatief in de doeltaal een letterlijke vertaling is dan wel of de
vertaling een cultureel equivalent (specifiek voor de doelcultuur) benoemt. Als knickerbockers in
de Franse vertaling vertaald wordt door pantalon de golf, dan moet men zich al afvragen of
knickerbockers gebruikt worden om te golfen, wil het om preservation in de strikte zin van het
32
woord gaan. Dit blijkt het geval te zijn. Anderzijds is de “golfbroek” waarvan sprake is, niet
eenvoudigweg een broek waarmee je gaat golven maar verwijst het woord wel degelijk naar een
speciaal type broek. Nationalencyklopedin maakt een onderscheid tussen knickerbockers en
golfbyxor waardoor het dus om twee verschillende zaken lijkt te gaan. De Zweedse vertaler heeft
echter voor geen van beide gekozen en gebruikt de algemenere term knäbyxor. Knickerbockers is
volgens Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal een “wijde kniebroek waarvan de
pijpen onder de knie zijn samengebonden”. De Oxford English Dictionary voegt hieraan toe:
“worn by boys, sportsmen, and others who require a freer use of their limbs”. De typische
golfbroek plus fours11
wordt echter ook als een soort knickerbockers beschouwd (cf. de definitie
van plus fours in de OED). Knickerbockers omvat dus meer dan alleen pantalons de golf
(globalization). Men kan hier ook argumenteren dat er sprake is van addition (cf. 5.2.2): de sport
waar deze broek wordt gebruikt, wordt immers geëxpliciteerd. Pantalon de golf is echter wel een
gevestigde vertaling van knickerbockers (zowel in TLF als in PR) en ook andersom vinden we
knickerbockers terug onder pantalon de golf. Het begrip lijkt een intercultureel statuut te hebben
vergaard en dus wordt er geopteerd voor semantic preservation.
5.2.6 Transformation
Onder transformation begrijpt Davies vertalingen die een inhoudelijke verandering inhouden die
nog verder gaat dan globalization of localization. De verwachtingen van het doelpubliek of
eerder hun welwillendheid om zonderlinge termen te gedogen zijn doorslaggevend in de keuze
om deze strategie aan te wenden. Davies (2003) wijst op de vervorming van de titel in de Franse
vertaling: Harry Potter and the Philosopher’s Stone > Harry Potter à l’École des sorciers. Net
als de vertaling van de tovenaarskrant The Daily Prophet > la Gazette des Sorciers beschouwt zij
deze als banaler, meer beschrijvend en doorzichtiger dan het origineel (Davies 2003: 87).
Davies vernoemt hier ook enkele vertalingen die volgens haar toespelingen vertalen die
niet aanwezig zijn in de brontekst en vertalingen die een verkeerde interpretatie van de vertaler
doen vermoeden. De Franse vertaler vertaalt a bogey flavoured [Bertie Bott’s Bean] door un
[Dragée Surprise de Bertie Crochue] au sang de gobelin. Hij heeft bogey geïnterpreteerd als
11 Strikt genomen reiken plus fours tot vier inches onder de knie en zijn dus vier inches langer dan de “traditionele”
knickerbockers.
33
bogeyman (boeman) en niet als het bedoelde snot. Hierdoor wordt de lezer onthouden van het
soort humor dat populair is onder kinderen.
5.2.7 Creation
Hier creëert de vertaler een CSI in de doeltaal dat afwezig is in de brontaal. Volgens Aixelá
(1996: 64) zou deze strategie weinig voorkomen. In de vertaling van de volgende eigennaam
heeft de Franse vertaler de moeite genomen om naast het overbrengen van een beschrijvende
betekenis de vertaling te voorzien van een Engelse toets: Fang > Crockdur.
5.3. Realia in de Franse en de Zweedse vertaling
5.3.1 Kledij
Een eerste thematische categorie waarbij de vertaler op culturele verschillen kan stoten is kledij.
Overcoat en zijn hyperoniem coat krijgen zowel in het Frans als in het Zweeds dezelfde vertaling
respectievelijk manteau en rock. We vinden deze begrippen terug in uiteenzettingen over het
robuuste uiterlijk van Hagrid. Dat de overcoat normaliter een langere en warmere versie van de
coat aanduidt, kan ook afgeleid worden uit weersomstandigheden waarin Hagrid een overcoat
draagt: “Hagrid could be seen from the upstairs windows, defrosting broomsticks on the
Quidditch pitch, bundled up in a long moleskin overcoat” (PS: 132). Later in het verhaal komt
Hagrids overcoat opnieuw ter sprake en voegt de Franse vertaler een adjectief toe (addition): “un
gros manteau” (ES: 234). Het adjectief moleskin in Hagrids moleskin overcoat omvat ver-
schillende zaken. Het woord kan eenvoudigweg naar het vel van een mol verwijzen. Men kan ook
doelen op het typische Engelse „leer‟, een dicht katoenen weefsel dat vooral gebruikt wordt voor
beschermende werkmansbroeken en dat door zijn matte en glanzende zijde veel weg heeft van
leer (OED; NL; E-NL). In een eerste beschrijving van Hagrid kiezen zowel de Zweedse als de
Franse vertaler voor mollenvel (manteau en peau de taupe en mullvadsskinn). Dit lijkt een
logische keuze omdat in de beschrijving van Hagrid nog andere dierenhuiden genoemd worden:
“rabbit-fur gloves and enormous beaverskin boots” (PS: 133). Wanneer Hagrids moleskin
overcoat een tweede keer vernoemd wordt, blijft de Franse vertaler min of meer bij zijn eerste
voorstel: en poil de taupe (ES: 234) (cf. en peau de taupe). De Zweedse vertaler kiest voor
“mollskinnsrock”, wat echter eerder de tweede betekenis overbrengt. Het maakt niet uit voor
welke betekenis geopteerd wordt (al is mollenvel aannemelijker in de eerste beschrijving) maar
34
omdat deze mantel toch het typerende kledingsstuk is voor Hagrid, is een consistente vertaling
wenselijk. In het laatste hoofdstuk wordt coat nog op een andere manier vertaald maar ook in het
origineel verschuift de betekenis. Het betreft nu niet langer de logge mantel van Hagrid maar
duidt veeleer de vrijetijdskledij (die in schril contrast staan met hun statige tovenaarsgewaden)
aan die leerlingen aantrekken tijdens hun tocht huiswaarts: “pulling of their wizard robes and
putting on jackets and coats” (PS: 222). Door de nevenschikking met jacket wordt ook een zekere
betekenisverwantschap tussen de termen gesuggereerd. De Zweedse vertaler bereikt het
contrasterend effect niet ten volle door zijn voorstel kappa, wat voor een geklede (dames)jas staat
en zelfs de associatie met een uniform oproept. De Franse vertaler koos voor blouson wat de
beoogde functie, met name de ontspannen jongerenkledij, meer benadert.
Jacket wordt in de Zweedse vertaling steeds jacka (preservation). In de Franse vertaling
wordt jacket eens weggelaten (samen met de zin waarin de term voorkomt: “[h]e and Ron took
off teir jackets and pulled on their long black robes” (PS: 83) wordt “Ron et Harry enfilèrent leur
robe de sorcier” (ES: 118). Ook in de samenstelling jacket sleeve laat de vertaler de verwijzing
naar jacket weg wat revers de manche oplevert. Pas in hoofdstuk 11 wordt de term voor het eerst
vertaald door veste. En ook in het laatste hoofdstuk, wanneer de leerlingen terug hun “gewone”
kledij aantrekken (cf. supra coat), wordt jacket vertaald door veste.
Het woordenboek heeft voor al deze kledingstukken wel een rits alternatieven klaar. Voor
kledij waaraan een nagenoeg specifieke definitie beantwoordt zoals tailcoat (cf. § 5.2.1),
knickerbockers (cf. 5.2.5), galoshes (cf. infra) is het aantal mogelijke vertalingen beperkt.
Polyseme begrippen zoals (over)coat, jacket enz. stellen de vertaler evenwel voor moeilijkheden
omdat deze kledingstukken dikwijls hun precieze betekenis pas krijgen in context en dan nog is
niet altijd duidelijk wat nu precies bedoeld wordt. Omdat de begrippen van twee talen elkaar
nooit volledig dekken, doet de vertaler er daarom beter aan de functie in de tekst te achterhalen
en een equivalent te zoeken in de doelcultuur die deze functie kan overbrengen, zoals de Franse
vertaler deed door coat door blouson te vervangen. Al tracht de vertaler semantic preservation te
bekomen, toch is localization hier altijd enigszins van kracht.
In het eerste Harry Potter-boek vinden we in de persoonsbeschrijvingen ook een scala aan
hoofddeksels. Pointed hat wordt in geen enkele van de geraadpleegde woordenboeken (OED,
CCED, E-NL) als lemma opgenomen, en staat zelfs niet vermeld als voorbeeld onder een van de
35
constituenten. Bijgevolg wordt pointed hat niet als een vaste verbinding beschouwd. De vertaler
kan zonder schroom het geheel letterlijk vertalen (Fr. chapeau pointu, Zw. spetsig hatt). De rear
admiral in rear admiral’s hat wordt vervangen door de overeenkomstige rang binnen de
zeemacht van de doelcultuur (Fr. chapeau de contre-amiral, Zw. konteramiralshatt)
(preservation). Top hat kent zowel in het Frans als in het Zweeds tegenhangers die daarenboven
net zoals in het origineel idiomen zijn (Fr. chapeau haut de forme, Zw. hög hatt). De bobble hat
ondergaat in de Franse vertaling echter een addition omdat het begrip van zijn idiomatische
karakter wordt ontdaan in bonnet à pompons (cf. § 5.2.2 ). De Zweedse vertaler geeft een
eigenaardige omschrijving, pösig hatt (gezwollen hoed), waaruit blijkt dat de vertaler de
idiomatische verbinding tussen bobble en hatt over het hoofd heeft gezien. Bij het uniform van
Dudley‟s nieuwe school dat bestaat uit knickerbockers en tailcoats horen ook “flat straw hats
called boaters” (PS: 29). Het CSI boater wordt zelfs in het origineel verder toegelicht. De Franse
vertaler kiest meteen voor het Franse equivalent canotier zonder meer. Het Franse publiek is
misschien meer vertrouwd met canotier dan het pubiek van de brontekst met boater, waardoor
het de uitleg dat het om een platte strohoed gaat als redundant zou ervaren. De Zweedse vertaler
heeft alleen het hyperoniem van boater, halmhatt, ter beschikking en is dus genoodzaakt zich te
beroepen op een samenstelling die overigens een neologisme is, namelijk roddarhattar (cf. §
5.2.2): “platta halmhattar som kallades för roddarhattar” (VS: 39). Zowel het loutere feit dat de
referent een hoofddeksel is als de gelegenheid waarbij dit hoofddeksel oorspronkelijk werd
gedragen, wordt expliciet gemaakt. De vertaling is bijgevolg transparanter dan de originele term
(addition). Merk op dat Norstedts Engelska Ordbok “platt halmhatt” aangeeft als vertaling voor
boater.
Robes12
wordt in de Franse vertaling meestal weergegeven door robe of robe de sorcier.
Het magische karakter wordt in het laatste geval expliciet vermeld. Dergelijke toevoegingen
vinden we echter nooit in de Zweedse vertaling. Behalve een sporadische toevoeging (lång
klädnad) vertaalt de Zweedse vertaler robes consequent door klädnad. Een enkele keer wordt in
de Franse versie voor een algemenere term gekozen, vêtement. In volgend fragment wordt the
sleeve of Harry’s robe > [son] bras (transformation): “Neville clutched the sleeve of Harry‟s
12 Dit is een meervoudsvorm met een enkelvoudige betekenis. Dit meervoud heeft dezelfde connotaties als het
enkelvoud (OED).
36
robe and made a choking noise” (PS: 182) wordt “Harry sentit la main de Neville lui serrer le
bras” (ES: 254). Soms wordt robes weggelaten als de context dit in zekere mate toelaat: “Ron let
go of the front of Malfoy‟s robes (PS: 144) wordt “Ron lâcha Malefoy (ES: 201) en “Harry felt in
the pocket of his robes […]” (PS: 160) wordt “Harry fouilla dans sa poche […]” (ES: 223). In
volgend geval wordt de situatie enigszins vrij vertaald waardoor de verwijzing naar robe wegvalt:
“Neville‟s robes had barely whipped round the corner when they heard Filch enter the trophy
room” (PS: 117) wordt “[i]ls filèrent en silence jusqu‟à la porte opposée et parvinrent tout juste à
la franchir avant que Rusard entre dans la salle des trophées” (ES: 165).
Quidditch robes wordt in het Frans eerst vertaald door robe rouge de leur équipe
(addition) (cf. Zw. quidditchklädnader). Wanneer de term een tweede maal voorkomt, wordt hij
echter weggelaten en krijgt het geheel een vrijere vertaling (transformation): “Harry pulled on his
quidditch robes and picked upp his Nimbus Two Thousand” (PS: 162) wordt “les joueurs de
Gryffondor se préparaient à entrer sur le terrain” (ES: 226). De Zweedse vertaler wijkt hier voor
het eerst af van zijn voorstel “klädnad” en kiest voor “dräkt” (preservation): Harry drog på sig
quidditchdräkten och tog fram sin Nimbus Tvåtusen” (VS: 206).
Met ruff and tights, elementen in de beschrijving van een afdelingsgeest die nog steeds in
Hogwarts ronddwaalt, wordt verwezen naar typische klederdracht uit de 16e-17
e eeuw binnen de
hogere stand (zowel de adel als de opkomende burgerij). Een ruff is een kraag met holle plooien
en wordt geassocieerd met onder andere het hof van Elisabeth en James I (OED); tights zijn
nauwsluitende broeken uit diezelfde periode. Het was een Europese mode. Het Franse fraise en
het Zweedse pipkrage zijn dan ook linguistic translations (cf. § 5.2.1) voor ruff (preservation).
De begrippen tights en haut-de-chausse dekken elkaar niet volledig. Hoewel het haut-de chausse
op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd omdat de trends snel evolueerden, geldt
als algemene definitie: “partie de l‟habillement masculin allant de la ceinture aux genoux” (PR).
De TLF voegt hier aan toe: “reliant les chausses au pourpoint et retenu par les aiguillettes”. Deze
localization behoudt hier wel de functie van de kledij in de tekst: het ouderwetse kostuum
impliceert dat de geest al heel lang in Hogwarts vertoeft. In åtsittande byxor ontbreekt een
historische verwijzing (die dan weer wel wordt overgebracht door pipkrage).
Opmerkelijk is de Franse vertaling van Hagrids galoshes. Deze rubberen buitenschoenen
worden over de gewone schoenen getrokken om ze te beschermen tegen vochtigheid, vuil en
37
koude (OED). Dit schoeisel draagt bij tot de karaktertekening van Hagrid als gamekeeper. De
etymologie van het woord vinden we in het Franse “galoche” (OED). Het Zweedse woord
“galosher” gaat ook terug op het Frans. Het is dus verwonderlijk dat de Franse vertaler hier niet
voor de preservation-strategie kiest. Met “bottes en caoutchouc” geeft de Franse vertaler
uitdrukkelijk de materie van het schoeisel aan (dit is dus addition) maar alles in aanmerking
genomen is de dominante strategie hier globalization.
Naast “typische” kledij vinden we ook Schotse stoffen/textielmotieven13
. Voor paisley
wordt in beide vertalingen een adapterende vertaalstrategie gekozen. Paisley is een stof die is
genoemd naar het stadje in Schotland (geoniem) waar ze oorspronkelijk werd vervaardigd. Later
werd het typische patroon van deze stof, die dus traditioneel in Paisley werd vervaardigd, ook
paisley genoemd. Kleurrijke draaiende figuren waarin velen druppels en veren zien, zijn
geïnspireerd op een Indisch motief (OED) en zijn terug te vinden op behangpapier, dassen en hier
dus ook op pyjama‟s: “[…] he couldn‟t see his family any more, just Ron in his paisley pyjamas.
Ron, though, was staring transfixed at his image” (PS: 155). In het Frans wordt de zin met de
verwijzing naar het paisley-motief weggelaten: “Harry ne voyait plus sa famille à présent, mais
Ron sembla soudain fasciné par son propre reflet” (ES: 216). De Zweedse vertaler kiest voor
“Ron i hans rutiga pyjamas” (VS: 196) en dus de globalization-strategie. Hij vervangt een
cultuurgebonden element door iets algemener, een “cultuurneutraal” element. Dit kan ook
beschouwd worden als transformation hoewel de ingreep van de vertaler niet bijzonder drastisch
is en geen verstrekkende betekenisverandering teweegbrengt.
Tartan wordt in de vertalingen getrouwer weergegeven. De typische wollen geruite stof
geeft net als hierboven ook haar naam aan het patroon van de stof op ander materiaal: gekleurde
lijnen die elkaar op afwisselende breedte onder een rechte hoek snijden (OED; CCED). Zowel in
het Zweeds als in het Frans bestaan gevestigde equivalenten (dus semantic preservation). Mc
Gonagalls tartan dressing-gown wordt robe de chambre écossaise in de Franse vertaling en
skotskrutig nattrock in de Zweedse. De lezers van de doelcultuur zijn vermoedelijk meer
vertrouwd met tartan dan met paisley. Voor dressing-gown bestaat overigens een nagenoeg
eenduidig, gevestigd equivalent in het Frans. Tussen het Zweeds en het Engels is er echter sprake
13 Of het hier om het patroon dan wel om de stof met dit patroon gaat, laat ik in het midden.
38
van linguïstisch anisomorfisme (Aixelá 1996: 53) dus geen één-op-één-relatie14
want in de
Zweedse vertaling is men verplicht de “functie” van het kledingstuk te expliciteren. Terwijl een
dressing-gown zowel ‟s avonds als ‟s morgens kan gedragen worden, geeft het Zweedse
equivalent morgonrock uitdrukkelijk mee dat dit kledingstuk ‟s morgens, alvorens het aankleden,
wordt gedragen, over de nachtkledij. Wanneer deze vertaling niet blijkt te stroken met het tijdstip
waarop de kamerjas wordt gedragen, opteert de vertaler voor nattrock. Dit is het geval wanneer
Mc Gonagall Malfoy betrapt op een nachtelijke uitstap door de schoolgangen. Het betreft
nochtans geen cultureel verschil, maar eerder linguistic diversity (Aixelá 1996: 53). Hier is dus
geen sprake van addition als vertaalstrategie bij de vertaling van een problematische CSI omdat
de referent in kwestie niet bestaat in de doelcultuur: de vertaler is gedwongen een specifieker of
explicieter equivalent te geven doordat de doeltaal andere lexicale keuzes vereist.
In deze categorie blijken veel elementen door confrontatie van de broncultuur en de
doelcultuur een intercultureel statuut te hebben waardoor semantic preservation de aangewezen
strategie is (bv. coat, robes, enkele hoofddeksels). Vreemd genoeg worden robes en jacket niet
consequent weergegeven in de Franse vertaling. Aangezien deze verwijzingen de vertaler niet
voor vertaalproblemen van culturele aard stellen gaat het vermoedelijk om lexicale variatie eerder
dan het consequent weglaten of vervormen van een CSI. De tendens is bij beide vertalers vooral
neutraliserend. Zuivere adaptaties en dus vervangingen door een CSIs uit de doelcultuur komen
niet voor. Duidelijke verschillen tussen de tendens in de de Zweedse en de Franse vertaling zijn
er niet: zowel de Franse vertaler bedient zich wel eens van de globalization-strategie wanneer de
Zweedse vertaler voor preservation kiest (galoshes > Fr. bottes en caoutchouc, Zw. galosher) als
omgekeerd (knickerbockers > Fr. pantalon de golf, Zw. knäbyxor).
5.3.2 Schooltermen
Zoals door verschillende auteurs werd aangehaald is het “Englishness” troef in de Harry Potter-
boeken en zorgt het behoud van dit Britse karakter voor “the sense of place” (Jentsch 2002: 286).
De setting waartegen het verhaal zich afspeelt, is grotendeels Hogwarts, een Britse boarding
14 Vertaling is per definitie in zekere mate gekenmerkt door anisomorfisme, geen enkele taal deelt de werkelijkheid
immers in op dezelfde manier als een andere taal en de mogelijke opposities met andere woorden binnen een
woordveld (waardoor een woord betekenis krijgt) verschillen van taal tot taal.
39
school. In deze sectie wordt nagegaan hoe termen die kenmerkend zijn voor het Britse
(kost)schoolsysteem worden behandeld in de Franse en de Zweedse vertaling.
Heel wat schoolterminologie blijkt echter in zowel de broncultuur als de doelculturen (de
Franse en de Zweedse cultuur) voor te komen en is dus eerder eigen aan het ” schoolgaan”,
althans als we dit mogen besluiten uit de getrouwe vertaling (preservation) van zekere
schooltermen. Hoewel bijvoorbeeld de indeling van het schooljaar verschilt van land tot land en
zelfs binnen een bepaald land kan variëren naargelang van het soort onderwijsinstelling, zijn heel
wat scholen bekend met een semester- of trimestersysteem. Nochtans zal blijken dat de Franse
vertaler zelden voor de equivalente begrippen van term, trimestre of semestre, kiest en de
bedoelde functie van term op een andere manier tracht over te brengen (cf. infra). In heel wat
culturen behoort het aantekenen van de afwezigen bij het begin van de les tot de gewone gang
van zaken, wordt met krijt op het schoolbord geschreven, worden kinderen overstelpt met
huiswerk enz. Hieronder volgen eerst enkele schoolse concepten die in mijn onderzoek
intercultureel bleken te zijn.
Rons voorstel om te spijbelen wordt vrij accuraat weergegeven in zowel de Zweedse als
de Franse vertaling: “Ron wanted to skip Herbology and go straight to down to the hut” (PS:
171). In de Franse vertaling wordt dit “Ron voulut sauter le cours de botanique” (ES: 239) en in
de Zweedse “Ron ville hoppa over lektionen i ortlära” (VS: 217). De vlijtige Hermione heeft
geen oren naar Rons voorstel: de twee kibbelen derhalve onverstoorbaar door. Uiteindelijk kan
Hermione haar wil doordrijven en gaat het drietal toch naar de les. Feral (2006: 462) ziet de
weglating van Rons argument – “Hermione, how many times in our lives are we going to see a
dragon hatching?” (PS: 171) – als een aanwijzing dat in de Franse vertaling pedagogisch onver-
antwoorde modellen worden verzwegen. Hermione‟s argument blijft in de vertaling echter
onaangeroerd en draagt hierdoor volgens Feral kennelijk de voorkeur in de doeltekst. In de
heruitgave van 2007 (die gebruikt werd voor deze verhandeling) wordt Rons argument wel
vertaald. Hier kan dus sprake zijn van literary promotion (Lefevere, geciteerd in Aixelá 1996: 67-
8): de opwaardering van een werk tot een deel van het literair canon vereist een “hervertaling”
waarbij respectvoller met de brontekst wordt omgesprongen. De vertaling wordt herzien en
fragmenten die bijvoorbeeld in een vroegere editie werden ingekort, worden dan conservatiever
vertaald met meer inachtneming van de brontekst.
40
Strafmaatregelen zoals van school worden gestuurd (to be expelled) en moeten nablijven
(detention) zijn in zekere mate intercultureel. Zij worden vertaald door respectievelijk être
renvoyé en retenue in de Franse versie (een enkele keer wordt detention vervangen door
punition). De Zweedse vertaler koos bli relegerad voor to be expelled en introduceert een
neologisme voor detention: straffkommendering (letterlijk “strafbevel” en dus algemener,
globalization, dan schoolblijven) in plaats van het meer gangbare woord kvarsittning. Als we dit
vergelijken met de Arabische vertaling worden daar zowel to suspend (tijdelijk van school sturen)
als detention, toch twee verschillende vormen van straf, door het hyperoniem “straffen”
weergegeven (Mussche 2008: 156).
De indeling van de schoolloopbaan is een eerste cultuurgebonden element dat de vertaler
(althans de Zweedse vertaler) voor een moeilijkheid stelt. Harry ziet hunkerend het einde van de
vakantie tegemoet: hij en zijn pesterige neef Dudley gaan dan naar de middelbare school en
hierdoor scheiden hun wegen voor het eerst. In tegenstelling tot zijn neef, die een plaatsje heeft
verworven in oom Vernons oude school, zal Harry naar de local comprehensive gaan. Deze
staatsschool staat meestal in voor het secundaire onderwijs en is gericht op kinderen met
verschillende capaciteiten (OED). Het wordt niet expliciet vermeld, maar door de juxtapositie
met de comprehensive school en door de informatie later in het verhaal (zoals het elitaire
schooluniform) blijkt dat oom Vernons oude school een privéschool is (die dus niet financieel
wordt gesteund door de overheid en waar de ouders schoolgeld moeten betalen). Dit verschil
wordt door beide vertalers uitdrukkelijk vertaald (addition): “uncle Vernon‟s old school” (PS: 28)
wordt respectievelijk “un collège privé où l‟oncle Vernon avait fait ses études”(ES: 39) en
“morbror Vernons gamla privatskola”(VS: 38). Op twaalfjarige leeftijd gaan kinderen in het
Verenigd Koninkrijk van de “primary school” naar een “secondary school” wat beantwoordt aan
de overgang van “l‟école primaire” naar “le collège” in Frankrijk. De Franse vertaler kiest dan
ook voor localization en vertaalt zowel secondary school en comprehensive door collège.
Localization is daarentegen geen optie voor de Zweedse vertaler aangezien Zweedse kinderen pas
op hun zestiende naar het secundair onderwijs gaan, dus van “grundskolan” naar “gymnasiet”.
Mocht de Zweedse vertaler hier voor gymnasium (en dus localization) hebben gekozen als
vertaalequivalent voor secondary school en comprehensive, zou dit strijdig zijn met de leeftijd
van de kinderen. De overgang van “mellanstadiet” naar “högstadiet” zou kloppen met de leeftijd
41
maar is in Zweden dan weer geen aanleiding om van school te veranderen. Om dergelijke
incongruenties te vermijden heeft de Zweedse vertaler voor de globalization-strategie gekozen en
vervangt hij secondary school door “en ny skola” en comprehensive door het hyperoniem
“skola”. Dat kinderen op twaalfjarige leeftijd automatisch van school veranderen is niet de
gewone gang van zaken in Zweden. Terwijl de verandering van school van Harry en Dudley
vanzelfsprekend is voor het Britse en Franse publiek, gebeurt dit voor het Zweedse publiek om
onbekende redenen: “[Harry] skulle […] börja i en ny skola”, “Dudley hade blivit antagen vid
morbror Vernons gamla privatskola” en “Harry, å andra sidan skulle gå i Stonewall High, den
kommunala skolan” (VS: 38).
First-years wordt in de Franse en in de Zweedse vertaling op verschillende manieren
vertaald. In de Franse vertaling vinden we hiervoor “les élèves de première année”(ES:121), “les
première année” (ES:134) en “les nouveaux” (ES: 135). Het begrip wordt daarnaast ook
tweemaal weggelaten. Zo wordt “first-year Gryffindors” (PS: 107) eenvoudigweg “les
Gryffondor” (ES: 151). First-year fungeert er als adjectief en is bijgevolg gemakkelijk
weglaatbaar. De notie first-years komt ook voor in een zin die in zijn geheel niet wordt vertaald:
“He complained loudly about first-years never getting in the house Quidditch teams” (PS: 107).
Deze weglating is ingrijpender dan de voorgaande omdat ze de lezer onthoudt van een
humoristisch element in de verhaallijn. De frustratie van Malfoy, die als eerstejaars nog niet in
het house Quidditch team wordt toegelaten, krijgt een komische invulling bij een onverwachte
wending wat later in het verhaal: McGonagall wil deze regel eenmalig opheffen om Harry in het
Quidditchteam van Gryffindor te krijgen. De Zweedse vertaler kiest voor “förstaårseleverna”
(VS: 110), “nybörjarna” (VS: 122) en “nybörjarelever” (VS: 123). Deze reeks verschillende
vertalingen verwijzen telkens naar dezelfde groep leerlingen en zijn allicht niet het gevolg van
onoplettendheid of onzekerheid van de Zweedse vertaler. De afwisseling wijst eerder op een
gewilde lexicale variatie uit stilistische overwegingen of het feit dat er niet echt een “gevestigd”
equivalent bestaat in de doelcultuur.
Term wordt in de Franse versie telkens op een verschillende manier behandeld naargelang
van de context en zo ook het beoogde effect. Zo wordt “that should be enough fer a couple o’
terms” (PS: 58) “[a]vec ça, tu auras de quoi couvrir tes frais pendant l‟année scolaire” (ES: 83).
Hier is de tijdspanne van belang en blijft de Franse vertaling dus aanvaardbaar. “Have a good
42
term” (PS: 69) wordt “[b]on voyage” (ES: 98). De Franse vertaling betekent in se niet hetzelfde
maar fungeert ook als blijk van genegenheid en is dus aannemelijk in deze context. In de Franse
vertaling van het “start-of-term banquet” (PS: 85) wordt term wederom vervangen en wordt het
geheel “banquet de début de l’année” (ES: 121). “Start-of-term notices” (PS: 94) worden
“quelques mots en ce qui concerne le règelement intérieur de l‟école” (ES: 134), een
transformation waarmee tevens de inhoud van de notices explicieter wordt gemaakt. In “the
second week of term” (PS: 94) wordt het begrip eenvoudigweg weggelaten: “la deuxième
semaine” (PS: 134). “[T]he day before term started […]” (PS: 158) wordt “la veille de la reprise
des cours […]” (ES: 220) (globalization) en de verwijzing naar de indeling van het schooljaar
wordt wederom vermeden. Het trimestersysteem is Franse kinderen echter niet onbekend. Voor
de vertaler was hier wel degelijk een equivalent voorhanden, namelijk trimestre, wat in contrast
met het semestersysteem onmiddellijk de soort indeling van het schooljaar preciseert. Doorgaans
wordt in Frankrijk, net als in Hogwarts, het trimestersysteem gevolgd (behalve in enkele scholen
en in universiteiten waar het semestersysteem van kracht is) waarbij de lesperiodes van elkaar
worden gescheiden door de kerstvakantie, de paasvakantie en de zomervakantie. Een reden
waarom de vertaler niet voor het equivalent kiest, zou kunnen zijn dat de “functie” of het effect
dat men hier beoogt eerder wordt bereikt in andere bewoordingen. In bovenstaande gevallen zou
“trimestre” misschien enigszins stroef klinken omdat dergelijke uitingen niet courant zijn. Doch
komt het equivalent “trimestre” een enkele keer voor: “Once term had started […]” (PS: 158)
wordt “[d]ès le début du deuxième trimestre [...]” (ES: 220). De Franse vertaler signaleert zelfs
uitdrukkelijk dat het om het tweede trimester gaat. In de Zweedse vertaling wordt in alle
genoemde voorbeelden het Zweedse equivalent termin gebruikt.
Functies binnen de school als Headmaster en Deputy Headmistress vormen niet echt een
probleem voor de Franse en de Zweedse vertaler en zijn min of meer interculturele begrippen.
Binnen de doelcultuur bestaan immers equivalenten, respectievelijk directeur, directrice-adjointe
en rektor, biträdande rekto”. Het house-systeem en functies als Head Boy, Head Girl en Prefect
zijn daarentegen typisch Britse gegevens en verwijzen naar de organisatie binnen Britse private
kostscholen. Zowel het Zweedse als het Franse doelpubliek is niet vertrouwd met deze
organisatie en de vertaling van de termen vormt dus een uitdaging voor de vertalers. Bij Harry‟s
aankomst in Hogwarts worden de eerstejaars ingedeeld in een van de vier houses of groepen
43
leerlingen die het gedurende het schooljaar tegen elkaar zullen opnemen in zowel Quidditch als
andere disciplines. Aan deze indeling is een volledig puntensysteem gekoppeld waarbij leerlingen
punten kunnen verdienen (door voorbeeldig gedrag, goede studieresultaten enz.) en verliezen
voor hun afdeling, met de House Cup als inzet. Eens een leerling in een van de houses is
ingedeeld komen diens jongere broers of zussen volgens de traditie automatisch in hetzelfde
house terecht. Voor Ron, de jongste zoon van het gezin Weasley, is het dus geen verrassing dat
hij in het Gryffindor House wordt ingedeeld.
De Oxford English Dictionary definieert een prefect als volgt: “any one of a number of
senior pupils given authority over and disciplinary responsibility for his or her juniors”. De Head
Boy/Head Girl wordt aangesteld door de directeur of verkozen en staat boven de prefects. Hij of
zij vertegenwoordigt de school op publieke evenementen (OED). Een house wordt in de Franse
vertaling weergegeven door maison en in de Zweedse iets explicieter door elevhem (addition),
hoewel hem (preservation) ook wel voorkomt. Al trachten de vertalers zich consequent aan deze
letterlijke vertaling te houden, toch zijn ze er kennelijk niet happig op om deze termen
metonymisch te gebruiken zoals in het origineel gebeurt: “Prefects […] lead your houses back to
the dormitories immediatly” (PS: 128). De Zweedse vertaler geeft explicieter aan dat het om de
leerlingen in hun respectievelijke afdelingen gaat: “Prefekterna […] led genast tillbaka eleverna i
era elevhem till sovsalarna” (VS: 163). De Franse vertaling neemt de metonymie ook niet over
maar bewaart de verwijzing naar de afdeling (house) als determinerend element van de slaapzaal
en niet van de leerlingen: les dortoirs de vos maisons en niet les élèves de vos maisons in
“[m]essieurs les préfets, veuillez ramener immédiatement vos condisciples dans les dortoirs de
vos maisons respectives” (ES: 180). Hierdoor kan maison ook in de hoedanigheid van gebouw
worden geïnterpreteerd. In beide vertalingen zien we dat met deze semantisch vreemde termen
niet wordt gespeeld zoals in de brontaal, dat ze niet geïntegreerd zijn in de doeltaal en vreemde
eenden in de bijt blijven. Aan het hoofd van een house staat altijd een leraar, de Head of House.
In de Franse vertaling wordt dit benaderd door directeur/directrice (des Gryffondor), in de
Zweedse door föreståndare av (Gryffindor)hemmet. Het voorstel van de Franse vertaler is
verwarrend aangezien de leraar, die de verantwoordelijkheid draagt voor een afdeling, dezelfde
titel krijgt als de schooldirecteur (cf. supra).
44
Het begrip Head Boy komt al vroeg voor in het verhaal, als Hagrid Harry inlicht over zijn
verleden. Hagrid wil benadrukken wat voor goede tovenaars Harry‟s vader en moeder wel waren:
“Now, yer mum an‟ dad were as good a witch an‟ wizard as I ever knew. Head Boy an‟Girl at
Hogwarts in their day!” (PS: 45). Zowel de Zweedse als de Franse vertaler kiest hier voor een
vergelijkbare transformation, respectievelijk bäst i klassen en les premiers de la classe. Feral
(2006: 461) vindt dat met deze Franse vertaling het belang van goede studieresultaten in de
Franse maatschappij wordt benadrukt. Het Engelse onderwijssysteem is daarentegen vooral
gericht op de vorming van “verantwoordelijkheid” en de vertaling zou een verschil in waarden
ten aanzien van het onderwijs onthullen. Feral (2006: 461) staaft haar these met een tweede
voorbeeld:
„Harry – you are a great wizard, you know.‟
„I‟m not so good as you,‟said Harry, very embarrassed, as she let go of him.
„Me!‟ said Hermione. „Books! And cleverness! There are more important things – friendship and
bravery and – oh Harry – be careful!‟ (PS: 208; mijn nadruk)
-Harry, tu est un grand sorcier!
-Pas autant que toi… répondit Harry, un peu gêné.
-Moi? J‟ai tout appris dans les livres. Mais il y a des choses beaucoup plus importantes, le
courage, l‟amitié… Oh, Harry, fais bien attention. (ES: 290)
Wanneer de Franse Hermione intelligentie niet verwerpt (door de weglating van cleverness in de
vertaling) en minder belangrijk acht dan vriendschap en moed, ziet Feral hierin een significant
verschil in waarden tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Feral (2006: 462) haalt er ook
de tekening op de omslag bij (Hermione staat er afgebeeld met een boek in de hand) om te stellen
dat “being an „intellectual‟ in France does not carry the same negative connotation as in Britain” .
Over Ferals interpretatie kan worden gediscussieerd, maar het eerste voorbeeld lijkt nogal bij de
haren getrokken, zeker omdat zowel de Zweedse als de Franse vertaler hier voor een
vergelijkbaar equivalent kiezen en ze verderop wel een adequate(re) vertaling aanbieden. Allicht
wil de vertaler de lezer in dit stadium van het verhaal nog niet overladen met details over de
organisatie van Hogwarts en opteert hij dus voor een meer “functionele” strategie (waarbij men
met de vertaling een vergelijkbaar effect op het doelpubliek tracht te bekomen dat vergelijkbaar
is met het effect van het origineel) eerder dan een “letterlijke” vertaling (waarbij men tracht zo
trouw mogelijk te blijven aan de brontekst).
45
Later in het verhaal, tijdens Harry‟s kennismaking met de familie Weasley op Platform 9
¾, komt Head Boy opnieuw ter sprake. Omdat Harry op weg is naar Hogwarts is hier wel
“ruimte” voor een meer getrouwe vertaling of meer uitleg over de organisatie van de nieuwe
school. In de Franse vertaling wordt Head Boy préfet en chef, wat de hiërarchie tussen de functies
Prefect en Head Boy duidelijk aangeeft. Een enkele keer houdt de Franse vertaler zich niet aan dit
voorstel, wanneer Dumbledore blijkt te weten wat Ron had gezien in de Miror of Erised. “And it
showed your friend Ron himself as Head Boy” (PS: 156) wordt vertaald door “[e]t il montre ton
ami Ron avec la coupe de Quidditch” (ES: 218). Dit alternatief past ook in de context aangezien
Ron zichzelf zowel als Head Boy zag, alsook als winnaar van de House Cup en de Quidditch
Cup. Grijpt de vertaler zijn kans schoon om dit vreemde begrip te vermijden of geeft de
Quidditch Cup volgens de vertaler beter weer wat Rons ultieme verlangen is?
Prefect wordt in de Franse vertaling weergegeven door préfet (preservation). Op vraag
van Harry geeft Ron extra informatie (addition) die ook nodig is omdat een Prefect in het
Verenigd Koninkrijk niet dezelfde functie aanduidt als een préfet in Frankrijk: in Frankrijk is
préfet immers van toepassing op het hoofd van de politie of het hoofd van een departement of
streek (PR; TLF; F-NL). Ron legt uit dat het hier gaat om “un élève chargé de mainternir la
discipline [...] une sorte de pion”(ES: 107). Doordat Ron Harry wegwijs maakt in de
tovenaarswereld en op Harry‟s vragen moet antwoorden is de vraag van Harry “Préfet? Qu‟est-ce
que c‟est que ça?” (ES: 107) een onopvallende (weliswaar omvangrijke ) toevoeging (addition) in
deze context. Wat verderop wordt met dezelfde handigheid ook het house-systeem toegelicht.
Harry vraagt wederom om verduidelijking van een term die hij niet kent: “Tu pourrais m‟en dire
un peu plus sur les maisons de Poudlard?” (ES: 114). Rons antwoord “belichaamt” de addition:
“L‟école est divisée en quatre maisons[…]. Les élèves sont répartis dans chaque maison selon
leur personnalité. Il y a les Gryffondor, les Serdaigle, les Serpentard et les Poufsouffle.” (ES:
114).
Dergelijke toegevoegde dialogen, die de lezer helpen om tot een beter inzicht te komen,
vinden we niet terug in de Zweedse vertaling. In de Zweedse vertaling wordt de exacte functie
niet duidelijk wanneer Head Boy vertaald wordt door “förste ordningsman” en Prefect door
“prefekt”. Men kan hieruit ook niet de onderlinge hiërarchie afleiden. Bovendien staat een prefekt
in Zweden aan het hoofd van een instelling van het hoger onderwijs. In tegenstelling tot Frankrijk
46
wordt de term in Zweden wel in een schoolcontext gebruikt, echter niet voor de functie die hier
wordt beoogd. Het slaat op een bestuursambt binnen de school en niet op een leerling die
verantwoordelijk gesteld wordt voor het handhaven van de discipline binnen een afdeling. Het
behoud van de term (preservation) zorgt hier dus voor een incongruentie.
Een andere functie in Hogwarts is die van Hagrid, de gamekeeper die het toezicht houdt
over de magische dieren in het Forbidden Forest. De gangbare associatie van gamekeeper met de
jacht is hier niet van kracht. Zowel de Franse als de Zweedse vertaler opteren voor een door de
woordenboeken gevestigde vertaling (preservation). De Franse vertaler expliciteert hierbij het
aspect van de jacht door garde-chasse, maar doordat de verwijzing naar de jacht ook in de
originele term zit (uiteraard in mindere mate: game betekent jachtdier (E-NL)), kan men niet echt
van addition spreken. De Zweedse vertaler verkiest skogvaktare boven jaktvårdare en omzeilt
hierdoor de expliciete - en in deze context onterechte - associatie met de jacht. Er treedt wel een
betekenisverschuiving op want de verwijzing naar de zorg voor magische dieren gaat verloren.
Misschien was viltvårdare een beter alternatief geweest.
Vertrekken die kenmerkend zijn voor de Britse kostschool zijn de dormitory en de
common room. De dormitory krijgt in de Zweedse en de Franse vertaling een equivalent waarin
de functie van het vertrek wordt meegegeven omdat de door de vertaler gekozen concepten
gekend of transparant zijn: doirtoir en sovsal. Common room is minder intercultureel waardoor
de woordelijke vertaling in de Franse versie de functie niet correct overbrengt. Die functie blijkt
echter wel uit de context (die overigens ook in het origineel aanwezig is) “vous passserez votre
temps libre dans la même salle commune” (ES: 122). De Franse vertaler houdt zich echter niet
altijd aan zijn eerste voorstel: in hoofdstuk 10 duikt plots de term pièce commune op. Dit is
weliswaar geen minder geslaagde vertaling, maar het gebrek aan consistentie kan de lezer in de
war brengen, zeker omdat in het Engels geen lexicale variatie mogelijk is voor dit idiomatische
begrip. De Zweedse vertaler expliciteert de functie in uppehållsrum en er is dus sprake van
addition. De Entrance Hall en de Great Hall krijgen in beide vertalingen een vrij letterlijke
vertaling: hall d’entrée en Grande Salle in de Franse vertaling en entréhallen en stora salen in de
Zweedse vertaling. De Great Hall is niet alleen een “groot” vertrek maar ook een vertrek
gekenmerkt door pracht en praal, wat teruggaat op de ambiguïteit van great die zowel in de
Zweedse als de in Franse vertaling verloren gaat. Men kan hier dus in zekere mate ook van een
47
addition spreken (een enkele interpretatie die geëxpliciteerd wordt). Daarenboven behoudt de
Zweedse vertaling de hoofdletters niet zodat de uniciteit van de zaal niet wordt benadrukt.
De High Table is doorgaans een tafel die boven de rest uitstijgt. In een schoolsamenhang,
en in het bijzonder in de academische wereld, doelt men hiermee op “the table at which the
president and fellows sit” (OED). Het Zweedse voorstel honnörsbordet transponeert grosso modo
de functie. Door de weglating van de hoofdletters slaagt de vertaler er wederom niet in de
uniciteit van de tafel over te brengen. Dat de tafel op een platform staat en dat alleen professoren
er aan plaatsnemen, zijn kenmerken die lezers van de Zweedse vertaling zelf moeten afleiden uit
de context. Wanneer de term voor het eerst opduikt, kiest de Franse vertaler voor Grande Table
des professeurs (addition) (ES: 129). Eens geïntroduceerd in het verhaal, wordt de toevoeging
des professeurs achterwege gelaten. Door de transformatie van het adjectief (High > Grande)
weet de Franse lezer niet dat de tafel op een verhoging staat. Dit lijkt wel een bewuste keuze van
de vertaler om een formele parallel te trekken tussen de Grande Table en de Grande Salle waarin
deze tafel staat.
De schoolcultuur toont in de drie landen overeenkomsten (de schoolvakanties,
spijbelgedrag, strafmaatregelen). De overgang naar middelbaar onderwijs, enigszins een
interculturele notie, veroorzaakt in confrontatie met de Zweedse en Franse cultuur toch andere
vertaaloplossingen. De Franse vertaler kiest voor het Franse equivalent (localization) om de
betekenis over te brengen. De Zweedse vertaler grijpt naar de globalization-strategie. De
organisatie van de Britse kostschool en de terminologie die hiermee samenhangt is de twee
doelculturen vreemd. De vertalers worden geconfronteerd met een lexicale leemte die zij moeten
invullen. De omvangrijke invoegingen (voor het house-systeem en de functie prefect) waarmee
de Franse vertaler de vreemde schoolorganisatie probeert toe te lichten werden duidelijk
ingevoegd met oog op het jonge Franse doelpubliek. De Zweede vertaalt house explicieter door
elevhem maar de lezer wordt geacht de exacte betekenis zelf uit te vissen. Ook in het Zweedse
voorstel voor Prefect (prefekt) wordt de lezer wat aan zijn lot overgelaten wat een exotiserende
vertaalstrategie verraadt. In honnörsbordet (voor High Table) en uppehållsrum (voor common
room) weet de Zweedse vertaler, beter dan zijn Franse collega (resp. Grande Table en salle
commune) de betekenis mee te geven. De Franse vertaling behoudt een zekere semantische
vervreemding maar legt de terminlogie uitvoerig uit als deze niet uit de context blijkt. De
48
Zweedse vertaler kiest voor een letterlijke of een explicietere vertaling en doet daarentegen in
geen geval toevoegingen. Beide vertalingen zijn niet zuiver adapterend, al kan van de Franse
vertaler gezegd worden dat hij in zijn vertaling duidelijk een jong publiek voor ogen heeft.
49
6. Eigennamen
Eigennamen kunnen worden beschouwd als CSIs (Aixelá 1996: 59) maar worden niet zelden als
een apart vertaalprobleem gezien: “[T]here are many problems concerning the translation of
proper names which may not plausibly be subsumed within a discussion of culture-specific
references […]” (Davies 2003: 72). Zoals reeds werd aangegeven, worden eigennamen in deze
scriptie afzonderlijk behandeld. De categorisatie die hiervoor wordt aangewend, verschilt ook van
diegene die we zullen gebruiken om de andere realia te beschrijven.
6.1 Eigennamen: lost in translation?
“Le nom propre constitue dans la tradition de la pratique traduisante l‟un des pôles de
l‟intraduisible ou en tout cas ce qui n‟est pas à traduire […]” (Ballard 1993: 209). Ook Hermans
(1998: 11) wijst op de unieke eigenschap van eigennamen: “they do not translate”. De onaan-
tastbaarheid die men eigennamen hier toekent lijkt vanzelfsprekend, maar in de praktijk liggen de
zaken niet zo eenvoudig.
Er dient ongetwijfeld een verschil te worden gemaakt tussen fictie en non-fictie. In
kinderboeken is het vertalen van eigennamen niet ongebruikelijk (Van Coillie 2006: 123). Of
eigennamen al dan niet vertaald moeten worden en of het überhaupt mogelijk is eigennamen te
vertalen, zijn veel voorkomende vragen. Over het antwoord hierop bestaat heel wat verdeeldheid.
O‟Sullivan (2000: 234) geeft aan dat vreemde namen en plaatsen door kinderen helemaal niet als
hinderlijk worden ervaren: zij zouden zich vooral focussen op het handelingsverloop. Jentsch
(2002: 294) betwijfelt of het wel waardevol is eigennamen te vertalen als dit niet bijdraagt tot
beter begrip van de tekst. Ze schrijft het volgende over enkele vertaalde eigennamen in het Franse
boek: “they undermine the important sense of place in the novels”(294). Gezien het belang van
de Britse context in de Harry Potter-boeken is het minder vanzelfsprekend eigennamen te
vertalen (cf. Van Coillie 2006: 131). Veel eigennamen worden beschouwd als taal-
/cultuurspecifiek en geven bijgevolg te kennen in welke taal-/cultuurgemeenschap de handeling
te situeren is. Ze fungeren dus als een soort “culture markers” of “recht [sichere] [Indizien] dafür,
in welcher Kultur die Handlung spielt” (Nord 2003: 184, 1993: 404). Ballard (1993: 202) beweert
dat namen behouden worden om een bepaalde “identité culturelle” te bewaren. In fictie, in
tegenstelling tot de werkelijke wereld, kan deze functie als intentioneel gezien worden: naast het
50
grote gamma van Engelse eigennamen die een Britse sfeer scheppen, presenteert Rowling de
Britse context als multicultureel met eigennamen als Cho Chang en Parvati Patil, twee leerlingen
van Hogwarts (Nel 2002: 269). Ook de geografische herkomst binnen eenzelfde taalgemeenschap
kan onthuld worden door een eigennaam. De naam Seamus Finnegan wijst terstond op de Ierse
afkomst van het personage, wat later ook blijkt uit zijn taal: “Me dad‟s a Muggle. Mam didn‟t tell
him she was a witch „til they were married” (PS: 93). Het prefix Mc in (Minerva) McGonagall
verraadt ook meteen haar Schotse roots (Mac is Gaelisch voor zoon). Als ze dan verder in het
verhaal in een tartan kamerjas verschijnt (PS: 175), past ze helemaal in het Schotse plaatje. Naar
Jentsch (2002: 294) meent, wordt de verfransing van eigennamen onhandig in het vierde boek,
Harry Potter et la Coupe de feu: de oorspronkelijk Franse namen (Madame Olympe Maxime,
Fleur en Gabrielle Delacour) gaan op in het geheel van verfranste namen van de leerlingen in
Hogwarts. Het beoogde contrast tussen de leerlingen en leerkrachten van Hogwarts enerzijds en
de leerlingen en leerkrachten van Beauxbatons, de Franse tegenhanger van Hogwarts, anderzijds,
verdwijnt daardoor in de Franse vertaling. Dit zou niet het geval zijn, mochten de namen van de
Hogwarts-delegatie hun Engelse karakter in grotere mate hebben behouden (Jentsch 2002: 294).
Aixelá noemt CSIs die verwijzen naar een “derde cultuur” (dus niet de broncultuur of de
doelcultuur), zoals Parvati Patil “references to third parties”. Ook verwijzingen in de brontekst
naar de doelcultuur zoals Beauxbatons in de Franse vertaling behoren tot deze categorie (Aixelá
1996: 69). Behalve informatie over de cultuur waartoe de eigennaam hoort of de geografische
afkomst van het personage kan men soms ook het geslacht, zelfs de leeftijd en “le statut socio-
professionnel” van de drager afleiden (Folkart, geciteerd in Ballard 1993: 209). Door dergelijke
“intra-culturele” indicaties is het vertalen van eigennamen (Ballard 1993: 209) dan weer
gedeeltelijk te rechtvaardigen.
Er kan worden overwogen een eigennaam te “vertalen” om zo voor het doelpubliek de
uitspraak te vergemakkelijken ook al is die vertaling niet nodig om bijvoorbeeld de lezer iets bij
te brengen over de betekenis (Malfoy > Malefoy). Jentsch (2002: 294) beweert echter dat wat de
uitspraak betreft, Rowlings ongewone namen ook bij het Engelse publiek voor problemen zorgen.
Zij merkt op dat persoonsnamen en plaatsnamen in de Duitse vertaling doorgaans niet vertaald
worden tenzij het doelpubliek hierdoor een belangrijk betekeniselement dreigt te missen (Jentsch
51
2002: 295). Voor Hermans (1988: 12-13) hangt de vertaalbaarheid van eigennamen samen met
hun “semanticization”, hun potentieel om betekenis te verwerven.
6.2 Eigennaam versus soortnaam
Deze laatste opmerking brengt het verschil tussen eigennamen en soortnamen ter sprake. De
opvatting die volgens Hermans (1988: 11-2) doorgaans het meest wordt gevolgd, veronderstelt
dat alleen soortnamen betekenis hebben en dat eigennamen slechts één functie hebben, namelijk
“identification” (12) of “sa fonction de désignation d‟un élément unique” (Ballard 1993: 203).
Een kleine minderheid oppert een gradueel verschil tussen soortnamen en eigennamen. Die
minderheid kan echter niet ontkennen dat eigennamen een aparte positie innemen binnen ons
taalsysteem: de integratie van eigennamen in het lexicon is minimaal (Hermans 1988: 12).
Eigennamen worden dan ook slechts in geringe mate opgenomen in het woordenboek en horen
veeleer thuis in een encyclopedie (Newmark 2004: 527). Eigennamen worden dikwijls
beschouwd als deiktische elementen die verwijzen naar een concrete en unieke referent in de
werkelijkheid terwijl soortnamen een algemenere denkinhoud, een klasse aanduiden (Ballard
1993: 204). “In semantic terms they stand out because they signify directly rather than indirectly,
and resist the integration into paradigmatic series (in the Saussurian sense)” (Hermans 1988, 12).
Hermans (1988: 13) gelooft echter wel dat eigennamen betekenis kúnnen dragen en maakt, vanuit
een vertaalwetenschappelijk perspectief, een onderscheid tussen sprekende, “motivated of
“loaded names” en betekenisloze, “unmotivated” of “conventional names”. Aixelá (1996: 59)
neemt deze onderscheidingen over en stelt dat eigennamen uit de eerste groep in vertaling vaak
worden weergegeven door “linguistic (denotative or non-cultural) translation”. Betekenisloze
eigennamen worden daarentegen doorgaans overgenomen, getranscribeerd of getranslitereerd,
althans in “primary genres”15
. Davies (2003: 71) vindt het onderscheid tussen “conventional” en
“loaded names” irrelevant voor een bespreking van CSIs: enerzijds wekken vermeende
betekenisloze namen zoals Seamus Finnegan zekere associaties op (cf. “culture marker”) die
moeilijk te vertalen zijn en anderzijds leveren “loaded names” zoals Chaser en Fat Lady niet
onmiddellijk onoverkomelijke vertaalproblemen op die te wijten zouden zijn aan culturele
verschillen.
15 Kinderliteratuur wordt dikwijls afgedaan als tweederangsliteratuur.
52
Al schaart Davies zich niet achter Aixelá in zijn toepassing van het onderscheid tussen
“loaded” en “conventional names” op CSIs, toch ontgaat het haar niet dat eigennamen betekenis
kunnen dragen en dat er dus bij de vertaling van eigennamen een conflict kan ontstaan tussen
behoud van de semantische aspecten of de signifié (cf semantic preservation ) en behoud van de
vorm of de signifiant (cf. formal preservation). Wanneer de betekeniselementen worden
behouden door een vertaling van de eigennaam, kunnen andere aspecten verloren gaan zoals de
welluidendheid en bepaalde connotaties. Door het behoud van de vorm kan de betekenis
daarentegen onherkenbaar zijn voor een publiek dat niet vertrouwd is met de brontaal (Davies
2003: 76). Ook Hermans (1988: 21) duidt op het dilemma waarvoor de vertaler staat bij een
eigennaam als Wawelaar (de naam van een personage in Max Havelaar van Multatuli). De
verwijzing naar het werkwoord „wawelen‟ (spellingsvariant van „wauwelen‟) pleit voor het
behoud van de betekenis, terwijl de structurele parallel tussen Wawelaar en het hoofdpersonage
Havelaar (waarvan de naam overigens onvertaald blijft daar deze de lezer geen informatie
bijbrengt over de drager) veeleer het behoud van de vorm vraagt. Wawelaar is trouwens
Havelaars tegenpool (qua taal en qua moraal) waardoor deze formele parallel relevant wordt in
een werk waarvan de structuur op tegenstellingen is gebaseerd. Het semantische aspect mag
volgens Hermans (1988: 21) of “opgeofferd” worden om de ironie te bewaren, of verbannen
worden naar het “metadiscours” van de vertaler (met andere woorden in een voetnoot). Volgens
Nord (geciteerd in Mussche 2008: 127) moet de vertaler in het geval van sprekende namen
kiezen tussen twee fundamentele functies van eigennamen: de eigennaam plaatst de drager in een
zekere cultuurgemeenschap en dient dus als “culture marker” of hij dient als een eerste indicatie
voor het karakter van de drager. Volgens Newmark (2004: 529) kan een compromis worden
bereikt door de betekenis (zowel de denotatie als de connotatie) van het item in de brontaal te
vertalen en dan te “naturaliseren”, namelijk aan te passen aan het fonologisch en morfologisch
systeem van de brontaal, “usually by replacing the source language suffix with a target language
suffix, and thus creating a new source language proper name”. Men probeert dus dezelfde
betekenis te bekomen als in de brontaal zodat bepaalde informatie over de drager wordt
overgebracht, ook al wordt er naar een naam gezocht die strookt met de nomenclatuur van de
brontaal (zodat het personage zijn nationale karakter behoudt). Newmark (2004: 529) illustreert
zijn strategie met de naam van een Dickens-personage Wackford Squeers: de naam kan in een
53
Duitse vertaling worden vertaald door Proogle Sheel of Proogle Cowts: whack > Duits prügeln
(vertaling) > proogle (naturalisatie); squeers [squint + queer]: squint > Duits schielen (vertaling)
> sheel (naturalisatie), queer > Duits Kauz (vertaling) > cowts. Wanneer de connotatie van het
woordbeeld of het klankbeeld vergelijkbaar zijn, bijvoorbeeld in Pecksniff (peck > Duits picken,
sniff > Duits schüffeln), is deze strategie overbodig daar de Duitstalige lezer in dit geval ook de
betekenis kan afleiden uit de originele naam.
Hermans (1988: 13) stelt dat de betekenis in “loaded names” kan gaan van “faintly
suggestive” tot “overtly expressive”. Het laatstgenoemde bevindt zich aan het ene uiteinde van
een continuüm waar de semantische beladenheid het meest zichtbaar is. Dit is het geval in een
soortnaam die als eigennaam fungeert (bijvoorbeeld Fat Lady). Aan de andere pool vinden we
“faintly suggestive names” die slechts schijnbaar doorzichtig zijn. Newmark (2004: 528) stelt dat
deze “partly meaningful and partly „national‟ neologisms […] transmit message and culture in
varying proportions”. Een voorbeeld hiervan in Harry Potter is Snape: doordat deze naam door
vertalers op verschillende manieren wordt weergegeven, lijkt het aangewezen hem eerder als
“suggestive” dan als “expressive” te beschouwen. De naam wekt, net als het personage zelf, bij
veel lezers nare associaties. Volgens de Oxford English Dictionary betekent snape “a snub,
rebuke or check” (een kleinering, berisping, beteugeling) en gaat het woord terug op het
Oudnoorse sneypa (onteren, beledigen), maar deze betekenis zal zelfs de vele Engelstaligen
ontgaan aangezien de term in onbruik is geraakt en nu enkel nog voorkomt in regionale varianten
(OED)16
. Het onbehagen dat lezers ervaren bij deze naam is misschien te wijten aan de
fonesthetische cluster17
„sn-‟ dat een negatieve betekenis draagt in woorden zoals sneer, snide,
snoop, sneak, snap (Davies 2003: 79) en ook snake. Enkele vertalers associëren Snape met snake.
De Italiaanse vertaler Marina Astrologo maakt dit verband in haar vertaling zelfs expliciet: Snape
wordt er Piton (python), wat elke dubbelzinnigheid wegneemt (Davies 2003: 79).
Rowling gebruikt niet alleen Engelse lexemen om eigennamen van betekenis te voorzien
(Mussche 2008: 128). Zij ontleent ook lexemen aan het Frans (Malfoy, Voldemort), het Latijn
16 http://www.theninemuses.net/hp/s.html (geraadpleegd op 14 april 2009) 17 De term “fonestheem” staat voor een klank of klankgroep met een fonetisch associatieve waarde. Wat die waarde
juist is, is echter gedeeltelijk speculatief. De cluster „gl-‟ is op zich betekenisloos maar krijgt betekenis in het
volgende paradigma: glitter, glisten, glow, gleam, glare, glint, glimmer, gloss. De gemeenschappelijke noemer van
dit paradigma zou „licht‟ kunnen zijn (cf. Householder 1946).
54
(Albus (Dumbledore), Rubeus (Hagrid), Severus (Snape))18
, het Duits (Grindelwald), het
Sanskriet (Parvati Patil19
) enz. Het is niet zo eenvoudig al deze verwijzingen te ontdekken. Het
behoud van dergelijke namen schept immers niet altijd een vervreemdend effect. “Some of
Rowling‟s names may actually sound foreign and relatively uninterpretable to the original
audience of British children, but less so to others” (Davies 2003: 76). Voldemort is doorzichtiger
voor Franse lezers, net zoals Italiaanse en Spaanse lezers namen van Latijnse oorsprong beter
zullen begrijpen dan het oorspronkelijke, Engelstalige publiek (Davies 2003: 76).
Het is niet altijd duidelijk of het om een sprekende dan wel om een betekenisloze
eigennaam gaat. Het “sprekende potentieel” van een eigennaam kan toevallig zijn (Mussche
2008: 129). Wat Snape betreft heeft Rowling zelf opgemerkt dat dit personage genoemd is naar
een Engels stadje20
. De negatieve connotaties die de naam bij lezers opwekt, was dus niet
geïntendeerd door de auteur. De auteur is anderzijds niet verantwoordelijk voor de mogelijke
effecten van de eigennaam bij de lezer. Interpretatie staat immers vrij. Neem nu de talrijke
websites gewijd aan mogelijke interpretaties van de eigennamen in de Harry Potter-boeken21
. De
functie die men aan de eigennaam toekent is veeleer het ”mogelijke effect” en is dus werkzaam
op het niveau van de “implied author, reader or translator”: de functie wordt dus afgeleid van
tekstuele factoren (Van Coillie 2006: 124) en het is niet de bedoeling om de intentie van de
auteur te achterhalen want dit zijn twee verschillende zaken.
In de Harry Potter-boeken is het verschil tussen soortnamen en eigennamen echter
functioneel: “words with meanings unique to the magical world, be they accepted English or not”
krijgen een hoofdletter (Jentsch 2002: 300). Een groot aandeel van de eigennamen zijn
soortnamen die met een hoofdletter worden geschreven, een typografisch kenmerk dat in vele
talen voorbehouden is voor eigennamen. Het traditionele onderscheid tussen soortnamen en
eigennamen wordt in de Harry Potter-boeken dus enigszins met de voeten getreden. In het Duits
zou dit niet mogelijk zijn, aangezien een hoofdletter in geschreven Duitse teksten niet volstaat om
een soortnaam als een eigennaam te merken. In de Arabische vertaling moet dan weer voor een
heel andere oplossing gekozen worden omdat het Arabisch schrift geen hoofdletters kent:
18 J.K. Rowling studeerde Frans en Klassieke talen aan de Universiteit van Exeter. 19 Parvati is een hindoeïstische godin en Patil is een gangbare Indiase familienaam. 20 http://www.accio-quote.org/articles/2000/fall00-etoys.html (geraadpleegd op 14 april) 21 Om er slechts een te noemen: http://www.theninemuses.net/hp/.
55
Rowlings eigennamen worden, zoals gebruikelijk is in Arabische teksten, tussen
aanhalingstekens geplaatst, althans in het eerste en het derde boek (Mussche 2008: 130). In de
Spaanse vertaling worden eigennamen dikwijls cursief weergegeven (Jentsch 2002: 301). Het is
dus ook interessant te kijken hoe de Zweedse en Franse vertaler de eigennamen typografisch
hebben aangeduid.
6.3 Functies van eigennamen en verschillende vertaalstrategieën
Uit het bovenstaande is gebleken dat de traditionele visie dat eigennamen op zich geen betekenis
dragen (cf. § 6.2), niet opgaat voor vele eigennamen in literaire teksten, “given the tendency of
the literary text to activate the semantic potential of all its constituent elements, on all levels”
(Hermans 1988: 13; nadruk in origineel). Traditioneel wordt het identificeren van een unieke
referent vaak als de enige functie van eigennamen beschouwd (cf. § 6.2). Maar dat is duidelijk
simplistisch (cf. Willems 1996: 38-50). Nord (2003: 183) meent dat eigennamen in tegenstelling
tot soortnamen wel “mono-referentieel” maar geenszins “mono-functioneel” zijn. Eerst en vooral
dienen ze om zaken, personen, plaatsen, instellingen … te identificeren. Dit is inderdaad hun
basisfunctie maar een eigennaam kan tevens informatie bevatten over de drager: de eigennaam
geeft impliciet aan tot welke cultuur de drager behoort en fungeert dus als “culture marker”. Bij
een derde functie is de aanwezige informatie explicieter en heeft de eigennaam het vermogen om
een persoon te karakteriseren door een “descriptive name” (Nord 2003: 184). Mussche (2008)
voegt hier het vermogen om humor te scheppen aan toe. Het humoristisch effect kan bekomen
worden door semantische aspecten. Fluffy bijvoorbeeld is een naam die typisch is voor snoezige
huisdieren. De lezer raakt dan ook geamuseerd door de incongruentie die ontstaat als Rowling
deze naam toekent aan een driehoofdig schrikwekkend monster (Davies 2003: 76). Maar humor
kan evenzeer ontstaan door een spel met de vorm. Rowling maakt gretig gebruik van stafrijm
(Severus Snape, Dedalus Diggle, de oprichters van de vier afdelingen Godric Gryffindor, Helga
Hufflepuff, Rowena Ravenclaw en Salazar Slytherin en enkele geesten The Bloody Baron, The
Fat Friar) en letterkeer (Mirror of Erised). Van Coillie (2006: 124) onderscheidt zes mogelijke
functies van de namen van personages naast de basisfunctie van identificatie:
(1) “the informative function” doet een beroep op de kennis van de lezer en/of brengt de
lezer bepaalde kennis bij;
56
(2) “the formative function” maakt de lezer bewust van waarden en normen en/of biedt de
lezer een moreel richtsnoer;
(3) “the emotional function” richt zich tot de emoties van de lezer;
(4) “the creative function” prikkelt de verbeelding van de lezer;
(5) “the divertive function” vervult de behoefte aan ontspanning van de lezer;
(6) “the aesthetic function” zorgt voor esthetisch vermaak (en heeft ook te maken met het
inachtnemen van de originele stijl).
Volgens Hermans (1998: 13-4) zijn er idealiter 7 mogelijke manieren om een eigennaam te
transponeren naar een andere taal:
(1) de eigennaam kan worden gekopieerd, wat betekent dat deze ongewijzigd wordt
overgenomen;
(2) de eigennaam kan worden getranscribeerd, m.a.w. getranslitereerd of aangepast aan
de spelling en fonologie van de doeltaal;
(3) de eigennaam kan worden vervangen door een bestaande eigennaam in de doeltaal,
die op zich geen vormelijk verband houdt met de naam in de doeltaal;
(4) de eigennaam kan worden vertaald in zoverre de eigennaam in de brontaal
geïntegreerd is in het lexicon van die brontaal en dus betekenis verwerft (cf.
semanticization).
Hermans vermeldt tevens de mogelijkheid om deze vier strategieën te combineren: zo kan een
eigennaam bijvoorbeeld gekopieerd of getranscribeerd worden, aangevuld met een vertaling in
een voetnoot. Maar de volgende twee alternatieven zijn volgens Hermans (1998: 14) gebruike-
lijker dan men zou denken:
(5) “non-translation”22
of de weglating in de doeltekst van een eigennaam uit de
brontekst;
(6) de vervanging van de eigennaam door een soortnaam waarmee een essentiële,
functionele eigenschap van het personage wordt beschreven.
Een laatste mogelijkheid wordt volgens Hermans minder frequent aangewend:
22 Dit label mag niet verward worden met het label van Van Coillie of Aixelá, die hiermee de integrale overname van
respectievelijk een eigennaam of een CSI aanduiden. De strategie die hier door Hermans wordt beoogd, wordt zowel
door Van Coillie als door Aixelá als “deletion” aangeduid.
57
(7) het inlassen van een eigennaam in de doeltekst die er niet staat in de brontekst (ook ter
vervanging van een soortnaam in de brontekst).
Van Coillie (2006: 124-125) stelt een categorisatie voor van de mogelijke vertaalstrategieën en
tracht de implicaties voor de functie van de eigennaam in kaart te brengen. De keuze van de
vertaler om de eigennaam al dan niet te vertalen hangt nauw samen met de functie van de
eigennaam in de tekst. Ballard (1993: 205) vindt dat de vertaler de functie van eigennamen in
aanmerking moet nemen, zeker in literaire teksten: “cet usage [l‟usage codifié par les
dictionnaires de langue qui propose des équivalences tant pour l‟anthtropononymie et pour la
toponymie] doit être intégré aux impératifs supérieurs de la fonction du nom dans le texte, c'est-à-
dire à une pragmatique du nom propre”. Ook Nord (2003: 189) wijst op “the importance of
translating functions instead of words”.
Van Coillie (2006, 125-9) komt tot 10 verschillende manieren om “character names” te
vertalen:
(1) “non-translation, reproduction, copying”, wanneer men de vreemde naam onveranderd
overneemt. Dit kan een vervreemdend effect hebben waardoor de pret van het lezen
bedorven raakt. Als de naam verwijst naar een bekend persoon in de broncultuur zal
het doelpubliek door deze strategie de verwijzing missen en komt de emotional
function in het gedrang. Maar het grootste functioneel “verlies” wordt geleden als de
naam in de doelcultuur specifieke connotaties draagt of een zekere karaktertrek van
het personage verraadt. Hierbij ondergaan de emotional function en de divertive
function veranderingen. Meer impliciete connotaties gaan zeker verloren voor iemand
die de brontaal niet kent. Door deze strategie wordt de lezer dan onthouden van het
intellectuele plezier in het herkennen van de connotatie;
(2) “non-translation plus additional explanation”, waardoor men het verschil in kennis
tussen de lezers van de brontekst en de lezers van de doeltekst tracht te compenseren
door informatie toe te voegen, in de tekst zelf of in een noot. Hierdoor wordt de
informative function vergroot en wordt de lezers van de doeltekst iets bijgebracht op
een expliciete manier. Hoe discreter dergelijke aanvullingen, des te aangenamer
worden deze volgens Van Coillie (2006) ervaren door de lezer. Het plezier van de
lezer staat dus op het spel. Door een bepaalde connotatie uit te leggen, leert de lezer
58
iets over de brontaal (informative function). De verklaring van een woordspeling
verlaagt echter de divertive function: “[t]he problem with the explanation of puns or
jokes is that it kills them” (Nord 2003:195);
(3) “replacement of a personal name by a common noun”, waarbij door een soortnaam het
personage getypeerd wordt;
(4) “phonetic or morphological adaptation to the target language”, waarbij in het eerste
geval de eigennaam fonetisch getranscribeerd wordt (bijvoorbeeld „oo‟>‟oe‟ in
Winnie-the-Pooh >Winnie-de-Poeh): de klank wordt dus weergegeven in de spelling
van de doeltaal. Wanneer Lavender Lavendel wordt en Martin Martijn, wordt de
morfologie aangepast aan die van de doeltaal;
(5) “replacement by a counterpart in the target language (exonym)”, waarbij een
populaire naam of de naam van een historisch personage vervangen wordt door zijn
tegenhanger in de doeltaal (bijvoorbeeld John > Jan, Charlemagne > Karel de
Grote). De naam in de brontekst en de naam in de doeltekst hebben een vergelijkbare
functie. Aixelá geeft het voorbeeld van Queen Elisabeth wat la reina Isabel wordt in
het Spaans en benoemt dit als “linguistic (non-cultural) translation”. Voor toponiemen
is ook vaak een “exoniem” ter beschikking in de doeltaal, volgens Newmark (2004:
529) dankzij het “frequente contact” met de vreemde steden, rivieren, streken enz. in
kwestie (the Thames > de Theems (Nl.), la Tamise (Fr.), die Themse (Dui.), el Tamesis
(Sp.), il Tamigi (It.)). Zowel Newmark (2004: 529) als Ballard (1993: 200) noemen dit
proces “naturalisatie”. Dit proces wordt gestuurd door fonologische principes die
werkzaam zijn op woorden, eens ingevoerd in de doeltaal in kwestie, m.a.w. de
transcriptie van vreemde woorden volgens het spellingssysteem van de doeltaal.
Naturalisatie beslaat dus zowel (4) als (5) bij deze auteurs. Hoewel de grens tussen (4)
en (5) flou lijkt, is er toch een fundamenteel verschil: terwijl de fonetische of
morfologische aanpassing in (4) een “ad hoc”-strategie is, zijn exoniemen (5) (die
overigens dikwijls nog verder gaan dan alleen fonologische of morfologische
aanpassing) gevestigde vormen die historisch gegroeid zijn en algemeen worden
aanvaard binnen een bepaalde taalgemeenschap (en ze zijn dus te vinden in
woordenboeken of encyclopedieën);
59
(6) “replacement by a more widely known name from the source culture or an
internationally known name with the same function”, waarmee de vertaler de naam
herkenbaar wil maken voor het doelpubliek, maar de vreemde context wil behouden.
Dit resulteert in een functioneel equivalent als de semantische elementen die relevant
zijn voor de tekst, worden doorgegeven (Georges Brassens > Céline Dion waarbij het
relevante element voor de tekst blijkt te zijn dat het personage een zanger(es) is);
(7) “replacement by another name from the target language (substitution)”, wanneer de
naam vervangen wordt door een naam die verankerd is in de doelcultuur. De naam
verandert maar fungeert op een vergelijkbare manier. Neem nu de Franse zanger (cf.
vorige strategie): het effect dat veroorzaakt wordt door de vervanging door een
Vlaamse zanger is moeilijk in te schatten. De semantische aspecten en de connotaties
die relevant zijn voor de tekst moeten hier in aanmerking worden genomen;
(8) “translation of names with a particular connotation”, waarbij zowel de denotatie als de
connotatie behouden wordt: de vertaling beoogt hetzelfde emotionele en humoris-
tische effect. Deze strategie wordt doorgaans toegepast wanneer een soortnaam als
eigennaam wordt gebruikt (bijvoorbeeld Squirrel > Eekhoorn);
(9) “replacement by a name with another or additional connotation”. Van Coillie wijst
erop dat specifieke connotaties niet vaak letterlijk worden vertaald (bijvoorbeeld Miss
Honey > juffrouw Engel en niet juffrouw Honing, in Mathilda van Roald Dahl) omdat
daardoor de emotional function zou wijzigen. Bij deze strategie wordt de
oorspronkelijke divertive function bewaard of zelfs verhoogd: een humoristisch effect
wordt bijvoorbeeld toegevoegd of men vervangt een voor het doelpubliek onuit-
spreekbare naam door een welluidende naam enz. De vertaler kan ook een stap verder
gaan door een naam te voorzien van connotaties die er in de oorspronkelijke tekst niet
zijn. In dit geval veranderen de divertive, de emotional en de basisfunctie
identification. Dikwijls zorgt een dergelijke wijziging voor een humoristisch effect,
voor lezers die de extra betekenis herkennen. Zonderlinge trekjes van het personage
worden geëxpliciteerd of zorgen voor een absurde ongerijmdheid met de naam van het
personage, bijvoorbeeld de Italiaanse vertaling (door Marina Astrologo) van Mrs
Norris > Mrs Purr. Volgens Davies (2003: 89) slaagt de vertaler er hier in een zweem
60
van Engelsheid te behouden. De Italiaanse lezer die het Engelse woord kent, begrijpt
bovendien de verwijzing naar een eigenschap van katten.23
Mrs Norris is echter geen
zachtaardig en schattig dier zoals hier wordt geopperd, maar een gemeen beest dat
voortdurend op de loer ligt en de misdragingen van leerlingen aan haar baasje gaat
melden. De incongruentie tussen het lieflijke karakter dat door de naam gesuggereerd
wordt en de eigenlijke snode aard van de kat resulteert in een ironisch effect. Stafrijm
en slotrijm dragen nog verder bij tot een verhoging van de creative function
(bijvoorbeeld de Nederlandse vertaling van Albus Dumbledore > Alb(ert)us
Perkamentus). Bij deze negende strategie ondergaat vooral de creative function een
wijziging wegens de extra informatie die de naam bevat: de naam zal bij de lezer een
ander beeld oproepen dan een betekenisloze naam. Van Coillie vraagt zich af of dit de
verbeelding niet afzwakt, het is immers alsof de vertaler door die extra betekenis een
plaatje van het personnage toevoegt;
(10) “deletion”, waarbij de eigennaam uit de brontekst in geen enkele vorm wordt
opgenomen in de doeltekst. Van Coillie beschouwt dit als “the last resort”.
Hermans toont aan dat eigennamen zowel behouden als overgenomen worden en acht het een niet
waardevoller dan het ander. Voor Hermans (1998: 14-8) is de manier waarop de vertaler
eigennamen weergeeft in de doeltekst in de regel wel al een eerste aanwijzing voor de
basisstrategie die de vertaler heeft aangenomen in de vertaling van de volledige tekst. Elke keuze
van de vertaler wordt immers gestuurd door onderliggende vertaalnormen (adapterend of
vervreemdend). De behandeling van eigennamen onthult ook al in hoeverre die basisstrategie als
regel geldt binnen de doelcultuur in kwestie: of deze consistent wordt toegepast dan wel of de
vertaler aarzelt wanneer hij geconfronteerd wordt met de onverenigbare eisen “integration into
the target system on the one hand and the preservation of the source text‟s cultural identity on the
other”(Hermans 1998: 18). Dat eigennamen een indicator kunnen zijn voor de “gekozen”
vertaalstrategie schrijft ook Van Coillie (2006:134). Van Coillie ziet overigens een parallel tussen
de behandeling van eigennamen en realia: “Translators who make identification and
recognizability their priorities will tend to modify names. […] When recognizability is the
23 De naam, Mrs Purr, alludeert op het gespin van katten (to purr). Dit wordt meestal ervaren als een teken van
tevredenheid omdat katten vaak spinnen als ze geaaid worden.
61
overriding goal, the translator will usually adapt other cultural data such as place names, dishes,
measurements and weight, titles of books, etc.” (Van Coillie 2006: 134).
6.4 Eigennamen in de Franse en de Zweedse vertaling
6.4.1 Methode van Van Coillie
Hoewel Van Coillie‟s categorisatie van vertaalstrategieën (Van Coillie 2006) gebaseerd is op
namen van personages in fictie, worden ze in deze verhandeling aangewend om een uitgebreider
arsenaal van eigennamen in vertaling te beschrijven. De eigennamen uit het eerste Harry Potter-
boek worden ingedeeld in antroponiemen (waarbij ook enkele namen voor magische wezens en
dieren worden meegeteld), toponiemen (zowel bestaande toponiemen als toponiemen die tot de
magische wereld behoren), namen voor magische realia en een kleine restgroep met allerhande
soorten eigennamen. Voor de schooltermen werd een aparte categorie voorzien binnen het
onderzoek naar realia; zij worden hier niet verder besproken. De weergaves in de respectieve
doeltalen worden vergeleken met de eigennamen uit het origineel en krijgen een label aan de
hand van de strategie die door de vertaler werd toegepast.
Al vlug blijkt dat de voorstellen van de Franse en de Zweedse vertaler zich niet altijd even
makkelijk in een categorie laten onderbrengen. Zoals reeds aangegeven worden in deze sectie alle
begrippen behandeld die van Rowling een hoofdletter hebben gekregen. Het aandeel van
soortnamen met een hoofdletter, die een propriale functie hebben in de tekst, is aanzienlijk. De
Franse vertaler tracht in zijn vertaling Rowlings keuze voor hoofdletters enigszins te respecteren
en past hierdoor Van Collie‟s achtste strategie translation toe. De Zweedse vertaler hanteert
daarentegen een eigen principe: alleen persoonsnamen en dierennamen krijgen een hoofdlettter
(alsook de namen van de afdelingen die genoemd zijn naar personen). De “appellativische”
eigennamen (van bijvoorbeeld magische realia) worden in de Zweedse tekst vertaald, maar ze
worden niet als eigennaam gemarkeerd. Aangezien wijzigingen van deze aard niet dezelfde
gevolgen hebben voor de functie in de tekst als de vervanging van een “conventional name” door
een soortnaam (cf. Van Coillie‟s replacement of a personal name by a common noun) worden ze
toch ondergebracht in Van Coillie‟s achtste categorie (vertaling). De grens tussen (3) en (8) is
door het ontbreken van een hoofdletter in de Zweedse vertaling soms gekunsteld, zeker wanneer
de te vertalen eigennaam een neologisme is: of örtlära een vertaling (8) is voor Herbology dan
wel de vervanging door een soortnaam (3) is moeilijk te bepalen. Het Zweedse voorstel voor
62
Muggle, mugglare wordt ook niet beschouwd als vervanging door een soortnaam. De vertaler
heeft de eigenaam aangepast aan de morfologie van de doeltaal24
. Al wordt de hoofdletter niet
behouden en wordt de term in de doeltekst daarom als soortnaam opgevat, toch leunt de strategie
aan bij Van Coillie‟s vierde procedure phonetic or morphological adaptation to the target
language.
Niet alle eigennamen zijn echter zo transparant dat een letterlijke vertaling mogelijk is.
De associatie is vaak subtiel en kan gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Davies
waarschuwt voor “the danger of fixing what was meant to be fluid and clarifying what was first
ambiguous (Manini, geciteerd in Davies 2003: 79). In de Franse versie van Goshawk,
Fauconnette wordt de associatie met de roofvogel behouden, doch betreft het geen letterlijke
vertaling (8). Daarom classificeren we dit onder de negende strategie en niet onder de achtste
categorie. De uitgang -ette voegt wel niets toe aan de betekenis maar bewerkstelligt een Franse
resonantie (Feral 2006: 469). In de achtste categorie van vertaling worden dus alleen eigennamen
geplaatst die letterlijk worden vertaald of een leenvertaling krijgen. Indien dit niet het geval is
wordt ervan uitgegaan dat de vertaler naar een creatief alternatief heeft gezocht, waardoor de
“vertaling” dus in de negende categorie terechtkomt (replacement by a name with another or
additional connotation).
Wanneer King’s Cross wordt weergegeven door la gare de King’s Cross en King’s Cross
station in respectievelijk de Franse en de Zweedse vertaling spreken we van non-translation plus
additional explanation (2) al is de toegevoegde informatie gering. In het laatste hoofdstuk komt
deze referent terug en wordt er in de brontaal zelf explicieter naar verwezen King’s Cross Station.
De soortnaam die de referent omschrijft maakt hier deel uit van de eigennaam, maar vormt hier
dus geen vaste verbinding zoals in Mount Everest of Lake Placid (Nord 2003: 184). De
soortnaam is bijgevolg facultatief. In de Franse versie wordt de soortnaam vertaald, in de
Zweedse wordt de Engelse term overgenomen, wat voor het doelpubliek samenvalt met een
vertaling. Zowel de Franse als de Zweedse weergave van de eigennaam vallen onder de eerste
categorie (overname).
24 De Zweedse vertaalster, Lena Fries-Gedin, geeft in een interview haar opzet te kennen; ze wou de originele
woorden voor wezens die door Rowling werden bedacht (zoals Muggles) overnemen “in een Zweedse vorm en met
Zweedse uitgangen waar mogelijk” (http://www.swedishbookreview.com/old/2002s-gedin.html, geraadpleegd op 11
mei 2009).
63
Onder de tweede categorie (non-translation plus additional explanation) zouden ook
eigennamen kunnen worden gerekend die vervangen worden door de additional information, een
verklaring of een beschrijving. In de Franse vertaling wordt Dundee bijvoorbeeld la côte est de
l’Écosse. Al wordt de informatie over de referent expliciet gemaakt, toch stijgt de informative
function niet: de lezer weet deze informatie niet te koppelen aan de concrete referent in de
werkelijkheid omdat deze is weggelaten. Dergelijke ingrepen zullen onder de derde categorie
geplaatst worden, replacement of a [proper] name by a common noun (cf. replacement of a
personal name by a common noun).
Voor geografische namen zijn in andere talen dikwijls exoniemen25
voorhanden. Dit gaat
van een verschillende uitspraak tot nagenoeg onherkenbare termen (Nord 2003: 183). Wanneer
een plaatsnaam behalve de uitspraak samenvalt met de originele term is het natuurlijk de vraag of
dit een exoniem is dan wel of er geen exoniem bestaat en de term gewoonweg werd
overgenomen. Isle of Wight (PS: 30), wat in de Zweedse vertaling identiek wordt weergegeven
(VS: 40) is bijvoorbeeld terug te vinden in Nationalencyklopedin en maakt dus deel uit van de
Zweedse taal. We mogen dus aannemen dat dit een gevestigd exoniem is dat samenvalt met het
endoniem.
De zesde categorie replacement by a more widely known name from the source culture or
an interanationally known name with the same function komt niet voor in het onderzochte corpus
behalve dan bij enkele hypocoristische namen die door de Franse vertaler niet worden
overgenomen. Ze worden vervangen door de ongemarkeerde eigennaam waardoor het vleiende
aspect (dat overigens dikwijls ironisch is) wordt weggelaten. In dit opzicht horen volgende
vervangingen thuis in de zesde categorie: Peevsie wordt in de Franse vertaling gewoonweg
Peeves, Duddy wordt Dudley, ickle26
Ronnie wordt le petit Ron en ten slotte wordt ickle
Ronniekins eveneens le petit Ron. De betekenis van de suffixen -ie/-y en -kins is Franse kinderen
allicht onbekend (koosnamen worden in elke taal immers door een andere soort afleiding
25 In tegenstelling tot een endoniem, de aardrijkskundige naam zoals die in de taal zelf van het desbetreffende land
wordt gehanteerd, is een exoniem een eigen vorm in een taal voor een buitenlandse aardrijkskundige naam (NL)
Paris is een voorbeeld van een endoniem, Parijs is het Nederlandse exoniem. 26 Ickle is de hypocoristische vorm van little (OED) en vinden we ook terug bij een soortnaam, als Peeves spot met
de eerstejaars ickle firsties (PS: 96). In het Zweeds wordt dit weergegeven door de små söta förstisarna (VS: 124) en
vinden we een analoog Zweeds diminutiefsuffix -is. De Franse vertaler kiest voor de uitsluitend analytische vorm les
petits nouveaux (ES:136) en gebruikt dus geen verkleiningsuitgang.
64
gevormd) en het behoud van dergelijke uitgangen zou de kinderen kunnen verwarren. Een enkele
keer wordt in de doeltaal een troetelnaam gevormd door een Frans suffix: Dinky Duddydums
wordt mon Dudlynouchet adoré waarin de ongemarkeerde eigennaam Dudley overigens beter
blijft behouden. De Zweedse vertaler behoudt de Engelse afgeleide vormen behalve in
Ronniekins wat Ronnieponken wordt. De troetelnaam waarmee Fred en George hun broer sarren
krijgt gedeeltelijk een Zweedse vorm ponke (hypocoristische vorm van poijke).
6.4.2 Persoonsnamen en dierennamen
6.4.2.1 Persoonsnamen
De tweede strategie van Van Coillie (2006) waarbij informatie wordt toegevoegd (in voetnoten of
verweven in de tekst) wordt in geen van beide vertalingen aangewend voor de weergave van
persoonsnamen. De zevende categorie (substitutie door een eigennaam die courant is in de
doeltaal) komt een keer voor: Newt (dat overigens samenvalt het Engelse woord voor
watersalamander) wordt vervangen door een Franse “conventional name” Norbert. De derde
categorie vinden we ook een enkele keer terug: Parvati Patil wordt eenmalig vervangen door het
voornaamwoord quiconque (cf. infra).
i. Overname (1)
Persoonsnamen worden grotendeels ongewijzigd overgenomen (1) zowel in de Franse vertaling
(65 %) als in de Zweedse vertaling (89%).27
Deze cijfers geven al aan dat de Franse vertaler
vaker voor een adapterende of neutraliserende vertaalstrategie heeft gekozen. Dit zie je ook in de
weergave van enkele titels en aanspreekvormen: sir en Madam worden consequent vertaald
(monsieur, Madame) terwijl de Zweedse vertaler de Engelse termen behoudt. Alleen in de naam
van de geest Sir Nicholas de Mimsy – Porpington blijft de titel onvertaald in de Franse versie. De
tendens in de Zweedse vertaling is in dit opzicht eerder vervreemdend, hoewel sir en madam wel
als lemma te vinden zijn in Bonniers Svenska Ordbok en ook courant zijn in het Zweeds. Miss en
de afkortingen Mr en Mrs worden wel in beide vertalingen overgenomen (in de Zweedse zonder
27 Alle eigennamen werden eenmaal geteld tenzij later in een van de onderzochte vertalingen een afwijkende
vertaalstrategie voor een reeds genoemde eigennaam wordt gehanteerd. Voornaam en familienaam worden als twee
namen geteld omdat soms een verschillende strategie wordt aangewend.
65
hoofdletter). Een enkele keer vervangt de Franse vertaler de Engelse naam door een explicietere
beschrijvende Franse naam en behoudt hij een Engelse titel: zo wordt Mrs Norris (de kat van Mr
Filch, de heimelijke conciërge van Hogwarts) Miss Teigne (rotmens) waardoor het Franse
voorstel toch nog een Engels cachet krijgt (Davies 2003: 88-9).
De eigennamen die worden overgenomen zijn “conventional names” of betekenisloze
namen (cf. Hermans 1988) en namen van de hoofdpersonages zoals Harry Potter, Ron Weasley,
Hermione Granger, Rubeus Hagrid, Dudley Dursley, Voldemort, Minerva McGonagall enz. Ook
namen waarvan de elementen lexemen uit vreemde talen zijn, worden meestal niet vervangen,
zoals Grindelwald, Parvati Patil, Albus, Severus, Vindictus, Sirius. De betekenis van deze namen
draagt in sommige gevallen bij tot de karaktertekening. Albus (Latijn voor (dof) wit) kan
verwijzen naar de witte baard van het schoolhoofd of (weliswaar minder duidelijk) naar zijn
“witte magie” in contrast met de Dark Arts van zijn opponenten (Brønsted en Dollerup 2004: 7).
Severus is Latijn zowel voor ernstig, streng als voor hard, wreed, wat verenigbaar is met de
persoonlijkheid van het personage. Vindictus (afgeleid van het Latijnse vindicta, wat straf, wraak
betekent) is niet echt een personage in het verhaal, maar de auteur van een schoolboek dat Harry
zich moet aanschaffen voor zijn eerste jaar aan Hogwarts. De titel van zijn werk Curses and
Counter Curses (Bewitch your Friends and Befuddle your Ennemies with the Latest Revenges)
verraadt zijn vakgebied, waardoor zijn naam betekenisvol is. De betekenis van Sirius (Hondsster
of de helderste ster in het het sterrenbeeld Grote Hond) zorgt samen met de betekenis van zijn
familienaam Black voor een oxymoron (Brønsted en Dollerup 2004: 8). In het derde boek wordt
duidelijk dat Sirius een Animagus28
is, die in een grote zwarte hond kan veranderen. De
eigennaam suggereert dus meer dan de vertaler van het eerste boek kon inschatten. Dit wijst op
een belangrijk facet dat de vertaler van het (eerste) Harry Potter-boek indachtig moet zijn. Dat het
boek deel uitmaakt van een serie stelt de vertaler voor een bijkomende moeilijkheid: informatie
die later in het verhaal aan bod komt, lees: in een volgende band, kunnen het bewijs leveren dat
namen die de vertaler aanvankelijk toeschijnen als “conventional” of “unmotivated” toch
betekenis dragen. Een “suggestive name” die expliciet gemaakt werd kan later ook een foute
interpretaie blijken te zijn. Bovendien kan de vertaler moeilijk het belang van een personage voor
28 Een Animagus is een tovenaar of heks die in de gedaante van een dier kan veranderen. Hij of zij verandert telkens
in hetzelfde dier dat past bij de persoonlijkheid van de desbetreffende tovenaar of heks. Deze transformatie is een
moeilijk te verwerven en dus zeldzame eigenschap.
66
het verdere verhaal inschatten. Om de kinderen niet te overstelpen met vreemd aandoende
eigennamen of om het aantal personages in te perken met het doel hen niet onnodig te verwarren,
kan de vertaler ervoor kiezen nevenpersonages niet weer te geven in de vertaling (cf. infra,
weergave van Parvati Patil in de Franse vertaling). Wanneer deze personages zich later eigenlijk
wel belangrijk tonen voor de plot, wordt de vertaler geconfronteerd met zijn inschattingsfout. De
Braziliaanse vertaler van het eerste Harry Potter-boek geeft te kennen dat zij de vertaling van de
bepaalde eigennamen waarschijnlijk anders had aangepakt, mocht zij destijds geweten hebben dat
er een vervolg kwam: “I was not aware though that there would be a second book until I had
finished the translation of The Philosopher’s Stone, a fact that would certainly have influenced
my reinvention of certain proper names” (Wyler 2003: 9). Het hoeft geen betoog dat de vertaler
zich aan zijn eerste voorstel dient te houden doorheen de volledige serie om inconsistenties in de
verhaallijn te vermijden. Ook Nikolajeva (2006: 287) vindt dat “it is not desirable to change an
established character name, even if the new translation shows greater fidelity to the original”
(207; mijn nadruk). Dergelijke verschuivingen verwarren de lezer die al vertrouwd is met het
personage in kwestie. Hardnekkige fans hebben overigens oog voor detail en pikken dergelijke
inconsistenties van de vertaler niet. Aixelá (1996: 67) stelt dat “[p]revious translations of the
same genre, author, or source text place constraints on the target text insofar as they have become
a recognized part of the target language culture”. Door het wereldwijde succes zijn de namen van
personages uit de Harry Potter-boeken verankerd in de respectieve doelculturen29
en is dus aan
Aixelá‟s voorwaarde voor mogelijke “constraints on the target text” voldaan. Ook Nel (2002:
266) merkt op dat de lezers inconsistenties merken: “the Potter books have drawn such a wide
following: people are collecting different editions, reading the books many times over […]”. De
Noorse vertaler neemt zich de vrijheid in te gaan tegen zijn eigen “vertaaltraditie” (Brønsted &
Dollerup 2004: 12). In het eerste boek kiest hij voor Kornelius Bort-forklarar (goedpraten) als
weergave voor Cornelius Fudge, hoofd van het Ministry of Magic, het bestuursorgaan van de
tovenaarswereld. De Noorse vertaler stapt echter af van zijn voorstel in de volgende boeken waar
het personage voortaan Bloef ( alludeert op bløffe: bluffen) heet (Brønsted en Dollerup 2004: 9).
29 Wanneer de eerste film in Brazilië werd vertoond (2001), waren reeds een miljoen exemplaren van Wylers
vertalingen van de eerste vier banden verkocht. Warner Bros. voelde zich dan ook gedwongen haar vertalingen over
te nemen voor hun film, video en dvd (Wyler: 2003: 6).
67
Laten we teruggaan naar de vreemdtalige en vooral Latijnse taalelementen in de eigennamen van
enkele personages. Deze allusies worden opgemerkt door personen met kennis van het Latijn.
Deze taal fungeert als een lingua franca, vandaar dat deze verwijzingen naar alle
waarschijnlijkheid onvertaald blijven.
Neutraliserende en adapterende vertaalstrategieën die in deze groep eigennamen worden
toegepast zijn fonetische/morfologische aanpassing aan de doeltaal (4), exoniemen of historisch
gegroeide aanpassingen aan de doeltaal (5), vertaling (8), vervanging door een eigennaam met
andere connotaties (9) en zelfs weglating (10).
(ii) Fontetische of morfologische aanpassing aan de doeltaal (4)
Fonetische of morfologische aanpassing aan de doeltaal vinden we vooral terug in de Franse
vertaling, vermoedelijk om voor het doelpubliek de uitspraak te vergemakkelijken: Petunia wordt
Pétunia, Morgana wordt Morgane, Gryffindor wordt Griffondor (naar analogie van griffon),
Lavender wordt Lavande, Hedwig wordt Hedwige, Malfoy wordt Malefoy. Volgens Jentsch
(2002: 294) brengt Malefoy de geïntendeerde betekenis over. Bovendien helpt de vertaler de
Franse lezer op een discrete manier met de uitspraak. In Hengist of Woodcroft wordt het
voorzetsel vervangen: Hengist de Woodcroft. Justin Finch-Fletchley vormt kennelijk voor het
Franse publiek een onoverkomelijke tongbreker, wat wordt verholpen door de weglating van een
„l‟: Justin Finch-Fletchey. De uitspraak van deze naam lijkt ook voor het originele publiek niet
zonder problemen te lukken. De moeilijke uitspraak kan dus geïntendeerd zijn en de schrijfster
hoopt hiermee misschien een humoristisch effect te bereiken. Resten nog twee merkwaardige
gevallen waar ook de Zweedse vertaler (op een identieke manier als de Franse vertaler) een
minieme aanpassing doorvoert: Uric wordt Ulric en Hannah Abbott wordt Hannah Abbot.
iii. Exoniemen (5)
De populaire jongensnaam Oliver wordt vervangen door zijn Franse tegenhanger Olivier. Ook
enkele historische personages (althans fictionele personages genoemd naar historische figuren)
worden volgens Van Coillie‟s vijfde strategie vervangen door hun pendant in de respectievelijke
doeltalen: Nicolas Flamel en zijn vrouw Perennelle (Fr. Pernelle), Agrippa, Ptolemy (Fr.
68
Ptolémée, Zw. Ptolemaios), Circe (Fr. Circé, Zw. Kirke), Paracelsus (Fr. Paracelse), Merlin en
Parkinson.
iv. Vertaling (8)
Engelse soortnamen die als eigennaam worden gebruikt en namen die uit Engelstalige elementen
bestaan, zijn ongetwijfeld van betekenis voorzien en zijn volgens Hermans indeling (1988)
“overtly expressive”. Een letterlijke vertaling (8) is dan ook aangewezen. Zoals reeds aangegeven
houdt de Zweedse vertaler zich niet altijd aan de typografie (hoofdletters) die Rowling voorstelt.
De Franse vertaler respecteert die meestal wel, al wordt Mrs. Next Door door beide vertalers
klein geschreven (Fr. la voisine d’à côté, Zw. grannfrun) en verliest ook Fat Lady zijn
hoofdletter in de Franse versie: la grosse dame (Zw. Tjocka damen). Het betreft nochtans nooit
de vervanging van een eigennaam door een soortnaam aangezien de namen in het origineel
uitdrukkelijk beschrijvend (“expressive”) zijn. Hoewel Wood (in Oliver Wood) samenvalt met
een Engels lexeem lijkt de betekenis van dit lexeem niet bij te dragen tot een karaktertekening
van het personage. Die betekenis speelt wel een rol in de volgende passage:
„Excuse me, Professor Flitwick, could I borrow Wood for a moment?‟
Wood? Thought Harry, bewildered: was Wood a cane she was going to use on him? (PS: 112)
Door het voorstel van de Franse vertaler Dubois ontgaat ook het doelpubliek deze woordspeling
niet. Bovendien is Dubois een gangbare Franse familienaam. De Zweedse vertaler neemt Wood
over en moet de woordspeling uitleggen:
Ursäkta mig, professor Flitwick, skulle jag kunna få låna Wood ett ögonblick?
Wood, det betyder ju trä? Tänkte Harry förbryllat. Var Wood en träkapp som hon tänkte använda
på honom. (VS: 143)
Het Engelse lexeem hooch (een slecht gestookt alcoholisch brouwsel) vinden we in Madam
Hooch, Flying instructor op Hogwarts, wat in de Franse versie letterlijk wordt vertaald door
Madame Bibine. Davies (2003: 75-6) stelt dat het behoud van betekenis in dit geval niet
gerechtvaardigd is. Er is inderdaad geen duidelijk verband tussen de betekenis en het karakter van
het personage. Newt (Scamander) (Engels voor watersalamander) is ook een kandidaat voor een
letterlijke vertaling, zeker omdat het werk Fantastic Beasts and Where to Find Them van zijn
hand is en er een duidelijk verband is tussen zijn naam en de wetenschap die hij beoefent. Zoals
reeds aangegeven vervangt de Franse vertaler Newt door een Franse betekenisloze naam Norbert.
De verwijzing naar zijn studiegebied wordt in de Franse vertaling door de familienaam
69
Dragonneau overgebracht. De apotropeïsche omschrijvingen voor Voldemort worden ook
vertaald. He Who Must Not Be Named wordt Celui-Dont-On-Ne-Doit-Pas-Prononcer-Le-Nom in
het Frans en Den-som-inte-får-nämnas. You-Know-Who heeft zowel het Frans als in het Zweeds
heeft twee vormen: Fr. Tu-Sais-Qui/Vous-Savez-Qui en Zw. Du-vet-vem/Ni-vet-vem. Jentsch
(2002: 288) toont aan dat heel wat Europese talen een onderscheid maken tussen informele en
formele vormen en dus ook informele en formele relaties. In het Engels wordt you daarentegen
zowel in informele als formele relaties gebruikt. De Franse en de Zweedse vertaler moeten dus
beslissen over de aard van de verhouding tussen personages door hun respectieve keuzes van het
persoonlijk voornaamwoord. Zowel in de Zweedse als in de Franse vertaling gaat de alliteratie in
the Fat Friar verloren (Fr. le gros moine, Zw. Tjocke munkbrodern). In de Franse vertaling wordt
the Bloody Baron le Baron Sanglant en Nearly Headless Nick wordt er Nick Quasi-Sans-Tête. De
Zweedse vertaler kan door een letterlijke vertaling de alliteratie behouden: Blodige baronen en
Nästan Huvudlöse Nick. De “conventional” of betekenisloze naam Nick wordt in beide talen
overgenomen, zo ook in
Elfric the Eager > Fr. Elfric l’Insatiable, Zw. Elfric den envies; Emeric the Evil > Fr. Emeric le
Hargneux, Zw. Emeric den elaka; Uric30
the Oddball > Fr. Ulric le Follingue, Zw. Ulric den
underlige; Gregory the Smarmy > Fr. Gregory le Hautain, Zw. Sliskige Gregory.
Door een vertaling van bovenstaande namen gaat de welluidendheid soms verloren (Elfric the
Eager, Gregory the Smarmy). Bij de laatste drie namen is er een betekenisverschuiving in de
Franse vertaling, waardoor deze onder de negende categorie vallen. Follingue valt overigens
strikt genomen niet samen met het Franse adjectief (folingue) hoewel de betekenis daardoor niet
minder duidelijk is.
v. Vervanging door een naam met andere connotaties (9)
Namen waar de betekenis niet zo expliciet aanwezig is (als in bovenstaande gevallen) en waar de
betekenis dus eerder “suggestive” (cf. Hermans 1988) is, worden in het Frans dikwijls vervangen
door een eigennaam met een andere of toegevoegde connotatie (9). De grens met de achtste
categorie (letterlijke vertaling) is echter vloeiend. Voorbeelden hiervan vinden we in de
boekenlijst voor de eerstejaars. Het thema van de boeken vindt zijn weerklank in de naam van de
auteur (cf. Vinidctus Viridian en Newt Scamander). Magical Theory werd geschreven door
30 Zoals hierboven ondergaat de “gewone” eigennaam in beide vertalingen een kleine morfologische wijziging.
70
(Adalbert) Waffling waardoor Rowling zijn theorie – tot groot vermaak van de lezer – afdoet als
kletskoek. De Franse vertaler bereikt een vergelijkbaar humoristisch effect met Lasornette. Het
verband tussen Quentin Trimle en zijn werk The Dark Forces: A Guide to Self-Protection is
uitdrukkelijker in de Franse versie: Quentin Jentremble. (Arsenius) Jigger, schrijver van Magical
drafts and Potions in het origineel is dan weer een explicietere naam dan de Franse versie
(Arsenius) Beaulitron. Draco (Malfoy) wordt Drago in het Frans om de toespeling op draak te
behouden. Opmerkelijk is de Franse weergave van Madam Pomfrey: Madame Pomfresh. Hij
voorziet de naam van betekenis door een Engels lexeem (fresh) en creëert hierdoor een naam die
duidelijker verbonden is met de broncultuur (een strategie die door Davies (2003: 88-9) als
creation van een cultuurspecifieke uitdrukking wordt beschouwd). De verwijzing naar een plant
en dus ook naar haar vakgebied in Professor Sprout wordt behouden in professeur Chourave.
Volgens Davies (2003: 96) introduceert de vertaler een woordspeling (chouraver betekent jatten,
ratsen) om de woordspelingen uit het origineel, die hij niet kon behouden omdat de doeltaal zich
er niet toe leent, goed te maken en dus “to achieve an overall quantitative equivalence between
the amount of punning in the source and target texts”. De namen van de afdelingen (en dus ook
van hun oprichters) worden eveneens vertaald: Slytherin wordt Serpentard, Hufflepuff wordt
Poufsouffle en Ravenclaw wordt Serdaigle (cf. supra Gryffindor). Deze lijst namen, die in de
Franse versie worden aangepast om de lezer niet te onthouden van zekere allusie, wordt door de
Zweedse vertaler zonder uitzondering in hun originele vorm overgenomen. De Zweedse vertaler
geeft in een interview te kennen dat dit een zeer bewuste strategie is die zij samen met de
uitgever is overeengekomen en waaraan zij zich dan ook consequent tracht te houden : “to
translate [names] is the exception rather than the rule. A different approach is sometimes taken in
children‟s books, especially those for very young children, but we thought the book would appeal
predominantly to Swedish readers of eleven and up, who already had a lot of exposure to English,
and the names contribute to the overall exotic flavor, if nothing else”.31
Het punt dat hier wordt
aangehaald, met name de vertrouwdheid met het Engels, is ook voor Brønsted en Dollerup (2004:
13) een doorslaggevende factor in de beslissing om de eigennamen al dan niet te vertalen: “the
31 http://www.swedishbookreview.com/old/2002s-gedin.html (geraadpleegd op 11 mei 2009)
71
audience that would get all the points of the English names would differ from country to country
depending on the knowledge of English and the familiarity with Great Britain.”
vi. Weglating (10)
Parvati Patil, een leerling van de Gryffindor-afdeling, wordt in de Franse vertaling soms
weggelaten. Tijdens Sorting Ceremony waarbij de eerstejaars een afdeling wordt toegewezen,
wordt de lijst van leerlingen doorlopen en wordt haar naam net als die van alle andere leerlingen
behouden. Wanneer zij verderop aan het woord komt en Malfoy na een giftige opmerking over
Neville het zwijgen wil opleggen, wordt haar naam opnieuw getrouw overgenomen. In dezelfde
“scène” neemt ze het ook op voor Harry en gaat hierbij in tegen Professor McGonagall. Deze
tussenkomst wordt in zijn geheel weggelaten. Op weg naar de Great hall voor het banket ter
gelegenheid van Halloween vragen Ron en Harry zich af waar Hermione uithangt: ze kwam de
voorbije lessen niet opdagen, wat niet haar gewone doen is. Zij vangen toevallig een gesprek op
tussen Parvati Patil en haar vriendin waaruit blijkt dat Hermione zit te wenen in de
meisjestoiletten. Dit is een belangrijk element in de plot: de naam Parvati Patil wordt wederom
overgenomen. Parvati Patil wordt een laatste keer vermeld tijdens de Quidditch match: Hermione
vliegt het meisje om de hals na de overwinning van hun afdeling. In de Franse vertaling wordt
Parvati Patil > quiconque: “On a gagné! Gryffondor prend la tête du championnat! hurla
Hermione en dansant sur son banc et en serrant dans ses bras quiconque se trouvait à sa portée”
(ES: 229). Wijst de variatie in de weergave van dit personage op onzekerheid van de vertaler die
twijfelt over het gewicht dat dit personage binnen het verhaal dient te krijgen? Parvati Patil speelt
een nevenrol maar wordt toch vijf keer vermeld en komt daarvan zelfs twee keer aan het woord in
een dialoog. Feral (2006) ziet de weglating van haar tussenkomst (wanneer ze McGonagall
tegenspreekt) als een weglating van onvoorbeeldig gedrag van kinderen (cf. § 3.1).
6.4.2.2 Dierennamen
In de Harry Potter-boeken krijgen dieren en magische wezens vaak een eigennaam. In het eerste
boek zijn dit Norbert The Norwegian Ridgeback, de draak die Hagrid – nog in het ei – door een
vreemdeling werd toegestopt; Fang, de logge zwarte hond van Hagrid, die ondanks zijn
schrikwekkende uiterlijk naar Hagrid beweert een lafbek is; Fluffy, het driekoppige monster van
Hagrid dat het luik naar de Philosopher‟s Stone bewaakt; Scabbers, Rons waardeloze rat, een
72
afdankertje van zijn broer Percy; Tibbles, Snowy, Mr Paws en Tufty, enkele van de vele katten
van Mrs Figg, de gekke oude vrouw naar wie Harry wordt gestuurd op Dudley‟s verjaardag; Mrs
Norris, de kat van de conciërge, die bij haar baasje het wangedrag van de leerlingen verklikt;
Trevor, de pad van Neville, die tijdens de treinreis naar Hogwarts zoek raakt en tenslotte Bane,
Firenze en Ronan, de centaurs die Harry in het Forbidden Forest treft.
Net als bij de persoonsnamen lijkt de Zweedse vertaler hier consequent voor een
vervreemdende strategie te kiezen. Al deze eigennamen worden door de Zweedse vertaler
ongewijzigd behouden (1), behalve Norbert The Norwegian Ridgeback, waarvan het
soortnaamgedeeldte wordt vertaald: Norbert den norske ryggdraken. Ook de Franse vertaler kiest
voor deze strategie: Norbert le dragon (à crète). Hij kiest ook een enkele keer voor de vervanging
van de eigennaam door een soortnaam (3): Norbert wordt le dragon. Fang (hoektand) is een
zachtaardige hond: zijn naam staat net als zijn voorkomen in schril contrast met zijn karakter. De
absurde combinatie van de naam en het karakter van het dier zorgt voor een humoristische noot.
Door de overname (1) in de Zweedse vertaling ontgaat lezers die de betekenis van fang niet
kennen deze humor. De Franse vertaler probeert de betekenis alsook de humor over te brengen
met Crockdur en past een strategie toe die Newmark (2004) naturalisatie noemt (cf. supra). Hij
gebruikt het Franse lexeem croc en past het aan aan de spellingsnormen van de broncultuur:
Engels fang > Frans croc (vertaling) > crock (naturalisatie). Terwijl de vertaler hier een Engels
aspect wegneemt, kan hij ook een Engels tintje toevoegen door een ander element (Davies 2003:
89). Davies (2003: 89) vermoedt dat dit gebeurt “to compensate for losses of Englishness at other
points in the text”. Dit is geen letterlijke vertaling en het wordt dus in de negende categorie
ondergebracht. Een vergelijkbaar humoristisch effect wordt bereikt door de ongerijmdheid in de
naamgeving van Fluffy: een angstaanjagend driekoppig monster wordt hierdoor geassocieerd met
een snoezig huisdier. De Franse vertaler kiest voor Touffu (9). Hoewel dit vrijwel een letterlijke
vertaling is, vindt Davies (2003: 76) dat “[a] French pet name with similar connotations, not
necessarily relating to the possession of long hair, could have preserved this joke in a way that a
literal translation does not”. In de Franse vertaling wordt scab in Scabbers vertaald: croûte (zelfs
de circumflex blijft bewaard in de naam). Hier wordt een Frans afleidingssuffix (-ard)
toegevoegd, wat de vorm Croûtard geeft die onder de negende strategie valt. De Zweedse
vertaler beweert dat Scabbers associaties oproept met het Zweedse skabb; de Zweedstalige lezer
73
kan de betekenis afleiden uit de originele naam en deze hoeft dus niet vertaald te worden (cf.
supra, Pecksniff). Tibbles, Snowy, Mr Paws en Tufty zijn typisch Engelse namen voor katten en
worden vervangen door typisch Franse namen voor katten. Dit geeft Pompom, Patounet, Mistigri
en Mignonette. Hier opteert de Franse vertaler dus voor substitution (7). Mrs Norris wordt in het
Frans Miss Teigne (9). Zoals reeds aangegeven, vervangt de vertaler een “suggestive name” door
een “expressive name”. Miss moet op een uitdrukkelijkere manier (dan Mrs) de Engelse tint
bewaren (Davies 2003: 89). Trevor wordt net als de namen van de centauren Bane, Firenze en
Ronan in beide vertalingen behouden (1).
De tendens in de Zweedse vertaling is, zowel wat de persoonsnamen als de dierennamen
betreft, apert vervreemdend. Overname (1) is de regel. De negende strategie waarbij de vertaler
op zoek gaat naar vindingrijke alternatieven wordt nooit toegepast. De achtste strategie
(letterlijke vertaling) wordt enkel aangewend voor namen die onmiskenbaar uit Engelse
elementen bestaan en dus “overtly expressive” zijn (Fat Lady > Tjocka damen). Fonologische of
morfologische aanpassing aan de doeltaal (4) komt nagenoeg niet voor; er worden wel enkele
exoniemen (5) (cf. Ptolemy > Ptolemaios) gegeven om toespelingen op historische personages te
behouden.
De Franse vertaler grijpt vaker dan zijn Zweedse collega naar adapterende vertaalstrate-
gieën, al blijft het merendeel van de persoonsnamen en de dierennamen nog steeds onaangepast.
Zowel fonologische aanpassing (cf. Petunia > Pétunia) als morfologische aanpassing (cf.
Hengist of Woodcroft > Hengist de Woodcroft) (4) worden toegepast, en ook exoniemen (5)
worden gebruikt (cf. Ptolemy > Ptolémée). Enkele namen van huisdieren (Mr Paws, Tufty enz.)
worden vervangen door eigennamen uit de doeltaal, substitution (6). Met een letterlijke vertaling
komt men niet tot hetzelfde effect daar deze namen behoren tot het taaleigen van een taal.
Wanneer Rowling een eigennaam met gelijkaardige connotaties, Fluffy, gebruikt voor een
driekoppige hond (vermoedelijk met de bedoeling een humoristisch effect te bekomen) wordt
echter voor een nagenoeg letterlijke vertaling geopteerd (Touffu). “Expressive names” worden
meestal vertaald (8) maar ook bij “suggestive names” wordt getracht de (humoristische) functie te
behouden door te spelen met lexemen en klanken uit de doeltaal (9). Wanneer een eigennaam uit
het origineel duidelijk samenvalt met Engelse taalelementen kan de Franse vertaler een meer
suggestief alternatief kiezen (Spore > Augirolle). Omgekeerd kan de Franse vertaler een
74
suggestieve allusie expliciet maken (cf. Trimble > Jentremble). De Franse vertaler ziet zich zelfs
genoodzaakt het verlies van het Engelse karakter te compenseren door enkele namen een
opvallender Engels cachet te geven. De lezer van de doeltekst wordt zich op die manier bewust
van de broncultuur (cf. Pomfrey > Pomfresh, Mrs Norris > Miss Teigne). De Franse vertaler
schept woordspelingen daar waar men geen woordspeling vindt in het origineel. De aanpak van
de Franse vertaler leunt daardoor dicht aan bij een functionele visie op vertalen van literatuur
(supra): “what really matters is not to reproduce close equivalents for specific cases, but simply
to preserve the overall impact and offer a similar reading experience” (Davies 2003: 96).
6.4.3 Toponiemen
6.4.3.1 Bestaande toponiemen
De bestaande toponiemen krijgen meestal een exoniem of worden overgenomen wanneer er geen
exoniem voorhanden is. De grens tussen behoud (1) en vervanging door een exoniem (5) dat
gelijk is aan het endoniem is zoals reeds werd vermeld moeilijk te bepalen. De Zweedse
exoniemen vallen in grotere mate samen met het overeenkomstige endoniem (Isle of Wight > Zw.
Isle of Wight, Fr. l’île de Wight; London > Zw. London, Fr. Londres; England > Zw. England, Fr.
l’Angleterre). Namen voor plaatsen binnen het Verenigd Koninkrijk (steden, streken, stations…)
waarvoor meestal geen exoniem ter beschikking staat, worden overgenomen. Een enkele keer
kiest de Franse vertaler ervoor het mogelijke vervreemdende effect te neutraliseren: in de reeks
Kent, Yorkshire en Dundee wordt Dundee vervangen door een explicietere omschrijving van de
plaats la côte est de l’Écosse (3). In Paddington station wordt de soortnaam vertaald: Fr. la gare
de Paddington, Zw. Paddingtonstationen. Wanneer King’s Cross voor het eerst voorkomt krijgt
het in beide talen een verklarende toevoeging (2): Fr. la gare de King’s Cross, Zw. King’s Cross
station (cf. supra). Verder in de tekst wordt deze uitleg achterwege gelaten, de referent werd
immers al geïntroduceerd en het ontbreken van de extra informatie kan niet meer voor verwarring
zorgen. Voor Great Britain, Britain en England bestaan in het Frans en het Zweeds wel degelijk
eenduidige exoniemen. De vertaling is echter niet altijd even consistent, maar dit heeft geen al te
grote impact op de inhoud van het verhaal: England > Fr. l’Angleterre, Zw. England; Great
Britain > Fr. l’ Angleterre, Zw. Storbritannien; Britain > Fr. Grande-Bretagne, Zw. England.
75
6.4.3.2 Toponiemen die behoren tot de magische wereld
De eerste en doorgaans vervreemdende strategie (overname) wordt opnieuw vaker gehanteerd
door de Zweedse vertaler dan door de Franse. De Zweedse vertaler vertaalt (8) enkel de “overtly
expressive names” of namen die onmiskenbaar uit Engelse taalelementen bestaan: The Leaky
Cauldron > Den läckande kitteln; Hog’s Head > Svinhuvudet; Platform 9 ¾ > perrong nio och
tre kvart; the Forbidden forest > Den förbjudna skogen. Ook de Franse vertaler past deze
strategie toe (le Chaudron Baveur; Tête de Sanglier; la voie 9 3/4; la Forêt Interdite).
Privet Drive, de straat van de familie Dursley, wordt in beide vertalingen overgenomen.
Davies (2003: 93) beweert dat hierdoor een connotatie verloren gaat; de naam zou een beeld van
het klassieke voorstedelijke milieu oproepen. Zowel Privet als Drive zijn bovendien soortnamen
die als eigennaam worden gebruikt. De Duitse en de Nederlandse vertaler kiezen dan ook voor
een vertaling met respectievelijk Ligusterweg en Ligusterlaan. Ook Little Whinging wordt in het
Zweeds en het Frans overgenomen, waardoor volgens Davies (2003: 93) de allusie op whinge
(mopperen, zeuren) wegvalt. Cokeworth wordt door de Franse vertaler, naar Davies (2003: 93)
beweert, onterecht vertaald (Carbone-les-Mines). De Franse weergaves van sommige toponiemen
lijken Davies (2003: 93) ad hoc-oplossingen: “translations appear to be provided where a
plausible equivalent springs to mind, but not otherwise”. Davies pleit voor een consistentere
behandeling van deze groep eigennamen.
Het toponiem Hogwarts kan ontleed worden in de Engelse soortnamen hog (zwijn) en
wart (wrat) wat aanleiding gaf tot Galtvort (galt(e) + vorte) in de Noorse vertaling en Zweinstein
in de Nederlandse vertaling32
Hogwarts geeft omgedraaid bovendien warthog (wrattenzwijn)33
.
Het Franse voorstel is Poudlard (pou de lard?). De Zweedse vertaler neemt de naam over. Hog
wordt wel vertaald in de naam van de pub Hog’s Head > Svinhuvudet (cf. supra).
Heel wat eigennamen omvatten een soortnaamgedeelte. Godric’s Hollow (een stadje waar
veel bekende tovenaars huizen, evenals Lily en James Potter, voor zij werden vermoord door
Voldemort) wordt zowel in de Franse als in de Zweedse vertaling onveranderd overgenomen. In
de Zweedse vertaling wordt de soortnaam in Diagon Alley vertaald: Diagongränden. De
verwijzing naar het woord diagonally gaat hierdoor verloren. De Franse vertaler probeert in zijn
voorstel Le Chemin de Traverse zowel de betekenis van alley als van diagonally te vatten. De
32 http://www.eulenfeder.de/int/index.html (geraadpleegd op 4 mei 2009)
76
woordspeling wordt echter niet behouden. De winkels in deze winkelstraat voor tovenaars
worden op verschillende manieren weergegeven. Eeylops Owl Emporium wordt in de Franse
versie eerst Au Royaume du Hibou waarbij Eeylops wordt weggelaten (10). Later krijgen we een
vervanging door een soortnaam (3): le magasin de hiboux. In de Zweedse versie wordt Eeylops
behouden (Eeylops ugglemarknad) maar wordt de lezer onthouden van de bombastische gevoels-
waarde (emporium behoort immers tot een formeel stijlregister (CCED))34
. Braakbals
Uilenboetiek in de Nederlandse vertaling weet dit wel over te brengen. De boekenwinkel voor
tovenaars heet Flourish and Blotts waarin Engelse taalelementen aanwezig zijn: “a flourish”
betekent binnen de kalligrafie “a decoration about a letter or writing, consisting of flowing curves
executed with a sweep of the pen” (OED), een blot is een inktvlek. In de Franse vertaling wordt
dit Fleury et Bott; de morfologie wordt dus aangepast aan de normen van de doeltaal (4) en aan
de betekenis wordt voorbijgegaan. De Zweedse vertaler behoudt de naam en werkt met een
handigheidje het Engelse voegwoord weg: Flourish & Blotts. Indien de Zweedse lezers over
voldoende kennis van het Engels beschikken, kunnen zij tenminste de betekenis afleiden; door de
morfologische aanpassingen in de Franse versie is dergelijke betekenisoverdracht niet mogelijk
voor het Franse publiek. Madam Malkin35
in Madam Malkin’s Robes for All Occasions wordt
door de Zweedse vertaler overgenomen, de Engelse taalelementen worden letterlijk vertaald:
Madam Malkins klädnader för alla tillfällen. De Franse vertaler geeft Madame Guipuire, prêt à
porter pour mages et sorciers. Het soortnaamgedeelte krijgt een vrije vertaling, de persoonsnaam
wordt vervangen door een Franse “expressive name” die kantwerk betekent. De vertaler vervangt
de persoonsnaam door een naam met een andere connotatie (9). Tenslotte neemt Hagrid Harry
mee naar Olivanders: Makers of Fine Wands since 382 BC. Zowel de Zweedse als de Franse
vertaler behouden de persoonsnaam. Het tweede deel wordt vertaald: Olivander – Fabricant de
baguettes magiques depuis 382 avant J.-C. en Olivanders: Tillverkare av fina trollspön och
trollstavar sedan 382 f. Kr.
33 http://www.theninemuses.net/hp/h.html (geraadpleegd op 4 mei 2009) 34 De term emporium kan ook worden gebruikt voor “a shop”, zij het met een gewichtige, pompeuze toon (OED). 35 Malkin is a “typical name (usually derogatory) for: a lower-class, untidy, or sluttish woman” (OED). Dit woord is
niet terug te vinden in Collins Cobuild English Dictionary of Van Dale woordenboek Engels – Nederlands. Hieruit
kunnen we opmaken dat het woord niet zo gangbaar is en misschien niet alle Engelstaligen vertrouwd zijn met de
betekenis.
77
6.4.4 Magische realia
In deze groep komt een uitgebreid scala aan vertaalstrategieën aan bod: overname (1), vervanging
door een soortnaam (3), fonologische of morfologische aanpassing aan de doeltaal (4), vertaling
(8), veranging door een eigennaam met een andere connotatie (9) en weglating (10). De gekozen
strategie hangt uiteraard nauw samen met de aard van de eigennaam. Naast een aanzienlijk aantal
“overtly expressive names” of eigennamen waarin duidelijk betekenisvolle taalelementen zitten,
creëerde Rowling ook enkele al of niet transparante neologismen voor magische realia. Worden
de neologismen gekopieerd, vervangt de vertaler Rowlings creaties door een bestaande
soortnaam of veroorloven de vertalers zich meer vrijheden en wagen ze zich aan het zelf
uitdenken van neologismen met resonanties uit de doeltaal ?
De toverspreuken bestaan uit Latijnse of pseudolatijnse elementen en worden zowel in de
Franse als in de Zweedse versie overgenomen (1): Caput Draconis, Alohomora, Locomotor
Mortis, Wingardium Leviosa, Petrificus Totalus. De Zweedse vertaler markeert deze echter niet
als eigennamen. De namen van bezweringen worden meestal vertaald (8), althans in de Zweedse
vertaling: Switching spell > förvandlingsformel; Curse of the Bogies > spökförbannelsen; Leg-
Locker Curse > benlåsningsbesvärjelse; Anti-Cheating spell > anti-fusk förtrollnin;, Body-Bind
> kroppslåsningen. De soortnamen en andere Engelse taalelementen worden niet als eigennamen
erkend. De Franse vertaler varieert zijn aanpak: de Leg-Locker Curse > maléfice / sortilège du
Bloque-jambes, is de enige vloek die letterlijk wordt vertaald (8); Switching spell wordt
weggelaten (10); Curse of the Bogies > un sort dont vous ne vous remettrez pas, een verklarende
beschrijving die dus een veralgemening inhoudt (3); Anti-Cheating spell > un sort qui empêchait
leurs utilisateurs de trîcher, de bezwering wordt eerder uitdrukkelijk verklaard dan letterlijk
vertaald (3); Body-Bind > le maléfice du Saucisson, de Franse vertaler voegt een
betekeniselement toe en beoogt hiermee een humoristisch effect (9).
In de categorie van magische realia vinden we, zoals reeds aangegeven, heel wat namen
die bestaan uit Engelse taalelementen of soortnamen die als eigennaam worden gemarkeerd. In
het Frans en in het Zweeds krijgen ze een letterlijke vertaling (8), al dan niet gemarkeerd als
eigennaam:
Ministry of Magic > Fr. le ministère de la Magie, Zw. Trollkarlsministeriet; Defense Against the
Dark Arts (schoolvak) > Fr. la défense contre les forces du Mal, Zw. försvar mot svartkonster;
Transfiguration > Fr. métamorphose, Zw. förvandlingskonst, de Zweedse vertaler voegt konst toe
78
om uitdrukkelijker aan te geven dat het om een schoolvak gaat; History of Magic > Fr. Histoire de
la magie, Zw. Trollkonsthistoria; Potions (schoolvak) > Fr. potions, Zw. trolldryckskonst, konst
werd in de vertaling toegevoegd (cf. förvandlingskonst); Chocolate Frogs > Fr. Chocogrenouilles,
Zw. chokladgrodor; Liquorice Wands > Fr. Baguettes magiques à la reglisse, Zw. lakritsstänger ,
hier wordt wand door de verschillende vertalers op een verschillende manier geïnterpreteerd; the
Sorting Ceremony > Fr. la Cérémonie de la Répartition, Zw. sorteringscermonin; Dark Arts > Fr.
la magie noire ,dit wordt overigens ook als vertaling gegeven voor Dark Magic en stemt niet
overeen met de vertaling van Dark Arts in Defence Against Dark Arts (cf. supra), Zw.
svartkonster; Draught of Living Death > Fr. Goutte du Mort vivant, Zw. Den levande dödens saft,
draught wordt in de twee versies weliswaar wat vrijer vertaald; Remembrall > Fr. Rapeltout, Zw.
minnsallt; Invisibility Cloak > Fr. cape d’invisibilité, Zw. osynlighetsmantel; Put-Outer > Fr.
Éteignoir, Zw. släckaren, dit neologisme, voor een voorwerp dat de straatverlichting kan doven
wordt in zowel de Franse als in de Zweedse vertaling weergegeven door een bestaande soortnaam
met als respectieve betekenissen domper (F-NL)en brandlusser (Z-NL); Philosopher’s Stone > Fr.
la Pierre philosophale, Zw. De vises sten; Elixir of Life > Fr. elixir de longue vie, Zw. livselixiret,
de Franse vertaling is dus explicieter; Herbridean Blacks (drakensoort) > Fr. Noir des Hébrides,
Zw. svart från Hebriderna; Common Welsh Green (drakensoort) > Fr. Vert gallois, Zw. vanliga
walesiska gröna; Norwegian Ridgeback (drakensoort) > Fr. Norvégien à crète, Zw. norsk
ryggdrake, in voorgaande drakensoorten wordt de geografische verwijzingen vervangen door de
respectieve exoniemen; Devil’s Snare > Fr. Filet du Diable, filet (vangnet) is een vrijere vertaling
van snare (valstrik), Zw. djävulens snara; Forgetfulnes Potion > Fr. une potion d’ Amnésie, Zw.
glömskedryck.
Pumpkin Pasties en Cauldron Cakes zijn ook transparante samenstellingen en worden letterlijk
vertaald in de Zweedse versie: pumpapastejer en kittelkakor. De Zweedse vertaler behoudt
hierdoor ook het stafrijm, weliswaar binnen de woordgrens. De Franse vertaler geeft deze
lekkernijen als volgt weer: Patacitrouilles en Fondants du Chaudron (9). De Franse vertaler
ontwijkt hierdoor de vertaling van een CSI (pasty) en vervangt cake door een Franse delicatesse.
Zowel Bertie Bott’s Every-Flavour Beans als Droobles Best Blowing Gum is een combinatie van
een persoonsnaam en Engelse taalelementen. De Zweedse vertaler behoudt de persoonsnaam en
vertaalt de overige elementen: Bertie Botts bönor i alla smaker en Droobles bästa bubbelgum. De
verwijzing naar de typisch Britse Jelly Beans gaat verloren. De Franse vertaler kiest voor
Dragées surprises de Bertie Crochue. De verwijzing verderop in het verhaal in de vorm van
Every Flavour Beans wordt in de Franse vertaling weggelaten (10). Het verrassingseffect – je kan
de smaak immers nooit voorspellen en die kan gaan van chocolade tot de smaak van snot – wordt
geëxpliciteerd door surprises. De persoonsnaam wordt vervangen door een “expressive name”,
bestaande uit een Frans taalelement(8), de beans worden vervangen door dragées, snoepgoed
waarmee het Franse doelpubliek meer vertrouwd is. Volgens Feral (2006: 468) kan deze
79
verwijzing de afwezigheid in de doeltekst van traditionele elementen goedmaken, maar zijn de
connotaties van (jelly) beans en dragées heel verschillend:
While beanie babies are available from any corner shop and Jelly Beans sweets come in fifty
flavours, the dragées of “Dragées surprise de Bertie Crochue” are French old-fashioned sugared
almonds only consumed at baptisms and weddings and ordered from specialist shops. (Feral 2006:
468)
Drooble in Droobles Blowing Gum wordt Bullard en zo weet de Franse vertaling het stafrijm te
behouden: Ballongommes du Bullard.
De tovenaarskrant The Daily Prophet bestaat ook uit Engelse taalelementen maar die
worden niet vertaald door de Zweedse vertaler (1). De Franse vertaler geeft een explicieter
alternatief la Gazette du sorcier (9). The Daily Prophet klinkt voor Engelse lezers vertrouwd
aangezien The Daily Telegraph, Daily Express, Daily Mirror bestaande kranten of tabloids zijn.
Deze band met de realiteit gaat verloren in de Franse vertaling (Feral 2006: 469).
Het neologisme Herbology wordt door de Zweedse vertaler weergegeven door örtlära wat
zich op de grens bevindt tussen vertaling (8) en vervanging door een soortnaam (3). Verderop
geeft hij een explicietere beschrijving letkion i örtlära wat eerder aanleunt bij de derde strategie.
De Franse vertaler vertaalt de studie van magische planten telkens op een andere manier: de
eerste keer wordt het woord weggelaten (10), de tweede keer wordt het vervangen door een
soortnaam (3) cours de botanique en een laatste keer wordt in Herbology weergegeven door en
classe (3). Feral (2006: 47) stelt dat de Franse vertaler zicht niet aan een neologisme wil wagen
“by calquing „Herbology‟. Yet, „Herbologie‟ would have echoed a French eleven-year-old
student‟s syllabus (Technologie, Biologie…)”. De verwijzing naar Astronomy, een ander vak uit
het curriculum van de eerstejaars – en nochtans geen neologisme – wordt in de Franse versie
weggelaten. De Zweedse vertaler geeft het Zweedse equivalent maar voorziet dit niet van een
hoofdletter: astronomi.
De namen van racebezems worden indien mogelijk vertaald. In de Franse vertaling
worden de getallen in cijfers weergegeven, wat deze bezems als commerciële producten nog
opzichter maakt: Nimbus Two Thousand > Fr. Nimbus 2000, Zw. Nimbus Tvåtusen; Comet Two
Sixty > Fr. Comète 260, Zw. KometTvåSextio; Cleansweep Seven > Fr. Astiqueur 7, Zw.
Rensopar-sjua. Cleansweep heeft een bijklank die niet wordt overgebracht in de vertalingen: to
make a clean sweep betekent schoon schip maken of in deze context: de tegenstander uit de weg
ruimen en de triomf behalen (Jentsch 2002: 293).
80
De terminologie uit Quidditch, dé tovenaarssport bij uitstek, is in meer of mindere mate
transparant. De naam van het spel zelf wordt in de twee vertalingen behouden (met een kleine
letter in het Zweeds). Er zijn drie soorten ballen in het spel: de Quaffle, de Bludgers en de Golden
Snitch. De Quaffle wordt in de twee vertalingen vervangen: de Franse vertaler voert een
morfologische aanpassing door Souafle (4), de Zweedse vertaler heeft een nieuwe term bedacht,
klonken (9). Bludgers proberen de spelers van hun bezems te slaan en de term alludeert
vermoedelijk op to bludgeon36
: “To bludgeon someone means to hit them several times with a
heavy object” (CCED). De Franse en de Zweedse vertaler kiezen voor Cognard (9) en dunkare
(9) waarmee net zoals in het origineel de functie van de bal wordt meegegeven in het woord. De
parallel tussen respectievelijk cogner-cognard en dunka-dunkare is wat explicieter dan die in het
origineel to bludgeon-bludger. De vertaler maakt een transparante afleiding louter door de
toevoeging van een nominaliseringssufix. Het Franse suffix heeft overigens een pejoratieve
waarde (PR). De laatste en belangrijkste bal in het spel is de Golden Snitch. “If you snitch
something, you steal it quickly en quietly” (CCE). Deze definitie strookt met de manier waarop
deze bal moet bemachtigd worden: de bal is heel klein, nagenoeg onzichtbaaar en enorm snel. De
Seeker die als taak heeft deze bal zo snel mogelijk te vinden, moet dan ook heimelijk op zoek
naar deze bal voor de Seeker van de tegenpartij de bal in de gaten krijgt. In het Nederland wordt
de bal vertaald door de Gouden Snaai (snaaien is een letterlijke vertaling van to snitch (E-NL)).
De Franse en Zweedse vertaler opteren ook voor een beschrijvende naam, maar benadrukken
eerder het kwieke karakter van de bal met respectievelijk le Vif d’or en den gyllene kvicken. De
benamingen van de ballen behouden enkel in de Franse vertaling hun hoofdletter. De Chaser, de
Keeper, de Beater en de Seeker zijn “overtly expressive names” en krijgen bestaande soortnamen
als vertaling: Fr. poursuiveur, Zw. jagare; Fr. gardien, Zw. vaktaren; Fr. batteur, Zw. slagman;
Fr. attrapeur, Zw. sökare. Rowling voorziet deze termen van een hoofdletter enkel omdat de
betekenis specifiek is voor de tovenaarswereld en niet samenvalt met de betekenis van het woord
in de Muggle-wereld. De termen voor Quidditch-spelers verliezen hun hoofdletter in de
vertalingen.
36
Deze verklaring wordt bechouwd als “moderately confident in its accuracy” op een site waar gespeculeerd kan
worden over de mogelijke betekenissen van de namen in Harry Potter- boeken
(http://www.theninemuses.net/hp/b.html, geraadpleegd op 4 mei 2009).
81
In de Mirror of Erised moet Erised alsook het inschrift Erised Stra ehru oyt ube cahfru
oyt on wohsi van achteren naar voren worden gelezen om betekenis te krijgen: Mirror of Desire:
I show not your face but your hearts desire. De Franse en de Zweedse vertaler passen deze
omkering respectievelijk toe op een Frans en een Zweeds equivalent voor desire, wat in le miroir
du Riséd en Mörd-speglen resulteert. De eigennaam in se (die overigens betekenisloos is) wordt
niet behouden maar de letterkeer wel.
Het neologisme voor niet-tovenaars, Muggles, en het tovenaarsgeld, Galleons, Sickles en
Knuts, ondergaan in de Zweedse vertaling een morfologische aanpassing: mugglare, galleoner,
sicklar en knutningar37
. De Franse vertaler tracht de suggestieve allusies van Muggle, wat deze
allusies ook mogen zijn38
, te bekomen met een Frans verzonnen woord Moldu (9). Om dezelfde
redenen wordt Sickles vervangen door Mornilles (9). Het Franse voorstel Gallions vormt een
aanpassing van de spelling (4). Knuts wordt vervangen door Noise. De Franse vertaler ziet een
gelijkenis tussen Knuts en nuts en probeert een gelijkaardige allusie te scheppen (Noise > noix,
noisette) met een woord met Franse weerklank.
Een vindingrijk voorstel voor the Sorting Hat vinden we in de Franse vertaling. Hoewel
het een als eigennaam gemarkeerde soortnaam betreft (en logischerwijs om die reden wordt
vertaald in de Zweedse versie, sorteringshatten) combineert de Franse vertaler choix en chapeau
tot Choixpeau (9).
In de groep van magische realia valt sterk op dat de Zweedse vertaler de typografische
markering van de eigennamen uit het origineel niet respecteert. De Franse behoudt de
hoofdletters in grotere mate maar neemt ook niet alle hoofdletters consequent over. Hij laat ze
bijvoorbeeld vallen voor gardien, batteur, poursuiveur en attrapeur terwijl de Quidditch-ballen
wel een hoofdletter krijgen. De hoofdletters spelen een belangrijke rol in het boek. Wat de
magische realia betreft dienen ze uiteraard niet om te individualiseren, maar duiden ze op de
magische eigenheid van al deze vernuftigheidjes. Wanneer bestaande soortnamen met een
specifieke betekenis in de tovenaarswereld worden vervangen door een bestaande soortnaam
37
De Zweedse vertaler koos voor een langere vorm knutingar en niet voor knutar wat meer meer voor de hand ligt,
omdat knutar een bestaand Zweeds woord is en andere associaties zou opwekken
(http://www.swedishbookreview.com/old/2002s-gedin.html, geraadpleegd op 11 mei 2009)
82
zonder behoud van de typografische markering gaat hun statuut verloren (Seeker > attrapeur). De
eigennamen uit deze categorie dragen (wel of niet expliciet) betekenis. De achtste strategie van
Van Coillie, vertaling, is dus troef. Ook de negende strategie wordt aangewend, zelfs door de
Zweedse vertaler (cf. dunkare, klonken). De vertalers hangen geen vast principe aan voor de
vertaling van neologismen en kiezen vaak elk een verschillende strategie voor eenzelfde woord:
soms worden de neologismen morfologisch aangepast aan de doeltaal (4) (b.v. Quaffle > Fr.
Souafle; Muggle > Zw. mugglare; Sickles > Zw. sicklar; Knuts > Zw. knutingar) dan weer
denken de vertalers zelf woorden uit (Quaffle > Zw. klonken; Muggle > Fr. Moldu; Sickles > Fr.
Mornilles; Knuts > Fr. Noises). Ook de vervanging door een bestaande soortnaam komt voor
(Herbology > Fr. botanique). Afgezien van de toverspreuken worden neologismen nooit
ongewijzigd gekopieerd (1). De negende, strategie (vervanging door een eigennaam met een
andere/toegevoegde connotatie) is adapterend bij uitstek en wordt vaker gehanteerd door de
Franse vertaler (cf. le maléfice du Sauccisson, Patacitroulles, Fondants du Chaudron, Dragées
surprises de Bertie Crochue, Ballongommes du Bullard, Choixpeau). In zijn aanpak houdt hij dus
meer rekening met het doelpubliek.
6.4.5 Andere
In deze sectie worden een reeks eigennamen besproken die niet in bovenstaande categorieën te
vatten zijn en toch aandacht verdienen aangezien ze in hoge mate cultureel bepaald zijn. Bonfire
Night wordt in de Franse vertaling vervanging door een omschrijving des feux de joie de la nuit
du 5 novembre (3). De Zweedse vertaler opteert daarentegen voor een vergelijkbaar feest uit de
doelcultuur valborgsmässoafton. Dit feest wordt in Zweden op 30 april gevierd waardoor in het
verhaal een anachronisme ontstaat. Hallowe’en wordt in de Franse vertaling overgenomen wat
aangeeft dat deze traditie reeds zijn intrede in culturen buiten de Angelsaksische wereld heeft
gedaan. De Zweedse vertaler vervangt Hallowe’en door de Zweedse “tegenhanger” allhelgona-
afton. Deze benaming is nauw gekoppeld aan het christelijke feest all helgons dag en wordt
bijgevolg niet onmiddellijk met feestelijkheden en banketten geassocieerd. Andere, christelijke
feesten Christmas en Easter worden vervangen door hun exoniem.
38
Rowling zei het volgende over de door haar verzonnen term: “I was looking for a word that suggested both
foolishness and loveability. The word 'mug' came to mind, for somebody gullible, and then I softened it. I think
'muggle' sounds quite cuddly” ( http://www.theninemuses.net/hp/m.html, geraadpleegd op 4 mei 2009).
83
De merknaam Sellotape wordt in zowel de Zweedse als de Franse vertaling vervangen
door een soortnaam respectievelijk du papier collant en tejpbitar. De soortnaam en bijgevolg
algemenere term neutraliseert de cultuurspecifieke verwijzing.
Smeltings (de oude privéschool van Uncle Vernon) en Stonewall High (de locale
secundaire school naar welke Harry na de zomer zal worden gestuurd) worden behouden. De
Franse vertaler maakt een geringe aanpassing met het oog op de morfologische normen van de
doeltaal (Smelting). In de Franse vertaling worden verwijzingen naar deze instellingen, verder in
de tekst, vervangen door een soortnaam (Stonewall High > collège de son quartier en Smeltings >
collège (3)) of weggelaten (Smeltings stick > canne (10)).
Tiptoe through the Tulips is een verouderd wijsje dat Uncle Vernon neuriet terwijl hij
alles in het werk stelt om te voorkomen dat de Hogwarts-uitnodiging Harry bereikt. Uncle
Vernon lijkt hierdoor heel ontspannen terwijl de omstandigheden hem in werkelijkheid heel
onrustig maken (Davies 2003: 81). Deze karaktertekening van Uncle Vernon gaat volgens Davies
(2003: 81) verloren in de Franse vertaling. Het liedje wordt vervangen door een soortnaam (3) un
air wat een veralgemening inhoudt. De Zweedse vertaler geeft een letterlijke vertaling van de
titel van het lied Trippa högt på tå genom tulpanerna (8). Deze strategie zal niet hetzelfde effect
bereiken als het origineel op een publiek dat vertrouwd is met het liedje. Als de titel gegeven is
hoef je echter het lied niet te kennen om te begrijpen dat het een zekere onbezorgdheid
belichaamt.
De voorkeur voor de vervreemdende vertaalstrategie blijkt wederom in de Zweedse
vertaling van The great Humberto’s. Door het plotse vertrek van de familie Dursley, op de vlucht
voor de Hogwarts-uitnodigingen, dreigt Dudley zijn favoriete tv-show te missen. De Franse
vertaler kiest voor een soortnaam son émission préférée (3). De Zweedse vertaler past de
persoonsnaam aan aan de het Zweedse spellingssysteem (4) en vertaalt de bepalingen: Den store
Umberto.
De Dark Side, het concept waarmee naar duistere tovenaars en heksen wordt verwezen,
krijgt in de Franse versie verschillende vertalingen: eerst Le monde des Ténèbres (met het behoud
van een hoofdletter) en verderop le côté des forces obscurs. De Zweedse vertaler refereert hieraan
met den mörka sidan, maar laat de hoofdletters weg.
84
7. Algemeen besluit
Ben-Ari (1992: 221) beweert dat er overheersende normen bestaan “far beyond language
differences and beyond the performance of the individual translator”. Trouw aan de doeltekst is
bovendien altijd onderschikt aan deze normen. Uit het onderzoek van de realia (schooltermen en
kledij) en eigennamen, kan geen frappante botsing tussen ideologische normen van de
broncultuur en de doelcultuur worden geëxtraheerd. De Zweedse en de Franse vertaler hanteren
verschillende strategieën al naargelang de culturele afstand en de “talige” afstand, maar ook
persoonlijke beweegredenen (al dan niet in de lijn van een gevestigde vertaaltraditie) kunnen
invloed hebben op de gekozen vertaalstrategie.
Wat de kledij betreft, wordt in zowel de Zweedse als in de Franse vertaling voornamelijk
de neutraliserende strategie toegepast. De kledingstukken die in het corpus aan bod komen zijn
doorgaans intercultureel en krijgen een letterlijke, gevestigde vertaling terwijl cultuurspecifieke
uitdrukkingen van hun vreemdheid worden ontdaan (bv. paisley). Strategieën zoals omission en
transformation worden bijna uitsluitend door de Franse vertaler aangewend. Hij benadert de
doeltekst - in vergelijking met de Zweedse vertaler - meer vanuit een functioneel perspectief.
De indeling van de schoolloopbaan in Zweden verschilt van die in Frankrijk en het
Verenigd Koninkrijk. De overgang van de lagere naar de middelbare school op twaalfjarige
leeftijd in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk stelt de Zweedse vertaler voor een CSI aangezien
het secundair onderwijs voor Zweedse leerlingen pas start wanneer ze zestien zijn. De culturele
afstand tussen het Verenigd Koninkrijk en Zweden is in dit geval dus groter dan die tussen het
Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Schooltermen die verband houden met de organisatie binnen
de Britse kostscholen vormen CSIs voor de twee doelculturen. De twee vertalers worden
geconfronteerd met een lexicale leemte die ze elk naar goeddunken invullen. De Franse vertaler
kiest doorgaans voor linguistic translations en aarzelt niet deze in de tekst verder uit te leggen.
De Zweedse vertaler kiest voor linguistic translations of explicietere alternatieven maar wijzigt
de stijl van het origineel daarentegen niet door omvangrijke toevoegingen.
Volgens Hermans (1988) is de behandeling van eigennamen een indicator voor het
basisprincipe dat de vertaler in het integrale werk hanteert. De Zweedse vertaler voert voor
eigennamen consequent een uitgesproken vervreemdend principe door. Hij neemt alle
“conventional names” ongewijzigd over. Alleen eigennamen die expliciet uit Engelse
85
taalelementen bestaan worden vertaald (Fat Friar > Tjocka Munkbrodern). Doordat het Zweeds
net als het Engels een Germaanse taal is, kan in vertaling taalspel, zoals alliteratie, worden
behouden (Bloody Baron > Blodiga Baronen). Ook het woordbeeld kan vergelijkbaar zijn
(Scabbers hoeft in het Zweeds niet te worden vertaald omdat het origineel gelijkenissen vertoont
met het Zweedse skabb). Het Engels heeft echter ook veel ontleend aan het Frans, vooral wat
woordenschat betreft. De allusie in Madam Pince ontgaat dus ook de Franse lezer niet. Het
onderscheid tussen Germaanse talen en Romaanse talen is dus in zekere mate artificieel. In
vergelijking met de Zweedse vertaler lijkt de Franse vertaler geen eenduidige strategie te volgen.
“Conventional names” worden soms aangepast aan de fonologische of morfologische normen van
de doeltaal (Petunia > Pétunia) of vervangen door een in de doelcultuur verankerde eigennaam
(Mr Paws > Mistigri). Eigennamen die de Zweedse vertaler onvertaald laat worden in de Franse
vertaling vlugger aangepast om het suggestieve karakter te behouden (Mrs Norris > Miss Teigne).
De Franse vertaler introduceert bovendien woordspelingen (Sorting Hat > Choixpeau) en creëert
zelf verwijzingen naar de Britse ontstaanscultuur door eigennamen te voorzien van een
opvallender Engels cachet (Madam Pomfrey > Madame Pomfresh). Deze aanpassingen duiden op
een grotere inachtneming van een jong doelpubliek. De Franse vertaling waagt zich ook vaker
dan de Zweedse aan het scheppen van neologismen als antwoord op Rowlings verzonnen termen.
Deze creatievere omgang met het origineel kan ingebakken zijn in de Franse vertaaltraditie of
berusten op persoonlijke keuzes van de vertaler omwille van zijn eigen schrijverschap van
kinderboeken. Ben-Ari (1992: 228) bemerkt dat “writers functioning as translators tend tot allow
themselves […] more liberty, having an available personal model to which to adapt”. Feral
(2006: 477) zegt over Ménard, de Franse vertaler: [H]is rewriting of Harry Potter was probably
influenced by his own production, as a children‟s writer, of three witches‟ stories”. Dit aspect is
een mogelijke verklaring voor de aanpassingen die de Franse vertaler maakt.
86
8. Bibliografie
PRIMAIRE BRONNEN
Rowling, Joanne Kate
1997 Harry Potter and the Philosopher’s Stone. London: Bloomsbury.
2002 [1998] Harry Potter en de Steen der Wijzen. Vertaling: Wiebe Buddingh. Antwerpen:
Standaard Uitgeverij.
2005 [1999] Harry Potter och De vises sten. Vertaling: Lena Fries-Gedin. Stockholm: Tiden.
2007 [1998] Harry Potter à l’école des sorciers. Vertaling: Jean-François Ménard. Paris:
Éditions Gallimard Jeunesse.
WOORDENBOEKEN EN NASLAGWERKEN
Anoniem
2009 Le Trésor de la Langue Française informatisé. Online. Internet. Beschikbaar via
http://atilf.atilf.fr/tlf.htm
Anoniem
2009 Nationalencyklopedin. Online. Internet. Beschikbaar via
http://www.ne.se/static/about/index.jsp.
Anoniem
2009 Norstedts Engelska Ord. Online. Internet. Beschikbaar via http://www.norstedtsord.se/
Boogaards, Piet et al. (eds)
2006 Van Dale woordenboek Frans - Nederlands. Cd-rom (versie 2.1.1). Utrecht/Antwerpen:
Van Dale Lexicografie.
Brockmeier, Ralf et al. (eds)
1997 Larousse Chambers français-anglais, English-French: le dictionnaire de référence
pour la pratique de l’anglais au quotidien. Cd-rom. Paris: Larousse.
Geeraerts, Dirk & Ton den Boon
2005 Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse Taal. Cd-rom. Utrecht/Antwerpen:
Van Dale Lexicografie.
Györky, Iréne & Peter A. Sjögren
2006 Bonniers Svenska Ordbok. Stockholm: Albert Bonniers Förlag AB.
Laureys, Godelieve & Hans de Groot
1996 Van Dale handwoordenboek Zweeds - Nederlands. Utrecht: Van Dale Lexicografie.
Lulofs, Doekes
2005 Woordenboek Nederlands – Noors. Noors - Nederlands. Groningen: Boekwerk &
Partners.
Martin, Willy et al. (eds)
2006 Van Dale woordenboek Engels - Nederlands. Cd-rom (versie 2.1). Utrecht/Antwerpen:
Van Dale Lexicografie.
87
Pinkster, Ham
2009 Woordenboek Latijn - Nederlands. Online. Internet. Beschikbaar via
http://www.latijnnederlands.nl/
Robert, Paul et al. (eds)
2007 Le Nouveau Petit Robert de la langue française. Cd-rom (version 3.0). Paris:
Dictionnaires Le Robert/SEJER.
Simpson, John
1989 Oxford English Dictionary. Online. Internet. Beschikbaar via
http://dictionary.oed.com.
Sinclair, John et al. (eds)
1997 Collins Coubuild English Dictionary. London: HarperCollins Publishers.
Swedenborg, Lillemor et al. (eds)
1986 Svensk Ordbok. Stockholm: Esselte Studium AB.
SECUNDAIRE BRONNEN
Aixelá, Javier Franco
1996 Culture-Specific Items in Translation. In: R. Álvarez & M. Carmen-África Vidal (eds),
Translation, Power, Subversion (Topics in Translation 8): 52-78. Clevedon:
Multilingual Matters.
Ballard, Michel
1993 Le Nom Propre en Traduction. Babel 39/4:194-213.
Bassnett, Susan
2007 Culture and Translation. In: P. Kuhiwczak & K. Littau (eds), A Companion to
translation studies (Topics in Translation 34): 13-23. Clevedon: Multilingual Matters.
Ben-Ari, Nitsa
1992 Didactic and Pedagogic Tendencies in the Norms Dictating the Translation of
Children‟s Literature: The Case of Postwar German-Hebrew Translations. Poetics
Today. International Journal for Theory and Analysis of Literature and
Communication 13/1: 221-230. (Themanummer: Children‟s Literature, ed. Zohar Shavit)
Brøndsted, Katerine & Dollerup Cay
2004 The names in Harry Potter. Studies in Translatology 12/1: 56-72.
Davies, Eirlys E.
2003 The Treatment of Culture-Specific References in Translations of the Harry Potter Books.
The Translator 9/1: 65-100.
Feral, Anne-Lise
2006 The Translator‟s „Magic‟ Wand: Harry Potter‟s Journey from English into French.
Meta 51/3: 459-481.
Goodenough, Ward H.
1964 Cultural Anthropology and Linguistics. In: D. Hymes (ed.), Language in Culture and
Society: A Reader in Linguistics and Anthropology: 36-39. New York: Harper & Row.
Gentzler, Edwin
2001
[1993] Contemporary Translation Theories (Topics in Translation 21). Clevedon:
Multilingual Matters.
88
Ghazala, Hasan
2002 Translation as Problems and Solutions. Aleppo: Dar Al Kalam Al-Arabi.
Grit, Diederik
2004 De vertaling van realia. In: Ton Naaijkens et al. (eds), Denken over vertalen.
Tekstboek vertaalwetenschap: 279-286. Utrecht: Vantilt.
Hermans, Theo
1988 On Translating Proper Names, with reference to De Witte and Max Havelaar. In: M.
Wintle (ed.), Modern Dutch Studies: 11-24. London: The Alone Press.
House, Juliane
2004 Culture-specific elements in translation. In: H. Kittel et al. (eds):494-504.
Householder, F.W.
1946 On the problem of sound and meaning: an English phonesteme. Word 2: 83-84.
Jentsch, Nancy K.
2002 Harry Potter and the Tower of Babel: Translating the Magic. In: Lana Whited (ed.),
The Ivory Tower and Harry Potter: Perspectives on a Literary Phenomenon: 285-301.
Columbia: University of Missouri Press.
Kittel, Harald et al. (eds)
2004 An International Encyclopedia of Translation Studies. Berlin/New York: W. de
Gruyter.
Kujamäki, Pekka
2004 Übersetzung von Realienbezeichnungen in literarischen Texten. In: H. Kittel et al.
(eds): 920-925.
Mussche, Erika
2008 De Arabische vertaling van Harry Potter. Tussen culturele transfer en universele
vertaalstrategieën. Ongepubliceerde masterscriptie. Universiteit Gent.
Nel, Philip
2002 You say “Jelly,” I say “Jell-O”? Harry Potter and the Transfiguration of Language. In:
Lana A. Whited (ed.), The Ivory Tower and Harry Potter: Perspectives on a Literary
Phenomenon: 261-284. Columbia: University of Missouri Press.
Newmark, Peter
2004 Names as a translation problem. In: H. Kittel et al. (eds): 527-530.
Nikolajeva, Maria
2006 What Do We Translate When We Translate Children‟s Literature? In: S. L. Becket &
M. Nikolajeva (eds), Beyond Babar. The European Tradition in Children’s Literature:
277-297. Lanham etc.: The Scarecrow Press Inc.
Nord, Christiane
1993 Einführung in das funktionale Übersetzen. Tübingen: Francke.
2003 Proper Names in Translations for Children: Alice in Wonderland as a Case in Point.
Meta 48/1-2: 277-297.
O‟Sullivan, Emer
2000 Kinderliterarische Komparastik. Heidelberg: C. Winter Universitätsverlag.
2003 Narratology meets Translation Studies, or, The Voice of the Translator in Children‟s
Literature. Meta 48/1-2:197-207.
Pieters, Jürgen
2006 Beste lezer, Een inleiding in de algemene literatuurwetenschap. Gent: Academia Press.
89
Toury, Gideon
1980 The Nature and Role of Norms in Literary Translation. In: T. Gideon (ed.), In Search
of a Theory of Literary Translation: 51-62. Tel Aviv: Porter Insitute of Poetics.
Van Coillie, Jan
2006 Character Names in Translation: A Functional Approach. In: J. Van Coillie & W.P.
Verschueren (eds), Children’s Literature in Translation. Challenges and Strategies:
123-139. Manchester: St. Jerome
Venuti, Lawrence
1998 Strategies of Translation. In: Mona Baker (ed.), Routledge Encyclopedia of
Translation Studies: 240-244. New York: Routledge.
2008 [1995] The translator’s invisibility. A History of Translation. London/ New York:
Routledge
Whited, Lana A.
2002 Introduction. In: Lana A. Whited (ed.), The Ivory Tower and Harry Potter: Perspectives
on a Literary Phenomenon: 1-12. Columbia: University of Missouri Press.
Willems, Klaas
1996 Eigenname und Bedeutung. Ein Beitrag zur Theorie des 'nomen proprium'.
Heidelberg: C. Winter Universitätsverlag.
GERAADPLEEGDE WEBSITES
http://www.accio-quote.org/articles/2000/fall00-etoys.html
http://www.cjvlang.com/Hpotter/miscellaneous/footnotes.html
http://wwwc.aftonbladet.se/bokbanken/0007/01/rowling.html
http://www.guardian.co.uk/books/2008/jun/18/harrypotter.news
http://www.nytimes.com/2008/10/07/nyregion/07latin.html
http://www.swedishbookreview.com/old/2002s-gedin.html
http://www.theninemuses.net/hp/s.html
90
9. Bijlagen
De bijlagen zijn te vinden op de bijgevoegde CD-rom.
BIJLAGE 1
Bijlage 1 bevat het materiaal voor het onderzoek naar realia in tabelvorm (§ 5.3). Een eerste
tabblad reikt de realia aan die verwijzen naar klederdracht (§ 5.3.1). Een tweede bevat de realia
met betrekking tot de Britse schoolorganisatie (§ 5.3.2). In de eerste kolom staan de gegevens uit
de brontekst. De tweede en derde kolom geven respectievelijk de Franse en de Zweedse vertaling
van het stukje origineel dat in de eerste kolom werd afgebakend. De realia worden in dit bestand
per hoofdstuk behandeld. Elke vertaling wordt in een van Davies‟ categorieën ondergebracht
door een verwijzing tussen haakjes:
preservation;
addition;
omission;
globalization;
localization;
transformation;
creation.
De realia worden slechts eenmaal opgenomen tenzij verder in de Franse of de Zweedse tekst een
andere vertaling wordt gegeven.
BIJLAGE 2
In bijlage 2 wordt het materiaal voor de analyse van eigennamen weergegeven (§ 6.4). Elk tablad
komt overeen met een thematische categorie: persoonsnamen en dierennamen (§ 6.4.2),
bestaande toponiemen (§ 6.4.3.1), fictionele toponiemen (of toponiemen die behoren tot de
magische wereld) (§ 6.4.3.2), magische realia (§ 6.4.4) en andere (§ 6.4.5). De eigennamen staan
in kolomvorm en worden gerangschikt per hoofdstuk. In de tweede en de derde kolom worden
cijfers toegekend aan respectievelijk de Franse en de Zweedse vertaling. Deze stemmen overeen
met de groepen waarin Van Coillie de vertalingen van eigennamen categoriseert:
91
(1) non-translation, reproduction, copying;
(2) non-translation plus additional explanation;
(3) replacement of a proper name by a common noun;
(4) phonetic or morphological adaptation to the target language;
(5) replacement by a counterpart in the target language (exonym);
(6) replacement by a more widely known name from the source culture or an internationally
known name with the same function;
(7) replacement by another name from the target language (substitution);
(8) translation (of names with a particular connotation);
(9) replacement by a name with another additional connotation;
(10) deletion.
De eigennamen worden slechts eenmaal opgenomen tenzij verder in de Franse of de Zweedse
tekst een andere vertaling wordt gegeven.